DONDERDAG 14 NOVEMBER 1929 TWEEDE BLAD PAG. 6
STADSNIEUWS
JAVA-SOEMBA-FILM
Dinsdag 26 Nov. a.s. zal in de Stadsgehoor
zaal de tweede vertooning plaats hebben
van de Java-Soemba-Film, de film over het
Zendingswerk der Gercf. Kerken in Neder-
landsch-Indöë. Wat onder den zegen des
Heeren daar is tot stand gekomen
ieders verbazing en wordt op uitstekende
wijze getoond. De geringe aanvang en de
wonderlijk snelle uitbreiding der Christen
gemeenten, de zegenrijke werking der lec
tuurverspreiding, de grootsche groei van het
Christelijk onderwijs in lagere en M. U. L-
scholen, kweekscholen en internaten, de ont
zaglijke zegen van den medischen dienst in
grootere en kleinere ziekenhuizen en
mobiele verpleging op grooten afstand, dat
alles vertoont de Java-Soembafilm op schit
terende wijze. Allen, die in de gelegenheid
eijn dit groote Christelijke beschavingswerk
te izien, sporen wij aan naar de Gehoorzaal
te gaan om daar onder de wondervolle bcko
ring te geraken van zooveel goeds.
Voor bijzonderheden verwijzen wij naar
idc advertentie.
PRINSES JULIANA.
Zal binnenkort haar stadiën te Leiden
beëindigen.
Naar wij uit zeer betrouwbare bron ver
nemen moet het in de bedoeling liggen, dat
Pr'nses Juliana in Februari haar studie aan
de Lcidsche Universiteit zal beëindigen.
De Prinses zal echter eerst de lustrumvie
ring der Leidsche V.V.S.L. meemaken, en
ook nog eenige tentamina afleggen.
LORENTZ-PLAQUETTE.
Indertijd heeft* de Leidsche gemeenteraad
besloten een som van 1000 beschikbaar te
stellen voor het aanbrengen van een borst
beeld van wijlen Prof. Lorentz aan den in
gang van de collegezalen in het Natuurkun
dig Laboratorium, waar hij zijn onderwijs
placht te geven.
Naar wij vernemen, zal er echter geen
borstbeeld, doch een plaquette worden aan
gebracht. Betwijfeld mag worden, of het ooit
de bedoeling geweest is, een borstbeeld te
plaatsen.
EEN ADRES AAN DEN RAAD.
De marktkoopliedenbond „Ons Belang"
heeft aan den gemeenteraad een adres doen
toekomen, waarin zij wijziging en aanvul
ling der bestaande marktverord-ning ver
zoekt. O.a. wil deze bond dat voor het z.g.
jaarstelsel het systeem van vaste-, en dag
standplaatsen in de plaats zal komen, en
dat er een neutrale Commissie van Beroep
in het leven wordt geroepen, waarin ook
afgevaardigden der belanghebbenden zullen
zitting hebben, zoodat bij eventueele straf
fen of boeten de uitspraak door derden mo
gelijk is.
LEZING Prof. A. HEELER.
Op uitnoodiging van de Leidsche Vereen:
ging voor Wetenschappelijke voordrachten,
zal op 4 Dec., 's avonds te 8 uur, in het
groot-auditorium van de Universiteit alhier.
Prof. A. Hekier uit Boedapest, hoogleeraar
aan de universiteit aldaar, een voordracht
houden met lichtbeelden over een nader aan
té kondigen onderwerp.
RECTIFICATIE.
Abusievelijk meldden wij in ons blad van
gister dat de Leidsche Chr. Oranjevereeni-
ging op Woensdag 20 Nov. a.s. een feest
avond zal houden. Dit moet zijn op Woens
dag 27 November.
UNIVERSITEIT TE LEIDEN.
Geslaagd voor het doctoraal examen rech
ten de heeren G. K Vos, Leiden en C. J. A.
de Ranitz, Den Haag.
Een comité tot huldiging.
Ter gelegenheid van het feit, dat binnen
kort het Leger des Heils het veertigste jaar
van zijn werkzaamheden te Leiden zaïl heb
ben voltooid heeft zich een huldigings-comité
gevormd.
Het is niet noodig hier uit te weiden over
het vele zegenrijke werk, dat het Leger ook
in onze stad heeft verricht; over de geeste-
üijke zedelijke en stoffelijke IiuId. die het
aan vele diepgezonkenen heeft geschonken,
terwijl ook anderszins voor velen de aanra
king met het Leger van grooten invloed is
geweest
De laatste jaren liet de behuizing van het
plaatselijke korps nog al wat te wenschen
over, maar dit zal spoedig veranderen als het
perceed Hooigracht 30 en 30a wordt betrokken.
Dit perceel moet verbouwd worden en in
gericht waarmede nog heel wat geld, een som
van ƒ6000.gemoeid is. Een oud-inwoner
.van Leiden schonk reeds ƒ1000.-—.
Het huldigings-comité stelt zich thans ten
doel de ontbrekende ƒ5000.als jubileum
gift van de Leidsche burgerij aan het korps
ter hand te stellen. Er zal hiertoe op de bur
gerij van Leiden en omgeving feen beroep
gedaan worden.
Het Comité bestaat uit de heeren:
A. L. Reimeringer, T. S. Göslinga, wethou
ders, A. v. Brero, G. R. D. Crommeldn, Mr.
