I Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken uii DRIE bladei EERSTE BLAD. HET WOOOO OER REGEERINS BINNENLAND. Per kwartaal ƒ3.25 (Bcschikkingskosten f0.15) per week 1 0.25 Voor het Buitenland bij Weke- iljkschs zending 0. Bij dagelijksche zending „7.— Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7 fa cent Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar No 2890 Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936. DINSDAG 5 NOVEMBER 1929 AD VGRïENTIfiN: Van 1 tot 5 regels 1.17VS Elke regel meer „0.22Va Ingez Mededeclinger* van 15 regels *.2.30 >£lke repel meer „0.45 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan het bureau wordt berekend0.10 10e Jaargang „Een troonrede, welke niet te leur stelt en hoopvolle verwachtingen wekt. Allereerst, overeenkomstig ae tradi tie de aanspraak van de Vorstin tot de vertegenwoordiging des volks, doch dan in zulke wanne bewoordingen en met zoo innige dankbaarheid aan God den Almachtige, dat ieder gelouvige er onmiddellijk Amen op zegt. Een parlementair Christelijk Kabinet moge dan vooralsnog een vrome wensch blijven; eeirnmüsterie, dat openlijk den Naam Gods belijdt in het staatkundig leven heeft thans weer de leiding dn handen genomen. Een Kabinet, dat, zoo als we nader zuilen zien, niet de poli- tiek-neutrale zone zoekt en het terrein der beginselen mijdt; doch dat on beschroomd zijn program voor de ko mende periode ontwikkelt". 'Zoo schreven we op den avond van de derde Dinsdag in September en het antwoord, dat de Regeering dezer dagen op het Voorloopig Versiag dei- Tweede Kamer gat', heeft onze ziens wijze volkomen bevestigd. Dat Voorloopig Versiag was niet in al te vriendelijke toon gesteld; wat geen verwondering kon wekken. Immers, een deel der linkerzijde had direct; een ander deel doet het nu, de rechterzijde, de oude, maar gebroken coalitie aansprakelijk gesteld voor het optreden en de gestie van het Kabinet- Ruys de Beerer.brouck. Geheel' ten onrechte, want van een parlementair Kabinet kon geen sprake zijn. Mr. Ruys had de opdracht daar voor noodgedwongen aan de Koningin teruggegeven. Het was daarom niet te verwonderen, dat de rechterzijde in liet Voorloopig Verslag één en andermaal alle verwant schap met het Kabinet afwees. Vrij heid, blyheid! werd de leuze. En dit ging te gereeder, omdat de Troonrede niet de verklaring gaf, dal het Kabinet zich zou laten leiden dooi de Christelijke beginselen. Naar onze meening heeft een deel* der rechterzijde, zoo in als buiten de Kamer, dit het Kabinet wat al te zwaar aangerekend. Men verloor daarbij toch twee dingen uit het. oog. In dé eeiste plaats, dat de samenstel ling van dit Kabinet anders is dan die van het vorige. Minister De Geer zocht zijn medewerkers niet alleen onder de rechtsche politici; en de gemengde sa menstelling moest er dus toe leiden, dat er van wetgevende arbeid in positief Christelijken zin geen sprake kon zijn. Hoewel men hierbij niet mag verge ten, dat het behouden van Christelijke grondslagen reeds een groote zegen is. Minister Ruys echter formeerde een Kabinet van zuiver rechtsche structuur. Daarop werd in de Troonrede niet na drukkelijk de aandacht gevestigd (de personen der ministers lieten trouwens geen twijfel over) en een formeele be ginselverklaring ontbrak; doch gelijk wij 17 September schreven: de aan spraak van de Vorstin was in zulke warme bewoordingen en met zoo innige dank aan God gesteld, dat de twijfel moest wijken. Het anti-rev. program zegt zoo na drukkelijk, „dat het Staatsgezag ten on zent, noch rechtstreeks