DE OUDE NEEMT AFSCHEID ROTTERDAM IN 1929 AMSTERDAM IN 1929 DINSDAG 31 DECEMBER 1929 VOOR VELEN EEN MOEILIJK JAAR NOCHTANS RUIME DANKENSSTOF GEBED OM EEN WIJS HART Luister, mijn jongen; zei de witgelokte grijsaard, reeds met de hand aan de knop van de deur, door welke allen gaan zonder terug te keeren en met de veer der historie beschrijving tusschen de magere vingers; luister, mijn jongen, zei hij tot de blonde, dartele knaap, die naast hem kwam staan. Luister, en ik zal u in 't kort vertellen, wat mij wedervaren is, opdat rij eenigszins |tunt weten, wat u te wachten staat.» Een mgnschenleeftijd gaat spoedig voor- Dij; maar een j a a r is vandaag nieuw, mor gen vol en de derde dag oudzooals ik Gij begint morgen de loop op de baan van de tijd; gij zijt een dag of een week hoog stens jong en teeder; de sneeuwvlokken in uw haar zullen plaats maken voor een krans van versche bloemen; straks voegt gij er roode lijsterbessen of een bedauwde -druiventros bij en dandan komt het sneeuwwit van de grijsheid reeds en gij wordt in stilte weggeleid naar de stilte van Ihet voorbije. Luister daarom, mijn jongen, want men kan wel jong van jaren en oud van d a - Een jaar, o het is een korte spanne tijds, ®ls men er achter staat en toch kan het zoo rijk aan gebeuren zijn. Veel vreeselijks. er voorgevallen in de periode, welke he ften afgesloten wordt. Er ging geen cycloon over ons land en de wateren verhieven zich piet als voorheen; maar de som van droe- -#• dingen was wellicht grooter dan te vo- Iren. De mensch is tegenwoordig zoo zeldzaam knap. Hij beheerscht alles: de lucht, het wa ter en het vuut. Jazoolang zij zich be- heerschen laten. Als er één boutje losschiet in het vlieg tuig, als er één lucifer valt op een rommel zolder, dan breekt het onheil los en de doo- denlijst verlengt zich. En wanneer God even de booze mensch laat begaan, dan velt hij zijn slachtoffers bij hoopen. In de natuur is het beeld weergegeven van de wisselval ligheden des levens. In Januari zette de felle» vorst in, welke tot Maart aanhield en die namelooze ellen de over het menschdom heeft gebracht. Veel, veel meer dan rijken, middenstanders en arbeiders met een redelijk inkomen zich kunnen indenken om dót deel des volks, dat zich geheel en ombekommerd kan overgeven aan wintergenoegens in den vreemde of in het eigen land, maar geheel buiten bespreking te laten. Allen hebben wat kou geleden; de reke ningen voor verwarming stegen boven ve ler financieele draagkracht; men kreeg, ge brek aan water; men had misère met han delsproducten of veldgewassen; in één woord: allen leden schade en ongerief. Maar, maar de ellende raakte niet aan het leven van de gewone burger. En wie dat verstaat, die voelt zich ge drongen om het Bijbelwoord dubbel te on- derstreepen: Wanneer we voedsel en dek sel hebben, dan zullen we daarmee ver genoegd zijn. De winterkou heeft ons zóóveel ellende doen zien, dat we alle wintervermaak, hoe kostelijk ook op zichzelf, gaarne over heb ben voor minder leed en ontbering in bree der kring van ons volk, dan velen mis schien wel vermoeden. De natuur wil echter haar loop hebben, op de strenge winter volgde, naar oude al manak-wijsheid, een echt-warme zomer. Al te warm alweer, naar veler persoonlijke wensohen; en al te droog weer voor de dor pelingen, die geen druppel water meer had den om het eten te bereiden; maar overi gens een beste zomer. De zegen van het veld was als een welge- schudde en overloopende maat; al te over vloedig, zou men geneigd zijn om te