thkhjoudÊA ■sCoM^ê (SeAeAuifyeó VAN VADERLANDSCHE BID- EN DANKDAGEN Kunst en Letteren. Radio Nieuws. Land- en Tuinbouw. SAMBO EN JOCKO 01 ZIJN IEVEN VERLIEST VRLIDAG 14 FEBRUARI 1930 DERDE BLAD PAG. 9' DE DAGEN VAN ALGEMEEN GEBED SCHAARSCHER De Regeering zette in benauwde dagen de traditie voort OUD-GEREFORMEERDEN EN OUDE ZEDEN III (Slot*). Na den vrede van Utrecht in 1713 brak er voor ons land een tijdperk van rust. aan, waarin geen wapen feiten, 't zij bloedige veld- of zeeslagen, 't zij verrassende uitred dingen tot buitengewone bid- of dankdagen aanleiding gaven. Maar gewoon als men was om dergelijke dagen te vieren -- want rial j zat den' Neclen-landers jn het bloed ging men er nu toe over om éón vasten jaar- lijkschen bid- of dankdag af Ie zonderen. Meest werden deze gewijd aan het doen van boete voor de zonden des volks en het opzenden van dankzeggingen vo< het bewaard blijven bij de rust en den vree des lands. Was er nog eens aanleiding tot het houden van een buitengewoner! bede- of dankdag, dan liet men dien samenvallen met den vasten jaarlijkschen. Dit geschied de op Woensdag 11 Juni 1740, toen de jaar- lijksche vierdag tevens gebruikt werd als dankdag voor den het vorig jaar gesloten vrede van Aken. In don Haag werd deze dag besloten met een schitterend vuurwerk, terwijl op den daarop volgenden Vrijdag de vreugdebedrijven werden voortgezet. Duidelijk treden in do biddagsbrieven, die die bid- en dankdagen aankondigden, aan het licht do zonden van-overdadige weelde, zingenot, zodenbedrijf en wulnschheid waardoor deze eeuw zioh kenmerkte, en die den staat zijn val tegemoet deden gaan. Eigenaardig is het, dat op den biddag van 18' Februari 1756, waarop gebeden word om bewaring voor rampen als de aardbeving, waardoor de stad Lissabon was verwoest, hier tc lande juist iets dergelijks plaats greep. Terwijl de menschen 's morgens ter kerk gingen werd er con aardbeving ge voeld, die op sommige plaatsen, zooals o. te Nijmegen, de kerken deed waggelen de torens deed heen- en weer slingeren. Zoo verliep deze eeuw en hoe sommigor gezindheid was ook ten aanzien van dc oud- vaderlandsche bid- en danldagen kan I ken uit het volgende versje, dat van om streeks 1783 dagtcckent: Bedestonden, stomme honden! Dooden geenen Engelschman, Maar een vloot in zee gezonden. Stomme honden! Dat is 't, wat ons redden kan. Toch werd nog in 1785 door de Staten van Friesland een maandeüjkschc bidstond (wel te verstaan geen bidd a g) gelast met Let oog op de verdeeldheid, die er in het Ivaderland heerschte. En toen in 1795 nog een provinciale Utrechtsche biddag gevierd werd, ving dc biddagsbrief aan met de woorden: alle maatschappelijke, huiselijke en gerlijkc deugden, die voormaals den 3 van deze gewesten uitmaakten' De jaarlijksche bededagen hadden nu min of meer geregeld plaats, ook toen do Bataafsche Republiek vervangen werd door hol Koninkrijk Holland en ook loon ons land in 1810 bij Frankrijk was ingelijfd. In dezen tijd vielen die dagen djHtwijls op een Zondag, zoodat er beter van bidstond e n dan van biddagen gesproken kon worden. Maar nu werden de voorgangers der gemeente genoodzaakt om te da. werden de burgers opgewekt, om God te loven voor de ontferming, die Hij aan de Fransche troepen had betoond, door de wa- lout teren, die de landen hadden overstroomd, l» met een vaste ijskorst te bedekken en nlzoo aa" den heilaanbrongenden Franschen een effen haan te bereiden, waarover ze veilig konden .