s de beste
TOEN HET NOG UISTER WAS
WOENSDAG 23 OCTOBER 1929 DFPDE BLAD PAG o
SPROOKJESSTAD
..ZOEKERS NAAR LICHT"
HET WAARLIJK SCHOONE
MAAKT STIL
INDRUKKEN VAN DE EDISON-
LICUTWEEK
(Van onzen Amsterdamschen redacteur.)
Amsterdam is als de zon schijnt een mooie
Stad. En het andere deel van Amsterdam
krijgt nog meer bekoring wanneer de grau
we herfst er is en er volkomen evenwicht be.
aat tusschen de verweerde gebouwen aan
onze burgwallen en de grimmige luchten bo
ven haar. Dan kunnen wij ons licht voorstel
len dat wij een paar ecuwen vroeger le n,
toen Amsterdam reeds Amsterdam was en
du Burgwallen haar trots.
Maar Amsterdam in de Edisonweck, dat is
iets hoel anders. Dat is, al hebben wij meer.
illuminatie gezien, nog nooit aanschouwd. En
het is, met een enkele uitzondering, uitgele
ien mooi.
Zoo zeggen de duizenden die de laatste da-
gun dé stad doorkruisten en die allen waren
^zoekers naar licht". Thans was er geen aan
dacht voor donker Amsterdam, het feest- en
lichtkleed tooide onze mooiste stadspleinen,
onze oude torens, onze ecnige boulevards.
Wie vanaf het Centraal Station het rijk
.Verlichte Damrak zag, geloofde niet in Am-
Sterdam te zijn. Was dat het Damrak, het
Vroegere water? Waar was de neerdrukken
de geweldigheid van Derlage's Beurs?
Lange rijen bonte licht zuilen wezen den
veg naar het hart van de lichtstad, naar den
ï)am. 't Kon een straat zijn ergens ver weg
in een der groote Chineesche steden, een
sprookjes-idylle uit het vreemde Morgenland.
Geen helle schittering, maar dcor de plaat
sing der lampen en de reflex der zuilen een
mild en zacht lic"ht van alle kanten over de
honderden en duizenden, die stil genietend,
het waarlijk sclioone maakt stil, op het
Damrak wandelen, rijen achter rijen, altijd
meer en altijd meer. Waar komen die dui-
ienden zoo in een oogenblik vandaan en
.waar blijven ze?
Natuurlijk gaan ze allen naar den Dam, de
sprookjesachtige lichtallee door. Straks ko
men ze in een bijzondere lichtcirkel als ze
Cuypers Effectenbeurs passeeren, die scherp
uitkomt in de stralen der sterke schijnwer
pers.
Even trekt de Bijenkorf de aandacht, het
al te pompeuze gebouw, dat nu zich een
Violette kruinversiering heeft aangeschaft en
ook in de etalagekasten laat zien wat men
met licht kan doen.
Maar de Dam, nog altijd historisch het
middelpunt van onze zich uitmiddelpuntig
ontwikkelende stad, de Dam is de plek waar
hut hart van de lichtstad klopt, 't Is een
klaterende lichtfontein.
De hooge Edison-zuil die onze oude Naatje
slechts voor een poos vervangen mag, ver
spreidt over het plein haar melkwitte licht.
Maar blakeren in het licht van de groote,
schijnwerpers, doet de hardsteenen gevel
van Peek en Kloppenburgs geweldige maga
zijnen. En keurig illumineert de Groote Club.
leis .mjndcr deftig, er zijn nu eenmaal ran
gen en standen, ook in de lichtwoèk, komt
het gebouw „Industria" naar voren.
Hoog boven alles troont eveneens door
schijnwerpers in fantastischen gloed gezet,
dc koepel van Jacob van Campens onvolpre-1
zen schepping. Ons oude stadhuis doet het j
maar wondergoed. Subliem beheerscht het i
licht de duisternis van den herfstavond. j
Achter den Dam weer het felle licht, ver-1
blindend gespoten, op den gevel van het j
Postkantoor. Het geldkantoor, product van
kubistische architectuur, had men wijselijk
maar in de schaduw gelaten. Maar dc kran
ten op de vroegere Pijpenmarkt, hebben ge
tracht de aandacht der massa op zich te ves
tigen. Waarom het Handelsblad daarvoor
het roode licht gekozen had is niet duidelijk.
Van de kern der verlichting liepen de lij
nen lot ver in de nieuwe stad. De Kalver-
straat was eenvoudig aangekleed, een bur
gerjuffrouw op haar Zondagsch, maar de
Leidsche straat had door haar uitbundige
versiering weer iets Oostersch.
