ItebAac&ó OuzamOvajokeu BINNENLAND. DE ZUIDERZEEWERKEN Bij Gevatte Koude Cqmab rm* SAMBO EN JOCKO MAANDAG 10 FEBRUARI 1930 TWEEDE BLAD PAG. 5 DE JAARBEURS TE UTRECHT Het tweede Jaarbeursgebouw zal met de voorjaarsbeurs, die van 11 tot en met 20 Maart wordt gehouden, In gebruik worden genomen. Het tweede gebouw is evenals het eerste vijf vef-diepingen hoog. De ex positieruimte in dat gebouw met semi-per- manente hal bedraagt 5200 M.2. In hot eerste Jaarbeursgebouw is een expo sitieruimte van 5700 M.2, zoodat men door ingebruikneming van het tweede gebouw, dat met het eerste een geheel vormt, een to.ale expositieruimte van 10,900 M2. krijgt Hoewel de expositieruimte bijna is verdub beld en het geheele terrein Vredenburg in gebruik wordt genomen, is alle beschikbare ruimte verhuurd. CHR. WERKLIEDENVEREEN. 50-JARIG BESTAAN AFD. DEN HAAG. Op Dinsdag 4 Maart zal de afdeeling Den Haag der Christ. Werklieden vereeniging Onze hulp is in de naam des Hceren, een vergadering in de Groote Kerk houden, ter herinnering van haar 50-jarig bestaan. Als sprekers treden dien avond op dr. J. A. Slo tenmaker de Bruine en dr. E. J. W. Posthu mus Meijos, Ned. I-Ierv. predikant te den Haag. De feestelijke herdenking van dit 50-jangc bestaan vindt plaats in de groote zaal van den Dierentuin, op Woensdag 19 Maart Als feestredenaar zal dien avond optreden ds. I. Voorsteegh, Ned. Herv. predikant te den VOOR DE RECHTEN VAN DE VROUW In de openbare vergadering op 14 Maart Jn Den Haag te houden ter behandeling van het vraagstuk van de nationaliteit der ge huwde vrouw, zal den aanwezigen instem ming worden verzocht met de volgende re solutie: „Dat een vrouw, gehuwd of ongehuwd, hetzelfde recht als de man behoort te be zitten, haar nationaliteit te behouden of te wijzigen." FEDERATIE VAN RECLASSEERINGSVEREEN. VERGADERING TE DELFT. Men schrijft ons: Vergadering van de Federatie van Recl.- vereenigingen te Delft, gehouden op Vrij dag 7 Febr. 1930. De voorzitter, Ds. T. J. Hagen, opent do vergadering en heet allen hartelijk welkom, inzonderheid Ds. Ledeboer, directeur van het Centraal Bureau van Amsterdam, le den van den Gemeenteraad, die zoo mild voor subsidie zorgt en de recherche. Hun tegenwoordigheid wijst er op, dat er een goede samenwerking bestaat tusschen de politie en Reclasseering. Reclasseering is geen liefhebberij van enkele personen, het is een roeping en taak, die van Godswege op ons ligt Verdey wijst de voorzitter op de aange name samenwerking tusschen de verschil lende vereenrfigingen en hoopt dat God geeft dat het neg jaren zoo mag blijven. Het verslag van den serretaris toont aan, dat door de Delftsche federatie 42 men seden zijn geholpen. Hiervan zijn door den Chr. Reel. 'Bond 22 rapporten gemaakt en een request aan H M. de Koningin gezonden. De R. C. Reel. 9 rapporten en 3 bijzonder inlichting. Leger des Heils 5 rarmorten, Zedelijk Ge nootschap had 3 rapporten. Veroordeeld werden 3. niet vervolgd 5 voorw. veroordeeld 15, voorwaardel'ik met vervolgd 2'. geldboete 5 personen, terwijl in 4 gevallen nog uitspraak moeten worden gedaan. De penningmeester deelde mede, dat de inkomsten bestonden u't de gemeente-subsi- dip en de contributie van enkele personen, tezamen f etO.RO'A. de uitgaven waren f 510,75: saldo f 100.15. Ds. Ledeboer spreekt zijn blijdschap uit, dat Hij de gelegenheid heeft de Federatie te mogen toespreken, en gaat even door on het woord ran den voorzitter, over samen werking. Door den secretaris van den Chr. Recl.