DINSDAG 26 NOVEMBER 1929 DERDE BLAD PAG. 9 BRiEVEN UIT DE HOOFDSTAD Vorige week is de raad begonnen met de behandeling van de begrooting. Vier dagen per weelc, 's middags en 's avonds, komen de wijzen van onze stad samen en ze blij ven al redekavelend meer of minder gezel lig bijeen tot diep in December. l)at vraagt van de leden van den Raad een enorme inspanning en het is velen on mogelijk zich voldoende te prepareeren op al de zaken die in zulk een periode de re vue en de hamer van den voorzitter passee- ren. Bovendien hebben vele raadsleden groote moeite met hun dagelij ksch werk, dat zich hopeloos kan vermenigvuldigen. Allerlei middelen heeft men wel eens aangegeven, om te komen tot verbetering van wat men zoo langzamerhand als een euvel heeft leerein zien. En allerlei oorza ken hoort men noemen die Amsterdam in dit opzicht een uitzonderingspositie doen in nemen. Het allergemakkelijkst maken zij er zich breedsprakigheid van de leden van den Raad. Men kent de tegenstelling, die wel van af die niets anders willen zien dan een eens is gemaakt tusschen de „rijke reeders" van voorheen en de „reederijkers" van te genwoordig. Zoo mogen wij het niet stellen en zeker niet beamen, dat de Raadsleden praten voor hun presentiegelden meer vergaderen dan noodig is. Want misschien kan een heel enkel Raadslid van deze verkeerde mentaliteit verdacht worden, voor de over- groote meerderheid geldt dit niet. Men moet niet vergeten dal. in een Raad als de onze niet minder dan 11 groepen en politieke nuances vertegenwoordigd zijn. Dat maakt de situatie moeilijker dan in veel andere plaatsen. Wij hebben in onze stad verschillende groote vraagstukken ten aan zien van stadsontwikkeling, haven aanleg, handelsinrichtingen, bedrijven, armenzorg, ziekenhuizen, en wat al niet meer. Deze vraagstukken nemen onder ons als vanzelf wat grootere afmetingen aan dan in de meeste andere steden. Maar toch zijn het niet de groote dingen die ons den mees ten tijd kosten. Dikwijls komen juist bij de kleine stukken, die door ieder lid kunnen worden beoordeeld, nog het meest de ton gen los. En daar zijn zooveel persoonlijke belan gen in een stad, burgers die zich benadeeld achten, personeel dat in de verdrukking is gekomen en zich nu tot den Raad wendt,, en in den Raad pleitbezorgers vindt, die op hun beurt weer worden onderzocht en be oordeeld, aangevuld en bestreden door hun ne collega's. Zoolang geen andere instantie wordt ge vonden voor het behandelen van al dit soort klachten en vragen, zal de Raad een betrekkelijk langen tijd noodig hebben om van deze zaken kennis te nemen en ze af te doen. En men denke niet dat deze kleine zaken van belang ontbloot zijn of de burge rij niet inte-resseeren. Ze zijn ook in zich zelf niet onbelangrijk. Voor een deel ligt de lange duur van be handeling der begrooting aan onze methode van behandeling. Er is een methode denk baar dat men alle punten van principieel beleid ter sprake brengt bij de algemeene beschouwingen over de be-grooting. Men heeft dan niet weer de algemeene beschou wingen over elk hoofdstuk die buitenge woon tijdroovend zijn en waarbij heel veel stof wordt gezocht. Zoo doen wij het niet. Wij houden eerst breede algemeene beschouwingen over alles Wij beginnen dus „en gros" en wanneer dit afgeloopen is beginnen wij opnieuw, maar dan meer „en detail". Het spreekt wel vanzelf, dat men hierbb niet elk uur nieuwe dingen bespreekt Hei is vaak een repetitie van discussies die vo rige jaren ook reeds ware^ gehouden er. waarover dikwijls weinig nieuws meèr te vertellen i6. Maar ook hierbij moet men de billijkheid betrachten. Soms worden met kracht mee ningen naar voren gebracht, die. men, als