MAGGI* SeiDCRUSOEP NEDERL. WEGENCONGRES DE LAATSTE DAG VAN DE BERGSCHE TOL DINSDAG 31 DECEMBER 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5 f 'Jaarvergadering te Den Haag PLEIDOOI VAN IR. BAKKER SCHUT VOOJi SAMENWERKING 1USSCHEN RUK, PROVINCIE EN GEMEENTE De vereeniging „Het Nederlandsch Wegen- congres" hield heden te 's-Gravenhage haar jaarvergadering. De vergadering was druk bezocht. Zij werd o.a. bijgewoond door den Minister van Water staat, den burgemeester van Den Haag en Dr. L. J. Beumer, lid van de Tweede Kamer. Zij stond onder leiding van Ir. J. J. Stieltjes. De verslagen van den secretaris-penning- ireester, Ir. H. W. O. de Bruyn, werden onveranderd goedgekeurd. De niet-herkiesbare aftredende bestuurs leden Mr. A. Jonker, Ir. M. C. E. Bon- gaerts, Ir. A. v. Linden v. d. Heuvell en Jhr. C. J. A. Reigersman, werden vervangen door de heeren Ir. L. H. W. v. Dijk, Ir. D. A. v. Heyst, Ir. J. J. v. Leeuwen en Ir. J. M. H. K. Kerse- maekers. Na afdoening der huishoudelijke aangelegen heden werd door Ir. P. Bakker Schut, directeur van den Diensri der Stadsontwikke ling en Volkshuisvesting te 's-Gravenhage, onderwerp ingeleid: Samenwerking tusschen Rijk, pro vincie en gemeente bij de tot stand- koming van ons wegennet. Conclusies. 1. Voor de naaste toekomst is voor de ver betering van het auto- (en rijwiel-) verkeer in ons land van overwegend belang de wijze van aansluiting der wegen bij de groote en kleine bevolkingscentra. Tegelijk met de uit werking van Rijks- en Provinciale wegenplans dient daarom de uitwerking dezer knooppun ten ter hand te worden genomen. 2. Bij de oplossing der knooppunten dient zoo streng mogelijk te worden vastgehouden aan den eisch, dat het doorgaand verkeer over de belangrijke verbindingswegenbuiten de be bouwde kom wordt omgeleid, en dat alleen de voertuigen die in de betrokken plaats moeten zijn over de radicale wegen de kom bereiken. 3. De omleidingen voor het doorgaand ver keer zoowel als de doorvoering van de radi ale toegangswegen tot de bestaande hoofdver keersaderen in de steden zijn te beschouwen als integreerende deelen van liet Rijks- (resp. Provinciaal) wegenplan; zij dienen als zoo danig te worden behandeld. 4. Voor de primaire wegen dienen door kruisingen van de bebouwde kom ook bij dorpen en kleine steden^ als regel te worden vermeden. In verband hiermede zal, waar de bebouwde kommen in elkanders onmiddellijke nabijheid zijn gelegen, in den regel de aanleg van een nieuwen weg de voorkeur verdienen boven verbetering van den bestaandeh weg. 5. Lintbebouwing en wilde bebouwing dienen langs alle min of meer belangrijke wegen te worden voorkomen. Ook overigens dienen maatregelen te worden getroffen, dat die wegen ook in de toekomst aan liun doel kun nen beantwoorden. 6. In de hierboven bedoelde gevallen is samenwerking tusschen Rijk, Provincie en Gemeenten een absoluut noodzakelijke eisch om tot een bevredigend resultaat te komen. 