- Bond wordt medegedeeld dat de Bond 21 Febr. a.s. een openbare vergadering hoopt, te houden, waar als sprekers zullen optre den Prof. Dooyeweerd uit Amsterdam en Ds. Vessema, Herv. pred. te Loosduineu. De voorzitter wal, voordht hij de vergade ring sluit, nog even in herinnering brengen, dat twee vrienden, cliie het vongo jaar nog met ons waren, gemist .worden. Pastoor Kes- scls werd uit het leven wegigendmen en de heer Nak van het leger moest zijn werk nederleggen. Met een woord van dank voor al de belangstelling eindigde spreker en sloot de vergadering FEUILLETON DE AFSLUITING EN DROOGLEGGING VAN DEN EERSTEN POLDER De gemalen te Den Oever en Medemblik officieel in gebruik gesteld DOOR DEN MINISTER VAN WATERSTAAT Tegelijk met het aanleggen van den dijk tusschen Wieringen cn de Frlcsche kust tot afsluiting van do Zuiderzee waarvan de sluiting in Augustus 1932 venvacht wordt werd sinds hot voorjaar 1927 gewerkt aan het maken van den Noordwestelijken of Wioringermeerpolder door het leggen van een ongeveer 18 K.M. langen dijk van Me demblik naar Wieringen. Op 29 Juli 1929 is het laatste gat in dezen dijk dichtgemaakt, waarmede de Wieringermeer was tot stand gekomen. Voor het droogmalcn van dozen polder werden zoowel bij Wieringen als bij Medemblik gemalen gebouwd in daarvoor in ree drooggelegde werkputten, terwijl ten slotte in de Wieringermeer reeds voor de afsluiting de afwaterings- en scheepvaart kanalen werden gebaggerd. Gedurende het najaar van 1029 werd de afsluitdijk van den Wieringermeerpolder ver der afgewerkt on iritusschon kwamen tegen het einde van het jaar de beide groote ge malen gereed. Hiermede was het eerste stadium van de werkzaamheden voor den eersten Zuiderzeepolder gereed. De tweede phase is heden ingetreden met het officieel in dienst stellen van do beide gemalen door den Minister van Waterstaat Mr. P. Reymer. De oliloieele In dienststelling. Tegen half twaalf arriveerden met een extra-trein uit Amsterdam vele genoodigden te Medemblik om bij de officieele in dienst stelling van de beide gemalen te Medem blik en Wieringen tegenwoordig te zijn. Van het station begaf het gezelschap zich onmiddellijk naar het bemalingsgebouw op ongeveer vijf minuten afstand gelegen. Ir. D. Roosenburg is er door het weg laten van elke overbodige versiering in ge slaagd van dit bij uitstek technisch gebouw een stijlvol geheel te maken, waarbij zelfs de zoven hoven grondsche sterkstroomdraden die de 50.000 volt stroom uit Alkmaar aan voeren niet storend optreden. In de groote machinehal, vanwaaruit één man in staat is het geheele complex van pompen te bedienen, had de plechtige of ficieele in dienststelling plaats. Onder de vele aanwezigen merkten wij op de Commissaris der Koningin in de pro- vnicie Noord Holland Jhr. R. Roell, de voor zitters en griffiers van de beide Kamers der Staten Generaal, de leden van den Zuider zeeraad, vele leden van de Staatscommissie Loréntz, van de commissio-dr. Lovink, van de Commissie-Mr. G. Vissering, vele inge nieurs van de Zuiderzeewerken, de direc ties van de maatschappijen, dfo de werken uitvoeren, het gemcentebesttüur van Medem blik en vele anderen. Nadat vervcrschingen waren rondgediend, nam eerst de Directeur-Generaal van den dienst der Zuiderzeewerken Ir. V. J. P. d e Blocq van Kuffeler het woord die in het kort een overzicht gaf van de tot stand gekomen werken. Rede ir. de Blocq van Kuffeler. Spr. wees erop, dat het aanvankelijk in de bedoeling lag eerst de afsluitingen te maken en daarna tot de inpoldering over te gaan, dit. standpunt is gewijzigd na het staande gebrek aan cultuurgrond voor den Landbouw naar voren heeft gebracht. Na de bezwaren hiervan naar voren te hebben ge bracht, geeft spr. een overzicht van de