s de beste TOEN HET NOG UISTER WAS WOENSDAG 23 OCTOBER 1929 DFPDE BLAD PAG o SPROOKJESSTAD ..ZOEKERS NAAR LICHT" HET WAARLIJK SCHOONE MAAKT STIL INDRUKKEN VAN DE EDISON- LICUTWEEK (Van onzen Amsterdamschen redacteur.) Amsterdam is als de zon schijnt een mooie Stad. En het andere deel van Amsterdam krijgt nog meer bekoring wanneer de grau we herfst er is en er volkomen evenwicht be. aat tusschen de verweerde gebouwen aan onze burgwallen en de grimmige luchten bo ven haar. Dan kunnen wij ons licht voorstel len dat wij een paar ecuwen vroeger le n, toen Amsterdam reeds Amsterdam was en du Burgwallen haar trots. Maar Amsterdam in de Edisonweck, dat is iets hoel anders. Dat is, al hebben wij meer. illuminatie gezien, nog nooit aanschouwd. En het is, met een enkele uitzondering, uitgele ien mooi. Zoo zeggen de duizenden die de laatste da- gun dé stad doorkruisten en die allen waren ^zoekers naar licht". Thans was er geen aan dacht voor donker Amsterdam, het feest- en lichtkleed tooide onze mooiste stadspleinen, onze oude torens, onze ecnige boulevards. Wie vanaf het Centraal Station het rijk .Verlichte Damrak zag, geloofde niet in Am- Sterdam te zijn. Was dat het Damrak, het Vroegere water? Waar was de neerdrukken de geweldigheid van Derlage's Beurs? Lange rijen bonte licht zuilen wezen den veg naar het hart van de lichtstad, naar den ï)am. 't Kon een straat zijn ergens ver weg in een der groote Chineesche steden, een sprookjes-idylle uit het vreemde Morgenland. Geen helle schittering, maar dcor de plaat sing der lampen en de reflex der zuilen een mild en zacht lic"ht van alle kanten over de honderden en duizenden, die stil genietend, het waarlijk sclioone maakt stil, op het Damrak wandelen, rijen achter rijen, altijd meer en altijd meer. Waar komen die dui- ienden zoo in een oogenblik vandaan en .waar blijven ze? Natuurlijk gaan ze allen naar den Dam, de sprookjesachtige lichtallee door. Straks ko men ze in een bijzondere lichtcirkel als ze Cuypers Effectenbeurs passeeren, die scherp uitkomt in de stralen der sterke schijnwer pers. Even trekt de Bijenkorf de aandacht, het al te pompeuze gebouw, dat nu zich een Violette kruinversiering heeft aangeschaft en ook in de etalagekasten laat zien wat men met licht kan doen. Maar de Dam, nog altijd historisch het middelpunt van onze zich uitmiddelpuntig ontwikkelende stad, de Dam is de plek waar hut hart van de lichtstad klopt, 't Is een klaterende lichtfontein. De hooge Edison-zuil die onze oude Naatje slechts voor een poos vervangen mag, ver spreidt over het plein haar melkwitte licht. Maar blakeren in het licht van de groote, schijnwerpers, doet de hardsteenen gevel van Peek en Kloppenburgs geweldige maga zijnen. En keurig illumineert de Groote Club. leis .mjndcr deftig, er zijn nu eenmaal ran gen en standen, ook in de lichtwoèk, komt het gebouw „Industria" naar voren. Hoog boven alles troont eveneens door schijnwerpers in fantastischen gloed gezet, dc koepel van Jacob van Campens onvolpre-1 zen schepping. Ons oude stadhuis doet het j maar wondergoed. Subliem beheerscht het i licht de duisternis van den herfstavond. j Achter den Dam weer het felle licht, ver-1 blindend gespoten, op den gevel van het j Postkantoor. Het geldkantoor, product van kubistische architectuur, had men wijselijk maar in de schaduw gelaten. Maar dc kran ten op de vroegere Pijpenmarkt, hebben ge tracht de aandacht der massa op zich te ves tigen. Waarom het Handelsblad daarvoor het roode licht gekozen had is niet duidelijk. Van de kern der verlichting liepen de lij nen lot ver in de nieuwe stad. De Kalver- straat was eenvoudig aangekleed, een bur gerjuffrouw op haar Zondagsch, maar de Leidsche straat had door haar uitbundige versiering weer iets Oostersch. Het Leidsche Plein wilde iets rooven van de glorie van den