DE STRIJD OM
DE ZENDUREN
Radio Nieuws.
DONDERDAG 24 OCTOBER 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5
OVER DE DUPLIEK VAN
DS. SCHILDER
V'ij lezen in De Botterdarnmer:
Van allerlei kant vraagt men ons althans
nog éénmaal terug te komen op het debat
tusschen Ds. Schilder en ons blad. De aan
genaamste taak is dit niet. Burgerlijk netjes
Kan men vaalt gemakkelijker verkeeren met
geestelijke tegenstanders, dan met geestver
wanten, als er een geschil is gerezen. Hoe
dichter bij elkaar, hoe grooter ielheid in
debatten valt te constateeren. Soms bij één
der partijen, soms bij beide.
Wat nog verscheen na ons viertal artike-
/en? In De Delfshavensche Kerkö. eischten
vier artikelen het grootste deel der beschik
bare ruimte voor zich op; één was om de,
2elfs in dit genre, toch wat abnormale leng
te gezet met de kolonel-letter; De Refor
matie had voor den overdruk plaats en in
Be Bazuin vielen kleine uitvallen, onzen
kant uit, op te merken.
Alles en nog wat is overhoop gehaald. Wij
zouden er zeker in slagen aan elke alinea
van den onvennoeiden schrijver een artikel
op te hangen, maar het nut zien wij niet in.
Het voornaamste gevolg izou zijn, dat het
punt in kwestie slechts verdoezeld werd, en
ook dit willen wij in ons artikel, dat naar
wij inzien voorloopig het laatste kan zijn,
niet uit bet oog verliezen. Bovendien is er
ln het minst geen wijziging ingetreden in
onze opvatting. Integendeel zijn wij er zeer
6tellig in venstorkt geworden en is ons oor
deel over Ds. Schilder, ten opzichte van
wat hij ons verwijt, zoomede over zijn wijze
van polemiseeren, in het minst niet gewij
zigd.
Op één punt willen wij echter de minste
lijn, ofschoon het nauwelijks noodig is voor
den aandachtigen lezer. In een geschil tus
schen broeders kan zelfoverwinning ook
eisch zijn.
In den aanvang der polemiek hebben wij,
toen wij het hadden over den voortdurenden
strijd van Ds. Schilder tegen de Christelijk-
Gereformeerden het woord hobby of stok
paardje berijden gebruikt. In een volgend
artikel zeiden wij roeds, dat het beter was
geweest, indien deze woorden niet waren ge
bruikt Wij dachten, dat dit voldoende was,
en dat hierdoor elke aanval op Ds. Schilder's
consciëntie uit het debat was verwijderd
geworden.
Aldoor komt Ds. Schilder hierop terug.
Een slap handje wenscht hij niet Welnu,
de Schrift noodt uit twee mijlen mee te
gaan, als er om één gevraagd wordt Hier
sta dan de uitspraak: Dit woord, met elke
kwade betcekenis, welke eraan gehecht kan
worden, trekken wij in, dus ook het weke-
lijksch misbruik der pen.
Paedagogisch kunnen wij dezen eisch niet
vinden. Schrijver dezes gaat met een groot
personeel om. Als één 'van hen gefoudeerd
heeft en onze kamer binnentredend, zegt:
„ik had feitelijk beter anders kunnen han
delen", heeft de levenspractijk ons geleerd,
dat met aanvaarding-zonder-eenige-reserve
een wederzijdsch vertrouwen geschapen
wordt dat den tijd verduren kan. Of, gelijk
in de nederige dorpspastorie, waarin wij onze
jeugd doorbrachten, onze moeder met haar
levenswijsheid naast veel andere lessen voor
het verkeer van mensch met mensch, ons
jongens, die de wereld in moesten, voorhield,
om nooit iemand het bloed onder de nagels
u/t te persen. Wij laten het hierbij en hopen,
dat deze onze verklaring niet met cynisme
«f met spot ontvangen wordt.
Wat ons betreft, wij willen geen klaag
toon laten hooren over al de felle woorden
ten onzen opzichte door onzen opponent ge
bezigd.
Als daar waren: bekladden, onchristelijks
dingen gezegd, onthullende be teekenis, rad
voor de oogen draaien, onwaarheden, sensa
tie, belachelijk, arrogant, fantasceren. on
dersteboven zetten, droef staaltje, orakelen,
bedenkelijke populariteit, onwetenschappe
lijkheid, onnoozelhejd, onmachtig om kwes
ties te peilen, niet eerlijk debatteeren, Rot
terdammer-roes enzoovoort, enzoovoort.
Wij zouden kunnen wijzen op het onjuist
citeeren, waar Ds. Schilder ons in de schoe
nen schuift, alsof wij geschreven hadden,
dat hij met „verachtelijk aplomb" te werk
gaat. Het lust ons niet. De lieflijkheid van
het Evangelie bespeurden wij al bitter wei
nig in de artikelen van dezen Dienaar. Dat
na zeven jaren zijn klacht luidt: heb ik
dan voor niets geschreven? verhaast niet.
