verzwakt Uw BORST BINNENLAND. DINSDAG 17 DECEMBER 1929 TWEEDE BLAD PAG, g EEN BEELDENREEKS UIT ZEVEN EEUWEN LEZING PROF. Z. W. SNELLER EET HUIDIG ROTTERDAM TEGEN ZIJN HISTORISCHEN ACHTERGROND. Van Stapelmarkt tot Doorvoerhaven van Massagoed. Rotterdam, 17 December. Voor de plaatselijke af deeling van ihet Al gemeen Nederlandsch Verbond heeft Prof. Dr. Z. W. Sneller gisteravond in het ge bouw der Handelshoogeschool gesproken over „de ontwikkeling van de haven van Rotterdam". Zeven ecuwen, zooals hij zelf zei de, geïllustreerd door woord, kaart en lan taarnplaatjes. Prof. Br. Z. W. SNELLER. Omstreeks het jaar 1200 lag het economisch zwaartepunt dezer streken elders, en had het gewest Holland als zoodanig nog weinig beteekenis. Eerst in den loop der XlIIe eeuw werd het economisch leven hier gewekt, waarschijnliik uit twee tendcnzen: visscherij, welke zich geleidelijk tot vrachtvaart op Engeland ontwikkelde, en het passeeren der Hanze-schepen, welke op hun tocht naar Brugge goeddeels door de Hollandschc bin nen wateren voeren. Als da ntegen het mid den der XlIIe eeuw de dijkenaanleg zich toont, arbij namen als Oude Dijk, 's Gra- venweg, Beukelsdijk, Oostzeedijk en Hoog straat naar voren komen, ontstaat er ge leidelijk stremming in het doorgaand verkeer der Hanzeaten, en hebben verladingen van goederen plaats. Amsterdam en Haarlem zijn de inganp-spoorten dezer binnenwegen, Gouda en Schiedam de uitgangspoorten. Daarmee zijn wij dan in de tweede helft der XlIIe eeuw. Dordrecht bleef echter lan gen tijd de belangrijkste stad, als kruispunt op de routa van Keulen naar Londen en Hamburg naar Brugge. Rotterdam was toen nog in een onvoordee- lige positie. Het lag aan een onbeteekenend watertje, dat uit de veepplassen kwam. Het had geen achterland. Waarschijnlijk eerst in 1.340 stad geworden, toen de andere ste den reeds tot ontwikkeling waren gekomen, kon het niet uitgroeien aleer het een ver binding had met Schie en Merwede.. Deze verbinding de Rotterdamsche Schie, werd in 1340 gegraven, en in 1360 volgde de omwalling der stad, die toen besloten lag tusschen Coolvest, Goudschevest en Hoog straat, Door aanslibbingen werd nieuw land verkregen, het West- en Oost-Nicuwland. Hoe het leven in Rotterdam was omstreeks het jaar 1400 kan men afleiden uit het Keur boek, dat. van dien tijd nog over is, en waar in men bijvoorbeeld een bepaling aantreft dat men de varkens, die op de straat rond- loopen, van een ring in den snuit moet voorzien, teneinde te verhinderen, dat zij den gron dom woel en. Een eeuw later, omstreeks 1500, is de stad reeds eenigszins van karak ter gewijzigd, haar voornaamste bestaans middelen waren toen gelegen in haring vangst., vrachtvaart, bierbrouwerij en laken bereiding, zooals uit een grafelijke belas ting enouete blijkt. Uit welke oorzaak Rotterdam daarop Schie dam heeft overvleugeld is niet met zeker heid na te gaan. Misschien houdt dit verband met den toestand der rivier, die voor Rot terdam haar bedding uitsleep en voor Schiedam verzandde. Naast de oude landstad ontstond gaande weg op de aangewonnen gronden de water stad, ten zuiden der Hoogstraat. Op de ste- dekaarten van'Van Deventer en den Italiaan Guiciardini, welke beide om s tree les 1560 da teeren, is deze groei der waterstad nauw keurig na te gaan, doch tevens ziet men dat binnen oud-Rotterdam nog vrij veel