DINSDAG 14 JANUARI 1930 EERSTE BLAD PAG. 3 UIT DE INDISCHE BLADEN STATISTISCH OVERZICHT VAN NED.-INDIE. Een cijlerrcman. 'an de porsen der Landsdrukkerij te Wolte- den kwam liet statistisch Jaaroverzicht van 1 India, zesde Jaargang. 1928. uitgegeven r het Centraal Kantoor van de Statistiek Ned.-Indië. Hot is een boek (bijna 60 bUd- S2.834.569 ziel SSMl=uS.J .rï* |S" a5' B pgrlode 1920—1927 nal J92Ï. Ken hooi véischi waren! Tn percon htheld vnn de Inli tijdvak 1905—1927 sche bcvolklni 1927 207.786 r bevolking wellc cijfer hopelijk niet^ wiUt >p de omstandigheid dat niet a-s en getuigschriften worden t voorgezet en middelbaar on bezocht door 14.311 leerlingen en iderwijs door 259. nder belangwekkende rubriek 1» ivo* kl n g™be ban de"t. S°DI t be el d gelukkige Vr« TIJGERPLAAG. tapel. Een drietal wakartasche be vielen als slacht De plaag heeft een zoodanige afmet renomen, dat de Resident en de Re lings een groote drijfjacht hebben i Jagers op gre i deelt mede. dat do belangrijke ;r,.iSteifas8&; Alct dankbaarheid. hoofdzakelijk itbreiding van het ïslotte geleid heeft onveiligheid bij de Meek, dat hij In. Een blijde tijding. RUIM 100-JARIGE INLANDERS. BIJ het anthropologlsch onderzoek der «-bewoners hielp, naar het A.I.D. verm of acht. HIJ In de Tengi ide menschen iweert. 130 ji De doekoen van d te zijn. nt als Jonge man ri. was de doekoen al ren leeftijd. De geestelijk est en een zeer beminnel ;ljn tijd meegaat, blijkt s Zijn- De doekoen is on gul gastheer i beide oude heere DOUWES DEKKER WEER IN DE JOURNALISTIEK. fc Batavia worden, naar wij In het Bat. 'sbl. lezen, kennisgevingen verspreid waar de aanstaande uitgifte van een Chlneosch Jalelech dagblad, in Bandoeng, wordt aan- kondl-ed De heer Ang. eigenaar van een E. F. E. Douw Moet ACADEMISCHE WINTERSPELEN IN DAVOS De opm&rech der deelnemers, gerangschikt volgens hun vaderland. Kerknieuws. schledenls zich hei Ien7 ONGEWENSCHTE GASTEN BIJ DE» SULTAN! in ongeveer anderhalf Jaar goloder de Dell Courant. dat een Amorl teemnn de barmhartigheid had, t r wat smeuïge cople. door met alh «weid het Palels van den sultan te willei Hnnendringen. Iks heeft zich gistermiddag we Lr ;elul. PREDIKANTSVACATURES. Het „Doetinchcmsch Weekblad" geeft een uitgewerkten staat van de predikantsvaca tures in de Ned. Hervormde Kerk op 1 Jan. Wij ontleenen er de getallen aan: in Gel derland 45 plaatsen vacant, Zuid-Holland 67, Noord-Hólland 41, Zeeland 23, Utrecht 23, Friesland 48, Overijssel 18, Groningen 39, Noord-Brabant Ij, Limburg 3, Drente 15; totaal 340 vacatures. Op 1 Juli 1929 was het aantal 337, op 1 Januari 1929 333. In 1929 zijn 17 predikanten overleden, 24 emeritus geworden, en 14 tot een anderen werkkring overgegaan of hebben het ambt verlaten. Opnieuw in dienst zijn getreden 10 predi kanten, die emeritus waren of colloquium doctuxn hebben gedaan, of uit het buiten land overgekomen zijn. Vier nieuwe, predi- kantsplaatscn gijn gesticht, één is opgeheven eu één is gecombineerd, 41 condidatcn tot den H. Dienst zijn toegelaten, waarvan negen nog beschikbaar zijn. Ds. J. Groenewcg, directeur der Chr. Phil. Inrichtingen te Doetinchem, schrijft o.m. het volgende bij dit bericht: „De toestand wordt dus nog steeds ver ontrustender cn tal van Gemeenten merken dat, daar zij óf niet weten wien te beroepen, óf keer op keer een bedankje krijgen. „Met de z.g. mutaties is het dan ook den laatsten tijd heel wat vlotter gegaan dan gedurendo menig jaar het geval was. Over het algemeen behoeven de candidaten ook niet lang meer op een beroep te wachten, al blijkt het, onbegrijpelijk genoeg, met enkelen toch nog voor te komen. „Er zijn echter symptomen, dat het hoogte punt der vacatures over cenigcn tijd bereikt zal wezen. Want naar