Het Leidsche Plein wilde iets rooven van
de glorie van den Dam. Hirsch en Maison de
Vries, ook in het dagelijks leven concurren
ten, probeerden elkander den loef af te ste
ken. Maar het Hirseh-paleis leent zich voor
een experiment als dit, krachtens zijn archi
tectuur veel beter.
Aan de overzijde, buiten de Singelgracht,
daar waar luttele jaren terug de nieuwe
stad begon, s'ond weer een Edison-monu-
ment, of een Philips-monument, men kan
dat nooit zoo prepies weten, maar ook hier
door zijn constructie, waar licht gevend, een
zacht vriendelijk, verheugend licht.
Wat is Amsterdam mooi, ook onder de
lichtglansen. Wat kan de oude s'ad in het
bijzonder tegen het felle licht. Verweerd ziet
het oude stadsdeel er uit, met diepe groeven
en lijnen als iemand die veel heeft gezien en
geleden, maar met een kerngezond wezen.
Ik denk aan ons Munttorentje, dat aan het
eind van de Singel ons zoo leelijk in den
weg staat. Maar dat zoo eenvoudig en mooi
is en het stadsbeeld zoo ongemeene bekoring
geeft.
Nu was ons Munttorentje van top tot teen
omhangen met electrische diamanten en
schitterde het in de lichtglanzen die het zelf
uitstraalde. Hoe kwamen de vormen en lij
nen, krachtig en beheerscht naar voren. Het
aan zijn voet vlietende water van de Singel
verlustigde zich in de ongekende pracht van
het bekende vriendinnetje. Het dronk haar
beeld in, kaatste hot terug, speelde met de
lichtglansen, en gaf door zijn zachte golving
de schoonheid telkens nieuwe gestalten.
De Waag toont eveneens door lichtlijnen
haar schoone evenredigheid en verheugt de
Nieuwe Markters die wel heel erg dicht bij
de donkerste hoeken van onze stad wonen.
Alleen onze kerktorens doen het minder
goed. Zijn zo niet wat al te zuinig behan
deld? Of is het in overeenstemming met den
geest van de meerderheid onzer burgerij,,
dat het licht niet meer valt op de kerk?
Van de Westertoren is heusch wat te ma
ken. De ballonnen die er nu aanhangen, ma
ken onze grijze lange Jan, die toch al zoo'n
wonderlijke kroon draagt, een beetje kennis
achtig.
Maar als geheel is Amsterdam, badend in
het licht van het genie, een wonder mooi
stuk wereld en is het plan van de energieke
organisatie zeer geslaagd.
Zoo beschijne onze stad ook in toenemende
mate het licht van Gods aangezicht Zoo
kome ons Amsterdamsche volk ook nog eens
weer in duizenden ongeteld tot het licht
Kunst en Letteren.
In ons artikel „Johanna Bre-evoort zestig
jaar" in het Zondagsblad vara vorige week
kwam de opmerkiag voor dat de brochure
„Het heilige te na", geschreven door Ds. Rol-
ioos te Delfshaven, later herroepen is. Naar
aanleiding <van deze zinsnede zandt een
lezer ons een brief, waarin o.m. voorkomt
deze verklaring van Ds. Rolloos zelf:
„Mijn doel is niet om nog eens opnieuw
mijn bedenkingen tegen het bewuste boek
van Johanna Breevoont aan te geven, doch
onverkort handhaaf ik, wat ik destijds
schreef.
Maar nu klakkeloos gepubliceerd wordt,
dat ik mijn brochure zou hebben herroepen,
gevoel ik mij verplicht, om uit te spreken,
dat de voorstelling van „De Rotterdammer"
can j.l. Zaterdag gegeven, onjuist en be
zijden de waarheid is".
We danken den belangstellenden lezer
voor zijn verbetering op ons artikel en ver
klaren hier nadrukkelijk de betreffende on
juiste voorstelling gegeven te hebben op ge-
eag van de Schrijfster, die ons in een brief
van 24 Sept *29 meedeelde: „Ds. Rolloos
schreef een brochure: „Het heilige te na"
Later Ingetrokken!"
Daaruit moge Ds. Rolloos blijken, dat er
van een „klakkeloos piibliceeren" toch eigen
lijk geen sprake was.
Bedoeld is Zaterdag 12 Oct. j.l.
GUIDO GEZSLLE.
Er is vóór eenigen tijd een hoofdcomitó
opgericht tot viering van Gezelle's honderd
sten geboortedag in 1930. Dit comité heeft
do onbegrijpelijke dwaasheid begaan'het
hooge beschermheerschap aan te bicden aan
den koning en de koningin der Belgen.
