DINSDAG 14 JANUARI 1930
EERSTE BLAD PAG. 3
UIT DE INDISCHE BLADEN
STATISTISCH OVERZICHT VAN
NED.-INDIE.
Een cijlerrcman.
'an de porsen der Landsdrukkerij te Wolte-
den kwam liet statistisch Jaaroverzicht van
1 India, zesde Jaargang. 1928. uitgegeven
r het Centraal Kantoor van de Statistiek
Ned.-Indië. Hot is een boek (bijna 60 bUd-
S2.834.569 ziel
SSMl=uS.J .rï* |S" a5' B
pgrlode 1920—1927 nal
J92Ï. Ken hooi véischi
waren! Tn percon
htheld vnn de Inli
tijdvak 1905—1927
sche bcvolklni
1927 207.786
r bevolking
wellc cijfer hopelijk niet^ wiUt
>p de omstandigheid dat niet
a-s en getuigschriften worden
t voorgezet en middelbaar on
bezocht door 14.311 leerlingen en
iderwijs door 259.
nder belangwekkende rubriek 1»
ivo* kl n g™be ban de"t. S°DI t be el d
gelukkige Vr«
TIJGERPLAAG.
tapel. Een drietal
wakartasche be
vielen als slacht
De plaag heeft een zoodanige afmet
renomen, dat de Resident en de Re
lings een groote drijfjacht hebben
i Jagers op gre
i deelt mede. dat
do belangrijke
;r,.iSteifas8&;
Alct dankbaarheid.
hoofdzakelijk
itbreiding van het
ïslotte geleid heeft
onveiligheid bij de
Meek, dat hij In.
Een blijde tijding.
RUIM 100-JARIGE INLANDERS.
BIJ het anthropologlsch onderzoek der
«-bewoners hielp, naar het A.I.D. verm
of acht. HIJ
In de Tengi
ide menschen
iweert. 130 ji
De doekoen van
d te zijn.
nt als Jonge man
ri. was de doekoen al
ren leeftijd. De geestelijk
est en een zeer beminnel
;ljn tijd meegaat, blijkt s
Zijn-
De doekoen is
on gul gastheer
i beide oude heere
DOUWES DEKKER WEER IN DE
JOURNALISTIEK.
fc Batavia worden, naar wij In het Bat.
'sbl. lezen, kennisgevingen verspreid waar
de aanstaande uitgifte van een Chlneosch
Jalelech dagblad, in Bandoeng, wordt aan-
kondl-ed De heer Ang. eigenaar van een
E. F. E. Douw
Moet
ACADEMISCHE WINTERSPELEN IN DAVOS
De opm&rech der deelnemers, gerangschikt volgens hun vaderland.
Kerknieuws.
schledenls zich hei
Ien7
ONGEWENSCHTE GASTEN BIJ DE»
SULTAN!
in ongeveer anderhalf Jaar goloder
de Dell Courant. dat een Amorl
teemnn de barmhartigheid had, t
r wat smeuïge cople. door met alh
«weid het Palels van den sultan te willei
Hnnendringen.
Iks heeft zich gistermiddag we
Lr
;elul.
PREDIKANTSVACATURES.
Het „Doetinchcmsch Weekblad" geeft een
uitgewerkten staat van de predikantsvaca
tures in de Ned. Hervormde Kerk op 1 Jan.
Wij ontleenen er de getallen aan: in Gel
derland 45 plaatsen vacant, Zuid-Holland 67,
Noord-Hólland 41, Zeeland 23, Utrecht 23,
Friesland 48, Overijssel 18, Groningen 39,
Noord-Brabant Ij, Limburg 3, Drente 15;
totaal 340 vacatures. Op 1 Juli 1929 was het
aantal 337, op 1 Januari 1929 333.
In 1929 zijn 17 predikanten overleden, 24
emeritus geworden, en 14 tot een anderen
werkkring overgegaan of hebben het ambt
verlaten.
Opnieuw in dienst zijn getreden 10 predi
kanten, die emeritus waren of colloquium
doctuxn hebben gedaan, of uit het buiten
land overgekomen zijn. Vier nieuwe, predi-
kantsplaatscn gijn gesticht, één is opgeheven
eu één is gecombineerd, 41 condidatcn tot
den H. Dienst zijn toegelaten, waarvan
negen nog beschikbaar zijn.
Ds. J. Groenewcg, directeur der Chr. Phil.
Inrichtingen te Doetinchem, schrijft o.m. het
volgende bij dit bericht:
„De toestand wordt dus nog steeds ver
ontrustender cn tal van Gemeenten merken
dat, daar zij óf niet weten wien te beroepen,
óf keer op keer een bedankje krijgen.
