Bij het boodschappen doen geen PUROL vergeten,
BRIEVEN UIT DE HOOFDSTAD
UIT 'T LEVEN VAN Ds.P.HUET
DINSDAG 3 DECEMBER 1929'
OVER HET REORGANISATIEPLAN
DER NED. HERV. KERK
I Mohl
est aan
LEERTUCHTKWESTIE BESPROKEN
„ASSEN ZIJ ONS EEN BAKEN IN ZEE
EEN BELANGRIJKE VERGADERING
Gistermorgen is te Utrecht onder presi
dium van Dr. G. H. Wagenaar van Rot
terdam een vergadering gehouden van
ambtsdragers der Ned. Hervormde Kerk, ter
bespreking der aanhangig gemaakte reorga
nisatie-voorstellen.
Eenstemmig, zeide Dr. Wagenaar in zijn
openingswoord, zijn wij niet, maar ik hoop
dat wij eensgezind zijn in liefde voor de
Kerk-"Wij willen geen scheiding, die ampu
tatie is, doch een verjongingskuur. Wij belij
den dat het Verbond Gods is gesloten met
heel de gemeente, en dat al de gedoopten bij
haar zijn ingelijfd. Wij wógen het met
Luther's woord: Waar"het Woord is, is onze
kerk.
De organisatie der kerk, die in de vorige
eeuw goed werk gedaan heeft., is verouderd,
dat blijkt uit haar stroeve werking. Thans
is er een ontwerp tot reorganisatie. Wij wil
len genezing der kranke kerk, aldus Spr..,
geen uitbanning van haar kranke deelen.
Wij willen geen inquisitoriaal onderzoek.
Assen zij ons ten dezen een baken in zee.
Het punt waar het op aankomt is dat de
kerk in al haar deelen openlijk uitspreekt,
dat Christus is de Zaligmaker der Wereld.
De kerk moet Christelijk zijn, in haar is
geen plaats voor Jood of Bouddhist. Alle
kerken hebben haar bepaald karakter, ook
onze kerk heeft het, hebbe het en behoude
het-
Referaat Dr. J. Rlemens.
Hierna volgde het referaat van Dr. J. R i e-
m e n s van Leiden, wiens eerste gedachte
was: wie reorganisatie zegt, zegt eenheids
beweging. Het gaat niet om het domineeren
van één groep, maar om de zelfverloochc-
Dr. J. SIEMENS.
ning van alle groepen. In het concept is
het ideaal benaderd van een Christus-
belijdende kerk, naar beginselen der
reformatie presbyteriaansch opgebouwd, te
gen het independentisme gekeerd (prof.
Hepp) niet vijandig tegenover episcopale
mogelijkheden, maar rekening houdend met
de historie hier te lande. De kerkorde is
gebouwd op twee grondzuilen: b e 1 ij d e-
nis en ambt. Beide hangen onmiddellijk
«amen met de erkenning van Christus als
hoofd der kerk. De belijdenis steunt op Zijn
Woord, het ambt op Zijn Geest. Vervolgens
licht spr. de volgorde toe: kerkeraden, clas-
•icale vergaderingen, (die heel wat meer in
vloed krijgen dan ze nu hebben), provinciale
synoden, algemeene synode Door talrijke
kleine commissies wordt voorkomen dat het
groote aantal belemmerend werkt.
Omdat de commissie het beginsel der
lidariteit in de liturgie zou willen bevorde
ren, en toch gevoelt, dat de huidige formu
leering moeilijk letterlijk te handhaven is
gebruikt het concept uitdrukkingen als: „in
den zin van", „belijdenisachtergrond" enz.
De class, vergaderingen benoemen de leden
der Synode. Het „veto" wordt tot de Synode
teruggebracht maar gehandhaafd. Een groot
aantal ouderlingen wordt, evenals in de
Schotsche kerk, ter Synode afgevaardigd.
De animo voor hot ouderlingambt zal groo-
ter worden bij belangrijker mogelijkheden.
De Synode kome jaarlijks bijeen.
Vervolgens bespreekt referent uitvoerig de
bezwaren. Eerst het argument: „al het
gepeuter aan bestaande toestanden helpt
niet. Eerst moet God de harten veranderen,
en dan wordt alles vanzelf anders." Deze
„vroomheid" maakt alle actie onmogelijk,
zou ook de reformatie der 16e eeuw verhin
derd hebben. De stukken op 'n schaakbord
blijven bij het spel ook dezelfde, maar hun
rangschikking bezorgt overwinning of ne
derlaag. Een ander bezwaar: „eike bewe
ging in de kerk in den beshianden (oestand
is noodlottig. Zoodra we. iets doen, dreigt
ons schaakmat. Het plebs zal gelegenheid
krijgen, om leertucht te oefenen." Ds.
