Gemengd Nieuws. Radio Nieuws. SAMBO EN JOCKO INGELEID VRIJDAG 3 JANUARI 1930 71 DERDE BLAD PAG. 9 MET DE IJ.E. 71 OP DE SCHELDE*) EE.V PRAATJE TIJDENS T RVSTÜURTJB DE ZEEUWSCHE EN DE PORTTJGEESCHE OESTER ZAL DE OESTERTEELT EEN GOEDEN WINTER HEBBEN? in. Als de schippers aan de oesterhorren staan, terwijl het zeewater over de boot slaat en zij telkens weer van stuurboord naar bakboord en «ikn bak- naar stuurboord go- ewind «moeten oversteken over de glibberige loopplanken, moet je ze niet met je praat jes aan boord komen en heb je van hen ook niets anders te verwachten dan een teeken van begrijpen of niet-bëgrijpen, een schreeuw of een snauw. Maar als 4e boot zoo vast als een huis aan den grond zit en ze hebben na het genot van hun boterham met krupvet niets anders te doen dan zich op de zète rond de gloeiende kachelpot te scharen, dan komen zij in alle gemoedelijk- iheid los. En wat de een niet weet, weet de ander op te disschen. Dan kom je wel tot het klare besef, dat het visschersleven, óók him- op de binnen wateren, nog niet op regel en gelijkmatigheid mag roemen. Dat 't op de boot niet altijd deugt 't Heugt me nog als de dag van gisteren, zegt Kees in dat eigenaardige dialect, zoo als je 't nergens anders buiten YcrseUc hoort, 't heugt me nog als gisteren, dat we op de Zuiderzee waren, voor de mossels, en dat ik hier op deze zelfde plaats hard ziek lag. En rauw dat het wasWe konden 't water niet uit de boot houden, 't kot stond blank, de schoenen en 'n olieblikkwa- men naar me toedrijven. Dan lig je daar lang niet rust'g, met een fiksche koorts van 39 komma zooveel. En dan moot je den dokter nog wel ont vangen. Maar die was ook niet van gisteren. Als student had-ie in de vacanties al maar op de Zuiderzee gezeten en je hoefde hem van de vaart niks te vertellen. Hoe handig gleed hij 't vooronder binnen en als het hem tóch al te gortig leek in dat vochtige en al3 ziekenkamer in velerlei opzicht ondoel matige kot. kon hij een verwcnsching niet biimen houden. Maar, ja, 't was gemaakt voor gezonde menschen en daar kon hij toch weer niks op zeggen. Geen wonder, dat de patiënt na vier weken arrest ïn dat benauwde kotje tusschen de klotsen de goliven meer dood dan levend de trein reis naar Zuid-Beveland volbracht En dan, als ze loskwamen over den Bels en den Duts en over den handel met Ant werpen en Brussel, vooral in oorlogstijd, toen de Duitschers ook oraze Zuidelijke buren waren. De Ncderlandsehe vlag werd toen gaarne gezien en de mossels en oesters heb-, ben toen wel egns deuren geopend, die met geen andere sleutels- te openen waren. Maar Wee, als je 't hart in je l.ijf had om dc in- en uitvoer-voorschriften met voeten te treden. Wee dan je smokkelaars-gebeente! Toch wisten ze te vertellen hoe een Franschman is weten te ontkomen op een hoogaarts, waarop men hem verborgeh hie'd in het opgerolde zeil, hoog boven de giek in het katteval. En weet je nog wel hoe vriendelijk die Belgische dorpsdokter voor ons wasDie had z'n gunstelingen onder dc Yerseksche vasschers, die hij zelfs bij zich aan huis noodigde. Je hoeft niet te vragen of die toe genegenheid ook vedband hield met mate- rieele oogmerken! Nu zouden ze je niet moer aankijken en de fanatieke Bels durft je kaaskop schelden. In den naoorlogschen tijd kreeg je van zelf ook weer de concurrëbtie. In Belgic is weliswaar veel vraag naar oesters, maar ze zweren daar niet allen en niet uitsluitend hij de mooie, blanke oesters van de Zeeuwsche banken. Vooral de Portiigcesche oester