llirtuirr Criksrijr (iïaumnt Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken WILLEN ONZE LEZERS WEDER AAN DEN SLAG P EERSTE BLAD. BINNENLAND. lBONNCUCNTi Per kwartaal 3.25 (Beschikkincrskosten f 0 15) >er week f 0.25. Voor hei Buitenland bij Weke- lilksche zending „6.— Bil dagelijksche tending 7.— Alles bit vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 1 cent Bondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar No 2973 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Postbox 20 Postgiro 58936. DONDERDAG 13 FEBRUARI 1930 A t> V E B E N T I E Ni Van 1 tot 5 regels f M7VS blke regel meer ..0.22% Inge* Ytedede» lingeu van 16 regels „2.30 Elke regel meer 0.45 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan bet bureau wordt berekendf 0.10 10e Jaargang De animo van velen onzer lezers om ons blad steeds grooter kring te doen bestrijken, houdt, dunkt ons, gelijken tred met den groei van ons blad zelf. Hier heeft men het echte sneeuwbalsysteem. Van de nieuwe lezers toonen al heel spoedig meerderen goed propagandist te kunnen zijn. Ons streven is en blijft onze lezers onafhankelijk te maken van de niet-Christelijke pers. Steeds weer heeft daartoe elke rubriek onze volle aandacht. De eene lezer heeft belang hij DEZE rubriek, de tweede bij een ANDERE. Het verschil met de veel oudere niet-Christelijke bladen wordt gelukkig steeds kleiner, is hier en daar reeds geheel ingehaald. Wij zouden nu gaarne onze trouwe vrienden nog eens flink aan den slag zien. Daartoe zullen de komende drie maanden worden bestemd, dus de tijd welke ons scheidt van 15 Mei aanstaande. Ook thans wenschen wy tegenover de moeite der propagandisten weer gaarne een blijk van onze waardeering te geven. Wij hebben een hoekske doen samenstellen, waarin zijn opge nomen allerlei cadeaux, voor ouderen, voor jongeren, voor kleuters, voor leesgragen, voor speelgragen, voor weetgierigen. Voor wie één abonné aanbrengt, voor twee, voor drie of voor meer. De eerste periode loopt tot en met 15 Mei aanstaande. Eiken avond zal men in ons blad een bon vinden met als titel: Propaganda Februari 1930 tot 15 Mei 1930. 15 Mei a.s. worden dan van de wervers de totale getallen opge teld, en kan men zelf zijn keuze doen. Direct na het inzenden van de eerste bon wordt het boekske toegezonden. Abonné' s geven men, als bekend, op aan ons Bureau, Breestraat 123, Leiden. DE DIRECTIE. OPEN BRIEF VAN Dp. H. VISSCHER Dit nummer bestaat uit DRIE bladen ui.so i BEDROEVEND. Het lijden der Russische Christenen staat op 't oogenblik in 't midden der publieke belangstelling. In de Nederlandsche Kerken van alle ge zindten zijn gebeden opgezonden voor de „broeders en zusters in de verdrukking' in Engeland is een volksbeweging gaande; in alle Christenlanden ontwaakt de publie ke opinie. Ook de Paus te Rome zwijgt niet brief Kardinaal Pompili al- „De vreeselijke en Godslasterende mis daden, die eiken dag opnieuw tegen Cod en tegen de zielen van het Russische volk worden gepleegd en zich voortdurend ver scherpen, hebben ons gemoed diep getrof fen". Voorts wijst hij er op, dat de Sovjetregee- ring liever haar eigen kinderen in den dood drijft dan ze door Christelijke naastenliefde te laten redden. Over dit buitenlandsch gebeuren kon ook „Het Volk" niet zwijgen en in een over zicht wordt deze zaak behandeld. In