Creutzberg zegt zelfs: „in den toestand van
onze kerk is weinig of geen plaats voor toe-
strooming des geestes." „Verandering van
reglementen helpt niets, alleen verandering
in de harten"!
Maar de mentaliteit is b e z ig te
veranderenl Onze t e g e nw oordige
reglementen zi> dio neerslag van 't begin
d'er 19e eeuw. Noch classdek gereformeerd,
noch uiting van omen tijd. Nu zijn daar
getuigenissen van een nieuwen, geest.,
waarin de Heilige Geest werkzaam blijft.
Ref. noemt getuigenissen vanaf den Réveil-
tijci (1848), van da Costa, Doedies, Groen
van PrinstereT, van Toorenenbergen, en van
een Synodale commissie van 1865. Allen
spreken van het fundamenteele, die Chris
tus-belijdenis, waarmee de Hcrv. Kerk staat
en valt. Dan Hoedfemaker en Gunning Sr.
De neerslag in oen reglement kome dan
nu. De slang van Assen blijve buiten de
Ibreede terreinen der kerk. Maar de kerk is:
kuriake, eigendbm des Heer en, geroepen
predikster van het Evangelie der genade,
•der verzoening en der gerechtigheid.
Daarom art. 9. Daarom: 'n concept voor
Leergeschillen en Leertucht- Ref. legt na
mens de Commissie nog eens den nrdruk
op het feit-, d'ait die invoering van d i t stuk
facultatief is gesteld: het gaat niet om de
Leerzucht, maar om de Christus-belijdenis.
Wat niet wil zeggen, dat de Commissie on
verschillig staat tegenover de hier uitge
werkte beginselen. Do kwesties moeten m
de Kerk besproken worden. Gewetens
tucht rekent alleen met. consciëntieu-
z e wensc-hen. De mogelijkheid van „w o 1-
ven" bestaat in de kerk. Is men zoo pessi
mistisch, dat men meent, in den nevel geen
schapen van wolven te kunnen onderschei
den, dón in vredesnaam gewetenstucht!
Maar moet men uit „katholieke bescheiden
heid" (Ds. W. A. Hoek in Christendom en
Cultuur) de wolven laten begaan?
Initusschen bedoelt spreker met „wolven"
geenszins: de vrijzinnigen. Zoowel rechts
als links doen zich verschijnselen voor, die
aan den invloed van „wolven" doen den
ken: kerkverwoestend. Er is slechts één
middel om boven den partijstrijd uit te
komen: Jezus Christus, bekleed met zijn
Evangelie.
Staan de „oveirgangsbepalingen"
dan op de „wolven"? Spr. denkt aan „Oor
deelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt."
Alle respect voor de persoon van anders
denkenden. Maar wie Christus belijdt als
den Verlosser van schuld en wanhoop, kan
zich niet neerieggen bij de gedachte, dat in
de Kerk zijn naam niet zou worden beleden,
zijn Evangelie niet verkondigd. Wie ter goe
der trouw, zonder dit Evangelie te willen,
DE GESTRANDE .,FRAM"
De stoomtrawler FramlJmuiden 80, is door den hevigen Zuid-Westen wind bij
Egm-ond aan Zee op 't strand geloopen. Be pogingen orri 't schip vlot te brengen zijn
tot heden mislukt. Een gedeelte der bemanning is door de reddingboot aan wal gebracht
WEER IN WERKING
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Het beroemde astronomische uurwerk in den
toren van den Munstersclien dom, dat
honderd jaar stil stond, is weer in werking
gesteld. Dit uurwerk werd in de zestiende
eeuw vervaardigd en behoort tot de merk
waardigheden van Munster.
de Kerk is binnengekomen, worde niet af
gezet of verwijderd, maar behoude de histo
risch verkregen rechten als gast.
Het gaat om het centrale in een Chris
tus-belijdende volkskerk. De bezwaren zijn
er, maar als we oprecht ons om Christus
scharen, zijn ze te overwinnen.
Bespreking.
Bij de bespreking bracht Prof. Brouwer
van Utrecht naar voren, dat in artikel 4
onder ambtsdragers ook opgenomen dienen
te worden de doctoren, omdat van de ker
kelijke hoogleeren in het reglement toch
wel het een en ander verlangd wordt, Spr.
vindt het een bezwaar dat er geen fondsen
bestaan om predikanten die zulks zouden
wenschcn op wachtgeld te kunnen stellen.
Voorts is spr. beducht voor toekomstige
leertuchtprocedures, zijns inziens kent de
Bijbpl wel levens- doch geen leertucht.