7. Indien de Regeering meer aandacht had gewijd aan de noodzakelijkheid om door voor bereiding van gewestelijke plannen de hoofd lijnen der ontwikkeling van de dichtbevolkte gedeelten van ons land te doen vastleggen, ware door de opstelling dezer plannen een waaidevol voorbereidend werk voor de oplos sing der evenbedoelde verkeerspuzzles ge sel i ed. 8. Thans zal de voorbereiding van de oplos sing dezer knooppunten het best ter hand genomen kunnen worden door commissies, waarin alle betrokken organen samenwerken. Daar waar (zooals in Noord- en Zuid-Holland) reeds provinciale oemmissies voor de uitbrei dingsplannen of wel (zooals in Arnhem er. Twente) commissies voor een gewestelijk plan, bestaan, kunnen deze dienstbaar worden ge maakt aan het beoogde doel. Deze commissies behooren geregeld contact te ver-krijgen met de Rijkscommissie van overleg voor de wegen- verbetering. 9. De meeste en tevens de moeilijkste ge vallen op wegengebied, die dringend oplossing vereischen, doen zich voor daar, waar de bevolking het meest geconcentreerd is; der halve in de provinciën Noord-Holland, Zuid- Holland en Utrecht. 10. In de evengenoemoe prevmciën wordt wel het leeuwendeel van de rijgen- en rijwiel belasting opgebracht, maar £e lengte van het Rijkswegennet in die provinciën is daarmede in geenen deele in overeenstemming. Het is ook in verband daarmede een eisch van diI- lükheid, dat uit de opbrengst der wegen- en rijwielbelasting de werken worden betaald, welke voortvloeien uit de sub 1—4 gestelde eischen. Bij de op de voordracht van ïr. Bakker benut gevolgde gedaclitcnwisseling betoogde de heer II. W. O. de Bruyn, dat in Bommige gevallen aan een traverse de voorkeur is te geven boven een omlegging om de be bouwde kom, zelfs bij heel groote bebouwde kommen. Spr. denkt zich b.v. voor Rotterdam een rondweg van den BI ij dorppolder om Rotter dam heen n aansluiting met den reeds op het Rykswegenplan geprojeeteerden weg naar het Oosten en die op de een of andere wijze aan sluiting zal moeten geven aan den toekomsti- gen grooten verkeersweg naar het Zuiden, het zij ten Oosten van Dordrecht, hetzij over een nieuwe brug ergens ten Oosten van Rotter- dam. Wanneer echter over eenige jaren het z.g. tunnelplan zal zijn uitgevoerd, dan zal het voordeel van de ceintuurbaan voor het ver keer naar het Zuiden niet zoo groot meer zijn. De weg Den Haag—Blijdorppolder zal dan ook over praclitwegen door Rotterdam kunnen wor den gevoerd. Door overleg is misschien nog meer te bereiken in de richting van Dordrecht. Die traverse zou een bekorting van 4 a 5 K.M. geven, wat een niet onbeteekenend voor deel is voor automobilisten, die voor een dub beltje tol schrikken, zeker 40 a 50 cent. Op de wegenfondsbegrooting is voor de wes telijke provincies tot 1930 gemiddeld 45.95 pet. uitgetrokken. Voor 1930 is het 49.13 pet. Be slissend is dat cijfer echter niet. Niet in cijfers 's te brengen de factor, dat het Westen zeer misdeeld is met flinke wegen yoor het intensieve verkeer. Spr. wil de zaak niet provinciaal bekyken en daarbij bijzondere aandacht schenken aan de ©inleidingen. Het beginsel daarvan is aanvaard, maar de toepassing kan dringende betoogen noodig ma ken. Waarom b.v. moet de weg voor snelver keer AmsterdamDen Haag toch bij Sassen- hem op den bestaanden weg uitmonden? Het is misschien de gevaarlijkste traverse van het heele land. Op dezen weg SassenheimDen Haag, schijnbaar een mooie snelverkeersweg, gebeuren dagelijks ongelukken. Men moet dien weg door aantrekking van nieuw verkeer nog niet drukker maken. Oostelijk van Leiden is een trërcé te vinden zonder veel dwarsverkeer. De wegen moeten, wat het snelverkeer be treft, door het Rijk worden betaald. Wordt pe- bouwing toegelaten, dan zullen met het oog op parallelwegen de gemeenten