EERSTE KAMER TWEEDE KAMER Gemengd Nieuws* ZATERDAG 8 MAART 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5 JUSTITIE Vergadering van 7 Maart 1930. Met Justitie werd verder gegaan. Minister Donner had enkele tuiltjes waar- deeringsbloempjes in ontvangst te nemen. Mr. Heerkens Th ij s s e n (r.k.) begon er mee en zelfs de roode grijsaard Hermans wilde niet achterblijven. Hij deed het nu de minister zijn extraparlementaire pakje aan had; verleden jaar had hij 'hot nagelaten, omdat hij rekening hield met de mogelijk heid op een politiek kerkhof te zullen komen staan en daar wilde hij dan later bloemen strooien. Overigens betoogde de heer Thijssen de wenschelijkheid van voorlichting door psy chiaters bij zedendelicten. Voor meer rech tem te Haarlem brak hij een lans, maai toonde weinig bewondering voor het insti tuut van rcchters-plaatsvervanger. Voorts werden behandeld de verbetering van het ge vangeniswezen, bevordering van de vakbe kwaamheid der gevangenbewaarders, uit' brei ding Van het instituut der voorwaarde lijke veroordeeling en aanstelling van meer reelasseeringsambtenaren. Kinderlijk blij toonde zich de heer. Her mans (s.d.), dat de minister gezorgd Ir voor een gevangenen-auto „bij ons in Arn hem". Verder vroeg hij wat meer „baantjes" voor socialisten en besprak de behandel:; van de zaak Giesen-Nieuwkerk en de behan deling van getuigen en verdachten voor de rechtbanken. Bij dit laatste kwamen scc dem. raadsleden uit Bodegraven en Doetin- chem op de proppen en ook het Bossche ge val. Na de pauze verzette Mr. Janssen (r.k.) zich tegen Mr. Mendels' aandrang om het aantal gronden voor eohtscheiding te ver ruimen. Aangedrongen werd op een grondige her ziening van het burgerlijk procesrecht- De woorden van den vice-president der Bossche Rechtbank wilde ook Mr. Janssen niet voor zijn rekening nemen. Hij opperde de mogelijkheid, dat er ter zitting iets ge beurd kon zijn, waardoor de woorden zijr uitgelokt De bedoelde ambtenaar, die eer hoffelijk man is, zal vermoedelijk ook zelf zijn uitlating wel betreuren. In 's ministers onderzoek ten aanzien var Giesscn-Nleuwkerk verklaarde de R. K. sena tor vertrouwen te hebben en hij achtte vrees voor herhaling vrijwel overbodig. Dat de Maastrichtscho politie in de be kende gebeurtenissen een fout gemaakt heeft met. het laten komen van werkwilli gen in de fabriek, werd toegegeven. Maar aan den anderen kant valt niet te ontken nen, dat ook de politie wekenlang is gesard en gehoond. Daartegen is veel te slap op getreden. In de zaaik blijft meer lidlit moodig. Prof. Diepenhorst (a. r.) besprak eveneens Giessen-Niouwkerk. Hij achtte de Kamer niet bevoogd en niet geroepen een oordeel uit te sproken over het optreden van de hoofdpersonen in deze geschiedenis, of over den inhoud van rechterlijke beslis singen. Bij de critiek, die over verschillende per sonen is uitgesproken, houde men vooral de omstandigheden in het oog. Ook mag niet worden Vergeten, dat verschillende getuigen onwaarheid spraken. De minister heeft van den aanvang af in deze zaak ernst cn een vaste lijn getoond. Hij heeft allerlei fouten, die waren be gaan, scherp gehekeld. Moest hij daarom van een slappe houding worden beschul digd? Geen behoefte had Prof. Diepenhorst om op iemands bestraffing aan te dringen. Vier lessen heeft de zaak Giessen-Nieuw- IkerCc geleendéénheid bij het omdemoek is noodig; geheime dessiers zijn eenparig ver oordeeld. Een tweede les is, dat op pijnlijke wijze is gebleken, dat aan den eed zoo weinig waarde wordt gehecht. Vrijstelling van den eed moet exceptie zijn en het afleg gen van den eed moet op plechtige wijze worden gedaan. Een derde les is, dat aan getoond is de hooge waardij van het insti tuut der verdediging. De vierde en meest verstrekkende les is de gebleken tekortko ming in de samenstelling van de rechterlijke macht. Men leide hieruit niet af, dat het aantal rechterlijke dwalingen hier zoo groot is. Dat blijkt uit de