een helder betoog wordt uiteengezet, dat het sovjet-bewind de vervolging radi caal in gang heeft gezet. In plaats van vrij heid niets dan vervolging en dwang. De schrijver in „Het Volk" erkent dat al les en zegt: „Ziedaar in een paar trekken het beeld van de anti-kerkelijke sovjet-politiek. Van tijd tot tijd, als de popen de verzenen tegen de prikkels slaan, worden er buitengewone maatregelen genomen; de stelselmatige strijd gaat dag in dag uit voort". Doch nu de toepassing, welke aan deze overzichten nooit ontbreekt. Ook sociaal-democraten zijn in Rusland en elders slachtoffers van terreur geweest. En dan las men in „Het Volk" felle protes ten; soms wel de aansporing om geweld met geweld te keer te gaan. En nu? Slechts dit: „De Britschfi konservaticven willen, da» de Arhcidersregeering ingrijpt. Hun bedoe ling is zoo onzuiver, dat Henderson ziHi wel zal wachten, zich door deze agitatie te laten leiden tot ingrijpen in de inwendige aangelegenheden van den sovjet-staat. De paus klaagt. Men kan het verstaan. Maar het zal vermoedelijk niet meer jit- werken dan het klagen van den paus over het uitbreken van den wereldoorlog" Kan het kouder en mcedoogenloozer? De vervolging van Christenen op de vreeselijk- ste wijze wordt eenvoudig beschouwd als „inwendige aangelegenheden van den Sov jetstaat". Daar hebben anderen zich niet mee te bemoeien. Het is eigenlijk cynisch en doet de vraag rijzen of de schrijver van de gedachte uit gaat- och. het zijn maar Christenen en het zijn maar Kerken; waarover zullen we ons druk maken? En zij, die meenen, dat de mogendheden niet als lijdelijke toeschouwer deze wreed- hedr-i mogen aanzien; zij hebben, volgens den schrijver zeer „onzuivere bedoelingen". Ze sturen waarschijnlijk op oorlog aan. En bloedvergieten is den sociaal-democraat een gruwel. Wat nu in Rusland gebeurt, betreft ech ter „inwendige staatsaangelegenheid" van een ander land, en daar heinoert de redac tie van „Het Volk" zich nooit mee. GODSDIENSTBESTRIJDING. Een waardig pendant op het hierboven besproken Volk-artikel vormt een ingezon den stuk in hetzelfde blad. Daarin bestrijdt een schrijver het protest, dat van don „zg." „Wéreldbond van Kerken" uitging tegen de vervolging in Rusland. De schrijver beijvert zich, zooveel hij kan om zijn hart tegen God en Zijn Woord tc luchten, en we zullen daarom enkele van zijn gedachten met eigen woorden weerge- Het uitgeven en verspreiden van de cou rant „De God-looze" is heelemaal niet vree- selijk. De „afschaffing van den Zondag" is slechts de afschaffing van de Babylonisch* 7-dagen-week en niets anders dan een eco nomische noodzakelijkheid. Het verbod van den Bijbel, die ai lang onder de critiek bezweken is en slechts ver warring of kwaad sticht, kan ook niet af gekeurd worden. Het verbod van bidden lijkt hem alleszins juist De niet-„christelijke" opvoeding van de jeugd moet men ten zeerste waardeeren als men het resultaat ziet van een „cliris lelijke" opvoeding. (Van welk onderwijs de schrijver het re sultaat openbaart, zullen we maar onbe oproken laten). De maatregelen der Russische Regeering :ijn dus juist om hun opvoedende strek king hoogelijk te waardeeren. Ten slotte verklaart de schrijver met een profaneerende woordkeus, dat verzet tegen de Sovjet-dwingelandij in strijd is met Gods omdat een Christen moet berusten en