TWEEDE KAMER
WOENSDAG 6 NOVEMBER 1929
TWEEDE BLAD PAG. 5
RIJKSBEGROOTING 1930
DE AARD VAN HET KABINET
CHRISTELIJK LIBERALISME
DEMOCRATIE ALS ROOMSCHE
REDDINGSPLANK
LINGBEEKÏAANSCH VERMAAK
Vergadering van 5 Nov. 1929.
OVERZICHT
De Algemene Beschouwingen over de
Rijksbegrooting 1030 zijn begonnen.
Links was gisteren voornamelijk aan het
woord.
De heer Floris Vos, die op ietwat onge
wone wijze de Kamer was ingetold, poogde
zijn politieke verschijning te rechtvaardigen
Geslaagd schijnt ons dit ondernemen niet:
de heer Vos had niets, dat hem van andere
vrijzinnigen onderscheidt. En terecht kon
de heer Knottenbelt later zeggen: uw stem
men zijn liberale stemmen.
Was de rede van den sleehtverstaanbaren
heer Vos niet heel belangrijk schier üie-
mand schonk er aandacht aan ook die
van den liberalen woordvoerder scheen ons
vrij mat. Er klonk wat spijt in door, dat
peen kabinet was gevormd met liberalen,
waaronder toch ook wel brave christelijke
me.ischen zijn, er in.
Plee. kabinet werd als een zuiver rechtsch
Kabinet gekwalificeerd. Ook de heer Mar-
chant stelde later de rechterzijde voor de.
daaen van het ministerie verantwoordelijk,
en zong voorts zijn schoonsten zang over
de democratie, als beginsel voor een
vruchtbare politiek, waarbij ook het parle
mentaire stelsel zou worden gered. De Room
schen hadden, op gevaar van zelfvernietiging
aan de lokkende noodiging gehoor te geven
verklaarde de heer Marchant. Alleen een
Coalitie van Roomschen en Sociaal- en
Vrijz.-Dem. kan politiek vruchtdragend zijn.
Geen van de heide vrijzinnige sprekers
bleek de beteekenis van een christelijke le
vens- en wereldbeschouwing naar behooren
te peilen. Beiden bleven tegen den huiten-
kant aanstaren en haddén niet de minste
notie hoe de christelijke levensleer des men-
schen bestaan centraal beheersdht.
Merkwaardig was in dit opzicht de aan
het licht tredende overeenstemming tus-
schen den heer Lingbeek en de oude libe
rale opvattingen. Zijns ondanks blijft ook
de heer Lingbeek aan den omtrek der din
gen staan.
In zijn rede, die ditmaal vooral tegen de
chr.-hist. gericht scheen, stelde hij als
zoovele malen te voren reeds de vraag:
hoe is samenwerking tusschen katholieken
en protestanten mogelijk? Er is toch geen
eenheid in theologische denkbeelden en dus
moet politieke samenwerking onmogelijk
zijn. Is er daartoe wel voldoende eenheid,
welnu, stem dan liever maar heelemaal
Roomsch.
Deze redevoering, die meer demagogisch
dan naïef valt te noemen uit den mond van
den heer Lingbeek klopt wonderwel met de
drogredenen, die 40 jaar geleden uit den
liberalen hoek werden ten beste gegeven
om de politieke samenwerking van Protes
tanten en Roomschen als een historisch
vergrijp en onlogische daad voor te stellen.
Het anti-clericalisme der liberalen vierde
hoogtij. Het was wijlen de heer Mr. W. H.
de Beaufort, die'in een Gids-artikel van
Juni 1889 den draak stak met de anti-rev.
Deputatenvergadering niet alleen, maar de
pikante vraag stelde hoe samenwerking mo
gelijk is tusschen Protestantsche belijders
van het Evangelie met hen, „voor wie juist
het tegenovergestelde van deze belijdenis
hoofdzaak is?"
Dat hij eigen verleden vergat en een val-
eche tegenstelling maakte is hem toen door
Dr. Kuyper in „Eer is teer" op afdoende
wijze in een schitterend betoog aangetoond.
Men ziet de geschiedenis herhaalt zich.
