Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
BINNENLAND.
3R1EVEN UIT DE HOOFDSTAD
XBONNEXSENTt
Per kwartaal ƒ3.25
(Beschikkingskosten 0.15)
per week0.25.
Voor het Buitenland bij Weke-
lljksche zending„6.—
Bij dagelij ksche zending „7.—
Alles bij vooruitbetaling
Losse nummers 5 cent
met Zondagsblad 7/2 cent
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijgbaar
No 2884
Bureau: Brecstraat 123 Telefoon 2710 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936.
DINSDAG 29 OCTOBER 1929
ADVERTENTIE N:
Van 1 tot 5 regels 1.17%
Elke regel meer 0.22%
Ingez. Mededetlïngei.
van 1—5 regels -2.30
Elke regel meer -0.45
Bij contract belangrijke korting. J
Voor het bevragen aan bet bureau j
wordt berekendƒ0.10 j|
10e Jaargang
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
*0* ARBEIDSTIJD OP ZEE.
Het vraagstuk van de arbeidstijd op zee
is ongetwijfeld één der moeilijkste socia
le problemen. Het spreekt wel vanzelf, dat
te allen tijde met buitengewone omstan
digheden als weersgesteldheid, gerekend
moet worden, welke men in bedrijven te
land zonder bezwaar kan uitschakelen.
Bovendien, al kan op groote mailstoo-
mers nood wéér uitgezonderd de ar-
beidsverdeeling vrij nauwkeurig geschie
den; op kleinere vaartuigen en vooral vis-
6chersschepen, gaat dat zeer moeilijk.
Dit laatste werd zoo sterk gevoeld, dat
op de eerste Zeeliedenconferentie, welke in
1920 te Genua gehóuden werd, de rechts
positie der visschers geheel onbesproken
bleef.
Toch kan niet ontkend, dat menig vraag
stuk om oplossing roept.
Het wil er bij ons b.v. niet in, dat een
reeder den diepzeevisscher 'aan de monster
rol kan houden, zoodat hij geen andere be
trekking mag aanvaarden, al moet hij ook
werkeloos langs de haven loopen, omdat
de reederij geen schip voor de visscherij
klaar maakt.
En met volle erkenning van de onmoge
lijkheid om een achturigen werkdag voor
zeelieden in te voeren, mag toch op een
behoorlijke arbeidsduurregeling; waaraan
de werknemer houvast heeft, worden aan
gestuurd.
In dit laatste hebben de reeders blijk
baar weinig zin, ende Zeeliedenconferen
tie dezer dagen te Genève gehouden- had
dan ook een vrij ongunstig verloop. Meer
dan eens dreigde een conflict alles in de
war te sturen en het beeft moeite gekost
om nog een vreedzaam slot- te vinden.
Meermalen maakte het den indruk, dat
de reeders onwillig waren om de eerstvol
gende conferentie, waarop de arbeidstijd
waarschijnlijk aan de orde zal komen, be
hoorlijk voor te bereiden. t
Dat valt te veroordeelen.
Met de bijzondere eischeai van het be-
dtijt moet ernstig rekening worden gehou
den; maar dit mag niet tot regelloosheid
leiden. Het vraagstuk van den arbeidstijd
op zee is buitengewoon moeilijk, doch
juist daarom moet naar een bevredigende
regeling worden gestreefd en kon de Con
ferentie niet toelaten, dat van interna
tionaal overleg werd afgezien. Dat laat
ste is bier zeker onmisbaar.
Met Albert Thomas, die zijn uiterste
best heeft gedaan om de samenwerking te
behouden, spreken we de hoop uit, dat de
conferentie van 1931 het gewenschte resul
taat mag hebben, [toch daarvoor is de me
dewerking van alle partijen: regeeringen-
reeders en zeelieden, absoluut noodzake
lijk.
„ONDERKRUIPERS."
Het woord „onderkruiper" heeft een on
aangename klank; bet doet denken aan -de
schuifelende beweging van een slang, die
loert op haar prooi. Er .zit iets verrader
lijks in.
Dat stakers, die naar hun overtuiging,
noodgedwongen een scherpe maar recht
vaardige strijd.voeren voor betere arbeids
voorwaarden- werkwillige buitenstaande! s
voor onderkruipers schelden, is althans te
verklaren.
Maar in het socialistische jargon wordt
van lieverlede ook voor „onderkruiper" ge
scholden de arbeider, die niet wenscht te
staken, die ondanks roode terreur werkwil
lig blijft
Dit nu is reeds taalkundig onjuist. De
werkwillige die ^om welke reden ook
het stakingsparool niet opvolgt, maar de
arbeid voortzet is geen onderkruiper, want
hij blijft aan zijn werk.
