DINSDAG 26 NOVEMBER 1929 DERDE BLAD PAG. 9
BRiEVEN UIT DE HOOFDSTAD
Vorige week is de raad begonnen met de
behandeling van de begrooting. Vier dagen
per weelc, 's middags en 's avonds, komen
de wijzen van onze stad samen en ze blij
ven al redekavelend meer of minder gezel
lig bijeen tot diep in December.
l)at vraagt van de leden van den Raad
een enorme inspanning en het is velen on
mogelijk zich voldoende te prepareeren op
al de zaken die in zulk een periode de re
vue en de hamer van den voorzitter passee-
ren. Bovendien hebben vele raadsleden
groote moeite met hun dagelij ksch werk,
dat zich hopeloos kan vermenigvuldigen.
Allerlei middelen heeft men wel eens
aangegeven, om te komen tot verbetering
van wat men zoo langzamerhand als een
euvel heeft leerein zien. En allerlei oorza
ken hoort men noemen die Amsterdam in
dit opzicht een uitzonderingspositie doen in
nemen.
Het allergemakkelijkst maken zij er zich
breedsprakigheid van de leden van den
Raad. Men kent de tegenstelling, die wel
van af die niets anders willen zien dan een
eens is gemaakt tusschen de „rijke reeders"
van voorheen en de „reederijkers" van te
genwoordig.
Zoo mogen wij het niet stellen en zeker
niet beamen, dat de Raadsleden praten
voor hun presentiegelden meer vergaderen
dan noodig is. Want misschien kan een
heel enkel Raadslid van deze verkeerde
mentaliteit verdacht worden, voor de over-
groote meerderheid geldt dit niet.
Men moet niet vergeten dal. in een Raad
als de onze niet minder dan 11 groepen en
politieke nuances vertegenwoordigd zijn.
Dat maakt de situatie moeilijker dan in veel
andere plaatsen. Wij hebben in onze stad
verschillende groote vraagstukken ten aan
zien van stadsontwikkeling, haven aanleg,
handelsinrichtingen, bedrijven, armenzorg,
ziekenhuizen, en wat al niet meer.
Deze vraagstukken nemen onder ons als
vanzelf wat grootere afmetingen aan dan
in de meeste andere steden. Maar toch zijn
het niet de groote dingen die ons den mees
ten tijd kosten. Dikwijls komen juist bij de
kleine stukken, die door ieder lid kunnen
worden beoordeeld, nog het meest de ton
gen los.
En daar zijn zooveel persoonlijke belan
gen in een stad, burgers die zich benadeeld
achten, personeel dat in de verdrukking is
gekomen en zich nu tot den Raad wendt,,
en in den Raad pleitbezorgers vindt, die op
hun beurt weer worden onderzocht en be
oordeeld, aangevuld en bestreden door hun
ne collega's.
Zoolang geen andere instantie wordt ge
vonden voor het behandelen van al dit
soort klachten en vragen, zal de Raad een
betrekkelijk langen tijd noodig hebben om
van deze zaken kennis te nemen en ze af
te doen. En men denke niet dat deze kleine
zaken van belang ontbloot zijn of de burge
rij niet inte-resseeren. Ze zijn ook in zich zelf
niet onbelangrijk.
Voor een deel ligt de lange duur van be
handeling der begrooting aan onze methode
van behandeling. Er is een methode denk
baar dat men alle punten van principieel
beleid ter sprake brengt bij de algemeene
beschouwingen over de be-grooting. Men
heeft dan niet weer de algemeene beschou
wingen over elk hoofdstuk die buitenge
woon tijdroovend zijn en waarbij heel veel
stof wordt gezocht.
Zoo doen wij het niet. Wij houden eerst
breede algemeene beschouwingen over alles
Wij beginnen dus „en gros" en wanneer dit
afgeloopen is beginnen wij opnieuw, maar
dan meer „en detail".
Het spreekt wel vanzelf, dat men hierbb
niet elk uur nieuwe dingen bespreekt Hei
is vaak een repetitie van discussies die vo
rige jaren ook reeds ware^ gehouden er.
waarover dikwijls weinig nieuws meèr te
vertellen i6.
Maar ook hierbij moet men de billijkheid
betrachten. Soms worden met kracht mee
ningen naar voren gebracht, die. men, als
zijn ze niet geheel nieuw, toch niet onweer
sproken kon laten. Soms komen ook bij on
derdeelen van de begroeting principieele ge
dachten naar voren, die men, om zijn gewe
ten vrij te maken, moet bestrijden. De groo
te partij versnippering werkt natuurlijk ook
dit verschijnsel in de hand.