Zoo worden de verhoudirf^en grondig bedor
ven, want gelijk ons tlians wedervaart, ont
moet morgen een ander.
Ds. Schilder vraagt of wij Ds. J. van der
Linden soms niet durven citeeren? Dezen
hoogstaanden Dienaar dea Woord.?, wiens
werken nog spreken nadat hij gestorven is,
citeeren wij gaarne. Hij is ons een voorbeeld
van bezadigd polemiseeren. Laten wij het
slot overnemen uit zijn brochure „Hoeft de
Christelijk-Gereformeerde Kerk recht van
bestaan"? Het luidt aldus in een oproep aan
„de biueders van de Chr. Geref. Kerk";
Dan één te izijn met allen, die Godes
zijn! Eén kudde onder den grooten Opper
herder; één volk onder den Oversten
Leidsman en Voleinder des geloofs; één
gemeente onder de liefdescepte.r van Ko
ning Jezus! Moeten wij die éénheid nu
reeds niet zoeken, niet openbaren?
Zullen wij niet, alle tegenstand ten epijt.
een luidklinkend Amen doen hooren op
de bede van onzen grooten Hoogepriester:
„Vader, dat zij allen één zijn gelijkerwijs
Gij, Vader, in Mij en Ik in U, dat ook
zij in ons één zijn, opdat de wereld ge-
loove, dat Gij Mij gezonden hebt"?
Dat geve de Heere! Aan U en aan ons!
Hem tot eere, der gemeente tot waarach
tig heil!
En uit bet Woord vooraf: „Indien er be
hoefte komt aan een zoeken van elkander;
indien er nood gevoeld wordt straks aan
hereenigen van wat ter kwader ure ge-
scheur(1 werd, dan zullep we ons groote-
lijks vèrblijden over deze goede, van den
Heere immers gewilde zaak."
Dat is iets anders, dan ons kwalijk te ne
men, omdat wij onze vreugde uitspraken
hij het jubileum van de Chr. Geref. jonge
lingen, wat wij volgens Ds. Schilder niet
mochten doen, omdat het een feest van
georganiseerd misverstand was.
Leg nu naast deze woorden van wijlen Ds.
J. van der Linden wat ds. Schilder in de
Bazuin van IS Oct.. j.l. schrijft in een debat
met De Wekker, dus buiten ons dispuut om:
„En ondanks de vriendschap van den heer
Diemer en zijn blad voor de chr. geref. men-
schen, noem ik deze zonden van nalatigheid
en bed rij fr kerkelijk bederf. Wat mij betreft
mogen de Apeldoornsche pennen nu weer in
gal zich doojien".
j Is dit nu overtuigen of is het iets anders
dan irriteeren? Hoe kan men ooit zoo den
i broeder lokken? Hoe is dit te rijmen met dc
Christelijke liefde?
J Hiermede willen wij heusch niet zeg_
I dat bij andere groepen niet precies zoo fel
Isoras wordt opgetreden. Daar viel men
niet aan, dus hebben wij daar thans af te
blijven. Behalve, dat wij niet aarzelen een
zeker schrijver uit Luctor et Emergo, den
heer Schotel te slgnaleeren als Iemand, die
meer bederft, dan goed maakt. We noemen
hem, omdat hij ook Ons blad telkens betrekt
in zijn wonderlijke artikelen. De eindre-
dactur van dit Chr. Geref. Jongelingsblad,
ds. Van den Meyden, die zoo bezadigd zijn
blad bestiert, mag wel eens extra op dezen
heer met zijn vrijbuitersaanleg letten.
Zeker, wij hebben ons niet te mengen in
den strijd tusschen de Kerken en doen dat
ook niet. maar Ds. Schilder trok ons met
zijn verwijt in het strijdperk.
Overigens, wij gevoelen, dat cr toch iets
niet in orde is, als geestverwanten zóó met
elkaar van gedachten wisselen. Men staat te
dicht bij elkaar.Gelijk de positieve Christenen,
eg in dit verband de Gereformeerd denken-
len van onderscheiden schakeering in ons
•aderland, elkaar zoo scherp te lijf kunnen
gaan. terwijl zij vlak naast elkaar staan wat
de belijdenis betreft. En als het Hongarije
betreft, waar de gereformeerdheid meer in
naam dan in wezen bestaat, hoezeer wij het
ontluiken afbidden, schijnt dc band veel
sterker.
Partijen moesten in sommige gevallen
genegen zijn, als de noodzakelijkheid hier
toe gevoeld werd, hoogstaande derden, niet
over het verschilpunt, maar over de bij
komende zaken en over de wijze van pole
misceren, een oordeel te doen uitspreken.