Immers, niemand zal betwisten dat het
eeuwfeest van Guido Gezelle, die vóór alles
Vlaming was en voelde, een zuiver natio-
naal-Vlaamsch karakter behoort to dragen,
zal do viering inderdaad zin en stijl bezit
ten. Door er een Belgisch cachet op te druk
ken verloochent men het eigenlijke wezen
van Gezelle's kunst en beteekenis. En (om
van den koning nu niet te gewagen) het is
toch van algemeene bekendheid dat de Bel
gische koningin een zéér besliste, om niet
te zeggen felle antipathie met zich om
draagt tegen de Vlaamsch-Nederlandschc
cultuur- en dichtkunst?
Blijkens een mededeeling van prof -dr.
August Vermeylen, voorzitter van het Gc-
zelle-comité werd 't besluit betreffende het
beschermheerschap aangenomen met alge
meene stemmen op 8 October 1927. Dit be
sluit werd echter genomen buiten en zonder
voorkennis van de leden die niet behoorden
tot het hoofd-comité, maar die deel uit
maakten van de afdcelingen voor de propa
ganda, de pers, de plaatselijke feesten, enz.
Naar aanleiding nu van dit besluit hebben
de Vlfiamsch-Nationale organisaties in West
Vlaanderen en elders hun medewerking aan
het hoofdcomité onttrokken. Zij zullen ech-,
ter thans een afzonderlijke viering van Ge
zelle's eeuwfeest op touw zetten.
TOLSTOI'S WEZEN EN GROEI
In „De Gidsschrijft Henriëtte Roland
Holst een artikel over Leo Tolstoi. Over
's dichters wezen en groei zegt zaj oan.:
„Wie het dagboek van Tolstoi's jeugd
leest, ziet die jeugd verloopen in een dub
bel rythme: het toestorten op de wereld en
het zich afwenden van haar, het opgaan in
MEVR. ROLAND EOLST.
de dingen en het uit hen terughalen van de
liefdekracht. En wie Tolstoi's leven in zijn
geheel beschouwt, die komt tot de erken
ning, dat het in het groot door ditzelfde
rhythme behoersoht wordt In de eerste
helft van zijn leven werpt hij zich op de
wereld om haar te bezitten en tevens om
zichzelf in hartstochtelijk gemot en harts
tochtelijke activiteit te verwezenlijken. In
de tweede helft haalt hij, met behulp van
askese en geestelijke oefening, zijn liefdes
kracht terug uit de dingen en doet haar in
vloeien tot zichzelf.
Aandacht en liefde zijn de krachten door
middel waarvan Tolstoi zoo diep in alle we
zens'doordringt, dat hij in hen iets van zich
zeiven herkent en zich met iets in hen ver
eenzelvigt.
Meegevoel is de beweegkracht, die zijn
verbeelding aan liet werk zet. Door meege
voel en verbeelding dringt hij in het wezen
van kinderen door, tot daar, waar de golven
hunner argelooze dartelheid, hem omspoe
len; in dat van meisjes en knapen, nog
onbewust van het natuurverlangen, zacht
jes aankloppend aan de deuren van hun
hart; in dat van jonge vrouwen, schuchter
ontwakend tot de zoetheid der liefde; van
jonge moeders, voor wie heel de wereld in
hun kindje belichaamd is; van oudere
moeders, geheel en al ondergedoken in de
liefde voor hun ggezin, dat is hun wereld.
Met hen allen vereenzelvigt hij zich. Hij
dringt even diep door in het wezen van het
eenvoudige volk, primitief in zijn voelen en
denken, als in dat van de grooten en mach
tigen der aarde, van eerzuchtige wereldlin-
gen en verfijnde aristokraten. Zeker zou hij
niet het een en het ander zoo goed vermocht
hebben, had hij niet van beide, de heer-
schcrskaste en het volk, iets in zich gehad
Ondanks zijn b'oersche uiterlijk, was Tol
stoi van wezen door on door aristolcratisch:
vandaar dat hij zijn leven lang anderen op
een afstand hield, ook dan wanneer hij dit
niet wenschte. Het lag niet in zijn macht,
datgene te veranderen of te verloochenen,
wat de vrucht der eeuwen, de erfenis van
een lange reeks voorvaderen was Heerlijk
is het, in Gorki's herinneringen aan Tolstoi
to lezen, hoe de „oude toovenaar" door een
enkel woord, een gebaar, een blik „den vrij-
postigen geestverwant" die, den afstand ver
getend, hem te dicht wilde naderen, deed
terugdeinzen. Maar ook aan het volk, de
boeren, gevoelde Tolstoi zich nauw verwant.
