DONDERDAG 14 NOVEMBER 1929 TWEEDE BLAD PAG. 6 STADSNIEUWS JAVA-SOEMBA-FILM Dinsdag 26 Nov. a.s. zal in de Stadsgehoor zaal de tweede vertooning plaats hebben van de Java-Soemba-Film, de film over het Zendingswerk der Gercf. Kerken in Neder- landsch-Indöë. Wat onder den zegen des Heeren daar is tot stand gekomen ieders verbazing en wordt op uitstekende wijze getoond. De geringe aanvang en de wonderlijk snelle uitbreiding der Christen gemeenten, de zegenrijke werking der lec tuurverspreiding, de grootsche groei van het Christelijk onderwijs in lagere en M. U. L- scholen, kweekscholen en internaten, de ont zaglijke zegen van den medischen dienst in grootere en kleinere ziekenhuizen en mobiele verpleging op grooten afstand, dat alles vertoont de Java-Soembafilm op schit terende wijze. Allen, die in de gelegenheid eijn dit groote Christelijke beschavingswerk te izien, sporen wij aan naar de Gehoorzaal te gaan om daar onder de wondervolle bcko ring te geraken van zooveel goeds. Voor bijzonderheden verwijzen wij naar idc advertentie. PRINSES JULIANA. Zal binnenkort haar stadiën te Leiden beëindigen. Naar wij uit zeer betrouwbare bron ver nemen moet het in de bedoeling liggen, dat Pr'nses Juliana in Februari haar studie aan de Lcidsche Universiteit zal beëindigen. De Prinses zal echter eerst de lustrumvie ring der Leidsche V.V.S.L. meemaken, en ook nog eenige tentamina afleggen. LORENTZ-PLAQUETTE. Indertijd heeft* de Leidsche gemeenteraad besloten een som van 1000 beschikbaar te stellen voor het aanbrengen van een borst beeld van wijlen Prof. Lorentz aan den in gang van de collegezalen in het Natuurkun dig Laboratorium, waar hij zijn onderwijs placht te geven. Naar wij vernemen, zal er echter geen borstbeeld, doch een plaquette worden aan gebracht. Betwijfeld mag worden, of het ooit de bedoeling geweest is, een borstbeeld te plaatsen. EEN ADRES AAN DEN RAAD. De marktkoopliedenbond „Ons Belang" heeft aan den gemeenteraad een adres doen toekomen, waarin zij wijziging en aanvul ling der bestaande marktverord-ning ver zoekt. O.a. wil deze bond dat voor het z.g. jaarstelsel het systeem van vaste-, en dag standplaatsen in de plaats zal komen, en dat er een neutrale Commissie van Beroep in het leven wordt geroepen, waarin ook afgevaardigden der belanghebbenden zullen zitting hebben, zoodat bij eventueele straf fen of boeten de uitspraak door derden mo gelijk is. LEZING Prof. A. HEELER. Op uitnoodiging van de Leidsche Vereen: ging voor Wetenschappelijke voordrachten, zal op 4 Dec., 's avonds te 8 uur, in het groot-auditorium van de Universiteit alhier. Prof. A. Hekier uit Boedapest, hoogleeraar aan de universiteit aldaar, een voordracht houden met lichtbeelden over een nader aan té kondigen onderwerp. RECTIFICATIE. Abusievelijk meldden wij in ons blad van gister dat de Leidsche Chr. Oranjevereeni- ging op Woensdag 20 Nov. a.s. een feest avond zal houden. Dit moet zijn op Woens dag 27 November. UNIVERSITEIT TE LEIDEN. Geslaagd voor het doctoraal examen rech ten de heeren G. K Vos, Leiden en C. J. A. de Ranitz, Den Haag. Een comité tot huldiging. Ter gelegenheid van het feit, dat binnen kort het Leger des Heils het veertigste jaar van zijn werkzaamheden te Leiden zaïl heb ben voltooid heeft zich een huldigings-comité gevormd. Het is niet noodig hier uit te weiden over het vele zegenrijke werk, dat het Leger ook in onze stad heeft verricht; over de geeste- üijke zedelijke en stoffelijke IiuId. die het aan vele diepgezonkenen heeft geschonken, terwijl ook anderszins voor velen de aanra king met het Leger van grooten invloed is geweest De laatste jaren liet de behuizing van het plaatselijke korps nog al wat te wenschen over, maar dit zal spoedig veranderen als het perceed Hooigracht 30 en 30a wordt betrokken. Dit perceel moet verbouwd worden en in gericht waarmede nog heel wat geld, een som van ƒ6000.gemoeid is. Een oud-inwoner .van Leiden schonk reeds ƒ1000.-—. Het huldigings-comité stelt zich thans ten doel de ontbrekende ƒ5000.als jubileum gift van de Leidsche burgerij aan het korps ter hand te stellen. Er zal hiertoe op de bur gerij van Leiden en omgeving feen beroep gedaan worden. Het Comité bestaat uit de heeren: A. L. Reimeringer, T. S. Göslinga, wethou ders, A. v. Brero, G. R. D. Crommeldn, Mr. T. D. L Gunning, Prof. Dr. P. C. T. van der Hoeven, Mr. P J Idenburg, mevr. Nellie van Kol, prof. Dr. H. M van Nes, prof. Dr. D. Plooy, Ds Joh. Rauws, H, M. Sasse. POST NAAR NED.