dan eindigt hij met dezen lofzang: ,Wat het Sovjet-Bestuur, in weerwil van schier onoverkomelijke moeilijkheden, op het gebied van volksverheffing reeds heeft gepresteerd in den korten tijd waarin hei zijn macht vestigde, moet de bewondering afdwingen van ieder onbevooroordeeld mensch". De redactie van „Het Volk", die nog kori geleden een heele serie artikelen schreef om te betoogen, dat positieve Christenen zich zeer wel thuis kunnen voelen in de S D.A.P., brengt deze schandelijke taal zon der eenigen schroom onder de oogen van haar lezers. Wel aarzelt ze niet om te ontkennen, dai dwang en verbod op geestelijk gebied te rijmen valt met socialistische opvattingen en zij voegt er de practische vermaning aan toe, „dat geestelijke dwingelandij pleegt uit te loopen op nog sterker innerlijke gehecht heid aan datgene wat men poogt te verbie den." Gode zij dank; zoo is het. Het zwakke Gods is sterker en het dwaze Gods is wijzer dan de mcnschcn; maar zoo'n ingezonden stuk is als symptoon var wat er leeft in socialistischen kring dan toch maar uitermate leerzaam. AAN DS. G. H. KERSTEN lid der Tweede Kamer NAAR AANLEIDING VAN EEN PAAR ARTIKELEN IN DE BANIER Zeer geachte Collega, Het wordt er met Uwe stemming nist beter op. Elk artikel van Uwe hand, tegen mij gericht, wordt al grover ingesteld. Ik ontving eerst het etiket „neo-gereformeerd daarna kwam er eene beschrijving, die mij den stempel „Roomsch" op moest zetteu en op 8 Februari word ik een spotter door U genoemd. Mij dunkt, als Uwe menschen voelhoorns hebben, dan behoeven deze niet zeer fijn te zijn om hen te doen begrijpen, dat deze toename van groote en grove woor den meer Uwe verlegenheid dan Uw e kracht openbaart. Gij gaat al verder in Uwe in vectieven cn wordt steeds matter in Uwe argumenten, die eigenlijk niets meer zijn dan eene gedurige herhaling van de groo te woorden, die Gij steeds tegen de A.-R. uitroept. Ik zal U in die methode van „roepen met steeds luider stem" niet volgen, doch strikt zakelijk blijven. Het is mij opgevallen, dat Gij eenige vak-termen, die ik kortheids halve gebruikt heb, bezigt om Uwen men schen in te blazen, dat onder zulke woor den zeer groote ketterijen schuilen. Urn het woord „individualisme" te signaleer?», haalt Gij Koenen's „Verklarend Woorden boek der Nederl. Taal" en „Van Dale" «r bij, als ware het een Nederlandsch woord. Dat was het juiste kantoor niet. Indien Gij in plaats van in zulk een nieuwerwetscli woordenboek eens bij de oude Schrijvers ter schole waart gegaan om de zaak in nel rechte licht te stellet het zou U 'jetcr ver gaan zijn. Als Gij bijv. Brskcfs „Rede lijke Godsdienst" eens ter hand genomen hadt, een terecht veel geliefd en veel ge* lezen boek, dan /on h«j l" gehard hehb -n, hoe gehpel ten onrechte Gij zoo hard van den foren blaast over het groote kwaad, dat ik gedaan heb dour te spreken van „de vlam van het individu;-,Psuu> door Chrisius zeiven ontstoken". Cap. IV, IV kunt Gij daar lezen, dat het woord „persoon" be- teckent „eene levendige, verstandige, onme- dedealbare, niet van een ander ondersteun de, geen deel van een ander, op zichzelf be slaande zelfstandigheid: zoodanige zijn En gelen en menschen, die daarom personen Welnu, geachte Collega, dit is de on;, schrijving van wat individu beteekent, na melijk eene ondeelbare menschelijke per soon. En