Zoover als de liberaal de Beaufort in 1889
met zijn valsohe tegenstelling was, is in
1929 de heer Lingbeek ook. Eigenlijk is hi
nog niet eens zoo ver met zijn beschouwin
gen, die de lessen der II. Schrift veronacht
zamen en rechtdraads ingaan tegen wat
Calvijn in een zijner bekende tractaten
schreef. Daarin gewaagde de groote hervor
mer, in dagen van feilen strijd met Rome,
van natuurlijke geestes-sympatliie met dat
zelfde Rome, als tegen libertinistische on
geloofsopvattingen de strijd gaat. Bilderdijk
en Groen van Prinsterer hebben steeds aan
dat standpunt van Calvijn vastgehouden.
De heer Lingbeek verloochent evenwel op,
dit punt het Calvihigjfsch-schriftuurlijke
standpunt..
Ook om andere redenen is de man der
II. G. S. bij wijlen den heer de Beaufort
ten achter. Deze wilde ten minste de Room
schen nog laten leven, maar de heer Ling-
veek, die uit ongeloof in eigen belijden,
voor Rome den grootsten en kinderachtig-
sten angs! toont schijnt te meenen dat hij dc
30 Roomsche Ivamerl.eden wel als politieke
factor kan uitschakelen. Hij schijnt althans
van meaning te zijn, dat ze niets te zeggen
moesten hebben.
Met zijn zonderlinge vrijheidsopvattingen
en negatie van de politieke gelijkberechtigd
heid van alle Nederlanders, waardoor de
heer Lingbeek de politieke positie der R.-K.
voortdurend sterker maakt, heeft de Kamer
zich weer danig geamuseerd. Dat was haar
antwoord op dc lange rij pathetische excla-
matie's en beschouwingen van een politicus
die tot zijn en anderer genoegen rondzweeft
in een droom wereld je van gefantaseerde po
litieke verhoudingen.
Heden zet de Kamer het debat voort.
VERSLAG
De Kamer heeft een aanvang gemaakt met
de algemeene beschouwingen over de Rijks-
begrooting voor 1930.
I-Iet eerst schreed zonder door tollen ge
hinderd te worden de heer Floris Vos
voor het spreekges'oelte. De Middenpartij
voor Stad en Land zou in en door hem de
ratio voor haar optreden weergeven.
De Kamer houdt zich te veel met arbei
dersbelangen en te weinig met die van de
middengroepen in ons volk bezig, luidde de
verklaring. Dc cigen-risico-dragers zullen nu
in den heer Vos hun man vinden. De kapi
talisten hebben geen beschermers noodig.
Toegegeven werd dat zij, die religieuse be
ginselen als grondslag van hun politiek aan
vaarden hem bij de linkergroepen zullen
hebben in te deelen.
In alle bescheidenheid stelde de heer Vos
aan het Kabinet de vraag of het zal opstap
pen bij verwerping van een belangrijk wets
ontwerp. Voor den vrijen handel was hij
warm gestemd, tegen billijke sociale wetge
ving was geen bezwaar, belastingen moeten
billijk zijn, aan de holle leuze .der interna
tionale ontwapening zal geen steun worden
verleend, een politieleger werd voldoende ge
acht, de rechterlijke salarissen werden te
Jaag geoordeeld en de landbouw is te be
schouwen als productie bij uitnemendheid.
Met deze en dergelijke stellingen waarnaar
vrijwel niemand luisterde, maakte de heer
Vos duidelijk, dat „zijn partij" geen eigen
politieke gedachte vertegenwoordigt en dus
geen reden van bestaan heeft.
De soep was erg dun en de voorzitter haal
de er nog enkele balletjes uit, zoodat de heer
Vos klaagde, dat hij zoo z'n uur niet vol
kreeg.
Over de vrije tol werd, onder algemeen
gejoel, met twee zinn,en volstaan.
De heer Knottenbelt (lib.) volgde den
heer Vos op. Hij begon zijn rede met be
schouwingen over de
lusteloosheid, die zich
in ons land ten aanzien
van het parlementaire
stelsel openbaart. De
onderwij sbevrediging
en het algemeen kies
recht werden als oor
zaken aangewezen.
Bijzonder onderwijs
kweekte sectarisme aan
en algemeen kiesrecht
leidde tot groepsegoïs
me. Gevolg: malaise in
het parlement door de
verzwakking van de
zorg voor het algemeen
belang.
De rechtsche partijen zijn in de eerste
plaats kerkelijke partijen en niet politieke,
betoogde de heer Knottenbelt in dit verband.