Dam. Hirsch en Maison de Vries, ook in het dagelijks leven concurren ten, probeerden elkander den loef af te ste ken. Maar het Hirseh-paleis leent zich voor een experiment als dit, krachtens zijn archi tectuur veel beter. Aan de overzijde, buiten de Singelgracht, daar waar luttele jaren terug de nieuwe stad begon, s'ond weer een Edison-monu- ment, of een Philips-monument, men kan dat nooit zoo prepies weten, maar ook hier door zijn constructie, waar licht gevend, een zacht vriendelijk, verheugend licht. Wat is Amsterdam mooi, ook onder de lichtglansen. Wat kan de oude s'ad in het bijzonder tegen het felle licht. Verweerd ziet het oude stadsdeel er uit, met diepe groeven en lijnen als iemand die veel heeft gezien en geleden, maar met een kerngezond wezen. Ik denk aan ons Munttorentje, dat aan het eind van de Singel ons zoo leelijk in den weg staat. Maar dat zoo eenvoudig en mooi is en het stadsbeeld zoo ongemeene bekoring geeft. Nu was ons Munttorentje van top tot teen omhangen met electrische diamanten en schitterde het in de lichtglanzen die het zelf uitstraalde. Hoe kwamen de vormen en lij nen, krachtig en beheerscht naar voren. Het aan zijn voet vlietende water van de Singel verlustigde zich in de ongekende pracht van het bekende vriendinnetje. Het dronk haar beeld in, kaatste hot terug, speelde met de lichtglansen, en gaf door zijn zachte golving de schoonheid telkens nieuwe gestalten. De Waag toont eveneens door lichtlijnen haar schoone evenredigheid en verheugt de Nieuwe Markters die wel heel erg dicht bij de donkerste hoeken van onze stad wonen. Alleen onze kerktorens doen het minder goed. Zijn zo niet wat al te zuinig behan deld? Of is het in overeenstemming met den geest van de meerderheid onzer burgerij,, dat het licht niet meer valt op de kerk? Van de Westertoren is heusch wat te ma ken. De ballonnen die er nu aanhangen, ma ken onze grijze lange Jan, die toch al zoo'n wonderlijke kroon draagt, een beetje kennis achtig. Maar als geheel is Amsterdam, badend in het licht van het genie, een wonder mooi stuk wereld en is het plan van de energieke organisatie zeer geslaagd. Zoo beschijne onze stad ook in toenemende mate het licht van Gods aangezicht Zoo kome ons Amsterdamsche volk ook nog eens weer in duizenden ongeteld tot het licht Kunst en Letteren. In ons artikel „Johanna Bre-evoort zestig jaar" in het Zondagsblad vara vorige week kwam de opmerkiag voor dat de brochure „Het heilige te na", geschreven door Ds. Rol- ioos te Delfshaven, later herroepen is. Naar aanleiding <van deze zinsnede zandt een lezer ons een brief, waarin o.m. voorkomt deze verklaring van Ds. Rolloos zelf: „Mijn doel is niet om nog eens opnieuw mijn bedenkingen tegen het bewuste boek van Johanna Breevoont aan te geven, doch onverkort handhaaf ik, wat ik destijds schreef. Maar nu klakkeloos gepubliceerd wordt, dat ik mijn brochure zou hebben herroepen, gevoel ik mij verplicht, om uit te spreken, dat de voorstelling van „De Rotterdammer" can j.l. Zaterdag gegeven, onjuist en be zijden de waarheid is". We danken den belangstellenden lezer voor zijn verbetering op ons artikel en ver klaren hier nadrukkelijk de betreffende on juiste voorstelling gegeven te hebben op ge- eag van de Schrijfster, die ons in een brief van 24 Sept *29 meedeelde: „Ds. Rolloos schreef een brochure: „Het heilige te na" Later Ingetrokken!" Daaruit moge Ds. Rolloos blijken, dat er van een „klakkeloos piibliceeren" toch eigen lijk geen sprake was. Bedoeld is Zaterdag 12 Oct. j.l. GUIDO GEZSLLE. Er is vóór eenigen tijd een hoofdcomitó opgericht tot viering van Gezelle's honderd sten geboortedag in 1930. Dit comité heeft do onbegrijpelijke dwaasheid begaan'het hooge beschermheerschap aan te bicden aan den koning en de koningin der Belgen. Immers, niemand zal betwisten dat het eeuwfeest