zijn ze niet geheel nieuw, toch niet onweer sproken kon laten. Soms komen ook bij on derdeelen van de begroeting principieele ge dachten naar voren, die men, om zijn gewe ten vrij te maken, moet bestrijden. De groo te partij versnippering werkt natuurlijk ook dit verschijnsel in de hand. Twee voor de hand liggende middelen CHRISTEN-OFFICIEREN VERGADERING DER NAT. VEREEN. VAN CHR. OFFICIEREN OVER HET INSTITUUT DER LEGERPREDIKANTEN Maandag werd de algemeene vergadering- der Nat. Christen Officierenvereeniging te Utrecht gehouden. De Voorzitter, Generaal L. F. Duymaer va n T wist heet allen welkom, in het bij zonder Kolonel Koster namens den Minis ter van Defensie, Kapitein Maas, de Vereen, van Officieren in de Ned. Lan den, Ds. Vonkenberg, namens den Ned. Mil. Bond, Dr. de Jong, namens de Vereen, van Verlofsofficieren der Ned. Landmacht, Adjudant De Jager, namens de N. C. O. O. V., den heer Van Reenen namens den Chr. Mil. Bond in O. en W. lnclie, en reserve le luitenant de heer B. Geleijnse, namens „Pro Spr. herinnerde aan de goedgeslaagde excursie naar de Zuiderzeewerken. Als Ds. Hagen gesproken zal hebben over het in stituut der Legerpredikanten, dan zullen zijn rede en de recle die Dr. Severijn het vorig jaar hield, worden verzameld in een brochure, die zal worden gezonden aan militaire, kerkelijke en civiele autoriteiten, met verzoek hun meening over dit vraag stuk aan de vereeniging te willen kenbaar maken. Spr. zegt dat het vraagstuk der ont wapening en alles wat daarmee samen hangt de volle belangstelling heeft, en dus ook' de vereeniging van Christen Officieren al die vraagstukken moet bezien bij het. licht van Gods Woord. en tweede termijn is nog wel belangrij ke tijdsbezuiniging te verkrijgen. En in" de tweede plaats moeten de fracties zelf zich beperken. Het is een gewoon verschijnsel, dat uit een fractie soms drie. of vier leden over een zelfde onderwerp liet woord voe- e.n. Dat is niet aan te bevelen, dat moet mis worden afgekeurd. Kan men daarbij er toe komen, de alge- aeene beschouwingen over do hoofdstukken e doen vervallen, dan zullen wij een groot wtntal zittingen kunnen besparen, zonder :et gevaar te loopen dat 't gemeentebelang .iet wordt behartigd. Komt men niet tot beperking in deze. rich- ing, dan zullen er wel geen schrikwekken- le dingen gebeuren, maar dan wordt het steeds moeilijker om geschikte raadsleden te vinden, die tijd en gelegenheid hebben le groote zaken te bekijken en aan het le zen en de ontwikkeling van onze stad tel ling kunnen geven. AREND VAN AMSTEL. INGEZONDEN MEDEDEELING. Indien U voor de voeding van Uw gezin het aller beste verlangt, probeer dan eens Wi DE SUPERIEURS KWALITEIT KOST NIETS MEER DAAR DE PAKKEN EEN VEEL OEQOTiEï INCTOUD HEBBEN DAN ANDERE MëRECEN IN GEZONDE EN IN ZIEKE DAGEN STEEDS HET IDEALE VOEDSEL. Ook als toespijs aanbevolen. Regelmatig gebruik van H-0 verbetert degeheele constitutie. Niet alleen de spieren, ook het zenuwstel komt het ten goede. Van Z. F,x. oud-Minister van Dijk en van Ds. Janssen was bericht van verhindering ingekomen. Het financieel overzicht van den pen) ningmeester, den heer B. Geleynse meldt aan ontvangsten en uitgaven een bedrag van f 1103.11 met een batig saldo van f 266.42. Tot het nazien der rekening wer den uitgeiloodigd, Mr. J. J. P. C. van Kuyk, burgemeester van Vecnendaal, en F. C. C. baron van Tuyll van Serooskerken, bur gemeester van Zuilen. Het jaarverslag van den secretaris, den heer T. 25, i e d s e s des P 1 a n t e s, ver meldt, dat het afgeloopen vereenigingsjaar reden tot tevredenheid geeft. Het orgaan mag zich in meerder belangstelling ver heugen. Met vreugde werd begroet de op richting