De beteekenis van principieele politiek
schijnt hem nog steeds verborgen.
In ons wetenschappelijk en bedrijfsleven
(reden tal van personen op, die boven het
gemiddelde uitsteken. In het politieke leven
valt echter oen soort nivelleering waar te
nemen. Dat moet anders worden. In het par
lement zal ook minder en korter moeten
worden geredevoerd.
Aan een beschouwing van de op de par
tijen1 uitgebrachte stemmen, werd de opmer
king vastgeknoopt, dat de R. K., S. D. en
V. D. niet met uitsluiting van anderen over
de democratie beschikken.
De liberalen erkennen een sociale taak
van den staat, al verzetten zij zich tegen te
ver doorgedreven sociale wétgeving. Zij wen-
sclien de algemeene volksbelangen voor te
staan. Dat. is pas echt democratisch.
De liberalen verspeelden bij de verkiezin
gen een zetel. Maar dat was gevolg van een
verschuiving van liberale kiezers naar de
liberale lijst van den heer Floris Vos, die
aan zijn strijd tegen de tollen zekere popu-
NOG EEN MAAND!
Nog een maand en dan is 7 St. Nicolaas. XJw kleuters hebben 7 er zeker ook al druk
overDe jongens droomen al van spoor- en tramwagens, van vliegende hollanden en
nog vele andere heerlijkheden. Maar zus wil net als vroeger moeder en grootmoeder
EEN POP hebben. Hierboven een kiek van een der vele poppen-voorraadschuren
•Van den nationalen heilige. Men is er druk aan den arbeid, want een maand is zoo
heel gauw om»
laritcit ontleende, maar tot Mei 1928 lid van
de liberale partij was.
Daarna ging de heer Knottenbelt over tot
dc Kab: nets vórming.
Het optreden van den heer Ruys de Bee-
renbrouck als formateur van het extra-par
lementaire Kabinet werd min of meer onbe
tamelijk geacht. 1-Iet onbetamelijke scheen
echter, dat er geen liberalen in het Kabinet-
zijn opgenomen. De bekwaamsten hadden er
in gemoeten.
Betoogd werd, dat het rechtsche 'extra-par
lementair Kabinet in feite als rechtsch Ka
binet is te beschouwen, nu het verklaarde
overeenkomstig de beginselen levende in de
partijen der rechterzijde te willen regeeren.
In de parlementaire verhoudingen is ver
warring gekomen. Alle rechtsche partijen
haastten zich aanvankelijk om de verant
woordelijkheid voor het optreden van het
Kabinet van zich af te schuiven. Later werd
het anders en de chr.-hist, hebben ten slotte
in dit Kabinet wat zij verlangen: een
rechtsch Kabinet zonder bindende overeen
komst.
Een volgende stelling was, dat de christe
lijke partijen niet het monopolie der chr.
levens, en wereldbeschouwing bezitten. Er
zijn ook onder de liberalen christenen; bij
hen waren ook ministers te vinden geweest,
die dc christelijke beginselen aanvaarden.
Van de aangekondigde programmawerk-
.zaamheden ran het Kabinet, vervulde het
onderzoek naar een onderhandelingstariel
den heer Knottenbelt met den grootsten
schrik.
Intusschen indien geen partijbenoe-
mingen plaats hebben en geen partijvoor-
stellen worden gedaan, zullen de liberalen
welwillend de komende daden van het Ka
binet afwachten en beoordeelen.
Met een betoog over de democratische ten-
denz in den uitslag der verkiezingen begon
de heer Marchant (v.d.)
zijn rede.
Aan deze stelling de Ka
binetsformatie toetsende,
verklaarde de leider der
vrijz.-dem., dat dé heer
Ruys ten slotte, toen hij
geen bindende verklaring
omtrent izijn program kón
krijgen, het zonder die,
verklaring gedaan heeft.
Zijn Kabinet steunt thans
op de rechtsche groepen
is dus een parlementair
Kabinet en geen extra-par
lementair Kabinet, dat
zijn beleid geheel zelfstan
dig bepaalt, los van de
parlementaire groepen.