ik vernam, is het aantal jonge theologen, dat in dezen cursus is aangekomen, aanrpcrkeljjk gl'ootér dan tie, laatste jaren. Do juiste getallen weet ik nóg niet, maar in Utrecht bedraagt het, naar ik meen, ongeveer zestig en in Groningen (waar er een paar jaar geleden slechts twee aankwamen) 14 of 15". VROUWENKIESRECHT. Op de vergadering van de Classis Frane- ker der Geref. Kerken kwam in behandeling een voorstel van de Kerk van Franeker, luidende: „Dc Classis Franeker, enz. Gehoord het rapport der dep. syrt. Inzake het vrouwenkiesrecht in de kerk en.de memorie daartegen; van oordeel, dat de afwijzende gronden in het rapport niet genoegzaam zijn om het vrouwenkiesrecht als onschriftuurlijk te veroordeelen; eveneens van oordeel, dat de memorie niet op genoegzame gronden heeft aange toond, dat vrouwenkiesrecht, hoewel niet ongeoorloofd, roeping en plicht is, dringt er bij de Gen. Syn. te Arnhem op aan het vrouwenkiesrecht in onze Kerken niet in te voeren, omdat ten eerste de meeningen inzake dat kies recht nog lijnrecht tegenover elkander staan, en ten tweede de Schrift het kiesrecht niet als noodzakelijk voorschrijft" Het voorstel werd uitvoerig besproken en in den breede verdedigd en toegelicht door Ds. J. D. Wielenga, van Franeker. Sommigen steunden het, anderen bestre den het, wijl in sommige Kerkeraden het. rapport niet genoegzaam bestudeerd was. De stemming over het voorstel werd ten slotte aangehouden tot de April-Classis. De discussie zal alsdan echter niet worden her opend, doch er zal alleen worden gestemd. Ook zal de Kerkeraad van Franeker nog enkele redactiewijzigingen aanbrengen. Zoo werd de uitdrukking „dringt bij de Synode er op aan" wat sterk geoordeeld; ook werd noodig geacht, wijl dit de bedoeling was van den Kerkeraad, ook van de Part. Synode to spreken, dat die het voorstel zou aanvaarden. Het ligt in de bedoeling van den Kerke raad van Fyanpkcr de toelichting van zijn voorstel tc pübliceeren, daar hij het een groot bezwaar vindt een dogmatische be slissing te nemen in deze kwestie waarover, naar zijn gevoolen, volstrekt geen- eenparige i de Geref. Kerken bestaat. KERK EN SOCIAAL LEVEN. MOGEN WIJ ZWIJGEN? Deze vraag stelt de heer P. Haagsma te Rotterdam (Melkpad 4) en zendt ons een Schrijven, dat hij noemt „een kreet naar aanleiding van de verwerping der Reorga nisatie-voorstellen". De heer H. schrijft ons dan als volgt: De slag is getallen. De Synode van de Ned. Hervormde Kerk heeft met 10 tegen 9 stemmen de Reorganisatie-voorstellen ver worpen. Het mooie werk van de Commissie, bestaande uit de voorzittere van den Gere formeerde Bond en Confessioneele Vereeni- ging, vertegenwoordigers der Ethische rich ting en der Kohlhurgianen benevens een Professor in het Kerkrecht, is van de hand gewezen, zonder dat de Classicale vergade ringen zich daarover hebben kunnen uit spreken. Een verwachting, dat het ingediende voor stel de eindstreep zou halen bestond er nu wel niet, maar toch hadden wij gehoopt, dat door de behandeling der voorstellen in de Classicale Vergaderingen, de Gemeenten meerdere belangstelling zouden toonen, voor het feit waarom het hier ging. Want het ging er om, om den kluister, waarin de Her vormde Kerk nu reeds meer dan een eeuw is gekneld, te breken, opdat de Kerk openlijk zal belijden Jezus Christus als den Zalig maker der wereld. De vraag rijst nu: hoe komt het, dat dit voonstel nu reeds verworpen is? Zou het ook kunnen zijn, dat wij als Gemeenteleden te lang hebben gezwegen? Is cms gebed vol doende geweest? Hebben wij da zaak van Kerkherstel niet te veel aan de predikanten overgelaten? In de Gemeenten wordt schier overal ge voeld, clat de toestand ongezond is. Het geloof echter, dat het anders kan en daarom anders