„Met de z.g. mutaties is het dan ook den
laatsten tijd heel wat vlotter gegaan dan
gedurendo menig jaar het geval was. Over
het algemeen behoeven de candidaten ook
niet lang meer op een beroep te wachten,
al blijkt het, onbegrijpelijk genoeg, met
enkelen toch nog voor te komen.
„Er zijn echter symptomen, dat het hoogte
punt der vacatures over cenigcn tijd bereikt
zal wezen. Want naar ik vernam, is het
aantal jonge theologen, dat in dezen cursus
is aangekomen, aanrpcrkeljjk gl'ootér dan tie,
laatste jaren. Do juiste getallen weet ik nóg
niet, maar in Utrecht bedraagt het, naar ik
meen, ongeveer zestig en in Groningen
(waar er een paar jaar geleden slechts twee
aankwamen) 14 of 15".
VROUWENKIESRECHT.
Op de vergadering van de Classis Frane-
ker der Geref. Kerken kwam in behandeling
een voorstel van de Kerk van Franeker,
luidende:
„Dc Classis Franeker, enz.
Gehoord het rapport der dep. syrt. Inzake
het vrouwenkiesrecht in de kerk en.de
memorie daartegen;
van oordeel, dat de afwijzende gronden
in het rapport niet genoegzaam zijn om het
vrouwenkiesrecht als onschriftuurlijk te
veroordeelen;
eveneens van oordeel, dat de memorie
niet op genoegzame gronden heeft aange
toond, dat vrouwenkiesrecht, hoewel niet
ongeoorloofd, roeping en plicht is,
dringt er bij de Gen. Syn. te Arnhem op
aan het vrouwenkiesrecht in onze Kerken
niet in te voeren, omdat
ten eerste de meeningen inzake dat kies
recht nog lijnrecht tegenover elkander
staan, en
ten tweede de Schrift het kiesrecht niet
als noodzakelijk voorschrijft"
Het voorstel werd uitvoerig besproken en
in den breede verdedigd en toegelicht door
Ds. J. D. Wielenga, van Franeker.
Sommigen steunden het, anderen bestre
den het, wijl in sommige Kerkeraden het.
rapport niet genoegzaam bestudeerd was.
De stemming over het voorstel werd ten
slotte aangehouden tot de April-Classis. De
discussie zal alsdan echter niet worden her
opend, doch er zal alleen worden gestemd.
Ook zal de Kerkeraad van Franeker nog
enkele redactiewijzigingen aanbrengen.
Zoo werd de uitdrukking „dringt bij de
Synode er op aan" wat sterk geoordeeld; ook
werd noodig geacht, wijl dit de bedoeling
was van den Kerkeraad, ook van de Part.
Synode to spreken, dat die het voorstel zou
aanvaarden.
Het ligt in de bedoeling van den Kerke
raad van Fyanpkcr de toelichting van zijn
voorstel tc pübliceeren, daar hij het een
groot bezwaar vindt een dogmatische be
slissing te nemen in deze kwestie waarover,
naar zijn gevoolen, volstrekt geen- eenparige
i de Geref. Kerken bestaat.
KERK EN SOCIAAL LEVEN.
MOGEN WIJ ZWIJGEN?
Deze vraag stelt de heer P. Haagsma
te Rotterdam (Melkpad 4) en zendt ons een
Schrijven, dat hij noemt „een kreet naar
aanleiding van de verwerping der Reorga
nisatie-voorstellen". De heer H. schrijft ons
dan als volgt:
De slag is getallen. De Synode van de
Ned. Hervormde Kerk heeft met 10 tegen 9
stemmen de Reorganisatie-voorstellen ver
worpen. Het mooie werk van de Commissie,
bestaande uit de voorzittere van den Gere
formeerde Bond en Confessioneele Vereeni-
ging, vertegenwoordigers der Ethische rich
ting en der Kohlhurgianen benevens een
Professor in het Kerkrecht, is van de hand
gewezen, zonder dat de Classicale vergade
ringen zich daarover hebben kunnen uit
spreken.
Een verwachting, dat het ingediende voor
stel de eindstreep zou halen bestond er nu
wel niet, maar toch hadden wij gehoopt,
dat door de behandeling der voorstellen in
de Classicale Vergaderingen, de Gemeenten
meerdere belangstelling zouden toonen, voor
het feit waarom het hier ging. Want het
ging er om, om den kluister, waarin de Her
vormde Kerk nu reeds meer dan een eeuw
is gekneld, te breken, opdat de Kerk openlijk
zal belijden Jezus Christus als den Zalig
maker der wereld.