zeggen, want nu daalden de prijzen weer beneden normaal en de landbouwende stand kwam ernstig in 't gedrang. De groote droogte heeft ongetwijfeld ook meegewerkt om 1929 te maken tot het brandende Jaar Indien Maarten van Rossum met zijn lior- 'den van brandstichtende vagebonden door het land gegaan was, dan zou hij gejuicht hebben: branden en blaken was.het ken merk van dit jaar. In menige plaats dacht men dat brand- assurantie haast overbodig geworden was en thans wordt door een commissie onder zocht, wat er te doen valt tegen groote branden. Zulks naar aanleiding van de felle brand te Middelburg welke bovendien bewijst, dat de groote droogte slechts een meewer kende factor was, want droog was de De cembermaand niet. Trouwens, de brandenreeks werd in fe bruari reeds ingezet met het Theater „Flo ra" iï« Amsterdam en het omvangrijke Stad huis te Leiden. De geldelijke schade is zeer groot; het verlies van kunstschatten is met onder cijfers te brengen. In April volgden hevige boschbranden op de Veluwe en in 't Gooi: 300 H.A. heide ging te loor en Amsterdam verloor zijn histo risch gebouw: het Paleis voor Volksvlijt. In Rotterdam zwierf een gevaarlijk indi vidu rond, die heel de bevolking angst aan joeg: hij stichtte branden, alsof het Paascb- vuurtjes waren. Ook de geweldige brand in de Kipstraat viel in deze maand. Zelfs de brandweer in een groote stad kan alle ca tastrofen niet voorkomen. Mei bracht een ongekende brand m Touwfabrieken te Maastricht en herinnerde aan Maarten van Rossum doordat in t plaatsje Rossum 21 huizen in de vlammen verkoolden. In dezelfde maand veenbranden te Emmer-Erfscheiderveen, in Oldebroek ze ven woningen; in Oirschot twee boerderijen en 300 H.A. dennen, benevens nieuwe bosch branden. Juni geen branden van grooten omvang, maar in Juli te Groningen twee graan- pakhuizen, te Amby in Limburg zeven wo ningen en in Augustus Hotel de 1 lasmolen te Mook, benevens vreeselijke branden in Indië: in Palembang 400 huizen verkoold. In September kon de lucht het blijkbaar niet meer houden, vandaar noodweer in ve le plaatsen, en vele niet in de pers geregis treerde branden van boerderijen en huizen. Daarna in September groote hotelbrand te Zoutkamp, waarbij ook vele huizen in de vlammen opgingen; en dan een felle fa brieksbrand te Eindhoven; voorts hevige branden te Haarlem in timmer- en draad nagel fa,briek. En, wat het ergste is: de brand in een hutje op de Brabantscho hei de kostte drie measjes het leven. Wie kin deren heeft, trachte zich iets van dit leed in te denken. Tenslotte in de Kerstweek werden Haar- troffen hedé ernstiS door brand ge- Naast de branden, welke op „normale Y1JZC (zou,lk, haast zeggen) ontstonden, door kwaadwilligheid, onvoorzichtigheid of onbedoelde achteloosheid, heeft het ontploffingsgevaar zich op vele plaatsen gedemonstreerd. Het drama te Groningen ligt nog versch i t geheugen. Een ongekende ramp, waar bij reeds 5 menschen plotseling werden weg gerukt, terwijl het niet zeker is, dat het bii vijf zal blijven. In Juli brak in de provincie Groningen te Veendam in een fabriek een felle brand uit; vreeselijk was, dat vijf personen bij de ramp omkwamen. Een ontploffing in de Splendorfabrieken te Nijmegen veroorzaakte slechts materieele schade. Daarentegen werden bij de scheeps brand op de „Vimeira" te Rotterdam velen gedood en zeer velen gewond; en een ketel- ontploffing aan boord van de „Barendrecht" eischte vier menschenlevens. Te Breda werden bij een ontploffing twee personen gedood en twee