Schrijver dezes zou genegen zijn eraan mede
te werken. Dit gevoelen wij Christenplicht
te zijn.
Thans nog Iets over het verschilpunt Dit
mag niet uit den gezichtskring verdwijnen.
Wij spraken bij het feest van de Christe
lijk Gereformeerde jongelingen onze vreug
de uit en spraken van zegen Gods. Hierop
atte ds. Schilder vuur. Een Christelijk
dagblad mocht dat niet doen. Tegenover Dc
Rotterdammer plaatste hij herhaaldelijk Dc
Standaard, Dóar wist men beter te. onder
scheiden. Wij waren niet meer interkerke
lijk, maar ueel-keikelijk.
En zie, thans zijn wij in de gelegenheid
gesteld weer te geven, wat De Standaard
schreef bij datzelfde feest Wij bekennen
eerlijk, dat ons thans alles duizelt, maar dal
wij meteen een zwaar pak van ons voelen
vallen. Men moet de leiding maar te dragen
hebben van een dagblad met al zijn beslom
meringen. En men moet zich maar door een
man als ds. Schilder hooren toevoegen, dat
er een verkeerd systeem in de redactioneele
leiding zit, wat uitkomt in den gelukwensch
aan de Chr. GereL vrienden, en dat in een
tijd waarin het wantrouwen zoo welig tiert.
Men vraagt zich dan af: is er inderdaad af
wijking en is het Christelijk dagblad slechts
reportagevoertuig en niets meer? Zouden
toonaangevende Chr. bladen niet als wij
handelen? Als ds. Schilder herhaaldelijk b.v.
De Standaard naast ons noemt, heeft het
den schijn, alsof dit zusterblad een geheel
andere methode volgt
Ds. Schilder, om altijd weer zijn aanval
len op ons in het oog te houden schreef van
onzen gelukwensch: „deze taal is niet inter
kerkelijk, doch puur kerkelijk, in dit geval
christelijk gereformeerdEn later: „hart der
kwestie is, niets anders dan: a. of De Rot
terdammer als interkerkelijk blad naar
meer dan één kant approbeeren moet, wat
innerlijk tegenstrijdig is, en nog in debat is
tusschen de Christelijke belijders, allen
abonnes van het blad."
En nog weer: „Zijn blad (De Rotterdam
mer) moet niemand op die manier felicitee-
ren; de naam Gods is te groot voor een passe
partout, en de ,jegen" een te zwaar begrip".
Wij nemen nu naast elkaar op, wat Het
Geref. Jongelingsblad, De Standaard en De
Rotterdammer schreven bij het jubileum der
Chr. Geref. jongelingen. Hier volgt een en
ander;
Het Gereformeerd Jongelingsblad:
„In 't zilver."
Op Woensdag 14 Augustus vierde de
Bond van Christelijk Gereformeerde Jon-
gelingsvereenigingcn te Ltrecht zijn 25-
jarig bestaan.
Gaarne bieden wij dien Bond onze
beste gelukwenschen aan.
't Mag als con bijzondere weldaad
Gods worden erkend, dat ook de Chris
telijk Gereformeerde Bond gedurende 25
jaren er telkens weer op heeft mogen
wijzen, dat voor de geestelijke vor
ming onzer jonge menschen allereerst
moet worden gezorgd.
De ontwikkeling van het kerkelijk le
ven in ons vaderland is onder de leiding
Gods zóó geweest, dat in Christelijk-Ge-
reformeerdo kringen de noodzakelijkheid
werd gevoeld van eigen jcugdvcreeni-
gingen.
Wij kunnen zulks billijken, ook al
hadden we liever gezien, dat in de Gere
formeerde Jeugdbeweging practisch de
eenheid van Tie Gereformeerde richting
zich getoond had.
De broeders, die de leiding hadden te
geven, hebben zioh in getrouwheid aan
die taak gegeven en ook hier is gebleken
dat met kleine kracht iets groots kan
worden tot stand gebracht.
God de Heere moge in de toekomst de
genade géven, dat hij zich met dezelfde
trouw en dezelfde liefde mag blijven wij
den aan zijn taak.
Groot zijn de zedelijke gevaren, die on
ze opgroeiende jeugd bedreigen.
Maar er is Eén, die machtiger is dan
Satan.
Zijn arm is ook thans nog niet verkort.
Wie op Hem vertrouwt zal ervaren.dat
Hij dc kracht vernieuwt.
Ook voor de toekomst zij de verwach
ting van dien Eénen.
Dan versagen we nic-t, ook wanneer
groote teleurstellingen ons deel worden.
't Werken onder en voor de jeugd is
niet altijd even bemoedigend.
Wanneer echter de vensteren naar den
hemel open mogen blijven, dan stroomt
ons telkens weer de kracht toe van Hem
Die ons beloofd heeft, dat Ilij Zijne
kracht wil volbrengen in onze zwakheid.
