HV.C.W.PANNEVIS' Zaadteelt en Zaadhandel - DELFT 1 P.VfiH DER KGQIJ&ZeHEN J-|oeveel fosforzuur bevat de bouwvoor? ALLERBESTE Vruchtboomcarbolineiim Centrale Verwarming ngen enz. 0. EIERVERZEKDERSÜ! Qe voordeelen van Melk-contröle Jjtieutoelldfctftfje Courant LAND- EN TUINBOUW, Bijblad No. 18 DROEIRAAMLIJSTEN GOED en GOEDKOOP Viaagi prijs bij m H. DE JONG jg H.-I.-AMBACHT, Oostendam 52 m L. DE JONG RIDDERKERK, Lagendijk 43. m iimiii!n!iii;iiii;:inini!iinQ!iiiiiiii:iuaiiniiiiimiiii[nnnimuiiiiiiiuuiiiinuiniD!immiiDin DONDERADG 16 fANUARl 1930 Geuzenstraat, Telefoon 31418 ROTTERDAM Handel in FOURAGE en RUIGE PAARDENMEST m Naast onderzoek op kalk, kan onderzoek op fosforzuur van beteekenis zijn. Medewerking der boeren gevraagd. Hei is in het belang van de ontwikkeling van ons boerenbedrijf. Wij hebben gewezen op de beteekenis van kalk in den bodem en op het nut van grond on derzo<ek op kalkgehalte. Meermalen verwonderden wij ons er wel óver, dat niet naar andere plantenvoedende bestand<deelen van den grond een onderzoek werd ingesteld. Ken onderzoek niet naar werking, naar beteekenis. naar de behoefte die de planten er aan hebben, (hierover werd al gedurende langen tijd licht verspreid), doch over het gehalte van deze stoffen in de bouwvoor. Prof. Ir. Hu dig, de directeur van het Be drijf slaboratorium voor grondonderzoek pu bliceert thans in een nog al uitvoerig arti kel een en ander over de bepaling van de fosforzuurvoorraad in den humus-, zand- en veengrond. Wij laten hier de voornaamste gedeelten yolgcn. Misschien geven ze ons aanleiding tot een enkele opmerking. In elk geval bevelen wy deze zaak zéér aan Ln de aandacht van onze boeren. We moeten onze grond leeren kennen. Al leen dan zal men resultaten kunnen ver wachten, die het meeste voordeel geven. Er is nog veel te veel onoordeelkundig werk in ons bedrijf. Sleurwerk, gewoonte- werk. Dit kost vaak veel geld. Dat kan niet gemist worden. Vroeger mocht men niet veel aandacht aan de kleintjes besteden en, zij het onwe tend, veel geld verknoeien door verkeerd, ondoelmatig handelen, thans kunnen wil dat niet verdargen in ons bedrijfsleven Het moet tot in de kleinste kleinigheden zoo nauwkeurig mogelijk berekend worden. Het is nipt meer met kunstmest: strooi maar raak, zooveel ongeveer. Neen, 't is nu, of liever, 't moet nu zóó zijn; hoeveel moet ik op mijn grond geven om de grootst gelijke zuivere winst te behalen. Met grootst mogelijke zuivere winst wordt niet bedoeld, wij hebben het al vaker ge zegd, de grootste oogst, maar het grootste voordeelig verschil tusschen uitgaven en in komsten. Prof. Ir. Hudig sohrijft dan onder meer: Algemeen is een streven aanwezig om ten Opzichte van de meststofbehoefte van den grond bepalingen te verrichten, die aange ven of een grond behoefte heeft aan een be paald voedend bestanddeel en zoo ja, welke hoeveelheid dan noodig is om den maxi mum oogst te bereiken. Mitschrellich in Koningsbergen meent, dat te kunnen doen door een werkwijze met potproeven, die helaas zeer bewerkelijk is. De inzender krijgt ongeveer een jaar na zijn inzending antwoord. Een tweede methode volgt Neubauer, die in de te onderzoeken grond roggckorrels zaait en deze IS dagen laat groeien. De jon ge plantjes hebben dan een zeker kwantum kali en fosforzuur Uit den onbemesten grond opgenomen en worden geanalyseerd. De methode vergt jammer genoeg een dure apparatuur, veel