Doch ook moreel, doet de staker- die hem
voor onderkruiper scheldt, hem onrecht
aan. Hij heeft minstens evenveel recht om
arbeid te verrichten, als de staker het
recht heeft, deze neer te leggen.
De moderne vakvereeniging, welke ieder
een, die haar parool niet volgt met onder
kruiper aanspreekt, moge zich verbeelden,
dat zij over allèn oqrdeelen mag; zóó staat
het gelukkig niet in ons land.
De landarbeiders in Groningen, de steen
zetters in Amsterdam en de fabrieksarbei
ders in Maastricht die het roode advies
niet opvolgden, waren geen onderkruipers
maar achtenswaardige arbeiders, die het
recht van den arbeid hooghielden en ver
dedigden.
De roode vakbeweging probeere liever
om in eigen huis baas te blijven. De leden
andere organisaties hebben zich van
haar kwalificatie niets aan te trekken.
BEDENKELIJKE TOESTANDEN.
Verschillende Roomsch-Kath. bladen uit
bet Zuiden des lands, die uit den aard der
zaak allicht beter kijk op personen en toe
standen in Zuid-Limburg hebben dan wij,
spreken het onverholen uit, dat zoowel
werkgevers als plaatselijke overheid indi
rect en in verschillend opzicht aansprake
lijk gesteld moeten worden voor de beden
kelijke toestanden aldaar.
Bij de troebèlen in -Maastricht is bloed
gevloeid en de bespreking in de Tweede
Kamer had meer indruk gemaakt, als ze
in ernstiger toon gehouden was; maar
volle bevrediging heeft ze niet gegeven.
Ongetwijfeld is vast komen te staan, dat
de S.D.A.P. ook hier geen fraaie rol heeft
gespeeld; in streken, waar anarchisten ac
tie voeren heeft deze partij weinig rugge-
graat.
Maar ondanks dat alles, neigen ook wij
tot de meening, dat zoowel werkgevers (en
zij in de eerste plaats) als autoriteiten
schuldig staan.
Wat wij lazen, zagen en hoorden in Zuid
Limburg- maakte (uitzonderingen daarge
laten) op ons steeds den indruk, dat bij
de werkgevers vaak roomsch geloof en oud-
liberale economie samengaan.
Dat dit dubbel gevaarlijk is in een
streek, waar het grootste deel der bevol
king kerkelijk één leven leeft, zal iedereen
toestemmen.
De tegenstelling tusschen geloof en so
ciale onaandoenlijkheid moe't wel revolu
tionairen kweeken; onverschillig bij wel
ke partij men zich voegt om zijn ontevre
denheid te luchten.
Ook de houding der overheid schijnt niet
te bevredigen. Van de eene fout, gepiaakt
door al te hardhandig en eenigszins roeke
loos optreden, schijnt men van de weerom
stuit doch toen er reeds bloed gevloeid
was in de andere te zijri vervallen, om
n.l. de sociaal-democraten te ontzien. De
Limburger Koerier, anders geen blad van
onvoorzichtige critiek, doet bedenkelijke
verhalen.
Wij' die op verren afstand de gebeurte
nissen volgen, matigen ons geen positief
oordeel aan. Doch ook na de mislukte com
munistische interpellatie, welke vrij for
meel gehouden werd, is er na het gepubli
ceerde in de pers voldoende reden voor
feen ernstig onderzoek.
DE VRIJE UNIVERSITEIT
Men zou zoo .meenen dat er in deze week
over niets anders viel te schrijven dan over
de lichtweek. Er is van het lichtfestijn in
derdaad veel goeds te zeggen. Honderddui
zenden liebbcn van de schoonheid Van onze
straten en pleinen onder de felle belichting
der elëcfrische lampen geprofiteerd.
De gondeltochten, de auto-ritten, de re
clame-campagnes, ze zijn allen geslaagd en
materieel moet het 'voor velen een goed»
week geweest zijn. Wij gelooven, dat dt
organisators dankbaar mogen terugzien op
de vrucht van hun werk, en dat de burgerij
hen evenzeer dank verschuldigd, is.