verscheen daar naast de Zeeuwsche aan de markt. Voor ons begrip een onooglijk pro duct; met je verlof, 't lijkt wel een rochel. Maar gebrand dat de Belgische smaak er op «zijn kant! M'n medegast op de YE 71, die doorkneed is in den handel en destijds geregeld do centra van oesterconsumonten bezocht, wist ervan mee te praten. Toen hij een oester- handelaar z'n verwondering te kennen gal over dc voorkeur van sommige Belgen voor de Portugoesché oester, kreeg hij dc proef op de som. Van beide soorten werden een aantal oes ters klaar gelegd. Nu de meid even geroe pen. Toe, lekkere oesters^-.eet maar raak als je,lust hebt. De gedienstige" liet zich niet onbetuigd, maar wèl liet zo 'Zeeuwsche oes ters liggen en smikkelde ze de Portugee- sclie op! Dan sta je ook even beteuterd te kijken Maar, al sigaartjes rookende, krijgen wij de boot niet vol. Leijn is oiidertusscïien z'n motor gaan verzorgen en deieen na den an der verdwijnt door 't luik oin den arbeid te hervatten. Er is ook weer beweging in de schuit zelf gekomen. Als ik weer gekleed in de klompen op het drooggewaaide dek sta, kan ik net nog getuige zijn van het lichten van het anker. De motor steunt en puft weer en de pie pende katrollen zingen mede het. lied van den arbeid, tot de welgemikte inhoud van een putemmer den staaldraad weer geruisch- loos doet loopen. Tjap, een hor aan deze zijde in 't zilte nat en daór, aan gene zijde ook een en de boot trekt weer langzaam op. Met bevallige zwieren volgt ons een prachtexemplaar van een meeuw, nu een» plots tot het wateroppervlak neerschietend, dan weer omhoog zwaaiend op den zwellen den bries om naar nieuw aas uit te zien. Onze vamrst is overvloedig hoe zou 't ook anders kunnen, waar het zaaien is vooraf gegaan. Maar de kwaliteit is tocli niet evenredig aan de kwantiteit. Er isvoor de schippers geen reden om te juichen en je ziet hun gezichten ook niet glunderen als vanmorgen bij de Pietenmanskreek, toen die mooie partij oesters naar boven gezwaaid levendiger, frisscher en bruiner nit te zien. Dat vuil groene staat den man nen niet aan, maar erg verwonderen doet 't hun ook weer niet, Imimers dit perceel is niet een van de beste. Je doet. het niet weg. omdat je ook ivoor zoo'n perceel nog wel plaats liebt en wat de opbrengst aangaat, noem ie diie van alle perceelen maar door elkaar. De boot ligt al merkbaar dieper en om, mij eonige fiksche beweging te .gunnen, neem ik Koes de pomp uit handen en zoo weten wii heel wnt overtollig water door de spui gaten te doen verdwijnen. Geen wonder, dat do. horren ook wel an dere rivierproducten dan oesterbroed aan de -oppervlakte brengen. Een paar botjes géi fis werden 'verrast en aan krabben geen gebrek. Op het zien van een ulkcschelp vertelt men mij, dat die thans tot woning dient van een zoogenaamden „rijke man", een dier, blijkbaar van de familie der krab ben, dat zich op deze wijze van een woning pleegt te voorzien, na dc rechtmatige bewo ner. de ulk, opgepeuzeld te hebben. Als de boot vol is, doen dc schippers, dis de horren bediend hébben, de oliekleeding uit en ontdoen zij zich van de leeren beon- schachten. En proper als zij plegen te zijn Oesters lossen aan den steiger. De aanvoer oesterperceelen aj. BETEUGELING VAN WOELINGEN RUSLAND EEN WAARSCHUWING VOOR EUROPA EEN RECEERING MAG NIET WIJKEN VOOR GEWELD In een vergadering der vereeniging tot beoefening van de krijgswetenschap onlangs in Den Haag gehouden, heeft dr. H. Grondijs gesproken over het beteugelen van revolu tionaire woelingen, mede