1 Dsgeüjks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken Uit de Pers. TWEEDE KAIV!ER BINNENLAND. ABONNEMENT: Per kwartaal 3.23 (Beschikkingskosten ƒ0.15) {ter weck 0.25. Voor het Buitenland bij Wcke- lijksche zending „6.— Bij dngelijksche zending „7.— Alles bij vooruitbetaling Losse nummers 5 cent met Zondagsblad 7 fa cent Zondagsblad niet afzonde:lijk verkrijgbaar No 2879 bestaat uit VIER bladen EERSTE BLAD. Bureau: Breestraat 123 Telefoon 2710 Aangesloten op het strecknet Lisso. Postbox 20 Postgiro 5S936, WOENSDAG 23 OCTOBER 1929 ADVERTENT1ËN: Van 1 tot 5 regels 1.171/» Elke regel meer „0.22% Ingez. Mcdedetlingez. van 1—5 regels„2.30 Elke regel meer „0.55 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan het bureau wordt berekendƒ0.10 1Qe Jaargang GEEN VOLKOMEN GELIJKSTELLING Indien aan de overzijde de klacht ge uit wordt, dat er geen volkomen gelijk stelling bestaat tusschen openbaar en bijzonder onderwijs, dan zijn we bereid de waarheid daarvan te erkennen. Want het is niet tegen te spreken ge lukkig ook! dat de bijzondere school in menig opzicht bevoorrecht is boven de openbare en in de meestbegunsti- gingspositie verkeert. We zeggen dat met blijdschap, zon der ons te geneeren er op, gevaar af van aangezien te worden voor iemand, die geen gelijk récht voor allen wil. De voorsprong, welke de Christelijke school heeft op de openbare is ongetwij feld zeer groot. Op een enkele factor worde hier de aandacht gevestigd. Daar is in de eerste plaats de doop belofte der ouders. Staande bij het doopvont hebben zij voor God en Zijn gemeente beloofd, dat zij. „dit hun kind" in de voorzeide leer zullen onder- wijzen, doen of helpen onderwijzen. En nu zegge men niet, dat dit. ge zien moet worden in het licht der his torie, toen de Kerk feitelijk school hield en dus aan de kinderen de Catechismus onderwees. Evenmin beroepe men zich op de he-, dendaagsche (ongeloovige) paedagogi- sche wetenschap, welke uitgemaakt heeft, dat kinderhersens geen „leer stellige dogma's" kunnen verwerken. Willen de ouders hun kinderen er dus aan wagen, dan moeten zij ze maar naar de catechisatie zenden, maar de schooi blijve strikt neutraal en spreke niet over God en goddelijke zaken. Deze beschouwingen hebben voor ons niet de minste waarde, omdat de Heili ge Schrift met betrekking tot de opvoe ding onzer kinderen zóó duidelijk spreekt, dat (in tegenstelling b.v. met het social^ leven) geen enkele afwij kende opvatting getolereerd (toegela ten) mag worden. Uitspraken als deze: leer den jon gen de eerste beginselen zijns wegsde vaders vertellen het aan de kinderen; het navolgend geslacht kenne de daden des Heerenopdat uw kinderen het we ten mogen; en dergelijke, zijn zoo po sitief, dat tweeërlei uitlegging niet mo gelijk is. Onderwijs, dat zwijgt over de lei ding des Heeren in 't wereldbestuur er. over Zijn hand in de historie van het eigen volk, is door de Schrift geoor deeld. We zwijgen hier met opzet over het woord van Jezus, liet groote en allesbe- heerschende argument voor Christelijk: onderwijs, omdat we in 't bovenstaande willen aantoonen, dat reeds een ver standelijke overweging velen moet no pen onderwijs voor zijn kinderen te be- geeren, waarbij de geschiedenis van ons land niet in 't gedrang komt. De absolute neutraliteit wil zuiver beschavingsgeschiedenis, en met groote ontsteltenis meenden we onlangs een artikel in een Christelijk Onderwijzers blad zoo te moeten verstaan, dat ook deze schrijver de „geschiedenis der oor logen" van de school wil weren. Maar als dat gebeurt, dan hooren de kinderen niet van de daden des Heeren. Hoe veel te meer zullen echter zij, die de doopbelofte