Maar wij willen in de lichtweek onder het
licht halen een feit, dat door de groote
massa niet is waargenomen, een gebeurte
nis die door de massa niet is gewaardeerd,
die de stad niet in opschudding heeft ge
bracht en zelfs ons Christenvolk niet heeft
ontroerd, en toch in wezen van veel groo-
ter beteekenis is voor stad en land, als de
lichtweek die voorbijgaat en in het leven
van onze stad slechts een herinnering aan
sprookjespracht achterlaat.
Wij bedoelen de Dies Natalis van onze
calvinistische universiteit en wij denken dan
niet aan de viering -zelf, maar aan het feit,
dat met die viering in herinnering werd ge
bracht
Is de Vrije Universiteit een stuk van ons
Amsterdamsche leven? Natuurlijk in den
eigenlijken zin wel. Maar we bedoelen met
onze vraag iets anders. Weet Amsterdam in
den breeden zin, dat de V.U. er is? Waar-
deeren wij het? Zijn wij er trots op?
Op die vraag zou ik niet graag een toe
stemmend antwoord geven. De stedelijke
Overheid heeft voor de V.U. ni-imer iets ge
daan. Wat men in Nijmegen deed voor de
Katholieke Universiteit, en terecht, heeft
Amsterdam nooit gedaan, zal Amsterdam
niet gemakkelijk doen. Natuurlijk ligt dit
voor éen deel hieraan, dat wij zelf een Uni
versiteit hebben en dat wij daarvoor kapi
talen moeten voteeren. Dat maakt ons min
der scheutig voor "een particuliere instelling,
die eigenlijk is een protest tegen onze Hoo-
geschool. Wat klein gezien, maar zoo is het
toch. "Noch de oude liberale regenten, noch
hun meer radicaal nakroost, voelt iets voor
de geweldige worsteling van het Calvinisme,
zich mee uitend in de oprichting en instand
houding van onze Calvinistische Hooge-
school.
EJaarom is ze nog altijd behuisd op een
wij Tie die toch niemand bevredigen kan. Ze
trekt in geen enkel opzicht de aandacht
wat het uiterlijke betreft, ze is niet modern,
ze is te klein, ze moest ook wat haar uiter
lijke verschijning betreft, meer tot ons spre
ken, en het ware volstrekt niet gek als de
plaatselijke Overheid voör een waardige
huisvesting voor de Vrije Universiteit een
belangrijke som wilde voteeren.
Natuurlijk getuigt het onvoldoende gebouw
ook tegen den engeren kring Amsterdam
mers, die nauwer gebonden zijn aan deze
stichting, die haar allereerst hooren te dra-
en die voor uitbouw moeten zorgen. Wij
achten niet gering de offers, die in den loon
der jaren zijn gebracht, niet gering de som
die nog jaarlijks worden bijgedragen.
Ze getuigen van waardeering, van liefde en
trouw. Maar het komt ons toch voor dat wij
niet halen de maat van onze vaderen. De
stichting was een geloofsdaad. De voltooiing
zou ook een geloofsdaad zijn. Zoo groot, dai
wij het aandurven is ons geloof niet. En
ais vanzelf zijn daarom ook onze middelen
iet toereikend.
Wij kennen de waarschuwing van den
torenbouw. Wij vragen niemand te bouwen
zonder vooraf de kosten berekend te heb
ben. Maar wij hebben wel eenig bezwaar
tegen te groote vereconomiseering van ons
'.Vij geven nog wel voor onze Vrije
Universiteit. Maar wij komen niet meer aan
het offer toe!
Wij hebben den indruk, dat de kring
waarop onze Vrije Universiteit steunen moet
kleiner wordt. Niet dat men er als hot kan
geen gebruik van maken zal voor zijn kin
deren, niet dat man zijn contributie zal in
trekken, maar het dragen van de Universi-.
OFFICIEELE BERICHTEN
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder in
de Oranje Nassau Orde mevr. W. H. M.
Foppe-Oldenhof, presidente van de St. Eli-
sabethvereeniging te Zwolle.
Bij Kon. besluit is toegekend de zilveren
eere-medaille Oranje Nassau Orde aan M
Ha rings- chef-sorteerder bij de N.V. Tabaks
fabriek de Oldehove te Leeuwarden, en aan
mej. N. Kooyman, huishoudster bij mevr. de
wed. A. A. Eschauzier—Bakker, to West-Ter
schelling.
Bij Kon. besluit is aan mr. G. L. de Vries
Feijens, kantonrechter te Amsterdam, ver
lof verleend tot het aannemen van het
vreemde eereteeken officier in de Orde van
het Legioen van Eer van Frankrijk;
is aan den res.-luit.-kol. van den gen. staf
J. W. van Oorschot, vergunning verleend
tot het aannemen van de ordeteekenen van
commandeur der Orde van de Kroon van
Italië en van ridder 1ste klasse der Orde van
de Witte Roos van Finland.