gewond. Boven dien kwarn bij een brand, tengevolge van het inslaan van de bliksem te Vaals één persoon om het leven, terwijl anderen ge wond werden. Helaas, kunnen we hiermee de droeve lijst van hen, die een gewelddadigen dood stier ven, niet sluiten. De vreeselijke storm, welke in Januari op onze kust beukte, doodde acht dappere, zich zelfverloochenende redders van de „Prins der Nederlanden" en de dokramp bij Ter schelling doodde andere helden der Een legervliegtuig stortte in Juli in en de twee inzittenden kwamen om. De onbewaakte overwegen eischten hun jaarlijksch rantsoen aan dooden en gewon den: het geval te Rilland-Bath was mis schien wel het meest tragische. Het aantal auto-ongelukken, door allerlei oorzaak, is eenvoudig niet te tellen; de vei ligheid op den weg neemt blijkbaar niet toe. Ik waag mij niet aan een kroniek. Ieder weet voorbeelden uit eigen omgeving; en de laatste week bracht ons nog het hartver scheurende drama te Maarsbergen. En, alsof natuur en techniek nog wat al te spaarzamelijk met menschenlevens om gingen, wordt de doodenlijst aangevuld door zelfmoord en doodslag, door ongekende wreedheid en beestachtigheid; welke eei woon mensch zich niet kan indenken. Een onverlaat schiet te Grootegast vier plichtgetrouwe veldwachters neer; misdadi gers vermoorden te Amstelveen een wedu we; mannen dooden hun vrouw en vrou wen haar man; jongelingen hun medemin naars'of het niets kwaad vermoedende meisje. Het zou een vreeselijke kroniek zijn, als ik dit alles vermeldde. Het was een vreeselijk jaar, als we letten op zedendelicten, frauduleuze handelingen, oplichting en diefstal. Misschien is het elk jaar zoo; doch mis schien hebben ook zij gelijk, die beweren, dat meerdere beschaving en grooter ontwik keling de eerbied voor het goed en het leven van de naaste niet hebben verhoogd. En, waartoe zal ik deze kroniek vervol gen? Zal ik spreken van de vliegtochten naar Indië en van de droeve lotgevallen met de Dornierviiegbooten, waarbij D 22 en D 23 vernield werden? Daar is de documenten-affaire; de radio ruzie; de overval te Willemstad; de wethou derscrisis in Amsterdam en Haag; de sta kingen te Zaandam; Sluiskil, Scheveningen, te Maastricht, in de Veenkoloniën; de moordzaak-Giessen-Nieuwkerk. Blijdet dingen. Moet ik nog verslag doen van blijder din gen, welke we toch ook niet mogen vergeten? Ik hoop, want de tijd dringt, dat ge te vreden zijt met de eenvoudige opsomming. Het radio-telefoonverkeer met Indië werd geopend en onze Koningin sprak Oost en West toe. De Koningin-Moeder was een hal ve eeuw burgeres ja, veel meer dan dat! DE LAATSTE BLADZIJDE Daar zit hij: de bekende monnik Melis Stoke en hij schrijft zijn kroniek. Hij heeft 't druk, want er zijn groote din gen gebeurd; en 't is zijn levenstaak zijn kroniek zoo nauwkeurig mogelijk bij te houden. Hij vermeldt alles: blijde en droeve ge beurtenissen. Maar de droeve gebeurtenissen overtreffen verre de blijde gebeurtenisseri Meer dan eens komt er een pijnlijke trek op 't sprekende gelaat van den nauwgezetten monnik. En hij denkt aan de woorden van den man Gods in zijn onvergetelijken tijd zang: Het uitnemendste is moeite en ver driet Oudejaarsavond Bijna is ons levensboek van dit jaar ten einde; en de gedachten vermenigvuldigen zich nu ons oog rust op de laatste bladzijde. Wie bladert op Oudejaarsavond niet heel even in zijn levensboek? Wie overdenkt dan niet de gebeurtenissen van 't bijna voorbije jaar? Er zijn zooveel ledige plaatsen om ons heen gekomen Er was zooveel strijd en moeite en zorg We staan beschaamd over zooveel tekort komingen, over zoo heel veel zonden... Er zijn vele liederen, passend op den Oude jaarsavond. Maar niet één lied grijpt ons zóó aar de machtige tijdzang van Mozes. En wiens hart geeft geen echo op zijn woord: Het uitnemendste is moeite en ver driet? Maar er is meer. En dat geeft troost ook op Oudej; avond. Tegenover onze zonde staat 's Heeren trouw en liefde. 