in Cap. X beschrijft nu Brakel het beeld Gods, waarnaar de mensch geschapen is, en in 8 XXV welke groote gaven daarin den mensch zijn geschonken. En deze naar Gods beeld geschapen mensch was nu niet slechts als eene persoon alleen, maar als man en vrouw geschapen. En a Brakel zegt daarvan. Cap. X III: „Hier was het eerste huwelijk". Met dat huwelijk was er dus het beginsel des gezins, en dat gezin is de cel der gemeensehap. Het gevolg daarvan is dus, dat de ongedeelde menschelijke per soon niet slechts op zichzelf leeft, maar krachtens schepping ook een gemeenschaps leven kont. En. geachte Collega, als nu de mensch niet in zonden gevallen ware, dan zou er tussrhen het individueele leven, dal elk persoonlijk hezit en de sociale verhou ding, waarin hij als gemeenschapswezen leeft, nimmer stoornis zijn gekomen. Maar dit is nu toch wel het geval, zoodat Vader Brakel zeer lerecht zpgt, dat het heeld zóó „uytgewischt" is, dat men er geene gelijkenis meer in vinden kan, al kan men nog zien. dat er iets op geweest is. Maar de uitwer king der zonde, geachte Collega, was zoo schrikkelijk, dat a Brakel Cap XV. XXI daarvan aldus spreekt: „Uwe ziel is een poel die krielt van allerlei hatende, nijdige, toornige, boosaardige, onkuische, onrecht vaardige. leugenachtige, hoovaardige, God- vergetende, God verzakende. God verachtende gruwelijke gedachten. Uw keel is een ge opend graf. met uw tong pleegt gij bedrog" en zon nog vele andere Schriftuurlijke en dus volstrekt juiste beschrijvingen van des menschen zondostaat. Zoo is dus de mensch in zijn persoonlijk, individueel leven en ook uit het oogpunt van zijn gemeenschapsle ven. ten eenenmale verdorven, onbekwaam tot eenig goed Ook de verhouding tusschen het persoonlijke, individueele, en wat dei gemeenschap is, het sociale, is geheel door de zonde verdorven. En wat zegt- nu Vader a Brakel van de wedergeboorte? Luister ge achte Collega, hij zal het U precies zeggen Cap. IV XL!: „De mensch in de natuur geestelijk dood, afgescheiden van God. erdronken in lichamelijke dingen en in allerlei zonden, gelijk een dood de wormen: maar als het ieder uit- erkorenens tijd is, zoo wekt de Heilige Geest hem op en geeft hem het geestelijke ontstaande uit de vereeniging der ziel met God in Christus, waardoor Christus eene gestalte in hen krijgt en de gestalte hunn rzeiel naar Jezus aardt." En dan be schrijft Vader Brakel, hoe deze weder geboorte den mensch in heel zijn leven en beschouwingswijze verandert, zelfs krijgt hü geachte Collega, „deftigheid in het ge drag". En zoo laat hij ons ook zien, deze wedergeboorte strijd baart met de wereld en verdrukking, zoodat soms „wel lang, maar niet altoos de skepter der goddeloozen zal rusten op het lot der rechtvaardigen". Dit geldt ook de ware Kerk des Heeren. En zoo leert Vader a Bra kel van deze Kerk. Cap. XXIV, XXXIX: „Daarna was zij onder het gebied der hei- densche Keizers; daarna was zij op de plaats, in welke de Antichrist indrong, in welke het Pausdom zich indrong en daar- dér werd de Kerk verdrukt. „Wij zeggen" het zijn, geachte Collega, Brakel's eigen woorden, „de Kerk was daar: zij was dam de Paapsche Kerk was, zij was niet in de Paapsche Kerk. maar de Paapsche Kerk was in haar" Ja, Collega, Brakel gaat nog ver der. hij leidt er zelfs de zending der dienaren des Woords van af. Cap XXIV 