T. D. L Gunning, Prof. Dr. P. C. T. van der
Hoeven, Mr. P J Idenburg, mevr. Nellie van
Kol, prof. Dr. H. M van Nes, prof. Dr. D.
Plooy, Ds Joh. Rauws, H, M. Sasse.
POST NAAR NED.-INDIE ENZ.
De directeur van het postkantoor alhier
'deelt mede, dat 14 dezer het eerstvolgende
vliegtuig vertrekt van Schiphol naar Ned.-In-
dië en tusschenliggende landen. De bus aan
het hoofdkantoor alhier wordt in aansluiting
op de verzending voor de laatste maal gelicht
op 14 dezer te 2.40 uur 's nachts, de bijbussen
op 13 Nov. te 22 uur. Het luchtrecht bedraagt
40 cent voor brieven t. m. 10 gram; briefkaar
ten en postwissels, terwijl voor de overige
stukken 75 cent per 20 gram is verschuldigd.
.Verantwoording van dit luchtrecht boven het
gewone port kan geschieden zoowel door mid
del van gewone als van luchtpostzegels. De
laatste verkrijgbaar in waarden van f 0.40
f 0.75, f 1.50 en f 4.50. Met de vliegtuigen
naar Ned.-Indië kan ook correspondentie ver
zonden worden voor de tusschenliggende lan
den. Het verschuldigde luchtrecht bedraagt:
voor Syrië 15 c. p. 20 gr., Mesopatamië en
Perzië 30 c. p, 20 gr. Britsch-Indië, Birma in
begrepen, 40 c. p. 20 gr. Siang en Straets
Settlements 60 c. p. 20 gr.
GEREF. MANNENVEREENIGING
KAMER VAN KOOPHANDEL;.
VOOR RIJNLAND.
HANDELSREGISTER.
Wijziging: 13 Nov. Gebrs. Lafeber, Leiden,
Oude Vest 79. Kuiperij-FusthandeL F. La
feber, Leiden (H.V.).
ARBEIDSBEURS.
Op 13 November "29 stonden 510 we
kenden bij de Arbeidsbeurs
tegen 699 op 13 Noyembec *28
EEN GOED GESLAAGL
JAARFEEST
In het gebouw „Prediker" is gisteravond de
eerste jaarvergadering gehouden van de
Geref. Mannenvereeniging.
De zaal was goed bezet en er heerschte den
geheelen avond een prettige en gezeilige
stemming.
De vergadering stond onder leiding van den
heer Goudswaard, die na de opening allen har
telijk verwelkomde, speciaal de predikanten
Kouwenhoven en Thomas en verder degenen
die tot welslagen van den avond zouden mede
werken.
De heeren Thomas (piano) en Bouhuis
(viool) luidden daarna het programma in met
een uitstekend voorgedragen stukje muziek.
De Secretaris, de heer Pontier, bracht het
jaarverslag uit, waarin in de eerste plaats
werd gememoreerd de oprichting van de ver-
eeniging. Het ledental bedroeg aanvankelijk
IS leden, welk aantal intusschen is gestegen
tot 40. Het doel der vereeniging is meer ver
band tusschen de leden van de Geref. Kerk
te brengen, tot opbouw van het Geref. leven.
Uit het geestig gestelde verslag van den
penningmeester, den heer Nijboer, bleek, dat
er een batig saldo is van f14.
Ds. Kouwenhoven sprak vervolgens een kort
propaganda-woord. Spr. wees erop, dat er
tegen de vereeniging wel verschillende bezwa
ren zullen rijzen, als bijv. dat der uithuizig
heid. Dit gevaar is inderdaad groot in onzen
tijd. Maar aan den anderen kant is er ook de
taak om te strijden tegen den geest van den
tijd. Getracht moet worden beiden, zoowel de
taak in het huisgezin, als de strijd tegen den
tijdgeest, tot hun recht te doen komen.
Men wil ook wel eens beweren, dat de
Mannenvereeniging een soort voor-kerkeraad
is, maar deze bewerihg is onjuist.
Van hooge waarde is de vermeerdering van
kennis die men op de vereeniging opdoet. De
onderlinge band tusschen de broeders wordt
versterkt. Op allerlei wijze komt het werk der
vereeniging ten nutte nan de personen, de
huisgezinnen en het kerkelijk leven.
Met een opwekking om de vereeniging daad
werkelijk te steunen, besloot Spr.
Aan de piano, begeleid door den heer Tho
mas, zong Mej. Katrien Verkuil, in onze
kringen evenmin een onbekende, een tweetal
liederen van Bach, op de haar eigen verdien
stelijke wijze. Als aardige attentie ontving
zij bloemen. Ook de heeren Thomas en Bou
huis ontvingen later op den avond een bewijs
van waardeering.
Da hoofdschotel van den avond was een
referaat van Dr. J. G. van Es, over het onder
werp: „Een groot man".
Spr. begon met er op te wijzen, dat het ons
wel eens overkomt, dat God op ons neerziet,
zooals wij op een mierenhoop neerzien. Tofh
is dat niet zoo. Gods Woord leert ons, dat in
de wereld waarlijk groote mensehen gevonden
worden. Zulk een groot mensch was Johannes
de Dooper. Hij wordt ook met deze kwalifi
catie in de Schrift genoemd.
Uitvoerig schilderde Spr. de figuur var
Johannes de Dooper. Zijn grootheid kunnen
wy misschien niet zoo spoedig onderscheiden,
maar wij leggen ook meestal een verkeerden
maatstaf aan. Volgens den Goddelyken maat
staf is hij groot.