Twee voor de hand liggende middelen
CHRISTEN-OFFICIEREN
VERGADERING DER NAT. VEREEN.
VAN CHR. OFFICIEREN
OVER HET INSTITUUT DER
LEGERPREDIKANTEN
Maandag werd de algemeene vergadering-
der Nat. Christen Officierenvereeniging te
Utrecht gehouden.
De Voorzitter, Generaal L. F. Duymaer
va n T wist heet allen welkom, in het bij
zonder Kolonel Koster namens den Minis
ter van Defensie, Kapitein Maas,
de Vereen, van Officieren in de Ned. Lan
den, Ds. Vonkenberg, namens den Ned.
Mil. Bond, Dr. de Jong, namens de Vereen,
van Verlofsofficieren der Ned. Landmacht,
Adjudant De Jager, namens de N. C. O. O.
V., den heer Van Reenen namens den Chr.
Mil. Bond in O. en W. lnclie, en reserve le
luitenant de heer B. Geleijnse, namens „Pro
Spr. herinnerde aan de goedgeslaagde
excursie naar de Zuiderzeewerken. Als Ds.
Hagen gesproken zal hebben over het in
stituut der Legerpredikanten, dan zullen
zijn rede en de recle die Dr. Severijn het
vorig jaar hield, worden verzameld in een
brochure, die zal worden gezonden aan
militaire, kerkelijke en civiele autoriteiten,
met verzoek hun meening over dit vraag
stuk aan de vereeniging te willen kenbaar
maken. Spr. zegt dat het vraagstuk der ont
wapening en alles wat daarmee samen
hangt de volle belangstelling heeft, en dus
ook' de vereeniging van Christen Officieren
al die vraagstukken moet bezien bij het.
licht van Gods Woord.
en tweede termijn is nog wel belangrij
ke tijdsbezuiniging te verkrijgen. En in" de
tweede plaats moeten de fracties zelf zich
beperken. Het is een gewoon verschijnsel,
dat uit een fractie soms drie. of vier leden
over een zelfde onderwerp liet woord voe-
e.n. Dat is niet aan te bevelen, dat moet
mis worden afgekeurd.
Kan men daarbij er toe komen, de alge-
aeene beschouwingen over do hoofdstukken
e doen vervallen, dan zullen wij een groot
wtntal zittingen kunnen besparen, zonder
:et gevaar te loopen dat 't gemeentebelang
.iet wordt behartigd.
Komt men niet tot beperking in deze. rich-
ing, dan zullen er wel geen schrikwekken-
le dingen gebeuren, maar dan wordt het
steeds moeilijker om geschikte raadsleden
te vinden, die tijd en gelegenheid hebben
le groote zaken te bekijken en aan het le
zen en de ontwikkeling van onze stad tel
ling kunnen geven.
AREND VAN AMSTEL.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
Indien U voor de voeding van Uw gezin het aller
beste verlangt, probeer dan eens
Wi
DE SUPERIEURS KWALITEIT KOST NIETS MEER
DAAR DE PAKKEN EEN VEEL OEQOTiEï
INCTOUD HEBBEN DAN ANDERE MëRECEN
IN GEZONDE EN IN ZIEKE DAGEN STEEDS HET IDEALE VOEDSEL.
Ook als toespijs aanbevolen. Regelmatig gebruik van H-0 verbetert degeheele
constitutie. Niet alleen de spieren, ook het zenuwstel komt het ten goede.
Van Z. F,x. oud-Minister van Dijk en van
Ds. Janssen was bericht van verhindering
ingekomen.
Het financieel overzicht van den pen)
ningmeester, den heer B. Geleynse meldt
aan ontvangsten en uitgaven een bedrag
van f 1103.11 met een batig saldo van
f 266.42. Tot het nazien der rekening wer
den uitgeiloodigd, Mr. J. J. P. C. van Kuyk,
burgemeester van Vecnendaal, en F. C.
C. baron van Tuyll van Serooskerken, bur
gemeester van Zuilen.
Het jaarverslag van den secretaris, den
heer T. 25, i e d s e s des P 1 a n t e s, ver
meldt, dat het afgeloopen vereenigingsjaar
reden tot tevredenheid geeft. Het orgaan
mag zich in meerder belangstelling ver
heugen. Met vreugde werd begroet de op
richting van den Ned. Chr. Officieren Kring
die in hoofdzaak een evangeliseerend ka
rakter draagt. Het aantal gewone leden
steeg van 134 tot 167, dat der buitengewone
leden van 13 tot 16.
Besproken wordt de verhouding tusschen
de Nat. Chr. Off. Vereen, en den Chr. Off.