-, voorwaarts (rekken om hun verbaasde tegen- standers voor jicn uit to drijven! Was het wonder, dat hij zulk een gezind heid hot tegelijk mot den ondergang van onze Republiek ook met de nationale bid dagen voorloopig gedaan was? Eerst in 1803 en wel op Woensdag den 2en Maart werd er weer een algemeene dank- en bededag gehouden in alle steden en plaatsen dor Bataafsche Republiek, uitgeschreven met goedkeuring van liet Wetgevend Lichaam. En wel om „aan alle 's Lands Ingezetenen gelegenheid te geven om gezamenlijk met ootmoedige schuldbelijdenis te verschijnen voor het Heilig Opperwezen, deszclfs goed heid te danken voor alle. bewezen weldaden, de bolangen van hun dierbaar vaderland aan deszelfs gunst en bescherming op te dragen I en hij het levend besef van het onscheSd- baor verband tusschen nationale deugd en volksgeluk door vaderlandsliefde en gods- dienst, tevens zich aangespoord tc zien tot Het tweede artikel stond is ons blad van Woensdag 12 Februari jl- ouder wiens ijzeren juk ons volk werd ge knecht en die onze zonen bij honderdtallen wegvoerde om ze op dc verre slachtvclden een ellendige» dood tc doen sterven. In de veelbewogen jaren, die nu volgden, waarin het herstel van Nederland, de ver heffing van Willem I tot koning en andere groote gebeurtenissen plaats vonden, wer den er weer algemeene, dooi' do lands- regeerjinig uitgeschreven bdid- of dankdagen gehouden. De laatste plechtige dankdag werd uitgeschreven tegen Zondag 26 Sep tember 1817 door koning Willem II wegens het gelukken van den oogst, waardoor een milde en overvloedige, voorraad levensmid delen het volk ten deel viel, terwijl de laat ste biddag in dc XIXo eeuw door koning Willem I was uitgeschreven tegen Zondag 2 December 1832 met het oog op de Belgi sche onlusten. Nog eenmaal zou er na een stilstand van een kleine honderd jaren een formcole bid dag door de overheid des lands worden uit geschreven. Het was in liet jaar 1918 toen in ons vaderland de nood der tijden zich duch tig deed gevoelen in verband met den groo- ten oorlog, die over Europa had gewoed. In dc Staatscourant van li November 1918 vindt men daartoe den volgenden oproep, onderteekend door den Minister van Bin- nenlandsohe Zaken CL. RuysdeBeeren- bron ck: „Dc Rogcering gevoelt, met het oog op dc tijdsomstandigheden, behoefte om, in overleg met de kerkgenootschappen, een algemoenen biddag of bidstond te doen houden. Dc nood der tijden, die zich ook in ons land zoozeer doet gevoelen, dringt in het bijzonder tot verootmoediging en tot het inroepen Gods hulp. Zij gaf, nadat haar was gebleken dat haai' voornemen bij de Kerkgenootschappen groo te instemming had gevonden en zij op den steun van deze kan rekenen, aan de schillende Kerkgenootschappen in overwe ging om, zoo mogelijk, op Donderdag 28 November e.k. in den voormiddag zooclani- gen biddag of bidstond te doen houden". Dc regeering heeft hierdoor de goede traditie voortgezet ■die ten allen tijde in ons land had ge- heerscht, om in tijden van nood en gevaar oen nationalen biddag uit te schrijven. Toen na 1795 de nationale biddagen ge durende een aantal jaren werden gestaakt, erden er door verschillende provinciale synoden kerkelijke biddagen uitgeschreven. Wij zullen