moeten bedra gen. Overleg over wegenplannen wenseht spr. niet in een laatste stadium, maar in dat van het eerste ontwerp. Ir. v. Linden v. d. Heuvell had meer w.'llen hooren over de uitvoering van inleiders denkbeelden omtrent de omleiding van 't ver keer om bebouwde centra. Wie zal bij de pro vinciale wegenlannen de omleidingen moeten betalen? kunnen de prov. dat? Spr. meent, dat de 30 pet. uitkeering uit de wegenbelasting daartoe niet voldoende is. Een K.M. weg ver beteren kost minstens f 40.000. En de provin ciale wegenplan's zijn 4000 K.M. lang, tegen het Rykswegenplan 2300 K.M. De prov'ncies zouden minstens f 11 millioen ter beschikking moeten hebben. Maar ze heb ben ze niet. En wat moet er van komen van betalen der omleidingen door de provincies? Zonder hooger uitkeering uit het Wegenfonds aan de provincies komt men er nietmaar dan zóó, dat de provincies, die toonen zelf opoffe ringen te willen doen, er beter van worden Ir. v. d. Broek verdedigt het eerst in be hoorlijken staat brengen van bestaande wegen. Van het verkeer bij de groote verkeerscentra maakt het plaatselijk verkeer een zeer groot deel uit. Geleidelijk heeft het denkbeeld veld gewonnen om door de centra heen te gaan. Randwegen mogen alleen gemaakt worden, in dien de economische beteekenis er van 't u t- geven van de benoodigde vele millioenen recht vaardigt. In vele gevallen zullen rondwegen noodig kunnen zijn, maar voorzichtigheid is daarbij vereischt. De omwegen moeten er komen in overleg tusschen Rijk, provincie, gemeenten en waterschappen. De kosten kunnen moeilijk geheel ten laste van het Wegenfonds worden gebracht. Het overleg zal ook :'n dit opzicht tot een behoor lijke verdeeling tusschen de belanghebbenden kunnen leiden. Ir. Reigersman merkte op, dat de in leider niet gesproken heeft over de waterkrui singen. Op dit belangrijke punt is overleg gewenscht in het belang der economie. Ook is zekere nor malisatie mogelijk. Het maken van nieuwe trace's is dermate kostbaar ook wat den benoodigden grond be treft, dat we ons extra moeten bedenken. Gin gen we het voor de 7000 K.M. wegen doen, dart hadden we 25.000 H.A. grond noodig. En dat is meer dan de oppervlakte van de Wieringer- meerpolder. De inl, pleitte voor overleg, maar dan moet niet het Rijk alles betalen. De heer B er ey. vraagt of het billijk is, cat het Rijk de gekapitaliseerde onderhouds kosten door gemeenten Iaat betalen van stuk ken weg, die; het van de gemeenten heeft overgenomen ter uitvoering van z!fl'n eigen plannen. De heer R a o k bestrijdt het denkbeeld om ooit doorgaand verkeer door een s';ad als Rot terdam te leiden. Indien overleg leidt tot eenige vertraging, maar 't snelverkeer wordt er door gebaat-, dan heeft hy daar geen bezwaar tegen. Lang niet alles wat in het Wegenfonds wordt gestort, wordt uitgegeven. Spr. meent, dat er aan het eind van 1930 27 millioen in het fonds over zal zijn. Er moet sneller gewerkt en desnoods geleend op groote schaal De heer ten Bokkel Hu in ink breekt een lans voor banen zonder kruisingen voor snelverkeer. Te beginnen met een verbinding Amsterdam-den Haag-Rotterdam. Voor 25 a 28 millioen gulden is die weg van 56 KM. lengte te /naken. Op dien autoweg kunnen de groote steden aansluiten; ze moeten dan zelf hun gordel betalen. De beer Kanstein vraagt hoe de kleine invloeden bij het overleg zullen kunnen worden