werkzaamheden voor de afsluiting van de Wieringermeer. Spr. verzweeg niet, dat de kosten van de bedijking belangrijk hooger zijn geworden dan deze eertijds waren ge raamd. Bij een werk dat een kwart eeuw duurt, is het echter niet mogolijk met het oog op de wisfèeling van het prijsniveau de begroo ting absoluut vast tc stellen. De prijzen der grondwerken waren bijv. over 1929 8]/2 lager dan over 1928. Reeds voor de droogmaking zijn in don polder dc noodige hoofdkanalen gebaggerd, welke het water naar do gemalen zullen voeren. De sterkte der gemalen is bepaald door de eischen van ontwatering, welke dc land bouw stelt Het polderpcil is in verband daarmede vastgesteld op MO M. onder het laagst gelegen land, terwijl vorder in de periode van hét grootste waterbczwaar geen grootere verhooging dan enkele decimeters wordt toegelaten. Het nieuwe gemaal te Medemblik met zijn 3000 W.P.K. is het machtigste gemaal in ons land en, voor zoover spr. bekend, ook in het buitenland. Na een overzicht te hebben gegeven van de geschiedenis van het gemaal stelde de Directeur-Generaal den Minister van Water staat voor, na dit gemaal in oogenschouw te hebben genomen, order te geven tot het in-bedrijf-stellen van de gemalen te Medem blik en Den Oever, ten einde een aanvang te maken met het droogleggen van den eersten Zuidcrzeegrond. Daarna werd het woord gevoerd door den voorzitter van den Zuiderzeeraad. den heer H. Col ij n, die wees op het groote belang van de Zuiderzeewerken voor ons land. Rede Mr. P. Reymer. Hierop hield de Minister van Waterstaat Mr- P. Reymer een rede. Spr. schetste hoe hij bij de woorden van den Directeur-Gene raal onder den indruk was gekomen van de beteekenis der onderneming, waarvan dit werk een onderdeel vormt Wij weten ons aldus de Minister gedragen door den wil van het volk om dit werk tot verhooging van de volkskracht tot een goed einde te brengen. Het geheele Nederlandsche volk zal medewerken om dit grootsche cultureele monument te voltooien. Uitvoerig stond spr. hierna stil bij de ge schiedenis van de droogmaking van Zuiderzee. Reeds in 1849 werden hiertoe de plannen die na vele veranderingen en wijzi gingen leidden tot de thans geldende wet van 1918. Spr. herinnerde in dit verband aan het optreden van Minister Lely, die van den aanvang af de ziel en de stuwkracht van het werk is geweest In 1913 trad Ir. Lely ten derde male als Minister op en toen kwam de grpote voorbereiding in de eind- phase. Doordat het Kabinet bij zijn optreden In de troonrede indiening van een wetsontwerp tot uitvoering der afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee aankondigde werd groote bolangstelling gewekt Lely heeft met immer falende energie-den eindpaal weten te bereiken en werkte nog op hoogen leeftijd als voorzitter van den Zuiderzeeraad van nabij mede aan de vraag stukken, die nog waren op te lossen. Kan het verwonderen, aldus de Minis ter dat nu wij op het punt staan het eerste voltooide werk in gebruik te stellen, de regeering daaraan den naam wil ver binden van dezen man van initiatief en daadkracht? Zoo zal het gemaal bij Den Over de „Leemans" heeten, tot dank voor hetgeen beiden voor tijdgenoot en nage slacht hebben verricht Hierop bracht de Minister dank aan de Directie en de aannemers en aan allen, die hun beste krachten aan den bouw van het werk hebben gewijd- Aan het slot van zijn rede gaf de minis ter het sein tot Het voltooide gebouw van hel gemaal nabij Medemblikgenoemd naar wijlen oud- minister Dr. C. Lely; Westgevel (links) en Zuidgevel (rechts). Op den achtergrond de dienstwoningen- NEDERLANDSCH MOTORSCHIP GEZONKEN