in volle breedte en diep te verstaan onderwijs voor hun kinde ren begeeren, waarbij de Heiland, de Groote kindervriend het middelpunt is En, wanneer de ouders door deze (rang geleid worden, dan moet de Chris telijke School wel een groote voorsprong hebben op de Openbare. Dat meeleven der ouders immers roept ook weer andere actie wakker: de energie, waarmee besturen de zaak van het onderwijs dienen. Nu moge een gemeentebestuur, een Wethouder van Onderwijs met volle toe wijding het belang der scholen behar tigen het is ondenkbaar, ook door de ambtelijke verhoudingen, dat zij dezelf de activiteit kunnen ontplooien als de bestuurders, die zich van Gods wege ge roepen'weten om in dit deel van Zijn Koninkrijk te arbeiden. En nu kome men ons niet aan boord met de opmerking, dat tegenwoordig zooveel arbeid, welke vroeger geheel be langeloos en uit liefde geschiedde, be taald wordt, en dat dit gevaar voor ver slapping oplevert en winstbejag aan moedigt. In hoeverre de opmerking materieel juist is, kunnen we niet beoordeele. dat de uitvoerige en vaak omslachtige administratieve werkzaamheden behoor lijk gehonoreerd worden, is absoluut oorbaar en beslist noodig. Dat er voorts wellicht menschen zijn, die van de gelegenheid trachten te pro- fiteerenkan toegegeven wordenal zal dat nog niet zoo gemakkelijk gaan en al zijn zij, die het tegenhouden of in de hand kunnen werken, verplicht het on mogelijk te maken. Maar in 't algemeen geldt noch van de onderwijzers, noch van de bestuurs leden, dat zjj zich door geldelijk gewin laten leiden, of dat een geldelijke ver goeding tot verslapping voert. Veelmeer zal de dankbaarheid over beter beloo ning tot verhoogde plichtsbetrachting leiden. Hoe het echter zij, het meeleven der ouders en de onverdroten actie, welke er van de besturen uitgaat, stelt de Christelijke School in een bevoorrechte positie tegenover de openbare. Alleen maar, men kan de voorstan ders van bijzonder onderwijs hiervan geen enkel verwijt maken. Het lean en mag ook geen motief voor den wetgever zijn, om het openbaar onderwijs eeni- gen wettelijker. voorsprong te geven. Of dit in 't geheel niet gebeurd is, zullen we thans onbesproken laten. Het is ons voldoende, zonder eenige vrees voor tegenspraak te kunnen opmerken; dat het bijzonder onderwijs door wet telijke maatregelen in geen enkel op zicht bevoorrecht is. Wie dat meent, moet maar eens met bewijzen komen. Het is echter wel merkwaardig, dat de wetgever, die ons de pacificatie bracht, onmiddellijk begrepen heeft: er is ongelijkheidde openbare school mist iets, dat de bijzondere heeft. Vandaar, dat de wet van 1920 niet alleen de financieele gelijkstelling bracht ten behoeve van het bijzonder onderwijs; maar ook een poging deed, om de openbare school te geven, wat de bijzondere reeds had: de belangstelling der ouders. Nu laat belangstelling zich niet com- mandeeren en er kwam diis ook geen wettelijke bepaling met het voorschrift de ouders moeten belangstelling en mee leven toonen met de school, waar hun kinderen onderwezen worden. Maar wel werd de bedding gegraven, waardoor die sympathie zich voortbe wegen kon: de Oudercommissies wer den ingesteld. Of dat instituut zich zegenrijk ont wikkelen kan, moet nog afgewacht wor den. Dat menige oudercommissie zich niet ten volle bewust was van de plaats, welke zij behoort in te nemenis helaas wel gebieken. In stede van liefde en be langstelling te wekken voor de school, welke vlak bij was, ging men ageeren tegen het Christelijk onderwijs en zoo schoot men zijn doel precies voorbij. In plaats van de bestaans- en ontwik- kelingsmo'gelijkheden voor de openbare school te verhoogen, bracht