-INDIE ENZ. De directeur van het postkantoor alhier 'deelt mede, dat 14 dezer het eerstvolgende vliegtuig vertrekt van Schiphol naar Ned.-In- dië en tusschenliggende landen. De bus aan het hoofdkantoor alhier wordt in aansluiting op de verzending voor de laatste maal gelicht op 14 dezer te 2.40 uur 's nachts, de bijbussen op 13 Nov. te 22 uur. Het luchtrecht bedraagt 40 cent voor brieven t. m. 10 gram; briefkaar ten en postwissels, terwijl voor de overige stukken 75 cent per 20 gram is verschuldigd. .Verantwoording van dit luchtrecht boven het gewone port kan geschieden zoowel door mid del van gewone als van luchtpostzegels. De laatste verkrijgbaar in waarden van f 0.40 f 0.75, f 1.50 en f 4.50. Met de vliegtuigen naar Ned.-Indië kan ook correspondentie ver zonden worden voor de tusschenliggende lan den. Het verschuldigde luchtrecht bedraagt: voor Syrië 15 c. p. 20 gr., Mesopatamië en Perzië 30 c. p, 20 gr. Britsch-Indië, Birma in begrepen, 40 c. p. 20 gr. Siang en Straets Settlements 60 c. p. 20 gr. GEREF. MANNENVEREENIGING KAMER VAN KOOPHANDEL;. VOOR RIJNLAND. HANDELSREGISTER. Wijziging: 13 Nov. Gebrs. Lafeber, Leiden, Oude Vest 79. Kuiperij-FusthandeL F. La feber, Leiden (H.V.). ARBEIDSBEURS. Op 13 November "29 stonden 510 we kenden bij de Arbeidsbeurs tegen 699 op 13 Noyembec *28 EEN GOED GESLAAGL JAARFEEST In het gebouw „Prediker" is gisteravond de eerste jaarvergadering gehouden van de Geref. Mannenvereeniging. De zaal was goed bezet en er heerschte den geheelen avond een prettige en gezeilige stemming. De vergadering stond onder leiding van den heer Goudswaard, die na de opening allen har telijk verwelkomde, speciaal de predikanten Kouwenhoven en Thomas en verder degenen die tot welslagen van den avond zouden mede werken. De heeren Thomas (piano) en Bouhuis (viool) luidden daarna het programma in met een uitstekend voorgedragen stukje muziek. De Secretaris, de heer Pontier, bracht het jaarverslag uit, waarin in de eerste plaats werd gememoreerd de oprichting van de ver- eeniging. Het ledental bedroeg aanvankelijk IS leden, welk aantal intusschen is gestegen tot 40. Het doel der vereeniging is meer ver band tusschen de leden van de Geref. Kerk te brengen, tot opbouw van het Geref. leven. Uit het geestig gestelde verslag van den penningmeester, den heer Nijboer, bleek, dat er een batig saldo is van f14. Ds. Kouwenhoven sprak vervolgens een kort propaganda-woord. Spr. wees erop, dat er tegen de vereeniging wel verschillende bezwa ren zullen rijzen, als bijv. dat der uithuizig heid. Dit gevaar is inderdaad groot in onzen tijd. Maar aan den anderen kant is er ook de taak om te strijden tegen den geest van den tijd. Getracht moet worden beiden, zoowel de taak in het huisgezin, als de strijd tegen den tijdgeest, tot hun recht te doen komen. Men wil ook wel eens beweren, dat de Mannenvereeniging een soort voor-kerkeraad is, maar deze bewerihg is onjuist. Van hooge waarde is de vermeerdering van kennis die men op de vereeniging opdoet. De onderlinge band tusschen de broeders wordt versterkt. Op allerlei wijze komt het werk der vereeniging ten nutte nan de personen, de huisgezinnen en het kerkelijk leven. Met een opwekking om de vereeniging daad werkelijk te steunen, besloot Spr. Aan de piano, begeleid door den heer Tho mas, zong Mej. Katrien Verkuil, in onze kringen evenmin een onbekende, een tweetal liederen van Bach, op de haar eigen verdien stelijke wijze. Als aardige attentie ontving zij bloemen. Ook de heeren Thomas en Bou huis ontvingen later op den avond een bewijs van waardeering. Da hoofdschotel van den avond was een referaat van Dr. J. G. van Es, over het onder werp: „Een groot man". Spr. begon met er op te wijzen, dat het ons wel eens overkomt, dat God op ons neerziet, zooals wij op een mierenhoop neerzien. Tofh is dat niet zoo. Gods Woord leert ons, dat in de wereld waarlijk groote mensehen gevonden worden. Zulk een groot mensch was Johannes de Dooper. Hij wordt ook met deze kwalifi catie in de Schrift genoemd. Uitvoerig schilderde Spr. de figuur var Johannes de Dooper. Zijn grootheid kunnen wy misschien niet zoo spoedig onderscheiden, maar wij leggen ook meestal een verkeerden maatstaf aan. Volgens den Goddelyken maat staf is hij groot. Johannes toornde tegen de zonde met eer hevigen toorn. Dit is allesbeheerschend in zyn leven. Het lykt wel of hij als slachtoffer viel zfin gebrek aan tact. Maar toch is hy groot. Hij is geen parade-veldheer, maar een gene raal in den strijd tegen de zonde. Een