moet, ontbreekt. Het nu verworpen voorstel heeft echter aangewezen, dat een andere toestand mogelijk is. De weg tot Kerlvhorstel is duidelijk aangegeven. Eu als we nu daarnaast oris niet laten verblinden door enkele overvolle kerken, maar xle werkelijkheid schouwéft, dan zien we in de groote stad een ontkerstening der massa. Mogen wij als Gemeenteleden dit alles rustig blijven aanzien? Wij bidden om de komst van Gods Koninkrijk en hieruit vloeit voort, dat we ook door woord en daad daar aan moeten medewerken. Naast het bidden komt het werken. Hoewel de Kerkelijke Reglementen de zeg genschap der Gemeenteleden wel zeer be perkt doen zijn, en ook het ouderlingen ambt meer een ornament is dan een be stuursambt, zoodat het huidige organisme niet vrij is van dominocratie, zoo volgt daaruit nog niet. dat dè Gemeenteleden in alles maar dienen té berusten. Integendeel. De belofte in de ure der belijdenis afge legd, getuigt reeds anders. Het komt ons voor, dat hier een taak voor de Gemeenteleden ligt Uit de verworpen voorstellen is gebleken, dat alle rechtzin nige schakeeringen met het rapport konden meegaan. Waar nu Kerkherstel niet enkel is het ideaal van een bepaalde groep, is het gewenscht, dat de op dit punt gelijkgezin den door middel van het machtige wapen van organisatie, trachten de band, welke onze Kerk knelt, te verbreken. Voor ons rijst het denkbeeld van een Nationale Vereeniging voor Kerkherstel. Een Vereeniging, geschoeid op den leest der Christelijke Vakbeweging. Een goed geoutilleerd bureau, hetwelk lei ding en voorlichting geeft Plaatselijke afdeelingen cn Classicale ressorten. WOORDEN BIJ HET GRAF. Hebt ge wel eens aan het graf gestaan, en hebt ge wel eens gehoord hoe er over een doode gesproken werd? En hebt ge wel eens nagegaan, wat er al zoo over een doode geschreven wérd, wanneer zijn graf nog maar nauwelijks dichtgemaakt was? Dan komt u zeker voor den geest wat Allard Pierson eens zeide: „Men pleegt ten onzent jegens de dooden charmant te zijn!" Hierin ligt ironie, het zij toegestemd. En er is in het spreken over dooden volle ernst, om te willen erkennen al het goede dat men in hen bezeten heeft. 't Is of de dood is als de duisternis van den avond; die de sterren zichtbaar doen worden, zoodat men ze ziet fonkelen aan het firmament. Wie zou niet bij het wegvallen van wat in zijn kring zijn plaats en beteekenis gehad heeft, dankbaar waardeeren de gaven die geschitterd hebben, en het karakter dat zijn. Als gevolg van de onlangs gehouden stempel naliet, en de wijsheid en wétcn- Haarle.nsche Synode heeft mgr. J. Aenge- schap, die in menschen lichtten vóór nent, bisschop van Haarlem, voor zijn menschen? De Europeesche Politie werd In ■ursehnwd. en de noodice manr jpekamoelia totren naar de plaats [Mn zij-onderwee: waren belde de «ofd van Plnaeelljlc Bestuur op on ïrwaart3atrokCt Pa,els dlr|eeerdeP Hl»6 dezeedln,,i^ T^en* Vt^h P*"^ etjca van es onhcils. sultan het zijn nood ar Pollti.;- n zelf ook aard onder de heeren een .standje te make «n hem laconiek cn trui een doosje r. 'stak er Have a smoke?" Be controleu jj^de Amerikanen werden zoolantr r bedankte bij de Po- [bt.°2edachten,6 d'^ze'"dat PaYe 1 s oo kwaad ochten b-- ïn're Dm" K-H men*"hu" v"°t D# heeren hadden een retourka Wswr.a bij zich en z'.ii onder Pc sr den trein van vijf uur pebra «commandant van hun schip i •fr"W'l, dat. nis iets dertrelijka jMrkomt. Reen v—c-unnintr tot w«r wordt gegevan voor d« zeeluL fd. In S'n~ M'iegelelde ht. terwijl ntscheplng bisdom eenige nleüwe voorschriften betref fende de sociale organisaties uitgevaardigd, waarvan wc de volgende voornaamste be palingen hier vermelden: „Het is een plicht van alle katholieken mede te werken aan den opbouw cn het behoud