't Is Zijne goedertierenheid, dat wij niet vernield zijn. Zalig de mensch, die op Oudejaarsavond, in 't diep besef van zijn zonde en schuld, voor den Eeuwige neerknielt en 't bidden mag: „En de liefelijkheid des Heeren, onzes Gods, zij over ons; en bevestig Gij het werk ónzer handen over ons ja het werk onzer handen, bevestig dat!" van Nedérland en we hebben in Juni daarvan feest gevierd. De anti-rev. partij bestond 50 jaar en vierde feest. De Vereeniging van Chr. Onderwijzers be stond 75 jaar en vierde feest. Het corps Grenadiers en Jagers bestond 100 jaar en vierde leest. Het Cfir. Nat. Vakverbond bestond 20 jagr en vierde feest. De Chr. Reisvereeniging kreeg een eigen gebouw en vierde feest. Och ja, als we de oogen maar goed open doen, dan is er nog wel dankensstof. En, zóó zou ik ook nog kunnen spreken over de Regeeringscrlsis. Doch ook daarover mag ik zwijgen. Want er is genoeg over geschreven; èn, achter de kamerverkiezingen staande, geldt immers ook *7un deze dingen, gelijk van zoovele andere: Wat is God ons land en volk toch in vele opzichten, ondanks de groote schuld onzer zijds, goed geweest. Vóór mij (de scheidende grijsaard spreekt nog steeds) heeft misschien menigeen een vroolijker en opgewekter beeld gegeven van wat voorbijging; ik zag ditmaal veel som berheid en veel tragiek. Het is, zooals de Bijbel het omschrijft: Het uitnemendste van 't leven is moeite en verdriet Maar op de klacht van Paulus: „ik ellendig mensch", volgt ook de jubel: ik dank God, door Jezus Christus, onzen Heere. Leer ook gij alzoo uw dagen tellen, op dat gij een wijs hart rnoogt bekomen. Christelijke actie. Wel mag op uitingen van leven worden gewezen. De jeugdorganisaties blijven hun gezegend werk voortzetten. Het tienjarig bestaan van de A.C.J.C. gaf daarvan op nieuw bewijs. De Christelijke vakbeweging kon haar positie in de stad handhaven en zag haar ledental en invloed stijgen, ook al is hier sterkerer uitgroei noodig en mogelijk. Van de organisatie van onze Christelijke middenstanders en werkgevers kan, mee- nen wij, niet worden gezegd, dat de ontwik keling tot bevrediging stemt. Het aantal dat achterblijft, dat zich aan deze actie niet geeft of zich in neutrale organisaties blijft thuis voelen, is groot. Op onderwijsgebied is ook van bloei en leven te spreken. De V. U. mocht over ontwikkeling roemen, een Chr. Lyceum werd geopend, het Geref. GymnasiurS krijgt een betere woning, nieu we scholen werden geopend. De pacificatie heeft vooral in de stad ons Christelijk on derwijs ruimte gegeven, en de ontwikkeling is nog niet aan een eind. Ook allerlei Christelijke vereenigingen met een maatschappelijk of charitatief doel, mochten haar arbeid onder ons voortzet ten en hier en daar uitbreiden. Alleen komt men haast overal handen tekort en ontbreekt het dikwijls aan mid delen om het werk voldoende uit te zetten. Zoo is er licht en donker. Door God» goedheid is er licht genoeg. Maar door on ze zonden en ons tekort ook meer donker, dar ons lief is. God moge ons Christenvolk getrouw ma ken, en den arbeid ook in 1930 met Zijn