TWEE OPVARENDEN VERDRONKEN Zaterdagmiddag is op de Theems het Ne derlandsche motorschip „Oranje", dat in ont redderden toestand dc rivier opgesleept werd, gezonken. Do kapitein, genaamd Tulp uit Groningen cn dc Duitsche kok Walter, zijn hierbij om het leven gekomen. Hun lijken zijn nog niet gevonden. Het schip, dat zijn eerste reis maakte, was Donderdag van Antwerpen vertrokken met bestemming naar Londen. In het Kanaal stak een hevige storm op, waardoor het chip zware averij opliep, zoodat het sleep boothulp moest inroepen. Tijdens het slee pen heeft dc „Oranje" zooveel water ge maakt, dat het op de Theems zonk. Alles ging zoo spoedig in zijn werk, dat de beman ning geen voldoende gelegenheid had zich in veiligheid te brengen met het gevolg, dat de kapitein en dc kok verdronken. Een an der lid der bemanning, een Nederlander, be kwam een ernstige hoofdwonde en moest naar het ziekenhuis worden overgebracht. Volgens het N. v. d. D. moet deze Neder lander, een zekere v. d. Ley, 20-jarig stuur man, verklaard hebben, dat er heel weinig aan den schoener deugde. Toen het schip lek sloeg zou hij den kapitein aangeraden hebben de noodvlag te hijschen, maar daar van wilde hij aanvankelijk niets weten: het was zijn eigen schip en zijn eerste reis daarmee. I-Iij dacht nog wel voor den storm en op eigen kracht binnen te kunnen loo- pen. Ten slotte ging het sohip echter zoo diep liggen, dat de kapitein voor mijn overreding bezweek, aldus v. d. Ley in genoemd blad. Een marine-radersleepboot kwam ons te hulp en nam ons op sleeptouw met het doel de „Oranje" op een zandbank te zetten. Ook een ander Hollandsch schip, de „Geertruida" verleende assistentie. Wij stonden intus- schen tot de borst in het water. Plotseling werd onze toestand uiterst hachelijk: het voorschip begon te zinken; even later een schok: de voorsteven had den grond geraakt Het was een verschrikkelijk oogenblik; direct sprong ik overboord, ge volgd door den kapitein en den Duitscher. Ik zelf ben een goed zwemmer en gehol pen door een stuk hout kon ik mij drijvende houden. De arme Walter kon zich echter bijna geen oogenblik boven water houden; ik zocht nog naar hem, maar hij moet on middellijk in de diepte zijn verdwenen. Ook kapitein Tulp verging het niet beter; ik zag alleen nog maar zijn naar boven geheven armen, voordat ook hij in de diepte ver dween. Door den stroom werd ik naar de „Geer truida" gedreven; die lag het dichtst bij mij, want de Engelsc.he boot had zoodra ons schip be.gon te zinken, den kabel doorgesne den om zelf niet meegetrokken te worden. Na een kwartier in het ijskoude water te zijn geweest, werd ik aan boord geheschen. waar ik door middel van een warme groc en droge kleeren snel opknapte. PAPEGAAIEN-ZIEKTE TE AMSTERDAM Te Amsterdam zijn in het Wühelminagast- huis opgenomen drie leden van een gezin, wo nende in de Spechtstraat aan den overkant van het IJ. Een der patiënten heeft longont steking. In hun woning is een papegaai ge storven. Daar nu een symptoom van de pape gaaienziekte vaak longontsteking is, is_ het niet uitgesloten, dat het dier aan die ziekte leed en de menschen besmet heeft. Een kat van het gezin is gestorven na den papegaai, dit uit Zuid-Amerika afkomstig was. Op dié kat is een sectie verricht en het dier bleek aan longontsteking te zijn gestorven, zoodat ook deze besmet zou kunnen zijn. Telefonisch werd het sein doorgegeven naar Wieringon en terwijl op beide gebou wen en de gemeentehuizen dc vlaggen den geheschen, werden onder het luiden der klokken do pompinstallaties in werking ge steld om in con tin u-bed rijf in zeven a acht maanden den Wieringermeerpolder' leeg te malen. In groepen bezichtigden de aanwezigen onder deskundige leiding vervolgens het ge bouw en zijn. inrichting en te drie uur on geveer vertrokken dc*gaston weer per extra- trein uit Medemblik. INGEZONDEN HEB EDEELING. «Tv-y WaTJTI lnfl"en". Grif>p en vJCSI bietten PB. A.i^. - Koorts; Rh8UmatlekWwctu, Hoofdpijn en Kiespijn Pr„. 