Kring. Algemeen was men van oordeel, dat
beide organisaties zeer goed naast elkaar
kunnen bestaan en werken en geen fusie
noodzakelijk is; bezien zal worden in hoe
ver beide organisaties elkaar kunnen steu
nen.
Het jaarverslag wordt goedgekeurd..
Besloten wordt met algemeene stemmen,
om tot verlenging van het bestaan der ver
eeniging en daartoe weer vernieuwing der
Kon. Goedkeuring aan te vragen.
De V o o rz i 11 er zegt dat hij in 1900 zelf
meewerkte aan het opnemen in de Statu
ten van de bepaling dat in 1929 over het
voortbestaan der vereen, zou worden beslist
en niet had gedacht, dat hijzelf nog eens
aan de vergadering zou voorstellen hier
over te beslissen; dit verheugt spr. zeer.
Hierna wordt de heer T. Ziedses des Plan-
tes, die aan de beurt van aftreding is, bij
acclamatie herkozen.
In de middagvergadering wordt besloten
een telegram van hulde te zenden aan H.M.
de Koningin.
De penningmeester wordt gedéchargeerd
voor zijn gehouden beheer, nadat Mr. Van
Kuyk rapport namens de commissie heeft
uitgebracht.
Ds. T. J. I-Ia gen, van Delft, refereert
Spr. wil spreken
over den „soldalen-
lominé', over den
rbeid der legerpre-
•kanten en den
.arnizoenspredi-
anten en let daar-
tij in de le plaats
>p den persoon dier
predikanten; ten
weede op hun me-
'hode en hun arbeid
in het algemeen.
Het moeten man-
ïen zijn bezield
net heilige opoffe
ring, met liefde tot
den soldaat. De ar
beid is vaak op ho
pe tegen hope, de resultaten zijn schaarsch
en de arbeid vermoeiend naar lichaam en
ziel. De legerpredikant moet zijn iemand met
een jong hart, die met de jongens weet te
praten, die hun problemen kan wegpra
ten maar ook, als hot noodig is, kan weg
lachen. Iemand die vrij moet staan tesep-
cver officier em soldaat, maar bovenal eén-
Christen, die den militair wil brengen aan.
den voet van het kruis. Een christen, en
daarom nationaal, historisch, en Oranje
klant. Hij moet den leugen goed weten te
onderscheiden.
De arbeid van den legerpredikant is in
vredestijd heel anders dan in oorlogstijd en
zelfs in de mobilisatie moet meer worden
gehandhaafd en op den voorgrond komen
de idee, dat de legerpredikant schakel is
tuschen de Kerk en de militairen. De le
gerpredikant moet niet de taak nemen uit
de handen der kerk. De weermacht is er
mee gebaat als de geestelijke verzorging
der weermacht berust bij de kerk. Dan
blijft er toch nog genoeg te doen over. Hij
moet zich niet bepalen tot het militair te
huis. Het militair tehuis moet zijn rust
punt voor, niet hoofddoel van zijn arbeid,
het hoofddoel van zijn arbeid is de kazerne
Daarbij moet hij niet alleen bearbeiden de
soldaten maar ook officieren en hoofdoffi-
De legerpredikant dient contact te zoeken
met Chr. vereenigingen op militair terrein,
inzonderheid met „Pro Rege". Ook met de
organisaties van Christen onder-officieren
en Christen officieren moet contact gehou
den worden.
Bovenal moet de legerpredikani iemand
zijn die alleen komt met het volle Woord
Gods. Eon orthodoxe legerprsdikant ion
onmogelijk samenwerken met een modpr-
nen legerpredikant, in den arbeid onder
de militairen. Samen met moderne predi
kanten een wachtwoord uitgeven, samen
met een modernen legerpredikant een so
menkomst hóuden, kan niet en daartegen
moet ons ernstig protest uitgaan. Alle sa
mengaan met de moderne predikanten in
het komen tot den troep moet geheel wor
den afgesneden en moet worden geweerd
uit het Instituut.
Een geanimeerde discussie ontstaat over
het referaat, waaraan deelnemen kap. Bar-
GENERAAC HIGGINS TE BERLIJN
Generaal Iliggins, de leider van het Leger des Heils, heeft een bezoek aan Berlijn
gebracht en in tal van samenkomsten 't woord gevoerd. In den inzet: portret :an den
generaal.
Voorzitter. Uit (le
d(r legerpredikanten, daar men van oor
deel is dat de geestelijke verzorging der
militairen behoort uit te gaan van de kerk.