gelijk in Israël, noch door de uitspraak van eenige kerk, maar in de consciëntie beide van Over heid en onderdaan aan de ordinantiën Gods gebonden zij." En de Chr. Hist. Unie spreekt het uit, dat voor de uitoefening van het Staats gezag als regel moet gelden, „de in de H. Schrift geopenbaarde ordening Gods, onverschillig welke de personen zijn, die tijdelijk met eenige staatsbediening zyn belast". Wie dit alles in het oog houdt, kan toch moeilijk veronderstellen, dat een kabinet, geheel bestaande uit mannen der rechterzijde, in de neutrale zone zal blijver, vertoeven. Had ook niet minister de Geer na drukkelijk verklaard, dat het na hem komend kabinet zeker kleur zou moeten bekennen en bleef hij niet aan het be wind? Trouwens, minister Donner heeft in zijn vorige periode, al liet hij princi- pieele onderwerpen rusten, zijn Chris telijke overtuiging nooit het zwijgen op gelegd en vrijzinnige voorstellen steeds afgewezen. Een overheidspersoon van karakter kan zijn overtuiging niet verloochenen, maar ook niet negeeren. Op grond daarvan concludeerden wij, dat gelijken nadruk moest gelegd wor den op het extra-parlementair als op het Christelijk karakter van dit kabinet. Zij, die al te zeer hingen aan het ont breken van de formeele verklaring in de Troonrede, speelden 'bovendien (dit in de tweede plaats) daarmee eenigs- zins in de kaart van de tegenstanders. Het liberale Vaderland heeft een en andermaal de stelling verdedigd, dat een extra-parlementair kabinet wel uit uitsluitend vrijzinnigen, maar niet ge heel uit mannen der rechterzijde kan bestaan. In elk geval stelt het blad de vraag: „waarom de Hr. Ruys de Bee rer.brouck zich gerechtigd achtte, zijn medewerkers alleen aan de rechterzijde te zoeken, nadat hij geen overeenstem ming had kunnen krijgen van de drie rechtsche groepen op een program." Aldusals er geen coalitie-ministerie mogelijk is, dan mag er ook geen reciits kabinet komen. Wij verwerpendeze stelling. Een zuiver rechtsch, doch extra-par lementair kabinet past op de politieke toestand in ons land. Het is zelfs door hetzelfde „Vad." toegegeven, dat de meerderheid der kiezers om een Chris telijk ministerie vroeg* en waar de band met de partijen te zwak bleek, mag toch de banc! met de beginselen niet verloo chend worden. En wij zegenen het oogenbïik, dat een openhartige verklaring der Rëg'eerihg in de Memorie van Antwoord, heel de rechterzijde en dus ook hen, die oor spronkelijk in koele stroefheid heil zoch ten, tot de overtuiging bracht: met be houd van eigen zelfstandigheid zullen we dit kabinet steunen, zooveel in ons vermogen is. Hierdoor toch wordt het mogelijk, dat het rijke program, waarop zooveel goeds staat, voor een belangrijk deel tot uitvoering wordt gebracht. Moge de mondelinge behandeling, welke heden in de Tweede Kamer aan gevangen is, nog overgebleven misver standen opruimen en de hartelijke sa menwerking versterken. OFFICIEELE BERICHTEN ONDERSCHEIDINGEN, Bij Kon. besluit is toegekend de zilveren eremedaille der Oranje-Nassauorde aan YV. van Bruinessen, meesterknecht bij de N.V. Cacao- en Chocoladefabrieken Gebr. Sickesz te Amsterdam; de bronzen idem aan mej. P. Diemmer, dienstbode bij de familie Bertling te Hilver sum en aan W. Boonman, hotelbediende An dienst van den beer J. J. van de Ven, te Ziérikzee. PENSIOENRAAD. Bij Kon. besluit is benoemd bij den Pen sioenraad tot adjunct-commies F. H. Beets, tlians tijdelijk. BELASTINGDIENST. Bij beschikking van den Minister van Fi nanciën is de belastingontvanger G Jor- wei'da verplaatst van het kantoor