opmerkelijke trek in het karakter van Johannes is zyn ootmoedigheid, die vooral uit komt tegenover den Heiland. Ook in deze oot moed was hij groot. Tenslotte wees Spr. nog op Johannes» groot heid in zijn heldere ikrijk op de vraagstukken van den tijd, zooals overal blijkt. Na deze inleiding was er gelegenheid tot vragen stellen, waarvan door enekle aanwezi gen werd gebruik gemaakt. Na de pauze werd een toespraak gehouden door Ds. H. Thomas. Spr. feliciteerde de Man nenvereeniging eveneens. Spr. is van meening dat de vereeniging zonder schroom kan schijnen voor de vierschaar van de openbare meening. Er zijn ook Mmnenvereenigingen in het heidenland. Deze zijn voortgekomen als teg wicht tegen het matriarchaat. Er is ook in merkbaar de sociale drift het spreekt vanzelf, dat er een scherp verschil is met die en onze Mannenvereenigingen. Er zijn ook zulke vereenigingen in Noord- Amerika, die de zending beoogen, speciaal de inwendige zending. Men kent in Amerika de Mannen-kerkbond en de Evangelische mannen- clubs. Van deze laatste vereenigingen geldt het woord: Beproeft alle dingen, maar behoudt het goede. Van de zendingdrijvende mannenclubs kunnen we leeren het stevige Amerikaansche aanpakken. We loopen gevaar ons te verliezen in de theorie, hoewel deze onmisbaar is, maa wijze van behandeling kan zeer uiteenloopen. Het gaat om het leven. Alle kennis is in zich zelf onnut. Het beeld van het werk moet niet zijn een muffe cel, waarin de monnik eenzaam werikt, maar een vuurhaard, waaraan het huisgezin zich koesterend warmt. Met een krachtige opwekking om volyverig te zijn in het werk der vereeniging, besloot De avond werd verder gevuld met voor drachten van de heeren van Weeren en Peet en met muziek en zang. De heer Alberts, het oudste lid der vereeniging, hield tiog een kor te toespraak, waarby hij in 't kort het doel der vereeniging uiteenzette. Nadat de voorzitter tenslotte een kort slot woord had gesproken, waarin hij alle mede werkers voor dezen avond dankzegde, werd de zeer goed geslaagde by eenkomst gesloten door Dr. v. Es met dankgebed. TENTOONSTELLINGSZAAL „TEMPLUM SALOMONIS". In „Templum Salamonis" van de fa. Bur- gersdyk en Niermans alhier is een nieuwe tentoonstellingszaal geopend, waarin een proef zal genomen worden met houden van een per manente expositie. Het ligt in de bedoelnig, te beginnen met Januari, elke maand een andere tentoonstelling in deze zaal te houden, van oude en nieuwere boeken en prenten, topogra fie, landkaarten en van wat overigens by het antiuariaat te pas komt. De kamer in het oude ,,'s-Gravensteen" leent zich hiertoe uitnemend. Ze is in een rus tige sfeer gehouden, die den bezoekre zeer aan genaam aandoet, waarin hij zich dadelyk thuis voelt en waarin het tentoongestelde uitste kend tot zyn recht komt. Vandaag is in de nieuwe zaal een tentoon stelling geopend van reproducten van de wer ken van oud-Hollandsche meesters, afkomstig van de Reichsdrilckerel in Beriyn. Men vindt er werken van Rembrandt, Lucas van Le den, ingesclire\ cii Haverkamp, Rubens e a., alsmede de nieuwere an Vincent van Gogh. Zeer opmerkenswaard even j H r MOEILIJKE KINDEREN ALS SOCIAAL PROBLEEM VOORDRACHT VAN DR. QUERID0 In een vergadering door den Leidschen Armenraad voor zijn leden en verdere be langstellenden belegd hield gisteravond in de groote zaal van het Nutsgebouw Dr. A r i e 0 u e r i d o, geneesheer aan het gesticht voor zwakzinnige kinderen „Voorgcest" te Oegst- geest een voordracht over: „Moeilijke kin deren". De zeer druk bezochte vergadering werd met een kort woord geopend door den voor zitter van den Armenraad den heer Smit, pastoor der Oud Katholieke gemeente, die voorts den Spr. bij de vergadering inleidde. Dr. Q u e r i d o ving aan met op te merken dat z.i. psychologisch kunnen en kennen aan den eenen kant, en een dringende maat schappelijke noodzaak aan den anderen kant er toe hebben samengewerkt om het pro bleem der „moeilijke kinderen in het zoek licht der belangstelling te brengen. Van deze twee stroomingen is er een door den drang der maatschappij in Amerika ontstaan en de andere, oorspronkelijk theoretisch-psycho- logisch, in Duitsch sprekende landen. Elk jaar komen er in de Vereeni. Staten 70.000 nieuwe krankzinnigen bij. Is het der dat de vraag rijst: is het mogelijk dezen stroom af te buigen, voor hij zich op de maatschappij ontlast? Het spreekt haast van zelf, dat men zich daartoe in. de eerste plaats tot de jeugd wendL Hierbij komen dan psychologische cn