Ook de referent spreekt uit, dat het mak
kelijker zal zijn om de Kerken ze 1' tot haar
taak der geestelijke verzorging der militai
ren te doen komen, wanneer dit instituut
zou zijn opgeh even.
Aan ,!e Regeering zal moeten worden ge
vraag om een commissie die zal bebh'-ii
te ondc-rzoeken de wijze wa.v.ip dit insti
tuut kun women gereorganisetvd. Op het
oogenbhk is hf-i instituut geipe! op Poom-
schen leest geschoeid De Rjimselien kun
nen lev eden zijn, maar wij n'et. liet insti
tuut moet worltn 'geschoeid op Prorestant-
schen leest en dan zal dc P.egtering ook
minder behoe-m uit te geven dan zij thans
doet daar de Geref. Kerken ongetwijfeld de
verzorg ,ng voor haar eigen reke.t'ng wol
len nemen.
Als de Kerker, maar eens ten „non pos-
sumus" deden hooren tegenover de Regee
ring dan zou de zaak gauw in orde zijn. Spr.
hoopt ilat Dr. Severijn in ,1e Ned. Herv.
Kerk deze zaak aan de orde zul willen stel
len. Als de twee grootste Protestantsche Ker
ken in dezen samenwerken en deze rich
ting uitgaan, dan zal dat ongetwijfeld van
grooten invloed- zijn.
De Voorz. zegt dat het bestuur zal
voorbereiden een besluit dat dan in de
eerstvolgende vergadering over deze aange
legenheid kan worden genomen en waar
mee de vereen, dan haar standpunt inzake
Daarna wordt de vergadering gestolen,
deze kwestie zal "vaststellen.
Kunst en Letteren.
„BOEKENSCHOUW".
15 November '29.
Heugtcn prijst de nieuwe histori
sche roman v.anEunca van Handel—Muz-
zetti: '„Frau Maria": „Het zwaar'epische ta
lent v&ïi Han'dèl'—Mdzzè'tti komt tot zijn
'volste recht in breed aangelegde, sterk be
wogen scènes, waar zich ai de bonte pracht
van den baroktijd, haar lievelingsperiode,
ontvouwt Zij heeft een zwak voor goudbro
kaat en scharlaken mantels, evenals Ru
bens, voor flikkerende zwaarden, die meer
rinkelen dan wonden slaan. Dan vlamt
haar verbeelding op; alles leeft en schit
tert alles ademt en beweegt als de nacht
wacht van Rembrandt".
Ellen Russe bespreekt de laatste twee
werken van Hervey Wickham, welke een
alarmkreet (zijn) tegen den kanker der per
verse litteratuur, zooals ze in Amerika hoog
tij viert en over Europa wordt verspreid".
Dat de reactie tegen een te strenge, puri-
teinsche wereldbeschouwing een veroordee
ling van de laatste zou inhouden, kunnen
we niet toegeven. „Amerika kreeg genoeg
van dat opgedrongen vreugdelooze, hetgeen
langzamerhand ontaardde in een huichel
achtig schijnfatsoen in zeden en in de lét-
terkunde", zegt Ellen Russe. Maar hoe dan
in een land als Frankrijk, waar de levens-
toon en -moraal niet cloor een zwartgallig
puritanisme, doch door het iebens bejahciid
katholicisme werd beheerscht? We kunnen
gevoegelijk vaststellen, dat het niet in de
eerste plaats de leer is geweest, die tot
ontchristelijking en demoralisatie heeft ge
leid, maar de gesteldheid der ziel, welke
losgerukt uit de banden van el k geloof, het
leven van binnen uit heeft doorkankerd.
P. W. Assmann schrijft over de nieuwste
roman van Mary Grace Ashton, die acht
tien jaar was, toen haar eerste roman ver
scheen en die sindsdien elk jaar een nieuw
werk publiceerde.
Over „De Bries" van Albert Kuyle is-
Van Ileugten goed to spreken: „voor men-
schen, die verzadigd zijn van langgespon-
nen zielsgeschiedenissen en binnenkamer-
sohe conflicten, en die eens versch willen
Radio Nieuws.
HUIZEN (1875 M.. Uitsluiten
8.15 Tijdsein. 8.15—9.30 Moryenc
i. 10.3011 Korte Ziekendien
Ds. P. N. Kruyswölt, Geref, IY<;
1.30
NCRV.-Uitz.)
Hf u
?er M. I'\ Jurjtinnz te Hilver
sum. 12,30 TÜdsein. 12.302 Mlddn i,-concen. Mevr.