eencr gcede maatschappelijke orde. Maar, luisteren we eens goed. Is liet alies waarachtig, wat er gezegd en geschreven wordt? Ja, we zijn vriendelijk jegens de dooden, maar zijn we dan altijd eerlijk en waar? Daar zijn en daar worden nicrologieën géschreven vol menschverhcerlijking. Ik heb ,011 daarom is het hun plicht toe te treden menschen gekend, die voor anderen een j tot de hun geëigende katholieke sociale i bitterheid des geestes waren en die voor vereenigingon." onedele tactiek niet terugdeinsden, om over „Het is een dringende eisc-h voor alle [anderen tc heerschcn en die na hun dood zielzorgers aan de katholieke vereenigingen ai^ heiligen werden uitgebeeld. Er was geen hunne volle waardeering en den noodigen gebrek aan hen op te merken. Wat hem steun te vcrlecnen." persoonlijk tot verootmoediging had moeten „Het lidmaatschap van zoogenaamde neu- doen komen voor God en menschen, werd trale vak- on standsorganisaties is aan de geheel verontschuldigd en de plooien wer- kathoüeke Middenstanders, Landbouwers j den gladgestreken, cn het odium gelegd op en Werkgevers niet geoorloofd." degenen die met den vinger cr naar durfden „Zij die lid zijn van liberale of z.g. neu- te wijzen uit reactie tegen wat als onrecht trale vak- en standsorganisatics, mogenondervonden werd. nigingén." „Amerikaansch" in dit voorstel "gedachte, om in 1930 een her Ilaat, om nog ais ee.i ueiei'jK geuremir ïuoem nanng ie bewerkstelligen van het eersti de menschelijke ziel, die lijden en strijden Pinksterwonder. moest, te verkwikken. En het kind dat aan het graf dankte voor de eer, moest de ver zuchting van het hart: och, als dat alles mijn vader eens eerder gezegd was, hoe zou het hem in zijn eenzaam leven en werken tot bemoediging geweest zijn. Ik heb ook woorden gelezen, gesproken bij en né het' graf, vleiend voor den doode, maar ach, zoo bitter voor de levenden. Zelfs daar, waar zoo krachtig het vermaan klinkt: „heb lief, zoo lang ge lieven kunt, zoo lang u God den tijd vergunt: de ure komt, de dag breekt aan, dat ge bedroefd aan 't graf zult' staan", zelfs daar, ontziet men zich niet, den doode te sieren met dagene, wat men op ruwe wijze anderen .ontrukt. Dan is die overledene te prijzen geweest om meerdere deugden, want hij was niet en dan komen de zwaardhouwen voor de levenden. Hij was zoo degelijk, en was zoo anders dan meerderen uit zijn omgeving, die als holle vaten klinken. Hij was zoo ridderlijk; "iet als anderen die men kent, met hun bédriégëlijke practijken; hij was zoo open en rond, terwijl men ze wel kent in zijn kring, die wroeten onder den grond, om. u uw plaats onder do zón tc ontnemen; hij was Zoo trouw, niet als anderen die het zoo nauw niet nemen; hij was het tegen gestelde van heel wat mindersoortige men- sélien, die ge dan bij zulk een gelegenheid pij, ristjes aan elkaar rijgen kunt, en die je dan maar zoo „en passant" in hun soort behoeft te noemen, orn ze in het edel ge moed! zoodoende de genadeslag te geven -— Als men maar wist, wie bedoeld werden! En als dan de doode voor zijn afscheid verzocht heeft, niet op zijn graf té spreken, in 't aangezicht van den dood ziende de ijdelheid van al het mensoh'elijke, en daarna toespraak op toespraak gehoord wordt die men houdt, niet bij het graf, maar die men zet in de krant, cn aan de wereld bekend maakt, clan noemt men dat tot eere van God en tot dankbaarheid aan Hem en niet tot verheerlijking van den mensch. Het zij zoo. Er staan woorden in van dank aan God, maar ze worden begraven onder de bloemkransen, die men voor de lijkbaar en het graf niet begeert Er zijn woorden die zwaar zijn van on waarachtigheid. En hiermee ga ik op zij voor de majesteit van den dood; ik ga mijn eigen weg naar het graf, en