opvoedkundige vragen naar voren; het zoe ken naar de motieven van een daad, de geestesgesteldheid, waarvan de daad een uiting is. Men zal dan niet straffen om te vergelden maar hoogstens straf toepassen als genees middel. Zoekende naar de motieven vindt men deze als een eindelooze keten aan el kaar gebonden. De daad vloeit logisch voort uit voorafgaande handelingen en belevingen. Wij zijn, als wij het hoe en waarom van een handeling willen weten, verplicht den keten der motieven zoover mogelijk te volgen zeide Spr. zoo mogelijk om de gesprongen leiding te repareeren. Spr. hield zich daarna bezig met de vraag wat moeilijke kinderen zijn. Alle kinderconflicten zijn groeiconflicten d.w.z. conflicten van gebrekkige aanpassing Het kind groeit licham>",k en geestelijk cn komt daardoor in een telkens andere ver houding ten opzichte van de omgeving, waar aan 't zich moet aanpassen. Wanneer deze aanpassing te lang zaam of te vlug gaat, of wel uitblijft, ontstaat er een conflict Spr. deed uitvoerig uitkomen waarmede men al zoo te doen krijgt Het eerste conact met de maatschappij komt in den vorm van den schooltijd. Na den v.hoolplichtigen leeftijd, komt het gebrek kige aanpassingsvermogen direct in conflict met de maatschappij; men kan sexueele of vermogensdelicten vinden, vagebondage en prostitutie. Slechts het plan, waarop zij zich afspelen is verschillend, maar hun beteekenis dezelf de. Getracht moet worden de oorzaken te vinden opdat de aanpassingsmoeilijkheden verdwijnen. Daarvoor is nauwkeurige studie noodig van den lichamelijken en geestelijken groei van het kind en van het milieu. Op welke wijze dit geschieden moet were vervolgens door Spr. met voorbeelden verdui delij kt De grootste moeilijkheden schept meestal het milieu. Zoo kwam Spr. eindelijk tot practische kwesties Hoe moet de behandeling van moeilijke kinderen georganiseerd zijn? Het actieve deel der organisatie staat vooral in Amerika op den voorgrond. Daar bestaat ht instituut van de „visiting teacher" Het is een aan iedere school verbonden onderwijzeres die geen klas heeft maar de oliders thuis be zoekt In Nederland zou, volgens spr .n dergelijke ,4warskijkster" niet veel succes hebben. Het belangrijkste blijft echter het Consultatie bureau, het centrale lichaam, dat advies geeft en eventueel ook de kinderen behan delt Juister acht spr. het, 't grootste contin gent van materiaal te putten uit samenwer king met allerlei lichamen die zich met kinderen bezig houden: Pro Juventute, Voog dij raad, Kinderpolitie, enz. Het Consultatie bureau blijft echter de organisatie die uit al deze brommen het materiaal ontvangt. De vraag of het bureau zelf zal behande len, dan wel de kinderen die behandeling noodig hebben, naar psychiater verwijst, is eigenlijk een finantieele kwestie, welke ook samenhangt met de vraag of het overheids instelling moet zijn of door particulier ini tiatief gesticht. Mei de beginselen van de werking heeft dit echter niets te maken Spr. gelooft, dat het belang van een derge lijke inriching buitengewoon groot kan zijn, en dat zij in staat zal wezen, te voorko men inplaats van te genezen. Er volgde op de belangrijke voordracht eenige gedachtenwisseling. Zoo constateerde de heer S ij t s m a, dat geen verbetering, loch eerder het tegenovergestelde zal plaats vinden, tenzij de menschheid tot een meer naturlijke levenswijze terugkeert. Ds. Groot Enzerink sluit zioh hier gedeel telijk bij aan, en wees op de groote rol, wel ke gelocf en liefde in particulier en gemeen schapsleven kunnen spelen. Mr. Iden burg vroeg naar de practische resultaten, na een onderzoek. De opmerkingen van de heeren Sijtsma en Groot Enzerink beantw "dde inleider voor een groot deel, arbeid in die richting zal het probleem echter niet oplossen. De opmerking van mr. Idenburg, dat dr. Jelger- sma prof. Gorter en hij zelf snoradisch wel met moeilijke kinderen in aanraking komen en deze onderzoeken maar dat in 't alge meen de gelegenheid ontbreekt ze in een an der milieu te brengen gaf den heer Sijtsma aanleiding den Armenraad in overweging te geven stappen te doen om te komen tot de stichting van een consultatiebureau, zoo als door den spr. bedoeld is. Waartoe naast het particulier initiatief ook de overheid zou kunnen medewerken. De voorzitter wilde daaraan wel gevolg geven als de vergadering het denkbeeld steunde. Een warm applaus uit de verga dering gaf daarop het antwoord. De voorzitter deelde vervolgens nog mede dat op 22 Januari onze vroegere