geneutraliseerd en hoe de openbare kassen zijn te beschermen tegen speculatie en prijs opdrijving. De heer Eisen, burgemeester van Naald wijk, vroag of niet de verbinding van indus- trieele en productie-centra van belang is, even zeer als die van groote bevolkingscentra. De verhouding: opbrengst belasting-Kilome- ters-uitkeering achtte spr. niet beslissend. De verkeerscapaciteit moet beslissend zijn. Ze is te meten door periodieke, niet al te spaarzame, verkeerstellingen op de onderscheiden wegen. Spr. wijst ten slotte op de omslachtige ont eigeningsprocedure, waardoor de verbetering van wegen vaak langer duurt dan wensche- lijk is. De heer Christiaans betoogt, dat het denkbeeld van den heer de Bruyn om, met behoud van de gordelbaan, een traverse te maken gericht op den tunnel, niet zoo vreemd is. Er zit veel goeds in. De heer Kraak Stheeman betoogt, dat na ontlasting van het verkeer door de groote stad, daar de intercommunale autobusdiensten hun intrede weer kunnen doen. Daarna volgde de Repliek van Ir. Bakker Schut. Deze constateerde dat de hoofdzalken uit zijn rede niet zijn aangevochten. Hij erkende, dat nieuwe verkeerswegen door de gemeente wen- schelyk zijn. Maar het doorgaande verkeer moet buiten om. Niet alle traversen zijn gelijk. Noodig is ten urgentieprogram voor g>i !ei- banen en wegaanleg en voor wegverbetering. Het denkbeeld om parallelwegen door de ge meenten te laten betalen is niet onredelijk. Een goed ingerichte Rylkswegenraad zal op den duur onvermijdelijk zijn; hij is op te bou wen uit de bestaande commissie van overleg. Werken in sneller tempo acht sipr. mogelijk. Financiën wil over de brug komen maar het is nog niet gebeurd. Aan vaste bruggen is de voorkeur te geven. Verkeerstellingen moeten ook door de ge meenten worden gehouden. Autosnelwegen, die tollen in eer'ge 1 noocl'q- zouden maken zouden het laatste systeem zijn, dat we moeten hebben. De kleine (kogelfleschjes) politiek neutrali seeren (kan geschieden in het te plegen over leg. Het overleg geeft niet zooveel gevaar voor speculaties. Er zijn dan te veel trace's aan de orde. De verbindingen tusschen productiecentra en andere behooren ook op het Rykswegen plan. Eenvoud'ger onteigeningsprocedure acht ook spr. noodig. Nadat de heer de Bruyn zijn eerste rede nog nader verduidelijkt had!, bracht de v o o r z. dank aan Inleider en debaters en sloot ver bolgens de vergadering, - REORGANISATIE VAN 'T LAND- EN TUINBQUWONDERWIJS EEN SCHEMA VAN DEN HEER VAN DEN HEUVEL WAT HET GROOTE GEVAAR VOOR HET PLATTELAND IS VERGADERING DER CHR. LAND- EN TUINBOUWONDER WIJZERS Gisteren hield 4e Vereen, van Chr. Land en Tuinbouwoij der wijzers in Nederland te Utrecht haar jaarvergadering. De Voonz. de heer G. J. W i 11 e v e'e n vani Balkbrug, zeide in zijn openingswoord dat er nog niet zoo héél veel bereikt werd in het afgeloopen jaar. De vereeniging werd, "óispionkelijk opgericht als vereen, voor ivoJle, maar spoedig bleek ook sympathie uit Gelderland. Men heeft een hoofdbestuur gekozen maar dat is veel te gewestelijk gekleurd en daarom zal daarin thans verandering worden -gebracht. Op den duur zal kunnen worden bereikt hei organiseeren van alle Chr. land- en tuin- bouwonderwijzers in Nederland, dat is af te leiden uit de stemming onder de Chr. land- ii tuinbcuwonderwijzers. Ook de hooiden an Chr. lagere landbouwscholen behooren toe te treden. Dc heer Chr. van den Heuvel, lid dei- Tweede Kamer x-efereerde daarna over „Het land- en tuinbouwonderwijs". Referaat-van den Heuvel. In ons land, aldus Spr. is het land- en: tuinbouwonderwijs in een overgangstoestand. Vijftig jaai bestaat dit nu; de oprichting dei- land bouwhoógeschool te Wageningen is als het begin te beschouwen. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft een commissie ingesteld om meer een heid in het landbouwonderwijs te brengen. In die commissie heeft zitting voor het Chr. landbouwonderwijs de heer Windt, hoofd eener Chr. landbouwschool in Overijssel, üp vier gebreken in de organisatie van het landbouwonderwijs vestigde Spreker de aandacht: le de strenge scheiding tusschen land- en tuinbouw-, veeteelt- en zuivclconsulaten 2e onderwijs en voorlichtingsdienst zijn te veel gescheiden; 3e de verschillende soorten van landbouw onderwijs staan wel onder toezicht van éón inspecteur maar werken vrijwel los van el kaar en van den voorlichtingsdienst. 4e het Chr. landbouwonderwijs is in den dienst te weinig ingeschakeld en mist daar door een der voorwaarden voor bloei en ont wikkeling. Spr. kwam daarna tot de vraag: hoe moe ten wij tot verbetering komen? Aan het instituut der winterscholcn rripet g,e(jn uitbreiding wordeji gegeven. Om elke wiiitersclioól kan ,een kring'wor den getrokken die het arïibtsgebied .dezer school aangeeft; het personeel daarvan vormt dan een laat men dit noemen een inspectieraad om de cultuui'belan- gen onder de oogen te zien. Voorz. van dien inspectieraad zal móeten zijn de directeur der winterschool,' maar de inspectieraad zal een collectieve verantwoor delijkheid hebben. Volgens een bestaand schema zullen er op den duur in ons land 300 lagere landbouwscholen komen. Er zijn 30 winterscholen zoodat elke winterschool 10 lagere landbouwscholen in haar gebied zal hebben. Er kunnen tegen een dergelijken opzet verschillende bezwaren rijzen. Allereerst, dat te weinig gerekend zou worden rnet de bijzondere behoefte der afzon derlijke agrarische belangen. In eiken inspectieraad echter kunnen de speciale belangen behartigd worden doordat er meer dan een lagere landbouwschool in zijn ambtsgebied is. Een ander bezwaar is dat alsdan het per soneel der Chr. landbouwscholen rijksperso- neel zal worden. Maar dat geldt reeds op heel het gebied van het Ghr. Onderwijs. i Een derde bezwaar is, dat bij het binden .an het landbouwonderwijs aan den voor lichtingsdienst de neutrale scholen een voor sprong zouden hebben Maar het aantal bijzondere landbouw scholen zal grooter worden doordat een aan tal neutx-ale landbouwscholen dan wordt om gezet in Prot. Chr. Landbouwschol-en. Een ander cleel der neutrale scholen zal moeten worden toegewezen aan den R. K. Boerenbond. Het groote bezwaar is, dat op liet oogenblik het landbouwonderwijs en dc voorlichtings dienst niet op een wettelijke» grondslag berusten. Bij het landbouwonderwijs zal altijd op de streek gelet moeten worden en dan moet mon er maar één school hebben. In streken die overwegend Prot. Christelijk zijn moet de landbouwschool worden omgezet in een Chr. landbouwschool. De reorganisatie zal zeer geleidelijk kun nen geschieden. Het omzetten van landbouw scholen in Chr. landbouwscholen kan alleen bij vacatures of door middel van overplaat sing. Zoo is het ook met de consulenten. De Chr. Boeren