ervaring en vooral veel personeel. Ons laboratorium, dat feitelijk door de boeren zelf betaald wordt, kan de practijk zeker niet eert „dure" methode aanbie- bieden. De boeren, die toch al woekeren moeten met het beschikbare geld, zullen dan iet overgaan tot een onderzoek in het groot. En dit laatste is beslist noodig om ervaring op te doen de fouten der te gebruiken methoden weg te werken en deze tot de zoo gewenschte perfectie op te voeren. Derhalve, ook de me thode Neubauer zullen wij niet toepassen. Andere methoden, kunnen evenmin van wege de kosten en ook wegens de onzeker heid der verkregen uitkomsten toegepast worden. Gelukkig hebben nu twee onderzoekers, één uit Duitschland, de ander uit Zweden, een methode toegepast, die navolging gevon- den heeft en waarmede een belangrijke vooruitgang is verkregen. De methode is voor landbouwkundige doeleinden toegepast door Mej. Prof. Dr. von Wrangell, van het proefstation in Hohenheim en later op grou- te schaal door Dr. A. Arrhenius, eerst in onze koloniën voor de suikerrietgronden en later in Zweden voor de suikerbietenteelt. Die methode berust op het extraheeren van den grond met citroenzuur en de bepaling van het oplosbare fosforzuur volgens Briggs, Bell en Doisy, wat met groote nauw keurigheid mogelijk is. Deze werkwijze is goedkoop en vlug. Wat is zij nu waard voor de practijk? Volgens Mej. von Wrangell en volgens Arr henius zeer veel. Uit de resultaten die zij hadden, blijkt de bruikbaarheid-der methode volkomen. Bij het laatste bezoek van Arrhenius aan ons laboratorium, kregen wij den indruk, dat wij met het onderzoek van deze methode voor onze toestanden niet mochten wachten. Dr. Hettesohy, scheikundige aan de 2e #Vfd. van het Rijkslandbouwproefstation te Gro ningen heeft toen de methode toegepast en zooals altijd bij nieuwe zaken blijkt, eenige moeilijkheden ondervonden. O.a. bleek het wenschelijk als extractiemiddel het citroen ■zuur door gedistilleerd water te vervangen Na zoeken en tasten is hij erin geslaagd, om deze geheel op te lossen, zoodat thans voor de humuszandgronden de methode gereed is en bewezen is, dat constante resultaten te verkrijgen zijn. Da.t is dus af. Maar nu: welke aanwijzingen geeft zij in de practijk? Zijn er gevallen, waarvan wij zeker weten, dat er fosforzuurarmoede aan wezig is, en ook weten met met welke hoe veelheid fosforzuur deze is op te heffen? Ge lukkig beschikken wij over grondmonsters van diverse proefvelden, waarbij perceeltjes voorkomen zonder en met fosfaatbemesting en wij zijn zoo gelukkig te kunnen mededee- lcn, dat bij onderzoek van deze veldjes, de uitkomsten volkomen duidelijk zijn; e r i s niet één afwijking vastgesteld! Aan de hand van vele onderzoekingen op oude proefvelden worden de cijfers gegeven, die Prof. Hudig „fosforzuurgetallen" noemt. Ze duiden aan hoeveel duizendste procenten in water oplosbaar fosforzuur is gevonden Voor de mogelijk rijzende vraag: En wat is nu de goede grens? geeft Prof. Hudig het volgende antwoord: Wanneer wij nu een grens wilden trek ken, dan zou die ongeveer bij het getal 4 of 5 moeten liggen. Wij zullen echter thans geen moeite doen om „grenzen" vast te stel len, ook niet om op grond van deze en nog andere cijfers, die verzameld zijn (door ons en in het buitenland) bemestingshoveelhed- den te gaan samenstellen, doch wel kunnen wij met zekerheid vaststellen, dat er gron den zijn, die zeer