Dat zij ook dc ervaring- van allen, die
van harte meewerken in den Bond \an
Christelijk Gereformeerde Jongelingsver
ccnigingen."
De Standaard:
„Ook do Christelijke Gereformeerde
Bond van Jongelingsvereenigingen mocht
zijn jubileum vieren. De organisatie heelt
nu een kwart eeuw bestaan en met dan
aan God mocht gewezen op harenJj™(;!'
In de rij van onze Christelijke Jeugdbon-
Wij verzoeken thans den objectieven lezer,
alsook do onkole Kerkbodes, welke «km
het debat mengden, alsook Prof. Di. Honu.
met aandrang het verschil aan te gevei >-
schen de drie gelukwenschen. Alleen is au?
van Dr Standaard grooter en meer omschre
ven en spreekt nog duidelijker van zegen
Gods, dan wij deden.
Wij tarten thans ds. Schilder, die meer
dan eens onzen persoon en de zoo gen aam e
tendenz van ons blad heeft geraakt, dit er-
schil aan te geven. Als hij telkens rept van
mannelijkheid, -kan er nu plaats aan wor
den verleend. Dat hij niet op de hoogte was
van het Standaard-stuk doet er niet toe. hg
vergeleek en tastte onze eer aan.
Wat ons betreft, wij kunnen niet dank
baar genoeg zijn, nu wij weten- weten,
den neemt zij een goede plaats in. Wij
hebben een krachtig Nederlandsch Jon
gelingsverbond, dat reeds zijn vijf en ze
ventigjarig bestaan herdacht, een sterken
Gereformeerden Bond, die zijn veertig
jarig jubileum achter den rug heeft. Er
is een Gereformeerde Bond van Nederl.
Herv. Jongelingsvereenigingen. En daar
naast een Bond van Christelijk Gerefor
meerde Jongelingsvereenigingen.
Elke bond heeft zijn eigen terrein en
verschillen zijn natuurlijk aanwezig.
Maar het doel wijst op eenheid in rich
ting en de werkwijze eveneens.
Het doel is, een steeds grooter deel der
Nederlandsche jongelingschap te vereeni
gen om de banier van het Kruis, het
te leiden tot de kennis van en de gehoor
zaamheid aan het Woord Gods, het op
groeiend geslacht met ernst voor te be
reiden voor den levensstrijd op alle gp-
biod, als de volle levensarbeid ten taak
gegeven wordt.
Deze arbeid is van groote beteekenis.
Meer en meer wordt het duidelijk, dat
de strijd tusschen de Christelijke en dc
antichristelijke beginselen in Europa
steeds scherper vormen zal aannemen.
De revolutionaire partijen hebben zich
ook op de Europeesche jeugd geworpen,
haar trachtend te winnen voor het ideaal
der revolutie.
Duidelijk wordt beseft, dat de toekomst
der Christelijke volkeren afhangt van de
vraag: door welk beginsel zal de jeugd
worden gegrepen. Of zij zal buigen voor
den Drieëenigen God, dan wel, zooals
voorspeld wordt, in materialisme en
atheïsme zal ondergaan.
Wie de teekenen der tijden ziet, beseft
ook de dure roeping van de belijders van
den Christus om onze jeugd voor den
komenden strijd zoo goed mogelijk toe tc
Wijmogen wel zeggen, dat in geen
volk het groot belang hiervan zoo goed
wordt beseft als'in het onze.
Elk teeken van groei der Christelijke
jeugdorganisatie geeft ons rijke stof tot
donk. Het bewijst, dat God ons volk niet
aan zich zelf overlaat, maar het in Zijn
genade gedenkt en het de rijke taak wil
geven, om te middeen van een wereld vol
revolutionaire verwarring en toenemend
ongeloof, de eere van Zijn grooten Naam
te belijden en te beleven.
Zoo verheugen wij ons dan ook in het
feest van de Christelijk Gereformeerde
jeugdorganisatie; wij bieden haar op den
dag van haar feest onzen gelukwensch en
bidden haar toe, dat haar arbeid geze
gend mag zijn."
En De Standaard later nog weer:
kracht. Waarlijk de Heere heeft ruimte
gemaakt Tot jubileeren Is er alle reden.
Luctor et Emergo dat woord is als
titel voor het orgaan gekozen. De afkomst
is begrijpelijk. Ds. Janssen de Bonds
voorzitter, ja „de architect en bouwmees
ter van ons bondsgebouw", zooals de
secretaris in zijn geschiedbeschrijving
hem noemt, is een Zeeuw van afkomst.
En zeker heeft hij in de keuze van
woord meer profetie gegeven, dan hij zelf
in 1905 het jaar, dat het orgaan werd op
gericht wist. Want de geheele geschiede
nis van den bond is er een van „Luctor
et Emergo" van worstelen en tenslot
te is dat het voornaamste, daarin is dc
zegen Gods kenbaar ontkomen."