Alkema de naar het kantoor Dokkum. AUDIËNTIES. De audiëntie van den Minister van Water- WERKVERSCHAFFING STOPZETTING IN DEN WINTER. Het ligt in de bedoeling der regeering, evenals het voorgaande jaar, de tewerkstel ling in de door het rijk gesubsidieerde werk verschaffingen van werkloozen uit de groote steden gedurende de maanden December en Januari niet te bestendigen. In verband met de veelal ongunstige weergesteldheid. Ein de November of begin Dec. zullen de ste delijke tewerkgestelden in de werkverschaf fingen in Drente, Friesland en Overijsel ver moedelijk naar hun woonplaatsen tcrugkee- ren. GEEN EX-STAKERS AAN HET WERK. Met ingang van jl. Maandag zijn uit de gemeente Odoorn weer een aantal werkloozen geplaatst bij de door het rijk gesubsidieerde werkverschaffingen. De tewerkstelling is echter geweigerd aan de arbeiders, die in het voorjaar hebben deelgenomen aan de staking in ht veenbedrijf te Valtermond. Het hoofdbestuur van den Nederl. Landarbeiders- bond heeft in een uitvoerig adres aan den Minister van binnenlandsche zaken bezwaar gemaakt tegen die niet-toelating. De gemeenteraad van Odoorn heeft zonder hoofdelijke' stemming besloten, telegrafisch bij de regeering te protesteeren tegen de uit sluiting bij de werkverschaffing van ex-sta- kers. DOORGANGSHUIS H0ENDERL00 Tot leiders van de Kampheuvel, het nieu we gebouw van de stichting het Doorgangs huis „I-Ioenderloo", dat eevi groep observandi en een groep extra-moeilijke jongens zal herbergen, zijn benoemd de heer en mevr. D. Mailekotte, uit Assen. Do heer Mallekot- te, die zijn sporen in de Rekkcnsche Inrich tingen, waar hij zes jaren werkte, verdiend heeft, en nu de laatste jaren een zeer ge waardeerde positie als godsdienstonderwijzer der Ned. Herv. Gem. te Assen bekleedde, heeft de benoeming te Hoendcrloo aangeno men en zal begin Januari. 1930 zijn nieuwe werkkring aanvaarden. VERVOER VAN ZIEKEN VAN GOEREE EN FLAKKEE NAAR ROTTERDAM VRAGEN AAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZUID-HOLLAND De heer A. J. t e n H o p e, te Rotterdam, heeft tot Gedep. Staten van Zuid-Holland de volgende vragen gericht: I. Is het Gedep. Staten bekend, dat het vervoer van ernstige zieken, die voor opera tie of nader onderzoek van het eiland Goe- ree en Flakkee naar Rotterdam vervoerd moeten worden, bijna onmogelijk, althans hoogst bezwaarlijk is. Ie. door de gebrekkige verbinding met den vasten wal; 2e. doordat slechts éénmaal per dag een rechtstreeksche verbinding per boot met Rot terdam bestaat, terwijl deze boot reeds zeer vroeg in den morgen vertrekt en bovendien dit transport bij spoedgevallen moet worden ontraden met het oog op den langen reis- duur; ,3e. doordat van vervoer per stoomtram moet worden afgezien, omdat dit vervoer voor ernstige patiënten, waar het hier juist om gaat, funeste gevolgen met zich zou brengen Ter inlichting van Gedep. Staten kan wordèn medegedeeld, dat de beste wijze van vervoer kan worden bereikt per ziekenauto, welke dan ook door de afdeèling Flakkee van de Zuidhollandsche Vereeniging Het Groene Kruis is aangeschaft. II. is het Gedep. Staten voorts echter be kend, dat ook deze wijze van vervoer ern stig wordt bemoeilijkt; le. door den slechten toestand van de we gen tusschen Hellcvoetsluis, en Spijkenisse, alsmede tusschen Heenvliet en Spijkenisse; 2a. doordat het op de betere route over Maassluis herhaaldelijk voorkomt, dat de veerboot, welke normaal de verbinding on derhoudt tusschen Brielje en het eiland Ro zenburg, uit de vaart wordt genomen, zonder dat tijdige voorafgaande