Johannes toornde tegen de zonde met eer
hevigen toorn. Dit is allesbeheerschend in zyn
leven.
Het lykt wel of hij als slachtoffer viel
zfin gebrek aan tact. Maar toch is hy groot.
Hij is geen parade-veldheer, maar een gene
raal in den strijd tegen de zonde.
Een opmerkelijke trek in het karakter van
Johannes is zyn ootmoedigheid, die vooral uit
komt tegenover den Heiland. Ook in deze oot
moed was hij groot.
Tenslotte wees Spr. nog op Johannes» groot
heid in zijn heldere ikrijk op de vraagstukken
van den tijd, zooals overal blijkt.
Na deze inleiding was er gelegenheid tot
vragen stellen, waarvan door enekle aanwezi
gen werd gebruik gemaakt.
Na de pauze werd een toespraak gehouden
door Ds. H. Thomas. Spr. feliciteerde de Man
nenvereeniging eveneens. Spr. is van meening
dat de vereeniging zonder schroom kan
schijnen voor de vierschaar van de openbare
meening.
Er zijn ook Mmnenvereenigingen in het
heidenland. Deze zijn voortgekomen als teg
wicht tegen het matriarchaat.
Er is ook in merkbaar de sociale drift
het spreekt vanzelf, dat er een scherp verschil
is met die en onze Mannenvereenigingen.
Er zijn ook zulke vereenigingen in Noord-
Amerika, die de zending beoogen, speciaal de
inwendige zending. Men kent in Amerika de
Mannen-kerkbond en de Evangelische mannen-
clubs.
Van deze laatste vereenigingen geldt het
woord: Beproeft alle dingen, maar behoudt het
goede. Van de zendingdrijvende mannenclubs
kunnen we leeren het stevige Amerikaansche
aanpakken.
We loopen gevaar ons te verliezen in de
theorie, hoewel deze onmisbaar is, maa
wijze van behandeling kan zeer uiteenloopen.
Het gaat om het leven. Alle kennis is in zich
zelf onnut.
Het beeld van het werk moet niet zijn een
muffe cel, waarin de monnik eenzaam werikt,
maar een vuurhaard, waaraan het huisgezin
zich koesterend warmt.
Met een krachtige opwekking om volyverig
te zijn in het werk der vereeniging, besloot
De avond werd verder gevuld met voor
drachten van de heeren van Weeren en Peet
en met muziek en zang. De heer Alberts, het
oudste lid der vereeniging, hield tiog een kor
te toespraak, waarby hij in 't kort het doel der
vereeniging uiteenzette.
Nadat de voorzitter tenslotte een kort slot
woord had gesproken, waarin hij alle mede
werkers voor dezen avond dankzegde, werd de
zeer goed geslaagde by eenkomst gesloten door
Dr. v. Es met dankgebed.
TENTOONSTELLINGSZAAL „TEMPLUM
SALOMONIS".
In „Templum Salamonis" van de fa. Bur-
gersdyk en Niermans alhier is een nieuwe
tentoonstellingszaal geopend, waarin een proef
zal genomen worden met houden van een per
manente expositie. Het ligt in de bedoelnig, te
beginnen met Januari, elke maand een andere
tentoonstelling in deze zaal te houden, van
oude en nieuwere boeken en prenten, topogra
fie, landkaarten en van wat overigens by het
antiuariaat te pas komt.
De kamer in het oude ,,'s-Gravensteen"
leent zich hiertoe uitnemend. Ze is in een rus
tige sfeer gehouden, die den bezoekre zeer aan
genaam aandoet, waarin hij zich dadelyk thuis
voelt en waarin het tentoongestelde uitste
kend tot zyn recht komt.
Vandaag is in de nieuwe zaal een tentoon
stelling geopend van reproducten van de wer
ken van oud-Hollandsche meesters, afkomstig
van de Reichsdrilckerel in Beriyn. Men vindt
er werken van Rembrandt, Lucas van Le den,
ingesclire\ cii Haverkamp, Rubens e a., alsmede de nieuwere
an Vincent van Gogh. Zeer opmerkenswaard
even j H
r
MOEILIJKE KINDEREN ALS
SOCIAAL PROBLEEM
VOORDRACHT VAN DR. QUERID0
In een vergadering door den Leidschen
Armenraad voor zijn leden en verdere be
langstellenden belegd hield gisteravond in
de groote zaal van het Nutsgebouw Dr. A r i e
0 u e r i d o, geneesheer aan het gesticht voor
zwakzinnige kinderen „Voorgcest" te Oegst-
geest een voordracht over: „Moeilijke kin
deren".
De zeer druk bezochte vergadering werd
met een kort woord geopend door den voor
zitter van den Armenraad den heer Smit,
pastoor der Oud Katholieke gemeente, die
voorts den Spr. bij de vergadering inleidde.
Dr. Q u e r i d o ving aan met op te merken
dat z.i. psychologisch kunnen en kennen
aan den eenen kant, en een dringende maat
schappelijke noodzaak aan den anderen kant
er toe hebben samengewerkt om het pro
bleem der „moeilijke kinderen in het zoek
licht der belangstelling te brengen. Van deze
twee stroomingen is er een door den drang
der maatschappij in Amerika ontstaan en
de andere, oorspronkelijk theoretisch-psycho-
logisch, in Duitsch sprekende landen.
