KOFFIE-SOORTEN
y. ROSSEM's
DE FISCUS EN HET GEWETEN
DINSDAG 18 FEBRUARI 1930
DERDE BLAD PAG. 9"
DE ..KWELLINGFN" VAN HET
GEWETENSGELD
WETSONTDUIKING DOOR WETS-
HANDHAVERS
Een medewerker schrijft ons:
Afgaande op de titelwoorden, die u op
het denkbeeld brachten deze regels te door
worstelen, komt er een vreeselijk verbaal-
Een mengeling van bonte fantasie en grove
leugens.
Een vunzig verdichtsel van verfijnde i:
einuaties en vulgaire grofheden. Een historie
vol prikkelende sensatie een drama zich af
spelend, nu eens in de zweetkamer van de
belasting-inspectie, dan weer in de apparte
menten des gewetenloozen ontvangers. Een
verhaal vol afpersing en knevelarij, vol
ambtsmisdrijf en bureaucratisch gekonkel...
Genoeg: ik vraag verschooning.
De titelwoorden zijn meer dan een blik
vanger, ai hunt ge niet rntkennen dat uw
oog er door werd getroffen. Voor twee ge-
scliieilervi.-sot' u i de fiscale wereld wordt
uw aandacht gevraagd.
En als gij. lezer, de klemtoon legt op uw
bewering, dat het wel verhalen zullen zijn
„vol onzin" en „vol laster", dan mank ik de
Genestets regelen voor u compleet en vertel
mijn histories:
Op het „vol waardheid" komt het aan:
al beweer ik niet, dat er geen onzinnige din
gen in mijn verhaal voorkomen, on al duri
ik niet te zeggen, dat er niemand beslaat
die zal zeggen: dat, hier gelasterd wordt.
De waarheid dus!
Het is naar die zelfde waarheid, dat gii
een maal per jaar verplicht wordt uw aan
giftebiljet van de inkomstenbelasting in te
vullen.
En hier lij?t de kiem van het eerste ver
haal dat
„de fiscus en hot geweten"
zou kunnen heeten, indion het u niet reeds
I op een andere wijze was aangekondigd.
I Fiscus en geweten komen vaak met el
kander in aanraking. Stel, bijvoorbeeld, het
onmogelijke geval dat er in Nederland eens
'n man te vinden was van wien we niet kon
den zeggen dat hij zijn aangiftebiljet naar
I waarheid had ingevuld: dan heeft die man
zijn geweten bezoedeld. In ernst: indien ik
zeg. dat niet een ieder jegens den Fiscus
mot 'n rein geweten rondloopt, behoeft dit
helaas geen nadere uitleg.
En waar nu, naar aanleiding van deze op-
I merking, in uw herinnering komen, dat ty-
I pisch soort berichtjes die we ook meermalen
I in onze krant kunnen lezen:
I „dat bij den Ontvanger der directe belaa-
I „tingen te X is ontvangen een som van
„f. 1000, wegens te weinig geheven inkom-
„stenbelasting over het vorig belastingjaar.
I èn omdat gij u bij het lezen van zulk een
bericht, een visioen schept, waarin de hoofd
rollen worden gespeeld door menschen met
uitpuilende-smekende-wanhopige oogen, door
lieden met een bezwaard hart en groote
rielcstrijd, door wezens met ratelende gewe-
tens
èn om der waarheid wiI7 ga Ik u vertellen,
van den gewetenloozen inspecteur of ook: van
derr inspecteur der belastingen die gowetens-
geld betaalde.
Ik moet u uw illusie ontnemen, want ge
begrijpt dat er van uw voorstelling, van de
tot wanhoop beangstigde Sijmen, weniig
overblijft- En ge moet ook begrijpen dat het
grootste gedeelte der gelden die als gewe-
tensgeld in 's Rijks schatkist vloeion. mei
het kloppend Sijmensgeweten niets te maken
hebben.
Bijvoorbeeld:
Iemand betaalde in het jaar 1920 te weinig
belasting, tengevolge van, hetzij, een ambte
lijk abuis ter inspectie, hetzij een bezoedelin
van 's mans geweten (onjuiste aangifte!.