zegen blijven bekronen. BONT ALLERLEI LIEP EN LEED Er is in ons groote Rotterdamsche gezin in het afgeloopen jaar heel wat te doen ge weest Er zijn heel erge dingen gebeurd, waar over we nog niet heelemaal uitgepraat kun nen komen, ja waarover we nog na jaren zullen denken en napraten. Tot die erge dingen behoort de afschuwe lijke kindermoord in den polder Blijdorp. We hopen, dat de justitie in staat zal zijn dengenc, dien ze voor den dader van die misdaad houdt, rechtvaardig te. kunnen VERBETERDE PERSPECTIEVEN POLITIEKE VERANDERINGEN KERKELIJK LEVEN Het jaar dat heenging is geweest een jaar van groote bedrijvigheid, van politieke ver andering, van krachtig leven in meer dan een opzicht. Wat het economisch leven betreft, was na den strengen winter een be langrijke verbetering van het werkloos heidscijfer te constateercn. Het aantal werkloozen daalde in sommige maanden tot een cijfer, dat sedert een lange reeks jaren niet was bereikt. De verbetering was te constateeren over heel de lijn. Alleen in de laatste maand kwam een ware crisis in de diamant-industrie ons cijfer van werkloosheid weer ongunstig beïnvloeden, terwijl ook de groote schok ken, die de Beurs had door te staan, in veel kringen werden gevoeld, ook al demon streerde zich dit niet terstond in een hoo- ger werkloosheidspercentage. De vooruitzichten voor de naaste toe komst zijn zeker niet ongunstig. In de al- gemeene opleving deelt onze stad en ern stig wordt gewerkt aan de bevordering van de industrie. Het is te hopen, dat met het oog op de toekomstige ontwikkeling van Amsterdam, de plannen voor nieuwe Rijnverbinding in de Kamer worden behandeld en haar beslag krijgen. Wij hebben daar in 1929 veel mee te doen gehad, lange discussies in den Raad over gehoord, dikke rapporten over gelezen, zelfs een beslissing genomen ten gunste van het plan-Geldersche Vallei, dat wij eigenlijk niet wilden, want nog meeneu allen, de zaak moet nu worden aangepakt Gelukkig is er wel kans, dat Minister Reymer meer voortvarendheid zal toonen dan zijn ambtsvooiganger, terwijl de hoop niet gering is, dat Amsterdam zal krijgen een kanaal over Wijk bij Duurstede, zooals het dat ook verlangt. Stadsontwikkeling. De uitleg van onze stad gaat nog maai altoos door. De trek naar de steden vermin dert niet, en deze aanwas brengt zoowel voor den nieuwen bouw, als voor de ver- keerstoestanden in de oude stad, moeilijk op te lossen vragen. Het schijnt niet mogelijk, bij de eischen die tegenwoordig gesteld worden, woningen te bouwen voor de arbeiders met geringe inkomens, zonder bijslag van Rijk en meente. Dat brengt zoowel de arbeiders als de particuliere bouwers in moeilijkheid. Men moet de zaak meer gaan zien als loon- probleem, met de bezwaren die elke over gangstoestand nu eenmaal aankleven. Gok de verkeersproblemen, speciaal voor wat betreft de binnenstad dringen steeds sterker om oplossing. De toeneming van het verkeer vooral het auto verkeer, eischt ruime breede en rechte we gen, die tot het hart van de stad doordrin gen en de oude stad moet zooveel mogelijk worden gespaard en zoover het kan, behou den haar eigen karakter. Het is in Amsterdam tot heden niet moge lijk geweest, tusschen deze beide eischen een compromis te vinden. Wij hebben nog altoos een Rokin-vraagstuk, oen Muntplein kwestie en een Vijzelgi-acht-misère. De Raad durft zelf te weinig doortasten en schuift graag de verantwoordelijkheid op P. W., een dienst, die overigens volkomen wat hij wil. Politiek leven. stemmön en een niet