T de WildeScheffer. zang: de lu er H Her
mann. viool; de heer H. v d Horst Jr., cello:
Mevr. R A v d Hoivu—Bleekrode, iiano. 2 Tijd
sein. 2—2,45 Concert. Mevr. A J ds Vink—Ver
schoor, sopraan: Mevr C Cheriex— Leclerq de
Courcelles, viool en plano_ de heer G de Groot.
tutu-0 door Mej" M. Went ink te^Ul vcrsuni.^.ln—
4.15 Vervolg Concert. 4.15—5 Gnimol'oonplaten.
5 Tijdsein. 5Kinderuurtje te leiden door Mej.
B van de Veer te Utrecht. Zau-v Mej. C J A
Gelderman te Utrecht. 6—7 Cursussen te geven
door Viet Neder]
7 Cursu-s Statische Bei
—Afloop Uitzend-
L. E(nge1ber
ademen in Gods vrije wereld, is „De Bries"
in Albert Kuyle een verkwikking.
F. A. Brunklaus is van meening dat de
populariteit van „de dichter van Hollandseh
Binnenhuisje" voortkomt uit het feit, dat
De Génestet's levenshouding (geloof in 't
bestaan Gods en de plicht die God te die-
ten, maar tevens afkeer van vaste normen,
oigens welke dit dienen'van God geschie
den moet) in ons land nog lang geen „ver
leden tijd" is.
„Met een blik vol fijnen humor heeft De
Génestet 't leven, zoo als 't vliet de dagen
de seizoenen door, waargenomen en be-
reven in gedichten, die, in hoe menig
opzicht ze zich ook niet mogen verheffen
oven zijn tijd met tradities, dio tot on-
ruchtbare, den vrijen stroom van den dich
terlijken drang belemmerende zandbanken
verzandden, toch een frischheid bezitten,
die bekoort"
Onder de boekbesprekingen treffen we een
warme aanbeveling aan van L. E.'s „An
nette von DrosteI-Iiilshoff als „fijn ge
schreven lectuur voor iedereen".
MARSMAN EN DE LITERATUUR.
In een kroniek in de „N. R. C." over
Rilke's brieven uit de jaren 1902—1906 be
paalt Marsman zijn standpunt tegenover de
literaire kunst aldus:
ik heb een bizonderen afkeer van
biografieën; met name natuurlijk van de
biografie romancée; ik lees zelden of nooit
mémoires, dagboeken, brieven, confessies.
Ik zal u zeggen waarom. Wanneer ik mij
in de artikelen, die ik hier voor u schreef,
duidelijk heb uitgedrukt, is het u, hoop ik,
voortdurend sterker gaan opvallen, dat het
mij in den grond van de zaak slechts om
één ding te doen is; het scheppend begin
sel, dat ik de vormkracht noem, in het be
sproken werk te ontdekken, en het zoo mo
gelijk in u te laten weerklinken. Voor zoo
ver dit creatieve principe in een werk of
leven ontbreekt, lijken deze vrij waardeloos.
Daarom kan ik mij ook niet dan acciden
teel en voorbijgaand het hoofd breken over
de al te beruchte verhouding tusschen le
ven en literatuur, want beide zijn naar
mijn inzicht leeg en vergcefsch, wanneer
niet ljet vormend, beginsel hpn_ bezieU_.cii.
rêgeprt, Mjjar natuurlijk blijlt één" ding
waar: (jat een scheppend leven nog geen
scheppende kunst is, en dit enkel kan wor-
dan( door het om-vormende scheppingspro-
Marsman permitteert zich hier een gebaar
dat hem niet past. Want het is toch van
algemeene bekendheid, dat hij op de vor
ming van zijn oordeel nog héél andere
factoren laat inwerken dan alleen deze: is
in een werk scheppende kracht tot uiting
gebracht?
Bovendien: behoeft in mémoires, biogra
fieën enz. vormkracht per sé te ontbreken?
ZESDE KERSTBOEK.
Voor de zesde maal zal, vermoedelijk nog
vóór 1 December, het Kerstboek, het be
kende „magazine" voor christelijke kunst
van dezen tijd, bij Callenbach uitkomen,
onder redactie van P. J. Risseeuw. De ver
siering van het boek is weder opgedragen
aan den sierkunstenaar Herman Hana.
Dc meditatie werd ditmaal verzorgd door
Ds. W. M. le Cointre en handelt over de
kindermoord te Bethlehem. Als titelplaats
is bij deze meditatie opgenomen een repro
ductie van een clair-obsur van Jackson.