Nu ondekt de scherpzinnige Fiscus deze mis
slag eerst in het jaar 1929 en er kan met
wiskundige zekerheid gezegd worden dat d<
staat een vordering heeft op den belasting
schuldige, en ook het bedrag der vordering
is met zekerheid te bepalen. Maar hoewel de
schuld vast staat nochtans heeft de fiscus
geen recht om de betaling der schuld te vor
deren, of om tct aanzuivering te dwingen
Het betrekkelijk wetsartikel, hetwelk het
navordcringsrecht behandelt, beperkt dit
recht tot de laatste drie jaren. Wel kan den
schuldenaar verzocht worden zijn oude
sohuld te voldoen, en een eerlijk man
zelfs bij «Ion Staat niet in het 'krijt willen
staan maar dwang is uitgesloten.
En zoo komt bet voor dat oen belasting
schuld wel vast staat, maar het invorderings
recht van die schuld of afwezig, of aanvecht
baar, of verjaard is. In zulke gevallen nu
wordt in overleg met den betrokken belas
tingautoriteit en den weiwillenden belasting
betaler een bedrag vastgesteld. Voldoet Sij
men dit, dan zal do Fiscus van haar zijde
van haar rechten afstand doen en don schul
denaar verdere kwellingen besparen. Het
bedrag dat op deze wijze wordt voldaan
moet als gcwetonsgeld worden verantwoord.
Ge begint nu ook te gevoelen, dnt van het
eerste verhaal de sensatie af is.
De gewetcnlooze Inspecteur
had een auto, waarvan het gewicht reeds
jaar en dag op 1400 K.G. bekend stond. Dit
zelfde gewicht stond ook op de wegenbelas-
tingkaart vermeld, en naar dit gewicht was
altijd de belasting berekend on betaald.
Ho© groot zal des heeren inspecteurs v
wondering wel geweest zijn, toen op een
droeven dag. bij herweging van de wagen
aan hot licht kwam. dat voormeld gewicht
ruim 100 K.G. te laag was vermeld!
Dat het Rijk reeds geruimen tijd, door één
die uit de staatsruif at, was benadeeld. Dat
hij, wiens levenstaak het is, de Fiscus te
verdedigen tegen Ieepe onderkruipers
gladde ontduikers, nu zelf
Ik spaar u de rest. De sensatie is er af.
Twee dagen na de lugubere ontdekking, be
taalde een Nederlandsche belastinginspec
teur veertig gulden gewctensgeld, wegens
ten onrechte te weinig geheven wegenbelas
ting.
Indien ge het geweten had! Ge had dien
inspecteur voor ..smuigerd" gescholden. Nu
ge weet wat gewetensgeld is. nu acht ge
hem als een eervol ambtenaar. En ik met u!
De eerste persoon uit den sensatietitel is
volkomen gerehabiliteerd.
De tweede, echter, kan noch wil ik ver
ontschuldigen, en hem moet ik u blijven
oorstellen als: de gewetenlooze ontvanger,
lie een koe maakte.
Ook 'n ontmoeting van .fiscus en geweten!
Ge moet ook niet zeggen: „Wat kan dat
schelen, er zijn nog koeien genoeg in Hol
land". Want daar weet ge niets van: óf, en
hoeveel kooien er zijn. Wat weten ze alleen
in Don Haag, of feitelijk weten ze in Don
Haag ook ddt niet, maar kan men u slechts
zeggen hoeveel koeien er geweest zijn.
Ik bedoel de statisitiek van het slachtvee,
bijgehouden door het Centraal Bureau voor
de Statistiek te 's-Gravenliage.
Ook hier moogt ge niet min over denken,
Rant het is een heel ding. En telken jare,
n dezen tijd van 't jaar gaan er uit alle
olaatsen van het land, staten en lijsten op
-eis, met al de geslachte kooien, balveren,
pinken en vaarzen er op. Staten vermelden
de de waarde van de reeds lang verslonden
dieren. Opgaven vermeldende het totaal be
drog der geïnde belasting, welk bedrag ook
in de boeken der ontvangers moet te vinden
Hij het invullen dezer papieren kruisen de
RIJKSWEGEN IN HET WESTLAND
BEZOEK VAN DEN MINISTER VAN
WATERSTAAT
Maandagmiddag heeft de Minister van
Waterstaat, de hoor R e y m e r, een bezoek
gebracht aan het Westland, teneinde daar
de verschillende Rijkswegen in ©ogen
schouw te nemen. Do Minister was op de
zen tocht vergezeld \an hoofd-ingenieur-di-
recteur Tan Rijks Waterstaat, den heer I r
Ileyst, voorts van den heer Ir. Kern-
pees hoofd-ingen. van genoemden dienst
en van den heer I r. Rose wa ld, hoofd der
administratieve afdeeling der Rijkswater
staat.