stadgenoot A. Meuleman in Heerlen zal spreken over: „De ongehuwde moeder in verband met de nieuwe Ziektewet" en dat de Armenraad een lijn heeft doen samenstellen, waarin al le in Leiden en omgeving bestaande ver eenigingen en instellingen zijn opgenomen, die arbeiden op het terrein, dat ook de Ar menraad bestrijkt. Hij beval deze lijst ter kennismaking aan. Hierna werd de zeer geanimeerde bijeen komst door den voorzitter gesloten. HET GELANG VAN HET MODERNE GRIEKSCH zyn ook de prenten van de oud-Hollandache zeehelden. Een bezoek aan de tentoonstelling loont on getwijfeld de moeite zeer en wanneer den be zoeker de lust tot koopen bekruipt, dan zai hy verwonderd zyn over de lage pry zen van wat wordt geëxposeerd, INTREEREDE VAN MEJ. PROF. S. ANTON1ADES De eerste vrouwelijke hoogleeraar aan de Leidsche Universiteit Mej. Sophie Antoniadis te Parijs, benoemd tot buitengewoon hoogleerares aan de Leid sche Universiteit als opvolgster van prof. dr. D. C. Herseling om onderwijs te geven in de Gricksche taal- en Letterkunde van den Oud-Christelijken, den Byzantijnschen en den nieuwen tijd, heeft, hoewel zij met hare colleges reeds de vorige week is aan gevangen, gistermiddag in het groot audi torium haar ambt aanvaard met het houden van een in het Fransch uitgesproken rede over Het belang van het moderne Grleksch. Er was voor deze rede een buitengewoon groote belangstelling, zoodat velen niet kon den worden toegelaten. Onder de attmvezigen waren o.m. Prinses Juliana, do Grieksche gezant in den Haag, de heer Koutsalexis cn de leermeester van mej. Antoniades te Pa rijs, prof. Pernot, hoogleeraar aan de Sor- bonne. Een groot hcdendaagsch dichter, aldus ving prof. Antoniadis haar rede aan, Costis Palamas, vertoont ons in een zijner gedich ten een grootsch visioen van den volgenden inhoud. Honderd jaar voor de inneming van Con- stantinopel door de Turken heeft een ge heel volk van zwervende Zigeuners zich ge kampeerd voor de machtige poorten van de Byzantijnsche hoofdstad. Plotseling, als door een betoovering begonnen de reusachtige drievoudige poorten, welke van brons en goud waren gemaakt, te knarsen en open den zich geheel, terwijl in de verte over de geheele lengte der Aziatische kusten een ge weldige storm iets zwarts en wilds Europa bedreigt met steeds grooter wordende woest heid. De Islam nadert. Uit deze poorten, welke geen menschelijke hand geopend heeft en die langen tijd wijd geopend blijven, trekt een slechts uit man nen bestaande menigte. Vrouwen noch kin deren zijn er bij. Het zijn pelgrims van al lerlei leeftijd, die zich op weg hebben bege ven voor een verre reis. Zij steunen op lange stokken en dragen bedelzakken op hun rug. Men vermoedt dat deze mannen vergeeld zijn in moeilijke boekenstudie, want zij zijn krom en zwak; verder houdt ieder in zijn arrn een rol vast geklemd. Het zijn handschriften, gerold in gouden en ivoren foedraals, welke zorgvuldig gegraveerd en gebeeldhouwd zijn. Enkelen onder hen dra gen zware urnen, welke do asch hunner voorvaderen bevatten. De lange optocht trekt voorbij en nadert de haven waar trotsche galeien, rijke karveelen (d.z. Turksche vaar tuigen) gereed liggen om uit te zeilen. In de toppen van de masten prijken de vlag gen van Genua en Venetië. Het plechtige en godsdienstige aanzien de zer menigte maakt indruk op den hoofdman van het Zigeunerkamp. Hij loopt op de man nen toe en vraagt hun, waarom zij wegtrek ken en waarheen zij zich begeven, als een troep, die den storm ontvlucht. Wat zijn dat voor perkamenten, welke zijn de dooden die men vervoert? Een huivering ging toen door de menigte der reizigers: „Hier, in deze urnen, zeggen zij, en in deze rollen hebben want de schepping betreurt hen niet als dooden de heldere bronnen der gedachte, de hemelen van de Kunst die geen bewol king kennen, de Onsterfelijken en de Schoo- nen een toevlucht gezocht. De Onsterfelijken en do Schoonen die geen anderen zijn dan de groote mees ters van de Grieksche gedachte, schijnen dan het woord te nemen, zij zeggen dat zij heen gaan naar de landen, welke de Turken niet kunnen hereiken; zij gaan zich een nieuw vaderland stichten in Italië, de Alpen be klimmen, den loop van den Rijn bewonde ren, de ware vreugde leeren aan de Kelten, aan de Gotiien en aan de Allemanncn en aldus het zaad uitstrooien van een univer seel en steeds jong GriekenlandEn deze ongelukkige, armzalige en onvruchtbare wij zen, welke gij ziet, o Zigeuner, welke ons gebalsemd houden als de laatste overblijf