De voorzitter stelt bij interruptie de
vraag hoe het dan moet gaan met predikan-
len die bijv. atheist worden. Prof. Brouwer
vindt, dat deze moeten verschijnen voor een
Provinciale Commissie om herinnerd te
worden aan hun proponentsbelofte, doch
dat men het verder moet laten een zaak
tusschen God en hun ziel.
Dr. Rieraens antwoordt Prof. Brouwer
dat predikanten niet op wachtgeld komen,
doch zoo zij afwijken van de heerschendo
opinie in de gemeente, zullen predikdien
sten moeten worden georganiseerd waarin
naast de reeds bestaande voor deze opinie
plaats is.
Nog zeer vele sprekers vragen het woord
en stellen den inleider vragen. De debatten
werden in een waardigen toon gevoerd. Het
punt waarop de meeningen het meest uit
een liepen was de kwestie van de leertucht;:
over de wenschelijkheid en mogelijkheid
eener reorganisatie bestond niet zooveel uit
eengaan van gevoelens.
Sluiting.
De vergadering, die gezien de belangrijk
heid van het behandelde, niet zoo talrijk be
zocht was als men wel zou wcnschen, mede
een gevolg van te korte voorbereiding
werd daarna door dr. R i e m e n s met gebed
gesloten.
UIT HET SOCIALE LEVEN
De R.K. Algemeene Middenstandsbedrqfs-
raad houdt een Algemeene Vergader ng op
Woensdag 11 December a.s. te Utrecht.
De agenda dezer vergadering vermeldt om.
mededeelingen van het bestuur o.a. over de
oprichting van een bedrijfsnaad voor het élec
trotechnisch bedrijf; bespreking wijziging der
plannen inzake vakopleiding in de werkplaats
behandeling van de al of niet wenschelijkheid
dat de bedrijfsraden zich een onpartijdigen
voora tter assumeeren met adviscerende be
voegdheid; behandeling van de vraag, of op
de komende algemeene voorjaarsvergadering
zal worden ingeleid en nader besproken, wel
ke concrete punten geacht kunnen worden te
behooren tot de taak van de wettelijk in te
stellen bedrijf sraden met adviseerende, uitvoe
rende en rechtsprekende bevoegdheid; bespre
king der van de bedrijf sraden ontvangen ant
woorden Inzake de concurrentie, welke den
patroons wordt aangedaan door arbeid van
werknemers na den wettelijk vastgestelden
werktyd; overeenkomst psychotechnisch onder
KUNSTSUBSIDIES
Zoo tiisschen de begrootingsdebattcn door,
krijgt onze Raad steeds te behandelen de
1 verdeeling van de Kunstsubsidies. Dat is
j voor Antirevolutionairen altijd weer een
moeilijk oogenblik.
Men kan natuurlijk probeeren een heel
radicaal standpunt in te nemen, cn zich
cegen alle subsidie verklaren. Maar dat is
toch practisch niet gemakkelijk vol te hou-
i den.
Om de zaak maar concreet te stellen, wij
hebben in Amsterdam het Concertgebouw,
dat om zijn orkest en om zijn dirigent een
meer dan nationale vermaardheid bezit.
Het staat vast dat deze instelling een
plaats van beteekenis in ons cultureele le
ven inneemt. Het is even onbetwistbaar dat
deze instelling het zonder een beduidende
subsidie niet kan stellen. Moet men nu zeg
gen, de menschen die er van profiteeren
moeten het maar betalen? Of moet de
plaatselijke overheid wanneer dit nooclig
blijkt, de instandhouding van een zoodanige
instelling mogelijk maken?
Er zijn er wel, die heel consequent, ook
aan het Concertgebouw geen subsidie zou
den willen geven. Maar de meesten trekken
de lijn niet zuiver door, en meenen dat de
Overheid, ook naar onze beginselen hier
wel helpen mag.
Vlak achter deze subsidies volgen die
voor de meer eenvoudige muziek- en zang-
gezelschappen. Daaronder valt o.m. een
subsidie voor de Christelijke Oratorium-
vereenignig en voor den Bond van Christe
lijke Muziek- en Zanggezelschappen.
Het is bekend, dat er onder deze vereeni-
gingen wel verschillende zijn, waarvan men
nu niet bepaald kan zeggen dat zij „groote
kunst geven. Maar bij het verlecnen van
deze subsidies zat de gedachte voor, dat
men vereenigingen, die trachten wilxlen,
met hun arbeid en kunst, het groote pu
bliek te bereiken, daartoe in staat moest
stellen. Ook tegen deze subsidies kan in
redelijkheid weinig bezwaar worden ge
maakt-
Trouwens men stelle zich het systeem van
subsidieeren niet al te verheven voor. 't Is
veel meer een opvangen van een deel van
het jaarlijks weerkeerend tekort, dat al
deze organisaties en instellingen hebben,
dan wel een steun, die hen in staat zou
stellen, zich op breed plan te ontwikkelen.