bevredigend stembus resultaat voor de Antirevolutionairen. Voor een deel heeft hier, meenen wü ook de Ker kelijke strijd, invloed geoefend en zoowel den Christelijk-Historischen als Christen- Democraten winst gebracht. Daarnaast moet zeker geregeld aandacht 'gèvvijd worden aan de organisatie, terwijl het ontbreken van een plaatselijk' antirevo lutionair orgaan wel eens wordt gevoeld. In de politieke constellatie in den Gemeenteraad kwam een belang rijke wijziging. Het optreden der Christelijk- Historischen bracht ons de crisis en een geheel gewijzigde samenstelling van het college van Burgemeester en Wethouders. Bij alle bezwaren die deze oplossing onge twijfeld met zich brengt, ook voor de eigen actie, valt niet te ontkennen, dat ze in de gegeven omstandigheden vrijwel de eenig mogelijke was en ons een college bracht, belangrijk sterker dan het vorige en meer kloppend op de samenstelling van den Raad. Kerkelijk leven. De kerkbouw in de buitenwijken gaht in snel tempo voort. Van de stad zonder tem pel is geen sprake meer. West heeft een nieuwe Hervormde en een nieuwe Gerefor- rde Kerk gekregen. In Oost is de El- thetokerk in tegenwoordigheid van H. M. de Koningin in gebruik genomen. De Gere formeerden denken aan het bouwen van nog twee nieuwe Kerken in Zuid en een in Oost, en ook de Lutherschen die het langst de city-kerken hebben vastgehouden, gaan aan den rand van de stad bouwen. Dat kerken bouwen is niet alles, maar toch ook symptoom van kerkelijk leven. Er jelukkig nog veel reden om te danken. Bij veel dat teleurstelt en dat ook veront rusten kan. Ook aan ons kerkelijk leven in de groote stad ontbreekt het aan een goede organisa tie voor den arbeid. De ongedeelde stads kerk is onhoudbaar. En uit conservatisme en gemakzucht houden wij er nog veel te veel aan vast. Gelukkig mogen wij vertrouwen, dat God Zijn Kerk niet verlaten zal, ook niet in de groote stad, waar de troon des satans is. Mogen onze Kerken maar trouw blijven aan de leer die naar de godzaligheid is en onze Christenen in hun leven zich kinderen des lichts toonen. Er is nog veel te behouden en zelfs buiten dat past ons het getuigen ook door ons leven. jaar Bijzondere feiten. Een drietal belangrijke feiten dringen zich als vanzelf naar voren. Dat is aller eerst het jubileum van H. M. de Koningin- Moeder. Op uitnemende luisterrijke en har telijke wijze is dit feest in Amsterdam ge vierd. Het stemt telkens weer tot dankbaar heid, dat dit in Amsterdam mogelijk is, en dat zoo breede kringen hun belangstelling bij deze feestviering toonen. Dat de Konin gin-Moeder ook in Amsterdam door velen hartelijk wordt bemind is opnieuw en over tuigend gebleken. Van heel ander, minder vroolijk karak ter, is een ander feit, n.l. de brand, die i oogenblik, een bekend en imposant ge bouw, het Paleis voor Volksvlijt, in asch legde. Wij waren aan dit eigenaar dige gebouw gewend, het had een bijzonde re historische beteekenis en het nam ook een eigenaardige plaats in ons stads beeld in. Het is wellicht mogelijk, al kunnen er ja ren over heen gaan, dat wij hier weer eer imposant bouwwerk zien verrijzen. Wel licht een gebouw van nog grooter beteekenis voor het leven van onze stad, dan het ge bouw, dat nu verloren gegaan is. Een derde feit is de pas-gehouden Edison-lichtweck. Ook een ding van beteekenis als eigenaar dige feestviering en als demonstratie van hetgeen is bereikt, alsmede een belofte voor wat in da toekomst nog ia te .verwachten Van de andere sombere herinneringen, die 1929 ons