van Guido Gezelle, die vóór alles Vlaming was en voelde, een zuiver natio- naal-Vlaamsch karakter behoort to dragen, zal do viering inderdaad zin en stijl bezit ten. Door er een Belgisch cachet op te druk ken verloochent men het eigenlijke wezen van Gezelle's kunst en beteekenis. En (om van den koning nu niet te gewagen) het is toch van algemeene bekendheid dat de Bel gische koningin een zéér besliste, om niet te zeggen felle antipathie met zich om draagt tegen de Vlaamsch-Nederlandschc cultuur- en dichtkunst? Blijkens een mededeeling van prof -dr. August Vermeylen, voorzitter van het Gc- zelle-comité werd 't besluit betreffende het beschermheerschap aangenomen met alge meene stemmen op 8 October 1927. Dit be sluit werd echter genomen buiten en zonder voorkennis van de leden die niet behoorden tot het hoofd-comité, maar die deel uit maakten van de afdcelingen voor de propa ganda, de pers, de plaatselijke feesten, enz. Naar aanleiding nu van dit besluit hebben de Vlfiamsch-Nationale organisaties in West Vlaanderen en elders hun medewerking aan het hoofdcomité onttrokken. Zij zullen ech-, ter thans een afzonderlijke viering van Ge zelle's eeuwfeest op touw zetten. TOLSTOI'S WEZEN EN GROEI In „De Gidsschrijft Henriëtte Roland Holst een artikel over Leo Tolstoi. Over 's dichters wezen en groei zegt zaj oan.: „Wie het dagboek van Tolstoi's jeugd leest, ziet die jeugd verloopen in een dub bel rythme: het toestorten op de wereld en het zich afwenden van haar, het opgaan in MEVR. ROLAND EOLST. de dingen en het uit hen terughalen van de liefdekracht. En wie Tolstoi's leven in zijn geheel beschouwt, die komt tot de erken ning, dat het in het groot door ditzelfde rhythme behoersoht wordt In de eerste helft van zijn leven werpt hij zich op de wereld om haar te bezitten en tevens om zichzelf in hartstochtelijk gemot en harts tochtelijke activiteit te verwezenlijken. In de tweede helft haalt hij, met behulp van askese en geestelijke oefening, zijn liefdes kracht terug uit de dingen en doet haar in vloeien tot zichzelf. Aandacht en liefde zijn de krachten door middel waarvan Tolstoi zoo diep in alle we zens'doordringt, dat hij in hen iets van zich zeiven herkent en zich met iets in hen ver eenzelvigt. Meegevoel is de beweegkracht, die zijn verbeelding aan liet werk zet. Door meege voel en verbeelding dringt hij in het wezen van kinderen door, tot daar, waar de golven hunner argelooze dartelheid, hem omspoe len; in dat van meisjes en knapen, nog onbewust van het natuurverlangen, zacht jes aankloppend aan de deuren van hun hart; in dat van jonge vrouwen, schuchter ontwakend tot de zoetheid der liefde; van jonge moeders, voor wie heel de wereld in hun kindje belichaamd is; van oudere moeders, geheel en al ondergedoken in de liefde voor hun ggezin, dat is hun wereld. Met hen allen vereenzelvigt hij zich. Hij dringt even diep door in het wezen van het eenvoudige volk, primitief in zijn voelen en denken, als in dat van de grooten en mach tigen der aarde, van eerzuchtige wereldlin- gen en verfijnde aristokraten. Zeker zou hij niet het een en het ander zoo goed vermocht hebben, had hij niet van beide, de heer- schcrskaste en het volk, iets in zich gehad Ondanks zijn b'oersche uiterlijk, was Tol stoi van wezen door on door aristolcratisch: vandaar dat hij zijn leven lang anderen op een afstand hield, ook dan wanneer hij dit niet wenschte. Het lag niet in zijn macht, datgene te veranderen of te verloochenen, wat de vrucht der eeuwen, de erfenis van een lange reeks voorvaderen was Heerlijk is het, in Gorki's herinneringen aan Tolstoi to lezen, hoe de „oude toovenaar" door een enkel woord, een gebaar, een blik „den vrij- postigen geestverwant" die, den afstand ver getend, hem te dicht wilde naderen, deed terugdeinzen. Maar ook aan het volk, de