hierbij niet stilstaan, maar ten slotte nog iets vermelden van de biddagen die gevierd werden door de uitgeleide Af gescheidene gemeenten in do jaren, dat zij hevige vervolging bloot stonden en be erden om hun kerkelijke samenkomsten te houden naar den eisch van Gods Woord en de belijdenis der kerk. Het spreekt van dat deze bededagen geen nationaal karakter droegen, maar beperkt bicven bin nen den kring der Afgescheidenen. De eerste ran deze kerkelijke vierdagen had plaats op den 19en Mei 1835, en werd voorafgegaan door een „Opwekking aan de geloovigen tot afzondering van oen Dank-, Vast- en Bede- dag", die aldus eindigde: „Buigen wij ons dan eendrachtig neder voor den troon der genode; en opdat, wij,het ook gemeenschap pelijk mogen doen, zónderen wij dHartoe af den derden Din-gBdag In Mey, den lOon dior maand tot een Dank-, Vast- en Bededag". Deze opwekking was ondertcekend door „Een oud schildwacht, Ds. Schots mi Hot volgende jaar werd er weer zulk dag afgezonderd. De opwekking daartoe ging nu uit van „de Synode der Chr. Gerefor meerde Kerk onder het kruis in Nederland" die in Maart 1836 te Amsterdam vergaderd was. Deze biddag werd gehouden op den 20sten April van genoemd jaar, en werd ook weer door een „opwekking" die in de plaats gekomen was van de vroe gere biddagsbrieven, voorafgegaan. Weden-om werd er een Dank-, Vast- en Bededag uitgeschreven tegen den 20stcn September 1837, waarvoor een dubbele op wekking verscheen; één uit naam van de provinciale synode van Zuid-Holland, den ■rgnderil ruiming en o\ enke BOUW-CATASTROFE IN BERLIJN-WEISSENSEE n, en ondertcekend door H. F. Sell oil e en A. M. C. van Hall cn één in overleg met de synode van Overijssel en de synoden van die overige pro vinei én. cn onderteekond door A. B r Vel.z bekende A. C. v lit die tij d. Door cio gemeeiiie van Almkerk—Emmikhoven word deze biddag met veel 'opgewekt heid gevierd. Meer dam vier honderd men schen begaven zich met hun Jeeraar Ds. Meerburg des morgens reeds vóór negen uur in vaartuigen naar een af gelegen stuk land, waar zij tot dés avonds zes uur bleven. Een cn andermaal knielde ile ganschc schare op het aardrijk neer, terwijl dc leernar haar voorging in schuld belijdenis en gebed. Niets hinderde de biddagsviering in de open lucht en het we was zoo schoon als men het in dezen tijd vf liet jaar maar hegeeren kon. Merkwaard is, dat op dezen zelfden dag predikanten leden van verschillende godsdienstige g zindten'tc Parijs samenkwamen om te bid den voor de vervolgde christenen in Hol land en andere landen, terwijl ook de chris tenen in het kanton Wnadland in Zwits land met hetzelfde doel zich vercenigden hot gebed. Woensdag 24 October 1838 een dag afgezonderd tot. danken, Vasten e hidden. Do opwekking daartoe ging uit va dc provinciale kerkvergadering van Gelder land en was omdtfrlieekerwJ door A. Br lelkamp, praeses, en C. G. de M mlbfl. Ook nu weer vereeniigde zich op dezen zelf den dag de Evangelische Sociëteit to Lau- lanne in het gebed tot God voor de verdrukte gemeente in Nederland. Zulks op verzoek van de vervolgde broeders ln Holland. In de dagen der Scheiding hebben Zoeuwsche kerken do viering van den Ov ijselsdlien bid- en dankdag nagevolgd. Dat ging niet naar een besluit van een meerdere ergadering, ^naor de eene kerk volgde hier in de andere na. zoodat het onder de