ik luister naar het woord van Jesaja en Petrus: Alle vleesch is als gras, maar het Woord des Heeren blijft tot in eeuwigheid. Ook zwijgt bij den dood de critiek, en buigen wij allen het hoofd, om te bidden: „Op Uw genade wil ik leven, op Uw gena de doodssnik geven." Maar de lofsprekers met hun blinkende woorden van menschelijk verguldsel, alsof een mensch met gebreken een heilige engel gelijk kon worden, wil ik toewenschen, dat zij gelijk mogen zijn aan de discipelen op den berg, van wien geschreven staat: „Zij zagen niemand dan Jezus alleen." POT EN KETEL. ïn het „Geref. Kerkblad voor Overijssel en Drenthe" schrijft Ds. H. W. Laman o.m.: „Mijn vriend Pot en mijn vriend Ketel mogen elkander niet Jijden. Miin vriend Pot zegt van mijn vriend Ketel, dat hii een drijver is. Mijn vriend Ketel zegt van mijn vriend Pot, dat hij een dwarsdrijver is. Zooals men ziet, is het onderscheid tus- schen mijn beide vrienden niet zoo heel groot Een drijver is wel niet precies hetzelfde als een dwarsdrijver, maar ze be staan elkander toch in den bloede, en goed bezien, hebben ze elkander niet veel te verwijten. Zehebben beiden iets drijy.erigs over zichy en-openbaren daarin beiden het bederf hunner natuur, hoewel ze beiden overigens toch wel beste menschen zijn, fnaar dat drijverigé kunnen ze in elkander 'niet Jijden. Spreek ik met mijn vriend Pot over mijn vriepd Ketel, dan moot ik zeggen: Man, je hebt wel een klein beetje gelijk, maar je bent, goed bezien, net zoo'n drijver als Ketel. Spreek ik met mijn vriend Ketel over mijn vriend Pot, dan moet ik insgelijks zeggen: Man, je hebt ook wel een klein beetje gelijk, maar je bent, recht beschouwd, precies zoo'n dwarsdrijver als Pot. Pot en Ketel hebl>en allebei gelijk in hun oordeel over elkander, cn. géven allebei oor zaak van rechtmatig beklag. Het is alleen maar jammer, dat ze altijd klagen over elkander. Pot klaagt over Ketel, en Ketel klaagt over Pot, en beiden zeggen, dat ze zwart zijn; maar het zou veel beter wezen, dat Pot klaagde over Pot, en Ketel klaagde over Ketel, dat hij zwart is; maar nu kla gen ze al jaren over elkander, en het zwart gaat er op deze wijze nooit af; bij geen van beiden niet Het is met Pot en Ketel als met Bochel- joen in de „Praatjes en Plaatjes" van Spur- geon. Op een plaatje teekent Spurgeon twee mannen loopende achter elkander. Eén van die mannen noemt hij Bochel- joen. Bocheljoen loopt met uitgestoken vinger, en met een glimlach op het gelaat. Voor hem uit wandelt een lange man met eon ronden rug. Over dien ronden rug van zijn voorman maakt Bocheljoenzich vroo- Iijk in zijn grimmigheid. Veelmeer reden zou hij evenwel hebben zich in,zijn grimmigheid vroolijk le maken over zich zeiven, want hij 'heeft een vervaarlijken bochel. Pot en Ketel maken zich evenals Bochel joen in grimmigheid vroolijk over huns voormans rug. Ze hebben beiden een bochel, maar ergeren zich telkenmale aan elkanders rug. Dat is dikwijls zoo cie gewoonte einder de menschen, dat ze elkander niet lijden mogen om de gebreken, die deze in elkaar zien, en die ze zelf toch ook in overvloedige mate bezittcy. Pot verwijt Ketel, dat hij zwart is, maar vim zijn eigen zwartheid heeft hij geen idee. Met Ketel is dat insgelijks het geval cn dit gemis aan zelfkennis is dan de bron van allerlei bittere verwijten, maaY de ronde rug van Pot en de bochel van Ketel wórden er niet door genezen. Wat zou dat heerlijk zijn wanneer Pot vportaan in zich zeiven bestreed, wat hij tot dusver aan Ketel zoo bitter heeft verwe ten; en wanneer Ketel insgelijks in zich zeiven wilde bestrijden, wat hij aan Pot tot hiertoe meendé te moeten verwijten. -liet spijt me voor mijne vrienden Pot en Ketel, dat ze het tot dezen stand van zaken nog niet