ItebAac&ó OuzamOvajokeu
BINNENLAND.
DE ZUIDERZEEWERKEN
Bij Gevatte Koude Cqmab rm*
SAMBO EN JOCKO
MAANDAG 10 FEBRUARI 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5
DE JAARBEURS TE UTRECHT
Het tweede Jaarbeursgebouw zal met de
voorjaarsbeurs, die van 11 tot en met 20
Maart wordt gehouden, In gebruik worden
genomen. Het tweede gebouw is evenals
het eerste vijf vef-diepingen hoog. De ex
positieruimte in dat gebouw met semi-per-
manente hal bedraagt 5200 M.2.
In hot eerste Jaarbeursgebouw is een expo
sitieruimte van 5700 M.2, zoodat men door
ingebruikneming van het tweede gebouw,
dat met het eerste een geheel vormt, een
to.ale expositieruimte van 10,900 M2. krijgt
Hoewel de expositieruimte bijna is verdub
beld en het geheele terrein Vredenburg in
gebruik wordt genomen, is alle beschikbare
ruimte verhuurd.
CHR. WERKLIEDENVEREEN.
50-JARIG BESTAAN AFD. DEN HAAG.
Op Dinsdag 4 Maart zal de afdeeling Den
Haag der Christ. Werklieden vereeniging
Onze hulp is in de naam des Hceren, een
vergadering in de Groote Kerk houden, ter
herinnering van haar 50-jarig bestaan. Als
sprekers treden dien avond op dr. J. A. Slo
tenmaker de Bruine en dr. E. J. W. Posthu
mus Meijos, Ned. I-Ierv. predikant te den
Haag.
De feestelijke herdenking van dit 50-jangc
bestaan vindt plaats in de groote zaal van
den Dierentuin, op Woensdag 19 Maart Als
feestredenaar zal dien avond optreden ds. I.
Voorsteegh, Ned. Herv. predikant te den
VOOR DE RECHTEN VAN
DE VROUW
In de openbare vergadering op 14 Maart
Jn Den Haag te houden ter behandeling van
het vraagstuk van de nationaliteit der ge
huwde vrouw, zal den aanwezigen instem
ming worden verzocht met de volgende re
solutie:
„Dat een vrouw, gehuwd of ongehuwd,
hetzelfde recht als de man behoort te be
zitten, haar nationaliteit te behouden of te
wijzigen."
FEDERATIE VAN
RECLASSEERINGSVEREEN.
VERGADERING TE DELFT.
Men schrijft ons:
Vergadering van de Federatie van Recl.-
vereenigingen te Delft, gehouden op Vrij
dag 7 Febr. 1930.
De voorzitter, Ds. T. J. Hagen, opent do
vergadering en heet allen hartelijk welkom,
inzonderheid Ds. Ledeboer, directeur van
het Centraal Bureau van Amsterdam, le
den van den Gemeenteraad, die zoo mild
voor subsidie zorgt en de recherche. Hun
tegenwoordigheid wijst er op, dat er een
goede samenwerking bestaat tusschen de
politie en Reclasseering. Reclasseering is
geen liefhebberij van enkele personen, het
is een roeping en taak, die van Godswege
op ons ligt
Verdey wijst de voorzitter op de aange
name samenwerking tusschen de verschil
lende vereenrfigingen en hoopt dat God
geeft dat het neg jaren zoo mag blijven.
Het verslag van den serretaris toont aan,
dat door de Delftsche federatie 42 men
seden zijn geholpen.
Hiervan zijn door den Chr. Reel. 'Bond
22 rapporten gemaakt en een request aan
H M. de Koningin gezonden.
De R. C. Reel. 9 rapporten en 3 bijzonder
inlichting.
Leger des Heils 5 rarmorten, Zedelijk Ge
nootschap had 3 rapporten.
Veroordeeld werden 3. niet vervolgd 5
voorw. veroordeeld 15, voorwaardel'ik met
vervolgd 2'. geldboete 5 personen, terwijl in
4 gevallen nog uitspraak moeten worden
gedaan.
De penningmeester deelde mede, dat de
inkomsten bestonden u't de gemeente-subsi-
dip en de contributie van enkele personen,
tezamen f etO.RO'A. de uitgaven waren
f 510,75: saldo f 100.15.
Ds. Ledeboer spreekt zijn blijdschap uit,
dat Hij de gelegenheid heeft de Federatie te
mogen toespreken, en gaat even door on
het woord ran den voorzitter, over samen
werking.