Natuurlijk kan men om finantieele rede
nen tegen de subsidieering in het algemeen
bezwaar maken, of tegen een onderdeel be
waren aanvoeren die verband houden niet
de prestaties van een bepaalde verecniging,
maar het lijkt ons toch wel heel moeilijk
om als een systeem van subsidieering is
aanvaard, om principieele redenen, zich te
gen deze steungeving te verzetten.
Bleef het nu bij deze soort subsidies dan
zou men in Antirevolutionairen kring, ze
ker niet zoo heel veel bezwaren naar vo
ren brengen. Maar bij deze subsidies ko
men ook andere die ons moeilijker vallen.
Dat zijn de subsidies aan tooneelgezelschap-
pen, opera's en dergelijke.
Natuurlijk voelen wij voor deze subsidies
niets. En wij meenen dat men met deze
subsidies allerminst bereikt, wat men zich
er feitelijk van heeft voorgesteld, zoodat
deze subsidies ook nog hun nuttig effect
missen.
Wat had men met deze subsidies voor?
Immers te bestrijden de „schund", moge
lijk te maken goede en klassieke stuk
kon te geven. Niet door het oefenen van
een zekere censuur maar door de materiee-
le mogelijkheid hiervoor te scheppen.
Welnu, wij hebben den indruk, dat dit
doel in geen enkel opzicht is bereikt. Ook
de Stadsschouwburgen kunnen niet altoos
doen, wat misschien de directies wel zou
den willen.
Nu is de kwestie van afschaffing of in
trekking van subsidies, die jarenlang zijn
toegestaan, toch ook niet in eens tot een
oplossing te brengen. Daar zijn gezelschap
pen die geheel op deze subsidies zijn inge
steld en deze steun zou men niet zonder
overgangsmaatregelingen kunnen onttrek
ken. Maar dat is tenslotte wanneer princi
pieel de zaak afgewezen is wel te regelen.
Onze antirevolutionairen, zullen voor een
geleidelijke afschaffing misschien zijn te
vinden, al is radicalisme voor menigeen wel
verkieselijk.
Moet het hier niet naar toe? Wij kunnen
ons voorstellen, dat men niet elk jaar weer
voorstellen in die richting kan doen. En
evenzeer verstaan wij, dat men, wanneer
na principieele debatten een beslissing ge
vallen is, niet geregeld weer een beginsel
debat gaat voeren. Maar men moet toch wel
voorzichtig zijn met zich niet al te zeer aan
te passen aan maatregelen die men ten
slolte toch principieel moet veroordeelen.
Maar, en vooral in een stad met een ge
mengde bevolking klemt dat, moet dan niet
de consequentie meebrengen, dat men ook
aan muziek- en zangvereenigingen niets
meer doet? En als dit verarming van hef
kunstleven beteekent en dus in het alge
meen geestelijke verarming, moet men dit
dan op den koop toe nemen?
Niet ieder zal dez,e consequentie durven
aanvaarden. Want de velerlei behoeften var
dc onderscheiden groepen van ons volk, vra
Wat Ds. N. de Jonge eens vertelde.
DE DICHTBUNDELS VAN HUET.
Van verschillende zijden ontvangen wij
hartelijke instemming met de artikelenreeks
over Ds. P. Huet.
Aan een belangrijken brief willen wij hier
plaatsruimte verleenen.
Ds. H. R. Meeuwcnberg, Ned. Herv. predi
kant te Persei schrijft ons:
Met hi zonder veel genoegen las ik uw ar
tikelenreeks over Ds. P. Huet. Mijn vader,
die een groot vriend van Ds. Huet was, hoor
de ik dikwijls over hem spreken. Zijn spiri
tistische tijd herinner ik mij nog zeer goed,
alsmede het verschijnen van zijn boekje „Na
vijf jaren".
Mag ik u en de lezers van ons blad nog
over een tieffende aangelegenheid inlichten?
Lr zou et. n Spiritistische seance plaats
vinden, waarbij ook onder meer Mevrouw
Elisa van Calcar (de beroemde Spiritiste)
cn Ds. N. de Jonge van Brussel waren uit-
genoodigd.
Tijdens dc samenkomst bad Ds. de Jonge
zeer ernstig, dat, als dit niet uit God was,
de geesten zich dan heden niet mochten
openbaren.