75 bh Apotb Dropte» Uit Oost-lndie. R. DURING HOLT BATAVIA, 8 Februari (Ancta). Den 16en Februari c.k. zal alhier arriveeren dc hoer R. During Holt. oud-partner van de reeders- firma Alfred liolt cn Co uit Liverpool. De heer ITolt die vergezeld wordt door zijn echt- genoote, heeft het voornemen opgevat een 14- claagschc plezierreis over Java tc maken. DRIE TOKO'S IN DE ASCH GELEGD Door ontbrandend vuurwerk. Schade f 100.000. SEMARANG, 7 Februari. Gistermiddag brak in de toko van Thin Ilwat Hoe Redok- ,in het Chinecschc kamp gelogen brand uit als gevolg van het vlam vatten van een partij vuurwerk. Dc Chineesche tokohouder een handelaar in kramerijen probeerde n.l. een stuk vuurwerk hetwelk ontijdig sprong de toko. Het vuur sloeg daarop over op aldaar opgeslagen voorraad vuurwerk, waar door in weinige minuten een ware vlammen zee ontstond. Te midden van de helschevuur gloed en oorverdoovend geknal ontvluchtten de zich in dc winkel bevindende Chineezen die zich den uitgang aan de voorzijde zagen afgesneden', door het achterhuis. Daar zij aldaar een kali vonden zagen zij zich ge noodzaakt in liet water te springen, aldus aan een wissen dood ontkomend. Daar de brand oversloeg op andere per- ceelen werden drie toko's in de asch ge legd. De schade .wordt geraamd op f lOO.üv BATAVIA. Bjj de behandeling van de be- grootingsafdeeling justitie,verklaarde de re geering bij monde van haar gemachtigde mr. J. J. Schrieke, directeur van justitie, dat bij de vervanging van de poenale sanctie door het stelsel van vrijen arbeid de grootste voorzich tigheid, alsmede overleg moet worden betrach: Spreker gelooft, dat het nieuwe ontwerp, in zaïke de inkrimping van de poenale sanctie dan ook in breede kringen bevrediging zal wekken. De behandeling van de motie-van Lonkhuy- zen over het Kantoor van Arbeid is, na ver zachting van den tekst tot de volgende rich ting uitgesteld. Eveneens een motie-Soeroso inzake aanstelling van inheemsche en Chinee sche arbeidsinspecteurs. (Aneta). De regeeringsverklaring inzake de huiszoe kingen bij de P.NJ., op 10 Januari in den Volksraad afgelegd, is denzelfden ochtend ook ip het Maleisck verschenen, als uitgave van Pantai Poestaka, het Kantoor voor de Volks lectuur. WAT EENS OP 10 Februari GEBEURDE: Toen Christine van Zweden, de dochter van Gustaaf Adolf in 1654 de kroon had neergelegd, volgde haar neef, Karei Gustaaf palsgraaf van Zweibrucken, haar op. Hij was een geweldig dik mensch, menschen- schuw en zeer gesloten, doch van een on verzadigde eerzucht en bliksemsnel in het ontwerpen en handelen. Op den 20sten Februari had Denemarken, als verlamd door den vermetelen tocht van de Zweden over de bevroren Belten, den voor Denemarken ongclukigcn vrede geslo ten te Rpskilde. Maar na den vrede had Karei Gustaaf berouw, dat hij niet van de mooie gelegenheid gebruik had gemaakt, om geheel Denemarken te veroveren en op den Ssten Augustus 1658 lag hij plotseling met een transport van 8000 man voor Kor- seur aan de groote Belt, terwijl twee andere Zwcedsche vloten de Sont naar het Zuiden en het Noorden versperden. Op den lldcn Augustus stond hij voor Kopenhagen, dat met zijn slechte vesting werken bijna weerloos was- De woordbreuk en het trouweloos verbre ken van den vrede