uiteenloopende cijfers te zien geven, die kloppen met de ervariiif der fosfaatbemesting. Naar aanleiding i de ervaringen van Mej. von Wrangell, Arrhenius, van een Tsjechisch onderzoeker Nèmec, en van onszelf, kunnen wij de vol gende schakeeringen aangeven: 1. zeer voldoende hoeveelheid; getallen bij en boven de 10; 2. twijfelachtige hoeveelheid; getallen van 4—6; 3. onvoldoende hoeveelheid; getallen van 0-4. Om nu verder te komen en om een inzicht te verkrijgen in de grenswaarden meencn wij precies hetzelfde te moeten doen als op Java geschiedde en wel materiaal verzamelen in het groot. Natuurlijk is het van belang, dat men wetenschappelijke proeven aanzet, deze gegevens te controleeren, maar on weten wat de bepaling in de practijk waard is, is er maar één manier en dat is om de methode in de practijk toepassen. Dan komt men veel sneller tot zijn doel en kan ook de practijk veel eerder van het werk profiteeren. Na overleg met ons bestuur en adviseeren- de ledon is het volgende besloten: le. Om de bepaling voor de belanghebben den open te stellen en wel tegen 75 cent per monster. 2e. Om bij het aangeven van de uitkomst drie graden van fosforzuurhoeveelhcid te onderscheiden en wel: a). vermoedelijk zeer voldoende aanwezig; b). gevonden hoeveelheid twijfelachtig-vol- doende; c). vermoedelijk onvoldoende aanwezig. Over de te gebruiken hoeveelheden fosfaat- meststoffen laten wij ons bij b en c J nïet liit- 3e. Om alle inzenders dringend de raad te geven om zelf tastenderavijze de bruikbaar held der uitkomsten op de volgende wijze te onderzoeken. Hoe do uitkomst ook uitvalt, men spaart bij de voorgenomen fosfaatbemesting een strook uit en wel een strook, die kleiner wordt naarmate de uitkomst mee.r gaat wij zen op een twijfelachtige voorraad of een te kort. Deze strook zullen wij contrölestrook noemen. Dan gaat men het komende gewas op heide- strooken goed in het oog houden en moet van beide stronken even groote stuk ken oogsten en de opbrengst wegen. Wan neer men nu twee achtereenvolgende jaren geen opbrengstvermindering bespeurt, kan de geheele fosfaatbemesting weggelaten worden en dan gaat men elk jaar regelmatig de con trölestrook die het groote perceel 2 jaar vóór is, onderzoeken Gaat de uitkomst dalen, dan kan ieder dus op tijd gewaarschuwd wezen. Bij een gevonden tekort is de controle ge makkelijker. Men gebruikt dan hét controle perceel alleen om het tekort vast te stellen, wat heel veel waard is, en dan moet het groote perceel om de 2 jaar gecontroleerd blijven. Er zal dan waarschijnlijk voortaan met een hoeveelheid fosforzuur gemest moe ten worden, die iets meer is, dan wat het gewas er afhaalt. 4e. Behalve, dat wij de inzenders dezen raad zullen geven, zullen wij de medewerking verzoeken van alle voorlichters om het aan leggen van deze, zeer eenvoudige proeven in de hand te werken en vooral te zorgen dat de opbrengstbepalingen nauwkeurig geschieden. Tegelijk noodigen wij alle monsternemers, die voor groote inzendingen zorgen dringend uit, te zorgen dat in hun werkgebied min stens 3 zulke proeven komen te liggen. Wij roepen nu de medewerking der boeren in, om op zoo ruim mogelijke schaal aan ons verzoek te voldoen. De eenige wijze om te onderzoeken of de methode bruikbaar is om zooveel mogelijk gevallen te verzame len. over een zoo uitgebreid mogelijk gebied. Wij meenen geheel voldaan te hebben aan de wensch van de velen die