De Rotterdammer:
„Morgen jubileert de Bond van Chr.
Ger. Jongelingsvereenigingen. En er is
reden toe. Want God heeft hem groot ge
maakt. Begonnen als een klein stekje,
geplant in zeer lastigen grond, is het ge
worden een organisatie, die wel niet haar
duizenden telt hoe zou het ook kunnen!
maar die voor de Chr. Geref. jongeling
schap van zeer grooten zegen is geweest,
gelijk ze onder 's Heeren genadige leiding
ook voor de toekomst tot rijken z
gesteld worde.
Bij de vele goede woorden, welke
gen ongetwijfeld zullen worden uitgespro
ken, voegt ons blad, dat interkerkelijk is,
gaarne ook haar gelukwenschen. Want
naast den Hervormden en den Ger. Bond
is ook plaats voor den Chr. Ger. Bond."
Dit lijkt ons puur christelijk-gerefor-
meerd. Een christelijk-gereformeerde zegt:
God heeft onzen Bond groot gemaakt.
Anderen zeggen: georganisee
misverstand (spatieering red. Rott.)
heeft haar groot gemaakt
Een christelijk-gereformeerde zegt: wij
zullen morgen jubileeren.
Anderen zeggen: bekeert uvan
de legenden (spatieering red. Rott)
en voegt u bij de k e r k en b ij d e
waarheid (spatieering red. Rott.)
ieder is schuldig zich bij de ware kerk
te voegen (confessie!).
Niemand vraagt dat De Rotter
dammer partij zal kiezen, of geen ver
slagen plaatsen zal.
Alleen maar: dit is niet interkerkelijk.
Dit is iets anders. Het is de geest van den
tijd: als misverstand eenmaal een kerk
of partij gemaakt heeft, dan respecteere
men dat en gebruike God als approbatie
middel. Maar dat mag niet."
dat de twee grootste Christelijke bladen een
lijn volgen in dezen. Dit versterkt ons m
onze na veel inwendigen strijd bevestigde
opvatting want immers dc wetenschap
pelijkheid van ds. Schilder is helaas! ons
deel niet, ofschoon wetenschap, encyclopedi
sche kennis en woordenrijkdom niet alles is,
en zeker niet uitgaat boven karakter en lief
de en geeft moed voor dc toekomst.
Het zegt ons, dat dc Christelijke pers
heelt te'bevorderen den samenhang tus
schen allen, die de verschijning van onzen
Heere Jezus Christus liefhebben. Zij heeft
zich niet te mengen in de verschilpunten
tusschen de kerken, maar als een man als
ds. Schilder haar verhinderen wil een Jon-
gelingsbond geluk te wenschen en van Gods
zegen te gewagen* omdat werkt
binnen kerkelijke grenzen, die ds. Schilder
niet erkent, dan moet z\j zelfs ds. Schilder
terug durven wijzen en hem zeggen, dat zijn
taak als polemist door hem verkeerd wordt
opgevat, al worden dan alle fiolen van ds.
Schilder's toorn over haar hoofd uitgegoten.
•Wij hopen, dat dit debat althans ds.
Schilder iets geleerd heeft. Want hoezeer
ook wij genegen zijn tegen hem op te zien
aanvaardt hij dit niet, even goed voor
hem zal het leven evenals voor ons een
leerschool dienen te zijn, waarbij niemand
uitgeleerd raakt. En dit durven wij aan liet
slot te zoggen: het is veel gemakkelijker
verhoudingen grondig te verstoren, dan klo
ven te dempen.
Overigens blijft onze bereidwilligheid als
boven cW>r emn aangegeven;
DE A.V.R.O. BIJ DEN MINISTER
HET STANDPUNT VAN DE
NED. CHR. RADIOVEREENIGING
Gisteravond heeft de voorzitter der Ned.
Chr. Radiovereeniging, inr. A. v. d. Deure
van Bennekom, na
dat hij over den Hui-
zer-zender de leden
de gebruikelijke we-
kclijksche mededee-
lingen had gedaan,
ook gesproken over
wat hij noemde „dc
herrie in de linksche
pers".
Spr. deelde mede
Dinsdag en Woens
dag j.l. een groot
aantal brieven te
hebben ontvangen,
waarvan de schrij
vers verwachtten,
dat hij over de bekende kwestie het oordeel
standpunt der Vereeniging geven zou.
Spr. deelde in dit verband mede een tele
gram te hebben ontvangen van den minister
van Waterstaat, waarin deze mededeelde het
wenschelijk te achten, dat in betrekking tot
de redevoeringen voor de microfoon groote-
zorg worde betracht t. a. v. wat geoor
loofd is. Wordt dit vergeten, dan acht min.
Reymer dit storend voor de bij de Wet voor
geschreven behandeling van de zaak.