Herman liana behandelt ditmaal „Het
Kind in de Schilderkunst", welk artikel is
verlucht met 17 reproducties naar schilde
rijen van beroemde meesters, terwijl ook
het artikel van Dr. J. R. Callenbach „De
Galileesche zee" is geïllustreerd nvet der
tien foto's in de zelfde uitvoering als die
bij „De Hertlerspsalm" in het v ij f d e
5 Post. Muzikale
HILVERSUM (1071 M.
chniidt. 55.30 Grumofoonmuziek. 5.30fi
door de Hong:. KApel. 6.01 Voorf-eUine:
6.30 Va* Pias: Koersen. (L4Ó—7.15 It:i-
Rotterdam", en „De oude Dorpsschoolmees
ter".
Ten slotte T. K. van Eerbeek, eveneens
met een novelle: De Ivoksiaan, fragment uit
nog niet voltooide roman. Van den
protestantsrh-Vlaamschen auteur Frans
Schotelveld kon wederom een novelle
worden opgenomen getiteld: „Sloeberko on
het fiest vam Breughel". Van mej. J. L. F.
de Liefde: „Fritsje en de geheimzinnige ge
beurtenis". Voorts novellen van de navol
gende, bekende medewerkers: G. Sevensma-
Themmen, W. G. van de Hulst, Joh. P.
Ruys, K. Lantermans, M. A. M. Renes-Bol-
dingh. Van deze laatste een gelijkenis na-ar
het motief van den verloren zoon, getiteld
mekeer. Ook Jan H. de Groot draagt
twee verzen bij.
„VERNIEUWINGEN".
Henrietta Roland Holst heeft hij W. L.
en .T. Brusse een nieuwe bundel verzen op
rle pers: „Vernieuwingen".
Voi
s t b o e k.
eerste maal zal Ds. D. Hogen-
birk Jzn., de bakende auteur van „Nevel-
dijk" aan het Kerstboek meewerken. Hij
schreef een omvangrijke novelle: „De Bosch-
marmetjes". Nieuwe medewerkers zijn
voorts: Mevr. L. A. Lever-Brouwer met een
novelle „De Tweede"; A. J. D. van Oosten
met twee vereen: „Middagwandeling door
Gemengd Nieuws.
DOOR EEN MACHINE GEDOOD:
Aan de slijpinrichting in de vroegere jam-
fabriek te Breda sprong, een slijpmachine
uit elkaar, waardoor een arbeider zoodanig
gewond werd, dat hij aan de gevolgen is
overledcn-
ZUIGELING GESTIKT.
Te Amsterdam is in eert woning aan den
overkant van het IJ één meisje van acht
inaandeïi tengevolge van verstikking in de
kussens in een ledikant om het leven ge
komen.
EEN DOODELIJK SCHOT.
Te Vries (Dr.) wilde een jager met. zijn
geweer twee vechtende honden scheiden.
Daarbij ging het wapen af en trof den jager,
die ongehuwd is, zoodanig in den buik, dat
hij aan de gevolgen stierf.
GEWAPENDE WERKLOOZEN.
Te Giethoorn hebben een vijftiental politie
mannen een inval gedaan in (le keten van
de Haagsche ,en Utrechtschc werkloozen al
daar, naar aanleiding van het vermoeden
dat deze wapens voorhanden hadden, zon
der daartoe gerechtigd te zijn. Alle keten
en de bewoners werden onderzocht. Bij een
der koks werden drie geweren in beslag
genomen.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
DEN HAAG ROTTERDAM
Alléén HOFWEG 6, Hoogstraat hoek Spui
FEUILLETON
INGELEID
BONNA WIEGERS—GROENEVELT.
(2
,,'t Kon Mies niet meer scheien. Als ver
suft zat ze, 't hoofd in de handen, voor zich
uit te staren. Dat ze dóór niet aan had ge
dacht Hoe stom toch, 't aan Trui te vertel
lenZe had wel koffie geschonken, want
Moeder had hoofdpijn, maar verder telkens
geborduurd, omdat tante den volgenden dag
al jarig was. En 't kleedje móést af, dat
had ze zich nu eenmaal voorgenomen
Waarom was dat toch gebeurd? Waarom
had ze tante niet een dag laten wachten en
haar huiswerk gemaakt. Nu zei Trui, dat
'ze niks beter was dan zij, terwijl ze toch
vaak een hekel had gehad aan haar mak
kelijk liegen en bedriegenZij als Trui...
Maar 't was niet zoo, ze hièld niet van ge
meen doen. Ditdit wasja, dit was...
0, dit was toch óók
„Mies, ga jij maar do klas uit", hoorde
zo eindelijk een driftige stem tot haar
zeggen.
„Jij doet niks dan suffen, 'k heb je al
twee keer wat gevraagd Vooruit!"