Toen de begeerde verklaringen niet waren
los te krijgen, had niet een nieuwe opdracht
moeten zijn uitgelokt, maar eenvoudig tot
formatie van een ander Kabinet moeten zijn
overgegaan zonder verklaringen. Practisch
is ten slotte het rechtsche Kabinet toch ge
komen door bemiddeling van dezelfde per
soon, die dan ook allerminst een extra-par
lementair Kabinet gevormd heeft. Aan dit
laatste is eenvoudig niet gewerkt en wc heb
ben een ICahinet gekregen izonder een bijzon
der aantrekkelijk program. Bij elk zuchtje
kan het Kabinet omvallen.
De heer Marchant -had zich verder tot taak
gesteld het Kabinet tegen de partijen van
rechts te beschermen, die er alle verant
woordelijkheid voor hebben afgewezen.
Ook het Kabinet verklaarde, dat zijn leden
op eigen risico, zonder ruggespraak met
partijen, hebben zitting genomen.
Wat geschied ös, is -door de leiders van
rechts zoo gewild, decreteerde dic> heer Mar
chant. En duszijn zij verantwoordelijk.
De formatie van het Kabinet heötte ge
schied met den Franschen slag. Als er geen
overleg is gepleegd met de partijen, dan is
dat tegen alle organisatie in. Van rechts
heeft men, niet het recht te zeggen: ik ken
deze menschen niet. De formateur, die een
groot iwaagstuk dfurfde ondernemen, had een
betere dan de onbetamelijke bejegening van
nu verdiend.
Wat de practische zaken betreft verklaar
de de heer Marchant niet .langer genoegen
te nemen met het zonder raadplegen dér
Kamer, aanwenden der overschotten voor
schulddelging, waardoor allerlei noodo'ge
.maatregelen ongedaan blijven. Ook kan men
zeggen, dat te veel belasting is betaald.
Noodig zou zijn de indirecte heffingen te
verlagen en niet de directe 'belastingen. De
vleeschaccijns komt in de eerste plaai'.s aan
de beurt, eerder dan de Verded'igingsbelas-
ting II.
Handelspolitiek, internationale ontwape
ning, bezoldigingsbesluit en koloniale poli
tiek werden even aangestipt. Later komen
ze breeder aan de orde.
De ontwikkeling van den politieken toe
stand zal, naar de meening van den heer
Marchant, niet kunnen geschieden op gods-
dienstigen grondslag. Dat bewijzen z. i. de
politiek doleeremden Kersten en Lingbeek.
Het coalitie-optreden is veroordeeld.
Er is uit het coalitiebegimsel geen positie
ve politiek af te leiden.
De overigens gerechtvaardigde hou
ding bij de Kabineiteformati-e van A. R. en
R. K. tegenover die C. H. bewijst zulks. De
rechtsche politieke groepen zijn verdeeld in
stroom en tegenstroom. Wil men iets opbou-
wends verrichten, dan moet voor een be
paalde richting worden gekozen In de pun
ten, die het huidige politieke leven beroeren.
De rechtsche partijen belijden veel, maar
beleven niet haar beginselen. Noodig is een
democratische politiek; die is waarachtig
ethisch-religieus. Daaraan heeft voor alles
de machtige R. K. partij behoefte; ze behoefi
dan niet meer met compromissen ln haar
midden te werken, waarmede ons politieke
leven bedorven wordt.
Met dit extra-pariemenitair Kabtnet komen
we niet tot de groote dingen", waarvan de
'voorzitter bij zijn optreden sprak. Die „groo
te dingen" zullen alileen tot stand komen,
tzoodra de R. K. Staatspartij tot de democra
tie 'bekeerd wordt, desnoods ten koste van
een deel van haar aanhang. De keuze staat
voor haar tusschen nieuw leven en smade
lijk en ondergang.
Er waren geen spkekera meer ingeschre
ven, maar de heer Lingbeek (H. G. S.)
bleek ten slotte bereid zijn redie te oeginnen.
Hij noemde dien
Kabinetsformateur
grooiber dan Simson
in het opgeven van
raadselen. Wait Is de
aard van zijn Kabi
net? Helder is het
niet, ook niet na de
verklaring dn de Me
morie van Antwoord.
De heer Lingbeek
vond als oplossing
van de puzzle: ik
weet het ook niet,
maar het Kabinet is
j>*. o. a. lingbeek. gemaakit van sloop
materiaal van ouae
Kabinetten en van de voormalige rechter-
zijdle. Het ls een „Ja-en-neen-Ivabinet: rechts
en ndethechts, volgens „De Tijd".