groen en grasland was. De Oude Haven, welke de eigenlijke Rottemond vormde en de ingang der stedelijke havens was, be vond zich ongeveer waar thans het Beurs station is. Weer een eeuw later, toen Blaauw een plattegrond van Rotterdam gaf, was de Leuvehaven een der belangrijkste Rotterdam sche havens. De stad was toen reeds sterk gegroeid. Welke factoren hebben hiertoe me degewerkt? In de eerste plaats maakte des tijds de geheele Republiek een bloeiperiode mee, men was aan het einde van den Tach tigjarigen Oorlog. Doch Rotterdam in het bijzonder had zeer veel vluchtelingen uit de Zuidelijk Nederlanden opgenomen, meest kleine handwerkslieden. Naar schatting was zelfs omstreeks het jaar 1600 een vijfde deel der inwoners Brabanders zooals men toenmaals zei de. Voor hen werd een geheel stratenkwartier bij den Goud- schesingel ontwornen. Rotterdam was-in het midden der XVIIc eeuw stapelmarkt, stapelmarkt als in een zin als in den snellen modernen tijd niet meer voorkomt, nu ook het achterland recht- streeksche relaties met het productieland on derhoudt. In de XVIe en XVIIc eeuw was het centrum waar de koopwaren als grond-1 stoffen werden ontvangen, bewerkt, en dan eerst doorgegeven. Naast Amsterdam had Rotterdam destijds zijn plaats als stapel markt voor Engeland, Frankrijk en het Rijnland. Men 5 centrum van verkeersindustrie, bijvoorbeeld de ruwe suiket kwam aan uit West-Indië, werd hier geraffineerd, en ging eerst dan cloor naar Keulen. Zoo bleef de toestand tot omstreeks 1795, het jaar dat. den revolutie-vloed bracht en diepe inzinking. Na de bevrijding in 1813 brak een nieuwe tijd aan met nieuwe vragen en nieuwe mo gelijkheden. In het begin der 19e eeuw was er een strijd tusschen twee tendenzen de oude stapelmarkt, de actieve handel die zich wilde handhaven, en de nieuwe stroo- fning van den transitohandel, den passie ven handel. Het Rijnland, onder den energieken Prui- sischen invloed, begon zich te emancipeeren en ook het nieuwe landverkeer per spoorweg deed zijn invloed gelden. Koersverandering werd noodzakelijk, wilde men zijn positie behouden. Omstreeks 1850 krijgt de nieuwe geest de overhand, Rotter dam remt het verkeer niet meer doch wordt als een trechter, waardoorheen de stroom der koopwaren gestort wordt. De jaren '1850, '60 en '70 waren moeilijk, een periode van nieuwe oriëntatie. Onder leiding van den bekenden Lodewijk Pmcoffs, den „projectenmaker", vangt dan de groote uitbouw op den linker oever aan. Do Rotterdamsche Handelsvereeniging en de Afrikaansche Handelsvereeniging worden op gericht. Op den ouden oever bleven de stuk- goedhandel en de lijnbooten, op den nieu wen verschenen de bassins en pakhuizen voor het transitoverkeer. Dat het karakter der Rotterdamsche havens het massagoed zou zijn, daarop heeft Pincoffs geen vol doend helderen kijk gehad, doch zijn groote verdienste blijft dat hij de centrale gedachte van modern Rotterdam heeft begrepen. Prof. Shelter's glashelder, rustig betoog riep zoo trek voor trek onze stad u-it het verleden op, het werd als een schilderij, dat men ziet onLsta-an, en waarin men geleidelijk het eigen stadsbeeld herkent. Met een har telijk applaus brachten dé aanwezigen hem /f dê To^om'srnojT nr\t3^v3yw| Christelijke fitie. Wel mag op uitingen van leven worden gewezen. De jeugdorganiastes blijijen hun gezegend werk voortzetten. Het