Elk jaar komen er in de Vereeni. Staten
70.000 nieuwe krankzinnigen bij. Is het
der dat de vraag rijst: is het mogelijk dezen
stroom af te buigen, voor hij zich op de
maatschappij ontlast?
Het spreekt haast van zelf, dat men zich
daartoe in. de eerste plaats tot de jeugd
wendL Hierbij komen dan psychologische cn
opvoedkundige vragen naar voren; het zoe
ken naar de motieven van een daad, de
geestesgesteldheid, waarvan de daad een
uiting is.
Men zal dan niet straffen om te vergelden
maar hoogstens straf toepassen als genees
middel. Zoekende naar de motieven vindt
men deze als een eindelooze keten aan el
kaar gebonden. De daad vloeit logisch voort
uit voorafgaande handelingen en belevingen.
Wij zijn, als wij het hoe en waarom van een
handeling willen weten, verplicht den keten
der motieven zoover mogelijk te volgen zeide
Spr. zoo mogelijk om de gesprongen leiding
te repareeren.
Spr. hield zich daarna bezig met de vraag
wat moeilijke kinderen zijn.
Alle kinderconflicten zijn groeiconflicten
d.w.z. conflicten van gebrekkige aanpassing
Het kind groeit licham>",k en geestelijk cn
komt daardoor in een telkens andere ver
houding ten opzichte van de omgeving, waar
aan 't zich moet aanpassen.
Wanneer deze aanpassing te lang
zaam of te vlug gaat, of wel uitblijft,
ontstaat er een conflict
Spr. deed uitvoerig uitkomen waarmede
men al zoo te doen krijgt
Het eerste conact met de maatschappij
komt in den vorm van den schooltijd. Na den
v.hoolplichtigen leeftijd, komt het gebrek
kige aanpassingsvermogen direct in conflict
met de maatschappij; men kan sexueele of
vermogensdelicten vinden, vagebondage en
prostitutie.
Slechts het plan, waarop zij zich afspelen
is verschillend, maar hun beteekenis dezelf
de. Getracht moet worden de oorzaken te
vinden opdat de aanpassingsmoeilijkheden
verdwijnen. Daarvoor is nauwkeurige studie
noodig van den lichamelijken en geestelijken
groei van het kind en van het milieu.
Op welke wijze dit geschieden moet were
vervolgens door Spr. met voorbeelden verdui
delij kt
De grootste moeilijkheden schept meestal
het milieu.
Zoo kwam Spr. eindelijk tot practische
kwesties
Hoe moet de behandeling van moeilijke
kinderen georganiseerd zijn? Het actieve deel
der organisatie staat vooral in Amerika op
den voorgrond. Daar bestaat ht instituut
van de „visiting teacher" Het is een aan
iedere school verbonden onderwijzeres die
geen klas heeft maar de oliders thuis be
zoekt
In Nederland zou, volgens spr .n dergelijke
,4warskijkster" niet veel succes hebben. Het
belangrijkste blijft echter het Consultatie
bureau, het centrale lichaam, dat advies
geeft en eventueel ook de kinderen behan
delt Juister acht spr. het, 't grootste contin
gent van materiaal te putten uit samenwer
king met allerlei lichamen die zich met
kinderen bezig houden: Pro Juventute, Voog
dij raad, Kinderpolitie, enz. Het Consultatie
bureau blijft echter de organisatie die uit al
deze brommen het materiaal ontvangt.
De vraag of het bureau zelf zal behande
len, dan wel de kinderen die behandeling
noodig hebben, naar psychiater verwijst, is
eigenlijk een finantieele kwestie, welke ook
samenhangt met de vraag of het overheids
instelling moet zijn of door particulier ini
tiatief gesticht. Mei de beginselen van de
werking heeft dit echter niets te maken
Spr. gelooft, dat het belang van een derge
lijke inriching buitengewoon groot kan zijn,
en dat zij in staat zal wezen, te voorko
men inplaats van te genezen.
Er volgde op de belangrijke voordracht
eenige gedachtenwisseling. Zoo constateerde
de heer S ij t s m a, dat geen verbetering,
loch eerder het tegenovergestelde zal plaats
vinden, tenzij de menschheid tot een meer
naturlijke levenswijze terugkeert. Ds.
Groot Enzerink sluit zioh hier gedeel
telijk bij aan, en wees op de groote rol, wel
ke gelocf en liefde in particulier en gemeen
schapsleven kunnen spelen. Mr. Iden
burg vroeg naar de practische resultaten,
na een onderzoek.
De opmerkingen van de heeren Sijtsma
en Groot Enzerink beantw "dde inleider
voor een groot deel, arbeid in die richting
zal het probleem echter niet oplossen. De
opmerking van mr. Idenburg, dat dr. Jelger-
sma prof. Gorter en hij zelf snoradisch wel
met moeilijke kinderen in aanraking komen
en deze onderzoeken maar dat in 't alge
meen de gelegenheid ontbreekt ze in een an
der milieu te brengen gaf den heer Sijtsma
aanleiding den Armenraad in overweging
te geven stappen te doen om te komen tot
de stichting van een consultatiebureau, zoo
als door den spr. bedoeld is. Waartoe naast
het particulier initiatief ook de overheid
zou kunnen medewerken.
De voorzitter wilde daaraan wel gevolg
geven als de vergadering het denkbeeld
steunde. Een warm applaus uit de verga
dering gaf daarop het antwoord.