De vraag rijst nu: hoe komt het, dat dit
voonstel nu reeds verworpen is? Zou het ook
kunnen zijn, dat wij als Gemeenteleden te
lang hebben gezwegen? Is cms gebed vol
doende geweest? Hebben wij da zaak van
Kerkherstel niet te veel aan de predikanten
overgelaten?
In de Gemeenten wordt schier overal ge
voeld, clat de toestand ongezond is. Het
geloof echter, dat het anders kan en daarom
anders moet, ontbreekt. Het nu verworpen
voorstel heeft echter aangewezen, dat een
andere toestand mogelijk is. De weg tot
Kerlvhorstel is duidelijk aangegeven.
Eu als we nu daarnaast oris niet laten
verblinden door enkele overvolle kerken,
maar xle werkelijkheid schouwéft, dan zien
we in de groote stad een ontkerstening der
massa.
Mogen wij als Gemeenteleden dit alles
rustig blijven aanzien? Wij bidden om de
komst van Gods Koninkrijk en hieruit vloeit
voort, dat we ook door woord en daad daar
aan moeten medewerken.
Naast het bidden komt het werken.
Hoewel de Kerkelijke Reglementen de zeg
genschap der Gemeenteleden wel zeer be
perkt doen zijn, en ook het ouderlingen
ambt meer een ornament is dan een be
stuursambt, zoodat het huidige organisme
niet vrij is van dominocratie, zoo volgt
daaruit nog niet. dat dè Gemeenteleden in
alles maar dienen té berusten. Integendeel.
De belofte in de ure der belijdenis afge
legd, getuigt reeds anders.
Het komt ons voor, dat hier een taak voor
de Gemeenteleden ligt Uit de verworpen
voorstellen is gebleken, dat alle rechtzin
nige schakeeringen met het rapport konden
meegaan. Waar nu Kerkherstel niet enkel
is het ideaal van een bepaalde groep, is het
gewenscht, dat de op dit punt gelijkgezin
den door middel van het machtige wapen
van organisatie, trachten de band, welke
onze Kerk knelt, te verbreken.
Voor ons rijst het denkbeeld van een
Nationale Vereeniging voor Kerkherstel. Een
Vereeniging, geschoeid op den leest der
Christelijke Vakbeweging.
Een goed geoutilleerd bureau, hetwelk lei
ding en voorlichting geeft Plaatselijke
afdeelingen cn Classicale ressorten.
WOORDEN BIJ HET GRAF.
Hebt ge wel eens aan het graf gestaan,
en hebt ge wel eens gehoord hoe er over
een doode gesproken werd?
En hebt ge wel eens nagegaan, wat er
al zoo over een doode geschreven wérd,
wanneer zijn graf nog maar nauwelijks
dichtgemaakt was?
Dan komt u zeker voor den geest wat
Allard Pierson eens zeide: „Men pleegt ten
onzent jegens de dooden charmant te zijn!"
Hierin ligt ironie, het zij toegestemd.
En er is in het spreken over dooden volle
ernst, om te willen erkennen al het goede
dat men in hen bezeten heeft.
't Is of de dood is als de duisternis van
den avond; die de sterren zichtbaar doen
worden, zoodat men ze ziet fonkelen aan het
firmament.
Wie zou niet bij het wegvallen van wat
in zijn kring zijn plaats en beteekenis gehad
heeft, dankbaar waardeeren de gaven die
geschitterd hebben, en het karakter dat zijn.
Als gevolg van de onlangs gehouden stempel naliet, en de wijsheid en wétcn-
Haarle.nsche Synode heeft mgr. J. Aenge- schap, die in menschen lichtten vóór
nent, bisschop van Haarlem, voor zijn menschen?
De Europeesche Politie werd In
■ursehnwd. en de noodice manr
jpekamoelia totren naar de plaats
[Mn zij-onderwee: waren belde de
«ofd van Plnaeelljlc Bestuur op on
ïrwaart3atrokCt Pa,els dlr|eeerdeP
Hl»6 dezeedln,,i^ T^en* Vt^h P*"^
etjca van
es onhcils.
sultan het
zijn nood
ar Pollti.;-
n zelf ook
aard onder
de heeren een .standje te make
«n hem laconiek cn trui een doosje
r. 'stak er
Have a smoke?" Be controleu
jj^de Amerikanen werden zoolantr
r bedankte
bij de Po-
[bt.°2edachten,6 d'^ze'"dat PaYe 1 s
oo kwaad
ochten b--
ïn're Dm" K-H men*"hu" v"°t
D# heeren hadden een retourka
Wswr.a bij zich en z'.ii onder Pc
sr den trein van vijf uur pebra
«commandant van hun schip i
•fr"W'l, dat. nis iets dertrelijka
jMrkomt. Reen v—c-unnintr tot
w«r wordt gegevan voor d« zeeluL
fd. In S'n~
M'iegelelde
ht. terwijl
ntscheplng
bisdom eenige nleüwe voorschriften betref
fende de sociale organisaties uitgevaardigd,
waarvan wc de volgende voornaamste be
palingen hier vermelden:
„Het is een plicht van alle katholieken
mede te werken aan den opbouw cn het
behoud eencr gcede maatschappelijke orde.