naar aanleiding van zijn persoonlijke ervaringen tijdens de Russische revolutie. Ilij heeft er speciale en unieke lichtbeelden bij vertoond. Plaatsgebrek verhinderde ons een uitvoe rig verslag van deze belangrijke rede op te nemen; maar we willen er alsnog iets van zeggen. Dr. Grondijs wees op het bezwaar, om deze netelige kwestie in het openbaar'aan de orde te stellen, maar dé plicht gebiedt z.i. het niet onbesproken te laten. De erva ringen der laatste jaren in verschillende landen toch bobben geleerd, dat een betrek kelijk klein aantal, mits stevig saamgesloten en energiek geleide revolutionairen zich in bepaalde omstandigheden van de staats macht kan meester maken cn de groote meerderheid des volks tiranniseeren en dat in tijden van sociale verwarring de ver- meestering der staatsmacht zóó snel kan plaats vinden, dat een onvoorbereide regee ring daartegenover machteloos staat; dat een stelselmatige propaganda in het leger bij het uitbreken van een opstand, moderne wapens in handen speelt van revolutionai ren, die door den staat onderricht zijn in de oordeelkundige behandeling ervan en dat op de burgerij in tijden van revolutionaire spanning in den regel niet kan worden ge rekend. Geen enkele straatrevolutie heeft z.i. ook maar de minste kans van slagen, indien de staat vooraf de noodige voorzorgsmaatrege len heeft getroffen en het officierskorps be- een eigenschap die ze trouwens allen ge meen hebben gaan zij aan 't zwabberen van heb ik jou daar, tot het dek je zoo «schoon is, dat je er wel van eten kunt. Met een ijver, die een huisvrouw in de schoon maaktijd kenmerkt, slaan zij ook de han den aan 't voor-ondertje, en als is 't maar een kleine beurt, ze vergeten niet het vloer- kleedje uit te kloppen en den theeketel en de kommen uit te spoelen. Intusschen hebben wij al (Jen piek ge- stooten en naderen wij den wal onder Yerseke. 't Is een welbesteede dag geweest, waarop wij wel een paar vette mossels mogen ne men. 't Is zoo verleidelijk goedje, zooals ze daar liggen in 't mandje op de voorplecht. En al missen ze den pikanten smaak van de oester, de liefhebber weet toch dat eigen aardige zee-aroom op de juiste waarde te schatten. Vlak onder wal vóór 't particuliere ha ventje wordt het roer omgegooid cn niet den kop naar buiten wordt de boot binnen- gemahoeuvreérd. Hie dag zat er op, maar nog niet voor de schippers, die hun vrachtje nog moesten lossen. Er is ook op den wal altijd werk aan den winkel. Het zou de moeite loonen ook daar eens rond te kijken, in de loodsen en in en om de binnenputten, waar 't altijd maar weer is laden en lossen, sorteeren en röinigen, in pakken en versjouwen. Toch hebben wij een belangrijk gedeelte van dit in ons land cenige en wel zeer be langwekkende bedrijf van nabij mogen deslaan. En al moge een populaire beschou wing in het dagblad niet als een pleit voor de oester als volksvoedsel aangemerkt wor den, immers alleen al de prijs is er niet naar, toch kan het en nut hebben, dat de lezers in den geest met ons een dagje met de YE 71 op de Schelde waren. 't Was een stugge bries en de boot rookte van belang, maar bet. dobberen op de wótta kopjes van de Oosterschelrie heeft ons juist zoo goed doen beseffen, wat bet schippers- leven is. Als dit de grootste „downs" in het ocsterkweekersbestaan waren, zou 't nog wel schikken. 