De voorzitter deelde vervolgens nog mede
dat op 22 Januari onze vroegere stadgenoot
A. Meuleman in Heerlen zal spreken over:
„De ongehuwde moeder in verband met de
nieuwe Ziektewet" en dat de Armenraad
een lijn heeft doen samenstellen, waarin al
le in Leiden en omgeving bestaande ver
eenigingen en instellingen zijn opgenomen,
die arbeiden op het terrein, dat ook de Ar
menraad bestrijkt. Hij beval deze lijst ter
kennismaking aan.
Hierna werd de zeer geanimeerde bijeen
komst door den voorzitter gesloten.
HET GELANG VAN HET
MODERNE GRIEKSCH
zyn ook de prenten van de oud-Hollandache
zeehelden.
Een bezoek aan de tentoonstelling loont on
getwijfeld de moeite zeer en wanneer den be
zoeker de lust tot koopen bekruipt, dan zai
hy verwonderd zyn over de lage pry zen van
wat wordt geëxposeerd,
INTREEREDE VAN
MEJ. PROF. S. ANTON1ADES
De eerste vrouwelijke hoogleeraar
aan de Leidsche Universiteit
Mej. Sophie Antoniadis te Parijs, benoemd
tot buitengewoon hoogleerares aan de Leid
sche Universiteit als opvolgster van prof.
dr. D. C. Herseling om onderwijs te geven
in de Gricksche taal- en Letterkunde van
den Oud-Christelijken, den Byzantijnschen
en den nieuwen tijd, heeft, hoewel zij met
hare colleges reeds de vorige week is aan
gevangen, gistermiddag in het groot audi
torium haar ambt aanvaard met het houden
van een in het Fransch uitgesproken rede
over
Het belang van het moderne Grleksch.
Er was voor deze rede een buitengewoon
groote belangstelling, zoodat velen niet kon
den worden toegelaten. Onder de attmvezigen
waren o.m. Prinses Juliana, do Grieksche
gezant in den Haag, de heer Koutsalexis cn
de leermeester van mej. Antoniades te Pa
rijs, prof. Pernot, hoogleeraar aan de Sor-
bonne.
Een groot hcdendaagsch dichter, aldus
ving prof. Antoniadis haar rede aan, Costis
Palamas, vertoont ons in een zijner gedich
ten
een grootsch visioen
van den volgenden inhoud.
Honderd jaar voor de inneming van Con-
stantinopel door de Turken heeft een ge
heel volk van zwervende Zigeuners zich ge
kampeerd voor de machtige poorten van de
Byzantijnsche hoofdstad. Plotseling, als door
een betoovering begonnen de reusachtige
drievoudige poorten, welke van brons en
goud waren gemaakt, te knarsen en open
den zich geheel, terwijl in de verte over de
geheele lengte der Aziatische kusten een ge
weldige storm iets zwarts en wilds Europa
bedreigt met steeds grooter wordende woest
heid. De Islam nadert.
Uit deze poorten, welke geen menschelijke
hand geopend heeft en die langen tijd wijd
geopend blijven, trekt een slechts uit man
nen bestaande menigte. Vrouwen noch kin
deren zijn er bij. Het zijn pelgrims van al
lerlei leeftijd, die zich op weg hebben bege
ven voor een verre reis. Zij steunen op
lange stokken en dragen bedelzakken op
hun rug. Men vermoedt dat deze mannen
vergeeld zijn in moeilijke boekenstudie, want
zij zijn krom en zwak; verder houdt ieder
in zijn arrn een rol vast geklemd. Het zijn
handschriften, gerold in gouden en ivoren
foedraals, welke zorgvuldig gegraveerd en
gebeeldhouwd zijn. Enkelen onder hen dra
gen zware urnen, welke do asch hunner
voorvaderen bevatten. De lange optocht trekt
voorbij en nadert de haven waar trotsche
galeien, rijke karveelen (d.z. Turksche vaar
tuigen) gereed liggen om uit te zeilen. In
de toppen van de masten prijken de vlag
gen van Genua en Venetië.
Het plechtige en godsdienstige aanzien de
zer menigte maakt indruk op den hoofdman
van het Zigeunerkamp. Hij loopt op de man
nen toe en vraagt hun, waarom zij wegtrek
ken en waarheen zij zich begeven, als een
troep, die den storm ontvlucht. Wat zijn dat
voor perkamenten, welke zijn de dooden die
men vervoert? Een huivering ging toen door
de menigte der reizigers: „Hier, in deze
urnen, zeggen zij, en in deze rollen hebben
want de schepping betreurt hen niet als
dooden de heldere bronnen der gedachte,
de hemelen van de Kunst die geen bewol
king kennen, de Onsterfelijken en de Schoo-
nen een toevlucht gezocht.
De Onsterfelijken en do Schoonen
die geen anderen zijn dan de groote mees
ters van de Grieksche gedachte, schijnen dan
het woord te nemen, zij zeggen dat zij heen
gaan naar de landen, welke de Turken niet
kunnen hereiken; zij gaan zich een nieuw
vaderland stichten in Italië, de Alpen be
klimmen, den loop van den Rijn bewonde
ren, de ware vreugde leeren aan de Kelten,
aan de Gotiien en aan de Allemanncn en
aldus het zaad uitstrooien van een univer
seel en steeds jong GriekenlandEn deze
ongelukkige, armzalige en onvruchtbare wij
zen, welke gij ziet, o Zigeuner, welke ons
gebalsemd houden als de laatste overblijf
selen van de verdwenen natie, zullen wan
neer zij ons aan hun eigen handen zien ont
vluchten, gedragen door onze gouden vleu
gelen, tot een hoogte die de wereld nooit
meer aanschouwt, gelooven, dat hun gou
den droomen zich verwezenlijken; alsdan
leenende het licht, dat onze godheid ver
spreidt, zullen zij zelf schitteren als half
goden".