Door do heeren G. W. Kampschoi
burgemeester van Monster, lid van do Tw
de Kamer, Jhr. Roël, directeur der W. S.
M„ en J. Barend so, noorzittor van den
Bond Westland, werd de Minister en dc
genoemde, ambtenaren van liet Departement
te Den Ilaag afgehaald, waarna eerst via
Loosduinen naar Monster werd gereden.
Op dit traject werd voornamelijk rle aan
dacht gevestigd op de noodzakelijke ver
bloeding van het wegvuk naibij de stichting
Bloeinondaal.
De plannen tot verbetering van dit weg-
vak zijn reeds in voorbereiding.
Over Monster word naar Poeldijk gere
den, dnt hot hor loei van den tocht was.
Naibij het station der W. S. M., langs den
Rijksweg ligt n.l. het rangeerterrein der
tram, hetgeen in verband met de geringe
breedto van den weg niet ongevaarlijk is te
noemen.
Voorts worden vaak wagons gelost langs
den waterkant, zoodat de wagons dan een
deel van den weg versperren.
Verder is ter plaatse een café gelegen, dat
het uitzicht geheel belemmert, zoodat een
naderende stoomtram uit de richting Den
Haag onzichtbaar is voor het verkeer, ko
mend uit de richting Naaldwijk.
De W. S. M. heeft ten deze plannen doen
ontwerpen, om verbetering in dien toestand
aan te brengen.
Te Poeldijk sloten de burgemeesters van
hot Westland zich bij het gezelschap aan.
Nadat het gezelschap in het gebouw der
Poeldijksehe Groentenveiling deze plannen
had besproken, werd naar Naaldwijk gere
den, wear dc Naaldwijksche weg in oogen-
schouw werd genomen. Ook deze weg is
voor het drukke verkeer veel te smal. Via
den Maasdijk, Maassluis, Maasland en
Schipluiden werd naar Delft gereden, i
Ln hotel Wilhelmina den Minister de thee
werd aangeboden.
Sneciaal werd den Minister onder de aan
dacht gebracht de noodzakelijkheid \anecn
Rijksweg vanuit het Westen naar Den Haag,
I.oosduinen. door het Westland naar Rotter
dam.
Voorts werd gewezen op het belang van
de waterwegen in het Westland en aange
drongen op uitvoering van het Vaartenplan
voor deze streek.
Nadat de heer Karapschoër den Mi
nister dank had betuigd voor de welwil
lendheid om den toestand van de wegen in
het Westland in oogenschouw te komen ne
men, verklaarde de Minister dat hij gaarne
de verschillende noodzakelijke verbeteringen
in studie zal nemen.
Hierna keerde de Minister omstreeks zes
uur naar Den Haag terug.
BESTRIJDING DER
PAPEGAAIENZIEKTE
•n van Fiscus en Geweten elkaar, even
zeer als wanneer gij uw biljet invult Im
mers deze staten moeten ook
NIEUW GEBOUW DER RIJKSKANSELARIJ
Het gebouw der Rijkskanselarij te Berlijn nadert zijn voltooiing.
worden ingevuld.
Onze gewetenloozeontvanger maakte ook
zijn staten op voor de groote statistiek en
bevonddat er een koe weg was. Ver
moedelijk wel geslacht en verdineerd. maar
zonder spoor, in casu, zonder papieren achter
te laten, zoodat er geen grondmateriaal voor
dc statistiek bestond.
Om u nogmaals van het feit te overtuigen;
uerhaal ik:
Er was een koo weg.
Er is angstzweet verpareld. Dagen gezocht
zonder resultaat. Wat te doen?
Den gewetenloozen ontvanger, ik verdedig
hem niet. Hij nam zijn pen en bevuilde zijn
staat èn zijn geweten, en maakte een koe,
van 300 gulden en wel achthonderd pond,
zwart-bont van kleur en kerngezond.
En hij stopte zijn schepping, tusschcn de
andere papieren in en boekte zijn creatie op
zijn staatstatistiek.
En do fictieve koe wandelde mee in het
heerleger van geslachte koeien, den langen
weg, van de plaats des onhcils naar den
Haag in één groote bloederige opmarsch.