van den Ned. Chr. Officieren Kring die in hoofdzaak een evangeliseerend ka rakter draagt. Het aantal gewone leden steeg van 134 tot 167, dat der buitengewone leden van 13 tot 16. Besproken wordt de verhouding tusschen de Nat. Chr. Off. Vereen, en den Chr. Off. Kring. Algemeen was men van oordeel, dat beide organisaties zeer goed naast elkaar kunnen bestaan en werken en geen fusie noodzakelijk is; bezien zal worden in hoe ver beide organisaties elkaar kunnen steu nen. Het jaarverslag wordt goedgekeurd.. Besloten wordt met algemeene stemmen, om tot verlenging van het bestaan der ver eeniging en daartoe weer vernieuwing der Kon. Goedkeuring aan te vragen. De V o o rz i 11 er zegt dat hij in 1900 zelf meewerkte aan het opnemen in de Statu ten van de bepaling dat in 1929 over het voortbestaan der vereen, zou worden beslist en niet had gedacht, dat hijzelf nog eens aan de vergadering zou voorstellen hier over te beslissen; dit verheugt spr. zeer. Hierna wordt de heer T. Ziedses des Plan- tes, die aan de beurt van aftreding is, bij acclamatie herkozen. In de middagvergadering wordt besloten een telegram van hulde te zenden aan H.M. de Koningin. De penningmeester wordt gedéchargeerd voor zijn gehouden beheer, nadat Mr. Van Kuyk rapport namens de commissie heeft uitgebracht. Ds. T. J. I-Ia gen, van Delft, refereert Spr. wil spreken over den „soldalen- lominé', over den rbeid der legerpre- •kanten en den .arnizoenspredi- anten en let daar- tij in de le plaats >p den persoon dier predikanten; ten weede op hun me- 'hode en hun arbeid in het algemeen. Het moeten man- ïen zijn bezield net heilige opoffe ring, met liefde tot den soldaat. De ar beid is vaak op ho pe tegen hope, de resultaten zijn schaarsch en de arbeid vermoeiend naar lichaam en ziel. De legerpredikant moet zijn iemand met een jong hart, die met de jongens weet te praten, die hun problemen kan wegpra ten maar ook, als hot noodig is, kan weg lachen. Iemand die vrij moet staan tesep- cver officier em soldaat, maar bovenal eén- Christen, die den militair wil brengen aan. den voet van het kruis. Een christen, en daarom nationaal, historisch, en Oranje klant. Hij moet den leugen goed weten te onderscheiden. De arbeid van den legerpredikant is in vredestijd heel anders dan in oorlogstijd en zelfs in de mobilisatie moet meer worden gehandhaafd en op den voorgrond komen de idee, dat de legerpredikant schakel is tuschen de Kerk en de militairen. De le gerpredikant moet niet de taak nemen uit de handen der kerk. De weermacht is er mee gebaat als de geestelijke verzorging der weermacht berust bij de kerk. Dan blijft er toch nog genoeg te doen over. Hij moet zich niet bepalen tot het militair te huis. Het militair tehuis moet zijn rust punt voor, niet hoofddoel van zijn arbeid, het hoofddoel van zijn arbeid is de kazerne Daarbij moet hij niet alleen bearbeiden de soldaten maar ook officieren en hoofdoffi- De legerpredikant dient contact te zoeken met Chr. vereenigingen op militair terrein, inzonderheid met „Pro Rege". Ook met de organisaties van Christen onder-officieren en Christen officieren moet contact gehou den worden. Bovenal moet de legerpredikani iemand zijn die alleen komt met het volle Woord Gods. Eon orthodoxe legerprsdikant ion onmogelijk samenwerken met een modpr- nen legerpredikant, in den arbeid onder de militairen. Samen met moderne predi kanten een wachtwoord uitgeven, samen met een modernen legerpredikant een so menkomst hóuden, kan niet en daartegen moet ons ernstig protest uitgaan. Alle sa mengaan met de moderne predikanten in het komen tot den troep moet geheel wor den afgesneden en moet worden geweerd uit het Instituut. Een