Wellicht stroomde ook hun bloed door zijn
aderen en verklaart dit de „bijna lichame
lijke liefde", die hij voor hen gevoelde, lang
voor zijn „wedergeboorte". In het volk zag
hij groote reserves van goedheid cn wijs
heid opgehoopt: van het volk alleen, wisj
hij: konden de hoogere klassen leeren hoe
te leven en te sterven als christenen be
taamt. Van het volk ontving hij als kind,
als jongeling cn als man, zijn diepste reli-
gieuse impulsies en als een van het volk te
worden was wat hij vele jaren lang be
geerde en beproefde, al slaagde hij daarin
nooit geheel."
Wetenschap.
HET GRAF VAN COMENIUS.
De Nederlandsche Regeering heeft den ge
zant van Tsjecho-Slowalcije medegedeeld be
reid te zijn, een stukje grond, gelegen in de
z.g.n. Fransche Kerk te Naardcn, aan de Re
publiek af te staan.
Deze mededeeling is in Tsjecho-Slowalcije
met veel erkentelijkheid ontvangen. Corne-
nius' gebeente zal nu in eigen bodem kun
nen rusten.
INGEZONDEN MEDEDEELING.
STATIONSPERSONEEL NED.
SPOORWEGEN
LANDELIJKE VERGADERING VAN DE
VAKAFD. PROT. CHR. BOND VAN
SPOOR- EN TRAMWEG
PERSONEEL
DE LOONREGELING VOOR 1931
De vakafdeeling Stationspersoneel van
den Prot Chr. Bond van Spoor- en Trani-
wegpersoneeel kwam in landelijke vergade
ring bijeen in het gebouw voor Chr. Sociale
Belangen, Lange Haven 73 te Schiedam.
De zaal, welke door de zorgen van de afd
Schiedam met verschillende bloemstukken
was versierd, had een recht gezellige aan
blik.
Aanwezig waren een 50 tal afgevaardig
den, vertegenwoordigende 28 afdeelingen.
Ongeveer 11 uur opende de voorzitter, de
heer L. Dompeling Szn., van Amster
dam, de vergadering op de gebruikelijke
wijze. Daarna sprak hij een woord van wel
kom, inzonderheid aan den Bondssecreta ris,
den heer J. E ij keiboom, van De Bilt,
die namens het hoofdbestuur tegenwoordig
was, dankte de afdeeling Schiedam voor de
royale wijze van ontvangst, gaf vervolgens
een overzicht van de gevoerde acties sedert
de jaarvergadering, herinnerde aan het om
vangrijke rapport van de Commissie voor
de Rechtspositie hetwelk door den Bond
bij den Personeelsraad 'was ingediend cn
waaraan ook de vakafdeeling Stationsper-
soneel een werkzaam aandeel had, wees
vervolgens op de laatste conferentie, wel
ke plaats vond tusschen de Directie der
Spoorwegen en den Personeelraad en waar
drie belangrijke punten aan de orde wer
den gesteld, nl. Herziening Classificatie,
Vakopleiding en Dienstlcleeding.
Volgens spreker mochten deze punten
geen invloed uitoefenen op de vaststelling
loonregeling 1931. Toen het personeel „uit
gekleed" werd, ontving het daarvoor ook
geen geldelijke tegemoetkoming, dus nu
kan het ook verlangen dat eenige uit
breiding van dicnstkleeding geen vermin
dering van inkomsten met zich medebrengt.
De vakafdeeling hoopt dan ook weer di
rect in vergadering bijeen te komen, zoo
dra de betreffende voorstellen inzake de
loonregeling 1931 van den Personeelraad
zijn verschenen. Het zal noodig zijn dat de
organisaties versterkt worden, en daarom
wekt spreker de aanwezigen op te zorgen
dat al het Chrstelijk spoorwegpersoneel
georganiseerd wordt in den l'rot Chr. Bond.
Verschillende afdcelingen brachten hier
na voorstellen In bespreking. Do ancicnm-
teitsregeling voor verschillende functies,
het opdragen van de verantwoordelijkheid
aan de oudste ia leeftijd, zonder rn
kening te houden met de anciënniteit, het
stellen van de veiligheid in handen van
„dienstdoende" beambten en ambtenaren,
hetwelk niet is in het belang van een goede
dienstuitvoering, werden an een breede be
spreking onderworpen en besloten de ver
schillende misstanden via het hoofdbestuur
ter kennis 'e brengen van de Directie en te
trachten hierin verbetering te brengen.
De Bondssecretaris gaf een nadere uiteen
zetting inzake het publiceeren van gevoer
de' briefwisseling met den Personeeelraad,
hetwelk de moderne Bond aanleiding g if
een verkeerde voorstelling van zaken te ge
ven. Na deze uiteenzetting werd cle houding
van hoofdbestuur en Redactie goedgekeurd.
Als plaats voor de volgende vergadering
werd aangewezen Dordrecht.
Gedurende de pauze vereenigden zich al
len aan een gemeenschappelijke koffie
maaltijd.