Waarom is niet onder andere partijen
naar ministers gezocht?
Erg wonderlijk vond de heer Lingbeek
het, dat er twee Chr.-hist. ministers in het
ministerie zitting hadden genomen. De C. H.
Unie heeft zich onthouden van medewer
king aan een rechtsch Kabinet, maar
treedt wel op als een stille vennoot en strijkt
de winsten mee op in het nu gevormde mi
nisterie.
Is er een rechterzijde?
Eenheid van streven is er daar niet, be
toogde de heer Lingbeek, ,Hl
FEEST TE HAZERSWOUDE
Gisteren vierde de heer J. u. d. Meulen, Burgemeester van Hazerswoude, zijn koperen
ambtsjubileum. Voor het Raadhuis werd hem een huldeblijk aangeboden, terwijl de
schoolkinderen bloemen brachten.
Ook niet in de eerbied voor Gods geboden,
al heeft de Nederlander dit beweerd. De
Roomschen 1
Ware die eenheid en eerbied er, dan zou
de C. H. Unie wel kunnen verdwijnen en
zouden de kiezers in eens Roomsch kunnen
stemmen.
Aan de oevers van de politieke wateren
zag dc heer Lingbeek een idyllisch tafereel.
Het bekende weenende meisje zag liij er
zitten. Dat meisje heette Marchant Maar
Rome liet hem weenen en de geheele linker
zijde er bij, ook al was deze tot cle grootste
politieke offers bereid. Rome vreesde van
die linksche samenwerking verlies van eigen
aanhangers en gaf daarom aan een andere
combinatie de voorkeur, in de hoop daar
door Nederland aan de voeten van den paus
te brengen. I-Iet zint op een Roomsch Neder
land.
Maar wat wilt ge dan met die 30 menschen
hier doen? vroeg de heer Marchant
De redenaar passeerde al huppelend deze
lastige vraag en wierp nogmaals een blik
naar de ministerstafel, waar hij een
Roomsch Kabinet ontdekte met enkele nog
niet geheel zuiver Roomsche planken.
We krijgen dus Roomsche politiek in ons
vervallen Protestantsche geuzenland, con
cludeerde hij daaruit.
Dit moment hood den heer Lingbeek ge
legenheid om zich zelf de martelaarskroon
op te zetten. Voor mij en de mijnen, klaagde
hij, is geen eer en geen voordeel te behalen
onder dit rechtsche kabinet van Roomsche
signatuur. Dat kabinet hoort in dit land en
onder ons volk, dat dn zijn historie den 80-
jarigen oorlog kent, niet thuis, weeklaagde
aan het slot cle heer Lingbeek.
De Kamer heeft zonder veel interrupties
naar hem geluisterd. Maar haai' pleizier tij
dens zijn rede was te grooter.
Kerknieuws.
DE PREEKPROEVER GEWOGEN.
Ds. H. W. Laman vertelt in het „Geref.
Kerkbl. voor Dr. en Ov." het volgende-
Bij een nieuwen predikant werd weldra
geïnformeerd of een vermaard preekprue
ver hem reeds had bezocht. Sommigen
waagden het niet ter kerk te komen, voor
deze zijn oordeel had gegeven. Op een Zen
dagavond belt de keurmeester aan; hij
wordt binnengelaten in de huiskamer en
begint zijn geestelijk onderzoek.
Twee volle uren duurde het.
Eindelijk bukt hij zich om zijn pet on
der den stoel op te rapen; daar pakt de
dominee hem op, plaatst hem, tot geen
kleine ontsteltenis van zijn vrouw, boven
op de tafel, terwijl de man roept: „D iom-
nei! Doomnei!"
„Ja, mijn vriend, je bent mij komen ve
gen, nu cloe ik 't jou, en om je de waar
heid te zeggen, je valt me niet mee". De
meeste preekproevers of keurmeesters val
len niet mee, wanneer men ze weegt op
de hand.
We hebben er een gekend, die van de
vijf en twintig dominees, die hij hoorde,
wanneer het heel mooi was, maar twee of
drie zijn goedkeuring waardig oordeelde.
De man was een bakker. Maar zoo zwuar
hij in zijn oordeel over dominees was, zoo
licht was hij in zijn brood, dat hij bakte.
't Was in de Gemeente en ook daarbui
ten één en al klacht over zijn brood.