geanimeerde discussie ontstaat over het referaat, waaraan deelnemen kap. Bar- GENERAAC HIGGINS TE BERLIJN Generaal Iliggins, de leider van het Leger des Heils, heeft een bezoek aan Berlijn gebracht en in tal van samenkomsten 't woord gevoerd. In den inzet: portret :an den generaal. Voorzitter. Uit (le d(r legerpredikanten, daar men van oor deel is dat de geestelijke verzorging der militairen behoort uit te gaan van de kerk. Ook de referent spreekt uit, dat het mak kelijker zal zijn om de Kerken ze 1' tot haar taak der geestelijke verzorging der militai ren te doen komen, wanneer dit instituut zou zijn opgeh even. Aan ,!e Regeering zal moeten worden ge vraag om een commissie die zal bebh'-ii te ondc-rzoeken de wijze wa.v.ip dit insti tuut kun women gereorganisetvd. Op het oogenbhk is hf-i instituut geipe! op Poom- schen leest geschoeid De Rjimselien kun nen lev eden zijn, maar wij n'et. liet insti tuut moet worltn 'geschoeid op Prorestant- schen leest en dan zal dc P.egtering ook minder behoe-m uit te geven dan zij thans doet daar de Geref. Kerken ongetwijfeld de verzorg ,ng voor haar eigen reke.t'ng wol len nemen. Als de Kerker, maar eens ten „non pos- sumus" deden hooren tegenover de Regee ring dan zou de zaak gauw in orde zijn. Spr. hoopt ilat Dr. Severijn in ,1e Ned. Herv. Kerk deze zaak aan de orde zul willen stel len. Als de twee grootste Protestantsche Ker ken in dezen samenwerken en deze rich ting uitgaan, dan zal dat ongetwijfeld van grooten invloed- zijn. De Voorz. zegt dat het bestuur zal voorbereiden een besluit dat dan in de eerstvolgende vergadering over deze aange legenheid kan worden genomen en waar mee de vereen, dan haar standpunt inzake Daarna wordt de vergadering gestolen, deze kwestie zal "vaststellen. Kunst en Letteren. „BOEKENSCHOUW". 15 November '29. Heugtcn prijst de nieuwe histori sche roman v.anEunca van Handel—Muz- zetti: '„Frau Maria": „Het zwaar'epische ta lent v&ïi Han'dèl'—Mdzzè'tti komt tot zijn 'volste recht in breed aangelegde, sterk be wogen scènes, waar zich ai de bonte pracht van den baroktijd, haar lievelingsperiode, ontvouwt Zij heeft een zwak voor goudbro kaat en scharlaken mantels, evenals Ru bens, voor flikkerende zwaarden, die meer rinkelen dan wonden slaan. Dan vlamt haar verbeelding op; alles leeft en schit tert alles ademt en beweegt als de nacht wacht van Rembrandt". Ellen Russe bespreekt de laatste twee werken van Hervey Wickham, welke een alarmkreet (zijn) tegen den kanker der per verse litteratuur, zooals ze in Amerika hoog tij viert en over Europa wordt verspreid". Dat de reactie tegen een te strenge, puri- teinsche wereldbeschouwing een veroordee ling van de laatste zou inhouden, kunnen we niet toegeven. „Amerika kreeg genoeg van dat opgedrongen vreugdelooze, hetgeen langzamerhand ontaardde in een huichel achtig schijnfatsoen in zeden en in de lét- terkunde", zegt Ellen Russe. Maar hoe dan in een land als Frankrijk, waar de levens- toon en -moraal niet cloor een zwartgallig puritanisme, doch door het iebens bejahciid katholicisme werd beheerscht? We kunnen gevoegelijk vaststellen, dat het niet in de eerste plaats de leer is geweest, die tot ontchristelijking en demoralisatie heeft ge leid, maar de gesteldheid der ziel, welke losgerukt uit de banden van el k geloof, het leven van binnen uit heeft doorkankerd. P. W. Assmann schrijft over de nieuwste roman van Mary Grace Ashton, die acht tien jaar was, toen haar eerste roman ver scheen en die sindsdien elk jaar een nieuw werk publiceerde. Over „De Bries" van Albert Kuyle is- Van Ileugten goed to spreken: „voor men- schen, die verzadigd zijn van langgespon- nen zielsgeschiedenissen en binnenkamer- sohe conflicten, en die eens versch willen Radio Nieuws. HUIZEN (1875 M.. Uitsluiten 8.15 Tijdsein. 