RIJKSVERZEKERINGSBANK.
Bij Kon. besluit is eervol ontslagen we
gens reorganisatie in den dienst der Rijks-
verzeker.ngsbank il. J. van Ingen als com
mies bij die instelling.
GEVANGENISSEN.
Bij Kon. besluit is eervol ontslagen E.
Cousyn, als directeur van de strafgevangenis
te Haarlem;
is benoemd tot lid van het college van
rtgenten over de gevangenis te Tiel, Mr. Dr.
C. H. Baale, kantonrechter te Tiel.
VOOGDIJRAAD.
Bij Kon. besluit is benoemd tot lid van den
Voogdijraad te Assen, mevr. J. H. Bergmans
-Beins- wonende te Borger.
BELASTINGDIENST.
Bij beschikking van den Minister van
Financiën is de ontvanger der dir. bel. enz.
N. J. Schepers, verplaatst van het kantoor
Ravenstein naar het kantoor Venray; de
hypotheekbewaarder Mr. H. Izoema, ver
plaatst van Leeuwarden naar 's-Graven-
hage en tijdelijk aan het Dep. van Finan
cien; de ontvanger der dir. bel. enz. M. J.
de Joncheere verplaatst van het kantoor
Kesteren naar het kantoor Rhenen.
BURGEMEESTERS.
Bij Kon. besluit is benoemd tot burge
meester der gemeente Eysden C. E. G. A.
H. M. G. baron de Loë.
CONSULATEN.
Bij Kon. besluit is A. Wauters erk. en toe
gel. als vice-consul van Luxemburg tc Am
sterdam.
VOLKENBOND EN VREDE
DE STRIJD OM DE ZENDUREN
Het gewestelijk bestuur Noord-Holland
van de A.V.R.O. heeft gister de volgende
motie aangenomen, gericht tot den voorzit
ter van de A.V.R.O., den heer Westerveld:
Het gewestelijk bestuur Noord-Holland
der A.V.R.O., reeds langen tijd van meening,
dat het voorzitterschap der Algemeens Ver-
eeniging Radio-Omroep niet berust in han
den van iemand, die doelbewust en zonder
omwegen den weg aanwijst, dien de A.V.R.O.
dient te bewandelen ter verkrijging van een
goed geconsolideerde positie; de overtuiging
hebbende, dat de desavoueering van het al
gemeen bestuur der A.V.R.O. door dea voor
zitter- betrekking hebbende op de redevoe
ring van den heer Vogt voor de microfoon
op Maandag 21 October gehouden, het thans
uitermate gewenscht maakt, dat het voor
zitterschap in andere handen worde gelegd;
verzoekt u met den meesten drang, onmid
dellijk het voorzitterschap neer te leggen.
Ook uit Leiden kreeg de heer Westerveld
zoo'n afkeuring in zijn beleid.
teit is nog slechts het voorrecht van weini
gen.
Het meeleven met, het er van vervuld zijn,
het gebed voor de Vrije Universiteit beperkt
zich tot weinigen. En als dat -zoo blijft,
komt de verbouwing noch de wasdom tot
stand. Wij spreken niet van het land. Mis
schien is het daar beter. Wij spreken van
Amsterdam, van kerkelijk Amsterdam, van
Gereformeerd Amsterdam, van onzen eigen
kring voor onszelf.
Ligt er schuld aan de V. U. zelf? We zou
den misschien wei op enkele feiten kunnen
wijzen, die wellicht bij sommigen ontstem
ming en onrust hebben gebracht. Maar de
eigenlijke oorzaak ligt in de verslapping bii
ons. En als dit niet verandert, dan ontvalt
ons straks de kostelijke schat, die God ons
i de Vrije Universiteit gegeven heeft
Vergissen wij ons misschien? Wie de Dies
Natalis meemaakte, moet tocht wel getrof
fen zijn door het feit, dat de belangstelling
behalve van de zijde der studenten, zoo ge
ring was. En dat is niet een verschijnsel dat
zich in 1929 voor het eerst openbaarde, doen
reeds eerder werd waargenomen. Daar zijn
andere tijden geweest. Dat de belangstelling
de buitenwacht groot was en de stu
denten zich met een bescheiden plaats moes
ten tevreden stellen. Dat men iets anders
verzuimde om naar de „Werkende Stand"
te gaan.