Af gescheidenen algemeen de gewoonte werd. In don tngenwoordigon tijd worden die bid- dankdagen voor 't gewas, vooral op Zuid- Beveland, ook onder Hervormden gevierd. Omtrent deze vierdagen werden mij bevriende zijde de volgende belangrijke mededeelingen verstrekt: „In Zeeland werden, vooral in de zestiger jaren cn vroeger, dio dagen zeer streng ge vierd. Alle arbeid rustte. En de biddag was tegelijk vastendag, ij Als kind hob ik ook dio vastendagen nog meegemaakt- Aan overdrijving op andere wijze ontbrak het ook niet In sommigo kerken kwam de gemeente saam om den ganschen dag van 's morgens 9 uur tot 's avonds 8 uur in 't kerkgebouw door te brengen. Om 9 uur begon de gew dienst, en als deze even na 11 uur was geëindigd, trad na een korte pauze ouderling voor 't voorlezcrsbordjc en la preek, waardoor dc tijd gevuld werd tot ongeveer dori middagdienst. Dan trad de do minee weer op en als dio dienst ten einde was weer de ouderling, om straks weer af gelost te worden dooi' den dominee voor den laatste» dienst Zoo is het eenmaal gebéurd dat de predikant (Ds. A. de Bruijne) aan het eind van dien laatste» dienst flauwviel. Allengs zijn die buitengewone dingen weg gevallen, maar die bid- cn dank-clagen ble ven." Dat verzetten van den dankdag van den eersten op den tweeden Woensdag in No vember hield verband met de agrarische toestanden. Toen in ZèéJand de graanoogst hoofdzaak was, was men daarmee in No vember klaar, maar toen omstreeks 1900 de bieten- cn aardappeloogst, die tot einde No vember duurt, de voornaamste tak van be drijf was geworden, verplaatste men hier en daar den dankdag naar 't eind van die maand. „Alleen Bij een nieuwbouw te Boriijn-Weissensee had een instorting plaats welke aan drie arbeiders het leven kostte, en zes man zware verwondingen deed oploopen. genomen cn waardig zijn nog eens opzette lijk tc worden herdacht. We hebben herhaaldelijk opgemerkt, dat het op zulke dagen gewoonte was om ook U vasten. Dit is in clcn tegenwoordige» tijd terecht of ten onrechte geheel in bruik, gexaakt, al is het ook, dat er hier daar nog enkele sporen van zijn ovet bleven. Maar dc gewoonte om op bid- dankdagen zich van liet nuttigen van spijs te onthouden heeft zich lang gehandhaafd, zelfs in oen tijd, dat men dit niet zou ver wachten. Zoo vertelt N. G. Kist in zijn be langrijk werk „Ncerland's Bededagen en Biddagsbrieven" (Leiden 1848), waar va voor de bewerking van deze opstellen een dankbaar gebruik heb gemaakt, dat kort nog vóór 1795 te Velzon op 'n biddag, even vc einde van de namiddag-godsdienstoefening, de predikant op den kansel eon flauwte kreeg, omdat hij den lieelcn dag nog niets gegeten had. Een geval, dat zooals wij ge zien hebben, zich zeventig jaar daarna in Zeeland herhaald heeft en waarschijnlijk wel meer zal zijn voorgekomen. Het aanhouden van die voorvaderlijke ge woonte van het vasten schijnt moeilijk te rijmen met den geest van revolutie, die dezelfde kansels gepredikt werd. en die zoo schrille tegenstelling was met den oot moedige» en stillen geest, die kostelijk is voor God en die zoo luide sprak in de bid dagsbrieven van voorheen. E. D. J.. DE JONGH Jr. INGEZONDEN MEDEDEEL1NG. VRAAGT SPOOR/MOSTERD omdat zo het een grove zonde achtten om :1e palen, die de vaderen gesteld haclclen, fce verzetten. Op Walcheren, waar dc bieten teelt zooveel niet