8.XLI: XUII.4; waar hij van de priest-rs, Ronmsche Kerk verlieten, zegt: „Deze nu waren in staat om weder- op ordinaire manier te zenden; wil men zending, ziet, daar is zij dan". En dit nu, geachte Collega, was het werk ;s Heeren, dat Hij door den Heiligen krielt Geest krachtig doorvoerde, zoodat het aan Christus ontstoken leven van Gods kinde ren opvlamde, tegen het sociale juk der hierarchic, die in de Middeleeuwen onbe perkt gezag had. Zoo ziet Gij dus, geachte Collega, dat de groote woorden en harde verwijten, die Gij tegen mij gericht hebt, worden gelogenstraft door Wilhelmus Brakel, die daarin weder geeft wat de Vaderen allen vóór hem reeds geleerd hadden. En ik beroep mij juist op hem, omdat er misschien geen Schrijver is, die meer geliefd wordt dan hij en meer on der ieders hereik, ook onder dat van Uwe volgelingen is. Met Uwe beschouwingen over de A.-B. Partij is het,niet beter gesteld. Gij levert revolutie-bouw, raapt eenige uitlatingen van deze of die samen en zegt dan: dit is eu leert de A.-R. Partij. Was dit alles een Par tij-oordeel, ik zou de eerste zijn, om haar te verlaten en zeker niet de eenige en de laatste. Zij zou dan een doodgewone conser vatieve Partij zijn, principieel „libertijnsch" om met U te spreken. Zelfs gaat Gij, wie had dat ooit van U durven denken, te gast bij Mejuffrouw Kuyper. Het politiek oordeel eener Dame te hulp geroepen door U, hoewel de vrouw aan geen politiek mag doen, noch stemmen. Maar, geachte al te doorzichtig. Gaat nu al Uw oog orn hulp smeekend opwaarts tot sommige schnkeerin- gen der A.-R. Parij? Laat ik U mogen waar schuwen; zij zullen U niet kunnen redden uit de klem der historische waarheid, ge steld al dat zij het wilden. Gij werpt U op als verklaarder van het Program der A.-R. Partij. Welnu, ik zal U daarin niet alleen volgen, maar zelfs gaan en daarom iets verder teruggaan dan Gij. De geschiedenis der A.R. Parij begint, zool niet, dan toch begint bewust, als Pa tij, bij Groen van Prinsterer en het Prograi.. van beginselen vangt aan met art. 1 en niet met art. 3. Als Partij stamt de A.-R. uit Groen en zij kan slechts uit Groen begre pen worden, zooals art. 3 van het Program slechts verstaan kan worden in 'het licht van art. 1. Welnu, geachte Collega, Groen hield vast aan het beginsel van het onge wijzigde art. 36 der Confessie. Natuurlijk met zooals Gij dit uitlegt, maar zooals de Vaderen dit verstonden. Ik zal LI Gi formuleering voorleggen: ..De Staat' zegt hij. „onderworpen niet aan de Kerk, aan het Hoof.! der Kerk. Jezus Chris tus, Wien alle macht gegeven is in Hemel en op narde, Wiens Rijk niet van of u i t, maar over de wereld en Wiens gezag, «Is van den Koning der koningen verbindend ook voor de hoogste aardsche machten overheden is". Zoo omschreef Groen su... het beginsel der Vaderen. En art 1 van het Program der A.