Te ongeveer 5 uur werd de vergadering
gesloten.
Land- en Tuinbouw.
PERZIKEN.
Floralia verscheen verleden week als spe
ciaal perziken-nummer. De redacteur de heer
Dix geelt als reden daarvoor op, dat nu er
in ons land weer meer liefhebberij voor de
lekkere steenvrucht komt, de cultuur en be
handeling daarvan neg eens van alle zijden
moet worden belicht Hij beveelt, 't planten
van perziken tegen muren of schuttingen op
het Zuiden of Zuidwesten aan en zegt er bij:
„Zeker, in den eenen tuin heeft men meer
succes dan in den anderen, maar als men
goed rekening houdt met cle soorten en de
noodige zorg aan den grond besteedt, is bij
na overal wel een behoorlijke perzik te
kweeken. Het nummer van Floralia bevat
een aantal deskundige artikelen die voor
hen, die dezen raad willen opvolgen, met
elkaar een uitstekende handleiding vormen.
Speciale aandacht wordt gevraagd voor de
op de begeleidende kleurplaat afgebeelde
perzik „Princess of Wales", die voor buiten
cultuur goed geschikt is en zoowel voor den
liefhebbers als voor de veiling aan hooge
eischen voldoet De vrucht is groot, vaak 40
c.M. in omvang.
Gemengd Nieuws.
EEN POKKENGEVAL.
In de quarantaine inrichtnig te Amster
dam is een persoon opgenomen, die vermoe
delijk aan pokken lijdt Hij is afkomstig van
Rotterdam en werkzaam aan een lichter
van de Mij. Nederland.
VERDRONKEN
Op den Nieuwenweg te Monster is een
zijn motor nabij Monster te water geraakt
en verdronken. De Geneeskundige Dicst uii
De Haag kon slechts den dood cons ateeren
fin heeft het lijk naar het ziekenhuis aan
<le Zuidwal overgebracht
Zondagavond is een -36-jarige man te
Wapserveen (Dr) tengevolge van een flauw
te in een put gevallen en verdronken. Hij
was gehuwd en vader van drie kinderen.
SCHILDERIJENDIEFSTAL
Zaterdag tusschen 4 en 8 uur is volgens
„Het Vad" tijdens de afwezigheid van dc
bewoners, die in hot builenland verbliif
hielden, door opensluiting ingebroken te Rijs
wijk. Ontvreemd zijn: een partij tafelzilver
tr waarde van f 150, 2 bankbiljetten van f 10
en de volgende schilderijen: een Rubens,
voorstellende mannenkop in zwart fluweel
zwarte lijst, formaat 41 bij 33, waarde 1
15.000; een Ribera, voorstellendo Maria met
Engel, formaat 72 bij 65, zonder lijst, ter
waarde van f 10.000; een Weissenbruch,
voorstellende een boerenhofstede, houten
paneel, formaat 2S bij 20, ter waarde van
f 450; een Bosboom, aquarel, 20 bij 16, op
inferieur, tor waarde van f250; evn winter
geeicht, schilder onbekend, formaat 2S bij39
houten paneel zonder lijst, waarde f 40. Du
twee eerste schilderijen had de bewoner in
commissie, terwijl de andere zijn eigendom
De burgmeester van Rijswijk heeft door
middel van de radio verzocht de schilderijen
in beslag te nemen.
Bij em draverij te Koedijk bij Alkmaar
had een zexere Wiltsveen uit SchoorI het
ongeluk van zijn harddraverswagen te val
len en zijn been te breken. Hij werd naar
het St Elizabeth-ziekenhuis te Alkmaar over
gebracht waar ook nog een wond aan den
arm geconstateerd werd.
BRANDEN
Do enveloppemfabriek „Holland" op de
Heibeek te Venlo geraakte door tot heden
onbekende oorzaak in brand. De Venlosche
brandweer die spoedig aanwezig was, werkte
vele uren om de uitbreiding van het vuur
te beletten. Dit gelukte echter niet. Het ge
hecle gebouw brandde uit. De schade is aan
zinlijk, het gebouw is verzekerd.
Aan de Spaarrvdammerdijk F 62 bij S'.o
terdiik ontstond brand in een huisje bestaan
de uit gclijkstraats een vertrek cn daarbo
ven een zolder. De brandweer wist den
zolder te behouden. Het vertrek beneden
brandde uit De oorzaak van dezen brand is
dat*door het dichtslaan van een deur een
brandende petroleumkachel omviel.
Rechtzaken.
„EESTE BROERTJES".