Er gebeurde niets. Ds. N. de Jonge verliet
de zaal en de mediums deden hun werk. Ds.
de Jonge kwam binnen en bad weer 't zelf
de. Er gebeurde niets. Zóó tot viermalen loe.
Toen vroeg Ds. de Jonge liet woord en leg
de uit, waarom de samenkomst een telkens
gestoord verloop had.
Het geval schokte Ds. P. Huet zóó zeer,
dat het hem aan het twijfelen bracht aan
de goddelijkheid van het Spiritisme. Dit
moet toen een duw voor hem geweest ii
betere richting.
Dit verhaal had mijn vader regelrecht van
Ds. N. de Jonge.
Voor volledigheid wilt u dit wellicht wel
opnemen?
Van verschillende zijden werd mij ge
vraagd waar de gedichtenbundels van Ds.
Iluet tc koop zijn cn of het gedicht „de Laag
ste Plaats" niet eens in zijn geheel kon wor
den opgenomen.
Dezo bundels zijn al lang uitverkocht.
Maar de redactie beloofde mij af en toe in
't Zondagsblad een Huet-gedicht (ook „de
Laagste Plaats") te zullen opnemen.
We willen dit stukje besluiten met Huet's
gedicht:
Aan Zuid-Afrika.
„Ik heb" (en dat te allen tijde
Maar meestens nu ik henenga,
Mijn mond het openlijk belijde)
„Ik heb u lief, o Afrika!"
„En nu, wel mag ik u beminnen
„Ver boven 'teerste vaderstrand
„U, waar 'k den grpotsten schat mocht
winnen
„Waar 't nieuwe leven mocht beginnen,
„U, voor mijn ziel 't geboorteland.
„En schoon in 't reizen, werken, strijden
„Mijn ziel hier smarten leprde lijden
„Mij ongekend in vroeger tijd
„Nooit zal 'k wat achter ligt benijden;
„Mijn liefste lied zij u gewijd.
Radio Nieuws.
HUIZEN (1S75 M.. Uitsluitend NCRV.-Uitz.).
8.15 Tijdsein. 8.15—9.30 Alorgenconcert. 10,30
Tijdsein. 10,30—11 Korte Zlc-kendienst te leiden
>s D Tom, Geref. Predikant te Hilversum.
,30 Gramofoon. 11.30—12.30 Harmonium-
Ja. F. Jurjaanz te
12.30 Tijdsein. 12.30—2 Cor
rt. Me\
obo d'amore en Alex Adema. piano. Klas-
gedeelte. 2,45—3.15 Lezen van Chr. Lectuur
Mej. M. Wen tink te Hilversum. 3.154.15
olg Concert. Hollandsch gedeelte. 4.15—5
lofoonplaten. 6 Tijdsein. 66 Kinderuurtje
1.30 Gramofoonpïaten. 6.30—7-3
geven door het Nederlandsche Technicum PBNA
te Arnhem. 6.30—7 Cursus Electrotechnlek 7—
7.30 Cursus Statische Berekeningen. 7,30—8
Concert *e ge vei (For. Het t'ussumsch A Capella;
ét Christ. lUidlo-Orivest, under leiding van
heer P. v d Hurk te Utrecht 1010.30 On-
reking van het Concert. Spreker Ir. W D P
HILVERSUM (1071 M.. van 12—6
0.15 Morgenwijding. 12.15—2 Concert
J Radio Kinderkooi
Tcciichling door Louis Schmidt. 5—6.30 Concei
door het AVRO-Kwartet. 6.30 Vas Piaz: Koerse
6.45—7.15 Italiaansch voor beginner*. 7.15—7.4
Itallaansch voor gevorderden. 8.01 Coi
r 8,55—9.25 AVRO
tting concert. Na
Aansl. van het
terdam. 12 Sluiting.
VRIJZINNIG-DEMOCRATEN
EEN CONGRES TE MIDDELBURG.
Tc Middelburg werd de algemeene verga
dering van den Vrijzinnig Democratischen
Bond gehouden.
In de plaats van den aftredenden voorzit-
ter Prof. Mr. R. Kranenburg en de aftreden
de leden Prof. D. van Embden, J. Kortland
cn Mevrouw M. Ketelaarvan Goch, die geen
van allen herkiesbaar waren, werden geko
zen Mevr. M. van Embdende Ridder te
Amsterdam, en de heeren Sidney J. van don
Bergh te Wassenaar, D. Koojman te Pu mie
rend en Mr. W. II. M. Werker te Den Haag.