hoeft nagelaten is de behandeling van de moordzaak-Lans er een, die nog niet tot klaarheid mocht komen. Een tragisch feit zal ons, als bewoners van grooter Rotterdam, zeer zeker in het ge heugen blijven: de ramp van de „Prins der Nederlanden", aan den Hoek van Holland, die 3 vrouwen cn 37 kinderen in één slag van hun mannen en vaders beroofde. Te genover het verdriet, dat daarover geleden werd staat de heerlijke golf van daadkrach-i tig medelijden, die er de reactie op was. De ramp van de „Vimeira", het tank- schip, dat in brand vloog, waarbij tien men schen het leven verloren, doet ons eveneens nog sidderen als wij eraan terugdenken. De Alastrim- of Pokken-epidemie ligt ons nog versch in het geheugen en al schijnt het, dat er een eind aan gekomen is, het nu en dan nog voorkomen vafi een geval spoort ieder aan tot waakzaamheid en in zonderheid onze medici. Felle branden kwamen voor op de Leu- vehaven en bij Van Schaardenburgh en Co. aan de Persoonshaven. De nieuwe brand weermotoren deden daarbij kranig werk. Wat de branden in onze stad in 1929 be treft verdwijnt evenwel alles over verschei dene jaren in het niet bij den brand bij Piet van Reeuwijk aan de Kipstraat op Zaterdag 26 April, 't Heeft er toen naar uitgezien, dat een heel stuk van de oude stad op ouder- wetsche manier in vlammen zou op inderdaad is er bij die gelegenheid ruiming van oude huizen gehouden in een record-tijd, waarbij vergeleken de afbraak van de Zandstraatkrotten een slakkenpres- tatie is geweest. Het jaar 1929 is ook jrar Rotterdam het ar van den strengen wimer geweest, waar- el weken achtereen ons hart aan schaatsensport ophaalden maar waarin ook wekenlang in de narigheid van be ren waterleidingen zaten. Gelukkig was het tevens het jaar van den onovertrefbaren 1929 was en we voelen wat in onze keel! het jaar van het tragi-komische R.V.S.-vergiftig-puréedine, met de daar- samenhangende tijdelijke onbe;_ baarheid van den Coolsingel en „reddings demonstraties" naar en in het Ziekenhuis. Het is geweest het jaar van de grondv schuiving aan de nieuwe Coolhaven en v den geheimzinnigen brandstichter, die e del ijk gepakt werd; het jaar waarin we de nieuwe gele tramwagens mochten zien, rijden en becritiseeren en waarin we mochten verwarren in den overvloed tramdienstwijzigingen; het jaar waarin de nieuwe Ivoninginnebrug in gebruik mochteil nemen en voor het eerst nieuwe brug over de Delftschevaart mochten loopen en rijden en dus de verwerkelijking „de groote doorbraak"- die ons al jaren ge leden beloofd was, mochten beleven. Wij zagen in 1929 de Rotterdamsche han delsvloot groeien. Niet alleen liep de „Ba- loeran" van stapel, maar in zijn volle glorie zagen we voor het eerst de trots van onze Rotterdamsche haven, de nieuew „Staten dam", uitvaren en herhaaldelijk weer uit varen en terugkomen. We zagen ook bijzonder gewaardeerde burgers heengaan, zooals den ouden orga nist der St Laurenskerk, De Vries, en we zagen met algemeene voldoening Besselaar zijn plaats op de orgelbank innemen. We mochten hier, waarschijnlük voor het laatst, den grooten Paderewski zien en lioo- ren concerteerën in de overvolle Doelezaal ook dien anderen grooten kunstenaar Rachmaninof. We vierden feest met „Wilton", die drie kwart-eeuw bestond, met onze Rotterdam sche Harmonie, die 60 jaar, met onze Toon- kunstafdeeling, die 100 jaar werd en met de Rijksseruminrichting, die hier 25 jaar gele den gevestigd werd. We vierden ook het vliegfeest aan de Waalhaven mee, zoo goed en zoo kwaad het