men ze nog meer in discrediet. Het is nu eenmaal niet andersde bij zondere school heeft een voorsprong op de openbare en wie deze laatste begeeft stichte zelf, net als de pciaal-democra- ten thans in Limburg doen, zijn eigen bijzondere school. Want in de verbizondering schuilt ze gen; altijd! DE ALASTRIM-EPIDEMIE Ons trof een artikel van Prof. Dr. H. H. Kuypcr in de Heraut van Zater dag j.l. Wij achten het in ons blad van pas en geven het dus door, ook thans weder er de volle nadruk op leggend, dat/bij het vraagstuk der vaccinatie elk moet te rade gaan met zijn eigen consciëntie en noch in de 'eene, noch in de andere richting, dwang mag worden opgelegd. De alastrim-epidemie, die in sommige deelen van ons land is opgetreden en, al schijnt ze op dit oogenblik verminderd tc zijn, toch naar dc doktoren vreezen in den winter- die te wachten staat, veel ernstiger gevaren zal meebrengen, heeft de vraag weer doen opkomen, of het gebruik van de vaccinatie of revaccinatie als voorbe hoedmiddel tegen deze ziekte geoorloofd is. Al scheen deze ziekte eerst niet zulk een gevaarlijk karakter te hebben als de eigenlijke pokken, toch is reeds meer dan één geval met doodelijken afloop voorge komen, en waar de medische wetenschap meent,' ook op grond van hetgeen bij de uitbreiding dezer ziekte gebleken is, dat de vaccinatie het aangewezen middel is om het gevaar van besmetting tegen te gaan, is het wel te hegrijpen, dat niet alleen de dokto ren op vaccinatie of revaccinatie aandringen maar ook dat dc Overheid alles in het werk stelt om dc bevolking in de gelegenheid te stellen van dit voorbehoedmiddel gebruik te maken. Indien dc Overheid hierbij nu recht- stroekschen of zijdclingschcn dwang ge bruikte. dan zouden we daartegen protest aanteekenen. Het consciëntiebezwaar van hen ,die tegen het gebruik maken van zul ke voorhehoedmiddeien bedenking hebben, omdat ze meonen dat dit ingaat tegen Gods Woord, heeft de Overheid te eerbiedigen En vooral nu gebleken is- dat deze vaccinatie, hoe heilzaam ze ook moge wezen om het gevaar van pokken of alastrim te weren, toch zelf niet zonder gevaar is en elke week ons weer berichten brengt van gevallen van encephalitis met doodelijken afloop tenge volge van koepokinenting, begrijpen wc volkomen, dat het een zeer moeilijke con- scicntievraag is voor ipenig ouder, of ze hun kinderen aan dit gevaar mogen blootstellen I Maar afgezien daarvan, kunnen we zeker i niet meegaan met lien, die het gebruik maken van zulke voorbehoedmiddelen op zichzelf ongeoorloofd achten Dat wc in dezo epidemie een bezoeking Gods te zien hebben, erkennen we ten volle. Er is geen kwaad in de stad, dat God de Heerc niet over ons komen laat, hetzij om ons te tuchtigen hetzij om ons tot veroot moediging te roepen. Alleen op de hulp van de medische wetenschap te vertrouwen, ten einde dit kwaad te kceren, zou dan ook van weinig ernst, getuigen. Als de slaande hand Gods over ons komt, hebben we in de eer ste plaats ons tot God te wenden om te be lijden, dat wij door onze zonden dit oordeel verdiend hebben en Hem te bidden, zooals David dit deed, bij den dorschvloer van \rauna, toen zulk een pcstilcntieziekte Israel's volk had aangetast, dat het God be hagen moge den voortgang dezer krankheid tc stuiten. Maar al stellen we dit op den voorgrond om elk misverstand af te snijden en ons volk tot boete en smecking op te roepen, toch volgt hieruit niet, dat we geen gebruik zou den mogen maken van de middelen, die de medische Wetenschap ons geeft om liet gevaar van besmetting tegen te gaan. Ook deze medische wetenschap is een gave Gods, die Hij uit genade ons schonk om de gevolgen der