hadden intusschen een diepe verbittering gewekt- Het gevoel, dat het bestaan van het rijlc, leven en dood. vrijheid cn welvaart op het spel stonden, moedigde iedereen aan, zich zoo goed mogelijk te "verdedigen. In den loop van enkele dagen waren de oude wal len verbeterd en nieuw opgeworpen. Karei X moest dadelijk het plan opgeven, Kopen hagen stormenderhand te nemen en begon een formeele belegering, die van 11 Aug. 1658 tot 22 Mei 1660 duurde. Daar de vijand toen de oogst nog op het land stond, het land was binnengevallen, heerschte al spoedig groot gebrek aan voedsel in deze stad. Doch verschillende gelukkige uitvallen verhoog den het vertrouwen van de bevolking. Nu zien we Nederland optreden. Wanneer Zweden den toegang tot de Oostzee kreeg, zag het er voor ónzen handel in deze buurt heel slecht uit Onder Wassenaar—Obdam ging een vloot uit. Op den 29sten October 165S had bij Kromberg een zeegevecht plaats, waarin de Nederlanders er in geslaagd waren door de Zweedsche vloot, te komen cn de belegerde stad proviand en versche hulptroepen te brengen. In don nacht van 10 Februari 1659 poogde Karei X met zijn gansche krijgsmacht de stad tc bestormen, doch hij werd met groote verliezen teruggeslagen. De 10 Februari was van beteekenis. Ko penhagen cn geheel Denemarken waren door het afslaan van don aanval gered en de macht van Zweden was gebroken- [Nadruk verboden),- VAN EEN LEEUW EN EEN AAP 3. Ai! Plotsling rijst zijn haar te berge! O, jongens,-wat een schrik is lat! In plaats van 't zoete, teed're Sientje, Houdt hij een gróóten leeuw - omvat! Hij bloost tot achter in zijn nek, En vliegt in één sprong over 't hek! 94. Sam schudt z'n manen van het. lachen, Vervolgens klimt hij voor de mop, Bij een in aanbouw zijnde woning. Hup, een, twee, drie, de ladders op! De metselaars gaan allemaal Bleek van ontzetting aan den haal. (Wordt Woensdag vervolgd.) INGEZONDEN MEDEDEELING. DIE ZIJN LEVEN VERLIEST Door T P RIKSEN (22 En deze gedachtengang weerspiegelde zich in het woord, waarmede hij zijn bedie ning aanvaardde: ,J>e mensch nochtans, die in waarde is, blijft niet; hij wordt gelijk als de beesten, dip vergaan. Deze hun weg is een dwaasheid van hen; nochtans hebben hunne nakomelingen een welbehagen in hun woorden. Men zet ze als schapen in het graf, de dood zal ze afweiden; en do oprechten zul len over hen heerschen in dien morgenstond en het graf zal hunne gedaante verslijten, elk n't ziin woning. Maar God zal mijne ziel van 't. geweld des grafs verlossen, want Hij zal mij opne- Het was geen wonder, dat de avond zijner bevestiging hem nooit uit het geheugen zou Hoo machtig had het hem aangegrepen, tpr- h'i voor den cbenst met de andere pre^'k-mten in de consistoriekamer wachtte, toen. eestennd door het volle werk van het or~~- 1<r^nh(i„n aezang der opeenge- pak' "hnro opklonk: Slechts met moeite kon hij zich van de kerkeraadskamer uit een weg banen naar den kansel. Welk een aanblik die menschen menigte, de kerk tot in de uiterste' hoeken vullend! De veelheid zijner hoorders greep hem een oogenblik aan ,ook omdat hij aan stonds tot hen zou hebben te spreken, maar meer nog, omdat hij op dit moment de scherpe tegenstelling gevoelde tusschen zijn zware verantwoordelijkheid en zijn zwakke kracht Doch onder het spreken en toen hij, terwijl de menigte den slotzang aanhief, zijn blik over de hoorders liet glijden, werd zijn vrees verdreven door een gevoel van dankbaar heid, dat er in deze groote stad van stofver- goding en zedeloosheid nog zoovele duizen den werden gevonden, die althans uitwen dig met de kerk des Heeren medeleefden, cn er onder hen toch