I-lij was een strenge criticus, maar daar
nevens een slechte bakker.
't Komt wel meer voor, dat menschen,
die op hun eigen gebied weinig prestoeren,
en wien veel mislukt, als preekproevers
heel zwaar op de hand zijn.
Zoo was het ook met Jan Bartjes Inder
tijd. De takkebossen, die hij verkocht,
waren hol; holler dan zijn klanten wel
lief was, maar 's Zondags in de kerk
eischte hij van den dominee een gedrukte,
geschudde en overvloeiende maat
Hoe minder prestaties, hoe zwaarder
eischen. Dit ziet men heel dikwijls.
ROOMSCH OORDEEL.
Over Prof. Dr. J. H. Gunning.
In het roomsch-katholiek apologetisch tijd.
schrift „Het Schild" vinden we een zeer
sympathiek gestelde bijdrage van J. Taal
over den dit jaar herdachten Prof. Dr. J. H.
Gunning. We lezen daar o. m.:
„Een merkwaardig man moet hij geweest
zijn. Wien men ook spreekt, van die hem
gekend hebben, 'eenparig ls het getuigenis
omtrent de nobele fijnheid v&n dezen Chris
ten-denker. Trouwens, als men zijn beeltenis
ziet, voelt men zich onwillekeurigiontroerd,
en men beseft de waarheid van Boissevain's j
kwalificatie: „een ridder in het leeraars-
kleed". Ja, en een ridder zonder vrees of
blaaml Ontzegde hij niet den toenmaals re
geerenden vorst eens den toegang tot het
Heilig Avondmaal? Hij ontzag niemand, al
spaarde hijgden/persoon zoo lang hij kón
„In den grond een door en door aeslhetl-
sche natuur, meende hij die natuur te moe
ten verloochenen, om het ethisch-religieuse
te grijpen, waarvoor hij wilde leven en ster
ven. Dat was het kruis in zijn leven, dat hij
zich aesthetisch niet kón en mocht ont
plooien. Hij schijnt expres „leelijk" gepreekt
te hebben om zich geweld aan te doen. Als
een asceet heeft hij geleefd. Gerretsen schreef
eens: „Gunning heeft veel slaag gehad van
Gunning. Gunning heeft Gunning er gewel
dig onder"
„En wij Katholieken? Hij was niet een der
onzen, ja, hij heeft zich meermalen tegen de
Katholieke hiërarchie uitgesproken. Maar
niets belet ons zijn nagedachtenis dankbaar
to «eren. Duidelijk zien wij in hem, hoe groo.
te genaden God geeft ook aan hen, die bui
ten het ware geloof ronddolen. Wie met min
der kennis van de waarheid dan wij, zóó ge
leefd heeft als hij, moet een bijzonder man
zijn geweest. En wij voelen welk een zegen
dat leven geweest is in een eeuw van onge
loof en vervlakking, waarin hij door woord
en wandel getuigd heeft van de werkelijk
heid van een leven met God! Bovenal treft
ons zijn verlangen naar de eenheid van Alle
Christenen. Dat is zijn vurigste wensch ge
weest en het is ook de onze."
EEN PROCES OVER DE GEZANGEN.
Prof. Dr. H. Th. Obbink deelt in het „Al
gemeen Weekblad" mede, dat de vraag of
(Ie gezangenbundels, welke in de Ned. Herv
Kerk in gebruik zijn, „vrij" zijn of niet,
d.w.z. of ieder uit die bundels willekeurige
gedeelten mag laten nadrukken in elk ge
val „uitgevochten" wordt. „Straks zal het
voor den rechter komen, hetgeen thans in
voorbereiding is". De kwestie van het
auteursrecht (dit recht is tot dusver ean mo
nopolie van één uitgever) zal dus juridisch
worden.
JACHIN'S BOEKBEOORDEELING
Tegen den tijd, dat de onderwijzers en be
sturen van Zondagsscholen weer gaan over
leggen welke boel-jes zij zullen aankoopen ter
uitdeeling aan de scholieren ter gelegenheid
van het Kerstfeest, verschijnt weer de „Boek-
beoordeeling van Kinderlectuur voor de Zon
dagsschool door de Commissiën van Jachin'
samengesteld door Ds. J. A. Tazelaar, va
Rotterdam.