En niemand, niemand heeft het gemerkt,
in de kasten in Den Haag liggen in 1923
gedoodc koeien, zoo keurig op rijen als ze
bij hun leven niet stonden, en er is er één
bij van papier, dank zij de gewetenlooze ont
vanger die een koe maakte.
Ik verdedig dezen man niet. Ik veracht
hem!
Moraal:
U waarschuw ik, lezer, eerstens, om ten
aanzien van de Fiscus uw geweten rein te
bewaren, en in de tweede plaats: voor dc
gegevens welke ge uit den Haag over ver
moorde koeien zou kunnen ontvangen.
maar bovenal: vol
EEN VRIJ GEMAKKELIJK TE
LOCALISEEREN ZIEKTE
MEDEDEELINGEN VAN DEN HEER
L. HEYERMANS, DIRECTEUR VAN
DEN G. G. D. TE AMSTERDAM
ROODVONK EN DIPHTERIE
De directeur van den Gemeentelijken Ge
neeskundigen Dienst in de hoofdstad, do
heer L. Ilcijermans, heeft in de gister
avond gehouden vergadering van de Ge
zondheidscommissie tc Amsterdam eenige
medodeelingen gednan omtrent dc pape-
ganienzickte, de diphtheric en de roodvonk.
De papegnnienziekte kwalificeerde hij als
oen euvel, dat vrij gemakkelijk te localisce-
ren is.
In 1S76 kwam de ziokte reeds in het bui
tenland voor. Steeds echter werd het opdui
ken zeldzamer. Er waren sprongen van 1880,
1884, 1887, 1888, 1892, 1896, 1898 en '99. Steeds
bleef het bij weinig gevallen. Het laatsto
werd ze gerapporteerd in 1910. Het totaal
valt niet te vergelijken met dat van andere
besmettelijke ziekten in den loop der jaren.
Zonder longcomplicatie verliep zij steeds op
niet ernstige wijze. De beide overledenen te
Amsterdam vertoonden het beeld van een
ernstige griep-longontstcking. Merkwaardig
is, dat vrouwen meer gepredisponeerd zijn
dan mannen. Mogelijk is, dat vrouwen in
tiemer met deze papegaaien omgaan waar
schijnlijk bij het voeden en schoonmaken-:
alles wijst op aanraking. De twaalf
uren, dat een papegaai in een huis vertoef
de, bleken voldoende tc zijn voor een huise
lijke epidemie.
Intusschcn staat de medicus voor verschil
lende raadsels. Waarom worden schepelin
gen niet ziek en wordt do ziekte wel aan
den wal verspreid? De verschijnselen bij de
papegaaien zelf zijn diarrhee, dorst, slape
righeid, bevuilde vecren, niesbuien, hoest-
krampen en schorre stem. Een der zieke pa
pegaaien te Amsterdam had voornamelijk
als symptoom een schorre stem. Bij één der
doode papegaaien werden alleen colfbacillen
aangetroffen; bij dc doode kat pneumococcen
Proefnemingen niet zonder gevaar.
Proefnemingen met papegaaien zijn ge
vaarlijk; te Amsterdam meenden de medici,
dat de omvang der ziekte niet de risico van
zoo'n onderzoek wettigde. In Utrecht schijn*
men echter doende tc zijn om proeven te
nemen.
Een verbod om dc dieren in te
voeren vond spreker analoog
jnet het schieten van kanonnen
Dat schijnbaar gezonde papegaaien bacil
len zouden kunnen dragon, die aanleiding
tot een plotselinge besmetting kunnen wor
den, achtte spr. een pure veronderstelling.
Dr. Heynsius van den Berg vroeg
of er een bewijs was, dat de ziekte ook van
mensch op mensch kan overgaan en voorts
of de ziekte in Zuid-Amerika bekend is.
Do heer Heijermans repliceerde, dat
slechts bekend is, dat do pneumonieën
i bij andere menschen besmetting veroorza-
waaï»®"»ken. Op de tweede vraag antwoordde hij dat
officieel ontkend schijnt te worden, dat d#
ziekte daar voorkomt.
Het roodvonk.
Het roodvonk is belangrijker.
Sedert maanden bestaat te Amsterdam
een ernstige epidemie, niet van karakter,
doch van omvang. In October 1929 begon een
zcér sterke stijging en wij zijn, aldus de di
recteur, daar nog niet uit. Per week komen
er 70 a 80 patiënten bij en er zijn nu reeds
icr dan 300 bedden in dc ziekenhuizen in
gebruik.