zonde in krankheid zich openbarende, te temperen of te weren, Geldt dit ten opzichte van de geneesmid delen, wanneer de krankheid is ingetreden, dan geldt dit evenzeer ton opzichte van de middelen, om besmetting te voorkomen, Dat het gebruik 'van geneesmiddelen bij krankheid wel geoorloofd zou wezen, maar niet als voorbehoedmiddel tegen krankheid, is dan ook een bewering', die in- de Hei lige Schrift geen grond vindt, pn de tekst ten, die men daarvoor wel aanvoert, zijn niets anders dan een misduiding van Gods Woord. Inenting, niet alleen met koepok stof tegen de pokken, maar ook inenting met andere inentstoffen is het groote mid del gebleken om streken, die vroeger met zulke epidemien bezocht werden, daarvan te \crlossen. En God de Heere beeft het ge bruik van deze voorbehoedmiddelen zoo gezegend, dat het stuitende ondankbaarheid zou wezen jegens Hem, van die middelen! geen gebruik te maken. Nu kan, zoolang ons land voor zulk een epidemie bewaard werd, de vraag nog op komen. of het gebruik van 7.ulk èen voor behoedmiddel wel strikt noodig was. Maar nu deze epidemie in ons land is binnen gedrongen, staat de zaak geheel anders. Men draagt nu niet alleen de verantwoordelijk heid voor zichzelf, maar ook voor het gevaar van besmetting van anderen. Eén lijder kan heel een gezin aansteken. En van zulk een gezin kan de besmetting zich weer over planten in de omgeving. Men zou schuld op _:_u 1 niet alles deed om OFfICIEELE BERICHTEN ONDERSCHEIDINGEN. Bij Kon. besluit is toegekend de zilveren eeremedaille der Oranje-Nassauorde aan .1 M. van Ameyda, expediteur bij de N. V. Mij. tot vervaardiging en levering van bouwma terialen, voorheen dc Erven H. Trip, te Utrecht; en aan J C. Gcëbel, agent bij de N.V. Amsterdamsch Levensverzekerings-Genoot- schap. DEPARTEMENT VAN FINANCIEN. Bij Kon. besluit zijp benoemd tot adjunct- commies bij het Departement van Financiën J. A. de Vries, A. W. J. Hogcndonk, G. C. M. Niemans en H. C .Monshouwer, allen thans klerk. RIJXSVELDWACHT. Benoemd tot Djstricts-Commandant, tevens Inspecteur der Rijksveldwach: A. E. van der Lely, laatstelijk Hoofd van den Dienst der Algemecne Recherche bij Parket Procureur- Generaal bij Hooggerechtshof Nederlandsch- Indië, thans met Europeesch verlof hier tc lande verblijvende. RECHTERLIJKE MACHT. Benoemd tot kantonrechter-plaatsvervan- gcr in kanton Onderdendam G. M. S'eyn, Ontvanger Registratie en Domeinen te Win- sum. Idem in kanton Bolsward F. Bruins, Ont vanger Directe Belastingen te Bolsward. tot rechter plaatsvervanger rechtbank Haarlem Mr. M. A. van Rijn van Alkcmade, oud-commies Depar'ement Waterstaat; idem Breda Mr. G. J. Kronenberg, thans substituut-griffier rechtbank Utrecht. RAAD V '-N BEROEP. Eervol ontslagen met dank Mr. W. J. Vo gel als plaatsvervangend voorzitter Raad Beroep (Ongevallenverzekering) te Rotter dam. VOOGDIJRAAD. Eervol ontslagen Mevr. de Weduwe J. J. G. M. Jorisscn, geboren de Wit, als lid Voog dijraad Utrecht LANDMACHT. Eervol ontslagen eerste luitenant W. C. J. Pera, van dienstvak "rTïilitaire administratie. Benoemd hij Reserve Personeel Landmacht, hij Wapen Artillerie tot Reserve-Eers'e-Lui- tenant bij tegenwoordig korps Reserve Twee* de Luitenant C. L. Jurling van le Regiment onbereden Artillerie. Eervol ontslagen uit militairen dienst Re serve Offici Gezondheid eerste klasse J. G. Vecnenbos van personeel Geneeskundigen Diens' Landmacht en Rcscrve-Ecrste-l.uite- nants H. J. Dijkman en \V II. van Braam, onderscheidenlijk van Se Regiment Veld- Artilierie en Korps Rijdende Artillerie. Benoemd bij reserve-personeel landmacht bij personeel Geneeskundigen Dienst, tot Re serve Officier van