weinige aanvragen om revisie. Zeifs de heer Duys heeft zich met grooten lol uitgesproken over onze rechterlijke mariit. die volgens hem den toets der cri tiek ham doorstaan. Vroeger klonk het wel anders uil diens kringen: toen achtte men zelfs den heer Frans Rosier geschikt voor lid van den Hoogen Raad! Vroeger sprak de heer Duys naar aanleiding van Papen- drecht over den politioneelen en justitieelen Augiasstal. Welk een evolutiel. Wat de benoemingen bij de rechterlijke macht betreft, formuleerde Prof. Diepen hors! vier wenschen. Het bestaande stelsel van aanbeveling leidt tot co-optatie en kastevorming.' Geeft het niet te denken dat er onder de 4j rechterlijke ambtenaren te Rotterdam geen enkele katholiek wordt aangetroffen? Juristen, afkomstig van bijzondere univer siteiten, worden eerst in de tweede plaats in aanmerking gebracht voor het reöhtersambt Wanneer zelfs een man als prof. Simons daarvoor niet geschikt .wordt geacht, moet dit wel van invloed zijn. Het is vandaag juist vier jaar geleden dat deze Minister van Justitie optrad en vóór dien datum was er slechts één jurist ge vormd aan de Vrije Universiteit, overeen komstig de voordracht, benoemd tot rechter. Waarom die aanbeveling gehandhaafd? Zou het niet voldoende zijin als een alfa betische lijst van alle sollicitanten (met in lichtingen) werd overgelegd zooals indertijd in de Tweede Kamer door mr. van Nispen tot Sevenaar werd aanbevolen? Automatische aanstelling en opklimming met name voor de staande magistratuui worde vermeden. Een derde wensch heeft betrekking op de bepaling in do Grondwet, dat de onafzet baarheid van de leden der rechterlijke macht geen beletsel mag zijn voor het geven van ontslag bij het bereiken van een bepaal den leeftijd. Er is nog een kantonrechter, die tusschen 80 cn 85 jaar is, 2 zijn er tusschen 75 en 80, 10 tusschen 70 en 75 jaar. De vierde wensch betreft de specialiseering van den strafrechter. Het strafrecht is een zeer bijzonder gewas in den junidischen hof, dat. door don Minister moet worden beschut. Mr. v. d. Hoeven (c.h.) betoogde, dat te gemakkelijk preventieve hechtenis kan den toegepast. De Minister van Justitie beantwoordde daarna het debat In zake de administratieve rechtspraak zette de Minister uiteen, dat een zelfstan- digo administratieve rechtspraak ook thans nog onmisbaar is tegenover de administra tie; maar de zaak is niet zoo eenvoudig, zoodat de oplossing niet direct voor de hand ligt. Misschien zou het gewensoht zijn een commissie van advies ten deze bijeen te brengen. Wat de samenstelling van de rechterlijke macht betreft, eenzijdigheid moet verme den worden en in de 4 jaar dat de Minister aan het bewind ds, zijn 55 rechters be noemd, waarvan 22 buiten de rechterlijke macht. Het stelsel vaai aanbevelingen vindt de Minister niet zoo erg als Prof. Diepen horst en hij wil het dan ook niet afschaf fen. Hij heeft toch het recht er van af te wijken! Voor invoering van de leeftijdsgrens voelt de Minister wel iets, in do eerste plaats voor kantonrechters. De kwestie van specia lisatie is in den laatsten tijd levendig ge worden, maar levert vooral voor kleine rechtbanken moeilijkheden op. Tot het huwelijksrecht komende, wees de Minister er op, dat de onontbindbaarheid van het huwelijk een rem is tegen onbe raden huwelijken en ondoordachte stappen, zelfs tegen ongelukkige huwelijken. Daar om wil hij de grondslagen onaangetast la ten en geen ommekeer in de wetgeving brengen. De Minister verdedigde vervolgens zijn houding inzake Giossen-Nieuwkerk in de Tweede Kamer zonder zich door de pu blieke opinie te laten beïnvloeden. De rijks rechercheur De Jong is niet gehandhaafd, maar voor een strafvervolging was geen reden. Dat de Minister de antwoorden óp zijp circulaire niet ter openbare kennds heeft gebracht, sprak vanzelf; de circulaire was niet tot het publiek gericht en de antwoor den waren alleen voor den Minister be stemd. Maar verontrustend zijn de resul