Door den secretaris van den Chr. Recl.-
Bond wordt medegedeeld dat de Bond 21
Febr. a.s. een openbare vergadering hoopt,
te houden, waar als sprekers zullen optre
den Prof. Dooyeweerd uit Amsterdam en
Ds. Vessema, Herv. pred. te Loosduineu.
De voorzitter wal, voordht hij de vergade
ring sluit, nog even in herinnering brengen,
dat twee vrienden, cliie het vongo jaar nog
met ons waren, gemist .worden. Pastoor Kes-
scls werd uit het leven wegigendmen en de
heer Nak van het leger moest zijn werk
nederleggen. Met een woord van dank voor
al de belangstelling eindigde spreker en sloot
de vergadering
FEUILLETON
DE AFSLUITING EN DROOGLEGGING
VAN DEN EERSTEN POLDER
De gemalen te Den Oever en
Medemblik officieel in gebruik gesteld
DOOR DEN MINISTER VAN
WATERSTAAT
Tegelijk met het aanleggen van den dijk
tusschen Wieringen cn de Frlcsche kust tot
afsluiting van do Zuiderzee waarvan de
sluiting in Augustus 1932 venvacht wordt
werd sinds hot voorjaar 1927 gewerkt
aan het maken van den Noordwestelijken
of Wioringermeerpolder door het leggen van
een ongeveer 18 K.M. langen dijk van Me
demblik naar Wieringen. Op 29 Juli 1929 is
het laatste gat in dezen dijk dichtgemaakt,
waarmede de Wieringermeer was tot stand
gekomen. Voor het droogmalcn van dozen
polder werden zoowel bij Wieringen als bij
Medemblik gemalen gebouwd in daarvoor
in ree drooggelegde werkputten, terwijl ten
slotte in de Wieringermeer reeds voor de
afsluiting de afwaterings- en scheepvaart
kanalen werden gebaggerd.
Gedurende het najaar van 1029 werd de
afsluitdijk van den Wieringermeerpolder ver
der afgewerkt on iritusschon kwamen tegen
het einde van het jaar de beide groote ge
malen gereed. Hiermede was het eerste
stadium van de werkzaamheden voor den
eersten Zuiderzeepolder gereed.
De tweede phase is heden ingetreden met
het officieel in dienst stellen van do beide
gemalen door den Minister van Waterstaat
Mr. P. Reymer.
De oliloieele In dienststelling.
Tegen half twaalf arriveerden met een
extra-trein uit Amsterdam vele genoodigden
te Medemblik om bij de officieele in dienst
stelling van de beide gemalen te Medem
blik en Wieringen tegenwoordig te zijn.
Van het station begaf het gezelschap zich
onmiddellijk naar het bemalingsgebouw op
ongeveer vijf minuten afstand gelegen.
Ir. D. Roosenburg is er door het weg
laten van elke overbodige versiering in ge
slaagd van dit bij uitstek technisch gebouw
een stijlvol geheel te maken, waarbij zelfs
de zoven hoven grondsche sterkstroomdraden
die de 50.000 volt stroom uit Alkmaar aan
voeren niet storend optreden.
In de groote machinehal, vanwaaruit één
man in staat is het geheele complex van
pompen te bedienen, had de plechtige of
ficieele in dienststelling plaats.
Onder de vele aanwezigen merkten wij
op de Commissaris der Koningin in de pro-
vnicie Noord Holland Jhr. R. Roell, de voor
zitters en griffiers van de beide Kamers der
Staten Generaal, de leden van den Zuider
zeeraad, vele leden van de Staatscommissie
Loréntz, van de commissio-dr. Lovink, van
de Commissie-Mr. G. Vissering, vele inge
nieurs van de Zuiderzeewerken, de direc
ties van de maatschappijen, dfo de werken
uitvoeren, het gemcentebesttüur van Medem
blik en vele anderen.
Nadat vervcrschingen waren rondgediend,
nam eerst de Directeur-Generaal van den
dienst der Zuiderzeewerken Ir. V. J. P. d e
Blocq van Kuffeler het woord die in
het kort een overzicht gaf van de tot stand
gekomen werken.
Rede ir. de Blocq van Kuffeler.