hebben vermogen te brengen, want zo zijn in den grond qer zaak toch zulke beste menschen, maar die elkander het leven al veel té lang door hunne verwijten hebben verzuurd.'4 GROOTE INBEELDINGEN DES HARTEN. In de Véreenigde Staten vaji Noord-Ame rika is men, naar het „Hbl." verneemt, op het denkbeeld gekomen, om het jaar 1930 als Pinksterjaar te vieren, wijl het eerste Pinksterfeest dan 1900 jaar-geleden zou zijn Men weet echter, dat Herodes de Groote vier jaren vóór het begin onzer jaartelling j stierf en Jezus' geboorte inderdaad zes jaai J vóór onze jaartelling valt, zoodat de keuz an het jaar 30 als Pinksterjaar vrij wille „The Christian World" schrijft in ernst: „Men kan in Amerika toch immers alles, waarom ook niet dit? Kunnen wij ervaren, wat de eerste leerlingen ervoeren?" Ant woord: „Wij kunnen, als wij willen en -ons voor het werk Gods voorbereiden. Het hkngt geheel van ons af, wat de 1900ste terugkeer van het Pinksterfeest ons brengen zal". ZENDING. H. Kabelitz. t Te Oengaran (Java) is op 58-jarigen leeftijd overleden de zcndeling- leeraar H. Kabelitz. Van 1902 tot .1925 werkte hij met toewijding op den Zendingspost Kalitjeret bij Kedoengdjati. Twee keer ging hij met verlof; den eersten keer in 1912, de tweede maal in 1925. Kalitjeret schreef de „Locomotief" Is geen gemakkelijke post met zijn negen bij- gemccntcn in dc rimboe. Het bedienen er van vergde veel van de krachten van den zen deling, vooral in den regentijd, als hij er op uit moest, te paard, per bendie of tc voet. Maar hij was een stoere werker, zijn leven was gewijd aan het vooruit helpen van het Javaansche volk, geestelijk, maar opk maat schappelijk. Zendoling Kabelitz bond don strijd aan tegen bijgeloof en vrees voor gees ten en bracht het Evangelie. Voor de zoo misdeelde en slecht behandelde zieken in dc desa bouwde hij een grooter hulpziek^n- huis te Kalitjeret en hij zorgde er voor. t zijn helpers en onderwijzers zooveel mog 1c deden tot hulp en verzachting der zieken en gewonden. De zendeling was niet slechts de brenger van het geestelijke, hij was ook bouwmeester en opzichter bij het bouwen van scholen, ker' n en vergaderlokalen, wat nog al veel zorgen oplevert bij al dat andere werk. In 1925 werd H. Kabelitz zijn eerste echt- genoote ontnomen. Toen hij in 1927 voor de derde maal naar Indië kwam met zijn tweede levensgezellin mocht hij op advies van het bestuur den zwaren werkkring in Kalitjeret niet meer aanvaarden. Hem werd toebedeeld de lichtere post Oengaran. Maar al was de post lichter, de zendeling rustte niet Hij dacht altijd aan uitbreiding, de gemeen ten, het hulpziekenhuis in Oengaran en de scholen. Mitiden uit zijn werk is hij opge roepen. Bij de teraardebestelling waren haast alle zendelingen der Salatiga-Zending aanwezig, ook artsen, verpleegsters, onderwijzeressen, verder eenige predikanten van naburige gemeenten. Land- en Tuinbouw. In „De Tuinderij" wordt een cn ander meegedeeld over de bespreking op de vei- lingvereeniging te Poeldijk betreffende het gebruik van het U. C. B.-merk voor toma ten en druiven. De vraag werd onder oogen gezien, of niet een actie is te ont werpen via den Bond Westland om het zoover te brengen, dat alle tomaten Rechtzaken. HOOGE RAAD MOGEN B. EN W. DEN AARD VAN RECLALIE BEOOHDEELEN? De advocaat-generaal Mr. Berger, con cludeerde in de zaak van J. F. B.. die had terechtgestaan voor den Kantonrechter we gens. overtrad ng van dc alg. pojitie-verordc- ning, aldaar, die o.m. voorschrijft in art. 46, dat een'eigenaar van onroerend goed bin nen de bebouwde kom op of aan gebouwen geen reclame mag aanbrengen, welke naar het oordcel van B. en W. uit. een oogpunt van welstand niet toelaatbaar is. De Kantonrechter had het ten laste ge legde