't Is altijd maar weer een moedig optornen tegen de invloeden der natuur. De najaars stormen lieten zich al geducht gelden en wat zal de winter brengen? Weder een ijs massa als in 't begin van '29, toen er zoo- elc oesters hij «ingeschoten zijn? De vorst 5 wel een zeer kwade vijand van de oester. B. C. SLIGGERS. zield is met voldoende energie en doortas tendheid. Hij zou geen voorstellen doen, die zeer zeker verkeerd zouden worden uitgelegd, niet alleen door de revolutionairen zeiven, maar ook door een vrij belangrijk deel on zer intellectueelen. die belangstellend een gewelddadige verandering der maatschappe lijke orde tegemoet zien. maar enkel de re volutionaire woelingen bespreken, welke toi den ondergang van den Russischen staat go- leid hebben cn de fouten behandelen, voor, tijdens en na de revolutie begaan door liet ministerie van oorlog, het hoofdkwartier, de staatslieden en de legerbevelhebbers in Rus- Daaruit kan het overige Europa zijn con clusies trekken en daarmee is ook Neder land gewaarschuwd. De spreker behandelde voorts het garni zoen van Petrograd en de rol, welke dc Doema in de opstand gespeeld heeft. De wanorde, door do Sovjet in liet leger aan gebracht, bewijst, dat verstoorde orde geen staatkundig, maar een militair probleem is. Daarna zette Dr. Grondijs uiteen, hoe de verschillende wapens zich hielden, welke misslagen de bevelhebbers maakten, en hoe lafhartig en onvaderlandslievend de midden stand en 'de kooplieden zich gedroegen. De voornaamste fouten door dc keizerlijke en door dc voorloopigc regeeriug begaan, ''resumeerde dr. Grondijs aldus: 1. «Bij dc samenstelling van de keizerlijke garde, die geroepen zou zijn om in periodes van maatschappelijke onrust, de hoofdstad en de keizerlijke residentie tegen oproerige volksmenigten te beschermen, was niet vol doende gelet op de staatkundige betrouw baarheid der soldaten. Het klassegevoel, dat door de revolutionaire arbeiders-syndi caten bij den proletariër gewekt wordt, over treft in intensiteit verreweg de normale ge hechtheid aan het regimentsverband. 2. Toen de werkstakingen in de hoofdstad ontaardden in wanordelijke volksbewegingen heeft de Rijksdoema deze muiterijen opge lat als een welkom instrument om de Dit is een misdadige fout geweest; onder geen omstandigheid mag een regeering wij ken voor een bedreiging met een revoiutio- 'nairen opstand. Want de mogelijkheid om den vooruitgang te dienen door hervormin gen in maatschappelijk leven en staatsbe- staan, berust op een onafgebroken voortduur der orde. Is deze verbroken, dan moet zij eerst worden hersteld, alvorens gedacht maS worden aan politieke nieuwigheden. 3. Uit sleur hebben de legerbevelhebbers veel te langen tijd vastgehouden aan do fictie van de normale legerverbanden. In dc ontbindende legereenheden hadden de schreeuwers den boventoon. 4. Toen de fase van den bendenoorlog (die voorafging aan die van het continu burgerkrijgsfront) aangebroken was, hebben dc legerbevelhebbers de leiding der kleine troepen, welke geroepen waren om met groote energie en snelheid tegen de sowjets op te treden, in handen gehouden, in plaats 3 an haar toe te vertrouwen aan jongere, energieke frontofficieren, die over de zeer exeptioneele gaven beschikken, welke de detachements oorlog vercischt. 