Spr. wees erop, dat het aanvankelijk in
de bedoeling lag eerst de afsluitingen te
maken en daarna tot de inpoldering over
te gaan, dit. standpunt is gewijzigd na het
staande gebrek aan cultuurgrond voor den
Landbouw naar voren heeft gebracht. Na de
bezwaren hiervan naar voren te hebben ge
bracht, geeft spr. een overzicht van de
werkzaamheden voor de afsluiting van de
Wieringermeer. Spr. verzweeg niet, dat de
kosten van de bedijking belangrijk hooger
zijn geworden dan deze eertijds waren ge
raamd.
Bij een werk dat een kwart eeuw duurt,
is het echter niet mogolijk met het oog op
de wisfèeling van het prijsniveau de begroo
ting absoluut vast tc stellen.
De prijzen der grondwerken waren bijv.
over 1929 8]/2 lager dan over 1928. Reeds
voor de droogmaking zijn in don polder dc
noodige hoofdkanalen gebaggerd, welke het
water naar do gemalen zullen voeren. De
sterkte der gemalen is bepaald door de
eischen van ontwatering, welke dc land
bouw stelt Het polderpcil is in verband
daarmede vastgesteld op MO M. onder het
laagst gelegen land, terwijl vorder in de
periode van hét grootste waterbczwaar geen
grootere verhooging dan enkele decimeters
wordt toegelaten. Het nieuwe gemaal te
Medemblik met zijn 3000 W.P.K. is het
machtigste gemaal in ons land en, voor
zoover spr. bekend, ook in het buitenland.
Na een overzicht te hebben gegeven van
de geschiedenis van het gemaal stelde de
Directeur-Generaal den Minister van Water
staat voor, na dit gemaal in oogenschouw
te hebben genomen, order te geven tot het
in-bedrijf-stellen van de gemalen te Medem
blik en Den Oever, ten einde een aanvang
te maken met het droogleggen van den
eersten Zuidcrzeegrond.
Daarna werd het woord gevoerd door den
voorzitter van den Zuiderzeeraad. den heer
H. Col ij n, die wees op het groote belang
van de Zuiderzeewerken voor ons land.
Rede Mr. P. Reymer.
Hierop hield de Minister van Waterstaat
Mr- P. Reymer een rede. Spr. schetste hoe
hij bij de woorden van den Directeur-Gene
raal onder den indruk was gekomen van
de beteekenis der onderneming, waarvan dit
werk een onderdeel vormt
Wij weten ons aldus de Minister
gedragen door den wil van het volk om
dit werk tot verhooging van de volkskracht
tot een goed einde te brengen. Het geheele
Nederlandsche volk zal medewerken om dit
grootsche cultureele monument te voltooien.
Uitvoerig stond spr. hierna stil bij de ge
schiedenis van de droogmaking van
Zuiderzee. Reeds in 1849 werden hiertoe de
plannen die na vele veranderingen en wijzi
gingen leidden tot de thans geldende wet
van 1918. Spr. herinnerde in dit verband
aan het optreden van Minister Lely, die van
den aanvang af de ziel en de stuwkracht
van het werk is geweest In 1913 trad Ir.
Lely ten derde male als Minister op en toen
kwam de grpote voorbereiding in de eind-
phase.
Doordat het Kabinet bij zijn optreden In
de troonrede indiening van een wetsontwerp
tot uitvoering der afsluiting en gedeeltelijke
droogmaking van de Zuiderzee aankondigde
werd groote bolangstelling gewekt
Lely heeft met immer falende energie-den
eindpaal weten te bereiken en werkte nog
op hoogen leeftijd als voorzitter van den
Zuiderzeeraad van nabij mede aan de vraag
stukken, die nog waren op te lossen.
Kan het verwonderen, aldus de Minis
ter dat nu wij op het punt staan het
eerste voltooide werk in gebruik te stellen,
de regeering daaraan den naam wil ver
binden van dezen man van initiatief en
daadkracht? Zoo zal het gemaal bij Den
Over de „Leemans" heeten, tot dank voor
hetgeen beiden voor tijdgenoot en nage
slacht hebben verricht
Hierop bracht de Minister dank aan de
Directie en de aannemers en aan allen, die
hun beste krachten aan den bouw van het
werk hebben gewijd-
Aan het slot van zijn rede gaf de minis
ter het sein tot
Het voltooide gebouw van hel gemaal nabij Medemblikgenoemd naar wijlen oud-
minister Dr. C. Lely; Westgevel (links) en Zuidgevel (rechts). Op den achtergrond de
dienstwoningen-
NEDERLANDSCH MOTORSCHIP
GEZONKEN
TWEE OPVARENDEN
VERDRONKEN
Zaterdagmiddag is op de Theems het Ne
derlandsche motorschip „Oranje", dat in ont
redderden toestand dc rivier opgesleept werd,
gezonken. Do kapitein, genaamd Tulp uit
Groningen cn dc Duitsche kok Walter, zijn
hierbij om het leven gekomen. Hun lijken
zijn nog niet gevonden.