niet strafbaar geóórdeeld.' Hij méc'ndè dat art. 135 der Gemeentewet de verplich ting der burgerij afhankelijk stelt van het geen de Gemeenteraa'd bepaalt én niet naar hetgeen andore machten bepaalden. De ambtenaar van het 0. M. .appelleerde.. De advocaat-generaal concludeerde thans, tot vernietiging van het vönnis en tot ont slag van rechtsvervolging/Arrest 10' Fcbr. ZWAAR LICHAMELIJK LETSEL DOOR SCHULD. De advocaat-goneraal hij den Hoogen Raad mr. Berger, concludeerde heden tot verwer ping van het cassat'eberoep van C, G. K., die door het Hof te 's-Gravenliage was ver oordeeld tot 1000 gulden boete wegens het veroorzaken van een aanrijding op der» Benoordenhoutscheweg te 's-Gravenhace op den avond van 6 November 1928 toen het mistig was en hu', voor een auto willende uitwijken, het trottoir opreed en dén heer F. W. aanreed, die daarop in het Zieken huis moest worden opgenomen. Uitspraak 10 Februari. VERORDENING OP DE STRAATPOLITIE TE ARNHEM. De Hooge Raad heeft heden behandeld een cassatieberoep van P. v. E., die wegens over treding van de verordening op de straatpo- litie te Arnhem is veroordeeld door den Kantonrechter aldaar, tot boete. Deze over; treding betreft het gebruik maken van eeii taxi, zonder dat deze voldeed aan de be-. palingen, in die verordening gestéld ('ver gunning van B. en W., het hebben van een- mrmmerljevviis en het opgehangen hebben van het tarief). Mr. v. Oven lichtte eenige cassatiemidde- len toe, en betoogde, dat genoemde verorde ning verb'ndende kracht mist omdat zij niet kan betreffen het belang; bedoeld in art.. 135 der gemeentewet, noch de huishouding der gemeente, omdat zij een gebruik, waar ook. van de auto verbiedt, hetceen ook ia strijd is met art. 625 Bung-. Wetboek. De conclusie van het O. M. wérd bepaald op *27 Januari. DOOR DOOR SCHULD. De advocaat-generaal bij den Hoogeai Raad mr. Berger, concludeerde heden tot verwer ping van H. M., die door de rechtbank te Leeuwarden was vrijgesproken van de hem- ton laste gelegde veroorzaken net zoover ie ZLZn "jdingr ón het Westeinde aldaar, waarbij K-on is h«t rlan wel een motorrijder het leven verloor, dqch in U.C.B.-m'rt MiMBuen hrt too Jrel hero.ip door het. Ho( werd mogelijk eenige speling in de eischeu te verkrijgen en dan zou wellioht 60 70 pet. onder het merk geveild kunnen worden. Sterk werd er aangedrongen om te ko gien tot een aotie over het geheele land voor U,C.B.-contax>le op tomaten en drui- In verband daarmede zal door de veiling Poeldijk bij het Bondsb.estu,ur een voopjlol worden ingediend, om alle tomaten en druiven daïL jaéf te' tféilén onder U.C.B.- merk. RIJK. ZWAAN's ZAADTEELT EN ZAAD- HANDEL. Versohenen is de prijscourant van Rijk Zwaan's "Zaadtéélt en Zaadhandel, Zaag- molenkade 28, Rotterdam. Deze prijscourant, rijk geïllustreerd, be vat de betalingsvoorwaarden etc. van groentenzaden, toekruiden en diverse za den, landbouw-, gras-, klaver- en bloem zaden. De firma bezit seleclïetuinen te Berg- sohenhoek en te Enkhuizen en de prijscou rant maakt bijzondere melding van de proeven en de werkmethoden der firma jen opzichte van selecties iit de komkom- mercultüür. hoogcr beroep veroordeeld wegens het veroorzaken van dood door schuld tot 14 dagen hechtenis. Arrest 20 Januari. HAAGSCH GERECHTSHOF HET ONTSLAG AAN DE ZEEVAART SCHOOL TE VLISSINGEN. Het Haagsehe Gerechtshof heeft hécferf qr- rest geWéfcen in de procedure tusschên dén heèr M, Teerling en de Zeevaartschool te Vlissingon. De heer Teerling was destijds ontslagen, nis Jéeraar nan d»i>e scfyool. hetgeen door den heer Teerling onrechtmatig werd «gedoemd, op- grond waarvan hij een actie tegen het schoolbestuur insteldq. Het ging in deze procedure bepaaldelijk opn de vraag of de heer Teerling al