Door het Hoofdbestuur im zijn nieuwen vorm
zal uit zijn midden een voorzitter worden
gekozen.
gen dikwijls een andere politiek dan die
men in zijn hart de beste zou achten.
Het lijkt ons niet geheel overbodig, dat
het vraagstuk van de taak, die de Overheid
heeft, ten opzichte van dé cultuur, onder
ons wordt besproken en door onze lei
ders belicht, opdat wij komen tot een vaste
lijn in onze politiek.
Niet een politiek van vrees, maar een po
litiek naar vaste overtuiging.
AREND VAN AMSTEL.
RADIO-MUZIEKUITVOERING IN INDIË.
Op D r.sdag 3 Dec. a.s. vindt te 14 uur
Amsterdamsche tijd via den Indischen kor-
tegolfzender P.L.E. (15,93 Meter) weder een
muziekuitvoering plaats, aangeboden door den
muziekhandel P. Seelig te Bandoeng.
Het programma zal bestaan uit de volgende
nummers: 1. Akebo Giro B Oedan Mas door
Gamelan Selendro; 2. Indische Suite, gecom-,
poneerd door P. Seelig, bestaande uit de
deelen: a. Nasib Fadang, b. Stamboek, c.
Krontjong Pandan, d. Krontjong emajoran,
voor klein orkest, e. Kramet Karem; 8. Blen-
dring door Gamelan Salendro; 4. Muziekfrag
menten uit de Hindoe Legende Parveti, door
P. Seelig, voor klein orkest; 5. Renggongs bear,
door Gamelan Salendro, met fluit; 6. Dewi
angresi poe'me symphon'que, van P. Seelig,
voor klein orkest; 7. Barlen, door Gamelan
Salendro.
DE N. S. F. IN BEELD
De nieuwste reclame in de N. S. F. is een goed
uitgevoerd boekje met plaatjes, foto-reproduc
ties die hëel het snel-gegroeide bedrjif te Hil-
in de vliegmachine, Ir
bU do Zuiderzeewericei
laats bekleedt r
de duikboot,
bii de militair»
Gemengd Nieuws.
NACHTELIJKE MOORD
In den nacht van Zondag op Maandag om
streeks één uur is in de St. Pieterstraat te
Valkenburg (L.) de 45-jarige ongehuwde boer
Kurvers na een twist met een mes in het
hart gestoken. De man was onmiddellijk dood
De dader nam de vlucht, doch is gearresteerd
KIND LEVEND BEGRAVEN
Eenige knderen waren op het terrein van
het Prov. Ziekenhuis Duin en Bosch te Zand
voort aan het spelen en vermaakten zich met
het bouwen van forten. Zij hadden een dia
pen kuil gegraven die echter plotseling in
stortte, met het gevolg, dat drie kinderen
onder het zand werden bedolven. Twee van
hen wisten zich te redden, doch de derde het
zoontje van Koeman, kon eerst na tw.'ntig
minuten van onder het zand te voorschijn
worden gehaald. De artsen van het gesticht
konden sleohts den dood constateeren.
DOOR EEN VRACHTAUTO GEDOOD
Te Eindhoven stak het vijfjarig zoontje
van Bosselaar, wonende in de Wassenaar
straat den weg over, toen plotseling een
vrachtauto achter hem aanreed. Een aanrij
ding was onvermijdelijk. Van het knaapje
werd het hoofd verbrijzeld. Het vreeselijk ver
minkte lijkje is naar het politiebureau over
gebracht.
DE ROOFOVERVAL TE HILVERSUM
In verband met den overval op den Bus-
sumer grintweg te Hilversum is een derde
verdachte aangehouden, een dertigjarig ge
huwd man de mede in het complot moet zijn
geweest.
De bewijzen stapelen zich op tegen de 3
gearresteerden. In het belang van het onder
zoek kan eventueel van den aard daarvan nog
geen melding worden gemaakt. In elk geval
is komen vast te staan, dat het plegen van
den overval reeds sedert een paar weken be
raamd was.
FEUILLETON
INGELEID
BONNA WIEGERS—GROENEVELT.
Er werd geklopt een briefje van Tuin
man. Wlilt U de kindren dadelijk laten
loopen. Die van de Haan en Meyer moeten
maar naar m'ni vrouw, die kunnen
niet mee over voor de bui. 'k Zal bode
Harms om boodschap geven voor dc Ouden.
Zoo was (hij nu wel weer. Direct voor die
kinderen zorgen. Laatst nog met de operatie
van vrouw Harms, had hij het jongste kind
je mee naar huis genomenHij vertelde
't aan do jongens en meisjes, dat ze naar
huis mochten gaan en vlug door moesten
loopen, dat ze niet spelen mochten onder
weg en bad een kort gebed of God hen
allen wou bewaren.