8.15—9.30 Moryenc i. 10.3011 Korte Ziekendien Ds. P. N. Kruyswölt, Geref, IY<; 1.30 NCRV.-Uitz.) Hf u ?er M. I'\ Jurjtinnz te Hilver sum. 12,30 TÜdsein. 12.302 Mlddn i,-concen. Mevr. T de WildeScheffer. zang: de lu er H Her mann. viool; de heer H. v d Horst Jr., cello: Mevr. R A v d Hoivu—Bleekrode, iiano. 2 Tijd sein. 2—2,45 Concert. Mevr. A J ds Vink—Ver schoor, sopraan: Mevr C Cheriex— Leclerq de Courcelles, viool en plano_ de heer G de Groot. tutu-0 door Mej" M. Went ink te^Ul vcrsuni.^.ln— 4.15 Vervolg Concert. 4.15—5 Gnimol'oonplaten. 5 Tijdsein. 5Kinderuurtje te leiden door Mej. B van de Veer te Utrecht. Zau-v Mej. C J A Gelderman te Utrecht. 6—7 Cursussen te geven door Viet Neder] 7 Cursu-s Statische Bei —Afloop Uitzend- L. E(nge1ber ademen in Gods vrije wereld, is „De Bries" in Albert Kuyle een verkwikking. F. A. Brunklaus is van meening dat de populariteit van „de dichter van Hollandseh Binnenhuisje" voortkomt uit het feit, dat De Génestet's levenshouding (geloof in 't bestaan Gods en de plicht die God te die- ten, maar tevens afkeer van vaste normen, oigens welke dit dienen'van God geschie den moet) in ons land nog lang geen „ver leden tijd" is. „Met een blik vol fijnen humor heeft De Génestet 't leven, zoo als 't vliet de dagen de seizoenen door, waargenomen en be- reven in gedichten, die, in hoe menig opzicht ze zich ook niet mogen verheffen oven zijn tijd met tradities, dio tot on- ruchtbare, den vrijen stroom van den dich terlijken drang belemmerende zandbanken verzandden, toch een frischheid bezitten, die bekoort" Onder de boekbesprekingen treffen we een warme aanbeveling aan van L. E.'s „An nette von DrosteI-Iiilshoff als „fijn ge schreven lectuur voor iedereen". MARSMAN EN DE LITERATUUR. In een kroniek in de „N. R. C." over Rilke's brieven uit de jaren 1902—1906 be paalt Marsman zijn standpunt tegenover de literaire kunst aldus: ik heb een bizonderen afkeer van biografieën; met name natuurlijk van de biografie romancée; ik lees zelden of nooit mémoires, dagboeken, brieven, confessies. Ik zal u zeggen waarom. Wanneer ik mij in de artikelen, die ik hier voor u schreef, duidelijk heb uitgedrukt, is het u, hoop ik, voortdurend sterker gaan opvallen, dat het mij in den grond van de zaak slechts om één ding te doen is; het scheppend begin sel, dat ik de vormkracht noem, in het be sproken werk te ontdekken, en het zoo mo gelijk in u te laten weerklinken. Voor zoo ver dit creatieve principe in een werk of leven ontbreekt, lijken deze vrij waardeloos. Daarom kan ik mij ook niet dan acciden teel en voorbijgaand het hoofd breken over de al te beruchte verhouding tusschen le ven en literatuur, want beide zijn naar mijn inzicht leeg en vergcefsch, wanneer niet ljet vormend, beginsel hpn_ bezieU_.cii. rêgeprt, Mjjar natuurlijk blijlt één" ding waar: (jat een scheppend leven nog geen scheppende kunst is, en dit enkel kan wor- dan( door het om-vormende scheppingspro- Marsman permitteert zich hier een gebaar dat hem niet past. Want het is toch van algemeene bekendheid, dat hij op de vor ming van zijn oordeel nog héél andere factoren laat inwerken dan alleen deze: is in een werk scheppende kracht tot uiting gebracht? Bovendien: behoeft in mémoires, biogra fieën enz. vormkracht per sé te ontbreken? ZESDE KERSTBOEK. Voor de zesde maal zal, vermoedelijk nog vóór 1 December, het Kerstboek, het be kende „magazine" voor christelijke kunst van dezen tijd, bij Callenbach uitkomen, onder redactie van P. J. Risseeuw. De ver siering van het boek is weder opgedragen aan den sierkunstenaar Herman