selen van de verdwenen natie, zullen wan neer zij ons aan hun eigen handen zien ont vluchten, gedragen door onze gouden vleu gelen, tot een hoogte die de wereld nooit meer aanschouwt, gelooven, dat hun gou den droomen zich verwezenlijken; alsdan leenende het licht, dat onze godheid ver spreidt, zullen zij zelf schitteren als half goden". Holland nu, aldus Spr., was onder de sta ten van Europa een dergenen, die zich het meest beijverde een nieuw vaderland te ver schaffen aan hen, die de dichter „de On sterfelijken en Schoonen" noemt. Op dezen bodem hebben de zaden, door de halfgoden van de Renaissance gestrooid, rijke oogsten opgeleverd. Spr. beoogt dan, dat. indien ook al de groote genieën uit de klassieke eeuwen, die meegenomen zijn in de rugzakken van de Byzantynsche geleerden, hun geboortegrond hebben verlaten om ver weg deze bewonde renswaardige geestelijke staat te stichten als de renaissance was, dan waren er toch boeken die niet geëmigreerd zijn. In het verdere gedeelte van haar rede zette Spr. dan uiteen, dat het lang heeft geduurd voor het Westen van Europa be langstelling heeft getoond in de taal, die in Griekenland het te loor gaande van de an tieke beschaving heeft overleefd. Het is een dankbare taak de lotgevallen van het zoo lang verwaar loosde postklassisch en hedendaagsch Gricksch te bestudeeren en te onderwijzen. Want deze studie werpt een nieuw licht op de taal van het Nieuwe Testament, open baart de levenskracht van het Byzantynsche rijk en leert een taal kennen, die van gewicht speelt in het Oostelijk bekken van de Middellandsohe zee. Sedert ongeveer 50 jaar is zij ook het voertuig van een rijke poëtische letterkunde, gelijk de groote fi guur van Panamas, hierboven door Spr. uit voerig geteekerd. kan aantoonen. Wel heeft reeds in de )7de eeuw Holland belangstel- gftoon.i in het levende Grieksch, ge tuige het glos-arium van Mercurius cn ic hijbelvei'nliiTe in de gesproken taal. bekos tigd c'oor de Slaten, wel vond Korais in de l^rie eerw te Amsterdam de gelegenheid zich tot een philoloog van beteekenis te ont wikkelen, doch het wetenschappelijk onder >ok naar de over zooveel eeuwen loopende evolurie van het Grieksch dateert uit het laatste kwartaal der 19de eeuw. Verschillen de geleerden, die daaraan hebben medege werkt werden door spreekster gekarakteri seerd. Tenslotte wees zij op de toeneming der be- .ulking van Griekenland die in 1912 twee milliocn bedragende, thans zeven een half INDISCHE WEEK VOORDRACHT VAN RADEN ADIPATI ARIA AHMAD DJAJADINNIGRAT In het uitstekend bezette groot-auditorium der Universiteit heelt gistermiddag de heer Kaden Adipati Aria Anmad Djajadinnigrat op uitnooüiging van de Senaatscommissie voor de Indische \Veek een voordracht ge houden over: „De positie der regenten op Java en Madoera in het huidige bestuurs- De rector-magnificus, Prof. Dr. van Wijk, hield daarbij een korte rede ter inleiding van de Indische Week en zeide, dat een rector juist in het begin van zyn rectoraat bij uitstek in slaat is zich een juist denk beeld te vormen van de beteekenis der ko loniale gewesten in het belang van 'n saam- hoorigheid met het moederland. Immers on der de 'AlOO nieuw ingeschreven studenten bevinden zich circa 40U uit Indië atkomstig, waarvan 53 van inheemsche afkomst Dat het contact tusschen de overzcesche gewes ten en de Europeesche samenleving steeds inniger wordt, bewees Spr. door te herinne ren aan 00 verkregen relaties van de Ned. Commissie voo»" Internationale Studie-aan gelegenheden met de drie Indische hooge- schoien, de Indische vertegenwoordiging m do commissie voor Inteltectueele Samenwer king en die in verschillende Volkenbonds- lichamen, waar de spreker van dezen mid dag zijn land representeerde. Daarna gal Prof. van Wijk het woord aan den heer Djajadinnigrat, die b££on met op te merken, dat er veel waars schuilt in het gezegde van eon bekend Nederia.ndsch staatsman, die beweerde, dat elk Jncusch sociaal, economisch of staatkundig probleem eigenlijk een Java-probleem is. Van de totale Indische bevolking van oO millioen zielen, wonen er 36 millioen op Java en Madoera, zoodat mag worden aan genomen, dat elk probleem op Java min oi meer toongaangevend voor geheel Indië is. De waardigheid van regent is een moeilijke. In de eerste helft der 14de onderscheidde men in Indië een zgn. kern rijk, aan het hoofd waarvan de vorst stond en tal van vazalstaatjes, waarin de leen mannen even machtig waren en een even groote pracht en praal ten