Gezondheid tweede klasse A. A. J. Govaert, alhier. DE AMBTENARENWET GRIFFIERRECHTEN. TERUG BETALING MOGELIJK. DE GROND SLAG VOOR HET BEROEP INHOUDING, BESLAG EN KORTING Dr. BEUMER HELPT DE WET VERBETEREN Alle amendementen-Ter Laan verworpen of ingetrokken Vergadering van 22 October 1929. Vrijdagmiddag was de Kamer blijven steken in een amendement-ter Laan op art. 57 om de betaling van griffierechten te beperken tot personen, die meer dan f 2000' per jaar inkomen hebben. Dr. Beu nier (a.r.) vroeg wat onder „in- kómen" zal zijn te verstaan. Dat moe! b'i de wet opgelost. De beslissing over te laten aan de voorzitters der anibicnarengei echten, geeft aanleiding tót moeilijkbeden, gelijk de ervaring hoeft geleerd bij de Invalidi oitswet. Eigenlijk kan men de voorgestelde bepa ling slechts aanvaarden ofverwerpen. Dit laatste wil de heer ter Laan. In de Pensioenwet is echter z. h. s. een be paling opgenomen om wel griffierechten te heffen. Het is consequent om in die lijn voort te gaan. Evenwel zou Dr. Bcumer willen, dal de griffierechten worden terugbetaald indien de klager geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld. De heer S a n n e s (s.d.) wees er op, dat in 1925 in de Beroepswet de kostelooze proce dure is opgenomen. Die gedragslijn wilde de heer Sanncs nu ook volgen, al ontkende hij niet, dat het in de Pensioenwet anders gere geld was. Terugbc'aling van griffierechten zou Mr. Sannos ook willen verleenen aan reclaman ten, die geheel te goeder trouw beroep instel- u:_»maar daarna noch geheel noch gedeel telijk in het gelijk werden gesteld. De preventieve werking der griffierechlen sloeg de heer San nes niet hoog aan. Wel zag hij er een oh redelijken lost in voor hen, die mecnen recht te. moeten zoeken en dienten gevolge toch allerlei kosten zullen hebben, die remmend zullen werken. De heer Boon (lib.) zag geen aanleiding om de griffierechten te schrappen. De Minister van Justitie merkte op, dat de regeling der griffierechten een soepele is. Er kan terugbetaling, geheel of gedeeltelijk, plaats hebben. Eenige barrière ten opzieh'e van proccdeeren is wel noodig. De heffing van rechten vormt die belemme ring. Nu komen de ambtenaren bij den bur gerlijken rechter terecht, hebben dan ook kosten, die nog van geheel anderen aard zijn dan de f 5, welke de minister voorstelt. In de Beroepswet zijn alleen de onvermo- genden vrijgesteld. Er is alle aanleiding om thans bij de Pensioenwet aan te sluiten: voor onvermogenden is ook nu vrijstelling mogelijk. Tegen terughetaling der rechten bij gchee- le of gedeeltelijke ingclijkstelling had de mi nister geen bezwaar. Voorts bevat de wet de mogelijkheid van geheele of gedeeltelijke vergoeding van de bijzondere kosten, waarover de heer Sonnes nog sprak. Bij de replieken verdedigde de heer J. ter Laan nogmaals zijn amendement en diende de minister een wijziging in om de grif fierechten geheèl terug te betalen, indien de klager geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld. Het amendement-ter Laan had daardoor alle kans verloren en werd met 66 tegen 20 stemmen verworpen. Vóór de soc.-dem. en de beide communisten. Art. 57 werd met dezelfde stemmenverhou. ding aangenomen. Het volgende artikel bracht amendementen om den grondslag voor het beroep eenigszins te verruimen. Mr. v. d. Bergh (s.d.) verdedigde opne ming van een bepaling om beroep open te stellen, in gevallen dat de administrate ken nelijk van haar bevoegdheid een onredelijk gebruik heeft gemaakt. Een tweede amende ment bedoelde om ook bij voorgenomen dis ciplinaire strafoplegging beroep open te stel len. Dr. B e u m e r (ajr.) lichtte een amende ment toe om