Maar, luisteren we eens goed.
Is liet alies waarachtig, wat er gezegd en
geschreven wordt?
Ja, we zijn vriendelijk jegens de dooden,
maar zijn we dan altijd eerlijk en waar?
Daar zijn en daar worden nicrologieën
géschreven vol menschverhcerlijking. Ik heb
,011 daarom is het hun plicht toe te treden menschen gekend, die voor anderen een
j tot de hun geëigende katholieke sociale i bitterheid des geestes waren en die voor
vereenigingon." onedele tactiek niet terugdeinsden, om over
„Het is een dringende eisc-h voor alle [anderen tc heerschcn en die na hun dood
zielzorgers aan de katholieke vereenigingen ai^ heiligen werden uitgebeeld. Er was geen
hunne volle waardeering en den noodigen gebrek aan hen op te merken. Wat hem
steun te vcrlecnen." persoonlijk tot verootmoediging had moeten
„Het lidmaatschap van zoogenaamde neu- doen komen voor God en menschen, werd
trale vak- on standsorganisaties is aan de geheel verontschuldigd en de plooien wer-
kathoüeke Middenstanders, Landbouwers j den gladgestreken, cn het odium gelegd op
en Werkgevers niet geoorloofd." degenen die met den vinger cr naar durfden
„Zij die lid zijn van liberale of z.g. neu- te wijzen uit reactie tegen wat als onrecht
trale vak- en standsorganisatics, mogenondervonden werd.
nigingén."
„Amerikaansch" in dit voorstel
"gedachte, om in 1930 een her
Ilaat, om nog ais ee.i ueiei'jK geuremir ïuoem nanng ie bewerkstelligen van het eersti
de menschelijke ziel, die lijden en strijden Pinksterwonder.
moest, te verkwikken. En het kind dat aan
het graf dankte voor de eer, moest de ver
zuchting van het hart: och, als dat alles
mijn vader eens eerder gezegd was, hoe zou
het hem in zijn eenzaam leven en werken
tot bemoediging geweest zijn.
Ik heb ook woorden gelezen, gesproken bij
en né het' graf, vleiend voor den doode,
maar ach, zoo bitter voor de levenden. Zelfs
daar, waar zoo krachtig het vermaan klinkt:
„heb lief, zoo lang ge lieven kunt, zoo lang
u God den tijd vergunt: de ure komt, de
dag breekt aan, dat ge bedroefd aan 't graf
zult' staan", zelfs daar, ontziet men zich
niet, den doode te sieren met dagene, wat
men op ruwe wijze anderen .ontrukt. Dan
is die overledene te prijzen geweest om
meerdere deugden, want hij was niet
en dan komen de zwaardhouwen voor de
levenden. Hij was zoo degelijk, en was zoo
anders dan meerderen uit zijn omgeving,
die als holle vaten klinken. Hij was zoo
ridderlijk; "iet als anderen die men kent,
met hun bédriégëlijke practijken; hij was
zoo open en rond, terwijl men ze wel kent
in zijn kring, die wroeten onder den grond,
om. u uw plaats onder do zón tc ontnemen;
hij was Zoo trouw, niet als anderen die het
zoo nauw niet nemen; hij was het tegen
gestelde van heel wat mindersoortige men-
sélien, die ge dan bij zulk een gelegenheid
pij, ristjes aan elkaar rijgen kunt, en die
je dan maar zoo „en passant" in hun soort
behoeft te noemen, orn ze in het edel ge
moed! zoodoende de genadeslag te geven
-— Als men maar wist, wie bedoeld werden!
En als dan de doode voor zijn afscheid
verzocht heeft, niet op zijn graf té spreken,
in 't aangezicht van den dood ziende de
ijdelheid van al het mensoh'elijke, en daarna
toespraak op toespraak gehoord wordt die
men houdt, niet bij het graf, maar die
men zet in de krant, cn aan de wereld
bekend maakt, clan noemt men dat tot eere
van God en tot dankbaarheid aan Hem en
niet tot verheerlijking van den mensch.
Het zij zoo. Er staan woorden in van dank
aan God, maar ze worden begraven onder
de bloemkransen, die men voor de lijkbaar
en het graf niet begeert
Er zijn woorden die zwaar zijn van on
waarachtigheid.