taten van zijn onderzoek gelukkig niet Ten aanzien van dc Maastrlchtsche zaait zegt de Minister, dat het uitgebrachte rap port aan de Regeering is uitgebracht en dus niet voor publicatie vatbaar. Er is een resumé gepubliceerd, wat al meer was dan men eigenlijk kon verwachten. De Minister erkent, dat de agenten met een adjunct- inspecteur wat al te veel taan ziioh zelf waren overgelaten en de hoofdleiding de- zaak niet voldoende in handen had. Op een bepaald punt heeft de advocaat-generaal nog een nader onderzoek ingesteld. Ten aanzien van dc zeden-delikten tegen over kinderen wijst de Minister er op, dat men in de groote steden speciaal zoden- en kinderpolitie heeft. Bijstand van psychia ters kan gewcnscht zijn. Wat de voorwaardelijke veroordeel ing be treft, werel er op gewezen, dat ca. f 50.000 meer op de begrooting is uitgetrokken. Omtrent liet Bossche geval deelde de Mi nister ten slotte mede, dat het hem bekend is, dat de betrokken rechter buitengewoon veel spijt heeft, dat hem de bedoelde woor den zijn ontvallen. Diens promotie was volkomen gemotl veerd. De begrooting wordt z. Ii. s. goedgekeurd en dc vergadering verdaagd tot Dinsdag middag hall' 2. De Zondag behoort aan den godsdienst uitgaansdag gebruiken, zoo verklaarde hij. te worden gewijd Van slaafachtige werken Tegenover de Roomsche uitspraken van 'behoort te worden gerust, „uitgenomen die Prof. Visscher, bestaan ook, merkte de heer de liefde en tegenwoordige noodzakelijkheid v. Dis op, veel soepeler uitspraken van vereischen, mitsgaders van alle zoodanige Roomsche zijde. Die geven van groot aan- recreatiën (ontspanning), die den godsdienst passings vermogen aan de bestaande toestan- verhinderen". Het was een ruim standpunt, dat aan de synode werd aanbevolen en dat ook door ■haar is aanvaard. Van de uitvoering is ech ter weinig terecht gekomen. Wel is felle, woedende strijd gevolgd, welke onnoemelijk veel kwaad heeft gesticht. Winkels bleven open. cr werd geoogst, onder de preek in dc 'kroeg gezeten, gedanst en gespeeld naar hartelust. In den „bloeitijd" van de Geref. Kerk on zer vaderen was en bleef er doorloopende, klacht over de grave Sab'bathsontheiliging. De kerk en de overheid vermochten er niets afdoende tegen te ondernarien, omdat het „gereformeerde" volk met de strenge Zon dagsviering weinig op had. Al die plakkaten en resoluties lieten het ijskoud. Het ging zijn gang. Er ware over deze dingen nog heel veel te zeggen. Maar het voorgaande is genoeg om duidelijk te maken, waarom de heer v. Dis dc vaderen met rust liet en ook hot 17e eeuwsohe kloeke Calvinistenvolk, dat over zuivere dogmatiek zoo heftig twisten kon, ook in de taveerne. 1-Iij sprak nu alleen van ainderer groet aanpassingsvermogen en over het zich on derwerpen aan 's I-Ieeren ordinantiën. Het eerste is niet fraai en het tweede zon'der meer afdoende. Men leze er Zondag 38 maar eens op na en schenke aandacht aan de geciteerde uitspraak der synode van Dor drecht in haar 164ste zitting over het 4de gebod van 's He eren wet gedaan. Met de leer en practijk onzer vaderen klopte de rede van den heer v. Dis niet en zijn amendementen, die algeheele Zon- dagssluiting beoogen. zijn er mijlen ver van verwijderd en veel enger van begrip dan de Dordtsche synode toonde te bezitten. Ook de Heere Jezus toonde zich in Z ij n sabbbathsopvatting en de sabbath was toen nog van zuiver ceremonieele beteekenis veel breeder dan de heer v. Dis. Dit werd hem door den heer v. Wijnbergen onder hot oog gebracht Wat zal de S.G.P. doen? Tegen de wet stemmen? Maar dan beteckent dat, dat ze versmaadt te aanvaarden de Zondagssluiting voor zoo ver die In de bestaande omstandigheden be reikbaar is. D.w.z. dat zij weigert om die to helpen verkrijgen voor de honderden plaatsen in ons vaderland, waar geen Zon dagssluiting bestaat! Het ware een vreemde principeele politiek, die zegt; alles of Ook wij zouden gaarne verder gaan. Maar moet dat beslissend zijn? Moet het