tienjarig bestaan van de A.C.J.C. gaf daarvan op nieuw bewijs. De Christelijke vakbeweging kon haar positie in de stad handhaven en zag haar ledental en invloed stijgen, ook al is hier sterkeren uitgroei noodig en mogelijk. Van de organisatie van onze Christelijke middenstanders en werkgevers kan, mee- nen wij, niet worden gezegd, dal de ontwik keling tot bevrediging stemt. Het aantal dat achterblijft, dat zichh aan deze actie niet gefet, of zich in neutrale organisaties blijft thuis voelen, is groot. Op onderwijgsebied is ook van bloei en leven te spreken. De V. U. mocht over .ontwikkeling roemen, een Chr. Lyceum werd geopend, het Geref. Gymnasium krijgt een betere woning, nieu we scholen werden geopend. De pacificatie heeftvooral in de stad ons Christelijk on derwijs ruim egegeven, en de ontwikkeling is nog niet aan een einde. Ook de arbeid van allerlei Christelijke vereenigingen met een maatschappelijijk of charitatief doel, mochten hun arbeid onder ons voortzetten en hier en daar uitbreiden. Alleen komt men haast overal handen tekort en ontbreekt het dikwijls aan mid delen om het werk voldoende pit te zetten. Zoo is er licht en donker Door Gods goedheid is er licht genoeg. Maar door on ze zonden en ons tekort ook meer donker, dan ons lief is God moge ons Christenvolk getrouw ma ken, en den arbeid ook in 1930 met Zijn zegen blijven bekronen. HUISVESTING VAN A-SOCIALE GEZINNEN TE AMSTERDAM GEZINNEN DIE HUN WONING VERWAARLOOZEN EEN ROTTE APPEL IN DEN MAND.. Afzondering die soms heilzaam werkt I De Gemeentelijke woningdienst heeft een keurig boekje uitgegeven, waarin over de zorg ten aanzien van de huisvesting van ae a-sociale gezinnen, interessante mededeelin- gen worden gedaan. Er zijn in elke stad ongetwijfeld groepen gezinnen, die normaal wijl zij den omwonenden een ondragelijke last veroorzaken, die een woning hopeloos verwaarloozen. die groote huurschulden ken en die door allerlei wangedrag hunne buren groote hinder veroorzaken. In verschillende plaatsen heeft men, ook voor de gemeentelijke overheid zich voor de volkshuisvesting interesseerde, zich genood zaakt gezien, zich met deze soort van gezin nen te bemoeien. Hier en daar kent men nog wel de z.g. „roode dorpen" en volkslogementen, waar men ontoelaat bare gezinnen tijdelijk verblijf aanwees en de kosten voor gemeenterekening nam. Toen de zorg voor de volkshuisvesting meer ging beteekenen en alom de krotwo ningen werden opgeruimd, kwam de vraag wat men mot de laagste groep dezer bewo ners moest doen sterker nog naar vorer bestond tweeërlei meening over de beste methode. Sommigen meenden dat men deze menschcn verspreiden moest in de normale woningen. Anderen achtten dit niet genoodzaakt., wijl zij den slechten invloed van zulk een gezin op de omgeving niet gering achtten. In navolging van enkele steden en het bui tenland, heeft Amsterdam ook speciale complexen van verblijven opgericht voor deze groepen. Men is geko men tot het stichten van twee tijdelijke te huizen voor 187 gezinnen. Men bedoelt met deze huisvesting, van gezinnen die de w< ningen verwaarloozen, nette gezinnen te vormen; ze van wanbetalers tot geregelde betalers te maken en last veroorzakende ge zinnon, tot rustige, kalme bewoners. Men bedoelt niet deze gezinnen hier te laten, maar beschouwt deze inrichtingen als tijdelijke verblijven. Het