beroepsrech! open te stellen bij kennelijk misbruik van bevoegdheid. Ten slotte was er een amendement-Boon (lib.), dat eveneens den grondslag voor het beroep eenigszins uitbreidde. Tevens ver klaarde de heer Boon zich voor het amende- ment-Beymer. Baron v. Wijnbergen (r.k.) meende, dat bij het maken van bepalingen vertrou wen in den rechter moe! worden gesteld. Wanneer gesproken wordt van beroep op grond van onwettige besluiten en handelin gen der administratie, kan men tevreden zijn. De rechter kan dan bepalen waar de administratie de grens van haar natuurlijke bevoegdheid heeft overschreden. Met het oog op een eventueele algemcene administratieve rechtspraak zou de heer v. Wijnbergen verre de voorkeur geven aan één alomvattende uitdrukking: onwettig. De heer Marchant (v.d.) zag in het eerste amendement-t. d. Bergh geen vooruit gang voor de klagers. In de andore amendementen werden ver beteringen gezien, om misbruik vap mach* te voorkomen. De heer J. ter Laan (s.d.) betoogde, dat niet alleen geschreven dienstvoorschriften grondslag voor beroep moeten vormen, maar ook dienslaanw ijzingen, waardoor belangen worden geschaad. Hij betwijfelde of deze laatste ook onder het amendemcnt-Boumer vallen. Onder het amendement-v. d. Bergh vallen zij wel. Dr. B e u m e r (a.r.) was van oordeel, dat door den heer ter Laan genoemde voorbeel den onder het amcndement-Beurner vallen, indien aannemelijk kon worden gemaakt, dat de bejegening uit onredelijke persoon lijke motieven voortsproot. Is dat niet aan nemelijk te maken, dan helpt zelfs het amen dement-ter Laan niet De Minister van Justitie wees er op, dat aansprakelijk wordt ges'eld het or gaan. in welks opdracht of namens hetwelk gehandeld is. Het amendement-v. d. Bergh zou geen ver betering zijn. Het spreken van algemeen ver bindende „wettige" voorschriften beperkt te veel. De minister verdedigde voorts zijn ar'ikel als voldoende ruim, maar was bereid om te zoeken naar èen formule, die het begrip „materieele onwettigheid" tot voldoende uit drukking zou brengen, naast de formule, die in het artikel is neergeschreven. Daarcm werd het amendemen'-Beumer overgenomen, zoodat beroep zal openstaan niet alleen in dien een besluit, handeling of weigering in strijd is met de toepasselijke algemecne ver- bindendo voorschriften* maar ook in geval „bij.^het nemen, verrichten of uitspreken daarvan het administratief orgaan van zijn bevoegdheid kennelijk een ander gebruik heeft gemaakt dan tot de doeleinden, waar voor die bevoegdheid is gegeven". Mr. v. d. Bergh (s.d.) trok twep zijner amendementen in. Een derde, dat bedoelde om van het voornemen tot het opleggen van disciplinaire strafmaatregelen of straffen vooruiT kennis te geven aan den betrokkene, werd gehandhaafd. Ook het amendement-Boon werd inge trokken. Het overgebleven amendement-v. .1. Bergh werd. omdat het niet imperatief is in te schakelen in de wet, verworpen met 51 tegen 17 stemmen. Voor S D.. en kele V. D. en Fl.Vos. Halt werd daarna weer gehouden bij art. 95 De heer ter Laan (s.d.) had bezwaar tegen de bepaling, dat het gerecht dc tegen woordigheid bij het verhoor kan verhieden .'an gemachtigden, raadslieden of anderen, wier aanwezigheid ongewenscht voorkomt. Behoudt men deze bepaling, dan wilde hij er aan toegevoegd zien cje woorden: „Het gerecht is dan verplicht aan deze gemach tigden of raadslieden inzage van het proces verbaal van het verhoor te geven" De heer v. Wijnbergen (r.k.) hechtte er aan de bepaling van het artikel te hand haven. Mr. Boon (lib.) merkte op, dat de bestre den bepaling ook in de Beroepswet voor komt. Dr Be um er (a.r-) wees er op, dat de bepaling slechts bedoelt om bij een bepaald verhoor den raadsman te verwijderen. Dar kan soms noodig zijn om eens gemoedelijk te praten. De Minister bestreed schrapping d.