De Rechtbank te Maastricht deed uit
spraak in dc zaak tegen de gebroeders M.
te Elspo. C. M. had zekere Demandt, die met
zijn meisje uit de feestweide te Grevenbicht
kwam, daar buiten opgewacht en met een
scheermes in den nek gesneden, zoodat een
snede ontstond van 23 c.M. breed cn 7 c.M.
diep. Het hoofd van D. was voorover geval
len. Omdat geen slagaderen waren geraakt,
Radio Nieuws.
10.30 TUdseln. 10.3011 Korto rlekendlenat,
lelden door Lyi. D. Tom, Qeref. Predikant te Hil
versum; 12.30 TUdseln. 12.30—2 Mlddrgconcert.
De heer P. de Vries, fluit. Jan Richters viool.
Mej. Ellen Sandow. plano en kerkorgel. 2 TUdseln
2—2.30 Gramofoonplatenconcert. 2.304.30 Con
cert. Mej. Annle Temme. sopraan; de Heer H.
J. van Leeuwen, kerkorgel. 4.30—5 Gramofoon
platenconcert. 5 TUdseln. 66 Kinder
leiden door mej. S. Groene-
Muzikale medewerking
Bcni
m. plan
BO"'rdS
6 TUdseln.
eln. 7—8 Uurtje
_>s. G C- Postma.
Nederlandsch Jon-
gelings-Verbond to Overveen. Onderwerp: ..Strug
gle for Life". Ter afwisseling Gramofoonplaten.
8 TUdseln. S8.30 Bestuursmededeelingcn door
AVRO.-ensemble. 2—2.30 J B. Schuil leest
uit Katjaners" en „T>« Bobherd" 2.308
Radio Kinderkoorzang.
m. Toe
rt door
o Gebr.
■■MM.. _errt»n. 8—9 15 Karoer-
jziek door het Rothschild Kwartet. 9.159.45
•of. Dr. J. J. van Loghcra spreekt pver „Na-
urlUk verweer teeen ziekte" 9.45 AVRO-radlo
Tooneel Opvoering van „De man der Toekomst"
nietigheid In I bedrtff van G. B. S'.iaw. Lel-
muziek. 12 Slui
Persbcr. Daarna
H. W. Derksen, Le-
te Rotterdam. onder;
a (H.V.) Muzikale medewerking verieenen: ae
heer J. H. Smit Duyzentkunst. bariton en kerk
orgel. de hcor IL Smit Duyzentkunst. kerkougel-
begeleldjng. 5 Tüdsein. 6—6.30 Concert. Mej.
Jans Blerma. zang. Mej. Klly v. a. Pol. vlooi, de
hoer A. Koole, plano. 6.30—7 Muzlekprantje door
den heer G. van Ravenswaay te Amsterdam. On
derwerp: „Christendom en Muziek". 7 TUdseln.
i Kuyk te Schei
Zullen. Piet Hespe's Kir
relcgenlie
an den neer Plet
van ..TlvolP" te 1
1 koor ..Semper C
:chtsch Chr. Man:
erccnlgtng ..Sursu
toor: ..Oranje K.
iderkoor: te Utree
Hespe's Damesl
Heckmaan. piai
Pemburet
HILVERSUM (298 M..
1010.15 Moi
1.45—3
r 1071 M.)
2.15—1.15 Concert door
foonmuzlsk. 34 Maak
1—5 Zlckenuurtje. 5.306 30
het Omroeporkest. 6.45—7.15 Land-
tje. Spreker: Dr. Ir. A. Mlnderhond
:er b(1cn bU
het bloemenbezoek. 7.157
8.01—8.15
mofoc
ixlek uit Café „Mode:
is de mishandelde ceheel hersteld. Dc an
dere verdachte had D. getrapt. C. M. werd
tot 10 maanden gevangenisstraf veroordeeld
en zijn broer tot twee maanden, de laatste
voorwaardelijk. De eischen waren resp. 2
jaar en 6 maanden.
SAMBO EN
(Nadruk verboden).
JOCKO
VAN EEN LEEUW EN EEN AAP
Meneer Van Krieken daarcn.!egcn.
Zoekt redding bij het apenhok,
Maar krijgt, tot overmaat van rampen,
Het met de apen aan den slok:
Zn strooien hoed, z'n snor. z'n haar,
't Gespuis plukt alles uit elkaar!
10. Weer anders doot het Neef van Stralen*
Hij ziet een hek en klimt er op.
Hij denkt: „Ik laat ni er over zakken.
En Sarabo heef' een reuzenstrop!"
Maar ach, de man hal niet bedacht,
Wat aan den and'ren kant hem vacht...,
(Wordt Vrijdag vervolgd)
FEUILLETON
Door
GUY THORNE.
26)
De vorm van den stcencn plaat, die den
vorm aangeeft van een ontzield lichaam is
eerbiedig weggenomen en bewaard in een
gesloten vat door den heer Hands, die nu in
structies afwacht.