Het schip, dat zijn eerste reis maakte, was
Donderdag van Antwerpen vertrokken met
bestemming naar Londen. In het Kanaal
stak een hevige storm op, waardoor het
chip zware averij opliep, zoodat het sleep
boothulp moest inroepen. Tijdens het slee
pen heeft dc „Oranje" zooveel water ge
maakt, dat het op de Theems zonk. Alles
ging zoo spoedig in zijn werk, dat de beman
ning geen voldoende gelegenheid had zich
in veiligheid te brengen met het gevolg, dat
de kapitein en dc kok verdronken. Een an
der lid der bemanning, een Nederlander, be
kwam een ernstige hoofdwonde en moest
naar het ziekenhuis worden overgebracht.
Volgens het N. v. d. D. moet deze Neder
lander, een zekere v. d. Ley, 20-jarig stuur
man, verklaard hebben, dat er heel weinig
aan den schoener deugde. Toen het schip
lek sloeg zou hij den kapitein aangeraden
hebben de noodvlag te hijschen, maar daar
van wilde hij aanvankelijk niets weten: het
was zijn eigen schip en zijn eerste reis
daarmee. I-Iij dacht nog wel voor den storm
en op eigen kracht binnen te kunnen loo-
pen.
Ten slotte ging het sohip echter zoo diep
liggen, dat de kapitein voor mijn overreding
bezweek, aldus v. d. Ley in genoemd blad.
Een marine-radersleepboot kwam ons te hulp
en nam ons op sleeptouw met het doel de
„Oranje" op een zandbank te zetten. Ook
een ander Hollandsch schip, de „Geertruida"
verleende assistentie. Wij stonden intus-
schen tot de borst in het water.
Plotseling werd onze toestand uiterst
hachelijk: het voorschip begon te zinken;
even later een schok: de voorsteven had den
grond geraakt Het was een verschrikkelijk
oogenblik; direct sprong ik overboord, ge
volgd door den kapitein en den Duitscher.
Ik zelf ben een goed zwemmer en gehol
pen door een stuk hout kon ik mij drijvende
houden. De arme Walter kon zich echter
bijna geen oogenblik boven water houden;
ik zocht nog naar hem, maar hij moet on
middellijk in de diepte zijn verdwenen. Ook
kapitein Tulp verging het niet beter; ik zag
alleen nog maar zijn naar boven geheven
armen, voordat ook hij in de diepte ver
dween.
Door den stroom werd ik naar de „Geer
truida" gedreven; die lag het dichtst bij mij,
want de Engelsc.he boot had zoodra ons
schip be.gon te zinken, den kabel doorgesne
den om zelf niet meegetrokken te worden.
Na een kwartier in het ijskoude water te
zijn geweest, werd ik aan boord geheschen.
waar ik door middel van een warme groc en
droge kleeren snel opknapte.
PAPEGAAIEN-ZIEKTE
TE AMSTERDAM
Te Amsterdam zijn in het Wühelminagast-
huis opgenomen drie leden van een gezin, wo
nende in de Spechtstraat aan den overkant
van het IJ. Een der patiënten heeft longont
steking. In hun woning is een papegaai ge
storven. Daar nu een symptoom van de pape
gaaienziekte vaak longontsteking is, is_ het
niet uitgesloten, dat het dier aan die ziekte
leed en de menschen besmet heeft. Een kat
van het gezin is gestorven na den papegaai,
dit uit Zuid-Amerika afkomstig was. Op dié
kat is een sectie verricht en het dier bleek aan
longontsteking te zijn gestorven, zoodat ook
deze besmet zou kunnen zijn.
Telefonisch werd het sein doorgegeven
naar Wieringon en terwijl op beide gebou
wen en de gemeentehuizen dc vlaggen
den geheschen, werden onder het luiden der
klokken do pompinstallaties in werking ge
steld om in con tin u-bed rijf in zeven a acht
maanden den Wieringermeerpolder' leeg te
malen.