kennisgeving wordt gedaan, zoodat dan met de kleinere boot,1 wélke, dan in de vaart wordt gebracht, ver voer van de ziekenauto niet mogelijk is, hetgeen ten gevolge heeft, dat dan via een omweg 'de onder vraag la genoemde on bruikbare weg over Heenvliet—Spijkenisse móet worden gebruikt en aldus de toestand en het lijden van de patiënten zonder nood zaak wordt verergerd? III. Zijn Gedep. Staten bereid te bevorde ren, dat: a- de verbindingswegen tusschen Spijkenis se ecner- en Heenvliet en Hellevoetsluis an derzijds onverwijld worden verbeterd; b. de ondernemer van het veer te Brielle bij het uit de vaart nemen van de gewone veerboot een reserveboot disponibel stelt van ten minste dezelfde capaciteit, of, zoo dit niet onmiddellijk kan plaats vinden, zorgt, dat van het in de vaart brengen van een kleinere veerboot tijdig van te voren in het openbaar mededeeling wordt gedaan on der vermelding van de canacjteit van de vervangende veerboot en van den duur der vervanging? PROF IP. P. A. DIEPENHORST RIJKSKLEEDINGCOMMISSIE zitter van den Raad van Ministers in over weging te geven, de bepalingen van het Rijkskleedingbesluit, voor zooveel deze nug niet van kracht zijn, met 1 Juli 1930 in werking te doen treden. Zij, die op grond van de bedoelde bepalingen voor de eer ste maal uniform zullen ontvangen, kun nen dus bij aanvaarding van dit voorste!, m Juli a.s. de eerste verstrekking daar van tegemoetzien. Betreffende de regeling tot het doen rei nigen en herstellen der uniformen werd besloten om door het houden van proef nemingen na te gaan, op welke wijze deze in de practijk het best tot uitvoering kan worden gebracht Naar aanleiding van nog eenige ingeko men voorstellen om wijziging of aanvul ling van het Rijkskleedingbesluit te be vorderen, besloot de Commissie nadrukke lijk het reeds op haar eerste vergader.ng ingenomen standpunt te handhaven, om. alvorens op dergelijke voorstellen in te gaan, eerst de resultaten in de practijk af te wachten van de uniformverstrekk'ng op de basis van de nieuwe regeling. MILITAIRE HOSPITALEN EEN COMMISSIE INZAKE DE OPHEFFING. De Minister van defensie heeft 17 Oct een commissie benoemd, ter adviseering aan den Minister betreffende reorganisatie van den militairen geneeskundigen dienst De commissie is als volgt samengesteld: ge- neraal-majoor van Roggen, inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht luit.-kol. v. d. Kamp, van 't dep. v. dev de heer Koning, administrateur van de gemeen telijke ziekenhuizen in Den Haag en de dir. officier van gezondheid 2e kl. Denekamp. De commissie heeft tot taak, den Minister van defensie te adviseeren omtrent de reor- gapisatie van den militairen geneeskundigen dienst in vollen omvang, waarbij voorname lijk onder de oogen zal worden gezien de mogelijkheid van opheffing van de militaire hospitalen te Utrecht en in Den Haag. SIGARENWINKELIERS VERGADERING VAN DEN ALG. BOND. Op de dezer dagen te Utrecht gehouden algemeene vergadering van den Nederland- schen bond van Sigarenwinkeliersverceni gingen is tot voorzitter gekozen de heer II. J. Hamer Jr., te Utrecht. De aftredende voorzitter, de heer P. A. Droste van 's Gra I venhage. werd tot eerelid van de organisatie benoemd. Een commissie werd benoemd, teneinde naar aanleiding van in de beraadslagingen naar voren gekomen meeningen den bond te reorganiseeren. JUBILEERT OP 18 NOVEMBER „ZIJN REDE WAS ALTIJD EEN EVENEMENT". EEN DER ALLERBESTE SPREKERS Prof. Mr. P. A. Diepenhorst, hoogleeraar in de Rechtsgeleerde Faculteit aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, hoopt