nieuwe wegen met de noodige reserve bewandeld willen zien. Men hegrijpe echter, dat wil een I ratorium als het onze beantwoorden aan zijn doel men naar nieuwe wegen zoeken moet, en dat de bruikbaarheid daarvan alleen in de practijk kan blijken. Het directe doel van ons streven is de ratio neele aanwending van de kunstmeststoffen, wat betcekent ,niet te weinig te gebruiken, maar ook niet te veel! En dat is een prac- tijkbelang van de allereerste orde. Wat kun nen wij beter doen dan de exploitatiekosten van onze bedrijven op een zuiveren grond slag trachten te plaatsen? Wij bevelen onze boeren zéér aan zooveel mogelijk mede te werken. Dit komt allen ten goede, 't Is iets voor de plaatselijke ver- eenigingen. Breng het maar ter sprake op de vergadering. Aanvraagformulieren voor onderzoek kosten 2 ct. of voor gemeenschap pelijk werkenden f 1.50 per 100. Velen moeten meedoen. Die werkelijk niet alléén maar praten wil, doch ook doen, dient mede te wërkenj De werkelijke gevaren van de Aardappelwratziekte Nu in den laatsten tijd heel veel geschre ven en gesproken is ove'r de wratziekte der aardappelen en ook wij reeds een tijdlang geleden een en ander in dit verband op merkten, meencn wij goed te doen, nog eens iets onzen lezers hierover voor te houden. Er moet n.l. niet gedacht worden, dat dezo zaak van zoo geringe beteekenis is Er zit veel meer aan vast, dan men zoo oppervlakkig meent. Zeker de ziekte op zichzelf is al leelijk genoeg. Het geheel voor aardappelcultuur waarde loos worden der wratziektc perceelen, en dat voor onbepaalden tijd, is al zeer erg. Die ziekte zelf, die de knollen in den grond doet verrotten, of als de kwaal minder erg is toch een aardappeloogst geeft, die slechts geschikt is voor bewaring en minder geschik' voor de consumptie, de ziekte zelf maakt dat men bang wordt voor deze kwaal, waar nog bij komt, dat, zooals we reeds opmerkten eenmaal besmet, altijd bcsnjet is Maar nog ernstiger is het geval, dat niet alleen de eigenaars of pachters der besmet lelijke gronden gedupeerd worden, doch ook de eigenaiars en pachters der omliggende perceelen En dat „omliggende" moet niet al te worden opgevat. Verschillende landen hebben nl. invoerverboden uitgevaardigd van alle planten en bollen die van of uit defnabijheid van wratzieke perceelen komen. Sommigen noemen „nabij" als het hoog stens 500 M. is, doch er zijn er ook die nog van „nabij" spreken als het nog 50 K.M. i« (b.v. Finland). Wat dit laatste beteekent blijkt duidelijk uit het volgende: als te Uitgeest een perceel wratzick is, dan wil Finland geen planten of knollen of bollen ontvangen uit heel het gebied van den Helder tot Wassenaar, tot Alphen, tot Breukelen, tot Baarn. Denemarken heeft den afstand iets korter gesteld, 30 K.M., doch het is licht in te zien, dat deze landen, praktisch, de grenzen ge sloten hebben. De wratziekte is voor ons land dus een gevaar van internationalen aard. Men moet ook bedenken, dat het voorko men van deze ziekte, ook een reden kan zijn voor het buitenland om beschermende maat regelen te treffen. Het kan gelden als een regel voor invoerverboden. Men weet dat men in dit verband voor niefs slaat. Laatst werd in het Engelschc pari ment nog door den minister het verbod va invoer van versch varlcensvleesch uit or land verdedigd op grond van gevaar voor mond- en klauwzeer dat nota bene, niet in ons land meer heerscht, en wel in Engeland