boeren, gevoelde Tolstoi zich nauw verwant. Wellicht stroomde ook hun bloed door zijn aderen en verklaart dit de „bijna lichame lijke liefde", die hij voor hen gevoelde, lang voor zijn „wedergeboorte". In het volk zag hij groote reserves van goedheid cn wijs heid opgehoopt: van het volk alleen, wisj hij: konden de hoogere klassen leeren hoe te leven en te sterven als christenen be taamt. Van het volk ontving hij als kind, als jongeling cn als man, zijn diepste reli- gieuse impulsies en als een van het volk te worden was wat hij vele jaren lang be geerde en beproefde, al slaagde hij daarin nooit geheel." Wetenschap. HET GRAF VAN COMENIUS. De Nederlandsche Regeering heeft den ge zant van Tsjecho-Slowalcije medegedeeld be reid te zijn, een stukje grond, gelegen in de z.g.n. Fransche Kerk te Naardcn, aan de Re publiek af te staan. Deze mededeeling is in Tsjecho-Slowalcije met veel erkentelijkheid ontvangen. Corne- nius' gebeente zal nu in eigen bodem kun nen rusten. INGEZONDEN MEDEDEELING. STATIONSPERSONEEL NED. SPOORWEGEN LANDELIJKE VERGADERING VAN DE VAKAFD. PROT. CHR. BOND VAN SPOOR- EN TRAMWEG PERSONEEL DE LOONREGELING VOOR 1931 De vakafdeeling Stationspersoneel van den Prot Chr. Bond van Spoor- en Trani- wegpersoneeel kwam in landelijke vergade ring bijeen in het gebouw voor Chr. Sociale Belangen, Lange Haven 73 te Schiedam. De zaal, welke door de zorgen van de afd Schiedam met verschillende bloemstukken was versierd, had een recht gezellige aan blik. Aanwezig waren een 50 tal afgevaardig den, vertegenwoordigende 28 afdeelingen. Ongeveer 11 uur opende de voorzitter, de heer L. Dompeling Szn., van Amster dam, de vergadering op de gebruikelijke wijze. Daarna sprak hij een woord van wel kom, inzonderheid aan den Bondssecreta ris, den heer J. E ij keiboom, van De Bilt, die namens het hoofdbestuur tegenwoordig was, dankte de afdeeling Schiedam voor de royale wijze van ontvangst, gaf vervolgens een overzicht van de gevoerde acties sedert de jaarvergadering, herinnerde aan het om vangrijke rapport van de Commissie voor de Rechtspositie hetwelk door den Bond bij den Personeelsraad 'was ingediend cn waaraan ook de vakafdeeling Stationsper- soneel een werkzaam aandeel had, wees vervolgens op de laatste conferentie, wel ke plaats vond tusschen de Directie der Spoorwegen en den Personeelraad en waar drie belangrijke punten aan de orde wer den gesteld, nl. Herziening Classificatie, Vakopleiding en Dienstlcleeding. Volgens spreker mochten deze punten geen invloed uitoefenen op de vaststelling loonregeling 1931. Toen het personeel „uit gekleed" werd, ontving het daarvoor ook geen geldelijke tegemoetkoming, dus nu kan het ook verlangen dat eenige uit breiding van dicnstkleeding geen vermin dering van inkomsten met zich medebrengt. De vakafdeeling hoopt dan ook weer di rect in vergadering bijeen te komen, zoo dra de betreffende voorstellen inzake de loonregeling 1931 van den Personeelraad zijn verschenen. Het zal noodig zijn dat de organisaties versterkt worden, en daarom wekt spreker de aanwezigen op te zorgen dat al het Chrstelijk spoorwegpersoneel georganiseerd wordt in den l'rot Chr. Bond. Verschillende afdcelingen brachten hier na voorstellen In bespreking. Do ancicnm- teitsregeling voor verschillende functies, het opdragen van de verantwoordelijkheid aan de oudste ia leeftijd, zonder rn kening te houden met de anciënniteit, het stellen van de veiligheid in handen van „dienstdoende" beambten en ambtenaren, hetwelk niet is in het belang van een goede dienstuitvoering, werden an een breede be spreking onderworpen en besloten de ver schillende misstanden via het hoofdbestuur ter kennis 'e brengen van de Directie en te trachten hierin verbetering te brengen. De Bondssecretaris gaf een nadere uiteen zetting inzake het publiceeren van gevoer