bereik bare worden verworpen ter wille van het geen onmogelijk te verkri'^en is? De heer Kersten stapte wel over ernstige bezwaren tegen het veldpredikerschap heen, toen het ambt onder zijn bereik kwam. Wanneer hij en de zijnen zullen stemmen voor het in be handeling zijnde ontwerp, zullen ze voor de Zondagsrust meer hebben met behulp der overheid bereikt, dan onze vaderen met hun plakkaten ooit hebben kunnen doen, omdat het in onze dagen met de wetshandhaving heel wat beter gestld is dan, ondanks de inspanning van getrouwe leeraars er met de uitvoering der 17e eeuwscbe syno dale regelen en keuren en resoluties der Staten. De minister zette zijn standpunt duidelijk uiteen zoowel wat betreft den socialen als den ethischen kant van het vraagstuk van winkel- en Zondagssluiting. We móeten daar voor echter venvijzen naar het verslag. De algemeene beschouwingen werden ten einde gebracht. Art. 1, bevattende het begrip „winkel" werd z.h.st. vastgesteld. Over art. 2, dat de 8 uur-sluiting en de Zondagsslui ting voorschrijft, wordt Dinsdag gestemd. Daarna komen de uitzonderingen aan de orde. Met de behandeling daarvan zal wel eenigc tijd gemoeid zijn. VERSLAG toegestaan, werd de be den blijk en houden met Zondagsheiliging weinig rekening. De uitzonderingen voor Roomsche heiligen dagen cn voor de Joden gaven den heer v. Dis ten slotte mede aanleiding om zich tegen het wetsontwerp te verklaren, al be hield hij zich zijn stem nog voor. In de huidige om- acht te INGEZONDEN BEDEDEELINGEN. Nerveus en Overspannen Onrustig en Slapeloos Gebruik hiertegen de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhardt's Z e n u w t a b I et ton Glazen Buisje 75 cent, Bij Apoth. en Drogisten De heer Vos merkte _op dat de vrijz.-dem. EENS OP 8 Maart standi ""heden achtte ue neer vos ukm'rw j- - rie heer V Wi ij li tijd van een oogmblik op liet gebied bergen (r.k.) het van staatspensioen en ontwapening een ra- i in het de vrij- j heid" der ^winkelicrawijten ^:*S«röCWÏ£n"d«>' hoer Oud Wat de Zondagsrust eveneens dit carricaturïseeren van anderer betreft, werd aan den j meening werd verweten. heer Oud oDffpmcrk- Deze opmerkingen waren zoo raak. dat de beer uuo^ opgemerKj heer Mïr chant, die o„ dit punt mets i voigoling, in woede ont- GEBEURDE:1 de Winkelsluitingswet DE WINKELSLUITING DE VADEREN EN DE ZONDAGS VIERING. INTERPELLATIE-V. d. HEUVEL TOEGESTAAN. Vergadering 7 Maart 1930:) OVERZICHT Een vreemd betoog heeft de heer Oud over de winkelsluiting gehouden, speciaal wat betreft de Zondagsluiting. Het kwam hierop neer: zooveel mogelijk menschen moeten van dc Zondagsrust genieten, maar tevens moeten allen hun „gepast vermaak", dat voor de vrijz.-dem' met Zondagsrust synoniem is, kunnen vinden. Practisch beteekent dit, dat de rustenden zooveel onrust aan anderen mogen bezor gen, als ze zelf begeeren. We kregen ook de maidenspeech van den S.G.P.-man v. Dis te hooren. Sociaal denkt hij als de eerste beste liberaal, die dik doet over vrijheidsberooving door sociale maat regelen. Hij ontkende ook, zulks in strijd met de feiten, dat groote personeelbelangen be trokken wéren bij de winkelsluiting. Intussehen was hij bereid die vriihei-ds- berooving te aanvaarden als er m."r een scherp-doorgaande Zoaclagsluiting kwam. Er waren den heer v. Dis teveel uitzonde ringen in de wet opgenomen. We vernamen ditmaal geen beroep op „onze vaderen". Begreep de heer v. Dis, dat hij daarmee geen succes zou 'hebben? Im mers het kan hem bekend zijn, dat „onze vaderen" zoowel op het stuk van kerkgaan als Zondag vieren er zeer ruime opvattingen op na hielden. In het algemeen werd één maal kerkgaan wel voldoende geacht. Bij de middagcatechismuspreeken kwam vrij wel niemand. Dan zocht men zijn vermaak, én huiten werd op het land gewerkt. Mid dagbeurten werden op vele plaatsen niet gehouden of zelfs afgeschaft- .Zoo was het om en bij de jaren 1618/19 wat het kerk gaan betreft. Met de Zondagsrust stond het niet