Wij zien dit niet zonder zorg. Hoe verder
de Vrije Universiteit van ons volk komt af
te staan, hoe meer gevaren haar dreigen. En
als wij de Vrije Universiteit loslaten in ons
leven, in ons gebed, dan berooven wij haar
'an haar kracht.
Misschien kan men van den kant van de
Vrije Universiteit zelf iets doen om meer
belangstelling te wekken door ook en vooral
op den stichtingsdag iets meer te doen voe-
van de beteekenis van onze Calvinisti
sche levensopvatting voor de wetenschap.
Misschien kan men iets sterker belichten de
invloed van ons levensbeginsel voor de be
oefening der wetenschap. Iets laten zien van
de eigen plaats die onze Universiteit in
neemt en moot innemen zal ze bestaansrecht
behouden.
Wij hebben groote waardeering voor onze
professoren, voor hun wetenschappelijke
prestaties. Maar zouden ze wellicht ook iets
meer profeten kunnen zijn?
AREND VAN AMSTEL.
JAARVERGADERING DER VEREENIGING
TE HAARLEM
REDE VAN PROF. MR. ANEMA
Ohder voorzitterschap van Prof. An erna
is te Haarlem de jaarlijksche algemeene ver
gadering gehouden van bovengenoemde vcr-
eeniging.
Ter opening wees de Voorzitter er op, dat
een algemeene beweging als de vredesbewe
ging behoefte heeft aan een korte leuze, om
haar ideeën-wereld in enkele woorden saam
te va: ten, en zoo is sinds het Protocol van
Genève voor de vredesbeweging als saam-
vatting van haar actie de zinspreuk ónt-
staan: arbitrage, veiligheid, ontwapening.
Zulk een zielekreet duldt geen analyse
door formeele logica; zij is geloovïg te aan
vaarden of twijfelmoedig te verwerpen. Be
ziet men de Geueefsche trilogie niet naar
haar algemeene strekking, maar naar haar
programmatischen inhoud, dan blijkt, dat er
aan haar iets negatiefs en tegelijkertijd iets
individualistisch kleeft. Spr. zet dit nader
ui "een.
Het besef is doorgedrongen, dat de leuze
van arbitrage, veiligheid en ontwapening
haar bekroning alleen kon vinden in het
meer naar den voorgrond brengen der ge
dachte van de positieve volkengemeenschap
voor de internationale samenwerking. De
teleurstelling met dc voorbereidende ontwa-
penings-confereniie gaf den grootsten stoot
in deze richting.
Het bestaan van krachtige zelfstandige
staten is geen tegenstelling met een goede
internationale gemeenschap; het is er
gendeel de onmisbare voorwaarde van.
de in de laatste jaren steeds wassende stroom
van geschriften tegen de staten-souvereini-
teit gaa! in dezen dan ook meermalen verre
over de schreef.
Maar de goede en juiste gedachte daarin
is, dat, waf eenmaal inter nationale aan
gelegenheid is en dat is een veel groolere
rubriek dan nu nog vaak wordt erkenu
dan ook door gezamenlijke actie behoort te
worden geregeld, dat de daarvoor bestemde
organen versterking van hun bevoegdheid
behooren te ontvangen, en dat nieuwe orga
nen behooren te worden in het leven geroe
pen waar dat noodig blijkt.
Nu de oorlog als instrument van nationale
politiek is uitgebannen moeten er andere
wegen en middelen worden gevonden of be
staande versterkt, om de groote problemen
van het internationale leven onder de oogen
ce zien en te regelen, voordat zij zich toe
spitsen tot acute geschillen.
En die problemen zijn vele: verdere uit
bouw van de geschillen-oplossing, verlaging
en afbraak van tariefmuren, verdeeling van
grondstoffen, het immigratie-vraagstuk,
ziging van onhoudbaar geworden machts
verhoudingen, de regeling van de verhou
ding van s aat en natie in het minderheden
vraagstuk, meerderjarigverklaring van
ten in het Koloniale vraagstuk, handhaving
van orde cn veiligheid in de internationale
gemeenschap en nog zooveel meer.
Er moet ook in de volkeren-gemeenschap
worden geregeerd, zij liet dan ook door fe
deratieve organen. Dan komt het gevoel van
veiligheid vanzelf en daarmee moreele en
materieele ontwapening.