beduidde, hield men ook :Ie oude data; sommigen ook wel om de ,.oude palen". Er zijn wel eens pogingen aangewend hij cic Synode, om een vasten datum tc stollen, maar deze is er niet op ingegaan, omdat het geen kerkelijke instel ling geldt." De tijd van do nationale biddagen schijnt voorbij te zijn. Zij hebben zich hier te lande eeuwen lang gehandhaafd, zelfs in den tijd dat ongeloof cn revolutie dc overhand had den; maar welk een onderscheid is er ti|S- sohen den gees-t on den toon van de biddags- brioven in dien tijcl en van die in dg XVIIc eeuw. toen hot geloofsleven van het volk zooveel inniger was cn zich weerspiegelde ill dc gezindheid, die de regeering aan den dag legde in de manifesten, waardoor zij het volk tot bidden opwekte. Misschien was men in de XVIIc eeuw wel wat kwistig met het houden van die vierdagen, waardoor zc hun kracht verloren en het volk er te veel aan gewoon raakte, maar do verslapping trad eorst in toen dc gevaren e» rampen, die het volk dreigden, verminderden en een] tijdperk van rust, vrede en voorspoed intrad. Zeker is, dat de biel- en dankdagen in ons volksleven een voorname plaats hebben in- JAN CELLIERS, de bekende Zuidafrikaansohe dichter, legle zijn betrekking als buitengewoon professor in Neder 1andsch-Afrikaansche Letterkunde en letterkundige aeslihetiek aan de Univer siteit van Ste-lienbosch neer. De dichter is thans 65 jaar oud. Hij zaj zich metterwoon vestigen te IlarrismïitL (O.V.S.). EDWARD VERMEULEN. De West-Vlaamsche volksschrijver Ed ward Vermeulen te Hooglede is levensge vaarlijk ziek. BEATRIJS. Ails eerste nummer van de Verhandelin gen van de „Katholieke Vlaamsche hpoge- gèjioolu'iitbreliding", reeks 1930, verscheen* „Beatrijs in de wereldletterkunde" door Br. Süracke S.J. HUIZEN (Vóór i: 10.71 M.). K.R.O. uurtje. 12.— Tijdsei ziek. 1—2 Eunchmi ■11.30 Cursus Espfc 5 Cursus Engelse!) concert. 6.— Tijdsc Spreker: Hermmi 8.30 Vrooltjk gr.-im 10—12 GoflSdiej M.). 10— Tijdsc ijTjc. 6.30—6 Cu —5.30 Gezondheid TUINDERIJ IN DEN OUDEN TIJD. Het Friosch Dagblad maakt melding van een werk van Johan Herman Knoop, in 1753 uitgegeven te Leeuwarden, opgedragen aan den>graaf van Hessen, van Catzcnellcboge» enz. enz. De titel luidt als volgt: Beschouwende en weldadige Hovenierskomst, of inleiding tof de waarc oefening der planten, waarin aan- gewezen wordt al 't gene een Hovenier erï aan andere tuinoefenaars dienstig en noodig zijn kan tc wecten, om niet alleen met ge- wenscht voordeel, maar ook met vermaak allerlei Boom-, I-Icester-, kruid- en bloemge- wassen te cultivccren. Ingelijks om allerlei i- en buitenlandschc bloemen, vruchten en andere gewassen te vervroegen en buiten del gewone seizoenen tc hebben: of bij ons even als in haaro geboorteplaats, tc doen groeien, bloeien en hunne Vruchten rijp en smakelijk; voorttebrengen, aldus afgeleid uit een waard natuurkundige grond, als waarin de Culture der gewassen alleen gegrondvest is; en door aanmerkingen en ondervindingen van meer dan 30 Jaaren bevestigt; ook rrïot de noodigd Plaatsen, tot meerder verstaanbaarheid en opheldering voorzien. Dienende verders So- el voor do Veldt, als Tuinoefenaars. De schrijver wordt bij het publiek ingelci<| door een gedicht, dat als volgt besluit: Moet doen in Uw' liefhebberij. En 't Vierde leert tot Uw genoegen Natuur in 't workon te vervroegen, Door 