De uitgevers zenden hun nieuwe boeken of
„heruitgaven'' aan Jachin'', die over een staf
van Commissieleden beschikt, bestaande
uit professoren^ predikanten, schoolopzieners,
leeraars en hoofdonderwijzers welke met
inderdaad prijzenswaardige regelmaat en ge
trouwheid de beoordeeling op bepaalde formu
lieren, waarin afzonderlijke rubrieken zijn,
handelend over inhoud, vorm en strekking; het
slot van het formulier biedt ruimte voor con
clusie en handteekening. Elke commissie be
staat uit drie leden. Een boekje wordt goedge
keurd, als er minstens twee stemmen vóór
zijn; het wordt ter zijde gelegd als onbruik
baar, als er slechts één of geen stem pleit
voor de bruikbaarheid. Natuurlijk zijn
allerlei nuanceeringen; het is aan de verant
woordelijkheid van den Hoofdredacteur over
gelaten, het juiste eindoordeel te formuleeren.
Voor het gemak van den lezer is in de Bock-
beoordeeling deze hoofdindeeling by elke re
censie in hoofdzaak gevolgd. „Jachin" heeft
steeds de gewoonte gehad, om den vorm ten
gerieve van de eischen bij het practisch ge
bruik niet te veel te doen varieeren. Geheel in I TL'
dezelfde lijn is ook het aloud gebruik om in de -
de:
Vitamine A is die edelstof, die een boek
maakt tot een Christelijk boek, die aan het
boek geeft het Christelijk karakter, het uitge
sproken Bijbelsch karakter naar de Gerefor
meerde Belijdenis. Deze vitamine kan onmo
gelijk worden gemist, zal een boekje of boek
m Jachin's Boekbeoordeeling een aanbeveling
erlangen. Ontbreekt ze, dan moge de stof nog
zoo aantrekkelijk, de vorm nog zoo fleurig
wezen, dan ontbreekt echter de hoofdzaak
en dan kan en mag de Gereformeerde Zon
dagsschoolbond zyn goedkeuring aan een der
gelijk geestesproduct niet hechten: er zit mis
schien wel een pittige smaak in, de kleine con
sumenten zullen 't misschien heel lokker vin
den, maar hoofdzaak is: zit er degelijk voed
sel in? Kunnen zij ervan groeien? Dat is Vi
tamine A.
„En dan Vitamine B. Vitamine B is die
edelstof, die een boek maakt tot een evangeli
seerend boek, zoodat dit boek niet allereerst
bestemd is voor de kinderen van de Christelij
ke school uit de Christelijke gezinnen, maar
voor de Zondagsschool, dus voor kinderen van
de Openbare School, uit gezinnen, die van de
waarheid zijn vervreemd en van de Kerk los
geweekt. De „brandende" quaestie, nog on
langs op „Jachin's'' Jaarvergadering behan
deld, of Geref. kinderen op de Zondagsschool
behooren te worden toegelaten, kan hier gc-
rustelyk buiten beschouwing blijven, le. om
dat er tal van kinderen uit Geref. gezinnen
zijn, die te klagen hebben over een tekort aan
geestelijke bearbeiding; en 2e. omdat de aan
wezigheid van Geref. kinderen niets verandert
aan „Jachins" aloude ideaal: „De Zondags
school Evangelisatie-instituut bij uitnemend
heid''. Daarom moet Vitamine B in onze uit-
deelingslectuur stellig aanwezig zijn, en daar
om heeft „Jachin" ook altyd onderscheid ge
maakt tusschen lectuur, meer geschikt voor
de Zondagsschool, en lectuur meer geschikt
voor de dagschool. Tweede Vitamine is dus
Vitamine B, dé Vitamine van den Evangelisa
tiefactor.
„En nu Vitamine C. Zy is de Edelstof, die
een boek maakt tot een opvoedend boek, zoo
dat er paedagogösche kracht en invloed van
uitgaat. Dit raakt de 'aloude vraag, die tel
kens in het geding kwam: „Lectuur met of
zonder strekking?'! Deze vraag is immer doori
„Jschin" beantwoord op de meest besliste ma
nier: Lectuur zonder strekking is op onze
Geref. Zondagsschool contrabande. Wat alleen
genotmiddel is, kan op zich zelf heel goed zijn
en lekker, maar het voedt niet. En dat laatste
is volgens „Jachin's'' standpunt absolute eisch.