5. Had dc Russische" regeering in Maart 1917 beschikt over de wachttroepcn, die een jaar later, toen 'tte laat was, zich hebben gehandhaafd tegen een twintig-voudige over macht van uitnemend gewapende, fanatie ke bolsjewieken, dpn was do eerste mui terij van het garnizoen der hoofdstad in de wieg gesmoord. Men kan geen absoluut vertrouwen heb ben'in welke legerorgahisaiies ook, hoe wei- bewapend, hoe krachtig georganiseerd ze mogen zijn, indien deze- toegankelijk zijn voor iedere» vrijwilliger, die daartoe den wensch uitspreekt. Zulke organisaties heb ben haar nuf, mits daarnaast kleine bijzon dere detachementen, superieur gewapend en aangevoerd, uit uitgezochte manschappen samengesteld, door hun overwinningen op den revolutionairen vijand aan weifelende elementen den lust ontnemen om naar de zijde van hun klassegencoten over te gaan. UIT HET SOCIALE LEVEN. HET COLLECTIEF CONTRACT. R.-K. Werkgeversvcreeniging. Het licstuur der R.-K. Werkgcversveréóni- ging in de textielnijverheid. Tieeft aan de arbeidersorganisaties bericht, dat zij niet aan de wenschoh tot verbetering, -.oor al- sluiting van een ivo. uw collectief avljeids- contract tegemoet kunnen komen. In afwachting var. bet resultaat van de bespreking van deze zaak, op de ledenver gaderingen met de arbeiders, zijn zo bereid den termijn van afloop van het contract voorloopig met een maand te verlengen. De werkgevers zijn bereid tot afsluiting an een contract volgens de bepalingen van het tegenwoordige. UIT DE TEXTIELINDUSTRIE. Conlerentie met de Twentsche werkgevers. Naar aanleiding van hun tc dezer zake gezonden schrijven, zijn de hoofdbesturen der drie arbeidersorganisaties in de texliel- slrie, door de besturen der vier Twent sche werkgeversorganisaties ïiitgenuodigil tot het houden eener conferentie op Dondert": dag 9 Januari a.s. te Hengelo. De wensciieii lof verbetering, dóór de arbeiiloisorg.misti- ties ingediend, zullen daar besproken woi- INGEZONDEN MEDEDEELING. ERNSTIG AUTO-ONGELUK Drie personen ernstig gewond. In de Halvemaansteeg te Amsterdam heeft gistermiddag een ernstig auto-ongt- luk plaats gehad, waarbij drie personen ernstige verwondingen hebben opgeloopen. De bestuurder van een luxe auto, die bij het rijden door de steeg vaart wilde minderen, trapte per ongeluk op het gas pedaal, waardoor de wagen vooruit schoot en het trottoir opreed. Hierbij werden twee passeerende vrouuén ernstig aan beide beenen verwond. De auto kreeg door den schok een achtenvaartsohe beweging met het gevolg dat de wagen in botsing kwan met een passeerenden wielrijder, die even eens vrij ernstige kwetsuren aan beid- becnen opliep. Een vierde persoon, die ook een slag van de auto kreeg, was eenig-: oogenblikken totaal versuft. De beide vrou wen en de wielrijder zijn naar het Zieken huis vervoerd. De politie heeft de zaak in onderzoek. AVONTUUR MET EEN SMOKKELAUTO. Een doodelijk schot. Dinsdagmiddag passeerde onder Haan- rade, ander Kerkrade (L.), een auto gela den met smokkelwaar. Door de Duitsche politic ward de chauffeur gesommeerd - te stoppen, doch hij gaf daaraan geen gevolg en reed in snelle vaart door. Kén der be ambten zag nog kans op de treeplank van de auto te springen en hij trachtte de auto te doen stilstaan. De chauffeur verhinder de dit, waarop de beambte, van zijn wa penen gebruik maakte en den chauffeur een doodelijk schot toebracht. Ook cp dé .andere vier inzittenden loste h'j schoten. Ë'éh Kunfier* weril Th" de "borst getroffen. Deze. man is naar heL hospitaal te Kerkracle overgebracht. De drie anderen wisten (e ontkomen. De éuto is in belsag. genomen. ZATERDAG, ebt. G.Tijdsein. «r.Öl—7.30 Concert. 7.30—8 ede van Mr. J. H. Van Maarseveen o«-er: „Is ;n Rijkskiiiaerteeslaglonds ffevrcnxcht?" 7.S6 oil'ieberieht-n. S.— tijdsein. S—9.30 Concert. .30—9.40 Nieuwsberichten. 940—11 Venolg jncert. 11—13 Vi .„dijk programma. HILVERSUM -(Vóór 6 uur 398 M. n uur 1071 M i. A.V.R.O 10.