-R. Partij spreekt uit, dat zij wil vertegenwoordigen „den grondtoon van ons volkskarakter, gelijk dit door Oranje geleid, onder den invloed der Hervorming ongeveer 1572 zijn stempel ont ving. In art. 2 wordt dit nader toegelicht Welk recht hebt Gij nu om aan art. 3 een uitleg te geven, die met dezen allereersten grondslag strijdt? Dat sommige menschen zich uitspraken veroorloven, die daartegen schijnen te strijden, kan toch geen bewijs zijn, dat de Partij als zoodanig naar haar wezen en karakter daarvan is afgeweken. De Geref. gemeenten hadden bezwaren te gen het instituut der legerpredikantcn, maar zullen zich niet onttrekken, mae ik daarom ten laste leggen aan deze gemeen ten, dat zij geen ernst meer maken met de belijdenis cn haar karakter verloochenen? Ik maak er geen verwijt van, omdat wij in dezen tijd leven en zich onttrekken slechts schade brengen kan aan de doorwerking der beginselen. Maar het is niet in overeenstem ming met art. 30. zooals Gij dit zegt te ver staan. evenmin als het Program der Staatk. Geref. Partij. De afwijking, als die er is, is er bij U precies zooals bij de Anti Rev. Partij. En het zou mij niet verwonderen, dat als Uw Partij ook eens 50 jaren bestaan heeft, de invloed der tij-isum standigheden zich daarin nog veel sterker zal doen gelden. Gij zult reeds nu beginnen moeten met te onderscheidon tusschen do Partij en wat sommigen believen te zeggen. F.n Dr. Kuy per. geachte Collega was cn uitnemend historicus, zóó goed, dat hij zelfs zijn e:gen leven als historisch wordend waardcrit- Hij had den moed der oprechtheid om. als het er op aan kwam. dit ook uit te sproken ist wel, dat niet alles wat hij schreef, de toets der historie zou doorstaan. En als iemand hem trachtte te vangon met wat hij roeger had gezegd, dan sprak hij niet zon der humor van „zijn oude plunje". Daarover heeft hem nooit iemand een ver wijt gemaakt. Er was ook niets in, dat hem treffen kon. Alleen een vijand dacht er soms politiek muntje uit te slaan. Nooit heb ik iets anders van hem gehoord, dan dat lui wilde vasthouden aan de belijdenis der Sou rereiniteit Gods over Staat en Kerk en Maai schappij en Volk. En als er in art. 3 sprake band aan de ordinantiën Gods in de consciëntie van overheid en onder daan heide, dan kan daaruit nimmer gele- worden. dat de overheid als overheid niet met Gods gezag van doen heeft, slechts dit ééne is daarin vastgelegd, dat n dezen tijd en onder onze omstandigheden de personen, die het overheidsgezag uitoefe- dit moeten doen, juist zooals lTwe ge meente dit deed, inzake het Instituut der Legerpredikantcn. met wijsheid cn onder het licht der vreeze Gods. opdat niet door een ijver zonder verstand de invloed der beginselen zal worden afgesneden. Dus dat in de wegen, die de Hóe re in deze da gen van afval ons nog geupend heeft. Cods Woord zijn vrijen loop erlange. Of nu altijd de A.-R. Partij en hare ver tegenwoordigers in de regeering dit *.oo vol doende betracht hebben, als misschien ge kund had? Ziet. goaehte C oil eg-, ik belijd, en sprak het uit, dat aller menschen werk gebrekkig cn met zonde bevlek? is. F.r zal wel -geen A.-R. zijn. die, als het er op aan komt, dit niet beamen zal Maar aan het beginsel en het karakter der Partij doet zulks niet af. Als zij haar karakter verloo chenen zou. dan zal de ervaring loeren. dat hare dagen geteld zijn. Doch 'nr ver is het zeker niet. Dit toont de heer Colijn onweder- sprekelijk. Eén ding. geachte Collega he.