Vandaar dat telkens boekjes, die op zich zelf
heel aardig en heel aantrekkelijk zyn, maar
die de paedagogische strekking missen, moes
ten worden terzijde gelegd als voor „Jachins"
doel ongeschikt. De Zondagsschool is reli-
gieus-paedagogisch instituut. En evenmin als
er verhalen zonder strekking verteld worden,
evenmin behooren er verhalen zonder strek
king te worden uitgedeeld. Wij geven onze kin
deren ook geen „neutrale»' wandteksten ten
geeschenke, met opschriften als: „Geen gast
toelast" of dergelyke. Wy stellen den nudruk-
ikelijken eisch van de aanwezigheid van wat ik
in dit verband Vitamine C noem, wyl de ons
toevertrouwde kinderzielen ons veel te kost
baar zijn en wijl de tijd, waarover we beschik
ken veel te kort is, en wyl derhalve de verant
woordelijkheid die we ten deze hebben veel te
zwaar is om één gelegenheid ongebruikt te
laten. Ziedaar de beteekenis van Vitamine C.
„Resumeerende verwachten wy dus van een
goed kinderboek, dat wat den inhoud betreft
daarin gevonden wordt de Christelyke waar-
Gereformeerde Belydenis (Vitami-
laatste alinea zooveel mogelijk het woord „aan
bevolen'*, „niet", of „matig aanbevolen'' te
gebruiken. Daardoor wordt wel aan de wen-
schelijkheid van afwisseling misschien iets te
kort gedaan, maar de bruikbaarheid wordt er
door vermeerderd, wijl de snelle oriënteering
er zeer door wordt vergemakkelijkt.
„Jachin'' zorgt met name voor de Gerefor
meerde Zondagsscholen. In zyn geestig: hoofd-
heid I
ne A); voorts de evangeliseerende factor r.
Gereformeerde opvatting en mehode (Vitami
ne B); eindelijk de paedagogische strekking
volgens het Gereformeerde ideaal (Vitarr.ine
C).
„Het behoeft nauwelijks herhaald, d*t be
halve aan deze hoofdeischen wat betreft den
inhoud, ook aan voorname eischen in verband
met den vorm moet worden voldaan (styl,
taal, levendigheid en aanschouwelijkheid in
de voorstelling, aansluiting aan de zegswijze
van onzen tyd, het gewenschte „tikje'- humor,
typografische uitvoering, illustration, etc.)".
Na een felicitatie aan de 60-jarige schrijf
ster Johanna Breevoort en een „in memoriam'*
gewijd aan wyl en de heeren J. A. G.
de Waal, Da. A. de Geus en. Joh. Schaap Hzm,
die jaren op de lijst van Jachin's recensenten
voorkwamen, volgt de lange ry van afzonder
lijke beoordeelingen. Hier worden besprokeif
de uitgaven van de firma's G. F. Callenbach te
Nykerk, JM. Bredee's Uitgeversmaatschap
pij te Rotterdam, J. -N. Voorhoeve te Den
Haag, W. D. Meinema te Delft, H. ten Brink's
Uitgeversmaatschaippy te Arnhem, Mazyk-s
Uitgeversbureau te Rotterdam en van den
Geref. Zondagsschoolbond te Amsterdam.
Zeker zal ook nu weer Jachin's Boekbeoor
deeling dankbaar ontvangen worden, met
name door de Geref. Scholen-, die reeds jaren
in haar een betrouwbare leidsvrouwe bezitten,
KOELTORENS VAN ITERSON-KUYPERS
Heden zal de Hertog van York de nieuwe electrtsohe centrale nsrhtt
Hams Hall Super Power Station, openen. Voorlooplq zijn daarin opgesteld^^tn^
generatoren elk van 30.000 K.W. bij 1100 Volt spanning en t
r,-» reed, maatregelen om inde loekoLTTZVjezeZaeZnJbil lê LZZ
plaatsen. Zooals uit bovenstaande loto blijkt wordt het n*nr>rt h„t u ,7lnen
plex beheer,eht doo, de twee machtt}"koeUv,.Z7Inn h" <"hf.c" com
veel heid"van'iSm mTZur.'doVrle't^deZm 72 Vt'ooZlurMmj en d7 ko°eï
Fmnkm.'KedeZ
genoemden, inaenimr n tc,Uüür
genoemden ingenieur G. Kuypers