en Tuindershond en het Chr. Land- en Tuinbouwonderwijs dienen in- eengeschakeld te worden. Het voorrecht van de plattelandsbevolking is dat zij conserveert en behoudt de zeden en gewoonten, welker verlies een ramp voor ons vaderland zou beteekenen. Dat is alle eeuwen door de taak reeds geweest van den landbouw. Het groote gevaar is, dat de geest van de stad ook zal gaan heerschen op het plat teland. De Christen boercnorganisafie moet als haar voorbeeld zien de stoere en stijve boer, uitmuntend toegerust voor zijn werk en diep in zijn hart de grondwet van het Calvinisme: uit God en door God en tot God zijn alle dingen. Op dit referaat volgde eenige gedachten- wisseling. Daarna was aan de orde; De Voorz. leidde dit onderwerp in. De oude vereeniging was lid van den C.B.T.B. Het is beter dien band te breken en te ko- men tot «n j^udjoyi dai d« WI HERINNERINGEN AAN DEN „GOEDEN OUDEN TIJD" DE NIEUWE TIJD HEEFT NIEUWE EISCHEN In 1734 werd hij. opgericht dcor .het' Rijk. Meer dan honderd jaar later, in 1849, heeft het, Rijk den tol overgedragen aan de ge meente Hillegersberg, waarvan het af schrift zich nog in het gemeente-archief bevindt. haaldelijk waren de gaarders genoodzaakt in weer en wind buiten te staan, om he.t stopteeken te kunnen geven. Op de drukste tijdstippen, als er met de grootste moeite ■ien opstopping voorkomen werd, was de toestand voor de tolgaarders niet van ge vaar ontbloot. Toch kon het er soms gemoedelijk toe gaan. De tolgaarders waren de vraagbaak voor iederen vreemdeling. Nu eens waren zij wegwijzers, dan weer raadgevers, rechercheurs, dienaren van po litie, toepassers van E.H.B-O. enz. Toonëelen van ernst en humor wisselden elkander af en menige vraag aan de tolba zen, b.v. „of zij mijnheer niet hadden ge zien", opende soms een blik op het intieme leven, hoewel het misschien beter is hier bij niet stil te staan. INGEZONDEN MEDEDEEUNG. i niet beter wordei Op het einde van de vorige eeuw, toen acn gedeelte van de gemeente, van de J Schie tot de Ceintuurbaan, werd gean-j nexeerd, eischte Rotterdam de helft van i de opbrengst omdat de Staten indertijd ver-j gunning hadden verleend tot tolheffing op 1 den Bergweg, die nu toch gedeeltelijk bij Rotterdam behoorde. Vroeger stond de tol op den destijds nog landelijken hoek van Kleiweg en Ivootsche- kade. Daar heeft Stolk, die verleden jaar 1 öjltslag. nam, 24 jaren als tolgaarder dienst) gedaan. Hoe betrekkelijk kort geleden is het, dat het daar nog zoo kalm en gemoe-j delijk toeging. Er kwam zoo nu en dan een boerenwagen, handwagen of tilbury! voorbij. Hoewel de tolgaarder destijds j dienst deed van 's morgens 4 tot 's avonds 11 uur. komen er in de boeken verschei-j done dagen voor van80 en 90 cent. j Steeds drukker werd zijn taak. Toen hij het niet langer alleen aankon, werd A. W.j fiosseé, eeyst^als. los-vaat, "later., in-vafiitarij; dienst--aangesteld, .dat was in-1920. De oude, gemoedelijke plaats, temidden van tuinen en landerijen-, moest worden l prijsgegeven, toen de gansche omgeving! veranderde. De boomen werden gerooid. Er werdcn1 groote huizen gebouwd. De Electrische tram verving het primitieve paardentram- met je. Eerst kwam er een nieuw tolhuisje, la- j r verhuisden de gaarders met heel hun hebben en houden naar den hoek van de Juliana van Stolberglaan. Dat was het begin van het einde. Oude boomen, die verplant