-fr uiij ver blijd. Gij hebt Uwe beschuldiging, dikwijle door U geuit, nu teruggenomen '.ij erkent „de Geref. Kerken hebben de nehjricni' HULDIGING VAN REDDERS Zooals men zich wellicht zal herinneren redde het motorschip „Dordrecht" van de N.V, Phs. van Ommeren's Scheepvaartbedrijf te Rotterdam, op 24 Jan. 1929 de opvarenden van een Fransch Marinevliegtuig, dat door motorschade gedwongen was op zee neer te strijken. De Fransche autoriteiten hebben besloten aan diegenen, die aan de redding hebben deelgenomen, een herinnering te schenken. Gistermorgen vond de uitreiking door den Franschen consul ten kantore van genoemde scheepvaartmartschappij te Rotterdam plaats. Op bovenstaande foto ziel men een groep van redders met den Franschen consul in het midden. flict met U heeft U dan althans deze beken tenis ontwrongen. Dat is dus eéne onjuist heid, die Gij terug hebt genomen. Mop» de rest spoedig volgen en zoo de weg geopend worden tot betere verhoudingen. Intuschen met collegiale groet Uw. dw. H. VISSCHER. Huis teir Heide, 12 Febr. 1930. OFFICIEELE BERICHTEN ONDERSCHEIDINGEN. By K. B. is aan den heer J. F. van Olden- borgh, te Dordrecht, verlof verleend tot het aannemen van het ridderkruis der orde van Leopold II van België; is toegekend de aan de orde van Oranje- Nnssau verbonden eeremedaille, in brons, aan mej. F. C. de Fluiter, te Middelburg. Bij K. B. is benoemd tot ridder in de orde ji Oranje Nassau J. van der Leeden, notaris te Ouderkerk a. d. IJssel. CONSULAATWEZEN. By K. B. is de heer A. Alvargonzales, be noemd tot vice-consul der Nederlanden te jon (Spanje). is de heer J. Millar benoemd tot vice-consul der Nederlanden te Allsa (Schotland). De heer J. H. Delvalle, vice-consul der Ne derlanden te San Diego, Californië, is overle den. De heer J. J. van Eizenga is belast met de waarneming van het vice-consulaat. KAMER VAN TOEZICHT NOTARISSEN. By beschikking van den Minister van Justi tie zijn opnieuw benoemd in de Kamer van Toezicht over de notarissen en candidaat-nota- •issen te 's-Gravenhage: tot lid C. Schut; tot plaatsvervangend lid J. G. Lijbering, be:den ïspecteur der Registratie en Domeinen te -Gravenhage. VERSLAG RADEN VAN ARBEID EN BEDRIJFSVEREENIGINGEN. De minister van Arbeid heeft by ministe- rieele beschikking bepaald, dat het ingevolge art. 137 eerste lid der Ziektewet uit te bren gen verslag zal loopen over de kalenderjaren 1930 en volgende en dat dit zal worden inge diend voor de eerste maal binnen negen maan- na afloop van het jaar, volgende op dat, waarop het betrekking heeft en vervolgens binnen den nader door den Minister van beid vast te stellen termijn. orts is bij deze ministerieele beschikking aangeduid wat het verslag zal bevatten. RECHTER TE AMSTERDAM. De alphabëtische aanbevelingslijst rechter in de rechtbank te Amsterdam luidt: mrs. dr. N. Muller, rechter in de rechtbank te Alkmaar; F. L. Nepperus, rechter-plaats- vervanger in de rechtbank te Amsterdam; ?n J. Sprey, substituut-grif'ier bij de recht bank te Amsterdam. PROV. STATEN VAN ZEELAND CREDIET PROV. ELECTRICITEITS MIJ. Ged. Staten stellen voor het op 3 December aan de Prov. Zeeuwsche Electriciteitsmaat- schappij toegestane crediet van 375.000, waaronder 300.000 meer in het bijzonder voor uitbreidingen van de Centrale te Vlis- singen, te verhoogen met 100.000. HET OPTREDEN TEGEN DE P. N. I. De Minister van Koloniën heeft thans een afschrift van de op 10 Januari j.l. door deu Rcgeeringsgemachtigde voor Algemeene Za ken in den Volksraad afgelegde Regeerings- verklaring inzake het recente optreden te gen de Partai Nasiona! Indonesia welk» verklaring bereids werd gepubliceerd aan de Tweede Kamer doen toekomen in d"n vorm, waarin die