In groepen bezichtigden de aanwezigen
onder deskundige leiding vervolgens het ge
bouw en zijn. inrichting en te drie uur on
geveer vertrokken dc*gaston weer per extra-
trein uit Medemblik.
INGEZONDEN HEB EDEELING.
«Tv-y WaTJTI lnfl"en". Grif>p en vJCSI bietten
PB. A.i^. - Koorts; Rh8UmatlekWwctu,
Hoofdpijn en Kiespijn Pr„. 75 bh Apotb Dropte»
Uit Oost-lndie.
R. DURING HOLT
BATAVIA, 8 Februari (Ancta). Den 16en
Februari c.k. zal alhier arriveeren dc hoer
R. During Holt. oud-partner van de reeders-
firma Alfred liolt cn Co uit Liverpool. De
heer ITolt die vergezeld wordt door zijn echt-
genoote, heeft het voornemen opgevat een 14-
claagschc plezierreis over Java tc maken.
DRIE TOKO'S IN DE ASCH GELEGD
Door ontbrandend vuurwerk.
Schade f 100.000.
SEMARANG, 7 Februari. Gistermiddag
brak in de toko van Thin Ilwat Hoe Redok-
,in het Chinecschc kamp gelogen brand
uit als gevolg van het vlam vatten van een
partij vuurwerk. Dc Chineesche tokohouder
een handelaar in kramerijen probeerde n.l.
een stuk vuurwerk hetwelk ontijdig sprong
de toko. Het vuur sloeg daarop over op
aldaar opgeslagen voorraad vuurwerk, waar
door in weinige minuten een ware vlammen
zee ontstond. Te midden van de helschevuur
gloed en oorverdoovend geknal ontvluchtten
de zich in dc winkel bevindende Chineezen
die zich den uitgang aan de voorzijde zagen
afgesneden', door het achterhuis. Daar zij
aldaar een kali vonden zagen zij zich ge
noodzaakt in liet water te springen, aldus
aan een wissen dood ontkomend.
Daar de brand oversloeg op andere per-
ceelen werden drie toko's in de asch ge
legd. De schade .wordt geraamd op f lOO.üv
BATAVIA. Bjj de behandeling van de be-
grootingsafdeeling justitie,verklaarde de re
geering bij monde van haar gemachtigde mr.
J. J. Schrieke, directeur van justitie, dat bij
de vervanging van de poenale sanctie door het
stelsel van vrijen arbeid de grootste voorzich
tigheid, alsmede overleg moet worden betrach:
Spreker gelooft, dat het nieuwe ontwerp, in
zaïke de inkrimping van de poenale sanctie
dan ook in breede kringen bevrediging zal
wekken.
De behandeling van de motie-van Lonkhuy-
zen over het Kantoor van Arbeid is, na ver
zachting van den tekst tot de volgende rich
ting uitgesteld. Eveneens een motie-Soeroso
inzake aanstelling van inheemsche en Chinee
sche arbeidsinspecteurs. (Aneta).
De regeeringsverklaring inzake de huiszoe
kingen bij de P.NJ., op 10 Januari in den
Volksraad afgelegd, is denzelfden ochtend ook
ip het Maleisck verschenen, als uitgave van
Pantai Poestaka, het Kantoor voor de Volks
lectuur.
WAT EENS OP
10 Februari
GEBEURDE:
Toen Christine van Zweden, de dochter
van Gustaaf Adolf in 1654 de kroon had
neergelegd, volgde haar neef, Karei Gustaaf
palsgraaf van Zweibrucken, haar op. Hij
was een geweldig dik mensch, menschen-
schuw en zeer gesloten, doch van een on
verzadigde eerzucht en bliksemsnel in het
ontwerpen en handelen.
Op den 20sten Februari had Denemarken,
als verlamd door den vermetelen tocht van
de Zweden over de bevroren Belten, den
voor Denemarken ongclukigcn vrede geslo
ten te Rpskilde. Maar na den vrede had
Karei Gustaaf berouw, dat hij niet van de
mooie gelegenheid gebruik had gemaakt,
om geheel Denemarken te veroveren en op
den Ssten Augustus 1658 lag hij plotseling
met een transport van 8000 man voor Kor-
seur aan de groote Belt, terwijl twee andere
Zwcedsche vloten de Sont naar het Zuiden
en het Noorden versperden.