In 1928 kwamen in Nederland ruim 15.000
gevallen voor: vermoedelijk bedraagt dit cij
fer voor 1929 20.000. Het aantal sterfgevallen
192S was 156. Voor Amsterdam waren de
cijfers van het aantal lijders in 1926: 2300,
1927: 1500, in 1928: 1500 en in 1929: 2363.
Het roodvonk, zoo vervolgde dc heer
Heijermans, is een ziekte van groote betee-
kenis, o. a. door liet aantal ziektedagen,
INGEZONDEN KEDEDEELING.
DE MEEST GANGBARE
bij Uw kruidenier zijn.
STER zacht, geurig, krachtig 65 cL
No. 1 geurig, zwaar 55 ct.
No. 3 geurig, zuiver 45 ct.
No. 4 goed, zuiver40 ct.
„DEUTSCHLAND UBER ALLES"
Links: Hoffmann von Fallersleben; rechts Josef van Haydn ,resp. dichter en componist
van het bekende „Dcutschland""lied, dat thans op de Weenscthe scholen als vadcrlancisch
lied is ingevoerd.
HET ACADEMISCH ZIEKENHUIS
TE LEIDEN
f 100.000 EXTRA KOSTEN VOOR
DEN STAAT
EEN ONDERZOEK VAN DE COMM.
VAN TOEZICHT
De commissie van toezicht op het beheer
van het academisch ziekenhuis te Leiden
heeft een brief gericht tot curatoren der
Leidsche universiteit, waarin zij mededeelt,
dat bij het bestudeeren van het verslag over
de eerste zes maanden 1929 de commissie
er toe gekomen is enkele onderdeelen van
het ziekenhuisbedrijf persoonlijk nader tc
gaan onderzoeken.
Bij deze gelegenheid heeft de commissie
het plan opgevat om te trachten te becij
feren, wat het den Nederlandschen Staat
per jaar kost, dat de chirurgie, de apotheek
en de desinfectie niet op tijd en in logisch
verband met de overige klinieken zijn over
gegaan naar het nieuwe academisch zieken
huis, met andere woorden: wat kost het den
Staat, dat er thans feitelijk twee academi
sche ziekenhuizen worden geëxploiteerd?
Volgens de berekening van de commissie
zullen de kosten voor verwarming en ver
lichting, plus de salarissen van het perso
neel van het oude ziekenhuis (niet mede-
gerekend de 45 verpleegsters, die later met
de chirurgie mede naar liet nieuwe zieken
huis gaan) ongeveer f 100.000 bedragen.
De commissie wil danroan nog toevoegen,
dat uit het financieel verslag 1ste halfjaar
1929, door den directeur aan de commissie
voornoemd uitgebracht, blijkt, dat de ex
ploitatie van het nieuwe ziekenhuis op zich
zelf binnen redelijke perken blijft en zeker
niet van belang zal stijgen, indien de nu
nog niet overgebrachte afdeelingen in het
complex worden opgenomen.
Nogmaals wijst de commissie er op, dat
de dubbele exploitatie jaarlijks aan het rijk
een zeer groote som kost, waarvan het hoo-
ger onderwijs geen aanwijsbaar nut onder
vindt.
door het aantal sterfgevallen en door de
complicaties, b.v. nier- en ooraandoeningen
die van ernstigen aard zijn.
Dc ziekte is dus van belangrijke sociaal-
hygiënische betcekenis. Bij de vorige wet
stonden de autoriteiten krachtige maatrege
len ten dienste, doch de nieuwe Ziektewet
heeft daaraan een eind gemaakt Nu is de
macht uit handen der inspectie en is gelegd
in die van den behandelende» geneesheer.
Er zijn nog andere bezwaren, b.v. het laten
schoolgaan van kinderen uit een huisgezin,
waar een lijder thuis wordt verpleegd. De
Gezondheidscommissie zal zich van deze toe
standen rekening moeten geven.
De diphtherie.
Wat dc diphtherie aangaat, ook hier be
staan dezelfde bezwaren. In 1928 werden in
Nederland ruim 4400 patiënten gesignaleerd:
voor Amsterdam ging het cijfer per jaar
sinds vier jaren telkens de 1000 tc boveo.