Maandag 18 November a.s. zijn zilveren ambtsfeest te vieren. Professor Pieter Arie Diepenhorst werd 2 Januari 1879 te Strijen geboren. Hij bezocht het Gereformeerd Gymnasium Ie Amster dam en studeerde daarna aan de Vrije en de Gemeentelijke Universiteit aldaar. Aan de Vrije Universiteit was hij een leerling van Prof. Mr. D. P. D. Fabius en aan de Gemeen telijke Universitiet van ProfMr. M. W. F. Treub. PROF. MR. DIEPENHORST Op 4 Juli 1904 promoveerde hij aan de Vrije Universiteit „magna cum laude" tof Doc'or in de Rechtswetenschap op een proef schrift: „Calvijn en de Economie". Na zijn promotie ging hij in de advoca tuur te Amsterdam en'had er een prak.ijk met Mr. S. de Vries Czn. en Mr. V. H. Rutgers, die: beiden later Minister geworden zijn en thans ondersch^lenlijk curator en hoog leeraar aan de Vrije Universiteit zijn. Echter reeds in he'zelfde jaar ontving Mr. Diepen horst gelijktijdig met de benoemingen van Prof. Mr. A. Anema en Prof. Dr. R. H. Woltjcr de benoeming tot hoogleeraar aan deze Universiteit, om onderwijs te geven in de Economie en do Statistiek en wat daar mede verband houdt. Op 18 November 1904 aanvaardde Prof. Diepenhorst het hoogleeraarsambt met een inaugureele oratie over: „De Klassieke School in de Economie". Door den hoog leeraar zijn in deze jaren ook het Strafrecht en de Strafvordering gedoceerd. Spoedig verkreeg Prof. Diepenhorst een nog breedere plaats in het publieke leven door zijn lidmaatschap van den Amsierdam- schen Raad, waar hij met,kracht voor onze anti-revolutionaire beginselen opkwam en vooral van de socialistische voorstellen een geducht bestrijder is geweest. Ook van de Pror?»iciale Staten van Noord-I-Iolland maak te hij deel uit. En nu sinds 27 Dec. 1922 is hij, evenals zijn ambtgenoot Prof. Mr. A. Anema, lid van de Eerste Kamer. Voor een candidatuur voor het lidmaatschap der Tweede Kamer heeft hij meermalen bedankt. Prof. Diepenhorst heeft in de politiek steeds een werkzaam aandeel genomen. Hij mocht zitting hebben in het Ccn'raal Comité van Anti-revolutionaire Kiesverecnigingen en was voorzitter van den Bond van A.-R. Kiesvereenigingcn in de hoofdstad, terwijl hij van 1910 tot en met 1927 het hoofdredacteur schap van het dagblad „De Rotterdammer" vervulde. Ook als redènaar op politieke land dagen en meetings heeft Prof. Diepenhorst zich met zeldzamen 'ijver geweerd, tervvijl hij bij zijn tegenstanders zich een gevreesd debater heeft ge'oond. Het sociale leven heeft hem steeds na aan het hart gelegen. Voor het 2de Christelijk- Sociaal Congres, te Amsterdam gehouden, werd hij als voorzitter aangewezen. Ook is Prof. Diepenhorst voorzitter der Vereenigmg voor Actieve Handelspolitiek en van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond, die in ons land reeds menige Chr. Landbouw school-" mocht stichten. Voorts is Prof. Diepenhorst plaatsvervan gend voorzitter van den Hoogen Raad van Arbeid en lid der Centrale Commissie voor de Sta'istiek. Door H. M. de Koningin is hij vereerd met zijn benoeming tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Prof. Diepenhorst als publicist. Het aantal studiewerken en andere publi caties, die Prof. Diepenhorst in het licht gaf, is niet gering. In de allereerste plaats noemen we, behal ve zijn disserta'ie en inaugureele rede, zijn „Voorlezingen over de Economie" in vier dee- len (1 dl. Geschiedenis, 2 dl. Theorie en 1 dl. So ciale Politiek); „Grondbeginselen der Econo mie", dat een vierde druk beleefde; „Onze Staatsinrichting", bewerkt met Dr. E. J. Beu. mer; „Onze strijd in de S'.atcn-Genéraal", in twee deelen (één deel over den Schoolstrijd en één deel over het Kiesrecht en de Kolo niale Poü'iek). Verder vermelden we: „Het Pachlcontract"; „De verbetering van de so ciale positie van den landarbeider"; „Over heid en Bedrijf";. „Middenstand en Coöpera tie"; „De Nederlandsche Arbeidswetgeving": „Afzonderlijke arbeidsbescherming der vrouw een ramp?": „Beginselen der vrijhandels leer"; „Eer.'herstel der Actieve Handelspoli tiek"; „Het A.