dan, niet als vast leeraar was aangesteld. Het schoolbestuur had gesteld, d$t dit niet het gl was en dat zujks ook nimmer in de bedoe"ng had gelegen. Na gehouden getuigenverhoor had da rechtbank te Middelburg beslist, dat de heer Teerling n:et in het -hem opgelegde bewijs door getuigen was geslaagd, waarna d* ingestelde vordering werd ontzegd. Thans heeft het Hof ovërwocen, nat, wat er ook. zoowel in eersten aanleg als nader in hooger beroep moge zijn gebleken van de wiize, waarop tegenover den heer Teer ling door het schoolbestuur in deze is ge handeld, in alle gevalle in dezen stand vaiv het geding nog niet 's komen vast te staan, dat er van de zijde van het schoolbestuur eenige belofte zou zijn gedaan om den heer Teerljng met voorbijgaan van de voorwaar de om de akte i te behalen, voor vast aan tc stellen, aangezien die belofte den grond- In „De Melkveehouder" lezen wij Een kippenhouder met 24 vastzittende kippen braoht mij in den voorzome doode kip. Bij openng vond ik een Tie lever. En 14 dagen daarna w ee kip dood. Weer zeer afwijkende lever. Toen ben ik gaan kijken en zag dat al'.e kippen leverlijders waren. Welk voedsel ^'%an den eisch uitmaakt, het Hóf het voedert U: Het antwoord was. kun=lkoi- aan don heer Teerling opgelegde bewijs rel en ochtcndvoer en s avonds hard voer. noc njet gC]everd acht Bij onderzoek van het ochtendvoervond ik Hct Hof vond evenwel termen om het bedorven vischlucht en bij extractie bn\en- door den heer Teerling subshTair gevraagde dien bedorven levertraan. Niei zoo..ra verhoor op vraagpunten toe. te staan, waar- werd opgehouden met het voederen van'na partijen nog gelegenheid zullen hebben kunstkorrel en ochtend-voer en aiegen deiom voornoemd bewijs, zoowel in verhand kippen enkel vvst -oud brood plus gesne- met hetgeen uit dat verhoor, zal zijn ge len gras plus hardvoer en als medicijn hleken als in verhand met de. dóór het per dag t eetlepel (rabarber p us zmverings schoolbestuur na het pleidooi nog in bot zout I Kngelsch zout mengsel) of er ceding gebrachte stukken te bespreken, en kwam er leven m de kippen, de gele waarna' d-é heer Teerling tn de gelegenheid kleur verdween en de dieren zijn weer ge-7,a| aijn nm teh desverkiezend nader uit te heel hei'teld. I laten, of hij in verband met het gehouden Tweede geval: Kippenhouder roemt zijn verhoor en in verband met hetgeen ver leppen hoogel ijlt over de legprestatie, innar der is komen vast te staan, een nader ge- leier oogenblik een doode kif' en .vel m tuigenbewijs blijft verlangen, de volle legpenode. De kip zit nog met een 0p grond van het bovenstaande heeft het roode kam op t nest, komt er af, valt Hof, alvorens verder te beslissen, hevo!en dood. Bij onderzoek van een panr exem-1 dat Mr. J. Smit, te Vlissingen, voorzitter p'iron vond ik eierstolmnt-i kingzieHvan het schoolbestuur, op Woensdag 19 waarschijn .jk tengevolge vy1 "Jï I Februari öm 11 uur in raadkamer van het luchten.fvoer toepassing in dit b?,1nji en j Hof op vraagpunten zal worden gehoord, het dientengevolge, straffe leggen. Toen het terwijl aan het schoolbestuur wordt over-, ochtendvoer werd verminderd, vermin Ier- gelaten om naast Mr. Smit bovend on nog de direct de derproduetic, maar vrelen er een ander lid van dat schoolbestuur op ■"ok geen kppen méér dood. Idle vraagstukken ten doën hooren. Propaganda October 1929-15 Januari 1938 Hef blad van de lezers voor de lezers Ondergeteekende geeft op als abonné op dit blad de(n) volgende(n) persoon(onen) voor minstens één jaarj AANBRENGER: tNamen en adressen volledig Invullen^ Onderteekening van aanbrenger: Op te zenden aan het bnrean van ons blad. iarop de propagandisten recht hebben, venrljr*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 3