Diphtherie is een gevaarlijke ziekte; het ka
rakter wordt bovendien steeds kwaadaardi
ger. Tegen den septischon vorm van diph
therie helpt geen seruminspuiting. De pro
paganda voor immunisatic moet krachtig
zijn. Wat ingespoten wordt is geen ziekte
stof, en heeft geen koortsgevolg. Doch deze
onvatbaarmaking dient tijdig te geschieden;
het meest gewcnscht is dc leeftijd van 7 maan
den. De diphtherie maakt van het eerste tot't
derde levensjaar de meeste slachtoffers.
Tachtig negentig percent van de ingespoten
kinderen zijn voor hun leven onVhtbaar ge
maakt en die het toch krijgen, vertoonon
een lichte^ graad. Het aantal diphtherie-
gcvallen is thans weer stijgende.
Radio Nieuws.
J. U. v. d. Wolf. Gere:
Ellei
RIchtei
mio
pia'
«ol: Plet
ba?: Jon
Jon Koesnon
ia. plano. 2.45—3.15 Lezen var
r door mcj. M. Wentlnk tc Hilversum
•olg Concert. 4.— Tijdsein. 4—5 Kin
e leiden door mei. Insworscn. li
luzlkale
icj. C. Muller"
Eyk—Muil
Radiotechniek, te geven
door het Ned. Technicum P.B.N.A. te Arnhem.
6.306.40 Koersen. 6.40—7.10 Cursus beschrij
vende meetkunde, te geven door het Ned. Tech-
8—8.30 Bestuur
zittei der N.C.R.V
rn. 8.30 Tijdsein. 8.30—10.15 Ultzendin;
r de Chr. Oratorium
hc-er Anth. v. d. H.
mevr. Bets Malt
Chr! slot
deel-n ge
v. d. Dei
15
rskerk -
r' :i«i10 Spr ?-
IC.45—11 Per
12.— Politlcbei
|naerKoo:;:-;ng.
—5.30 Lezing. 5.30—6 Dinermuzielt. 6— 'Vijd'
ein. 6.01 Voortz. dinermuziek. 6.30—6.45 Ucamo-
ïofoonmuzick. 6.43—7.15 Cursus Rallaansch be-.
Inners. 7.15—7.45 Cursus Italiaanse!» bevorder
en. 7.45 Politieberichten. 8.Tijdsein. 8.019
'pjecho.Slowaaksche avond. 9.Aunsl. van het
'heater Carrd. 9.45 Voortz. Concert. 10.03 Ce.-s-
crichten. 10.45 Opera. Daarna Gramofoonmu-
iek. 12.— Sluiting.
DE AMERIK. OLIEKONING
ROCKEFELLER
bezig aan zijn dagelijksch partijtje golf. Dd
befaamde „John D." is reeds 91 jaar, dooK
nog uitermate kras.
FEUILLETON
DIE ZIJN LEVEN VERLIEST
Door T. P. RIKSEN.
,29
Echter de moedeloosheid, welke zich, voor
zijn besluit, van hem had moester gemaakt
en hem zijn verder leven deed zien als een
oord der verschrikking, was op eenmaal van
hem geweken; zijn sombere oogenblikkon
waren nu te tellen. Na bangen strijd had
hij de overwinning op zichzelf behaald, hier
in bestaande, dat hij er opnieuw van over
tuigd werd. dat hij noch het recht, noch de
macht bezat, zelf zijn weg te kiezen. Niet al
murmurcerend, doch met volkomen zelfover
gave wilde hij weer z.jn Zender volgen, al
bleef de reden en het doel zijner tegen-lag
voor hem verborgen.
Zoodra Ds. Mertens het pad der gehoor
zaamheid weder had gevonden, hernam het
Woord des Heeren zijn kracht, openbaarde
het zich onniemv aan hem als een levend
woord, werden de heWten Gods in rijkdom
aan hem bevestigd „D!e op den Heere ver
trouwen zijn als de berg Sinns. die niet
wanke't in der eemviaheid". bet was maar
niet de hloemriike uiting van een fijn bo-
sneor'p dichterziel, dorb de krachtige ver-
zeke- van een levend God! Dat was het
wat Ds. Mertens ondervond'
Want hoe was hij in Heideve'd ontvan
gen! Op ondubbelzinnige wijze had men
hem en zijn vrouw getoond, hoe zeer men
hun komst op prijs stelde. Zeker, ook bij
het afscheid van de vorige gemeente had
men het hem aan blijken van sympathie
niet doen ontbreken, doch de sombere scha-1
duk van het naderend vertrek verduisterde
veel.