Holland nu, aldus Spr., was onder de sta
ten van Europa een dergenen, die zich het
meest beijverde een nieuw vaderland te ver
schaffen aan hen, die de dichter „de On
sterfelijken en Schoonen" noemt. Op dezen
bodem hebben de zaden, door de halfgoden
van de Renaissance gestrooid, rijke oogsten
opgeleverd.
Spr. beoogt dan, dat. indien ook al de
groote genieën uit de klassieke eeuwen, die
meegenomen zijn in de rugzakken van de
Byzantynsche geleerden, hun geboortegrond
hebben verlaten om ver weg deze bewonde
renswaardige geestelijke staat te stichten
als de renaissance was, dan waren er toch
boeken die niet geëmigreerd zijn.
In het verdere gedeelte van haar rede
zette Spr. dan uiteen, dat het lang heeft
geduurd voor het Westen van Europa be
langstelling heeft getoond in de taal, die in
Griekenland het te loor gaande van de an
tieke beschaving heeft overleefd. Het is
een dankbare taak
de lotgevallen van het zoo lang verwaar
loosde postklassisch en hedendaagsch
Gricksch te bestudeeren en te onderwijzen.
Want deze studie werpt een nieuw licht op
de taal van het Nieuwe Testament, open
baart de levenskracht van het Byzantynsche
rijk en leert een taal kennen, die
van gewicht speelt in het Oostelijk bekken
van de Middellandsohe zee. Sedert ongeveer
50 jaar is zij ook het voertuig van een rijke
poëtische letterkunde, gelijk de groote fi
guur van Panamas, hierboven door Spr. uit
voerig geteekerd. kan aantoonen. Wel heeft
reeds in de )7de eeuw Holland belangstel-
gftoon.i in het levende Grieksch, ge
tuige het glos-arium van Mercurius cn ic
hijbelvei'nliiTe in de gesproken taal. bekos
tigd c'oor de Slaten, wel vond Korais in de
l^rie eerw te Amsterdam de gelegenheid
zich tot een philoloog van beteekenis te ont
wikkelen, doch het wetenschappelijk onder
>ok naar de over zooveel eeuwen loopende
evolurie van het Grieksch dateert uit het
laatste kwartaal der 19de eeuw. Verschillen
de geleerden, die daaraan hebben medege
werkt werden door spreekster gekarakteri
seerd.
Tenslotte wees zij op de toeneming der be-
.ulking van Griekenland die in 1912 twee
milliocn bedragende, thans zeven een half
INDISCHE WEEK
VOORDRACHT VAN RADEN
ADIPATI ARIA AHMAD
DJAJADINNIGRAT
In het uitstekend bezette groot-auditorium
der Universiteit heelt gistermiddag de heer
Kaden Adipati Aria Anmad Djajadinnigrat
op uitnooüiging van de Senaatscommissie
voor de Indische \Veek een voordracht ge
houden over: „De positie der regenten op
Java en Madoera in het huidige bestuurs-
De rector-magnificus, Prof. Dr. van Wijk,
hield daarbij een korte rede ter inleiding
van de Indische Week en zeide, dat een
rector juist in het begin van zyn rectoraat
bij uitstek in slaat is zich een juist denk
beeld te vormen van de beteekenis der ko
loniale gewesten in het belang van 'n saam-
hoorigheid met het moederland. Immers on
der de 'AlOO nieuw ingeschreven studenten
bevinden zich circa 40U uit Indië atkomstig,
waarvan 53 van inheemsche afkomst Dat
het contact tusschen de overzcesche gewes
ten en de Europeesche samenleving steeds
inniger wordt, bewees Spr. door te herinne
ren aan 00 verkregen relaties van de Ned.
Commissie voo»" Internationale Studie-aan
gelegenheden met de drie Indische hooge-
schoien, de Indische vertegenwoordiging m
do commissie voor Inteltectueele Samenwer
king en die in verschillende Volkenbonds-
lichamen, waar de spreker van dezen mid
dag zijn land representeerde.
Daarna gal Prof. van Wijk het woord aan
den heer Djajadinnigrat, die b££on met op
te merken, dat er veel waars schuilt in het
gezegde van eon bekend Nederia.ndsch
staatsman, die beweerde, dat elk Jncusch
sociaal, economisch of staatkundig probleem
eigenlijk een Java-probleem is.
Van de totale Indische bevolking van oO
millioen zielen, wonen er 36 millioen op
Java en Madoera, zoodat mag worden aan
genomen, dat elk probleem op Java min oi
meer toongaangevend voor geheel Indië is.
De waardigheid van regent is een
moeilijke. In de eerste helft der 14de
onderscheidde men in Indië een zgn. kern
rijk, aan het hoofd waarvan de vorst stond
en tal van vazalstaatjes, waarin de leen
mannen even machtig waren en een even
groote pracht en praal ten toon spreidden
als hun vorst. Dit gal aanleiding tot een
hevigen strijd, welke eindigde met den on
dergang der vazallen en de uitjutting van
Java.