aantal dat is ingericht acht de directeur van den ningdienst nog onvoldoende. Hij meent dat men hier in Amsterdam ongeveer 600 verblijven zal moeten inrichten. Er is natuurlijk nogal wat mutatie,, maar de opvoeding $aagt niet bij allen, terwijl ook telkens vveey gé- zinnen naar beneden vallen. Eerst op den langen duur acht de heer Keppler een geringer aantal verblijven noo dig. Maar hij acht toch ook wel vast staand dat er immer een aantal niet-reclasseerbare gezinnen zullen overblijven. Het vraagstuk is officieel in 1914, bij de voordracht tot het bouwen van 3500 wonin gen, voor hot eerst bekeken. De toenmalige Directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht, ir. Tellegcn, had een belang rijk rapport over deze.zaak uitgebracht, en deed daarin mededeeling van wat er in ver schillende steden in binnen- en buitenland was. gedaan. Een subcommissie uit de groote Commis sie van advies bij het beheer der Gemeente woningen, had eveneens haar gedachten over de zaak laten gaan en had meer in het bij zonder de moeilijkheden met de onreclas- seerbare gezinnen, onder de loupe genomen. Men dacht, dat het noodig zou zijn, voor de kinderen uit deze gezinnen een Tehuis te stichten. Maar ondanks deze rapporten bleef de zaak nog enkele jaren rusten. Inmiddels begon in de laatste oorlogsjaren de toestand te nijpen. In 1917 zag men. zich verplicht een school op Wittenburg beschikbaar te stellen. Het toezicht werd uit- Aan de Zuiderparklaan, hoe Loosduinschekade, verrees het derde kerkgebouw der Geref. Kerk van Den Haag-West. Deze kerk, „Valkenboschkerk" genoemd, wordt deze week in gebruik genomen. Hierboven: gezicht op de gaanderij LEENINGFONDS 1914 DE VERLAGING VAN DE 1 VERDEDIGINGSBELASTING II Het hoofdbestuur van de Nederlandsche' Maatschappij voor nijverheid en handel heeft in een adres aan de Tweede Kamer zijn bezwaren uiteengezet tegen de wijze, waarop de Regeering de Verdedigingsbelas ting wil verlagen. Kan, zoo schrijft het-hoofdbestuur, met een lager heffing aan verdedigingsbelasting II worden volstaan, dan dient het tarief dier belasting naar evenredigheid te worden ver laagd. Maar het is niet juist om, zooals liet aanhangige voorstel beoogt, slechts in schijn de een tijdelijk karakter dragende verdedi gingsbelasting II geheel te doen verdwijnen, doch haar in werkelijkheid te doen herle ven en wel in blijvenden vorm door heap versmelting met de Rijksïnkomstenbelas- ting en verscherping van het progressieve tarief dezer laatste. Een dergelijke blijvende verschuiving van belastingdi'uk, die hot karakter der tijdelij ke crisisheffing geheel wijzigt, achten wij onbillijk. Het hoofdbestuur, dringt er dan ook bij de Kamer op aan, het ontwerp in dien zin te wijzigen, dat, naast de afschaffing van d» opcenten op den suikeraccijns, alleen de be staande verdedigingsbelasting II met *1/3 verlaagd wordt. geoefend door een paar gepensionneerde agenten van politie. In Juni 1918 werd deze school weer ontruimd. In Februari 1918 had men echter aan het Zeeburgerpad een twintigtal houten huisjes gebouwd, die enkele a-sociale gezinnen konden opnemen. In een dezer woningen nam de opzichteres, met het toezicht belast, haar intrek. In September 1919 werd op een terrein in de stad een barak geplaatst, die tot 1921 in gebruik bleef, en ook enkele gezinnen als bo venbedoeld kon bevatten. Deze