Wat Da Mertens vooral goed deed, was,
dat hij aan de manier, waarop sommigen
in Heideveld van hun dankbaarheid blijk
gaven, kon bemerken, dat zij zeer wel inza
gen, welk een strijd er aan het aannemen
van het beroep moest zijn voorafgegaan.
Dat zijn komst niet door allen was be
geerd en de uitingen van medeleven van
een bepaald deel der bevolking kwamen,
bemerkte de predikant al spoedig; trouwens,
de scliakeeringen in de gemeente bleven hem
niet lang onbekend en verklaarden hem
veel. Het was niet naar den aard der oude
bevolking, om spoedig haar vertrouwen te
schenken, terwijl het feit, dat hij uit een
groote stad kwam, een beletsel tc meer
vormde.
Na een verblijf van enkele weken te Hei
develd was Ds. Mertens er zich van bewust,
dat hij hot vertrouwen der oude bevolking
niet op eenmaal zou winnen. Wat gaf zij
zich over het algemeen moeiliik! Hoe scep
tisch stond zii tegenover hem! Maar dit
leerde de predikant eveneens inzien zij
was ook standvastig en indien het wantrou
wen eenmaal zou zijn weggenomen, zou zijn
arlieid hier rijke vruchten kunnen dragen.
Dat deze dornsgemeente, al was hef op an
dere wijze even goed haar nrncdiikheden
had als de stadskerk, de ontdekking ervan
bnarde D= Afertens geen teleurstelling. In
tegendeel bi? was er d«nkh"ar voor. want
de geleidelijke overwinning der moe:lijkhe-(
den zou de inspanning van al zijn krachten
eischen, hem, naar hij hoopte, in het eind
voldoening schenken en zijn gebed verle
vendigen.
Een wanklank in dc aangename ontvangst
welke Ds. Mertens in de eerste weken van
zijn verblijf te Heideveld ten deel viel, le
verde de tweedo kerkeraadsvergadering,
welke hij presideerde. Evenals in het dorps
leven ontbrak zelfs in dezen kleinen kring
de eenheid, ook hier de scheidslijn tusschcn
oude bevolking en nieuwe bewoners. Hel
woord werd in deze vergadcrineen grooten-
doels door deze laatsten gevoerd. Wel stel
den ook de geboren lleidevelders in het ver
handelde belang, dooh het was niet hun ge
woonte, tenzij dan bij uitzondering, in zulk
een officieele vergadering hun meening weer
te geven. Spraken zij over kerkelijke aan
gelegenheden. dan geschiedde dit thuis, of
liever nog bij Needers, in den barbierswin
kel, of in de gezelschoppen.
Besproken werd dien avond een gezin,
waarin de verhoudingen veel te wcnschen
overlieten. En bij die gelegenheid kregen
Dortveen en Van Eekeren het met elkander
tc kwaad.
Van Eekeren spon het geval in den breede
uit, hetgeen op zichzelf Dortveen reeds ir
riteerde, en drong bovendien, in tegenstel
ling met andere leden, die hot nog ?ens met
zachtheid wilden probeeren, op het nemen
van sfrenge^Biaatregelen aan.
Zooals gewoonlijk, zwegen de Heidevel-
ders, hoewel het geval een der hunnen be
trof. Dortveen, die het karakter der dorpe
lingen door en door kende, zag, scherper dan
de anderen, de gevaren, welke aan deze zaak
waren verhonden. De scheiding tusschen de
beide groepen der bevolking was toch al
zoo diep en, ofschoon de kerkeraadsleden,
die tot de oude bewoners behoorden, zich nu
Diet uitlieten, zou de kwestie door hun toe
doen straks als een loppeiul vuur <joor de
gemeente gaan. Wat in deze vergadering
gezegd werd zou door de Heidevclders gre
tig worden aangegrepen als een bewijs te
meer voor hun zienswijze, dat dc nieuwe be
woners, volkomen vervreemd van de oude
bevolking, vanuit de hoogte op haar neer
zagen en in hun hart niets voor haar ge
voelden.
Dit was het gevaar, dat Dortveen zag, en
door deze gedachte bezield, ontsnapten hem
als een opwelling van bet oogenblik de
woorden: „Och, van Eekeren, als wij 700
streng over de gebreken der opvoeding wil
den oordcclen, zijn er nog wel andero ge
zinnen, welke eens onder de loupe moesten
worden genomen
Een vinnig debat ontstond, aanvankelijk
beperkt tot Dortveen en Van Eekeren, na
korten tijd zich ook uitstrekkend tot de an
dere leden, die over en weer partij kozen,
of trachtten de beide tegenstanders te vjr-
zoenen.