De vervallen staatjes werden grootendecls
in beslag genomen door de O. I. Compagnie,
die er een inlandsch bestuur aanstelde met
aam het hoofd een regent, die zooveel moge
lijk in het bezit der oude rechten bleef, zoo
als de benoeming en het ontslag van ambte
naren, erfopvolging enz. De bevolking voelde
evenwel zeer goed, dat zij niet enkel en al
leen racer werkte voor haar hoofd (den re
gent, doch ook voor do O. I. Compagnie,
waardoor het contact van regenten en bevol
king steeds losser werd. Het duurde niet
lang of de regenten werden uitsluitend be
schouwd als ambtenaren, ondergeschikt aan
de Europeesche.
Dat werd anders toen het cultuurstelsel
werd ingevoerd, waarvan men den invloed
en het gezag der regenten als volkshoofden
onmisbaar achtte. In het regeeringsregle-
ment van 1854 kwam zulks tot uiting, ter
wijl in het Ind. Hbld. van 1867 no. 114 de
rechten en plichten der regenten nader wer
den omschreven.
Maar na korten tijd trachtten de Europee
sche bewindhebbers weer direct in contact
te komen met de inlandsche bevolking met
uitschakeling van de regenten, dit onder de
leuze, dat deze laatsten te wemig algemeen
ontwikkeld waren.
Langzaam maar zeker verloor de regën-
tenstand in aanzien bij de bevolking; steeds
grooter en dringender werd ook de actie te
gen het autocratisch karakter van het be-
stuursstelsel en zoo kwam dan eindelijk de
bestuurshei4orming tot stand, waarbij de
regentschapsraden in het loven werden ge
roepen. In deze raden hebben zoowel intel-
lectueelen als eenvoudige dessalieden en re
volutionairc volksleiders zitting, doch de in
landsche bevolking heeft de meerderheid.
Verschillende regenten hadden aanvankelijk
bezwaar tegen deze instellingen, doch het
bleek een soort van vrees voor het onbeken
de, want diverse regenten lieten zich tegen
over spr. zeer waardeerend uit over de wer
king van dit instituut. Ook uit eigen erva
ring w eet spr. zulks; de 1 y2 jaar gedurende
welke hij als voorzitter is opgetreden van
een regentschapsraad was de beste periode
uit zijn 30-jarige ambtelijke loopbaan. Hij
had het gevoel, dat hij de leiding had en in
vele zaken zijn invloed kon doen gelden,
terwijl de raadV-an gecommitteerden hem
vele gevallen ter zijde stond.
Spr. heeft alleen bezwaar tegen art. 124
der regenfschapsordonnantie, dat bepaalt,
dat de resident met het toezicht op den re
gentschapsraad is belast. Spr. ziet hiierm
het gevaar, dat dit doodend zal kunnen
w erken op het initiatief van den regent, die
zich van nieuwe maatregelen in het alge
meen belang zal onthouden, uit vrees, dat
zijn plannen door den resident niiet worden
goedgekeurd. Ook vindt hij het niet juist,
dat jonge assistent-residenten door hun
chefs uitgezonden worden om practisch bui
tenwerk te verrichten, dat tot den werk
kring van do regenten of de inlandsche amb
tenaren behoort Z. i. ware het verstandiger
zulke jonge ambtenaren eenigen tijd ter be
schikking te stellen van een regent en niet
uit te gaan van den dwazen stelregel, dat
geen Europeesch ambtenaar ondergeschikt
mag zijn aan een Inlandsche ambtenaar.
Aan- het einde van zijn rede stelde Spr. de
vraag of del positie van den regent op Java
Voornaamste Nieuws.
millioen telt, waarbij de hoofdstad met haar
haven 850.000 tegen 150.000 in 1912.
Spr. eindigde met de gebruikelijke toespra
ken.
HOLLAND CONTACT KREEG.
Toen prof. Hesseling, de thans afgetreden
Leidsche hoogleeraar, eenige jaren geleden
't openluchtspel ,De offerande van Brahma"
vertaalde, werd hij hierin bijgestaan door
mej. Antoniades, die op deze wijze met Hol
land in nader aanraking kwam. Het is dan
ook ongetwijfeld aan Prof. Hesseling te dan
ken, dat thans op haar de keuze is gevallen
voor den Leidsohen leerstoel. Mej. Antonia
des voelt zich in ons land goed thuis, en
vond het typisch, dat zoovelen hier met het
Fransch op de hoogte zijn. Daar zij te Parijs
haar studies voltooide kan zij voorloopig in
deze taal zich met haar omgeving onderhou
den, dn afwachting tot zij het Hollandsch
voldoende zal meester zijn.
Reeds dadelijk heeft zij de studie onzer
taal ter hand goenmen, haar colleges houdt
zij voorloopig in het Fransch.
Mej. Antoniades, die eertijds les heeft ge
geven aan Prinses Irene, dochter van ko
ning Constantijn van Griekenland, vond het
bizonder aardig, dat zij bij haar inauguratie
ook prinses Juliana en haar studie-vriendin
nen onder haar gehoor had,
BINNENLAND
(blz. 1)
Prof. Aldershoff te Utrecht heeft het mi
cro-organisme ontdekt, dat na inenting en
cephalitis verwekt.
De Amsterdamscho Gemeenteraad heeft
een aanvang gemaakt met de behandeling
der gemeenicbegrooting.