Op den lldcn Augustus stond hij voor
Kopenhagen, dat met zijn slechte vesting
werken bijna weerloos was-
De woordbreuk en het trouweloos verbre
ken van den vrede hadden intusschen een
diepe verbittering gewekt- Het gevoel, dat
het bestaan van het rijlc, leven en
dood. vrijheid cn welvaart op het spel
stonden, moedigde iedereen aan, zich zoo
goed mogelijk te "verdedigen. In den
loop van enkele dagen waren de oude wal
len verbeterd en nieuw opgeworpen. Karei
X moest dadelijk het plan opgeven, Kopen
hagen stormenderhand te nemen en begon
een formeele belegering, die van 11 Aug.
1658 tot 22 Mei 1660 duurde. Daar de vijand
toen de oogst nog op het land stond, het land
was binnengevallen, heerschte al spoedig
groot gebrek aan voedsel in deze stad. Doch
verschillende gelukkige uitvallen verhoog
den het vertrouwen van de bevolking.
Nu zien we Nederland optreden. Wanneer
Zweden den toegang tot de Oostzee kreeg,
zag het er voor ónzen handel in deze buurt
heel slecht uit
Onder Wassenaar—Obdam ging een vloot
uit.
Op den 29sten October 165S had bij
Kromberg een zeegevecht plaats, waarin de
Nederlanders er in geslaagd waren door de
Zweedsche vloot, te komen cn de belegerde
stad proviand en versche hulptroepen te
brengen.
In don nacht van 10 Februari 1659 poogde
Karei X met zijn gansche krijgsmacht de
stad tc bestormen, doch hij werd met groote
verliezen teruggeslagen.
De 10 Februari was van beteekenis. Ko
penhagen cn geheel Denemarken waren door
het afslaan van don aanval gered en de
macht van Zweden was gebroken-
[Nadruk verboden),-
VAN EEN LEEUW EN EEN AAP
3. Ai! Plotsling rijst zijn haar te berge!
O, jongens,-wat een schrik is lat!
In plaats van 't zoete, teed're Sientje,
Houdt hij een gróóten leeuw -
omvat!
Hij bloost tot achter in zijn nek,
En vliegt in één sprong over 't hek!
94. Sam schudt z'n manen van het. lachen,
Vervolgens klimt hij voor de mop,
Bij een in aanbouw zijnde woning.
Hup, een, twee, drie, de ladders op!
De metselaars gaan allemaal
Bleek van ontzetting aan den haal.
(Wordt Woensdag vervolgd.)
INGEZONDEN MEDEDEELING.
DIE ZIJN LEVEN VERLIEST
Door T P RIKSEN
(22
En deze gedachtengang weerspiegelde
zich in het woord, waarmede hij zijn bedie
ning aanvaardde:
,J>e mensch nochtans, die in waarde is,
blijft niet; hij wordt gelijk als de beesten,
dip vergaan.
Deze hun weg is een dwaasheid van hen;
nochtans hebben hunne nakomelingen een
welbehagen in hun woorden.
Men zet ze als schapen in het graf, de
dood zal ze afweiden; en do oprechten zul
len over hen heerschen in dien morgenstond
en het graf zal hunne gedaante verslijten,
elk n't ziin woning.
Maar God zal mijne ziel van 't. geweld
des grafs verlossen, want Hij zal mij opne-
Het was geen wonder, dat de avond zijner
bevestiging hem nooit uit het geheugen zou
Hoo machtig had het hem aangegrepen,
tpr- h'i voor den cbenst met de andere
pre^'k-mten in de consistoriekamer wachtte,
toen. eestennd door het volle werk van het
or~~- 1<r^nh(i„n aezang der opeenge-
pak' "hnro opklonk:
Slechts met moeite kon hij zich van de
kerkeraadskamer uit een weg banen naar
den kansel. Welk een aanblik die menschen
menigte, de kerk tot in de uiterste' hoeken
vullend! De veelheid zijner hoorders greep
hem een oogenblik aan ,ook omdat hij aan
stonds tot hen zou hebben te spreken, maar
meer nog, omdat hij op dit moment de
scherpe tegenstelling gevoelde tusschen zijn
zware verantwoordelijkheid en zijn zwakke
kracht
Doch onder het spreken en toen hij, terwijl
de menigte den slotzang aanhief, zijn blik
over de hoorders liet glijden, werd zijn vrees
verdreven door een gevoel van dankbaar
heid, dat er in deze groote stad van stofver-
goding en zedeloosheid nog zoovele duizen
den werden gevonden, die althans uitwen
dig met de kerk des Heeren medeleefden,
cn er onder hen toch nog velen waren, die
lust hadden in Zijn dienst en die, ondanks
de verleiding van schijngeluk en klatergoud
van ganscher harte heieden: „Maar mij
aangaande, het is mij goed nabij God te
wezen".