zelf. Ons land moet 't van den export hebben. En wanneer nu tientallen kweekers-hande laars in hun levensbestaan bedreigd worden door deze aardappelziekte is dat een ernstige aangelegenheid. Het werkelijk gevaar der wratziekte is dus gelegen in het bedreigen van onzen uitvoer. Nu is de Bravo juist de aardappel waar de stadsconsumenten (en ook op het platte land) bijzonder op verlekkerd zijn, ook de aardappel, die het meest vathaar is voor de I gevreesde ziekte. Was de Bravo niet zoo gewild, dan was hij er al lang, ook zonder teeltverhod .uitgeweest. Men begrijpt hoe het gaat Een algemeen, voor het heele land geldend teeltverbod kan alleen goed werken. Ge meentelijke verordeningen dienaangaande zijn van weinig beteekenis, of wel ze geven aanleiding tot zeer ongewenschte toestanden, als de ccne gemeente het teeltverbod wel, de andere het niet uitvaardigt. Begrijpelijk is het, dat de groote belang hebbende bij het teeltverbod: de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur, een actie op touw gezet heeft, door alle gemeen tebesturen te verzoeken zulk een teeltverbod uit te vaardigen. Maar heel jammer is het dat ze dit deed zonder de direct-belangheb- benden, de aardappelbouwers daarin te er kennen. Dit heeft verbittering gewekt en geen goed gedaan aan de zaak. Maar nog eens: het te verwachten van plaatselijke- verordeningen il een desillusie blijken. Een algemeen teeltverbod van voor wrat ziekte vatbare soorten kan goed doen. De Bravo verdwijnt dan, doch er zijn an- Weet ge wel dat de omzet van tuinbouwproducten in De Sneek, in 1929, ongeveer millioen, gulden lager was dan ün 192S; dat ook in andere centra in het jaar 1929 een beduidende achteruitgang van de omzetwaarde viel te constateeren, b.v. bij de Westlandsche veilingen lJ/£ millioen gulden?; dat aan de Geldersche eierveiling te Arn hem in 1929 93.763.000 eieren werden aan gevoerd, die netto f. 6.253.000 opbrachten; dat het gemeentebestuur van Rome te Aalsmeer de mooiste cyclamen liet lcoopen voor liet huwelijk van Kroonprins Üm- berto met Prinses Marie José van België: dat de Haagsche groente- en fruitmarkt verplaatst zal worden naar het Laak- kanaal en dat deze verplaatsing ongeveer 2 millioen gulden zal kosten?; dat dezer dagen 10 H.A. bloombollengrond voor 2Yz ton is verkocht; dat men "het bijten der paarden op de halstertouwen kan tegengaan door deze touwen in de carbolineum te zetten; dat er, natuurlijk in Amerika, een kip is d-ie in 51 weken, 336 eieren lei, en dat er meerdere kippen moeten zijn die in dien tijd 237 eieren voortbrachten; dat echter bij de legwedstrijd op het Rijks instituut te Beekbergeh een witte leghorn het tot 308 eieren bracht van gemiddeld 60 gram; dat het thans de tijd is om voor Uw tuin de zaden te bestellen die ge noodig hebt; dat ge U zelf bevoordeelt door bij de be trouwbare handelaars die in ons blad adverteeren te koopen, omdat zaad koo- pen, een zaak van vertrouwen is; dat men katten en honden, die zich op door ons gebruikte gronden bevinden wel mag dooden, doch hazen en konijnen die vaak veel meer schade doen niet, (zonder jachtakte althans); dat wij binnenkort een rijksmerk op ho ning hebben te wachten; dat men op het departement plannen heeft het fokken van trekhonden te bevoi- deren; dat de tomaten, die naar Engeland gaan, na 17 Mei a.s. van oen merk van her komst moeten worden voorzien, dat de natuur zoo zacht is, dat