worden, ster ven spoedig! Het heele verblijf van de tol aan „de laan" heeft zich gekenmerkt door een ze kere onrust, later zelfs door een periode van strijd. De weg was er te breed, de aanduiding van de tolplaats voor vreemdelingen te slecht. Menig berenner van den weg pro beerde den dans te ontspringen exi her- In Mei j.l. doorleefde de tol een vleugj van den bestormingsgeest waaraan de tol te Mui-den van de zijde van Floris Vos heeft blootgestaan. De autobestuurdei's betaalden alleen mei groot geld. Doch de tolgaarder Cossée, die tevoren werd ingelicht, stelde list tegen over list en mobiliseerde een groote hoe veelheid wisselgeld van het Raadhuis, zoo dat niet één der bestuurders er zonder be taling afkwam. Toch gevoelde men door alles heen, dat er een geest van verzet was losgebroken. Stolk had in zijn veeljarige loopbaan zoo iets niet beleefd en nam zijn ontslag. Het mooie was er af! Brute woorden werden den tolgaarders soms naar het hoofd geslingerd, doch de hulp der politie faalde niet, wanneer „doorrij dei'" werd gesommeerd op het bu reau van politie te verschijnen. Vele processen verhaal zijn op die wijze ópguiiia it, doch de medewerking van dt RechijjUUK, gaf niet wat men er',Van vsr- wachtte. Tegen de weigering vari tolbeta ling kon geen strafrechterlijkè 'vervolging worden ingesteld. Weet men dit, dan staat men er wonderd over, dat de zaken jarenlang zoo goed marcheerden. In dit jaar nog bijna een bedrag van f 60.000 in het laatje gelegd. De gemeente Hillegersberg derft van den af, een belangrijke bron van inkom sten, doch de automobilisten hebben r om te juichen. Daar zijn er bij, die zich per jaar f 700 of meer besparen, ofschoon de abonnementen veel te laag waren ge steld. Zoo sterft dan de tol. Maar het gebouw tje aan de Juliana van Stolberglaan zal nog geruimen tijd in de herinnering voortle ven als een stuk traditie, dat men gedwon gen was prijs te geven voor de eischen van den nieuwen tijd, waarvoor al zox moest verdwijnen. Radio Nieuws. WOENSDAG, 1 JANUARI. HUIZEN 11875 M.). 8.25—9.20 N.C.R.V. enwijdirigr. te leiden door Ds. J. J. van era, Predikant der Vrij Evang. Gemeen .2.30 KR.O. Uit veris van O. L. Vrouw ten neineiopnenui Jtrecht. N.C.R.V. 12.30 Tijdsein. 12.30—2 lagconcert: Jan Richters, viool: Pleter de fluit. mej. Ellen Sandow. piano en kerk 2.— Tijdsein. 2—2.45 Concert: mevr. Ina Belser, alt-mezzo; Nico Huisman, ba J. H. C. Wittpen, fluit; J. J. Bieselaa Utrecht. 7.308 Sprc Utrecht. Onderwerp: Tijdsein. 8—afloop 'e°k.' 7A5^8 Radio-f ooneel. ng. 12.—' Sluiting Voice" plat r het Chr. Radio- d. Hu: nd. 3.15 Voórtzet- DONDERDAG, 2 JANUARI. 11—11.30 Leze 4. —Tijdsein. "Dr. A. D. Mee Muzikale tne< egelelding. 5.— Hulshoudschi -5 Ziekenuurt -r, Ned. Herv. Tijdsein. 7—7. de „Oosterkerk" te Ha Lezing dc ■kundige t J. D; van Oosten, Letterkundige te Delft. 7.30 i *sus Maleisch doorr Raden M.T.S. en Koloniaal Institui Spreker Dr. J. ling". Muzikale medewerking verleent het Jraper-kwartet, bestaande uit de heer D. A. Draper, le viool: mej. Manna Draper. 2e 'looi; de heer Andries Draper, alt: mevr. Lgnes Loliuis-Draper, cello. Ka afloop Pers» lerichteu. «HILVERSUM. (Vóór G uur 298 M.. na 6 uur 071 M.). A.V.R.O. 10.— Tijdsein. 10—10.15 Mor- renwijding. 12.— Tijdsein. 12.15—2 Concert. 2— Gramofoonmuzlek. 3—3.30 Voor de Ned. Ver. i -oor Huisvrouwen. 3.304 Gramofoonmuziek. —5 Ziekenuurtje. 