beter, d.w.z. veel slechter dan in onze dagen. Overal waren winkels geopend. Gewerkt werd er door „onze vaderen" op ruime schaal. Op de Dordtsche synode begonnen de Engelsche godgeleerden de 148ste zitting met een protest over het venvaarloozen van den dag des I-Ieeren in Dordrecht- Er werd daar gekocht en verkocht als op andere da gen. En niet alleen in de Synodestad was dat zoo, maar door het gansche land. Tegen de veelvuldige en dagelijks toene mende „profanatiën des Sabbats" zou aan de Staten-Generaal om scherpe plakkaten gevraagd worden. De zaak werd amp?', be sproken, mede in verband met een spec'a'.cn vorm der Sabbathskwestie in Zeelan vaar de toestand buitengewoon erg was. 7r wei den door oen commissie enkele reg'jl ?n on gesteld. Het ceremonieele in het 4e gebód werd erkend niet langer op den vco-g.-er te staan. Het gebod was meer van rmreé. strekking geworden; daarom geen Joodsch Sabbathsviering. aan den heer Oud (v.d.) Deze bestreed aller eerst het versleten vrijheidsargument, dat van liberale zij de tegen de winkel sluiting wordt aange voerd. Ook het spre ken van „gelijkma ken van concurrentie voorwaarden" achtte hij niet van beteeke nis. Practisch koipt er weinig van te recht Voor den heer Oud is de rechtvaar diging van gelegen in het bevor- dcron van de vrijheid van den winkelier zelf. welke hij zich niet kan verschaffen dooi- omstandigheden buiten hem. Hij mag wel werken, maar alleen zijn winkel op be paalde uren niet openhouden. Do voordeden van plaatselijke regeling erkende de heer Oud volkomen, vooral ten aanzien van de Zondagsiuiting. Het zal veel moeilijker zijn in een algemeene wet op te nemen, wat als recht wordt erkend door de gemeensohap, dan in plaatselijke verorde ningen- De overgroote meerderheid van ons volk voelt wel voor Zondagsrust, maar niet voor Zondagsheiliging. Daardoor slechts mogelijk een behoorlijke mate van Zondagsrust aan zooveel mogelijk menschen te verzekeren. Zij moeten hun gepast ver maak kunnen vinden. Dat is geen tegenstel ling met religieuse wijding. Gesloten mogen op Zondag niet zijn dc bedrijven, die open moeten zijn om aan de groote meerderheid gepast vermaakt=vrijziiinig-dem. Zondags rust te kunnen geven. De Rijkswetgever is aangewezen om op dit punt algemeene voor schriften te geven, mede met het oog op ge meentebesturen, die anders niets doen. De hoer Lockef eer (r.k.) achtte liét wetsontwerp van groot ethisch sociaal eco nomisch en hygiënisch belang V0' kleinen middenstand. Do rede van Prof. Visscher noemde hij een „oud antiek geluld". Die wil de hcelc hand nemen als men hem den vinger toe steekt. De heer v. Dis (s.g.p.) las zijn maiden speech zóó onverstaanbaar voor, dat de voor zitter hem naar het spreekgestoelte liet gaan. Van voren ai' aan! werd er geroepen. Vanaf het spreekgestoelte hoorden we toen. dat de heer v. Dis het had over de oude geschiedenis der winkelsluiting. Met het on derwerp hadden deze 30 jaar oude dingen weinig van doen. In de wettelijke winkelsluiting zag de heer v. Dis een onder curateele brengen en berooving van vrijheid van den winkelstand. Z.i. gaat het niet om de bescherming vap •het personeel. Over allo bezwaren zou hij echter willen hecnctappen indien voor de Zondagssluiting niet zifiveel uitzonderingen waren toege staan. Met Gods wet wordt de hand gelicht teen behoeve van wie de Zondagsrust al^iiberaien^ derd worden door de Zondagsrust te bc- •orderen. In de wet wordt uitgedrukt, dat de door God gegeven rustdag d e rustdag is. Van daar dc bijzondere rcgetyigen voor een uiterst moeilijke practijk. I-Iet. gebod voor Zondagsrust kan nimmer absoluut zijn, Je zus heeft ons dat doen verstaan. Uitdrukkingen als: met Gods gebod mag niet gemarchandeerd worden, hebben schien effect op een volksvergadering, maar zulk een algemeenheid maakt in de Kamer op niemand eenigen indruk. Daar moet prac tisch werk gedaan worden. De heer v. Dis citeerde uit een Roomsch boek. Hij leze het maar eens