de' briefwisseling met den Personeeelraad, hetwelk de moderne Bond aanleiding g if een verkeerde voorstelling van zaken te ge ven. Na deze uiteenzetting werd cle houding van hoofdbestuur en Redactie goedgekeurd. Als plaats voor de volgende vergadering werd aangewezen Dordrecht. Gedurende de pauze vereenigden zich al len aan een gemeenschappelijke koffie maaltijd. Te ongeveer 5 uur werd de vergadering gesloten. Land- en Tuinbouw. PERZIKEN. Floralia verscheen verleden week als spe ciaal perziken-nummer. De redacteur de heer Dix geelt als reden daarvoor op, dat nu er in ons land weer meer liefhebberij voor de lekkere steenvrucht komt, de cultuur en be handeling daarvan neg eens van alle zijden moet worden belicht Hij beveelt, 't planten van perziken tegen muren of schuttingen op het Zuiden of Zuidwesten aan en zegt er bij: „Zeker, in den eenen tuin heeft men meer succes dan in den anderen, maar als men goed rekening houdt met cle soorten en de noodige zorg aan den grond besteedt, is bij na overal wel een behoorlijke perzik te kweeken. Het nummer van Floralia bevat een aantal deskundige artikelen die voor hen, die dezen raad willen opvolgen, met elkaar een uitstekende handleiding vormen. Speciale aandacht wordt gevraagd voor de op de begeleidende kleurplaat afgebeelde perzik „Princess of Wales", die voor buiten cultuur goed geschikt is en zoowel voor den liefhebbers als voor de veiling aan hooge eischen voldoet De vrucht is groot, vaak 40 c.M. in omvang. Gemengd Nieuws. EEN POKKENGEVAL. In de quarantaine inrichtnig te Amster dam is een persoon opgenomen, die vermoe delijk aan pokken lijdt Hij is afkomstig van Rotterdam en werkzaam aan een lichter van de Mij. Nederland. VERDRONKEN Op den Nieuwenweg te Monster is een zijn motor nabij Monster te water geraakt en verdronken. De Geneeskundige Dicst uii De Haag kon slechts den dood cons ateeren fin heeft het lijk naar het ziekenhuis aan <le Zuidwal overgebracht Zondagavond is een -36-jarige man te Wapserveen (Dr) tengevolge van een flauw te in een put gevallen en verdronken. Hij was gehuwd en vader van drie kinderen. SCHILDERIJENDIEFSTAL Zaterdag tusschen 4 en 8 uur is volgens „Het Vad" tijdens de afwezigheid van dc bewoners, die in hot builenland verbliif hielden, door opensluiting ingebroken te Rijs wijk. Ontvreemd zijn: een partij tafelzilver tr waarde van f 150, 2 bankbiljetten van f 10 en de volgende schilderijen: een Rubens, voorstellende mannenkop in zwart fluweel zwarte lijst, formaat 41 bij 33, waarde 1 15.000; een Ribera, voorstellendo Maria met Engel, formaat 72 bij 65, zonder lijst, ter waarde van f 10.000; een Weissenbruch, voorstellende een boerenhofstede, houten paneel, formaat 2S bij 20, ter waarde van f 450; een Bosboom, aquarel, 20 bij 16, op inferieur, tor waarde van f250; evn winter geeicht, schilder onbekend, formaat 2S bij39 houten paneel zonder lijst, waarde f 40. Du twee eerste schilderijen had de bewoner in commissie, terwijl de andere zijn eigendom De burgmeester van Rijswijk heeft door middel van de radio verzocht de schilderijen in beslag te nemen. Bij em draverij te Koedijk bij Alkmaar had een zexere Wiltsveen uit SchoorI het ongeluk van zijn harddraverswagen te val len en zijn been te breken. Hij werd naar het St Elizabeth-ziekenhuis te Alkmaar over gebracht waar ook nog een wond aan den arm geconstateerd werd. BRANDEN Do enveloppemfabriek „Holland" op de Heibeek te Venlo geraakte door tot heden onbekende oorzaak in brand. De Venlosche brandweer die spoedig aanwezig was, werkte vele uren om de uitbreiding van het vuur te beletten. Dit gelukte echter niet. Het ge hecle gebouw brandde uit. De schade is aan zinlijk, het gebouw is verzekerd. Aan de Spaarrvdammerdijk F 62 bij S'.o terdiik ontstond brand in een huisje bestaan de uit gclijkstraats een vertrek cn daarbo