Mr. v. d. Deure verklaarde den luisteraars,
dat het hem niet duidelijk is wat de minis
ter bedoelt, gelijk het hem evenmin duidelijk
is op welke gronden de minister een en an
der storend acht voor de behandeling der
zaak.
Gistermorgen had een der ambtenaren van
het hoofdbestuur der P.T.T. spr. nog eens
telefonisch verzocht toch vooral aan het in
het telegram uitgedrukte ministerieel ver
langen zich te houden.
Spr. verwacht niets van een opwekking tot
de luisteraars om brieven aan den Radio-
raad te richten. Hier mag niet een bepaald
aantal brieven beslissen. Daarom adviseert
het hoofdbestuur der N. C. R. V. ziju leden
zich daarvan tc onthouden.
Spr. besprak verder het Telegraafbericht
van 16 Oct j.l. (Ochtendblad), waarin medc-
deelingen voorkwamen uit 't 17 Oct. den le
den van den Radioraad gezonden vertrouwe
lijk schrijven, waarin de voorstellen van den
Radioraad vermeld zijn. Krach'ens het mi
nisterieel verlangen kan spr. dus-niet op de
gebreken en verdiensten van het advies van
den Radioraad ingaan.
De vergadering, die de Radioraad heden
(Donderdag) houdt is, aldus mr. v. d. Deure
tot de luisteraars, niet beslissend. De minis
ter van Waterstaat is vrij van elk advies van
den Radioraad af te wijken, gelijk minister
v. d. Vegte dan ook bij herhaling deed.
Wat de mededeelingen, die ds. L. H. C.
Ekering, Ned. Herv. predikant te Amster
dam, Dinsdagmorgen aan het eind van de
A. V. R. O. morgenwijding deed betreft,
merkte mr. v. d. Deure op, dat de A. V. R. O.
hier niet is de representant van de N. C R.
V., al zou spr. de A. V. R. O. morgenwijdin
gen niet gaarne zien verdwijnen.
Met ds. Ekering c.s. heeft de N. C R. V.
ernstig contact gezocht, maar de toegestoken
hand is niet aanvaard.
Dr. J. Th. dc Visser, aldus spr., heeft niet
het recht in dit verband te beweren, dat de
N. C. R. V. niet alles geeft voor het Prot.
Chr. volk.
Voor de bezorgdheid die sommige leden
der N. C. R. V. aan den dag leggen, acht mr
v. d. Deure geen enkele reden aanwezig. De
N. C. R. V. heeft, aldus spr., alles gedaan
w-at van haar redelijkerwijs kon worden
wacht. Zij geeft den uitslag nu in gerustheid
over in handen van Hem, die alles regeert.
Niet de Radioraad, niet de minister van
terstaat, zelfs niet de raad van ministers be
slist hier, slechts de Schepper van hemel en
aarde, en in die stemming, zoo besloot mr. v.
d. Deure zijn toespraak, verkeert de Ned.
Chr. Radiovereeniging.
Een bespreking met den minister.
De A. V. R. O. meldt:
Woensdagmorgen 23 October, heeft in het
Kabinet des ministers een bespreking plaats
gehad tusschen den minister van Waterstaat
en vertegenwoordigers van de A. V. R. O.
t w. de heeren dr. H. Molhuysen, onder-voor.
zitter; J. Corver, bestuurslid; W. Vogt, direc
teur A. V. R. O.: mede was aanwezig de heer
Damme, directeur-generaal P.T.T.
In deze bijeenkomst zijn de belangen v;
den A. V. R. O. nog eens zeer uitm-ukkelijk
onder de aandacht van den minister ge
bracht.
Minister Reymer verklaarde overtuigd te
zijn, dat de A. V. R. O. door vele Nederlan
ders wordt gewaardeerd. Alvorens de minis
ter zijn standpunt kan bepalen, zoo zeide hij,
wil hij het advies van den Radioraad af
wachten.
De minister verzocht ten slotte aan de ver.
tegenwoordigers van den A. V. R. O. hem
nog eens schriftelijk te doen?toekomen een
uiteenzetting en een toelichting van de in
zichten, die de A. V. R. O. ten aanzien van
Het omroepvraagstuk in het algemeen heeft
RIJKSAANBESTEDING
In het departement van waterstaat is aan
besteed het uitvoeren van baggerwerk in het
Heusdensch Kanaal en de afgedamde Maas
(raming t 7000). Laagste inschrijfster was
de N. V. Th. SmeuJers Aannemersbedrijf te
Rotterdam voor f 6150.
UITVOERCONTROLE OP UIEN
In verband met een gehouden conferentie
over de uitvoer-controle van uien, waarbij de
Holl. Mij. vertegenwoordigd was, heeft het
dagelijksch bestuur het Kon. Ned. Landbouw
Comité uitgenoodigd, zich met het Uitvoer
Controle Bureau in verbinding te stellen over
uitbreiding van deszelfs bestuur met verte
genwoordigers van den landbouw.