-i bepaling. In hot Wetboek voor Burg Rechts vordering kennen we soortgelijken maat regel. Het amendement is overbodig. Ir. art 52 is voor deze zaak reeds gezorgd. De proccs- stukken liggen ter beschikking. Het amendement-ter Laan werd inge trokken. b Het bestreden lid van art. 95 werd ge handhaafd met 50 tegen 13 stemmen. was aan de orde een ainendc- ment-Boon om hooger beroep voor geval Jen van geringe bcteekenis uit te sluiten (gevallon van mondelinge of srhriftelijiv berisping of boete tot f0.25). Hetwerd ech ter ingetrokken. Art. 119 regelde de mogelijkheid van Inhouding, beslag en korting De heer ter Laan (s.d.) wenschto ton aanzien van het bedrag, dat daarvoor in aanmerking kon komen, een progressieve procentenschaal. B 't Was een kwestie van meer of mindei vV",rl1J d de heer ,er Laan lager. Hii is blijkbaar van oordeel, dat een ambtenaar, die schulden maakt en niet he'aalt niet zacht genoeg behandeld kan worden Daarop wezen zoowel de heer Boon als de Minister. De door den heer ter Laan veel genrezen ontwerpe/n-Dresselhuys en -Heemskerk had den veel scherper bepalingen. De nieuwe be schermen de ambtenaren ten aanzien van allerlei, w-aarvoor ze thans aan het eemeene recht zijn onderwerpen. Dat is een vooruit gang, dien de heer ter Laan met zijn amen dement zou prijs geven. Bij de stemming over het amendement- er Laan werden 10 stemmen voor i-n 40 tegen uitgebracht Voor het quorum één te weinig, zno.lat de vergadering moest worden verdaagd, 't Was trouwens reeds bij zessen. Een mooie tijd om naar huis te gaan. Heden zal de Kamer de hepalingen om trent materieel reèht in behandeling nemen De dag van gister was niet onvruehthaa:. Enkele belangrijke kwesties werden be slist, waarbij het op,iel. dat over heel de mie van het socialistische amendementen- bombardement niep. tprecht kwam. Vele er van zijn onhoudbaar en werden ingetrokken; de overige zijn van een kwali teit, dat ze bijna bïi niemand dan bij dc soe democraten verdediging vinden. Voor den minister is de behandeling der wet een groot succes. De Kamer vn'et hem gaarne De minister toont trouwens in de moeilijke materie buitengewoon thuis te zijn en ook de wet op zijn duimpje te ken nen. is het wonde, dat alleen zeer deugdc- ben? amendementen kans van slagen helv Opvallend is. dal de katholieke frncfie hii «-nR J-3," dit wetsontwerp van groote discipline blijk geeft. DE D1EREN-RECHTBANK EEN SCHOON VERSCHIET VOOR JONGE JURISTEN. Uit dc dagbladen van de laatste dagen heb ik veel wijsheid opgedaan, welke ik hier op bescheiden manier wil uitstallen in de hoop, daardoor aan advokaten zonder praktijk, een schoone toekomst te openen. In 14S6 werd in Vlaanderen een misdadig varken aan oor en staart voor de rechtbank gesleept, en ondanks heftig verzet en door dringend geschreeuw, wegens kindermishan deling- ter dood veroordeeld. De krabjes.de reuzel en het spek werden geconfisceerd. Dat was niets nieuws, want zoo vertelt Mr. Hijmans in de N. R. C., in 113S werd te Falaisc in Frankrijk een varken, dat een kind gedood had, met inachtneming van alle formaliteiten terechtgesteld. In 1120 deed de bisschop van Laon alle veldmuizen in den kerkdijken ban en in 1474 werd een haan in Bazel tot den brandstapel veroor deeld, omdat van dezen gezegd werd, dat hij een ei gelegd had." (Tusschen twee haakjes: kippen worden meestal zonder vórm van proce-s tot dc guillotine verwezen, omdat zij geen eieren leggen: quod licet Jovi, non licet bovi. Voorts werd onlangs uit Londen gemeld: dat een