voorlooplge oplossingen voldeden niet. Voor een deel waren ze zelfs een volkomen mislukking. In 1921 besloot de Gemeenteraad het iets beter en breeder aan te pakken. Er kon van de zijde der regeering op medewerking gerekend worden. Hoewel hier nog al wat over te doen ge weest is en in 1925 aan den Raad is voorge steld een inrichting aan den Asterweg en een aan het Zceburgerpad uit eigen middelen te bouwen, is in latere jaren voor het ge heele Asterdorp toch rijksvoorschot verkre gen, terwijl zoowel voor het Asterdorp als voor het Zeeburgerdorp een jaarlijksche rijles- bijdrage wordt ontvangen. INGEZONDEN EEDEDEELINGEN. VRAGEN VAN KAMERLEDEN. DE AANWIJZING VAN GEDELEGEERDEN NAAR DE VOORBEREIDENDE KOLENCONFERENTIE Het Tweede Kamerlid Krijger heeft den Minister van Arbeid gevraagd of uit den brief welke in verhand met de aanwijzing van gedelegeerden naar de in Januari '1930j te houden voorbereidende Kolenconferentie, de Internationale Werkgeversvereniging, van het Internationaal Arbeidsbureaxi heeft ontvangen, valt af te leiden, dat ook voor de aanwijzing van arbeidersgódelegeerden de regeering vrij is te overleggen, hetzij met de categorale bonden, hetzij met de centrale vakbonden dus ook met het Chr. Nat- Vak verbond? RIJKSACCOUNTANTS VERGADERING DER VEREENIGING TE UTRECHT In de gisteren te Utrecht gehouden druk bezochte jaarlijksche ledenvergadering van) de Vereeniging van Rijksaccountants is ge kozen tot voorzitter, de heer M. H. de Reede uit Leiden en voorts tot bestuurslid dc heer W- A. de Jong uit 's-Gravenhage. Het bestuur bestaat thans uit de heeren M. II. de Reede, eLiden. voorzitter; A. G. C. Engelgeer, Haarlem; O- Bakker, 's-Graven-' hage; J. Walta, Amsterdam en W. A. de Jongh, 's-Grevenhf"1^ In de middagvergadering werd behanr' i het onderwerp: .mg van aan-l ding volgde discussie. Hoedt voor het in nemen van zooge naamde hoeststillen- de middelen, die verdoovende en dus schadelijke stoffen bevatten. Akker's Abdijsiroop stilt den hoest door er de oorzaak van weg te nemen en het adem halingsorgaan te ver sterken. Zij is geheel onschadelijk en werkt toch zeer krachtig. Gij verzwakt Uw botst en Uw luchtwegen onherroepe lijk, wanneer Gij dien hardnekkigen hoest nog langer duldt. Aamborstigheid is nog een van de „onschuldigste" kwalen, waaraan Gij U blootstelt en ernstiger gevolgen hangen U als een zwaard boven het hoofd. Zeg niet, dat er voor Uw hoest geen kruid gewassen is. zoolang Gij nog niet' Akker's Abdijsiroop hebt gebruikt. Akker's Abdijsiroop oefent tot in de meest verborgen schuil hoeken Uwer ademhalingsorganen haar heilzame werking uit door er de ziektekiemen te dooden en het vastzittende slijm op te lossen. Wanneer Gij vandaag nog begint gedurende eenigen tijd 'geregeld de versterkende Akker's Abdijsiroo.p te nemen", krijgen Uw ademhalingsorganen hun oude veerkracht terug. Uw hoest wordt dadelijk gemakkelijker, Uw ademhaling ruimer. Gij zult U reeds na enkele dagen aanmerkelijk beter gevoelen, waarna Gij in korten tijd Uw hoestbuien geheel kunt kwijtraken. Overal verkrijgbaar in kokers van 1,50, 2.75 en 4.50 AKKERS Voorde Borst. 