Bekrachtigd werd het beleid der afgev
digden, die zich op het standpunt stellen, dat
bij een wettelijke regeling der controle op den
uitvoer, van uien do belanghebbende produ
centenorganisaties (Zeeuwsche Landbouw Mij
Flakkeesche Boerenbond en Holl. Mij. var
Landbouw) overwegenden invloed op de re
geling en uitvoering behooren te hebben, in
overleg met de betrokken exporteurs-organi
saties, terwijl de uitvoering zoo mogelijk aar
het Uitvoer Controle Bureau wordt opgedra-
DE DORNIER WAL' D. X
We geven hier nog een foto nu een zij- aanzicht van de Do X. die vanaf de
Bodensee met 169 passagiers haar recordvlucht maakte. Vooral deze kiek geeft een
denkbeeld van de geweldige afmetingen dezer vliegboot. Men lette maar eens op de
menschen-figuurtjes rechts op de foto.
GEEN HAASTIGE SPOED
Monoloog
schrift te v
>ek-
Zeg Pictersen, kom jij eens hier.
Wat is dat toch voor een gem
Met stukken, tasschen en verzoeken
Ik lees veel liever lichte boeken
Dat schaft mij dagelijks plezier.
En om zoo'n brug geef ik geen zier.
Wat zegt men: moet zoo'n brug er komen?
k Verwijs hem naar het rijk der droomen;
De veerman van den'ouden tijd.
Heeft weinig trek in nieuwigheid.
Wat helpt toch al dat draven, jachten.
Verslijt niet noodeloos uw krachten;
cr te weinig water staat.
De pont van Waterstaat weet raad
En als de buien op gaan steken.
Dan zal zoo'n schuit slechts zelden breken;
De vloed vernielt vaak Wat er staat,
Vandaar 't advies van Waterstaat,
Laat bruggenbouw slechls achterwege,
En ons verblijven rust en zege.
Zeg Pietersen, kom jij eens hier:
'k Vind hier een brief van 18/S,
En lieden is 't pas 16/11,
Derhalve Pietersen, zeg zelf:
Nu reeds te neuzen in die stukken.
Veroorzaakt zeker ongelukken.
Ik houd van alles op zijn tijd.
Geef mij dus nog drie maand respijt;
De zaak is dan al licht vergeten.
En AFGEDAAN voor wij het weten;
Dat is met recht bestuursbeleid,
Zoo raakt men vragers makklijk kwijl.
Tikt men ons straks weer op de vingers
Wel, dan benoem ik den lieer Ringers,
Tot directeuren-generaal.
En heel de bent gaat aan de haal.
Er komt geen haai meer op de kust.
En wij zijn ambtelijk in rust.
HUIZEN (1875 M.. uitsluitend NC.R V.-Uit
1.30 Tüd-ein. 10.30— li Korte ziek'ndn-n.^t
leiden door Ds. H. C. v. d. Drink. Geref predikt
zxng, du h<
NEDERLAND EN ZUID-AFRIKA
Een Zuid-Afrikaansche gezant
in ons land
Te Amsterdam had gisteravond een maal
tijd plaats, aangeboden door de Ned. Zuid-
Afrikaansche Vereeniging en een aantal an
dere vereenigingen en instellingen, die be
langstellen in Zuid-Afrika aan den heer
D. J. d e V i 11 i e r s, gezant van de Unie van
Zuid-Afrika.
Behalve de eere-gast en de vertegenwoor
digers van genoemde vereenigffigen en in
stellingen, zaten o.a. aan als gasten: de M.
nister van Buitenlandsche Zaken, Jhr. Mr.
F. Beelaerts van Blokland; Dr. W. J. Leyd-,
oud-gezant van de voormalige Zuid-Afri
kaansche Republiek; Dr. J. Th. de Visser,
oud-minister van Onderwijs; Mr. G. Visse
ring, president der Nederlandsche Bank e.z.
De Voorzitter van de Nederlandsch-Zuia-
Afrikaansche Vereeniging Prof. Dr. J.
Pont, opende den maaltijd met een dronk
op Koningin Wilhelmina cn Koning George
en hie d daarna een rede waarin hij wees
op het groote en verblijdende feit. dat de
Regeering van de Unie van Zuid-Afrika een
van de samenstellende, zelfstandige declen
van het Britsche Gemeenebest van Naties,
den Tiooggeëerden gast, den heer D. J.
Villiers, had benoemd tot gezant aan ons
Hof.
De Minister van Buitenlandsche Zaken
verklaarde dat het voor hem een groote
voldoening was geweest, toen nu bijna een
jaar geleden de Britsche gezant hem is ko
men in kennis stellen van den wensch van
de Regeering van de Unie van Zuid-Afrika.
om in Den Haag een gezantschap te vesti
gen. Want vele landen hebben Nederland
altijd nan Zuid-Afrika verbonden. Daarom
is het buitengewoon ontroerend voor ons,
van een van de gezantschappen in Den Haag
te zien ontplooien de oude vlag van Van
Riabeerk, toen deze het anker liet vallen in
Tafelbaai.