Het jaarverslag.
op:
Het hoofdbestuur besteedde veel aandacht
aan de verhouding tusschen Nederland en
België, medé in verband met eventueele
vooruitzichten van een nieuw Nederlandsch-
Belgisch tractant. Naar aanleiding van de
z.g. Utrechtsche publicaties werden bij de
Unie van Volkenbondsvereenigingen twee
voorstellen aanhangig gemaakt, het ecne be
trekking hebbend op een bestudeering en de
werking van art. 18 van het Volkenbonds-
tractaat, dat op de registratie van tractaten
betrekking heeft, het andere betreffende mid
delen ter voorkoming van hetgeen thans is
geschied.
Mr. H. Bijleveld trad af al§ lid van de re
dactie van het orgaan De Volkenbond. Prof.
mr. H. Dooyeweerd nam zijn plaats in.
De rekening en verantwoording van den
penningmeester over 1928 sluit met een be
drag van f 19.332. Nadeelig saldo f 811.
De verslagen werden goedgekeurd.
De heer Van Raalte bracht eenige versla
gen uit
Ontvangst ten stadhuize.
Na de morgenvergndering werden de deel
nemers officieel ontvangen ten stadhuize,
waar burgemeester Maarschalk de aanwezi
gen toesprak.
Prof. Mr. Anema dankte den burgemeester
Bestuursverkiezing.
Nadat de vergadering heropend was zijn
bij acclamatie de aftredende bes'uursledèn
herkozen; een voorstel om het aantal hoofd
bestuursleden met twee uit te breiden, is
aangenomen. Prof. A. Anema is eveneens bij
acclamatie herkozen.
Voorstellen.
Een voorstel van Den Haag werd, na wij
ziging door Mr. Y. Limburg aldus aanvaard:
De vereeniging voere een krach'ijje actie
voor een vergaande internationale verminde
ring van bewapening cn dinge er bij de
Union op aan, dat ook in andere landen
deze actie gevoerd worde, een en andere met
achtneming van liet bepaalde in art. 8 van
het Volkenbondsstatuut, met de verplich'ing
voor iedere staat, de internationale rechts
orde te handhaven."
Aangenomen werd ook een Haagsch voor
stel:
„Het hoofdbes'uur onderneme een krach
tige actie om het publiek te doordringen van
het nut van de werkzaamheden Van het In
ternationaal Arbeidsbureau, de technische
organisaties en verdere commissies van den
Volkenbond, alsmede van de noodzakelijk
heid hiervoor de bcuoodigde gelden niet te
onthouden."
Berechting van arbitragcgeschillen.
Mr. A. M. Joekes leidde het vraagstuk 1",
INGEZONDEN MEDEDEELTNGEN.
CHR. BEWAARSCHOOLONDERWIJZERESSEN
Zilveren Jubileum van de Vereen, van
Chr. Bewaarschoolonderwijzeressen
in Nederland
De Vereeniging van Chr. bewaarschool
onderwijzeressen in Nederland heeft op 25
en 26 October te Utrecht in het gebouw
„Plompe. Toren", haar 25-jarig bestaan fees
telijk herdacht.
Uit alle doelen van het land waren vele
leden der Vereeniging reeds verleden week
Vrijdagavond saamgekomen op een Onder
linge begroetingsavond. Er heerschte een
recht opgewekte stemming in de volle zaal,
met tal van bloemstukken versierd door
andere vcreenigingen op het terrein van
het bewaarschoolonderwijs. Tot opluistering
van dit gezellig samenzijn hebben verschil
lende afdeel ingen veel schoons te hooren en
te zien gegeven. Vooral het zangkoor van
de Utrechtsche afdeeling heeft zich zeer
verdienstelijk gemaakt
Op Zaterdag daaraanvolgende had in het
zelfde gebouw de officieele feestvergadering
plaats, waar afgevaardigden van verschil
lende onderwijsorganisaties en oud-leden van
het Hoofdbestuur, zoomede de Rijksinspec-
trice van het Bewaarschoolonderwijs in d;
3e hoofdinspectie tegenwoordig waren.
De vergadering ving te 10 uur aan en werd
geleid door de presidente mejuffrouw
B r u y n i n g h u i s, die van de oprichting
af lid van het hoofdbestuur is.
Openingswoord.