En hiermee ga ik op zij voor de majesteit
van den dood; ik ga mijn eigen weg naar
het graf, en ik luister naar het woord van
Jesaja en Petrus: Alle vleesch is als gras,
maar het Woord des Heeren blijft tot in
eeuwigheid.
Ook zwijgt bij den dood de critiek, en
buigen wij allen het hoofd, om te bidden:
„Op Uw genade wil ik leven, op Uw gena
de doodssnik geven."
Maar de lofsprekers met hun blinkende
woorden van menschelijk verguldsel, alsof
een mensch met gebreken een heilige engel
gelijk kon worden, wil ik toewenschen, dat
zij gelijk mogen zijn aan de discipelen op
den berg, van wien geschreven staat: „Zij
zagen niemand dan Jezus alleen."
POT EN KETEL.
ïn het „Geref. Kerkblad voor Overijssel
en Drenthe" schrijft Ds. H. W. Laman o.m.:
„Mijn vriend Pot en mijn vriend Ketel
mogen elkander niet Jijden.
Miin vriend Pot zegt van mijn vriend
Ketel, dat hii een drijver is.
Mijn vriend Ketel zegt van mijn vriend
Pot, dat hij een dwarsdrijver is.
Zooals men ziet, is het onderscheid tus-
schen mijn beide vrienden niet zoo
heel groot Een drijver is wel niet precies
hetzelfde als een dwarsdrijver, maar ze be
staan elkander toch in den bloede, en goed
bezien, hebben ze elkander niet veel te
verwijten. Zehebben beiden iets drijy.erigs
over zichy en-openbaren daarin beiden het
bederf hunner natuur, hoewel ze beiden
overigens toch wel beste menschen zijn,
fnaar dat drijverigé kunnen ze in elkander
'niet Jijden.
Spreek ik met mijn vriend Pot over mijn
vriepd Ketel, dan moot ik zeggen: Man, je
hebt wel een klein beetje gelijk, maar je
bent, goed bezien, net zoo'n drijver als
Ketel.
Spreek ik met mijn vriend Ketel over mijn
vriend Pot, dan moet ik insgelijks zeggen:
Man, je hebt ook wel een klein beetje gelijk,
maar je bent, recht beschouwd, precies zoo'n
dwarsdrijver als Pot.
Pot en Ketel hebl>en allebei gelijk in hun
oordeel over elkander, cn. géven allebei oor
zaak van rechtmatig beklag. Het is alleen
maar jammer, dat ze altijd klagen over
elkander. Pot klaagt over Ketel, en Ketel
klaagt over Pot, en beiden zeggen, dat ze
zwart zijn; maar het zou veel beter wezen,
dat Pot klaagde over Pot, en Ketel klaagde
over Ketel, dat hij zwart is; maar nu kla
gen ze al jaren over elkander, en het zwart
gaat er op deze wijze nooit af; bij geen van
beiden niet
Het is met Pot en Ketel als met Bochel-
joen in de „Praatjes en Plaatjes" van Spur-
geon.
Op een plaatje teekent Spurgeon twee
mannen loopende achter elkander.
Eén van die mannen noemt hij Bochel-
joen. Bocheljoen loopt met uitgestoken
vinger, en met een glimlach op het gelaat.
Voor hem uit wandelt een lange man met
eon ronden rug. Over dien ronden rug van
zijn voorman maakt Bocheljoenzich vroo-
Iijk in zijn grimmigheid. Veelmeer reden zou
hij evenwel hebben zich in,zijn grimmigheid
vroolijk le maken over zich zeiven, want
hij 'heeft een vervaarlijken bochel.
Pot en Ketel maken zich evenals Bochel
joen in grimmigheid vroolijk over huns
voormans rug. Ze hebben beiden een bochel,
maar ergeren zich telkenmale aan elkanders
rug. Dat is dikwijls zoo cie gewoonte einder
de menschen, dat ze elkander niet lijden
mogen om de gebreken, die deze in elkaar
zien, en die ze zelf toch ook in overvloedige
mate bezittcy.
Pot verwijt Ketel, dat hij zwart is, maar
vim zijn eigen zwartheid heeft hij geen idee.
Met Ketel is dat insgelijks het geval cn dit
gemis aan zelfkennis is dan de bron van
allerlei bittere verwijten, maaY de ronde rug
van Pot en de bochel van Ketel wórden er
niet door genezen.
Wat zou dat heerlijk zijn wanneer Pot
vportaan in zich zeiven bestreed, wat hij
tot dusver aan Ketel zoo bitter heeft verwe
ten; en wanneer Ketel insgelijks in zich
zeiven wilde bestrijden, wat hij aan Pot tot
hiertoe meendé te moeten verwijten.