Bij 't uitgaan groette hij naar gewoonte
log den baas, die koeltjes hem de hand
toestak, toen ging hij den breeden grint
weg over naar huis.
•.Geinkkdc, dat je komt," verwelkomde
hem z'n Vrouw, die hem verwachtte, omdat
ïe kinderen had voorbij zien hollen.
,,'t Wordt onweer, hè?"
Hij kuste haar.
„Heb je nog werk?"
„Nee, 'k kom bij je zitten. Als 't buiten
triest is en vooral zoo, met dat dreigende in
de lucht, ben 'k blij, dat je bij me bent."
„En als ik je vertel, dat 'k weer driftig
ben geweest, dat 'k nare dingen heb ge
zegd, ben je dan nóg zo blij?" -
De arm nog om haar schouder, keek hij
haar aan met z'n groote bruine oogen, haast
al te donker in 't bleeko gezicht. Hij wacht
te geen antwoord, omdat hij wel wist. Hij
wist wel, dat ze nu vragend-zaoht naar hem
op zou zien, en er iets teèrs in haar stem
zou komen, als ze wat zeggen ging.
„Waarom ben je dan altoos zoo lief, als
ik zooiets vertel, waarom doe je dan nooit
os boos?", vroeg hij opeens daarvoor geïnte
resseerd.
„Omdat je vertellen aan mij meteen je
berouw inHioudt," zei ze ernstig.
„Lief vrouwtje maar dan denk je ook
vaak te goed van mij."
Zo gingen naast elkaar aan tafel zitten
en zij hoorde, wat er op school was voor
gevallen.
't Was of het nóg donkerder werd daar
buiten. De wind begon heftig te worden en
do eerste regendruppels gleden af langs 't
Zij volgde de sporen, die ze achterlieten.
„Waarom zeg je niks nu veroordeel je
toch", drong hij aan, toen zc bleef zwijgen.
„Dat van die eieren en ham had je niet
moeten zeggen", zei ze langzaam, „dijt was
een steek".
„Vin jij het dan goed, dat hij daar schoql-
belangen aan opofferen wil", ontweek hij.
„Goed is 'tniet, maar dat is zijn zaak. Hij
heeft een groot gezin en dan is 't verleide
lijk. Je was vergeten, dat je tegenover je
patroon stond en een Christelijk onderwij
zer moet altijd zijn superieuren als zoodanig
erkennen".
„Ook bij ónchristelijk gedoe?"
„Maar Huug dan toch. Of ze goed zijn of
kwaad, dat is immers hetzelfde je
„Je moet je maar laten trappen hè?" viel
hij eenigszins schamper in.
„Nee, dót niet....", weifelde ze.
Ze wou niet graag, dat Huug zich trappen
liet, hij moést zich verdedigen, hij moest
ook volhouden, dat die jongen niet mocht
overgaan.... Zc kon zich wel begrijpen, dat
hij driftig was geworden, en in drift zeg je
veel.
'tWas niet goed, maar hij streed toch
tegen z'n drift
„Nee, dat niet", herhaalde ze, z'n donkere
haren streelend.
,,'k Had die steek niet moeten geven" viel
hij bij toen.
„Maar toch Grd, werkelijk, van me afbij
ten moest ik wel. Dat moet je altijd in 't
leven. Die zwijgt, en alles over zich heen
laat gaan, krijgt de meeste klappen. Je
ziet het lan Dc Waard. Zoo'n zacht meisje,
en wat durft de baas daar tegenwoordig niet
tegen zeggen, 't Komt alleen omdat ze alles
maar slikt, maar ik sta em te woord",
't Is toch laf van hem", peinsde ze.
„Ia, hij i s laf. Maar, och kind, zoo doet
hij niet alleen. Als je niet opkomt voor je
zelf, wordt je gedauwd door ieder, die zich
sterker voelt. „Ich bin grosz, unct du bist
klein".
„Hè jongen, je overdrijft.
,,'t Komt van Tuinman, dat. je zoo denkt.
Kijk es naar die lucht, hoè zwart, 'tis of
een groot, somber dak over gindsche huizen
geschoven wordt. Toch angstig, vin je niet?"
Ze nestelde zich tegen hem aan.
„Hoor es, hoe 't regent en wat een wind."
Hij knikte, nog in gedachten.
Ja, èrg en weet je, waaróm hij ineens
tegen de Waard zoo veranderd is?"
„Tuinman? Nu?"
„Omdat ze z'n zoon niet wou hebben.
Wouters vertelde 't gisteren op de kiesver-
eeniging. Nu kan zo ineens geen goed
meer doen Zoo'n lafaard."