ven een zolder. De brandweer wist den zolder te behouden. Het vertrek beneden brandde uit De oorzaak van dezen brand is dat*door het dichtslaan van een deur een brandende petroleumkachel omviel. Rechtzaken. „EESTE BROERTJES". De Rechtbank te Maastricht deed uit spraak in dc zaak tegen de gebroeders M. te Elspo. C. M. had zekere Demandt, die met zijn meisje uit de feestweide te Grevenbicht kwam, daar buiten opgewacht en met een scheermes in den nek gesneden, zoodat een snede ontstond van 23 c.M. breed cn 7 c.M. diep. Het hoofd van D. was voorover geval len. Omdat geen slagaderen waren geraakt, Radio Nieuws. 10.30 TUdseln. 10.3011 Korto rlekendlenat, lelden door Lyi. D. Tom, Qeref. Predikant te Hil versum; 12.30 TUdseln. 12.30—2 Mlddrgconcert. De heer P. de Vries, fluit. Jan Richters viool. Mej. Ellen Sandow. plano en kerkorgel. 2 TUdseln 2—2.30 Gramofoonplatenconcert. 2.304.30 Con cert. Mej. Annle Temme. sopraan; de Heer H. J. van Leeuwen, kerkorgel. 4.30—5 Gramofoon platenconcert. 5 TUdseln. 66 Kinder leiden door mej. S. Groene- Muzikale medewerking Bcni m. plan BO"'rdS 6 TUdseln. eln. 7—8 Uurtje _>s. G C- Postma. Nederlandsch Jon- gelings-Verbond to Overveen. Onderwerp: ..Strug gle for Life". Ter afwisseling Gramofoonplaten. 8 TUdseln. S8.30 Bestuursmededeelingcn door AVRO.-ensemble. 2—2.30 J B. Schuil leest uit Katjaners" en „T>« Bobherd" 2.308 Radio Kinderkoorzang. m. Toe rt door o Gebr. ■■MM.. _errt»n. 8—9 15 Karoer- jziek door het Rothschild Kwartet. 9.159.45 •of. Dr. J. J. van Loghcra spreekt pver „Na- urlUk verweer teeen ziekte" 9.45 AVRO-radlo Tooneel Opvoering van „De man der Toekomst" nietigheid In I bedrtff van G. B. S'.iaw. Lel- muziek. 12 Slui Persbcr. Daarna H. W. Derksen, Le- te Rotterdam. onder; a (H.V.) Muzikale medewerking verieenen: ae heer J. H. Smit Duyzentkunst. bariton en kerk orgel. de hcor IL Smit Duyzentkunst. kerkougel- begeleldjng. 5 Tüdsein. 6—6.30 Concert. Mej. Jans Blerma. zang. Mej. Klly v. a. Pol. vlooi, de hoer A. Koole, plano. 6.30—7 Muzlekprantje door den heer G. van Ravenswaay te Amsterdam. On derwerp: „Christendom en Muziek". 7 TUdseln. i Kuyk te Schei Zullen. Piet Hespe's Kir relcgenlie an den neer Plet van ..TlvolP" te 1 1 koor ..Semper C :chtsch Chr. Man: erccnlgtng ..Sursu toor: ..Oranje K. iderkoor: te Utree Hespe's Damesl Heckmaan. piai Pemburet HILVERSUM (298 M.. 1010.15 Moi 1.45—3 r 1071 M.) 2.15—1.15 Concert door foonmuzlsk. 34 Maak 1—5 Zlckenuurtje. 5.306 30 het Omroeporkest. 6.45—7.15 Land- tje. Spreker: Dr. Ir. A. Mlnderhond :er b(1cn bU het bloemenbezoek. 7.157 8.01—8.15 mofoc ixlek uit Café „Mode: is de mishandelde ceheel hersteld. Dc an dere verdachte had D. getrapt. C. M. werd tot 10 maanden gevangenisstraf veroordeeld en zijn broer tot twee maanden, de laatste voorwaardelijk. De eischen waren resp. 2 jaar en 6 maanden. SAMBO EN (Nadruk verboden). JOCKO VAN EEN LEEUW EN EEN AAP Meneer Van Krieken daarcn.!egcn. Zoekt redding bij het apenhok, Maar krijgt, tot overmaat van rampen, Het met de apen aan den slok: Zn strooien hoed, z'n snor. z'n haar, 't Gespuis plukt alles uit elkaar! 10. Weer anders doot het Neef van Stralen* Hij ziet een hek en klimt er op. Hij denkt: „Ik laat ni er over zakken. En Sarabo heef' een reuzenstrop!" Maar ach, de man hal niet bedacht, Wat aan den and'ren kant hem vacht..., (Wordt Vrijdag vervolgd) FEUILLETON Door GUY THORNE. 