't vuur der Zonno, door het glas, Te lokken in een warme kas. Kiest wat. U leest, en dankt den ijver Dc zorg cn d' arbeidt van don Schrijver. (Nadruk verboden). VAN EEN LEEUW EN EEN AAP .redacteur van „Leiding", van wie dit, jaar bij de Wereldbibliotheek zal verschij nen Let eerste deel van een „Geschiedenis vam den Dielscflicn S'tain". „DE PELGRIM". De 8e Februari is te Antwerpen geopend de tweede iptemaitionale tentoonstel in ng van Christelijke kunst van de Pelgrim. Dr. Val- vekens heeft een rede gehouden en burge meester Van Cauwelaert heeft de tentoon stelling geopend. „DE STEM". Eén dor volgende nummers van D e S t e m zal geheel gewijd zijn aan de nagedachte van zijn verscheiden oprichter cn re dacteur Just Havelaar'. Sam springtOok hij valt in het pi En nu, o kind ere, opgepast! Het gips wordt plots'Jing hard als mar En Sam zit met z'n pootjes vast! Ja, zelfs het. kwastje van zijn staart Zit als een muur zoo vast aan d' aai 98. Terwijl dc mannen hupp'lcnd vluchten, Tracht Sam, zoo nijdig als oen stier, Uit alle macht zich los te rukken, Maar 't helpt hem allemaal geen zier! Zelfs zijn vriend Jocko weet geen raac, En poetst in allerijl dc plaat (Wordt Maandag vervolgd.)' INGEZONDEN MEDEDEELING. Door T. P. RIKSEN. Ik heb het zoo straks wat voorzichtig ge zegd, maar nu ik zie, dat het noodiig is, ver klaar ik je onomwonden, dat je Jan's toe komst. vergoodt Er groeit nóóit een zaken man wit hem. Je poging loopt op een groote mislukking uit! Wat zegt. je vrouw van Je plan?" Deze vraag overviel Van Eekeren. Hij wei felde met zijn antwoord, haalde de schou- dfers op en zei dan, onverschilligheid voor- «m wendend: „Och, met vrouwen kan je nooit 1 zakelijk redeneeren, die komen altijd dade- „Ik geloof, dat het recht om een vraag le jjjg met gevoelsargumenten." stellen eerder aan mij is," ging Van Eeko-1 Korten tijd zetten de beide mannen dc ren hiertegen korzelig in. „Wat wil je toch j schermutseling nog voort. Ten slotte was eigenlijk van mij? 'k Heb nu fiasco geleden jhet Kleepcl, dio een einde aan het gesprek met Wim, hetgeen een ontzettende teleur- j maakte. stelling voor mij is. Is het nu zoo'n ommen- „Wc komen zoo toch niet verder, Van schclijke daad van mij, dat ik omzie naar Eekeren, en op een paar dagen komt het een anderen opvolger? Dacht je, dat ik mijn immers niet aan Weet je, wat mij het beste geheele leven hard gezwoegd heb om mijn lijm? Wij weten nu elkanders standpunt., zaak eenmaal in vreenido hunden over to Laten wij beiden nog eens ernstig over de ven?" zaak nadenken. Dan kom ik begin volgende „Dat kan inderdaad een hard gelag voor week 0p een avond naar je toe. Wc kun- je zijn, maar ik sta op het standpunt, dat nch dan rustig overleggen, jo vrouw is cr als het niet anders kan, je de omstandig- dan ook hij, en het zou me hard verwan- heden eenvoudig hebt te aanvaarden." deren als we dan niet tot een oplossing kwa zuiver theorie. Jij hebt gemakke- imen. Afgesproken? lijk redeneeren, Illcepel, maar je moest zelf j Kleepel stak Van Eekeren reeds de hand tar eens voor irijn moeilijkheden staan." iten afscheid toe, en leidde hem vervolgens ,Dan zou-ik toch nooit de belangen van'naar de buitendeur, mijn kinderen cpMferon aan do mijne." i Het was precies op tijd. Tonvijl Van Eeke- „Daar is toch g«"»i kwestie van." (ren Kleepcl in de gang nog even aan den „Ja, wel clage'ijk. Jou belang, jou eer- praat hield, hoorde men links on rechts, zucht gaat op het ocgenblik bij je voor en i boven en beneden, bet openwerpen van den- liet belang van j kind heb je totaal uit het. ren en daarop een gerommel als van een oon.' verloren. E.i d smul- :s tracht je je naderend onweer. De hoofdonderwijzer liet zelf wijs te. maken, dat het je feitelijk in de zijn bezoeker haastig uit en posteerde zich 'eerste plaats om de toekomst van Jan is u laron hij de nnen voordeuren, om de schare te doen. Zóó staat cle zaak, zuiver gesteld. kinderen, welke uit de gangen en de trap afkwam, tc laten passeeren, terwijj zijn krachtige stom tot kalmte aanmaande. Enkele ©ogenblikken weergalmde 't clood- sche dorpsplein van de hooge, luide kinder stemmen, doch het duurde niet lang. De striemende regen joeg de kinderen spoedig uiteen, cn weldra was de rust op den brink teruggekeerd. Van Eekeron verliet de school met een on voldaan gevoel. Hij was over het. resultaat van het gesprek niet tevreden, hij had het zich anders voorgesteld. Het was zijn be doeling geweest dc kwestie in eens te re gelen, al had Kleepel dan ook zijn ont stemming doen blijken. Goed bezien, was hij njots gevorderd cn de voorslag van Kleepel om het gesprek thuis voort te zetten, leek Van Eekeren zelfs een stap achteruit. Hij had Mien er liever buiten gehouden, maar Kleepel's aan bod weigeren ging toch ook niet, dat zou al te doorzichtig zijn geweest. M'icn dacht cr intusschen anders over. Toen zij van de komst van Kleepel hoorde, viol voor het eerst sinds weken oen straal van hoop in haar ziel. Zou God toch nog bemoeienis met haar gezin houden? Den laatste» tijd scheen 't tegendeel haar waar. Eerst het conflict met Wim en zijn vertrek, dat haar geen dag en geen uur losliet, daar na de gewaarwording, dat deze geschiede nis haar man niets had geleerd, flat hij Integendeel van alles Wim, maar ook haar, de schuld gaf, cn nu als eerste blijk 'van vaste voornemen van Van Eekeren, om den weg, welke hem goed scheen, ten einde toe te bewandelen, zijn plan ten opzichte an Jan. Al kwam de scheiding tusschen haar man en haar niet tot openbaring in een woor dentwist, Mien wist, dat hij verder van haar afstond dan ooit tevoren. Feitelijk stond ze op het oogenblik alleen voqr de op voeding van haar gezin en zwaar'drukte haar de wetenschap, dat zij met niemand over haar moeilijkheden en zorgen kon spro ken. De beslistheid, waarmede Van Eokcren te werk ging, bracht haar dikwijls in ver twijfeling. De kordaatheid, welke haai- an ders kenmerkte, had zij verloren en slechts tastend durfde ze haar weg te vervqlgen. Van Eelceren gaf haar slechts een kort verslag van hetgeen hij met Kleepel had besproken, doch die enkele woorden waren voor Mien voldoende. Immers, veel méér zeide haar de toezegging van Kleepcl, om in den loop der volgende weck het gesprek te haren huizo te komen voortzetten. En de hoop, welke haar bezielde, toen zij hier van kennis kreeg, wercl niet beschaamd. Wel was Van Eekeron niet af te brengen van zijn voornemen om Jan in de zaak op te leiden, doch dc overwinning was toch miet gchécl aan hem. Zóó na leidde Kleepel hem het vuur aan de schenen, zóó krachtig 1 hij daarin cloor Mien ondersteund, dat Van Eckercn ten slotte zijn goedkeuring hechtte aan het voorstel, dat de hoofdonder