5—5.30 Rustpoos voor de C S F. 5.30—6.30 Concert. 6 Tijdsein. Vervolg toncert. 6 30 Koersen. 6.45—7.15 Landbouwhalf- uit-i-e. 7.15—V 30 Gramofnco'.-iuzie.s. 7 Ou—S uuse.-ie. S.Tijdsein. 8.01 Radio-Toonee). 1 'ersberichten. 10.15—11 Concert. 11.— Gramo- lOMOmusiek. J2 Sluiting. Land- en Tuinbouw. AAN ONZE GEACHTE CLIéNTÈLE. U gaaft ons dik Ons bracht het. Bij 't afscheid de klandizie, f kostte 't gel. U deze foto, tol gaat weg, en wij had de last. en wij eer s slot deez' afscheidsgrc met hem der baten. Stolk en eeniging naast de C.B.T.B. staat; de leden kunnen individueel lid worden van den C. B. T. B. I-Iet is goed dat er samenwerking blijft. Hierna ontspon zich een breedvoerige be spreking, waaruit bleek dat men algemeen bezwaar ertegen had dat de vereeniging lid zou zijn van den C.B.T.B. De heer van den Heuvel, als lid van het hoofdbestuur van den C.B.T.B., zeide dat z.i. do band tusschen de vereen, en den C.B.T.B. nauwer moet worden en beide organisaties federatie! samenwerken Op voorstel van den Voorzitter werd daar op bepaald dat op de eerstvolgende alge- mecnc vergadering een besluit aangaande de C.B.T.B. zal worden genomen. Bij de daarop volgende verkiezing werden tot bestuursleden gekozen de heeren G. J. Witteveen, van Balkbrug; O. C. van Heinessen, van Ede; G. B. Dijken, van Enter; B. J. Cramer, van De Wilp (Fr.) en P. Tilllema, van Tienhoven. Na rondvraag en dankgebed door den -heer Van Hennessen werd de vergadering gesloten. In 1929 werden door de Westlandsche bloembollenkweekersvereenigingen vijf vei lingen gehouden van leverbare tulpenbollen' met een aanvoer van 2.071.685 stuks (10960' stuks opgehouden) en een opbrengst van f 99-398.13. In 1928 beliep de aanvoer'"3,100,930 stuks met een besommin": van f 119.9iS-35. De gemiddelde prijs was f4.33 per 100 stuks tegen f3.S8 in 192S en f310 in 1927. De han del ging vlot met goeden kooplust en gun stige prijzen. De beide plantgoedveilingen gaven een besomming van f 19.755.S0 voor 15S01 kg. plus 123850 stuks leverbare tulpen tegen f 24,730,63 in 192S. EEN DRENTSCHE LANDEOUWFILM. 1-Iet hoofdbestuur van het Drentsch Land- bouwgenootsehap beeft aan G. Aalfs, leeraar aan de R.H.B.S. te Harlingen opgedragen een Drentsche Landbouwfilm te vervaar digen. VEE-AANKOOP OP DE VRIJE MARKT De aankoop van vee door Spfinje zal voort aan niet meer geschieden op de vrije markt aoeh by den boer aan huis. Spanje eischt, dat het vee moet zijn van Friesch-Hollandsch ras. De aanvoer mag uit sluitend bestaan uit koekalveren, jonge koeien en jonge stieren, waarvan de moeder en de grootmoeder 6000 1c lo of meer melk hebben gegeven met een vetgehalte van 3.2% of meer; kalfkoeien, welke in de voorafgaande lactatie periode 4000 kilo of meer melk hebben ge geven met 3.2 vet of meer, en koeien, die meer dan twee maal hebben gekalfd en 6000 kilo melk of meer hebben gegeven van een zelfde vetgehalte, DE PACHTWET. De Vereeniging van Rentmeesters ver» zoekt de Tweede Kamer, om de ontwerpen pachtwet in hun geheel te willen verwer pen, hetgeen adressante het verstandigst oordeelt, omdat het pachtwezen h.i. beter langs andere wegen verbeterd kan worden. Een dier wegen acht zij een goede wettelijke regeling van het rentmeesterberoep hier ta lande, als nlet-ambtelij'k onderdeel v»« km dbe^wv&orlkh ti ng

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5