heelemaal door. Zijn citaat was weer zeer eenzijdig. Want de geciteerde schrijver spreekt juist uit de wenschelijkheid, dat alle winkels op Zondag gesloten bleven. Noodige uitzonderingen er kent ook de lieer v. Dis. Dat is dus een kwestie van meer of minder en niet van principe. Van sociaal belang is het op Zondag zoo weinig mogelijk te werken. Daaraan moeten maar eens denken degenen, die op de dagen der week zoo weinig mogelijk willen laten werken. Dr. Schokking (c-h.) merkte aan heer Oud op, dat dc Zondagssluiting uit geheel andere gedaohte opkomt dan de win kelsluiting. Voor deze laatste alleen zou ge meentelijke regeling de voorkeur verdienen voor Dr. Schokking. Wettelijke bescherming moet zoo zijn, dat niet het zelfrespect en het verantwoordelijkheidsgevoel worden ge schaad. De wet geeft weer aanleiding tot overtredingen, die niet als zoodanig worden gevoeld. De Zondagssluiting is ook om sociale re denen van groot belang. Ter rechterzijde; wil men die 'rast in 't bijzonder ter 'versterking van het godsdienstige leven. De minister spreekt. Daarna verkreeg Minister Verschuur het woord. Deze zag in het wetsontwerp een oogstem van wat in enkele tientallen van jaren is gezaaid. Het is het eind vaai een ontwikkelingsgang in bepaalde richting, welke door de historie is aangegeven. Die lijn wil de minister gaarne volgen. Te lie ver doet hij dat met het oog op de bevorde ring van de rust op den Christelijken Zon dag. Op het*gebied van de wijze van Zondags viering beweegt de overheid zich slechts in direct. Zij kan alleen de voorwaarden schep pen voor een goede Zondagsviering. Het gaat hierbij niet slechts om winkeliers, n ook om de belangen van tienduizenden winkelpersoneel. In.zooverre is het ontwerp een aanvulling van het winkelwerktijden besluit. Zonder de rZondagssIuiting zou de minis ter het ontwerp niet con amore verdedigen, Alle aantasting van de Zondagsrust in het ontwerp, werd afgewezen. Na te hebben stilgestaan bij de geschiede nis van de winkelsluiting, wees de minister er op, dat het wetsontwerp het verband is rondom de door het werktijdenbesluit wóhde handen van den Middenstand. Toch staan sommigen er nu min of meer wrevelig tegenover. En vergeten dat verleden de winkelsluiting zoowat het eenige onderwerp was, waarvoor de middenstand de hulp der overheid inriep. De grond voor de winkelsluiting ziet de 'minister niet in de werktijdenregeling, maar in de zorg voor een gezonde, progressieve bedrijfsontwikkeling in de bedrijf sgemeen- schap. Thans vreezen allen voor allen en daarom moet de overheid het bevrijdende woord voor het middenstandsbedrijf spreken. Vrees voor overdreven vrijheidszin mag daar van niet terugjioudem. Vrijheid is niet on beperkt, maar moet in de sociaje orde wor den verwerkt. De wetgever wil een rustdag geven in aan sluiting aan de gewetemsopvatting omtrent den dag des Heeren. Vandaar, overeenkom stig den geest der Grondwet, ook vrijheid voor de Joden en anderen, die den eersten dag niet rusten. Zij moeten voor hun slui ting een equivalent ontvangen. De voorgestelde uitzonderingen zullen niet met andere worden vermeerderd. De uitzon deringen zijn vrucht van veel overleg; er zou van „passen en meten" gesproken kun nen worden. Daarom moet de Kamer er niet met ruwe hand aanraken. De uitzonderingen aanvoeren als bewijs, dat geen ernst wordt ^gemaakt met het beginsel, is een onbillijk verwijt- Het leven vraagt die uitzonderingen. Maakt niét, dan moet men niets doen. Op elk ethisdh-christelij'k beginsel zal men uitzonde ringen vinden. Wil men die in deze wet niet, dan moet men ook de Zondagswet veroor- deelen. Wie zich „om het beginsel" tegen de wet verklaart, versmaadt het goede, dat bereikbaar is. Met het inschakelen der locale overheden in art, 9 wordt een plaatselijk aangepaste toepassing der wet beoogd. Van dat art- zal een ruim gebruik worden gemaakt. Scheiding maken tusschen sociaal en christelijk is den minister vreemd. Tusschen