Dr. Sehmöulder, cle beroemde Duitsche ge
leerde uit Berlijn, is te Jeruzalem aangeko
men en heeft zich met den Duitschen kei
zer in verbinding gesteld betreffende deze
ontdekking.
Op het cogenblik zou het voorbarig zijn
om een oordcel uit tc spreken over deze op
zienbare feiten. Het schijnt ons echter plicht
om nog het slot te cilee van de mededee
ling ven Hands en te vu kirren, dat wij een
telegram in ons bezit hebben van dr.
Scmöulder, waarin de geleerde zegt. dat hij
hst volkomen eens is met de besluiten van
Hands.
Wij resumeeren:
Er schiint geen schaduw van twijfel te be
staan dat het verdwijnen ven het lichaam
van Jezus uit het eerste graf nu verklaard
is en dat de opstanding, zooals die in de
Evangeliën verhaald wordt, nooit heeft
plaats gehad. Jozef van Arimathea erkent
hier zelf, dat hij het lichaam van Jezus
heeft weggenomen, waarschijnlijk om aan
de discipelen en vrienden van den Heere Je
zus, voor wie hij veel sympathie voelde, de
ergenis te besparen van het treurig einde
van hun hoop.
Het gebruik van den aoristus primus „Ik
verborg" schijnt aan te duiden, dat Jozef be
doelde een bekentenis te doen om zijn eigen
gemoed voldoening te schenken en een flau
we hoop had dat dit ooit zou gelezen wor
den. Als deze bekentenis gedoeld had op toe
komende eeuwen, dan mogen wij aannemen
dat hij eerder „ik heb verborgen" zou heb
ben gezet"
Zoo eindigde dit eenvoudige verslag, dat
uitgebracht was zonder een enkele poging
om sensatie tie maken. De courant had alles
heel kalm overgebracht
Juist toen Dr. Ripon de courant neerlegde,
met een bleek gelaat en bevende handen,
j trad Sir Michael de kamer binnen.
Er stonden tranen van toorn en schaamte
in zijn oogen en hij zonk als machteloos op
een stoel bij het bed van Ds. Ripon neer.
Deze stond op. baadde en kleedde zich haas
tig, en zei: „Wij moeten de zaak eens goed
in de bibliotheek bespreken en in dien tus-
I schentijd
I Zij gingen weldra samen naar heneden.
Een helder licht stroomde de groote hal bin-
I nen, want het was een zonnige vriezende
dag.
De bel van de kapel luidde voor den och
tenddienst en dit geluid riep hen uit hun
droomeriien op. Sir Michael rilde en werd
nog hleeker, maar Ds. Ripon wist zich te be-
jheerschen. Hij stak zijn arm door dien van
zijn gastheer en voerde hem de gang door
naar de kapel.
Kom mee naar het altaar, mijn vriend",
zeide hij, „en laat ons samen hidden voor
het behoud van het Christendom. Daar
wadht ons vrede. Zeg met mij de Geloofsbe
lijdenis op. God zal ons niet verlaten".
Zij gingen de gewelfde kapel binnen, waar
zeven lampen voor het altaar brandden en
knielden neer. Eenigen der bedienden traden
ook binnen en de geestelijke begon den
dienst
Ds. Ripon en Sir Michael keerden zich
naar het Oosten. De zon scheen door het
groote geschilderde venster waar Christus
op afgebeeld stond bij de Hemelvaart
De Geloofsbelijdenis werd met heldere
stem opgezegd: „Ik geloof in God den Al-
machtigen Vaderen in Jezus Christus
Zijn eeniggeboren Zoon, onzen HeerDen
dorden dag opgestaan uit de doodenop
gevaren ten Hemel
Toen die twee mannen met ernstig gelaat
uit de kerk kwamen en naar de bibliotheek
gingen, wisten zij, dat er een ontzettende en
vreesclijke leugen verbreid werd, want zij
hadden gemeenschap gehad met den opge-
stanen Christus en Hij had hun gezegd goe
den moed le hebben om te kunnen- dragen,
wat er nog komen zop. Zij hoorden de stem
van Petrus, die door alle eeuwen heen
klonk.
„Deze Jezus heeft God opgewekt, waarvan
wij allen getuigen zijn".
VIERDE HOOFDSTUK
He4 getuigenis van den geestelijke.