-De verwantschap tusschen Nederland en
Zuid-Afrika op religieus, kerkelijk, rechts-
en taalgebied bleef en het is dit gevoel, dat
■verder reikt dan wat de internationale cour
toisie eischt en dat de Nederlandsche regee
ring er ook toe gebrarht heeft de daad vai
Zuid-Afrika op gelijke wijze te heantwoor
den. door namelijk ook een diplomatiek-
vertegenwoordiger in Pretoria te benoemen.
(Applaus).
Het zal u interessoeren te vernemen, aldus
Minister Beelaerts, dat wij uit Zuid-Afrika
ten antwoord hebben gekregen, dat daar een
Nederlandsche gezant hartelijk welkom zal
zijn. En de Britsche Regeering sloot aicli
hierbij aan.
Voorts spraken nog de heer K. F. van der
Berg. voorzitter commissie Ned. Zuid Afr.
handel; de heer P. J. de Kan-ter. voorzitter
Alg. Ned. Verbond; Prof. Dr. .T. H. Gunning
INGEZONDEN MEDEDEELING.
bescherming van de
keel. vóór het op
treden ter zuivering
van de stem.
k Vos, viool mevr. Hunny Heidei
no. 2 Tijdsein. 2—2.33 Uitzending voor echo-
Spreker: De heer H. W. Hcrkson, Leeraar
l du Kweekschool te Rotterdam. Onderwerp:
:n bezoek aan liet Oceanograp Mach museum
Monaco". Ter arwissellngr gramofoonplaten.
rijdieiu. 4—5 Ziekenuurtje to leido-n door
vr. X. van Detta—van Rünbeek te 'a-Graven-
:e. spreekster namens de Gereformeerde Ker-
i (H.V.) Muzikale medewerking verluenen: de
r J. H. Smit Duyzuntkunst. bariton en kerk-
<uyk te Scheveningc-n. 8 Tijdsein. 8 Uitzen-
van het Keest-Concert ter gelegenheid van
het 23-jarig jubileum van den heer riet Hespe.
uilen. Piet Hei
Zong vereeniging „Sursum Cor-
Kindurkoor: ..Oranje Kerk" te
>e's Kinderkoor: te Utrecht. Met
n: Piet Hespe's Dameskoor te
1.45—3 Grunofo
zelf. cursus. 4—3 Ziel.
eert door het Omrei--'
whulfuurtje. Spr.l.'r I-
r Een en ander ovci h
nbezoek. 7.13—7
lek. 3—4 Maak
je. 5 306.30
15—7 15 Uand-
•rderdet m
usiek. 8.15 Concertgebouw 'te Amsterdam,
meert-gebouw Orkest. Na afloop: Ter
HUIZEN. (1875 M).
door het KRO. Tri
Howt, cgllo; de 1
10. 7—7.3U KRO.
r Mevr. H. R. lb. r
0.3011 Ziekt:
Fouwels, orgel en
schriftverbetering
Haarlem. VPRO.
A. Toujv. (Haar-
1-man Rut-
1071 M)
AVKO-Boekenhalf uurtje. lu
Herdenking van de xcventij
S war tb en Cyri-.l Buys.-. 5 30-
H ong.. arsrh e Tzi gn - Kapc 1
muziek. 6.45—7.'i5 Spaans, h
—7.15 Radiocursus vanwege
Sprekt
Hélèn*
br. Ele-
de Binnenvaart.
•el. 8.01—8.45 Pli
■nd. 8.46—11 Vocaal en Instrument
Hólüne Cals, (sopraan), Chris
r). Hendrik Koning (bas), het Zin
NED. CHR. RADIO-VEREEN.
STEUNT DEN EVANGELISATIE ARBEID
DER N. C. R. V.
In óezd dagen van spanning in de Radio
wereld mogen we wel eens ernstig beden
ken, hoezeer de Radio het werk der Evange
lisatie bevorderen kan.
Wie dit dankbaar erkent, steunt de Ned.
Oir. Radio Vereen, zooveel hij kan.
Gij kunt die steun verleenen op de volgen
de wijze:
1. Indien U Radio-ontvangst heeft, (toestel
of aansluiting op centrale) door werkend lid
te worden a f 4.— per half jaar, waarvoor U
wekelijks gratis do geïllustreerde Omroep-
gids wordt toegezonden.
2. Indien U geen Radio-ontvangst heeft,
door niet-werkend lid te worden a f 0.50 per
half jaar, waardoor U de Radio binnen het
bereik brengt van hen, die niet in de gele
genheid zijn, het Evangelie in de kerk te be
luisteren.
Opgaven te zenden aan het Propneanda-
%$V&au' -voogao.