„Ja, vreeselijk bè. O Gré, 'k heb soms
een gevoel ol 'k dien man zou kunnen...
Plots kwam een bliksemschicht, die fel
m de kamer lichtteGré schokte op, zag
Huug in 't gelaat, dat bleeker scheen clan
ooitToen volgde 'n knetterende donder
slag, die in angst kun handen ineen deed
knijpen, dan niets meer dan het neerstrie-
men van den regen door den joelenden
wind.
„O Gré, en
„Stt", deed ze, „hoor."
Het ketste tegen de ruiten, ze beluisterde
het harde tikken op 't dakraam boven in de
gang, het kletteren overal
„Het hagelt," zei hij dol.
Wéér een fel licht in hun kamer, en wéér
zoo'n geweldige donderslag.
Hij sloot de oogen. Nog zag hij die don
kere, onbegrensde wolkenzee, maar daar
boven dacht hij zich God. Die het gebod
van liefde had gegeven, Wiens stem hij
had ontvangen met gedachte aan haat in
z'n ziel.
„Wat voelt een mensch zich toch nietig
en klein bij zulk weer," zei hij deemoedig.
„Weet jo wel, dat ik daareven wou zeg
gen..
„Stt," deed zo weer, terwijl haar rechter
hand zich op-z'n mond lei.
„Ik weet het wel, wat je zeggen wou. Stil
maar jongen, je meende 't zoo niet En toen
omdat ze zag, dat z'n oogen vochtig werden,
zei ze troostend:
„Je hV>t het nog niet gezegd, en je zal
'took niet meer doen."
Hij glimlachte even.
„Zie je wat groote hagelsteenen," wees ze
hem op het gras.
,,'t Duurt een heelen tijd, eer ze versmol
ten zijn. 'k Hob ze nog nooit zoo groot ge
zien. Ze zouden wel pijn doen aan je ge
zicht"
,,'k Denk het ook wel. Wat licht het daar
weer."
Een langdurig ratelende slag maar min
der geweldig dan de vorige, volgde.
Al weer een licht. Ze wachtten beiden
hij seconden-tellend, tot de slag weer komen
zou.
,,'t Gaat verder weg, merk je wel?"
„Ja", stemde zo toe, „en de wind gaat ook
wat liggen. Kijk die sluis es vol plassen
staan. Wat een water en 't kletst cr nog
maar bij".
Toen zwegen ze, nog steeds de handen in-
IIij luisterde naar 't water, stroomend uit
de dakgoot in de regenton, cn 't gerommel
van den donder, dat haast aanhoudend bleef.
Zij dacht aan liefhebben en haten, hoe in
eenzelfde menschenziel beide kon bestaan.
Huug hóótte niet, hij moest leercn verdra
gen alleen.
Ze dacht aan wat Vader eens gezegd had
van Gods Huis," waarvan 't fundament was
Christus Jezus, en de steenen de geloovigen
waren.
„Huug", verbrak ze opeens de stilte,
„weet jo het kenmerk nog van de steenen
van Gods Huis?"
,,'k Herinner me niet, wat je bedoelt".
„Weet je niet meer, dat Vader daarover
gepreekt heeft? Hij zei, dat het kenmerk
van die steenen is, dat ze elkaar alle moe
ten steunen en dragen, evenals die van een
aardsch huis dat doen. De geloovigen onder
ling moeten elkaar tot steun zijn, geduld
hebben met mekaars gebreken, loeren vér-
dragen".
„Da's een zware plichtMaar heusch
Gré. ik wil wel*
Ze knikte hem dankbaar toe.
„De strijd is vaak zoo flauwtjes", ging hij
door.
Soms is er geen strijd, en juist, als we
meenen, een, eindje omhoog te zijn geklom
men, vallen we pardoes weer neer".
„Zou 't niet komen, omdat we vaak willen
in eigen kracht?", merkte ze wat schuchter
op.
„Misschien wel. Maar als je toch es be
denkt, dat het gebod er is, onze vijanden
lief te hebben, en 't dan Tuinman niet eens
te kunnen".
„Jawel, jawel", troostte ze, „we willen er
immers samen voor bidden. En Tuinman
heeft, tooh ook z'n goeie dingen".
„Dié heeft je zeker".
„Kijk dóór dan meer op".
Hij knikte pijnzend.
„Maar er zijn ook Christenen, die leven,
alsof voor hen geen gebod geschreven staat,
waar de \yereld met de vinger naar wijst,
die stof verschaffen tot spot met al wat
heilig is, die tóch naar de kerk gaan, kun
nen dót nu steenen zijn?"
(Wordt vervolgd.)'