nog velen waren, die lust hadden in Zijn dienst en die, ondanks de verleiding van schijngeluk en klatergoud van ganscher harte heieden: „Maar mij aangaande, het is mij goed nabij God te wezen". Aldus was zijn blijde inkomste hier ge weest! Doch hoe broos zijn 's menschen plannen. Meende Ds. Mertens zijn verderen levens loop, tenminste wat de eerstvolgende jaren betrof, nu wel te kunnen uitstippelen, al spoedig kwamen zware nevelen van tegen spoed den horizont verduisteren. Na de stellige uitspraak van Prof. van der Bilt, dien hij met het oog op zijn gestel had geraadpleegd: „U moet de groote stad verlaten en dat wel zoo spoedig mogeliik," was Da Mertens de laatste weken bijna voortdurend met zichzelf bezig geweest En als hij in zijn gedachten de drie laatste jaren nog eens doorleefde, moest hij erken nen, dat de avond van zijn intrede, welken hij destijds als den eersten stap op den stijgenden weg zag, juist het hoogtepunt in zijn leven was geweest terwijl onmiddellijk daarna zijn levenspad, zij het aanvankelijk niet bemerkbaar, afdaalde naar het dal der vernedering. Niet dat hij vóór zijn komst hier zulk 'n gemakkelijk leven had gekend; verre van dat! Maar alle moeite, welke hij moest over winnen, had hem zijn geluk niet kunnen ontrooven, omdat een heerlijk doel hem wenkte en hij, door don strijd, welken hij ter bereiking van zijn ideaal op stoffelijk gebied had te voeren, had geleerd uit het geloof te leven. Hoe helder stond hem voor den geest de avond, welke nu een en twintig jajen ge leden van beslissenden invloed voor zijn verder leven was geweest! Het was toen hij de M.L'.L.O.-School had doorloopen en liij reeds één jaar handels onderwijs had genoten. Zijn vader stelde hem dien avond de vraag, wat hij wilde worden, aangezien hij nog slechts één leer jaar voor zich had. En daarop had hij geantwoord hij her innerde zich letterlijk élk woord „Va der, misschien lacht, u mij uit, als ik het zeg; misschien zegt u: dat is onmogelijk, zet dat uit je hoofd: maar ik zou zoo gaar ne, indien het mogelijk was, predikant wor den. Ik weet wel, dat het kantoor mijn voorland is, ik zal er mij in schikken, als het noodig is, maar vraagt u mij, wat ik gaarne zou worden, indien onze omstandig heden anders waren, dan weet u het nu." Onder het uitspreken dier woorden ge voelde hij de kleur bij zijn gelaat optrek ken. Voor hot eerst had hij liet geheim van zijn hart verraden. Nu wachtte hij af, wat zijn vader zou antwoorden, of eigenlijk: hij wachtte niet anders dan een hartelijken •lach en wellicht de woorden: „hoe haal je dat in je hoofd?" Maar noch die lach, noch die woorden kwamen. Op zijn vaders gelaat lag buiten gewone ernst te lezen en met een teederon klank in zijn stem antwordde hij: „Mijn jongen, is dat je wcnsch, is dat je lèvcns- wensch, is dat dc begeerte, welke je boven alle anderen vervuld zoudt willen zien, niet maar als een opwelling van het oogenblik, maar overdacht en doordacht? Dan zullen je moeder cn ik alles doen, wat in ons ver mogen is, om je tc helpen je doel te be reiken. Rijk zijn we niet, dat weet je, maar we zijn zuinig geweest en kunnen neg zui niger zijn, en dan, je bent ons eenig kind. Wat je mij .zoooven hebt gezegd, is de ver- hooring van de voortdurende bede van je moeder zoowel als van mij, maar nooit heb ben we er met je over gesproken, omdat we je volkomen vrij in je keuze'wonschten te laten en je op geenerlei wijze wilden be ïnvloeden." Het was de diepste blik, welken Jacob Mertens ooit in het rotsvaste geloof van zijn vader zou krijgen, toen deze voortging: „Leeren kan je wel, daarvan heb je het be wijs