de planten van de wijs geraken, zoodat ik de vorige week de Dophue al ^g bloeien; dat men ijverig bezig is om z.g. bosch- brandwezen op te richten, overal waar maar bosschen zijn; dat de Veenkoloniale Boerenbond premies uitlooft voor houders van aardappelrooi- machines, die met hun machines de- monstreeren; dat thans in Friesland reeds 20 H.A., eige naars 80 kweekers, met tulpen beteelt worden; dat de uitvoer van eieren in 1929 steeg tot pl.m. .70 millioen gulden en dus boter met 88 en kaas met 80 millioen gulden, dicht nadert en straks wellicht voorbij streeft; dat van zeer deskundige zijde ook in Duitschland gewaarschuwd wordt tegen de ongebreidelde uitbreiding van den tuin bouw; dat men in Duitschland stappen doet om een nauwere samenwerking te krijgen tusschen spoorwegen, handel en tuinbouw; dat landkoopwoedebacil nog niet vernietigd is, daar in Groningen dezer dage nog een heel gewone boerderij van 18 H.A. wei en 20 H.A. bouwland ging voor 91.000 gulden. dere soorten die niet of weinig vatbaar zijn. die zijn plaats kunnen innemen. Met name mag op de Bevelander worden gewezen. Terwille van het groote belang van veel kweekers, moet het genot, dat sommigen meenen te vinden in het eten van Bravo's. opgeofferd worden. Niemand zal dit, goed bezien, durven ont kennen. Al loopt het water hun dan over de tanden ais ze denken aan de Bravo. alle inlichtingen CANADIAN PACIFIC Coolsingel 91 Rotterdam Spuitseizoen is aangevangen! Koopt de ASEPT^" f 1 9 y [HandelsmerkJ G0EDK00PER dan andere goede merken. Zendt Uw order of aanvraag aan de Fabriek van Chemische Producten Firma GEBRs. MANGER DELFT TELEF. 532 (2 lijnen). Tuiniers en Villa-Eigenaars beeldhouwer. Billijk en zuiver. Aanbevelend, CARL GRONAU KUNSTBEELDHOUWER Herderinnestraat 18, Tel. 13049, Den Haag. BLOEMENVEILINGEN. 1. AALSMEER (Bloei AMER6FOORT. Vrijdag 3.30 u.; Potplan ten Woensdag 2.30 u. 5. BOSKOOP. Bloemenveiling: dagel. 8.30 u. 6. HONSELER3D1JK. Bloe men: dagel. 3.30 u. 1. NIJMEGEN. Groenten en dagel. 8.30 u. 9. ROTTERDAM (Pe dam 16). Dinsdag e Bloemen: Maandag Woens dag en Vrijdag 3 uur. 1L UTRECHT. Bloemen: Maan dag. Wiensdrj en Vrijdag 3 u.; Zaterdag 2 u.; Pot- Eocd^ Maandag 2.30 u.; 12. BERK EI EN RODENRIJS. Gelegen aan station Ro- Geen kwaad meer T. v. d. BEUKEL Eeslrijdlngsmiddelen. MOHSTER. Iel. 22 Speciaal adies nor Tuinden in Blonislm Aanbevelend, een beteren prijs maken, dan U nu voor Uw eieren krijgt? Vraagt dan onverwijld Inlichtingen bij De Rotterd. Veiling Rotterdam Tel. >3043 Waimoezierslraat L 37-39 Recht ven controle voor H.H. Zondert. NEEMT HET ZEKERE r'JS SrSïl UW GLAS in de betere kwaliteit iiiiiiiiinniiiiiiiiiiniii 36 ruiten 59.6 x 48.7 c.ï» k t 10.30 pc* ';ist (-4 ruiten 51'"- X 38 c.M k f 10.30 pe 47 ruiten 69% X 38 c.M. k f 10.30 pei 27 ruiten 61% X 38 c.M. k t 5.95 pei 75 ruiten 43 X 32 c.M. ét t 10.25 pei 100 ruiten 32% X 32% c.M. A f 9.45 pei 120 ruiten 32% X f iniiiiiniiiiiiniiiuiniiiii P. v. d. P RIMA OOT AARDAPPELEN van de beste gewassen, als: (vroege en late) Eerstelingen, Schotsche Muizen, Geldersche Muizen, Schoolmeesters, Eigenheimers, Roode Ster, Bravo, Bevolandor, Bonte Ster, Industrie, Blauwe Eigen- hel.