-liet spijt me voor mijne vrienden Pot en
Ketel, dat ze het tot dezen stand van zaken
nog niet hebben vermogen te brengen, want
zo zijn in den grond qer zaak toch zulke
beste menschen, maar die elkander het
leven al veel té lang door hunne verwijten
hebben verzuurd.'4
GROOTE INBEELDINGEN DES HARTEN.
In de Véreenigde Staten vaji Noord-Ame
rika is men, naar het „Hbl." verneemt, op
het denkbeeld gekomen, om het jaar 1930
als Pinksterjaar te vieren, wijl het eerste
Pinksterfeest dan 1900 jaar-geleden zou zijn
Men weet echter, dat Herodes de Groote
vier jaren vóór het begin onzer jaartelling j
stierf en Jezus' geboorte inderdaad zes jaai J
vóór onze jaartelling valt, zoodat de keuz
an het jaar 30 als Pinksterjaar vrij wille
„The Christian World" schrijft in ernst:
„Men kan in Amerika toch immers alles,
waarom ook niet dit? Kunnen wij ervaren,
wat de eerste leerlingen ervoeren?" Ant
woord: „Wij kunnen, als wij willen en -ons
voor het werk Gods voorbereiden. Het hkngt
geheel van ons af, wat de 1900ste terugkeer
van het Pinksterfeest ons brengen zal".
ZENDING.
H. Kabelitz. t Te Oengaran (Java) is
op 58-jarigen leeftijd overleden de zcndeling-
leeraar H. Kabelitz. Van 1902 tot .1925 werkte
hij met toewijding op den Zendingspost
Kalitjeret bij Kedoengdjati. Twee keer ging
hij met verlof; den eersten keer in 1912, de
tweede maal in 1925.
Kalitjeret schreef de „Locomotief" Is
geen gemakkelijke post met zijn negen bij-
gemccntcn in dc rimboe. Het bedienen er van
vergde veel van de krachten van den zen
deling, vooral in den regentijd, als hij er
op uit moest, te paard, per bendie of tc voet.
Maar hij was een stoere werker, zijn leven
was gewijd aan het vooruit helpen van het
Javaansche volk, geestelijk, maar opk maat
schappelijk. Zendoling Kabelitz bond don
strijd aan tegen bijgeloof en vrees voor gees
ten en bracht het Evangelie. Voor de zoo
misdeelde en slecht behandelde zieken in
dc desa bouwde hij een grooter hulpziek^n-
huis te Kalitjeret en hij zorgde er voor. t
zijn helpers en onderwijzers zooveel mog 1c
deden tot hulp en verzachting der zieken
en gewonden. De zendeling was niet slechts
de brenger van het geestelijke, hij was ook
bouwmeester en opzichter bij het bouwen
van scholen, ker' n en vergaderlokalen, wat
nog al veel zorgen oplevert bij al dat andere
werk.
In 1925 werd H. Kabelitz zijn eerste echt-
genoote ontnomen. Toen hij in 1927 voor
de derde maal naar Indië kwam met zijn
tweede levensgezellin mocht hij op advies
van het bestuur den zwaren werkkring in
Kalitjeret niet meer aanvaarden. Hem werd
toebedeeld de lichtere post Oengaran. Maar
al was de post lichter, de zendeling rustte niet
Hij dacht altijd aan uitbreiding, de gemeen
ten, het hulpziekenhuis in Oengaran en de
scholen. Mitiden uit zijn werk is hij opge
roepen.
Bij de teraardebestelling waren haast alle
zendelingen der Salatiga-Zending aanwezig,
ook artsen, verpleegsters, onderwijzeressen,
verder eenige predikanten van naburige
gemeenten.
Land- en Tuinbouw.
In „De Tuinderij" wordt een cn ander
meegedeeld over de bespreking op de vei-
lingvereeniging te Poeldijk betreffende het
gebruik van het U. C. B.-merk voor toma
ten en druiven. De vraag werd onder
oogen gezien, of niet een actie is te ont
werpen via den Bond Westland om
het zoover te brengen, dat alle tomaten
Rechtzaken.
HOOGE RAAD
MOGEN B. EN W. DEN AARD VAN
RECLALIE BEOOHDEELEN?
De advocaat-generaal Mr. Berger, con
cludeerde in de zaak van J. F. B.. die had
terechtgestaan voor den Kantonrechter we
gens. overtrad ng van dc alg. pojitie-verordc-
ning, aldaar, die o.m. voorschrijft in art. 46,
dat een'eigenaar van onroerend goed bin
nen de bebouwde kom op of aan gebouwen
geen reclame mag aanbrengen, welke naar
het oordcel van B. en W. uit. een oogpunt
van welstand niet toelaatbaar is.