Hana. Dc meditatie werd ditmaal verzorgd door Ds. W. M. le Cointre en handelt over de kindermoord te Bethlehem. Als titelplaats is bij deze meditatie opgenomen een repro ductie van een clair-obsur van Jackson. Herman liana behandelt ditmaal „Het Kind in de Schilderkunst", welk artikel is verlucht met 17 reproducties naar schilde rijen van beroemde meesters, terwijl ook het artikel van Dr. J. R. Callenbach „De Galileesche zee" is geïllustreerd nvet der tien foto's in de zelfde uitvoering als die bij „De Hertlerspsalm" in het v ij f d e 5 Post. Muzikale HILVERSUM (1071 M. chniidt. 55.30 Grumofoonmuziek. 5.30fi door de Hong:. KApel. 6.01 Voorf-eUine: 6.30 Va* Pias: Koersen. (L4Ó—7.15 It:i- Rotterdam", en „De oude Dorpsschoolmees ter". Ten slotte T. K. van Eerbeek, eveneens met een novelle: De Ivoksiaan, fragment uit nog niet voltooide roman. Van den protestantsrh-Vlaamschen auteur Frans Schotelveld kon wederom een novelle worden opgenomen getiteld: „Sloeberko on het fiest vam Breughel". Van mej. J. L. F. de Liefde: „Fritsje en de geheimzinnige ge beurtenis". Voorts novellen van de navol gende, bekende medewerkers: G. Sevensma- Themmen, W. G. van de Hulst, Joh. P. Ruys, K. Lantermans, M. A. M. Renes-Bol- dingh. Van deze laatste een gelijkenis na-ar het motief van den verloren zoon, getiteld mekeer. Ook Jan H. de Groot draagt twee verzen bij. „VERNIEUWINGEN". Henrietta Roland Holst heeft hij W. L. en .T. Brusse een nieuwe bundel verzen op rle pers: „Vernieuwingen". Voi s t b o e k. eerste maal zal Ds. D. Hogen- birk Jzn., de bakende auteur van „Nevel- dijk" aan het Kerstboek meewerken. Hij schreef een omvangrijke novelle: „De Bosch- marmetjes". Nieuwe medewerkers zijn voorts: Mevr. L. A. Lever-Brouwer met een novelle „De Tweede"; A. J. D. van Oosten met twee vereen: „Middagwandeling door Gemengd Nieuws. DOOR EEN MACHINE GEDOOD: Aan de slijpinrichting in de vroegere jam- fabriek te Breda sprong, een slijpmachine uit elkaar, waardoor een arbeider zoodanig gewond werd, dat hij aan de gevolgen is overledcn- ZUIGELING GESTIKT. Te Amsterdam is in eert woning aan den overkant van het IJ één meisje van acht inaandeïi tengevolge van verstikking in de kussens in een ledikant om het leven ge komen. EEN DOODELIJK SCHOT. Te Vries (Dr.) wilde een jager met. zijn geweer twee vechtende honden scheiden. Daarbij ging het wapen af en trof den jager, die ongehuwd is, zoodanig in den buik, dat hij aan de gevolgen stierf. GEWAPENDE WERKLOOZEN. Te Giethoorn hebben een vijftiental politie mannen een inval gedaan in (le keten van de Haagsche ,en Utrechtschc werkloozen al daar, naar aanleiding van het vermoeden dat deze wapens voorhanden hadden, zon der daartoe gerechtigd te zijn. Alle keten en de bewoners werden onderzocht. Bij een der koks werden drie geweren in beslag genomen. INGEZONDEN MEDEDEELING. DEN HAAG ROTTERDAM Alléén HOFWEG 6, Hoogstraat hoek Spui FEUILLETON INGELEID BONNA WIEGERS—GROENEVELT. (2 ,,'t Kon Mies niet meer scheien. Als ver suft zat ze, 't hoofd in de handen, voor zich uit te staren. Dat ze dóór niet aan had ge dacht Hoe stom toch, 't aan Trui te vertel lenZe had wel koffie geschonken, want Moeder had hoofdpijn, maar verder telkens geborduurd, omdat tante den volgenden dag al jarig was. En 't kleedje móést af, dat had ze zich nu eenmaal voorgenomen Waarom was dat toch gebeurd? Waarom had ze tante niet een dag laten wachten en haar huiswerk gemaakt. Nu zei Trui, dat 'ze niks beter was dan zij, terwijl ze toch vaak een hekel had gehad aan haar mak kelijk liegen en bedriegenZij als Trui... Maar 't was niet zoo, ze hièld niet van ge meen doen. Ditdit wasja, dit was... 0, dit was toch óók „Mies, ga jij