Aldus was zijn blijde inkomste hier ge
weest!
Doch hoe broos zijn 's menschen plannen.
Meende Ds. Mertens zijn verderen levens
loop, tenminste wat de eerstvolgende jaren
betrof, nu wel te kunnen uitstippelen, al
spoedig kwamen zware nevelen van tegen
spoed den horizont verduisteren.
Na de stellige uitspraak van Prof. van
der Bilt, dien hij met het oog op zijn gestel
had geraadpleegd: „U moet de groote stad
verlaten en dat wel zoo spoedig mogeliik,"
was Da Mertens de laatste weken bijna
voortdurend met zichzelf bezig geweest En
als hij in zijn gedachten de drie laatste
jaren nog eens doorleefde, moest hij erken
nen, dat de avond van zijn intrede, welken
hij destijds als den eersten stap op den
stijgenden weg zag, juist het hoogtepunt in
zijn leven was geweest terwijl onmiddellijk
daarna zijn levenspad, zij het aanvankelijk
niet bemerkbaar, afdaalde naar het dal der
vernedering.
Niet dat hij vóór zijn komst hier zulk 'n
gemakkelijk leven had gekend; verre van
dat! Maar alle moeite, welke hij moest over
winnen, had hem zijn geluk niet kunnen
ontrooven, omdat een heerlijk doel hem
wenkte en hij, door don strijd, welken hij
ter bereiking van zijn ideaal op stoffelijk
gebied had te voeren, had geleerd uit het
geloof te leven.
Hoe helder stond hem voor den geest de
avond, welke nu een en twintig jajen ge
leden van beslissenden invloed voor zijn
verder leven was geweest!
Het was toen hij de M.L'.L.O.-School had
doorloopen en liij reeds één jaar handels
onderwijs had genoten. Zijn vader stelde
hem dien avond de vraag, wat hij wilde
worden, aangezien hij nog slechts één leer
jaar voor zich had.
En daarop had hij geantwoord hij her
innerde zich letterlijk élk woord „Va
der, misschien lacht, u mij uit, als ik het
zeg; misschien zegt u: dat is onmogelijk,
zet dat uit je hoofd: maar ik zou zoo gaar
ne, indien het mogelijk was, predikant wor
den. Ik weet wel, dat het kantoor mijn
voorland is, ik zal er mij in schikken, als
het noodig is, maar vraagt u mij, wat ik
gaarne zou worden, indien onze omstandig
heden anders waren, dan weet u het nu."
Onder het uitspreken dier woorden ge
voelde hij de kleur bij zijn gelaat optrek
ken. Voor hot eerst had hij liet geheim van
zijn hart verraden. Nu wachtte hij af, wat
zijn vader zou antwoorden, of eigenlijk: hij
wachtte niet anders dan een hartelijken
•lach en wellicht de woorden: „hoe haal je
dat in je hoofd?"
Maar noch die lach, noch die woorden
kwamen. Op zijn vaders gelaat lag buiten
gewone ernst te lezen en met een teederon
klank in zijn stem antwordde hij: „Mijn
jongen, is dat je wcnsch, is dat je lèvcns-
wensch, is dat dc begeerte, welke je boven
alle anderen vervuld zoudt willen zien, niet
maar als een opwelling van het oogenblik,
maar overdacht en doordacht? Dan zullen
je moeder cn ik alles doen, wat in ons ver
mogen is, om je tc helpen je doel te be
reiken. Rijk zijn we niet, dat weet je, maar
we zijn zuinig geweest en kunnen neg zui
niger zijn, en dan, je bent ons eenig kind.
Wat je mij .zoooven hebt gezegd, is de ver-
hooring van de voortdurende bede van je
moeder zoowel als van mij, maar nooit heb
ben we er met je over gesproken, omdat we
je volkomen vrij in je keuze'wonschten te
laten en je op geenerlei wijze wilden be
ïnvloeden."