De Kantonrechter had het ten laste ge
legde niet strafbaar geóórdeeld.' Hij méc'ndè
dat art. 135 der Gemeentewet de verplich
ting der burgerij afhankelijk stelt van het
geen de Gemeenteraa'd bepaalt én niet naar
hetgeen andore machten bepaalden.
De ambtenaar van het 0. M. .appelleerde..
De advocaat-generaal concludeerde thans,
tot vernietiging van het vönnis en tot ont
slag van rechtsvervolging/Arrest 10' Fcbr.
ZWAAR LICHAMELIJK LETSEL DOOR
SCHULD.
De advocaat-goneraal hij den Hoogen Raad
mr. Berger, concludeerde heden tot verwer
ping van het cassat'eberoep van C, G. K.,
die door het Hof te 's-Gravenliage was ver
oordeeld tot 1000 gulden boete wegens het
veroorzaken van een aanrijding op der»
Benoordenhoutscheweg te 's-Gravenhace op
den avond van 6 November 1928 toen het
mistig was en hu', voor een auto willende
uitwijken, het trottoir opreed en dén heer
F. W. aanreed, die daarop in het Zieken
huis moest worden opgenomen. Uitspraak
10 Februari.
VERORDENING OP DE STRAATPOLITIE
TE ARNHEM.
De Hooge Raad heeft heden behandeld een
cassatieberoep van P. v. E., die wegens over
treding van de verordening op de straatpo-
litie te Arnhem is veroordeeld door den
Kantonrechter aldaar, tot boete. Deze over;
treding betreft het gebruik maken van eeii
taxi, zonder dat deze voldeed aan de be-.
palingen, in die verordening gestéld ('ver
gunning van B. en W., het hebben van een-
mrmmerljevviis en het opgehangen hebben
van het tarief).
Mr. v. Oven lichtte eenige cassatiemidde-
len toe, en betoogde, dat genoemde verorde
ning verb'ndende kracht mist omdat zij niet
kan betreffen het belang; bedoeld in art.. 135
der gemeentewet, noch de huishouding der
gemeente, omdat zij een gebruik, waar ook.
van de auto verbiedt, hetceen ook ia strijd
is met art. 625 Bung-. Wetboek.
De conclusie van het O. M. wérd bepaald
op *27 Januari.
DOOR DOOR SCHULD.
De advocaat-generaal bij den Hoogeai Raad
mr. Berger, concludeerde heden tot verwer
ping van H. M., die door de rechtbank te
Leeuwarden was vrijgesproken van de hem-
ton laste gelegde veroorzaken
net zoover ie ZLZn "jdingr ón het Westeinde aldaar, waarbij
K-on is h«t rlan wel een motorrijder het leven verloor, dqch in
U.C.B.-m'rt MiMBuen hrt too Jrel hero.ip door het. Ho( werd
mogelijk eenige speling in de eischeu te
verkrijgen en dan zou wellioht 60 70 pet.
onder het merk geveild kunnen worden.
Sterk werd er aangedrongen om te ko
gien tot een aotie over het geheele land
voor U,C.B.-contax>le op tomaten en drui-
In verband daarmede zal door de veiling
Poeldijk bij het Bondsb.estu,ur een voopjlol
worden ingediend, om alle tomaten en
druiven daïL jaéf te' tféilén onder U.C.B.-
merk.
RIJK. ZWAAN's ZAADTEELT EN ZAAD-
HANDEL.
Versohenen is de prijscourant van Rijk
Zwaan's "Zaadtéélt en Zaadhandel, Zaag-
molenkade 28, Rotterdam.
Deze prijscourant, rijk geïllustreerd, be
vat de betalingsvoorwaarden etc. van
groentenzaden, toekruiden en diverse za
den, landbouw-, gras-, klaver- en bloem
zaden.
De firma bezit seleclïetuinen te Berg-
sohenhoek en te Enkhuizen en de prijscou
rant maakt bijzondere melding van de
proeven en de werkmethoden der firma
jen opzichte van selecties iit de komkom-
mercultüür.
hoogcr beroep
veroordeeld wegens het veroorzaken van
dood door schuld tot 14 dagen hechtenis.
Arrest 20 Januari.
HAAGSCH GERECHTSHOF
HET ONTSLAG AAN DE ZEEVAART
SCHOOL TE VLISSINGEN.
Het Haagsehe Gerechtshof heeft hécferf qr-
rest geWéfcen in de procedure tusschên dén
heèr M, Teerling en de Zeevaartschool te
Vlissingon.