1EZAGV0ERDERS BINNENVAART JAARLIJKSCHE VERGADERING DER VEREENIGING BEGRAFENIS A. W. HEYKOOP bl - ui v i y|nfl - J i dezen handel ook door voerhandel kunnen noemen, doch dan ac- tieven doorvoerhandel, terwijl de huidige transitohandel passier is. De handelshuizen en pakhuizen van beteekenis stonden toen aan Leuve- en Wijnhaven, j ITe Amsterdam werd onder voorzitterschap van den heer G. H. Quellhorst uit Rotter dam de algemeene jaarlijksche vergadering gehouden van de Nederlandsche Vereeni- I ging van Gezagvoerders bij de Binnenvaart I Uit het jaarverslag van den secretaris. I den 'heer G. de Jong bleek, dat het aantal lieden der Vereeniging met 41 was gestegen. Het financieel verslag van den penning meester, den heer H. Broers, toonde een ver sterking-van de fondsen der vereeniging. I In de plaats van den aftredenden sccre- I taris, den heer G. de Jong, die zich niet her kiesbaar stelde, werd tot secretaris der ver- eeniging gekozen de heer W. Piersma te I Amsterdam. In de plaats van den heer H. Broodwinner te Amsterdam werd de heer 1 G. C. van Kooy te Rotterdam tot lid van het I hoofdbestuur gekozen. De heer G. de Jong werd benoemd tot adviseerend lid van het hoofdbestuur. I Besloten werd het ingenomen standpunt ten opzichte van het arbeidscontract in de Rijnvaart te handhaven. Op voorstel van de afd. Rotterdam werd besloten tot het uitgeven van een eigen pro- I pagandablad onder den titel„V. v. G.". Ook werd besloten bij de Regeerang aan te dringen op het ontwerpen en spoedig in I werking stellen van een wettelijk geregel- den arbeidstijd voor de binnenvaart en op het verplicht stellen van diploma's voor ka piteins bij de binnenvaart, te beginnen met I de gezagvoerders op passagiersbooten. I Bij de bespreking van de vraag of de Maas voor Rotterdam als één dan wel als I twee naast elkaar liggende vaarwaters moet worden beschouwd, werd medegedeeld, dat in 1935 alle boeien op de Maas zullen wor den opgenomen. i Voorts werd besloten met de Centrale voor de Rijn- en Binnenvaart in Den Haag in overleg te treden om bij de Regeering aan te dringen op herziening van het Rijnvaart- j politiereglement, omdat de voorschriten I daarvan verouderd zijn en op beter toezicht op den Rijn en de Waal voor 't afsleepen. I Aan het Nationaal Scheepvaartkundig mder groote belangstelling had gistermiddag te Rotterdam de begrafenis plaats van het stoffelijk overschot van den heer A. W. Museum te Rotterdam zal een subsidie van Heykoop, oud-wethouder van Rotterdam en oud-lid der Tweede Kamer. Op bovenstaande foto ziet men den stoet bij de f 25 per jaar worden verleend Mathenesserbrug I De vergadering werd o.a. bijgewoond door Tö' -r «^rV rV Tl de heeren M. J. van Alphen de Veer, in specteur van het Nijverheidsonderwijs, ver tegenwoordiger van den Minister van On derwijs, C. H. Zeylstra, vertegenwoordiger van den-Minister van Waterstaat, C. A. G, van der Boom, inspecteur voor de Scheep vaart te Groningen, L. Veenstra, voorzitter van de Vereeniging van Hoofdarbeiders, en J. J. van Capelle, eere-voorzitter van de vereeniging. NIEUWE RIJKSWEG VAN DE HOORNBRUG NAAR DELFT. Volgens inlichtingen van den hoofdin genieur van den Rijkswaterstaat is de nieuwe Rijksweg Hoornburg—Delft in zoo verre gereed, dat deze alleen nog van een wegdek moet worden voorzien, welke werkzaamheden naar alle waarschijnlijk heid omstreeks 1 Juli 1930 zullen zijn vol tooid. P. BESSELAAR. t lieer P. Besselaar, in leven Burgeineesteï n Bunschoten-Spakenburg, die dezeff dagen op 62-jarigen leeftijd overleed

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5