26) De vorm van den stcencn plaat, die den vorm aangeeft van een ontzield lichaam is eerbiedig weggenomen en bewaard in een gesloten vat door den heer Hands, die nu in structies afwacht. Dr. Sehmöulder, cle beroemde Duitsche ge leerde uit Berlijn, is te Jeruzalem aangeko men en heeft zich met den Duitschen kei zer in verbinding gesteld betreffende deze ontdekking. Op het cogenblik zou het voorbarig zijn om een oordcel uit tc spreken over deze op zienbare feiten. Het schijnt ons echter plicht om nog het slot te cilee van de mededee ling ven Hands en te vu kirren, dat wij een telegram in ons bezit hebben van dr. Scmöulder, waarin de geleerde zegt. dat hij hst volkomen eens is met de besluiten van Hands. Wij resumeeren: Er schiint geen schaduw van twijfel te be staan dat het verdwijnen ven het lichaam van Jezus uit het eerste graf nu verklaard is en dat de opstanding, zooals die in de Evangeliën verhaald wordt, nooit heeft plaats gehad. Jozef van Arimathea erkent hier zelf, dat hij het lichaam van Jezus heeft weggenomen, waarschijnlijk om aan de discipelen en vrienden van den Heere Je zus, voor wie hij veel sympathie voelde, de ergenis te besparen van het treurig einde van hun hoop. Het gebruik van den aoristus primus „Ik verborg" schijnt aan te duiden, dat Jozef be doelde een bekentenis te doen om zijn eigen gemoed voldoening te schenken en een flau we hoop had dat dit ooit zou gelezen wor den. Als deze bekentenis gedoeld had op toe komende eeuwen, dan mogen wij aannemen dat hij eerder „ik heb verborgen" zou heb ben gezet" Zoo eindigde dit eenvoudige verslag, dat uitgebracht was zonder een enkele poging om sensatie tie maken. De courant had alles heel kalm overgebracht Juist toen Dr. Ripon de courant neerlegde, met een bleek gelaat en bevende handen, j trad Sir Michael de kamer binnen. Er stonden tranen van toorn en schaamte in zijn oogen en hij zonk als machteloos op een stoel bij het bed van Ds. Ripon neer. Deze stond op. baadde en kleedde zich haas tig, en zei: „Wij moeten de zaak eens goed in de bibliotheek bespreken en in dien tus- I schentijd I Zij gingen weldra samen naar heneden. Een helder licht stroomde de groote hal bin- I nen, want het was een zonnige vriezende dag. De bel van de kapel luidde voor den och tenddienst en dit geluid riep hen uit hun droomeriien op. Sir Michael rilde en werd nog hleeker, maar Ds. Ripon wist zich te be- jheerschen. Hij stak zijn arm door dien van zijn gastheer en voerde hem de gang door naar de kapel. Kom mee naar het altaar, mijn vriend", zeide hij, „en laat ons samen hidden voor het behoud van het Christendom. Daar wadht ons vrede. Zeg met mij de Geloofsbe lijdenis op. God zal ons niet verlaten". Zij gingen de gewelfde kapel binnen, waar zeven lampen voor het altaar brandden en knielden neer. Eenigen der bedienden traden ook binnen en de geestelijke begon den dienst Ds. Ripon en Sir Michael keerden zich naar het Oosten. De zon scheen door het groote geschilderde venster waar Christus op afgebeeld stond bij de Hemelvaart De Geloofsbelijdenis werd met heldere stem opgezegd: „Ik geloof in God den Al- machtigen Vaderen in Jezus Christus Zijn eeniggeboren Zoon, onzen HeerDen dorden dag opgestaan uit de doodenop gevaren ten Hemel Toen die twee mannen met ernstig gelaat uit de kerk kwamen en naar de bibliotheek gingen, wisten zij, dat er een ontzettende en vreesclijke leugen verbreid werd, want zij hadden gemeenschap gehad met den opge- stanen Christus en Hij had hun gezegd goe den moed le hebben om te kunnen- dragen, wat er nog komen zop. Zij hoorden de stem van Petrus, die door alle eeuwen heen klonk. „Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan wij allen getuigen zijn". VIERDE HOOFDSTUK He4 getuigenis van den geestelijke. Toen mevr. Armstrong beneden kwam voor het ontbijt, vertelde haar gastvrouw haar, dat Sir Michael met Ds. Ripon naar beneden gegaan was en haar zijn excuses liet maken. Zij waren met den eersten trein vertrokken. Gewichtige zaken riepen hen naar Londen. Terwijl dit besproken werd, kwamen Wilson, de -dienstdoende geestelij ke, Schnabe en den kannunik Walke de ka mer binnen. De hertog van Suffolk verscheen niet De ontbijtkamer was een lange lage ka mer met wit geschilderde paneclen: er