toon spreidden als hun vorst. Dit gal aanleiding tot een hevigen strijd, welke eindigde met den on dergang der vazallen en de uitjutting van Java. De vervallen staatjes werden grootendecls in beslag genomen door de O. I. Compagnie, die er een inlandsch bestuur aanstelde met aam het hoofd een regent, die zooveel moge lijk in het bezit der oude rechten bleef, zoo als de benoeming en het ontslag van ambte naren, erfopvolging enz. De bevolking voelde evenwel zeer goed, dat zij niet enkel en al leen racer werkte voor haar hoofd (den re gent, doch ook voor do O. I. Compagnie, waardoor het contact van regenten en bevol king steeds losser werd. Het duurde niet lang of de regenten werden uitsluitend be schouwd als ambtenaren, ondergeschikt aan de Europeesche. Dat werd anders toen het cultuurstelsel werd ingevoerd, waarvan men den invloed en het gezag der regenten als volkshoofden onmisbaar achtte. In het regeeringsregle- ment van 1854 kwam zulks tot uiting, ter wijl in het Ind. Hbld. van 1867 no. 114 de rechten en plichten der regenten nader wer den omschreven. Maar na korten tijd trachtten de Europee sche bewindhebbers weer direct in contact te komen met de inlandsche bevolking met uitschakeling van de regenten, dit onder de leuze, dat deze laatsten te wemig algemeen ontwikkeld waren. Langzaam maar zeker verloor de regën- tenstand in aanzien bij de bevolking; steeds grooter en dringender werd ook de actie te gen het autocratisch karakter van het be- stuursstelsel en zoo kwam dan eindelijk de bestuurshei4orming tot stand, waarbij de regentschapsraden in het loven werden ge roepen. In deze raden hebben zoowel intel- lectueelen als eenvoudige dessalieden en re volutionairc volksleiders zitting, doch de in landsche bevolking heeft de meerderheid. Verschillende regenten hadden aanvankelijk bezwaar tegen deze instellingen, doch het bleek een soort van vrees voor het onbeken de, want diverse regenten lieten zich tegen over spr. zeer waardeerend uit over de wer king van dit instituut. Ook uit eigen erva ring w eet spr. zulks; de 1 y2 jaar gedurende welke hij als voorzitter is opgetreden van een regentschapsraad was de beste periode uit zijn 30-jarige ambtelijke loopbaan. Hij had het gevoel, dat hij de leiding had en in vele zaken zijn invloed kon doen gelden, terwijl de raadV-an gecommitteerden hem vele gevallen ter zijde stond. Spr. heeft alleen bezwaar tegen art. 124 der regenfschapsordonnantie, dat bepaalt, dat de resident met het toezicht op den re gentschapsraad is belast. Spr. ziet hiierm het gevaar, dat dit doodend zal kunnen w erken op het initiatief van den regent, die zich van nieuwe maatregelen in het alge meen belang zal onthouden, uit vrees, dat zijn plannen door den resident niiet worden goedgekeurd. Ook vindt hij het niet juist, dat jonge assistent-residenten door hun chefs uitgezonden worden om practisch bui tenwerk te verrichten, dat tot den werk kring van do regenten of de inlandsche amb tenaren behoort Z. i. ware het verstandiger zulke jonge ambtenaren eenigen tijd ter be schikking te stellen van een regent en niet uit te gaan van den dwazen stelregel, dat geen Europeesch ambtenaar ondergeschikt mag zijn aan een Inlandsche ambtenaar. Aan- het einde van zijn rede stelde Spr. de vraag of del positie van den regent op Java Voornaamste Nieuws. millioen telt, waarbij de hoofdstad met haar haven 850.000 tegen 150.000 in 1912. Spr. eindigde met de gebruikelijke toespra ken. HOLLAND CONTACT KREEG. Toen prof. Hesseling, de thans afgetreden Leidsche hoogleeraar, eenige jaren geleden 't openluchtspel ,De offerande van Brahma" vertaalde, werd hij hierin bijgestaan door mej. Antoniades, die op deze wijze met Hol land in nader aanraking kwam. Het is dan ook ongetwijfeld aan Prof. Hesseling te dan ken, dat thans op haar de keuze is gevallen voor den Leidsohen leerstoel. Mej. Antonia des voelt zich in ons land goed thuis, en vond het typisch, dat zoovelen hier met het Fransch op de hoogte zijn. Daar zij te Parijs haar studies voltooide kan zij voorloopig in deze taal zich met haar omgeving onderhou den, dn afwachting tot zij het Hollandsch voldoende zal meester zijn. Reeds dadelijk heeft zij de studie onzer taal ter hand goenmen, haar colleges houdt zij voorloopig in het Fransch. Mej. Antoniades, die eertijds les heeft ge geven aan Prinses Irene, dochter van ko ning Constantijn van Griekenland, vond het bizonder aardig, dat zij bij haar inauguratie ook prinses Juliana en haar studie-vriendin