— Tijdsein. 10—10.15 llor- ii'jFUmpraalje.T2.3Ö—4 F." inV.vn.leR." 4--1.3I: poos voor den zender. 4.30—5 Sportpraatje. 30 Gezotidheidsh al f uurtje. 5.30—6 Gramo- i'-VRlt Concert.' PI Sn!" 10—1Rerjbc'riéhten V.A.R.A.-Varia. Gramofoonpl-iteu. DERTIG STUKS VEE IN VLAMMEN Door onbekende oorzaak ontstond brancl in de kapitale boerderij, bew-oond door D, F. Bosch Jr. tc Brantgum (Fr.). De geheclc boerderij ging in vlammen op. Het gezin bestaande uil man, vrouw en vijf kinderen, kon zich met de "grootste moeite in nacht gewaad'" redden. Vijf en twintig stuks stam boekvee en vijf stamboekpaardeii kwamen in de vlammen oin. Aan „I'r.esch Dagblad" wordt nog ge meld Uit de ligging en vertrokken houding def cadavers blijkt wel dc groote verwarring en doodsangst waarin de dieren verkeerd heb ben. Het eene dier ligt over het anderè heen. Een der paarden wist nog de deur opening van den stal te bereiken, rnaar zeeg daar neer. zoodat de kop op het straatje lag. Enkele pinken, d'le in een hok bij de schuur waren ondergebracht, zijn aan den vuur dood ontkomen. Omtrent de oorzaak van den brand tast men nog in het duister. Des avonds- had de bewoner nog het electrisch licht gebruikt en dit werd door hem bij bet ontdekken van den brand nog aangestoken, zoodat kortslui ting is uitgesloten. Verackering dekt de schade. WAARSCHUWING TEGEN OPLICHTING. Het Algemeen Politieblad bevat de vol gende mededeeling: In de plaatselijke dagbladen van 23 Dec. 1929 kwam een advertentie voor, waarin door een Koninklijk goedgekeurde maat schappij 3 R.-K. eenvoudige filiaalhouders werden gevraagd voor Brabant en Limburg, op een salaris van f30 per week, plus pro- In verband hiermede waarschuwt de Com missaris van Politie te Bergen op Zoom geen gelden te storten of relaties aan te gaan met een persoon, die zoogenaamd voor die maatschappij* werkzaam is. Deze persoon noemt geen naam van die maatschappij en tracht de borgstelling te innen van personen, die op de advertentie ingaan, zoodat hier oplichting gevreesd wordt. HET EINDE EENS ZWERVERS. Te Tegelen (L.) geraakte de ongeveer 50- jagige Ilelmondsche zwerver F. R. onder een auto, tengevolge waarvan de man spoe dig overleed. EEN ROODVONK-EPIDEMIE IN BRABANT Te Asten :(N.-Br.) zijn wegens veelvuldig vóórkomen van roodvonk, alle scholen voorloopig gesloten: (Nadruk verboden). VAN EEN LEEUW EN EEN AAP 65. Met smart bekijkt oom Toon z'n hóeiljp Terwijl hij diepe zuchten loost, 'Vervolgens zoekt hij in het stopper En 't rooken van een pijp zijn troost. Oom Toon, pas op, wees niet verstrooid' Kijk, waar je 't lucifertje gooit! 66. Wanneer men vuur gooit bij benzine. Ontstaat er altijd groot gevaar. F.n met een daverende slag slaat De heele wagen uit elkaar: Oom Toon. de paarden, de koetsier,. Verdwenen zijn ze. alle vier! (Wordt Maandag vervolgd.)? FEUILLETON BONNA WIEGERS—GROENEVELT. 29) „Das vaak ihet end van *t liedje" zei hij. Juffrouw de Waard glimlachte. „Zoo kon 't nog wel es komen, man", 't Viel Mies op, dat Moe zooveel zachter was dan vroeger. HOOFDSTUK 16. .Bij de standplaats 1 van huis, stapte Mies zat er al. „Moet de Juffrouw ver?", vroeg ze, na wederzijctóchen groet „Naar Ouddijk en U?" „Naar Terhulst an 't end van Ter- hulst. We wonen dicht bij de Kerk. Weet Haar man heet Pieterseai, hij is timmer man. Kent de Juffrouw hem wel?" „Nee glimlachte Mies maar er wo nen in de stad zoo véél menschen, die kén je niet allemaal. Das in "n dorp heel anders hij dan naar haar, met onafgewenden blik. Even keek ze hem aan minachtend toch inwendig wat nieuwsgierig, hoe hij '1 wel weten zou. „Kent Meneer haar dan?", hoorde ze 't „Ja, i-n Terhulst ken ik iedereen, cn ze oudje, verwonderd vragen. weten allemaal, dat ik vrouw Heilings ben Kijk, daar heb je den man van de bus", wees ze Mies, 'terwijl ze zich flink draaide, die bus, niet ver om goed t,e kunnen zien 'n mandje steeds l. 