brandde een groot helder vuur. Er hingen roode overgordijnen en enkele schilderijen versierden de wanden. De vensters waren groot en daaruit had men een ruim uitzicht op het winterlandschap. Het vuur cn cle gezelligheid gaven een ge voel van rust; men scheen hier ver weg van alle gedruisch en allen strijd. Er heerschte een stille opgewondenheid onder de gasten. Zij hadden allen de courant gezien, maar eerst werd er toch door niemand over het bewuste bericht gesproken. Eindelijk ver brak mevr. Hubert Armstrong het zwijgen. In goed gekozen bewoordingen sprak zij op bijna eerbiedigen toon: „Wat wij gehoord hebben, kan het op gaan van een nieuw licht in de wereld he- tcekenen. „A's deze ontstellende verkla ring waarheid bevat cn het schijnt wel, dat dit zoo is dan zal cr een nieuw beeld van Jezus van Nazareth in cle handen van het menschdom gedrukt worden. Het beeld, dat wij reeds in ons gemoed hebben, zal dan het eigendom der geheel e wereld worden. Al het ouderwetsche bijgeloof zal verdwij nen en de ware beteekenis van het anthro- pomorphistische gezichtspunt zal eindelijk helder en klaar uitkomen. De wereld zal in staat zijn om de ware gestalte te onderken nen, zooals die onder de broeders op aarde verkeerde". Haar toon klonk hoogst ernstig. Zonder twijfel zag zij in deze wonderlijke ontdek king een triomf voor het modernisme. Er ging een zucht van verlichting op on der de aanwezigen. Het ijs was nu gebroken en de ontdekking had een vorm aangenomen die door ieder een begrepen werd Ilaar woorden werkten 1 als een praecipitaat, dat de analyse mogelijk maakt j Zij wachtte nu kalm om de opinie van an- j deren te hooren. Dc kannunik Walke nam het eerst het (woord. Hij sprak op stelligen toon, maar Schnabe ontdekte toch een vagen angst in zijn stem. Hij sprak bedaard, maar niet krachtig. Zijn toon was niet overtuigend en hij verwierp niet alles, dat zich tegen het celoof kantte. Hij was een voornaam man, hofprediker, gehuwd met de dochter van een graaf, en bad het vooruitzicht om hisschop te worden. Er waren menschcn, die hem eerzuchtig noemden, een oogendienaar. Schnabe reali seerde terstond, dat hij niet als kampioen voor het Christendom zou optreden. Hij dacht aan een jong geestelijke te Manches ter; maar nu luisterde hii eerst weer naar hetecen Walke te zeggen had. „Neen. mevrouw Armstrong", zeide hij, „een artikel zooals dit in een courant zou ge vaarlijk zijn; het zou zwakke gemoederen in de war brengen, voordat het vest bewe zen zou zijn, dat het óf een lasterlijk verzin sel was öf een domme vergissing. liet kan niet waar zijn. Zulke berichten werken steeds maar voor een tijd. Het kan zijn dat de kerkelijke autoriteiten zich nu dicht aan een zullen moeten sluiten om hun begin selen op vasten grondslag te zetten, als de storm hevig opsteekt. Dit kan een nog zwaarder storm zijn, dan die is uitgebroken in den tijd van George I, toen het Christen dom nis een fabel boschouwd werd. Wat zei de bisschop Butler toen tegen zijn secreta ris? Hij vroeg: „welke securiteit is er Jegen de dwaasheid der menschen? De doktoren weten het niet Zou het dan met mogelijk zijn dat geheele groepen van menschen aan getast worden door een soort krankzinnig heid. evenals de individuen? Dat zou ons een reden geven om te -begrijpen, waarom er soms zoo gestreden wordt tegen de waar heid. Het kan zijn. dat wij weer op het punt staan om aan zulk een storm het hoofd te moeten bieden. Toch zal de kerk daar wol tegen bestand zijn. Ik ga togen 12 uur naar de stad en volg aldus het voorbeeld van onzen gastheer, want dnar is mijn plaats. De aarts' isschop zal zonder twijfel e*n conferentie houden, als dit verhaal uit Palestina nog nader be vestigd wordt Zulke gevaarliike ketterijen moeten niet verspreid worden". (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9