ging. We ontvingen met bijzondere sympathie de Engelsche Calvinisten, die Calvinistisch Holland weer hebben „ontdekt" en nu vol enthousiasme naar woning en graf van „William the Silent", de plaats der Dordt- sche synode, en ten onzent naar de afvaart- plaats der Pilgrimfathers kwamen kijken die bovenal de banden met de Holland- sche Calvinisten kwamen aanknoopen. We ontvingen overigens weer veel buiten- landsch bezoek en lieten natuurlijk al onze gasten weer met trots en genoegen onze prachtige havens bewonderen. Van heil noemen we de Internationale Kamer van Koophandel, die ons tijdens haar congres te Amsterdam in Juli, die eer aandeed. Er was nog meer waar we trots op waren, n.l. op ons ferm corps Mariniers, dat onmid dellijk gereedstond om na den aanval op Willemstad een afdeeling te doen inschepen naar Curagao en dat in September de eer genoot om in Den Haag uit handen van H. M. de Koningin zijn vaandel te mogen ont- angen. Wij deden in Januari een uitstekende transactie door aan Ford een stuk grond te verkoopen voor de oprichting van een fa briek van deze wereldzaak. Het Hofplein-plan van Witteveen kreeg „i April zijn beslag, ondanks de bezwaren, die ook daartegen, als tegen elk plan, kon den worden ingebracht. Ook in dit opzicht is 1929 een gedenkwaardig jaar! Tweemaal kregen we tentoonstellingen van maquettes en teekeningen te zien, nl.: voor de „Bijenkorf", waarmee men druk aan het bouw is naast en half over den ojj mo derne wijze gedempten Schiedamschesingel en voor het nieuwe Museum Boymans, dat op het oude „land van Hoboken" zal komen te staan. De verbetering op het D.P.stationplein werd aangevangen en vorderde reeds goed. Het nieuwe systeem van seinlantarens voor het verkeer werd in April ingevoerd. De tweede Christelijke H.B.S. in onze stad, aan den Linker Maasoever, werd in den loop des jaars geopend. Van de andere nieuwe gebouwen, die in gebruik werden genomen, noemen we het Geref. Rusthuis te Delfshaven en het nieuwe veilinggebouw aan den Persoonsdam. De reorganisatie van de brandweer kwam in het afgeloopen jaar tot stand. Zeer belangrijk is geweest de aanvaarding van het uitbreidingsplan voor Blijdorp door den Gemeenteraad, waardoor er binnenkort bouwgrond in overvloed ter beschikking komt. Intéressant is, dat er in 1929 zooveel ge praat is over Havenschappen en Geweste lijke plannen, temeer omdat het groote an nexatie-plan door Gedeputeerde Staten van de baan is gekegeld en deze, blijkens hun motiveering, ook die richting liever uit wil len. Ds. G. Elshove, predikant der Geref. Kerk, heeft zijn gewonen arbeid neergelegd om zich geheel te geven aan het werk van gees telijk verzorger van „Eudokia". In de Ned. Hervormde Gemeente van Kra lingen deden Dr. J. N. Bakhuizen van den Brink en Ds. G. A. Pott hun intrede en ver kreeg Ds. J. P. van Melle zijn emeritaat. In de Geref. Kerk van Kralingen verkreeg Ds. J. D. van der Velden zijn emeritaat. De Chr. Geref. Kerk van Rotterdam-Cen trum zag haar leeraar Ds. P. de Groot naar Amersfoort vertrekken. Bij de Ned. Herv. Gemeente van Charlois deed Ds. J. K. F. Mantz zijn intrede. Het jaar 1929 tenslotte was het laatste le vensjaar van een man, die gedurende vele jaren een rol van beteekenis in het bestuur der gemeente gespeeld heeft: Heykoop. Diens ledige plaats werd ingenomen door zijn partijgenoot Ter aLan. Een nieuw jaar begint, ook weer voor Rotterdam.-" Wat voor lief, wat voor leed zal het bren gen? WINTERVREUGDE

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 13