Dr. G. C; Labouchèrc doet mededeelingen
over de opgravingen op het Domplein te
Utrecht.
Verschenen is het Voorloopig Verslag der
Tweede Kamer over de begrooting van On
derwijs, waarin over het optreden van mi
nister Terpstra wordt gehandeld.
Verschenen is de Memorie van Antwoord
over het hoofdstuk Justitie der Rijksbegroo-
ting voor 1930.
Bij de alpnmecne beschouwingen over de
begrooting 1930 zijn gister in de Tweede Ka
mer de replieken voortgezet.
Een mededeeling van het Meteorologisch
Instituut over de kracht van den jongsten
storm.
BUITENLAND
Tardieu stelt weer de kwestie van ver
trouwen cn krijgt een meerderheid van 60
stemmen.
Het referendum over het Youngplan In
Duitschland zal 22 December gehouden wor
den.
Franschc aanval op Hoover naar aanlei
ding van zijn idee over immuunverklaring
van proviandschepen in oorlogst!)®.
Gerucht over een aanslag op Mussolini
INGEZONDEN MEDEDEELING.
KOUDE VOETEN
WIJ HEBBEN WARME PANTOFFELS
„DE CENTRALE"
HAARLEMMERSTRAAT 74
en Madoera op een lager niveau is gebracht,
Oogenschtjnlijk is hij van volkshoofd gede
gradeerd tof adviseerand ambtenaar en door
allerlei bepalingen gebonden, doch practisch1
biedt zijn positie een hoopvolle toekomst,'
welke culmineert in den regentschapsraad,1
waarin de regent volop gelegenheid heeft
tot eigen initiatief.
Deze raden kunnen eventueel zeer wel
■democratisch zijn ingericht, terwijl tegelij
kertijd de regent wel degelijk de vader def
bevolking kan zijn.
Daartoe aldus besloot Spr. zijn mei
groote aandacht gevolgde en luide toege
juichte rede eijn echter twee voorwaan
den Boodig: le. meer vertrouwen in de
genten en 2e een verbeterde opleiding, ovl.
eenkomstig de eischen des tijds van de in
landsche ambtenaren in het algemeen i
van de regenten in het bijzonder.
Uit den Omtrek.
BODEGRAVEN.
OUDERAVOND DER CHR. SCHOLEN.
Onder groote belangstelling werd vorig®!
week de Ouderavond gehouden van de 3 Chi»
Scholen in „Rehoboth". De vergadering werd
op de gebruikelijke wijze geopend door den?
heer P. Maaskant p
De heer P. M. Smit sprak met bezieling!
over: Iets over Bijb. tucht Hij ging na hoe*
de tucht in het gezin gehandhaafd dient tej
worden en hoe schrikkelijk de gevolgen zijn*
als deze handhaving verslapt of verwaai*
loosd wordt Een sprekend voorbeeld behanJ
delde Spr. uit de H. Schrift, de geschiedeni#
van Eli en zijn zonen. Ook besp.ak de heef*
Smit enkele tuchtmiddelen, waarvan als®
beste werd aangeprezen de liefde.
Tweede inleider was de heer Hoogteijliiy?
met: „Het onderwerp in de Vaderl. Geschiejf
denis". Wordt er van den kant van het openf
baar of neutraal onderwijs veel van de waarf
de van het Geschiedenis-onderwijs in twijfef
getrokken, de voorstanders van het Chr. oni
derwijs vinden het een plicht op grond van»
Gods Woord; vinden het een voorrecht ool
de leidingen Gods in onze geschiedenis den*
kinderen bekend te maken.
En dan niet enkel oorlogs- en beschaving*,,
geschiedenissen, maar op gepaste wijze beideK,
als middel tot het vormen van kloeke karakj
ters, het liefde wekken voor volk en land eiu
genegenheid voor ons Vorstenhuis.
Nadat de heer Maaskant den dank aanjj
sprekers en hoorders gebracht heeft, gaa;a.
Ds. Dam voor in dankgebed.
E'
AANBESTEDING. E<
Uitslag gehouden aanbesteding van eeik
Landhuis voor den WelEd. heer H. Turken^
burg. Laagste inschrijver: S. Strijk, Rijpwec,
tering 23.200; Hoogste inschrijver: C. v,
Leeuwen, Nieuwerkerk a.d. IJsel 29.400L
Het werk is opgedragen aan de heeren Jai|L
de Bruin en J. Binkorst, Bodegraven.
BIDUUR. <k
Het biduur voor het Chr. Onderwijs is waP
derom uitgesteld en thans definitief vastgep'
steld op 28 November a.s. in de Ned. Herv
Kerk. Spreker Ds. G. Elshove van Rotterdamt'
BOSKOOP
-r.
SCHADEVERGOEDING) RAADHUISBOUW
Door de R. C. Raadsfractie is bij Gedep'
Staten dezer provincie een adres ingediend
houdende verzoek om vernietiging van hel
met 7—6 stemmen aangenomen Raadsbf
sluit van 5 Nov. j.l., waarin werd bepaald;
dat aan de firma D. Scheer en S. Karman,
te Bodegraven een tegemoetkoming weni
verleend van f 3750 voor geleden schade tij:
eten L'i uv.* van tet nieuwe Pandhuis!
i-pp-aii «n .T-hfpii het genomen beslui!
niet ia hel Lrijug du g meuite,