'n Oud vrouwtje op haar schoot. „En nog 'n meneer, die mee moet «.tóe had ook niet later moeten komen". Een heertje in licht-geruite ovoi-jas én op vallend gekleurde das, nipte naar binnen ging zitten juist tegenover 't bewegende oudje. „Dumes", groette hij beleefd, 'n tasch en z'n vilthoed naast zich leggend, en terwijl hij z'n beenen over elkaar sloeg, viel even Mies' oog op bet gestreepte sokje in iage Ter- ,,Dait is mooi", zei hij met zware tong, en z'n vrouw had haar allerhartelijkst bedankt Toen had diie verteld, hoe 't was gekomen met d'r man. Zij zelf was n-iet erg spraak- |;de Juffrouw de Kerk wel? zaam geweest, maar toch wel aardig op „Nee 'schudde Mies 'k ben heur gemak, en bij 't afscheid nemen, liad- hulst nog nooit geweesL" den de vriendelijk lachende oogen van Dijk- „rk ben er geboren en heb 'r ook altijd huis haar goed gedaan. I gewoond", vertelde 't oudje, verschuivend bruine schoenen. "t Was geweest, of inj-ttog wat zéggen woy naar Mies'. „U komt zeker uit de stad?" I „Nu gaan we dan toch", voelde 't vrouw- terivijl hij heur -hand vasthield, maar hij; „ja maai- 'k hou veel van 'n dorp tje zich \erlicht. was blijven zwijgen, en nadat ze beloofd hooi". j „Ja Moedertje zei hij U hebt zeker had, 's Maandags terug te komen, had ze i „Zoo Ik moet van al die drukte hier 1 al lang gewacht?" de kamer weer verlaten. I ook niks hebben. Je durft niet over de „Al meer dan een uur zou 'k denken". ,,'t Is toch erg meegevallen bij Dijkhuis", straat om al die auto's Bar is 't M"n „Das dom U moet zo doen als ik begon ze weer, terwijl ze bij Moeder zat te dochter heeft me gelukkig gebracht Heeft Precies op tijd, dat is je ware" naaien, en Vader en Henk de kraait inkeken, dc Juffrouw haar nog gezien?" Moeder rustte even. Ze verstelde een over- „Nee", hemd van Henk. Er moesten nieuwe scliou- „Zc stond hier anders zooeven nog. Maar J dagends derstukken op, eigenlijk een karweitje dal 7.e moest naar huis. voor de hinders j ,,'k Hou anders niks te veel inspanning vroeg. Duurt t nog lang. eer we gaan?" begon, vrouw Heilings weer. „Ik denk, dat 't hem alleen al goed deed, t Is zoo wat tijd zag Mies op 'r hor- J „Gaan ze je te vlug, Moedertje?" vroeg dat je kwam". loge. riiaaj* overbuurman, zich terwijl met zekere „Laat ze eens zeggen, of 't niet waar is". Ze keerde zich van hem af, steeds voélend z'n oogen, en nog niet wetend, wat ze móest doen, blijven zwijgen of spreken; klonk de 't. gezicht links den Stationsweg instapte, cn de gedwongen heid wat weg ging. „Wat is 't 'n sukkelbus", verzuchtte Trui. in den hoek bij Mies. ,,'k Bon haast half weg Terhulst". „Ls ie dan té laat?" „Natuurlijk En je., kan beter tuarchee- ren dan staan te kleumen' Moteen deed ze haar tasch je open. kecr- en .rechts voor t s;.iegel- donker lokje „Vurige kolen op z'n hoofd," beweerde ,.k Ben 'n Zondag bij m'n dochter wezen intimiteit buigend Henk van achter z'n krant, cn Vader meen- logeeren lei 't oude vrouwtje uit „Ze is tc ontme ton. Maai de, dat ze «nog wel es beste vrienden kon- pas in de stad komen wonen, en nou moest met 'n onbehaaglijk gevoel, stem: „U bont bij Jansen m de kost nou is 