maar do klas uit", hoorde zo eindelijk een driftige stem tot haar zeggen. „Jij doet niks dan suffen, 'k heb je al twee keer wat gevraagd Vooruit!" Toen boog ze nog dieper haar blonde hoofd, en niet begrijpend nu, dat ze 't ge schiktste mikpunt wns van een getart ge moed, ging ze, schuldig zich voelend, recht door naar de gang, tot voor 't raam, dat Uitzicht gaf op een vlakte van zand, waar nu de middagzon in brandde. Ze tuurde er naar, maar ze wist niet, wat ze zagOn vaste gedachten kwamen en gingen Een onbestemd gevoel was over haar ge komen en 't had haar wel vóórt kunnen stuwen, die vlakte over en langs 't kanaal steeds doorMaar ze bleef roerloos staan, met iets van wanhoop op haar ge zicht. „Moeder", zei ze onwillikeurig. „Moeder". Anders ging ze altijd naar haórmaar had zij haar soms niet ge holpen om door een noodleugen zich uit te redden? Kon ze diè nü gaan vertellen, wat in haar woelde, en wat ze toch alleen niet uitwerken kon? Vader!... Wat kan ze nu aan Vader zeg genPraatte ze met hem wel ooit in tiem? Dócht ze daar zelfs wel aan? Hoe zou ze dan met haar moeiten bij hem komen?En nu ook niet naar Moeder... Toen lei ze eindelijk 't hoofd op de ar men en snikte wild. Ze wist niet, of het was een verlaten zijn of een verlangen, maar 't was, of in heur hart iets werd be sloten, dat daarin blijven zou... HOOFDSTUK II. Mies was door 't examen. De avond van den dag, die de gelukstijding bracht, was rumoerig geweest. Kweekei ingen en pas- geslaagden waren wezen feliciteeren en 't I gelach en gepraat had zóó lang aangehou den, dat Meneer de Waard naar boven was gevlucht. Maar nu, oen dag later, hadden ze een gezellig onder-onsje-met limonade en gebalc, waarop Vader in een gulle bui heft 'getracteerd had. Hij was trotsch op z'n dochter en had nog nooit met zooveel aan dacht naar haar babbelen geluisterd als de zen avond. Hij wist eigenlijk niet, dat ze t zoo aardig kop. 't Trof hem wel even, dat tegen hem zoo weinig werd gespróken alles draaide om z'n vrouw, maar als je rustig overdacht, kan je wel verklaren, hoe 't zoo was geworden. „Ga je nu gauw solliciteeren?" vroeg hij vriendelijk aan Mies. Ze keek hem lachend aan. Heb 'k al gedaan Vader, is dat niet vlug?" „Al gedaan?!" „Ja, vindt U dat zoo gek?" „En waar naar toe?" „Naar Wal ten 't Leek Moe een aardig plaatsje en 't kan mij, eerlijk gezegd, niet schelen, waar 'k terecht kom Als 'k maar een eigen klasje krijgdaar heb ik zin in". Ze zag niet, hoe Vader met kouden blik naar Moeder keek. „Waarom ben ik daar niet in gekend?" vroeg hij norsch. „Och man, omdat je je nooit met zulke dingen bemoeit. Je laat mij toch overal al leen voor staanIk vond Walton voor Mies beslist geschiktZoo'n mooie na tuur en twee kleine klassen, stond in de advertentie". „En ik had aan Linde gedacht, voel dich ter hijik „Linde! I Iloe kom je d'r bijDat gat, waar ze altijd vechten en waar ze elk jaar van personeel verwisselenLaat het kind n ar 'n goed end van huis ,daar wordt ze zelfstandig van", zei Juffrouw do Waard, vast. overtuigd, dat zij het goede voor had. Hij haaide even z'n schouders op. „Andera hou je je ook overal buiten", Hij zweeg want hij voelde cenige billijk heid in dat verwijt. Aan z'n vrouw had hij de opvoeding van de kinderen overgelaten, omdat hij bang was voor het aanvaarden van veel zorg en moeite en zij, met haar goed verstand en acticvon geest had zich geheel aan heur taak gewijd. Was liet won der, dat ze ook in zaken, waarin hij belang stelde, toch zelf besliste, en daarom het meeste gebeuren uit z'n huis aan hem voor- bi i gleed7 Hij zocht zijn vermaak in z'n w^rk op 't kant-or, in z'n verzamelingen van ou.Je. postzegels en munten, waar