-R. vaandel getrouw"; „De Anti-revolutionaire Par ij in de Rtaton-Gene- raal" (in het Gedenkboek der A.-P. Partij): „Elk student soldaat, ook de theoloog": „De rechtspositie der bijzondere onderwijzers"-: „Naast het Kruis de roodo vaan?": „Van INGEZONDEN MEDEDEELING. en vrede"; „Calvijn en de procedure Servet"; „De Communie van Parijs"; „Het Kapitalis me"; „Politiek en Parlement in kwaad ge rucht"; „Universiteit en Maatschappij"; „Vrije Universiteit en Schoolstrijd" enz. Voorts .verschenen van hem artikelen in de periodieken en organen „Christendom en Maatschappij", „Stemmen des Tijds", „De Gemeenteraad", „Het Platteland", „De Stan daard", „De Bedrijfseconoom", „Handelsbe richten", „Haagsch Maandblad", „Weltwirt- schaftliches Archiv", „Maatschappij-Belan gen", „Anti-rev. Staatkunde" enz. Gedurende zijn 25-jarig hooglepraarschap heeft Prof. Diepenhorst alzocf een groote ac tiviteit en werkkracht getoond op meer dan één terrein. Onder leiding van Z. Exc. II. Colijn heeft zich een Comjté gevormd om den jubileeren den hoogleeraar dezer dagen een hulde te bereiden. Secretaris-penningmeester van dit Comité is de pud-Minister Mr. H. Bijleveld, Parkstraat 12 te Den Haag. Anema en Diepenhorst. Het anti-revolutionaire volk noemt Anema en Diepenhorst vaak in één alem. Wellicht is dat het gevolg van het feit, dat ze bijna gelijktijdig, als professor aan de Vrije Uni versiteit ■erbonden werden en nog wel op jeugdigen leeftijd. Nauwelijks 25 jaar was Mr. Diepenhorst oud toen hij Professor Die penhorst werd. Maar deze hoogleeraar beantwoordt abso luut niet aan het beeld ,dat wij ons in de jeugd van een professor hadden gevormd: een getabberde deftigheid, met een zwart kalo'je op, voor het minst Zondag en door de week in gekleede jas en hoog gehoed en een strak-deftig gezicht, dat nooit uit de plooien raakt. Hm, zoo beschouwd heeft deze prof weinig van een hoogleeraar. Trouwens, uitgestreken deftigheid verwerft men noch in de politiek, noch in de journa listiek. En aan beide heeft P. A. D. zich nog al Schuldig gemaakt; men zou haast zeggen: te buiten gegaan. Wat dat betreft, kan men .moeilijk de ju- bileerende professoren in één adem noemen, zooals Simeon en Levi „gebroeders" genoemd werden: want hoewel beider namen langen tijd aan de kop van De Rotterdammer stonden en hoewel beide lid der Eerste Ka mer zijn: het is bekend, dat Mr. Diepen horst veel meer journalist en veel meer po liticus is dan Prof. Anema. Dé eerste zit om zoo te zeggen altijd met de pen. in de rechterhand om te schrijven voor de pers of voor het boek, thans meer voor het laatste: met het potlood in de lin kerhand om polemische aanteekeningen te maken in de Kamer en met het waterglas voor zich om een. rede te houden. Veelschrijver en veélprater! Vele jaren is Prof. Diepenhorst hoofdredac teur van De Rotterdammer geweest en de lezers hebben kunnen genieten van drie star en hoofdartikel. Thans werkt Prof. Diepenhorst nog mede aan De Standaard. In verschillende tijdschriften vindt men geregeld artikelen van zijn hand en boeken van groot en klein formaat, als