't niet zoo?" Toen ging zc rechtop zitten, en geïrriteerd door z'm brutaal, liev ig-l-ache-nd gezicht, béet ze hem toe: „Wat wilt U van mij?" Schouderophalend, zich van niets bewust, keek hij naar vrouw Heilings. „Als je zoo gauw bent aangebrand." „De Juffrouw heeft zeker wat tegen U". meende 't vrouwtje, er niets van begrij'pend. „Misschien wel 'k Wou anders air-ten maar zeggen, dat 'k haar wél es bij Jan- haar vorgeten sen gezien heb. Die hebben een kruideniers- je stil wat n; winkel, ziet U, en ik ben reiziger in cho- dat ze weg uit dat stadsgevoel,1 cola en al die spullen meer". angst voor had. vreeï naar heur rustige „Zoo. zoo. Dan komt Meneer zeker ook dorpje ging «cl es in Terhulst" Mies zei niet veel. Trni's i.ef-docn. lm» loon nam hij 11 gemakkelijke houding „Vandaag niet 'k moet nu verderop." telkens afdwalen van haar ooeen naai- dien en ging kijken naar Mies met iets uit- En weer kijkend naar Mies. verklaarde hij reiziger, hinderde haar M ^-lium blik- meer dan beleefd: dat ze voortaan wel weer met den trein al die bussen", „U ziet dus Juffrouw, hoe ik weet, wie ging, om Trui te mitwijki- i U bent". I „Terhulst!", kondigde de jongeman aar. „Ik ken U niet", hield ze zich hoog. met 'n waarschuwend knikje naar oud- Toen haalde hij met 'n ironisch lachje je. trok hier en daar oj) z'n plaats. Toen, dichtdrukkend 't taschje, ontmoet ten haar oogen die van den reiziger,' oin „Het Loven" op z'n knie liet rusten, en ge vleid door z'n interesse voor haar, begon ze erg lief Mies te venellen- van 't. Vo;ks- concert, van de Duitsche dame, die zoo schitterend had gezongen Ze had het niet gemerkt, boe vrouw Hei lings met grimmig gezicht haar b'.unen had zien komen en d'r best had gedaan. de aandacht van 't heertje te trekken, dal heen. Daarom was 't oud bui ten gaan kijken, blij. voorbij, dat nigde opeens haar over- Mies, om d'r oogen een krant uit z'n binnenzak. Het Leven) Do schrok keek van hem af. zag ze nog vluchtig aan den omslag. Nu „.Ta ja maar 'k moet er nog niet ze van hem wel geen hinder meer heb- uit. 'k -Moet achteras» zijn heel an 't jik hun huisje zien. Ze woont er knap hooAj „Die Juffrouw komt uit Ouddijk", wees ben, maar toch was ze blij, dat Trui aanjond ..M eet de chauffeur het wel?" -.M'n dochten' heeft 't em gezegd. Hij weet 't precies bij de Kerk Dc bus stopte en Trui ging opstaan. ,,'k Ga achter maar uit", zei ze, naar de deur, dichtbij vrouw Heilings wijzend. „Dag kind kom je nog es in m'n ne- gfi«rij tot ziens". Ze liep coquet het heertje 'buigend groette. .Dat zijn mijn teenen", vit het vrouwtje. „O!", giebelde Trui, die in moed niet coed had uitgezien. „Voorzichtig- juffrouw, voorzichtig, ver maande dc reiziger, die bij haar was gaan statin. Met 'n stil spotlachje gebaarde hij naar vrouw. Heiijngs Daarna de dear open geduwd te hebben, hoog hij vertrouwelijk haar- Trui over, cn zei half luid: ,,'k Kom ook nog wel es in TerhulsqB ..Kan mij wat schelen", lachte ze terug, en stond met één sprongetje op don weg. „Daag", wuifde ze nog naar Mies. „Zoo'n schepsel", nijdigde vrouw Heilings Mies kende er 't oudje van daareven niet in. Da s een Christelijke schooljuffrouw. oor 'n oud menscli geen greintje respect, en gek op alle mannen, al zijn ze ook ge trouwd. Bali! Die moet me 's Zondags naar dc Kerk gaan met d'r opgesmukte snuit". v „Ja, ja - de jeugd van tegenwoordig is anders dan die van vroeger, .Moedertje' hielp de'reiziger hoog ernstig. (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1930 | | pagina 9