gegeven, en wanneer er bij jou slechts is gebed, ijver en volharding, dan, hóe weet ik niet, kómt het geld er, dat geloof ik, zoo zeker als ik bier voor je sta!" Wat waren zijn ouders al die jaren voor hem geweest! Was het niet hun geloof, hun stalen volharding geweest, welke hem, tel kens als vertwijfeling aan de verwezenlij king van het zoo verre en zoo moeilijk te bereiken doel hem den moed dreigde te ont nemen, opbeurde en prikkelde tot nog groo- ter inspanning? Hij alleen wist, wat zijn oudere in hun eenvoudigheid al dien tijd voor hem waren geweest In ontwikkeling bij hem achter blijvend, waren zij toc.h door hun helder In zicht, hun gezonde opvattingen, hun kinder lijk, onwankelbaar geloof de vertrouwden van hun zoon gebleven, in al zijn zorgen, in geestelijk en stoffelijk opzicht deelend. En dan al de opofferingen, welke niet vermochten den vastberaden trek om den mond tot rimpels van vermoeidheid of on tevredenheid te vervormen, maai' naarmate de jaren voorbij gleden hun levensblijheid schenen te verdiepen. De verwezenlijking van zijn ideaal bracht voor Jacob Mertens zelf ook heel wat in spanning mede. In zijn universiteitsjaren zag hij zich verplicht dos avonds het ma chinale werk van oen rekening-courant-boek houder aan een bankinstelling waar te ne men. om dooi' eenige verdienste liet voldoen van collegegelden en kamerhuur mogelijk te maken. Wanneer hij zich dan na afloop zijner werkzaamheden door de verlaten straten huiswaarts spoedde, met de weten schap nog enkele uren van zijn nachtrust ■aan ingespannen studie te moeten besteden, kon moedeloosheid hem wel eens bekrui pen. Doch stelde hij zich dan het leven zijner ouders voor oogen, die zich om zij nentwil jaar in jaar uit rust en genot ont zegden, dan greep schaamte over zijn zwakheid hem aan, en het onwankelbaar vertrouwen, dat zijn ouders in zijn kun nen bleken te stellen, schonk hem op zulke oogenblikken de oprechte begeerte op den ingeslagen weg voort te gaan, al was het maar om hen niet te leur te stellen. Zóó had hij zijn studie kunnen volbrengen, zóó was hij predikant geworden! Het kon niet anders of er was na zulifc een moeilijken weg een onuitsprekelijk» vreugde in zijn hart, toen hem het voor recht verleend word zijn intrede to doen in de kleine dorpsgemeente. Hij had immers voor zooveel te danken, niet het minst déiirvoor, dat zijn ouders waren gespaard en zij dien avond mochten beleven. Zij waren ter gelegenheid zijner bevesti ging er*»'e dagen in cle pastorie gelogeerd en de blijdschap der oude menschen, welke zich maar niet voldoende kon uiten cn al toos weer nieuwe roden tot vreugde en dank gade te slaan. Het werd al spoedig ge woonte. dat. zijn ouders van tijd tot tijd overkwamen, inzonderheid om telkens de feestdagen in de pastorie door te bron gen. In dat. kleine dorp was Ds. Mertens tot rust gekomen. Financieele zorgen, welke zoo ontzettend kunnen afmatten, kende hij niet meer, en do zorgvuldige behartiging van zijn ambtelijk werk werd een bron van voortdurende bevrediging voor hem. Zoo gleed een zevental in alle opzichten voor spoedige jaren voorbij, waarin noch de klei nere beslommeringen van het dagelijksch' leven, noch de zwaardere zorgen, aan het ambt verbonden, het geluk van dominee en mevrouw kort voor zijn intrede was hij in het huwelijk getreden vermochten te verduisteren. Ruim een jaar na hun huwe lijk werd hun gezin vermeerderd door de geboorte van een meisje, dat zij Gerardine noemden en een reden te meer voor de groot ouders werd om van tijd tot tijd over te komen. XWordt vervolgd.).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 5