reeds ge noemd, zien telkens het licht. Afkomst, neiging en studie hebben er toe geleid, dat Prof. Diepenhorst bizondere aan dacht is gaan schenken aan landbouwaange- legenhcden en tariefskwesties. Vandaar zijn studies over de Pachtwet en zijn voorzi'ter- sehap van de Staatscommissie, welke zich hiermee bezighield; vandaar de reeks van geschriften over een doelmatige handelspoli tiek. Prof. Diepenhorst In de politiek. Deze lievelingsstudie heeft hem echter niet belet, om aan de algemeene politieke vraag stukken de noodige aandacht te besteden. Meermalen heeft Mr. Diepenhorst in de Eer ste Kamer het standpunt der anti-rev. fractie verdedigd en zijn rede was altijd een evene ment. Heel de Kamer was van begin tot eind geboeid door het speelsch vernuft, de rake beelden, de allesbeslissende ci'aten, het bloemrijk betoog en Je kostelijke humor. Wee de tegenstander, die slachtoffer werd van zijn goedmoedige spot. Hij moest lachen en huilen tegelijk. Van 27 Dec. 1920 af, maakt Prof. Diepen horst deel uit van ons Hoogerhuis en men zou hem daar wel zeer missen, als hij op hield lid te zijn. Want zijn gekruide rede voeringen geven fleur aan het deb> hij be hoort tot de allerbeste sprekers, evenals Anema: terwijl ze toch onderling veel ver schillen. Uit een tweetal politieke functies heeft Prof. D. zich teruggetrokken: het lidmaat- schap van de Amsterdamsche raad, dat zoo ontzaglijk vceh tijd vraagt; en het lidmaat schap der Prov. Staten van Noord-I-Iolland. dat (nis we het-zeggen mogen) niet zoo heel veel botcekent; heeft hij opgezegd. Daartegenover staat, dat het lidmaatschap vin de Hooge Raad van Arbeid en van de Centrale Commissie voor de Statistiek be langrijke functies zijn en veel meer in de lijn van des professors aspiraties liggen. Al mot al zal Mr. Diepenhorst wel raad weten met zijn vrijen tijd. Voorzoover een politicus-jnurnalis' nog van vrije tijd kan spreken. Want met een variant op de klaag zang van dc droeve Rijn-dichter kan Prof. Diepenhorst zeggen: en nu, ik kan mijn ja ren tellen, half om half gewoon sterveling en professor; doch wie telt het tal mijner geschriften,, rodevoeringen, artikelen in dag blad en periodiek en nie' te vergeten het aantel citaten van tegens'anders, dat ik in polemiek en debat, op het voor de tegen partij meest ongunstige oogenbïik, als een ratelend mi'railléurvuur in volle actie kan brongen? Man van veelzijdigen arbeid, dèt is pro fessor Diepenhorst, DE ZACHTMOEDIGE VOERMAN WAS BLIJ MET EEN BEKEURING Toen de voerman de politie zag naderen, liet hij depaarden stapvoets loopen. En toen de handhavers der openbare orde de magere scharminkels nauwlettend bekeken, was hij verheugd. Eén der agenten trad nader en ontdekte al spoedig ,dat het bijdehandsche paard een groote wond aan de borst had, waar het wagenzeel juist overheen schuurde. U verricht werk met een gewond paard, zei de agent Dat is waar, antwoordde de voerman. Ik moet u daarvoor bekeuren, zei de agent Dat doet mij genoegen, luidde het be scheid. Span dat paard uit, beval de agent Zeer gaarne, zei de man. De agenten en de belangstellende wande laar, verwonderden zich toch wel een beetje over deze zonderlinge voerman, die met een gewond paard arbeid verrichtte en zoo kin derlijk blij leek, nu hij het paard kon weg leiden zonder vracht O, heel eenvoudig, zei de voerman. Dat arme dier lijdt ontzettende pijnen. Elke mor gen is de wond dichtgegaan en dan gaat het tuig er weer over heen. 