De heer Teerling was destijds ontslagen,
nis Jéeraar nan d»i>e scfyool. hetgeen door den
heer Teerling onrechtmatig werd «gedoemd,
op- grond waarvan hij een actie tegen het
schoolbestuur insteldq.
Het ging in deze procedure bepaaldelijk
opn de vraag of de heer Teerling al dan,
niet als vast leeraar was aangesteld.
Het schoolbestuur had gesteld, d$t dit
niet het gl was en dat zujks ook nimmer
in de bedoe"ng had gelegen.
Na gehouden getuigenverhoor had da
rechtbank te Middelburg beslist, dat de
heer Teerling n:et in het -hem opgelegde
bewijs door getuigen was geslaagd, waarna
d* ingestelde vordering werd ontzegd.
Thans heeft het Hof ovërwocen, nat, wat
er ook. zoowel in eersten aanleg als nader
in hooger beroep moge zijn gebleken van
de wiize, waarop tegenover den heer Teer
ling door het schoolbestuur in deze is ge
handeld, in alle gevalle in dezen stand vaiv
het geding nog niet 's komen vast te staan,
dat er van de zijde van het schoolbestuur
eenige belofte zou zijn gedaan om den heer
Teerljng met voorbijgaan van de voorwaar
de om de akte i te behalen, voor vast aan tc
stellen, aangezien die belofte den grond-
In „De Melkveehouder" lezen wij
Een kippenhouder met 24 vastzittende
kippen braoht mij in den voorzome
doode kip. Bij openng vond ik een
Tie lever. En 14 dagen daarna w ee
kip dood. Weer zeer afwijkende lever.
Toen ben ik gaan kijken en zag dat al'.e
kippen leverlijders waren. Welk voedsel ^'%an den eisch uitmaakt, het Hóf het
voedert U: Het antwoord was. kun=lkoi- aan don heer Teerling opgelegde bewijs
rel en ochtcndvoer en s avonds hard voer. noc njet gC]everd acht
Bij onderzoek van het ochtendvoervond ik Hct Hof vond evenwel termen om het
bedorven vischlucht en bij extractie bn\en- door den heer Teerling subshTair gevraagde
dien bedorven levertraan. Niei zoo..ra verhoor op vraagpunten toe. te staan, waar-
werd opgehouden met het voederen van'na partijen nog gelegenheid zullen hebben
kunstkorrel en ochtend-voer en aiegen deiom voornoemd bewijs, zoowel in verhand
kippen enkel vvst -oud brood plus gesne- met hetgeen uit dat verhoor, zal zijn ge
len gras plus hardvoer en als medicijn hleken als in verhand met de. dóór het
per dag t eetlepel (rabarber p us zmverings schoolbestuur na het pleidooi nog in bot
zout I Kngelsch zout mengsel) of er ceding gebrachte stukken te bespreken, en
kwam er leven m de kippen, de gele waarna' d-é heer Teerling tn de gelegenheid
kleur verdween en de dieren zijn weer ge-7,a| aijn nm teh desverkiezend nader uit te
heel hei'teld. I laten, of hij in verband met het gehouden
Tweede geval: Kippenhouder roemt zijn verhoor en in verband met hetgeen ver
leppen hoogel ijlt over de legprestatie, innar der is komen vast te staan, een nader ge-
leier oogenblik een doode kif' en .vel m tuigenbewijs blijft verlangen,
de volle legpenode. De kip zit nog met een 0p grond van het bovenstaande heeft het
roode kam op t nest, komt er af, valt Hof, alvorens verder te beslissen, hevo!en
dood. Bij onderzoek van een panr exem-1 dat Mr. J. Smit, te Vlissingen, voorzitter
p'iron vond ik eierstolmnt-i kingzieHvan het schoolbestuur, op Woensdag 19
waarschijn .jk tengevolge vy1 "Jï I Februari öm 11 uur in raadkamer van het
luchten.fvoer toepassing in dit b?,1nji en j Hof op vraagpunten zal worden gehoord,
het dientengevolge, straffe leggen. Toen het terwijl aan het schoolbestuur wordt over-,
ochtendvoer werd verminderd, vermin Ier- gelaten om naast Mr. Smit bovend on nog
de direct de derproduetic, maar vrelen er een ander lid van dat schoolbestuur op
■"ok geen kppen méér dood. Idle vraagstukken ten doën hooren.
Propaganda October 1929-15 Januari 1938
Hef blad van de lezers voor de lezers
Ondergeteekende geeft op als abonné op dit blad de(n) volgende(n)
persoon(onen) voor minstens één jaarj
AANBRENGER:
tNamen en adressen volledig Invullen^
Onderteekening van aanbrenger:
Op te zenden aan het bnrean van ons blad.
iarop de propagandisten recht hebben, venrljr*