Toen boog ze nog dieper haar blonde
hoofd, en niet begrijpend nu, dat ze 't ge
schiktste mikpunt wns van een getart ge
moed, ging ze, schuldig zich voelend, recht
door naar de gang, tot voor 't raam, dat
Uitzicht gaf op een vlakte van zand, waar
nu de middagzon in brandde. Ze tuurde er
naar, maar ze wist niet, wat ze zagOn
vaste gedachten kwamen en gingen
Een onbestemd gevoel was over haar ge
komen en 't had haar wel vóórt kunnen
stuwen, die vlakte over en langs 't kanaal
steeds doorMaar ze bleef roerloos
staan, met iets van wanhoop op haar ge
zicht.
„Moeder", zei ze onwillikeurig.
„Moeder". Anders ging ze altijd naar
haórmaar had zij haar soms niet ge
holpen om door een noodleugen zich uit
te redden?
Kon ze diè nü gaan vertellen, wat in
haar woelde, en wat ze toch alleen niet
uitwerken kon?
Vader!... Wat kan ze nu aan Vader zeg
genPraatte ze met hem wel ooit in
tiem? Dócht ze daar zelfs wel aan?
Hoe zou ze dan met haar moeiten bij hem
komen?En nu ook niet naar Moeder...
Toen lei ze eindelijk 't hoofd op de ar
men en snikte wild. Ze wist niet, of het
was een verlaten zijn of een verlangen,
maar 't was, of in heur hart iets werd be
sloten, dat daarin blijven zou...
HOOFDSTUK II.
Mies was door 't examen. De avond van
den dag, die de gelukstijding bracht, was
rumoerig geweest. Kweekei ingen en pas-
geslaagden waren wezen feliciteeren en 't
I gelach en gepraat had zóó lang aangehou
den, dat Meneer de Waard naar boven was
gevlucht. Maar nu, oen dag later, hadden
ze een gezellig onder-onsje-met limonade en
gebalc, waarop Vader in een gulle bui heft
'getracteerd had. Hij was trotsch op z'n
dochter en had nog nooit met zooveel aan
dacht naar haar babbelen geluisterd als de
zen avond. Hij wist eigenlijk niet, dat ze
t zoo aardig kop. 't Trof hem wel even,
dat tegen hem zoo weinig werd gespróken
alles draaide om z'n vrouw, maar als
je rustig overdacht, kan je wel verklaren,
hoe 't zoo was geworden.
„Ga je nu gauw solliciteeren?" vroeg hij
vriendelijk aan Mies.
Ze keek hem lachend aan.
Heb 'k al gedaan Vader, is dat niet vlug?"
„Al gedaan?!"
„Ja, vindt U dat zoo gek?"
„En waar naar toe?"
„Naar Wal ten 't Leek Moe een aardig
plaatsje en 't kan mij, eerlijk gezegd, niet
schelen, waar 'k terecht kom Als 'k maar
een eigen klasje krijgdaar heb ik zin
in".
Ze zag niet, hoe Vader met kouden blik
naar Moeder keek.
„Waarom ben ik daar niet in gekend?"
vroeg hij norsch.
„Och man, omdat je je nooit met zulke
dingen bemoeit. Je laat mij toch overal al
leen voor staanIk vond Walton voor
Mies beslist geschiktZoo'n mooie na
tuur en twee kleine klassen, stond in de
advertentie".
„En ik had aan Linde gedacht, voel dich
ter hijik
„Linde! I Iloe kom je d'r bijDat gat,
waar ze altijd vechten en waar ze elk jaar
van personeel verwisselenLaat het kind
n ar 'n goed end van huis ,daar wordt ze
zelfstandig van", zei Juffrouw do Waard,
vast. overtuigd, dat zij het goede voor had.
Hij haaide even z'n schouders op.
„Andera hou je je ook overal buiten",
Hij zweeg want hij voelde cenige billijk
heid in dat verwijt. Aan z'n vrouw had hij
de opvoeding van de kinderen overgelaten,
omdat hij bang was voor het aanvaarden
van veel zorg en moeite en zij, met haar
goed verstand en acticvon geest had zich
geheel aan heur taak gewijd. Was liet won
der, dat ze ook in zaken, waarin hij belang
stelde, toch zelf besliste, en daarom het
meeste gebeuren uit z'n huis aan hem voor-
bi i gleed7
Hij zocht zijn vermaak in z'n w^rk op
't kant-or, in z'n verzamelingen van ou.Je.
postzegels en munten, waar hij een groot
deel van den avond in kon doorbrengen
en voelde, het gemis aan samenwerking
niet als een leed. Zijn levensgang kende
niet de hoogten en diepten van vreugd en
smart
„Je. mag wel uitkijken, dat je straks een
goed kosthuis krijgt", zei hij met harte ijk
hein aan Mies. Toen ging hij naar boven
en even later hoorden ze hem bij de la van
z'n lessenaar waarin hij de postzegels be-
irde..
d gebeld.