hond, die verscheidene schoolkin deren had gebeten, drie mannen had aan gevallen en van een vierden het been in stukken had gebeten, door een rechtbank daar ter plaatse ter dood was veroordeeld. De eigenaar van den hond, een oude man, Lewis Darlington genaamd, weende bitter en smeekte vergeefs nog eenmaal toegevend heid te willen betrachten." En de vorige week moet in het stadje Cor- ricana in Texas een olifant, op last van de rechter door drie van zijn collega's geworgd zijn, omdat hij een toeschouwer gedood had. De beulen, die do lus van een zwaren ket ting dicht trokken, wisten natuurlijk niet, wat ze deden. Hoe het zij, het leger van jonge advoka ten zonder praktijk, mag zich gelukkig prij zen, ais de middeleeuwsche en nog oudere toestanden, wat deze aangelegenheid betreft weer terug koeren. Laat een aanstaand, doctor maar eens be ginnen met te promoveeren op een proef schrift, dat aan deze aangelegenheid gew'ijd is. De historische studie zal hem verrassende pleidooien doen vinden van advokaten, die met ontroering in de stem voor „verdachte" dieren in de bres springen. Ook zou hij 'n beginstudie kunnen leveren over voorwaardelijke veroordeeling met be noeming van een dierenvriend als reclassce- ringsagent; over een bijzondere strafgevan genis, waarin de eigenaars gelijk ze tot heden deden voor het luchten kunnen zorgen; over een dierenpension ten behoeve van verdachte individuen; en over de vraag, of iemand van slagersfamüie niet bij voor bant als officier van justitie gewraakt moet worden. Na een schil teren de promotie laat hij een naambordje aanslaan met het opschrift: dierenadvokaat; en hij behoeft zich daar voor volstrekt niet te geneeren, want het lijkt me in vele gevallen veel gemakkelijker om een dier, dan om een mensch te verde digen; al zal het niet zoo vlot gaan om b.v. een dolle stier ontoerekenbaar te doen ver klaren. Met onmenschen lukt dat in den regel beter. ASSOCIATIE VAN NOTARISSEN DE BROEDERSCHAP IS ER TEGEN. zijn Koloniën heeft onder haar leden een referendum uitgeschreven over de vraag, of het gewenscht is pogingen aan te wenden ten einde wettelijke bepalingen te krijgen, dat associatie van notarissen zal zijn verbo den, in welken geest de algemecne vergade ring een besluit had genomen. Blijkens medcdeeling in het W. P. N. R. is de uitslag hiervan, dat 416 stemmen zijn uit gebracht, waarvan 295 vóór, 115 tegen en 6 blanco, zoodat het besluit gehandhaafd blijft. STREMMING SCHEEPVAART DOOR DE KEULSCEE VAART. De hoofdingenieur-directeur van den Rijkswaterstaat in de directie Zuid-Holland en Utrecht maakt bekend, dat wegens het leggen van een waterleidingzinker door den Vaartschen Rijn (Keulsche Vaart) nabij dc Jeremiebrug aldaar de scheepvaart in dat kanaal aldaar zal zijn gestremd op Vrijdag 25 Oct. van 6 uur voormiddag tot midder nacht, of zooveel korter of langer als de werkzaamheden zullen duren. ANTI-REV. JONGEREN ACTIE TOENEMENDE GROEI Aan het adres van het Voorloopig Comité der A.R.J.A Fr. Hendrikstraat 87bisA, Utrecht is bericht ingekomen van de toetreding der A.-R. Studieclub „Groen van Prinsterer" te Delft en van de definitieve oprichting eener club t e Aalten. Ook in Oud-Beierland is tot organisatie van A.-R. jongeren besloten. BOOTTREIN STOOMVAART MIJ. ..NEDERLAND" Het Agentschap der N.V. Stoomvaart-My. „Nederland" de firma Kuyper van Dam en Smeer te Rotterdam, meldt dat de boottrein van het ms „P. C. Hooft" hetwelk 25 dezer te Genua verwacht wordt Zaterdagmorgen 26 October as. te 9-52 uur aan het Maas- station te Rotterdam zal aankomen. Aankomst te Den Haag (S.S. station) 9.45 nur.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 1