-ners, Zeouwsohe Bonte en Blauwe, King Edward, geteeld op zwaren kleigrond, vóór aflevering zorgvuldig met de hand gesorteerd, te velde gekeurd, en niet gekeurd, worden U voor directe of voor voorjaarslevering tegen concurreerende prijzen, op aanvraag, aangeboden door N.V. J. VAN RIJN Mzn's Cultuur-Maatsch. Handelsvereen. Tel. 56 en 11 - 's-GRAVENZANDE I De Franschen hebben een spreekwoord, dat in het Hollandsch vertaald luidt: Klopt altijd door". (Frappcz, frappez toujours.) Dat spreekwoord heb ik wel eens gemeend in vervulling te moeten brengen ten op zichte van de veefokkerij, en wat daar aan annex is. Maar het valt zoo moeilijk om tel kens weer iets te geven dat de mcnschen met genoegen lezen. Daarom ben ik cr wat mee opgehouden, want tot de conclusie ter moeten komen dat men wel schrijft, maar niemand het leest, is nu juist niet bijzonder aangenaam. Nog te meer doet 't onaangenaam aan, als men bedenkt, dat wat geschreven wordt bijna nimmer is een „preeken voor eigen Parochie" maar bijna uitsluitend een wijzen ruan de vee houders van de richting waarin yoor hun het meeste voordeel is te behalen. Nu kan dat, vooral in de op zeer ouderwet- sche manier gedreven bedrijven, op verschil lende manieren. Men kan door het toepassen van goed berekende voederrantsoenen, zeer op de veevoeding besparen, en toch hetzelfde bereiken. Men kan door een betere en doelmatige be mesting, gesteund door hulpmeststoffen, mei dezelfde kosten meer resultaat bereiken, soms wel met minder kosten Men kan door het verbeteren van den vee stapel, en het zich toeleggen op het fokken van meer productief vee, de melkopbrcngst van zijn stal beduidend verhoogen. Vooral voor dit laatste is het, dat onder- geteekende al meermalen uwe aandacht vroeg en ook ditmaal even uw gedachten in die richting zou willen leiden. Oorzaak hiervoor is, een schrijven dat ik vond in het Groninger Landbouwblad, van den heer J. J. Huisman, voorheen Rijkszui velconsulent in die provincie en thans nog belast met het narekenen van de melklijsten van de stam boek koeien in die provincie. Men is in die provincie begonnen in 1911, en had toen nog maar 800 lijsten. Tans in 1928, zijn er 2310, dus bijna verdriedubbeld. Graag zou ik de geheele lijst overnemen, van 1911 tot en met 1928 maar zou een zoo groote hoop cijfers worden, dat ik weer mijn doel zou missen, n.l. dat die aanleiding zouden zijn dat men voor de lezing ervan terugschrok. Daarom geef ik ze alleen maar van de jaren 1911, 1915 of 1916, en 1928. Na 1916 kwam er een groote inzinking, door de voed- selschaarschte, die de dieren niet meer to boven zijn gekomen, wat valt op te maken uit het feit, dat na die crisisjaren, de ge middelden der jongere koeien zich veel vlug ger herstelden dan die der ouderen. Eerst de tweejarigen: In 1911, in 288 dagen 2410 K.Gr. melk 3.04 is 75,3 K.Gr. vet In 1916, in 282 dagen 2848 K.Gr. melk 3.31 is 94,1 K.Gr. vet In 1928, in 294 dagen 3089 K.Gr. melk 3.54 is 109,4 K.Gr. vet Dan de driejarigen (schotten): In 1911, in 284 dagen 3073 K.Gr. melk 3.05 is 93.7 K.Gr. vet In 1915, in 284 dagen 3693 K.Gr. melk 3.27 is 120.7 K.Gr. vet In 1928, in 293 dagen 3811 K.Gr. melk 3.52 is 134.1 K.Gr. vet De vierjarigen: In 1911, in 290 dagen 3785 K.Gr. melk 3.04 is 115. K.Gri vet In 1916, in 279 dagen 4297 K.Gr. melk 3.32% is 143.6 K.Gr. vet In 1928, in 293 dagen 4386 K.Gr. melk 3.51 is 153.9 K.Gr. vet De Vijfjarigen en ouderen: In 1911, in 292 dagen 4089 K.Gr. melk 2.95% is 120.6 K.Gr. vet In 1916, in 284 dagen 4934 K.Gr. melk 3.27 is 161.3 K.Gr. vet In 1928, in 2.92 dagen 4790 K.Gr. melk 3.50% is 167.6 K.Gr. vet. Zetten we nu de verschillen