wijzer, ziende, dat. hij niet meer kon herel- hom deed. Voorloopig zouden enkele onderwijzers .Taai in de avonduren zijn ge- ■one lessen blijven geven. Bleek dan na miigen tijd, dat Jan niet geschikt was voor de taak, waarvoor Van Eekeren hem het kostte, wat1 hét wilde meende te moeten bestemmen, hetgeen Kleepel, den jongen neiu], -voorzag, of zou, hetgeen deze toch ook niet onmogelijk achtte, een verzoening Wim en diens vader plaats vinden, dan kon alsnog gevolg worden gegeven aan het. plan, dat Van Eekeren aanvankelijk ten opzichte van Jan had gekoesterd, al zou deze zijn eigenlijke studie dan ook eeret een jaar later kunnen aanvangen. Voor het eeret sinds maanden was Mien's gebed dien avond niet werktuigelijk. Wel moeilijk, doch niet hopeloos scheen haar de taak, welke haar wachtte. Den weg, welke voor haar lag, zag zij niet langer als hot pad door duistere dalen. De vertwijfeling week, het vertrouwen herwon zijn heerschappij en de stemming der dankbaarheid vond een uitweg in dc be zielende betuiging van aanhankelijkheid: „Ik ^.al U hartelijk liefhebben, Hcere, mijne HOOFDSTUK XIT. „Het huis der vreugde". Al werd er yi huis. wanneer Van Eeke ron er bij was, zelden over Wim gesproken, het lag voor de hand, dal zijn vader, daar hij dagelijks het gemis gevoelde, zoor vaak aan hem dacht, doch zoo dikwijls dit ge schiedde. was liet einde, dat Van Eekeren er toe dwong, ten einde aan zijn her ring enden vrijen loop te ontnemen, zijn gedachten op zijn werk-te conrcntree- rcn. Het was hem oen bron van voortduren de ergernis, dat hij wilde vergeten, maar niet kón. want juist omdat hij dagelijks te kampen had met. moeilijkheden, welke aan Wim's vertrek waren te wijten, kwam hij telkens weer in aanraking met de ge- ehiedenis, welke hij als dat mogelijk rare geweest het liefst voor goed uit zijn herinnering zou hehben gebannen. l^icn gevoelde, dat de stemming, waarin Van Kolveren verkeerde, het nutteloos maak te te trachlen hem tot een ander standpunt over te halen. Menschelijk pogen kon hier niets bereiken, slechts averechts werken, slechts tengevolge hebben, dat Van Eeke- rcn's wrevel toenam en hij in zijn verblin ding steeds sterker van overtuigd zou worden, dat liet. recht, in deze zaak aan zijn zijde was. Dc ecnigc wapenen, welke Mien zich in de hand gegeven wist, waren gebed "Ti geduld. Instede van met. haar man over Wim te spreken, kwam het Mien wenschelijk voor gedachten van dit onderwerp af te lei- want als men er maar oven op zin speelde, wond Van Eekeren zich reeds op. ellc nut. had het. trouwens er met hem •ver te beginnen? Hij wilde het toch niet nders inzien dan dat alles uitsluitend aan Wim was te wijten. De moeiiijkWrien in de fabriek, het onderbreken van Jan's stadie, de inmenging van Kleepel, van alles was V im de oorzaak. En dan wist Mien nog niet eens af van den brief, welken Van Eekeren luid ontvangen! Als haar man soms oogen- blikken had, dat hij zeer onrechtvaardig te gen haar cn de kinderen optrad, dat hij ie venei hclaedigend was, weet Mien dit n-dc omstandigheid, dat hij op een of dero wijze aan Wim's afwezigheid was rinnerd, doch ze wist niet. dat de directe .'zaak meestal was, dat Van Eekeren het bewuste schrijven weer voor zich had geno- om het te herlezen en zich opnieuw aan eiken regel te ergeren. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9