nen onder haar gehoor had, BINNENLAND (blz. 1) Prof. Aldershoff te Utrecht heeft het mi cro-organisme ontdekt, dat na inenting en cephalitis verwekt. De Amsterdamscho Gemeenteraad heeft een aanvang gemaakt met de behandeling der gemeenicbegrooting. Dr. G. C; Labouchèrc doet mededeelingen over de opgravingen op het Domplein te Utrecht. Verschenen is het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over de begrooting van On derwijs, waarin over het optreden van mi nister Terpstra wordt gehandeld. Verschenen is de Memorie van Antwoord over het hoofdstuk Justitie der Rijksbegroo- ting voor 1930. Bij de alpnmecne beschouwingen over de begrooting 1930 zijn gister in de Tweede Ka mer de replieken voortgezet. Een mededeeling van het Meteorologisch Instituut over de kracht van den jongsten storm. BUITENLAND Tardieu stelt weer de kwestie van ver trouwen cn krijgt een meerderheid van 60 stemmen. Het referendum over het Youngplan In Duitschland zal 22 December gehouden wor den. Franschc aanval op Hoover naar aanlei ding van zijn idee over immuunverklaring van proviandschepen in oorlogst!)®. Gerucht over een aanslag op Mussolini INGEZONDEN MEDEDEELING. KOUDE VOETEN WIJ HEBBEN WARME PANTOFFELS „DE CENTRALE" HAARLEMMERSTRAAT 74 en Madoera op een lager niveau is gebracht, Oogenschtjnlijk is hij van volkshoofd gede gradeerd tof adviseerand ambtenaar en door allerlei bepalingen gebonden, doch practisch1 biedt zijn positie een hoopvolle toekomst,' welke culmineert in den regentschapsraad,1 waarin de regent volop gelegenheid heeft tot eigen initiatief. Deze raden kunnen eventueel zeer wel ■democratisch zijn ingericht, terwijl tegelij kertijd de regent wel degelijk de vader def bevolking kan zijn. Daartoe aldus besloot Spr. zijn mei groote aandacht gevolgde en luide toege juichte rede eijn echter twee voorwaan den Boodig: le. meer vertrouwen in de genten en 2e een verbeterde opleiding, ovl. eenkomstig de eischen des tijds van de in landsche ambtenaren in het algemeen i van de regenten in het bijzonder. Uit den Omtrek. BODEGRAVEN. OUDERAVOND DER CHR. SCHOLEN. Onder groote belangstelling werd vorig®! week de Ouderavond gehouden van de 3 Chi» Scholen in „Rehoboth". De vergadering werd op de gebruikelijke wijze geopend door den? heer P. Maaskant p De heer P. M. Smit sprak met bezieling! over: Iets over Bijb. tucht Hij ging na hoe* de tucht in het gezin gehandhaafd dient tej worden en hoe schrikkelijk de gevolgen zijn* als deze handhaving verslapt of verwaai* loosd wordt Een sprekend voorbeeld behanJ delde Spr. uit de H. Schrift, de geschiedeni# van Eli en zijn zonen. Ook besp.ak de heef* Smit enkele tuchtmiddelen, waarvan als® beste werd aangeprezen de liefde. Tweede inleider was de heer Hoogteijliiy? met: „Het onderwerp in de Vaderl. Geschiejf denis". Wordt er van den kant van het openf baar of neutraal onderwijs veel van de waarf de van het Geschiedenis-onderwijs in twijfef getrokken, de voorstanders van het Chr. oni derwijs vinden het een plicht op grond van» Gods Woord; vinden het een voorrecht ool de leidingen Gods in onze geschiedenis den* kinderen bekend te maken. En dan niet enkel oorlogs- en beschaving*,, geschiedenissen, maar op gepaste wijze beideK, als middel tot het vormen van kloeke karakj ters, het liefde wekken voor volk en land eiu genegenheid voor ons Vorstenhuis. Nadat de heer Maaskant den dank aanjj sprekers en hoorders gebracht heeft, gaa;a. Ds. Dam voor in dankgebed. E' AANBESTEDING. E< Uitslag gehouden aanbesteding van eeik Landhuis voor den WelEd. heer H. Turken^ burg. Laagste inschrijver: S. Strijk, Rijpwec, tering 23.200; Hoogste inschrijver: C. v, Leeuwen, Nieuwerkerk a.d. IJsel 29.400L Het werk is opgedragen aan de heeren Jai|L de Bruin en J. Binkorst, Bodegraven. BIDUUR. <k Het biduur voor het Chr. Onderwijs is waP derom uitgesteld en thans definitief vastgep' steld op 28 November a.s. in de Ned. Herv Kerk. Spreker Ds. G. Elshove van Rotterdamt' BOSKOOP -r. SCHADEVERGOEDING) RAADHUISBOUW Door de R. C. Raadsfractie is bij Gedep' Staten dezer provincie een adres ingediend houdende verzoek om vernietiging van hel met 7—6 stemmen aangenomen Raadsbf sluit van 5 Nov. j.l., waarin werd bepaald; dat aan de firma D. Scheer en S. Karman, te Bodegraven een tegemoetkoming weni verleend van f 3750 voor geleden schade tij: eten L'i uv.* van tet nieuwe Pandhuis! i-pp-aii «n .T-hfpii het genomen beslui! niet ia hel Lrijug du g meuite,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 6