Toen mevr. Armstrong beneden kwam
voor het ontbijt, vertelde haar gastvrouw
haar, dat Sir Michael met Ds. Ripon naar
beneden gegaan was en haar zijn excuses
liet maken. Zij waren met den eersten trein
vertrokken. Gewichtige zaken riepen hen
naar Londen. Terwijl dit besproken werd,
kwamen Wilson, de -dienstdoende geestelij
ke, Schnabe en den kannunik Walke de ka
mer binnen. De hertog van Suffolk verscheen
niet
De ontbijtkamer was een lange lage ka
mer met wit geschilderde paneclen: er
brandde een groot helder vuur. Er hingen
roode overgordijnen en enkele schilderijen
versierden de wanden. De vensters waren
groot en daaruit had men een ruim uitzicht
op het winterlandschap.
Het vuur cn cle gezelligheid gaven een ge
voel van rust; men scheen hier ver weg van
alle gedruisch en allen strijd. Er heerschte
een stille opgewondenheid onder de gasten.
Zij hadden allen de courant gezien, maar
eerst werd er toch door niemand over het
bewuste bericht gesproken. Eindelijk ver
brak mevr. Hubert Armstrong het zwijgen.
In goed gekozen bewoordingen sprak zij
op bijna eerbiedigen toon:
„Wat wij gehoord hebben, kan het op
gaan van een nieuw licht in de wereld he-
tcekenen. „A's deze ontstellende verkla
ring waarheid bevat cn het schijnt wel,
dat dit zoo is dan zal cr een nieuw beeld
van Jezus van Nazareth in cle handen van
het menschdom gedrukt worden. Het beeld,
dat wij reeds in ons gemoed hebben, zal dan
het eigendom der geheel e wereld worden.
Al het ouderwetsche bijgeloof zal verdwij
nen en de ware beteekenis van het anthro-
pomorphistische gezichtspunt zal eindelijk
helder en klaar uitkomen. De wereld zal in
staat zijn om de ware gestalte te onderken
nen, zooals die onder de broeders op aarde
verkeerde".
Haar toon klonk hoogst ernstig. Zonder
twijfel zag zij in deze wonderlijke ontdek
king een triomf voor het modernisme.
Er ging een zucht van verlichting op on
der de aanwezigen.
Het ijs was nu gebroken en de ontdekking
had een vorm aangenomen die door ieder
een begrepen werd Ilaar woorden werkten
1 als een praecipitaat, dat de analyse mogelijk
maakt
j Zij wachtte nu kalm om de opinie van an-
j deren te hooren.
Dc kannunik Walke nam het eerst het
(woord. Hij sprak op stelligen toon, maar
Schnabe ontdekte toch een vagen angst in
zijn stem. Hij sprak bedaard, maar niet
krachtig. Zijn toon was niet overtuigend en
hij verwierp niet alles, dat zich tegen het
celoof kantte.
Hij was een voornaam man, hofprediker,
gehuwd met de dochter van een graaf, en
bad het vooruitzicht om hisschop te worden.
Er waren menschcn, die hem eerzuchtig
noemden, een oogendienaar. Schnabe reali
seerde terstond, dat hij niet als kampioen
voor het Christendom zou optreden. Hij
dacht aan een jong geestelijke te Manches
ter; maar nu luisterde hii eerst weer naar
hetecen Walke te zeggen had.
„Neen. mevrouw Armstrong", zeide hij,
„een artikel zooals dit in een courant zou ge
vaarlijk zijn; het zou zwakke gemoederen
in de war brengen, voordat het vest bewe
zen zou zijn, dat het óf een lasterlijk verzin
sel was öf een domme vergissing. liet kan
niet waar zijn. Zulke berichten werken
steeds maar voor een tijd. Het kan zijn dat
de kerkelijke autoriteiten zich nu dicht aan
een zullen moeten sluiten om hun begin
selen op vasten grondslag te zetten, als de
storm hevig opsteekt. Dit kan een nog
zwaarder storm zijn, dan die is uitgebroken
in den tijd van George I, toen het Christen
dom nis een fabel boschouwd werd. Wat zei
de bisschop Butler toen tegen zijn secreta
ris? Hij vroeg: „welke securiteit is er Jegen
de dwaasheid der menschen? De doktoren
weten het niet Zou het dan met mogelijk
zijn dat geheele groepen van menschen aan
getast worden door een soort krankzinnig
heid. evenals de individuen? Dat zou ons
een reden geven om te -begrijpen, waarom
er soms zoo gestreden wordt tegen de waar
heid. Het kan zijn. dat wij weer op het punt
staan om aan zulk een storm het hoofd te
moeten bieden. Toch zal de kerk daar wol
tegen bestand zijn.
Ik ga togen 12 uur naar de stad en volg
aldus het voorbeeld van onzen gastheer,
want dnar is mijn plaats. De aarts' isschop
zal zonder twijfel e*n conferentie houden,
als dit verhaal uit Palestina nog nader be
vestigd wordt Zulke gevaarliike ketterijen
moeten niet verspreid worden".
(Wordt vervolgd)