verklaring telegrafisch door den Gouverneur-Generaal van Ned* Indië te zijner kennis is gebracht. DE BELGISCHE LOODSDIENST TE VLISSINGEN WORDT NAAR BELGIE OVERGEPLAATST? De financiële commissie in de Belgische Kamer heeft thans haar aandacht gewijd het v.aagstuk van den Belgischen loods- dienst te Vlissingen. Sommige leden der com ie verklaarden zich voorstanders van het denkbeeld om den geheelen dienst over te plaatsen naar Belgisch grondgebied, ter wijl anderen den wensch te kennen gaven, dat zoolang de nuidige toestand gehand haafd bleef, het loodspersoneel althans een betere behandeling en betere slaapgelegen heid zou krijgen. PROMOTIE HERDENKING DR. NOLENS INTIEME HULDE DER KAMER FRACTIE In de gisteren onder voorzitterschap van Mgr. dr. W. H. Nolens gehouden vergade ring van de Katholieke Kamerfractie, is een oogenblik gewijd aan de herinnering van het feit, dat dr. Nolens veertig jaar geleden te Utrecht promoveerde tot doctor in de rech- n en in de staatswetenschappen. Namens ie fractie, die een paars bloem stuk had aangeboden, complimenteerde de heer A. C. A. van Vuuren den president, die met een pittig speechje de cluhgenooten dankte voor hun vriendelijke en gewaar deerde attentie. DE PHILIPS LICENTIES Over enkele dagen zal een nieuwe bespre king plaats hebben tusschen de vertegen woordigers der N.V. Philips Radio en die van den Ned. Bond van Radiohandelaren en den B.O.R.N. in het kabinet van den minis eranderd. Niet de A.R Partii". Vnn deze ter van Arbeid in zake de hangende licen- erkentenis neem ik gaarne acte. Mijn con- itie-kwesties. CENTRALE VEREENIGINGEN RIJKSPERSONEEL EEN CONGRES IN DEN HAAG. Op 4 en 5 April a.s. zal vanwege de Cen trale van vereenigingen van personeel in Rijks dienst te 's-Gravenhage een congres worden gehouden, in 't bijzonder ter bespre king van de rechtspositie en de salaricering der Rijksambtenaren. Het congres zal heb ben na te gaan, welk standpunt de Centrale zal hebben in te nemen ten opzichte van het in voorbereiding zijnde Rijksambtenaren reglement WEG NAAR DE RUÏNE VAN BREDERODE GEEN AFSLUITING DOOR EEN TOL? Vermoedelijk zal de Ruïne van Bred erode van den publieken weg nie* door een parti culiere tol worden afgesloten. De heer A. Meycr, eigenaar van den langs de Ruïne loopenden weg heeft n.l. van den Minister van Onderwijs het verzoek ontvangen, vóór 24 Febr. a.s. te willen med^deelen, welke vergoeding hij eventueel voor het onderhoud van den weg zou wenschen te ontvangen. UIT DE ANTI-REV. PARTIJ. GELDERSCH PROV. CQMITE VERGADERING OP 20 FEBRUARL Het Provinciaal Comité van A.-R. Kies- vercenigingen in Gelderland vergadert op Donderdag 20 Fenruari 1930, des voorn»id- dags 1030 uur in liet gebouw voor Christe lijke Belangen te Arnhem. Op de agenda komt o. a. voor: Verkiezing leden Moderamen wegens pe riodieke aftreding van Jhr. J Beelaerts van Blokland, Oosterbeek. Mr. A. v. d. Deur*. Bennekom, J. van Gestel, Zetten. Rapport van den secretaris over den ver* kiezings-uitslag en den toestand in de pro* incle, met conclusies van het Moderamen. Respreking voorbereiding verkiezing Prov. Staten. Referaat van den heer J W van Munster, cretaris van de Neilerlanrlsrhe Midder- ja-i tzendi-gte \rn'em. over: .W t Ie A.-R Partij deed en doen kan voor de publieke eerbaarheid"!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 1