hij een groot deel van den avond in kon doorbrengen en voelde, het gemis aan samenwerking niet als een leed. Zijn levensgang kende niet de hoogten en diepten van vreugd en smart „Je. mag wel uitkijken, dat je straks een goed kosthuis krijgt", zei hij met harte ijk hein aan Mies. Toen ging hij naar boven en even later hoorden ze hem bij de la van z'n lessenaar waarin hij de postzegels be- irde.. d gebeld. „Trui", kondigde Henk aan, die door 't raam had gezien. Moo keok naarMies.die 'n vervelend ge zicht zat te trekken. ,,'k Zal maar zeggen, dat je niet thuis bent hè?die meid hoeft onzen avond niet bederven". O neenée Moe", schrok Mies op, denkend eensklaps aan dat vroegere ver driet. Vaak als ze Trui zag, of over haar hoorde praten, dacht ze daaraan. Dan kwam weer iets van dat akelige gevoel over d'r, dat ze niet verklaren kon. Dan deed ze maar druk, of werd erg vroolijk, om dat onaangenomo weer te bannen. „Laat ze maar boven zei ze een beetje onrustig 't geeft immers niksmis schien gaat ze gauw weer weg". „Zeg, dat 't ni.et past, dan is 't uit", snauwde Piet. Hij had de krant genomen, maar las niet Hij was verstoord, omdat Vader, die nu eens in den huiselijken kring was gebleven, er weer uit ging vluchten, en Moeder zich er niets van aan scheen te trekken; d'r gang maar ging. Hij hoorde hoe ze beneden aan Trui uitleg deed, dat ze een onder-onsje hadden, waar ze liever geen vreemden bij noodigen wou. „Tenminste eerlijk", ging 't door hem heen. ,,'k Wou dat die moid hier nooit meer kwam", zei hij gemelijk tegen Mies, die haar angst weer kwijt was. „Ze mag jóu anders wel", lachte ze terug. „Een schande voor mijEen meisje, dat elke jongen vol magBahdie vrouwen' 'k moet d'r niks van hebben en dan die hooggeroemde liefde" smaalde hij. Henk klopte hem op z'n schouder. „Je hent mopperig vanavond baasje Je wilt anders ook nog wel es trouwen, denk ik". Hij schudde „Daar zou j gen." „Ach jö, dan moet je bij De Winter kompn, daar vechten ze mekaar gewoon de deur uit. Hoor je hier nou ooit van ruzie? 't Gaat mij best naar den zin", trachtte Henk weer op te vroolijken. Piet keek naar z'n goedige jongensgezicht en ging weer zitten. Hij hièld van hem. „Jij ziet dat niet, daar ben je te jong voor", zei hij zachter nu. „En 't is je gelukMaar je moest bij Verhaar zijn, dan zou je 't verschil wel mer ken". Hij zei niet, dat hij de liefde en gezelligheid daar zag in elk meubelstuk, hij vertelde niet, dat hij er dikwijls gezeten had, met iets van 'heimwee in z'n ziel. Maar 't was, of Mies er wat van begreep. Ze had ook wel es gedacht, dat 't bij Verhaar zoo anders was dan hier. Ze kreeg dan meteen den indruk, (lat ook Maric zooveel rustiger leefde dan zij. Hoe, dat wist ze niet te zeggen, maar 't stootte bij haar zelf zoo vaak, er was zoo dikwijls wat. Toen ze 't eerst aan Moe had geklaagd, had die 't hoofd geschud cn gezegd: „Jij hebt 't ook altijd in den wind". Bart was ook zoo'n heel andere jongen dan Piet, Veel zonniger, vond ze, en toch zoo ern stig. De meisjes zagen allemaal togen hem opGeen wonder, hij zou domino worden en clan zoo'n sympathieke jongenr „Wat zei Trui?" vroeg ze aan Moe, die weer binnen was gekomen. „Ze komt misschien wel es weerEn moot je begrijpenze heeft ook naar Wal len gesolliciteerd". „Daar hèb je 't nou al". „Niks geen bizonders", meende Henk. Jij met je hoogdravende fantasie denkt natuur lijk, dat jo solliciteert en meteen de benoe ming hebtKan je 't verwende kind weer uit proeven". „Ze krijgt het toch niet", stelde Piet ge rust. „In zoo'n gat kunnen ze zulke juffertjes niet gebruiken ng hij niet z'n korten groet dc (leur uit. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9