Ternauwernood had Dortveen zijn bedek
te toespeling geuit, of Van Eekeren stond
op en riep in heftige verontwaardiging:
„Voorzitter, laat Dortveen zich nader ver
klaren!".
Deze laatste, die andere spoedig geneigd
was een woord, dat hij niet kon verantwoor
den, terug te nemen. Milde thans van geen
wijken weten, geprikkeld als hij was dooi
het laatdunkend standpunt, dat Van Eeke
ren in de behandelde zaak had ingenomen.
„Dat hehoeft niet. Voorzitter", gaf hij daar
om ten antwoord. Van F.ekercn begrijpt mij
„En ik eisch, dat Dortveen óf precies zegt,
wat hij" bedoelt, óf zijn woorden intrekt",
hield Van Eekeren vast.
Waarop Dortveen niet terug willende tre
den, de onaangename verhouding nog ver
scherpte door te verklaren: „Als Van Eckc-
ron dan wil, dat ik mij nog duidelijker uit
spreek: ik bedoel hem en zijn gezin en wil
de doen uitkomen, dat hij wel allerminst
het recht heeft in de besproken zaak een
vonnis tc vellen!"
Van het overigdeel der agenda kwam
dien avond niet veel terecht; de opmerking
van Dortveen, ter kwader ure geuit, werd
de ooi-zaak van een urenlange discussie,
waaraan Ds. Mertens eerst een einde ver
mocht te maken, toen in de stilte van het
middernachtelijk uur dc klok van de groote
kerk zich deed hooren.
Met een onvoldaan gevoel ging de predi
kant huiswaarts. Hij had slechts u-cinig
kunnen bereiken. Feitelijk alleen dit, dat
hij Van Eekeren had teruggebracht van het
voornemen, om zijn lidmaatschap der Gere
formeerde kerk op te zeggen. Zoo stormach
tig wa£ het in de vergadering toegegaan,
dat Van Eekeren deze bedreiging niet al
leen uitte, doch er slechts 11a sterken aan
drang, vooral van de zijde van Ds. Mor-
tens, toe te bewegen wat, haar in te trek
ken.
Maar het besluit van Van Eekeren, om
ontheffing te vragen van het ambt van
ouderling, had Ds. Mertens niet ongedaan
kunnen maken, hoevee! moeite hij er ook
voor had aangewend.
Toch gaf de predikant den moed nog niet
op. Toen zij afscheid van elkander namen,
had Ds. Mertens op een manier, waaraan
alle zelfverheffing vreemd was, hem harte
lijk de hand drukkend, tot van Eckeren ge
zegd: „Denk er nog eens ernstig over 11a,
nog deze week loop ik eens bij je aan. Mis
schien dat wij in een rustig gesprek tot een
oplossing kunnen komen".
In één opzicht was de vergadering den
predikant nuttig geweest Hij had op een
maal een diep inzicht gekregen in do ver
houdingen, welke in zijn nieuwe gemeente
bestonden en werd daardoor versterkt in
zijn aanvankelijke overtuiging, dat hij een
moeizame worsteling voor zich lmd, dat het
strijd en geduld zou kosten zoowel van de
oude bevolking als van de nieuwe bewo
ners het vertrouwen te winnen. Oprecht te
zijn als de duiven en voorzichtig als de
slangen, dat M-as hetgeen hij hij den voort-
duur zou moeten beoefenen, wilde hij sla
gen.
Dat Van Eekeren in deze veqmdering de
zaak op de spits had gedreveiRn tot een
verzoening met Dortveen niet Te bewegen
was geu-eest, was intusschcn wel te verkla-
Ilij beleefde een moeilijken tijd en ver
zwaarde zijn zorgen nog door aan allen, die
blijken van medeleven gaven of zich niet
ongenegen toonden hem van dienst te zijn,
duidelijk te maken, dat hij van niemand in
menging duldde.
Ook in zijn verhouding tot Mien Mas geen
verandering gekomen. Hij behandelde haar.
behoudons een enkele uitzondering, niet op
onaangename wij'ze, er bestond geen open
lijke twist, doch van een harmonisch sa
menleven M^as geen sprake; in sterker mate
nog dan vroeger ging ieder zijn eigen u-eg.
(Wordt vervolgd.)
4