van 1911 en 1928 bij elkaar, dan wordt dit voor de: tweejarigen 679 K.G. melk, driejarigen 738 K.G. melk vierjarigen 601 K.G. melk; oude ren 701 KG. melk per jaar. Door de sterke stijging van het veteehal' te in die jaren bedroeg het verschil in vet en boteropbrengst nog meer; het was als volgt, voor de: tweejarigen 34.1 K.G. vet of 39.8 K.G. boter driejarigen 40.4 K.G. vet of 47.7 K.G. boter vierjarigen 38.9 K.G. vet of 45.4 K.G. boter ouderen 47.6 K.G. vet of 55.5 K.G. boter Hoe groot nu de financieele voordeelen van iedere soort zijn, kan ieder op zijn ma nier uitrekenen. Voor de provincie Groningen rekent de heer Huisman de waarde van de Qndermclk op IV" cent per K.G., wat dus voor de dieren door elkaar om de 10 gulden loopt en voor de boter op ƒ2 per kilo, wat ongeveer 100 per koe bedraagt Dit wordt omgerekend over de 2310 stuks gecontroleerde dieren een bedrag van ruim een kwart millioen gulden, of 254.100. Men zou de conclusie kunnen trekken, dat dit vooral werd veroorzaakt door het be zetten van vele boerderijen in die provincie, door Friesche boeren, met Friesch vee, maar juist een of twee jaar geleden gaf dezelfde heer Huisman een publicatie in het licht waaruit bleek, dat het verschil tusschen da zwartbonten en de zwartblaarden zeer ge ring was, en zelfs de laatste nog iets hoo- ger in productie waren dan de eerste. Wanneer men deze gegevens zou uitreke nen met het oog op de Zuid-Hollandsche toe standen, dan zou men meer uitgaan van het verhoogde aantal kilogrammen melk, maar die meerdere botervetopbrengst, heeft daar toch ook waarde, in den vorm van boter- vetgehalte van de kaas en van meerdere op brengst aan weiboter. De Leidsche kaasmakers zouden weer op andere wijze, meer de Groninger-methode benaderende, hun voordeel berekenen! Slaat dit nu om over een bedrijf van 40 koeien, zooals hier vele worden gevonden, dan is het voordeel van 1928 ten opzichte van 1911, alleen wat meerdere opbrengst be treft, in een ronde som te schatten op 4000 harde guldens. Zou men met deze cijfers voor oogen er maar niet eens sterk over denken ook eens dat pad te gaan bewandelen? Voorschoten J. W. BAKKER. jRlJSCOURANT 1930 N.V. Zaadteelt en Zaadhandel v.h. Fa. A. Zwaan Jr. - Enkhuizen. Dit jaar geeft bovengenoemde ondernei ming weder een kalender uit, die er zijn mag. Te Rotterdam heeft deze firma haar fill* aal „De Enkhuizer Zaadwinkel" op het Noordplein 35. Op de smakelijk, mooi gekleurde omi slag, prijken worteltjes, prij, roode kool, bessen, radijs enz. Ln bonte verscheiden-» heid. De prijscourant, die 48 pagina's groot is, begint met een voorwoord aan begunsti-» gers en vrienden, waarin ze mededeelt, dat de heer A. Zwaan, dezen zomer werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Daarna een opsomming vaA praotischq handleidingen, gevolgd door een zeer uitt gebreide prijslijst van groenten-, landbouw* bloem- en graszaden. i Ook de voor- en najaarsbloembollen wor-» den ten verkoop aangeboden evenals dai vaste planten. Ten slotte vele afbeeldingen ^van tuin-» en landbouwgereedschappen. De laatste pagina wordt ingenomen dooi; de verdelgingsmiddelen. Het geheel maakt een keurig verzorgden indruk, waarbij de gekleurde omslag do mineert. Clichéfabriek „Het Oosten" Gedempte Slaak No. 120 Telefoon No. 9425 Rotterdam I ELITE ZADEN VOOR DEN WARMOEZIER VRAAGT PRIJSCOURANT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 11