natuur en bovennatuur is geen tegenstelling mogelijk. Wat goed is voor de eene sfeer is ook goed voor de andere. Deze wijze woorden waren voor den heer Lingbeek met zijn onsamenhangende beschouwingen be stemd. Het nu voorgestelde zal op het gebied dei- Zondagsrust een heel eind verder brengen. Want in vele bestaande gemeentelijke rege lingen komt de Zondagsrust niet voor. En daarom is het ontwerp ook van belang voor degenen, die aan het ethische hooger waarde toekennen dan aan het sociale. Replieken. volgden De heeren Smecnk en Vos'waren van oordeel, dat artikel 9 rechts onzekerheid schept De bewoordingen slaan op tnciden- teele, niet op stationaire bijzondere omstan digheden. Dr. Vos verweet den heer Oud verdraai ing van de redeneering zijner tegenstan dors. Ook verwees hij eveneens terecht naar diens verpolitieken van dit debat en het verwijten van inziclitverandering bij Op den Sslen Maart 1822 legde de presa- dent van Noord-Amerika, James Monroe, iidv v*-! s.... t .een belangrijke verklaring af. dagsheiliging breng4,1 beter is dan zijn yolgeling. in woedc ont-j erkende de president de on- ondenkbaar is. stak en den heer V os toebeet. Je bent^liici afhain,k.elijkheki der Zuid-Amenikaansche Tot Zondagsheili-| nog niet lang genoeg om zoon monu op ie statenj opstand wairen gekomen nc kon alleen dc zetten, kwajongen! Snanie. Dr V o s bleef kalm en besloot met de opmerking, dat dc heer Marchant in den •egel veci te loslippig is, en dat hij zich ■an zijn woorden niet veel kan aantrekken. Nadat de heer O u d bad gesproken, nam de heer Marchant eijn kwalificatie op reinig royale wijze terug, na er door den oorzitter op te zijn gewezen, dat zijn ir-nnrrl weinig gepast was. ministers antwoord, waarin gepro testeerd werd tegen de insinuatie van den heer ,e jj&i.at^g9'teïiljing voor de gebeurtenissen in Dis, alsof de minister, onverschillig tegen- zuid-Amerika en schenen geneigd im den. --- "-jjjUjggugfc °*nn* worf'f,n de. al- geest va,n 4e Heilige Alliance im te grijpen. Daarom werd door president Mon- Spain je. Deze verklaring, welke later nog zou wor-i den aangedikt, door zijn beroemde bood schap aam het Amerikaansohe congres, van 2 December 1823, was moodig, omdat de „Heilige Alliantie" neiging scheen te voe len, niet alleen Spanje, of liever den Spaau- sclien koning te helpen bij het dempen van den opstand iin het 'land zelf, doch ook in zijn Zui'd-Ameriikaansohe koloniën. Vooral Frankrijk en Rusland toonden een verdach- ,-er de Zondagsrust stond, werden de al- genteente beschouwingen gesloten. Art. 1. waarin het begrip „winkel werd omschreven, werd na eenige discussie z-h.sL goedgekeurd. Art. 2 schreef de 8 uur- en Zondagssluiting roe de verklaring afgelegd, welke teekenis zou wordien voor de ges&ohiedenis van Zuid-Amerika. Door deze verklaring ■den Mexico, Columbia, Argentinië en voor. Niemand vroeg er 't woord over. Wel j a,[S onafhankelijke republieken werd stemming gewcnscht. Deze werd op s. Dinsdag bepaald. Te 6 uur zette de Kamer den arbeid stop. Schoolnieuws. HOOGER ONDERWIJS. Prof. F. M. TEN HOOR Op 19 Februari heeft Prof. F. M. ten Hoor emeritus-hoogleeraar aan de Theol. school te Grands Rapids van de Chr. Geref Kerk in N.-Amerika, zijn 75sten verjaardag gevierd c-n tevens het feit, dat hij 50 jaar geleden in den dienst des Woords bevestigd werd. Hij is 8 jaren predikant in Nederland ge weest het laatste te Franeker waar hij van 15 April 1SS8 tot 29 Maart 1896 gearbeid heeft Hier nam hij een beroep aan voor de Oakdale Park-kerk te Grand Rapids. In 1900 werd hij hoogleeraar in de Dogmatiek aan bovenge noemde Theoloische school, welk ambt hij lot 1924 bekleed heeft. Zoo heeft hij in weer wil van een zwakke gezondheid en soms ern stige ziekten, nog een veeljarig leven' van drukken practischen arbeid mogen hebben „The Banner" getuigt van Prof. ten Hoor, dat deze een krachtige persoonlijkheid en iemand met buitengewone gaven is. Hij bezit scherpzinnigen geest