Na opening der vergadering met het zin
gen van Psalm 103 vers 1 en 2 en gebed,
sprak de Presidente na vooraf den 103den
Psalm te hebben voorgelezen een woord van
hartelijk welkom tot de talrijk aanwezige
leden, afgevaardigden en verdere genoodig-
den. Zij wees er op hoe er alle reden was
in dit samenzijn de weldaden Gods te her
denken nu de Vereeniging in die 25 jaar was
uitgegroeid van een kleinen krng van on
derwijzeressen tot een groote landelijke or
ganisatie met 450 leden. Maar öok het werk
was veel omvattend geworden. De examens,
vroeger afgenomen door de commissie-Pier-
son, worden reeds tal van jaren door een
commissie aangenomen, welke door het
Hoofdbestuur der Vereenigiry; telken jare
wordt afgewezen. Ook het bezit van een
eigen maandblad brengt veel arbeid mee
De feestrede.
De feestrede werd daarna uitgesproken
door mevr. H. Weurmande Rooij.
Mevr. Weurman is een der oprichtsters
van de Vereeniging en is enkele jaren lang
presidente geweest Haar onderwerp was:
„De macht van het kleine".
Spreeksters ging in het kort de ontwikke
ling der Vereeniging na. Van een stekje
was de Vereeniging uitgegroeid tot een
boom, tot verwondering van allen en tot
beschaming van sommigen, die de noodza
kelijkheid van haar bestaan in twijfel trok
ken. Het werk van wijlen ds. Pierson in het
belang der Christelijke bewaarschool ver
richt, 'wordt door spreekster met dankbaar
heid herdacht Zij schetste vroeger bestaan
de toestanden op de bewaarschool ora
te toonen hoe groot de verandering is
weest ten goede als we onze hedendaagsche
bewaarschool bezien.
Spreekster laat echter voor onze jongere
bewaarschoolonderwijzeressen dc ernstige
vermaning hooren: blijft bij ons Christelijk
beginsel en laat de geest der Wereld niet in
onze bewaarschool binnendringen, maar
laat voor ons onderwijs en voor ons heelc
schoolleven het Woord Gods tot richtsnoer
blijven.
Ter afwisseling werden enkele zangnum
mers ten gehoore gebracht door het Dames
koortje uit de Utrechtsche afdeeling.
Gelukwenschen.
Namens het Hoofdbestuur werd den heer
J. Hobma, die reeds 20 jaar lang adviseur
der Vereeniging is, hjj de herdenking
dit feit, het boekwerk van prof. Kohn-
s t a m m aangeboden: „Schepper en Schep
ping".
Vervolgens ontvingen verschillende afge-
aardigden gelegenheid de gelukwenschen
hunner Vereenigingen over te brengen.
De heer Van A a 11 e n bracht als lid van
het Hoofdbestuur der Vereeniging van Chr.
Onderwijzers en Onderwijzeressen in Neder
land de hartelijke gelukwenschen van die
vereeniging over.
Mej. H o u b a, Rijksinspectrice bij het Be
waarschoolonderwijs, sprak namens de
elk standpunt Nederland moet innemen
ten aanzien van arbitrage in zoogenaamde
belangengeschillen en dus of Nederland al
dan niet moet toe'rcden ook tot hoofdstuk
III van de Algemeene Acte van Arbitrage
van Genève van 192S.
Bij de'discussie bleek, dat Prof. Mr. C. W.
de ries van de Rotterdamsche Ilandels-
hoogeschool het niet met Mr. Joekes eens
was. Beide hecren zullen hun opinie nader
schriftelijk uifeonzet'en.
Nadat nog verschillende punten waren af
gedaan sloot de voorzitter de vergadering
met een woord van dank aan de afd. Haar
lem voor de uitstekende wijze van voorberei
ding.
Na afloop van de vergadering heeft men
zich aan een gemeenschappelijken maaltijd
Rijksinspectie, die ook de Christelijke be
waarscholen onder haar toezicht betrekt
De heer Joh. Zuidmeer, sprak namens
den Bond van Vereenigingen voor Christel,
bewaarschoolonderwijs in Nederland, welke
Bond met de jubileerende Vereeniging har
telijk samenwerkt, o.a. op het terrein van
de opleiding nan Onderwijzeressen.
Namens de „Unie", vereeniging van Chr.
onderwijzers, sprak de heer Jungcurt.
die de volle medewerking zijner organisatie
toezegde bij het streven der Vereeniging tot
verkrijging eener wettelijke regeling van
het bewaarschoolonderwijs.
De heer Jansen sprak een woord als
bestuurslid van de Elout Bewaarschool te
Rotterdam, in het bijzonder om zijn groote
dankbaarheid uit te spraken voor het her
stel na ernstige operatie van de presidente,
die tevens is hoofd der Elout-Bewaarschool.
Ook alles wat hij gehoord had op deze feest
vergadering gaf hem reden tot het uiten
van lof en dank aan den Heere voor zijne
groote weldadigheden op het terrein der
Chr. bewaarschool ontvangen.