't Gevolg is natuu- lijk, dat de wond weer opengescheurd wordt en met het beest is in 't begin dan ook geen huis te houden; het steigert en slaat van "k Heb het de baas al meer malen gezegd, maar hij lacht er wat om. Uit een beest moet je zooveel mogelijk rente halen, zegt hij. En wat de pijn betreft, nou ja, een paard is maar een paard. Daarom was ik blij, dat de politie op mij afkwam; desnoods had ik ze geroepen, want ik kan het niet langer aanzien. Aldus de zachtmoedige voerman, die voor het r e c h t van het trekdier opkwam. Ik hoop, dat de dierenbeul een flinke straf krijgt en dat alle wreedaards, die de dieren onnoodig leed doen, straf naar kwaad ont vangen. De dieren, die ons dienen, worden nog maar al te vaak zonder noodzaak mis handeld, het zij uit onnadenkendheid, hetzij uit hoogmoed, hetzij uit louter lust tot pla- S<De -verzuchting van het paard: „Brug op, slaat mij niet; brug af, jaagt mij niet;" heeft alle reden van bestaan. Veel dierenleed kan voorkomen worden! HET SPORTVLIEGEN TIJDENS KERKDIENSTEN Eenigen tijd geleden dienden B. en W. van Hoogvliet, Rhoon en Pernis, gemeenten, welke in de onmiddellijke omgeving van het vlieg veld Waalhaven zyn gelegen, een klacht in bij den betrokken Minister, naar aanleiding van vliegdemonstraties, welke op Zondag 80 Juni j.l. door de Rotterdamsche Aero Club waren gegeven. De klacht betrof "net laag vliegen boven de bebouwde kom der gemeen ten, waardoor de godsdienstoefeningen werden gestoord. De Minister heeft zich naar aanleiding van de klacht gewend tot de Rotterdamsche Aero Club, welke op dien dag luchtvaartvertoouin» gen en wedstrijden had ondernomen. Een afschrift van het antwoord der Aero Club heeft de Minister den betrokken ge meentebesturen toegezonden, met de aan- teekening: „Voor het geval aan u nog bekend moch ten zijn nationaliteits- en inschrijvingsken- merken van vliegtuigen, welke op zeer ge ringe hoogte boven de bebouwde kom van uw gemeente zouden hebben gevlogen, waar mede derhalve het bepaalde bij art. 54 2e lid van het Luchtverkeersreglement zou zijn overtreden, zal ik zulks nader gaarne vernemen. Bij voorkomende gelegenheden hen ik hereid te overwegen, in hoevprre het wenschelijk zou zijn, om aan de verbodsbe paling nog bijzondere voorwaarden betref fende de hoogte, waarop over de bebouwde kom zal mogen worden gevlogen te ver binden." B. en W. van de drie betrokken gemeen ten hebben daarop als antwoord aan den Minister het volgende schrijven gezonden: „Naar aanleiding van uw aan onze colle ges gericht schrijven met daarbij gevoegd afschrift van een schrijven der Rotterdam sche Aeroclub, hebben wij de eer Uwe Ex cellentie in de eerste plaats onzen beleefden dank te betuigen voor de wijze, waarop door Uwe Excellentie ons verzoek inzake luehtvaartvertonnineen op Zondag, is behan- deld en voor de aan het slot van nw schrij ven gedane bereidverklaring om te overwo gen aan een eventueel te verleenen vergun ning voor het houden van luchtvaartvertoo- ningen op Zondag bijzondere voorwaarden te verbinden Tot onzen spijt moeten wij Uwe Excellentie beleefd mededeelen, dat het antwoord der Rotterdamsche Aero Club niet volled:g is aan gezien in haar schrijven nipt wordt medege deeld, dat des namiddags een snelheid-wed strijd is gehouden, waaraan v'iegt-igon vsn verschillende netionnlitpRen en ook vliegtuigen van de R. O. C. dee'nr.men. Juist hg de zen wedstrijd is op zeer geringe hoogte bo ven de kom dezer gemeenten gevlogen waar door bij hot houden der godsdienstoefen ngen hinder is ondervonden. Helaas is men niet in staat geweest om de kenteekenen op te ne men.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 1