ent is een zelfstan dig' denker, waaraan hij paren mag een zeld zame mate van nauwkeurig en helder zijn ge dachten en oordeel uit te drukken. Zijn pre- dik-'ng is zoowel diepzinnig als eenvoudig. Hij is niet alleen een geleerde, maar ook een practisch man, die in kerkelijke vergaderingen en op de colleges vele wijze wenken gaf. Het bied betreurt, dat Prof. ten Hoor zelden meer in kerkelijke vergaderingen gezien wordt en ook niet voor de pers schrijfthij gaat geheel in de studie en in zijn boeken op. LAGER ONDERWIJS ONDERWIJZERSBENOEMINGEN Waardhuizen (hoofd C. Haspelt), D. Potters te Tilburg. Tijdelijk tot 1 Sept. Ooltgensplaat, mej. J. Wijl ti Poortvliet. Valburg, mej. J. van der Woerd te Uit hoorn. Bedankt. Schoonrewoerd, dezelfde. Aanger. Utrecht IHerv. School, Thorbeckelaan 5, hoofd M. Kruishoop), B. Witzel te Saheve- ningen. Amsterdam (Prinsexseschool voor U.L.0 Van Bossestraat S4, hoofd f. H. Boeisma), als leeraar Duitsch D. W. Veldhuis, -en ais vakonderwijzer Fransch G. d'OIivat. H e e m s e, S. van Os te Amsterdam. Voor tijdelijk. Nieuweroord (Nieuw-Balinge)E. J. Schoneveld te Enschedé. Rotterdam (School der Geref. Gemeen te), A. Kaashoek te Tholen. EXAMENS PROMOTIES. kend en tegelijkertijd werd de aandacht van Europa er op gevestigd, dat men geen nieuw -despotisme in Zuid-Amerika zou dul-> den, niet toestaan, dat de nieuwe repubMë- eer koloniën werden van Europeescilie staten. De verklaring van 8 Maart was de Zundt Amerikaansche (republieken tot grooten steun. Va-ij wei alle Europeesche staten za-i gen er van af, om in te grijpen en toen Rusland, dat de beteekenis van de verkla-. ■aarschijnlijk niet had (ingezien, waai; aan, wellicht, de waarschuwing was ont* gaan, pogingen wilde doen, om zijn grerrs in Noord-West-Amerika vooruit te schuif legde Monroe zijn hierboven bedoelde boodschap af, waarin werd verklaard, dat „de Amerikaansdhe landen, ten gevolge vaai den vrijen en omafhankelijken staat, welke zij hebben aangenomen en welke zij hebben weten te handhaven, voortaan niet meer kunnen worden beschouwd als object van» toekomstige kolonisatie, door welken Euro- peeechen staat dan ook." leerdheld, op proefschrift: „De i. Mr. F. A. Söhn >efschrift getiteld: „Fotogrul ACADEMISCHE EXAMENS. RtJksunivei Geneeskunde: art te Kralingsche Vi Weerbericht BAROMETERSTAND. Hoogste stand 766,3 te Rennes en Zurich. Laagste stand 729,5 te Abisko. WEERBERICHT. Meest matige Zuidwestelijke tot Zuidelijk^ wind, waarschijnlijk half tot zwaar bewolkt, weinig of geen regen in het Zuiden, in het Noorden nog eenige regen, weinig verande ring in temperatuur. FIETSERS, LICHT OP! Van 910 Maart van 6.21 nam. tot 5.59 vm, Van 1011 Maart van 6.23 nam. tot 5.57 via, U BiJIaard tö Den Haaf?. Gem. Universiteit te Amsterdam, Ges!.: Sociale Geographie: cand.ex., de heer M, P. Ferweer. KIIK» universiteit ts Utreen» G slaaed: Ned. Letteren: doet. ex., de heer K, Meylingr. Sociale Aardrijkskunde: doet. ex., de heer J Smit- Natuurk. Aardrijkskunde: doet. ex., mej. G. Ca F. A. G. Orth. Geneeskunde: artsex., de heeren H. Moeuse H. Broers: semi-arf en mej. J. C. Groot Tandheelkunde: i heer J. J. van Luyn EINDEXAMEN H. B. SCHOLEN. 55. Zde lid, M.O. Wet. zal plaats hebben 4. 5 en 6 Juni. en monrtelinsr te nader op te geven gebouw in Dr. E. Jensema, insi r M.O. te Groningen. HET DRAMA BIJ BENNEKOM. Op de markt te Arnhem stonden twee lied" jeszangers, die het publiek liedjes te kocp aanboden, waarin de moordzaak te Bennekoiiï werd bezongen. De liedjes, waarin ergerlijke en banale be woordingen het gebeurde werd gememoreerd werden kort nadat zjj de liederen ten besta hadden gegeven door de politie in beslag genomen, terwijl tegen de zangers proces verbaal werd opgemaakt. """J? Y»*™« te Utrecht te geheel atge-hroken. Hiervoor in de plaats te .ta.. aan de eisdren van deaen tijd beaptwordende brug. Een vep kearevanbetemos word Manned» tot «tand

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5