Ook mevr. de wed. Makkes, oud-lid
van het Hoofdbestuur, en van de oprichting
af een der ijverige kampioenen voor de Ver
eeniging, spreekt een woord van dankbare
herinnering uit haar medeleven met de ver
eeniging en ook van de vele zorgen welke
zijn doorgemaakt en de groote moelijkhe-
den, die telkens moesten worden overwon
nen.
De heer Hardenbol, uitgever van het
maandblad „De Christelijke Bewaarschool",
kreeg gelegenheid zijn gelukwenschen aan
te bieden onder aanbieding van een kost
baar bloemstuk.
De heer Zij der veld sprak namens de
Vereeniging van Opleiders.
Telegrammen.
Op voorstel van het Hoofdbestuur werden
enkele télegrainmen gezonden aan H. M. de
Koningin, aan H. M. de Koningin-Moeder
en aan de penningmeesteresse der Vereeni
ging mej. Sluijk te Utrecht, die door ziekte
verhinderd was.
Aanbieding vaandeL
Daarna werd namens vele leden der ver
eeniging door de afdeeling Utrecht aan de
Vereeniging een vaandel aangeboden, welk
kostbaar geschenk met groote dankbaarheid
door het Hoofdbestuur werd aangenomen.
Op een zwart veld staat in vergulde letters
de naam der Vereeniging. Op een blauw
schild staat in zilver de Nederlandscbe
leeuw, waaronder zijn aangebracht de jaar
tallen 1904—1929.
Verkiezing.
Aan het slot der ochtendvergadering wer
den herkozen de heer J. Hobma a'.s advi
seur en mej. C. Kooy als secretaresse van
het hoofdbestuur.
De tijdens de vergadering gehouden open
collecte voor een der hulpbehoevende Chr.
bewaarscholen in Zuid-Oost Drenthe, bracht
bijna 70 op.
MIDDAGVERGADERING.
Des middag te ruim 2 uur werd de verga
dering voortgezet
De secretaresse bracht een kort verslag
uit van de gebeurtenissen in het leven der
vereeniging in de vervlogen 2ö jaar. Dit ver
slag, op rijm gesteld, had de volle aandacht
der vergadering en werd met een warm ap
plaus bekroond.
Nadat de presidente verschillende mede
deel ingen had gedaan werd besloten de vol
gende jaarvergadering, te 's-Gravenhage te
houden.
Rede Prof. Dr. J. H. Gunning Wzn.
De slotrede werd gehouden door prof. dr.
J. H. Gunning Wzn., eerelid der Vereeniging
Spreker merkt vooraf op, dat uit het ju
bileum door de Vereeniging thans gevierd,
blijkt hoe vast hare positie is op het breede
terrein van het onderwijs. Prof. Gunning
had tot onderwerp van zijn rede: „In hoe
verre kunnen we volgelingen van Fröbel
zijn?" Hij besprak de vraag, of we alleen
gebruikers van Fröbel's leermiddelen zijn en
ons verder niet hebben te bekommeren om
Fröbels philosophie. Spreker behandelt daar
om één der belangrijkste zaken, die door
Fröbel in zijn nagelaten, maar vroeger niet
uitgegeven geschriften, is uitgewerkt.
Fröbel is de groote apostel van de een
heid. Hij veranderde niet van denkbeelden,
maar bleef ze tot zijn dood getrouw. Spr.
stond stil bij de ontdekking in het jaar 1S11
van „de sferische Wet" door Fröbel, welke
hij noemde de grondwet van het Heelal, van
alles wat bestaat, dus ook van de opvoeding.
De bolvormige vorm van alle hemellicha
men en qpk van het menschenleven. De bol
is voor hem zinnebeeld van de voleinding.
De „bal" was voor hem het beeld van het al.
Fröbel was een typisch vertegenwoordiger
van het Monisme. Hij was geen belijdend
Christen, zooals'wij dit verstaan, maar toch
was hij godsdienstig van aard. Zijn denk
beelden laten echter geen plaats over voor
de Openbaring Gods in Christus. Al het be
staande is hem openbaring Gods, zoo ook
in Jezus. Eveneens is de zondeval voor Frö
bel een factor waarmede hij in zijn stelse'
rekening houdt. Daarom kan Fröbel niet
voldoen aan de eischen der Christelijke op
voeding.
Na de rede van prof. Gunning wordt de
feestvergadering door den spreker met dank
zegging gesloten.