„Trui", kondigde Henk aan, die door 't
raam had gezien.
Moo keok naarMies.die 'n vervelend ge
zicht zat te trekken.
,,'k Zal maar zeggen, dat je niet thuis
bent hè?die meid hoeft onzen avond
niet bederven".
O neenée Moe", schrok Mies op,
denkend eensklaps aan dat vroegere ver
driet. Vaak als ze Trui zag, of over haar
hoorde praten, dacht ze daaraan. Dan kwam
weer iets van dat akelige gevoel over d'r,
dat ze niet verklaren kon. Dan deed ze
maar druk, of werd erg vroolijk, om dat
onaangenomo weer te bannen.
„Laat ze maar boven zei ze een beetje
onrustig 't geeft immers niksmis
schien gaat ze gauw weer weg".
„Zeg, dat 't ni.et past, dan is 't uit",
snauwde Piet. Hij had de krant genomen,
maar las niet Hij was verstoord, omdat
Vader, die nu eens in den huiselijken kring
was gebleven, er weer uit ging vluchten,
en Moeder zich er niets van aan scheen
te trekken; d'r gang maar ging. Hij hoorde
hoe ze beneden aan Trui uitleg deed, dat
ze een onder-onsje hadden, waar ze liever
geen vreemden bij noodigen wou.
„Tenminste eerlijk", ging 't door hem
heen.
,,'k Wou dat die moid hier nooit meer
kwam", zei hij gemelijk tegen Mies, die
haar angst weer kwijt was.
„Ze mag jóu anders wel", lachte ze
terug.
„Een schande voor mijEen meisje,
dat elke jongen vol magBahdie
vrouwen' 'k moet d'r niks van hebben
en dan die hooggeroemde liefde" smaalde
hij.
Henk klopte hem op z'n schouder.
„Je hent mopperig vanavond baasje
Je wilt anders ook nog wel es trouwen, denk
ik".
Hij schudde
„Daar zou j
gen."
„Ach jö, dan moet je bij De Winter kompn,
daar vechten ze mekaar gewoon de deur uit.
Hoor je hier nou ooit van ruzie? 't Gaat mij
best naar den zin", trachtte Henk weer op te
vroolijken.
Piet keek naar z'n goedige jongensgezicht
en ging weer zitten. Hij hièld van hem.
„Jij ziet dat niet, daar ben je te jong voor",
zei hij zachter nu.
„En 't is je gelukMaar je moest bij
Verhaar zijn, dan zou je 't verschil wel mer
ken".
Hij zei niet, dat hij de liefde en gezelligheid
daar zag in elk meubelstuk, hij vertelde niet,
dat hij er dikwijls gezeten had, met iets van
'heimwee in z'n ziel. Maar 't was, of Mies er
wat van begreep. Ze had ook wel es gedacht,
dat 't bij Verhaar zoo anders was dan hier.
Ze kreeg dan meteen den indruk, (lat ook
Maric zooveel rustiger leefde dan zij. Hoe,
dat wist ze niet te zeggen, maar 't stootte bij
haar zelf zoo vaak, er was zoo dikwijls wat.
Toen ze 't eerst aan Moe had geklaagd, had
die 't hoofd geschud cn gezegd: „Jij hebt 't
ook altijd in den wind".
Bart was ook zoo'n heel andere jongen dan
Piet, Veel zonniger, vond ze, en toch zoo ern
stig. De meisjes zagen allemaal togen hem
opGeen wonder, hij zou domino worden
en clan zoo'n sympathieke jongenr
„Wat zei Trui?" vroeg ze aan Moe, die
weer binnen was gekomen.
„Ze komt misschien wel es weerEn
moot je begrijpenze heeft ook naar Wal
len gesolliciteerd".
„Daar hèb je 't nou al".
„Niks geen bizonders", meende Henk. Jij
met je hoogdravende fantasie denkt natuur
lijk, dat jo solliciteert en meteen de benoe
ming hebtKan je 't verwende kind weer
uit proeven".
„Ze krijgt het toch niet", stelde Piet ge
rust.
„In zoo'n gat kunnen ze zulke juffertjes
niet gebruiken
ng hij niet z'n korten groet dc (leur
uit.
(Wordt vervolgd.)