Het was de diepste blik, welken Jacob
Mertens ooit in het rotsvaste geloof van zijn
vader zou krijgen, toen deze voortging:
„Leeren kan je wel, daarvan heb je het be
wijs gegeven, en wanneer er bij jou slechts
is gebed, ijver en volharding, dan, hóe
weet ik niet, kómt het geld er, dat geloof ik,
zoo zeker als ik bier voor je sta!"
Wat waren zijn ouders al die jaren voor
hem geweest! Was het niet hun geloof, hun
stalen volharding geweest, welke hem, tel
kens als vertwijfeling aan de verwezenlij
king van het zoo verre en zoo moeilijk te
bereiken doel hem den moed dreigde te ont
nemen, opbeurde en prikkelde tot nog groo-
ter inspanning?
Hij alleen wist, wat zijn oudere in hun
eenvoudigheid al dien tijd voor hem waren
geweest In ontwikkeling bij hem achter
blijvend, waren zij toc.h door hun helder In
zicht, hun gezonde opvattingen, hun kinder
lijk, onwankelbaar geloof de vertrouwden
van hun zoon gebleven, in al zijn zorgen,
in geestelijk en stoffelijk opzicht deelend.
En dan al de opofferingen, welke niet
vermochten den vastberaden trek om den
mond tot rimpels van vermoeidheid of on
tevredenheid te vervormen, maai' naarmate
de jaren voorbij gleden hun levensblijheid
schenen te verdiepen.
De verwezenlijking van zijn ideaal bracht
voor Jacob Mertens zelf ook heel wat in
spanning mede. In zijn universiteitsjaren
zag hij zich verplicht dos avonds het ma
chinale werk van oen rekening-courant-boek
houder aan een bankinstelling waar te ne
men. om dooi' eenige verdienste liet voldoen
van collegegelden en kamerhuur mogelijk
te maken. Wanneer hij zich dan na afloop
zijner werkzaamheden door de verlaten
straten huiswaarts spoedde, met de weten
schap nog enkele uren van zijn nachtrust
■aan ingespannen studie te moeten besteden,
kon moedeloosheid hem wel eens bekrui
pen. Doch stelde hij zich dan het leven
zijner ouders voor oogen, die zich om zij
nentwil jaar in jaar uit rust en genot ont
zegden, dan greep schaamte over zijn
zwakheid hem aan, en het onwankelbaar
vertrouwen, dat zijn ouders in zijn kun
nen bleken te stellen, schonk hem op zulke
oogenblikken de oprechte begeerte op den
ingeslagen weg voort te gaan, al was het
maar om hen niet te leur te stellen. Zóó
had hij zijn studie kunnen volbrengen, zóó
was hij predikant geworden!
Het kon niet anders of er was na zulifc
een moeilijken weg een onuitsprekelijk»
vreugde in zijn hart, toen hem het voor
recht verleend word zijn intrede to doen in
de kleine dorpsgemeente. Hij had immers
voor zooveel te danken, niet het minst
déiirvoor, dat zijn ouders waren gespaard en
zij dien avond mochten beleven.
Zij waren ter gelegenheid zijner bevesti
ging er*»'e dagen in cle pastorie gelogeerd
en de blijdschap der oude menschen, welke
zich maar niet voldoende kon uiten cn al
toos weer nieuwe roden tot vreugde en dank
gade te slaan. Het werd al spoedig ge
woonte. dat. zijn ouders van tijd tot tijd
overkwamen, inzonderheid om telkens de
feestdagen in de pastorie door te bron gen.
In dat. kleine dorp was Ds. Mertens tot
rust gekomen. Financieele zorgen, welke
zoo ontzettend kunnen afmatten, kende hij
niet meer, en do zorgvuldige behartiging
van zijn ambtelijk werk werd een bron van
voortdurende bevrediging voor hem. Zoo
gleed een zevental in alle opzichten voor
spoedige jaren voorbij, waarin noch de klei
nere beslommeringen van het dagelijksch'
leven, noch de zwaardere zorgen, aan het
ambt verbonden, het geluk van dominee en
mevrouw kort voor zijn intrede was hij
in het huwelijk getreden vermochten te
verduisteren. Ruim een jaar na hun huwe
lijk werd hun gezin vermeerderd door de
geboorte van een meisje, dat zij Gerardine
noemden en een reden te meer voor de groot
ouders werd om van tijd tot tijd over te
komen.
XWordt vervolgd.).