te J^teutoe Hefltëdfje Courant DE PAARDENFOKKERIJ IN DE KNEL AMERIKAANSCH FRUIT LAND- EN TUINBOUW, Bijblad No. 5' Beschikbaar voor Publiciteit DONDERDAG 17 OCTOBER 1929 Beschikbaar voor Publiciteit Meerdere malen hoort men beweren, dat het paard „uit den tijd" is en straks zal behooren tot de klasse der voorwereldlijke dieren. Spottenderwijze hoort men al dat ze noodig een aantal voor een of ander die renpark of Artis moeten brengen vóór het uitgestorven zal zijn. Zulk spreken is dunkt ons het beste be wijs, dat men nog over het paard denkt en dat het een plaats heeft in ons Neder lands che hart. Want de paardenfokkerij heeft in Neder land al eeuwen bestaan en met zekere trots kan gewezen worden op het feit, dat de 16e eeuw het oorlogspaard voor de Zuidelijke landen, met name Spanje, ge fokt werd met Friesche paarden en dat dit paard juist toen zoo'n groote aantrekke lijkheid had, dat vele buitenlandsche rid ders groote kosten er voor over hadden om aan zoo'n edel rijpaard te komen. Vele jaren is ons land een geliefde streek geweest voor buitenlandsche op- kóopers van legerpaardcn Maar die tijden zijn voorbij. Op het oogenblik is de paardenfokkerij wel 1 eel ijk in de knel geloopen. En ieder zal dadelijk de oorzaakwéten: de motorische kracht is gekomen als mededingster en is zoo populair geworden, dat de paarden kracht maar weinig meer gebruikt wordt paardekracht, motorische paardo- kracht of P.K. waarmede het vermogen van machines en motoren gemeten wordt, blijft nog altijd een herinnering aan het gebruik in het edele huisdier, dat goed verzorgd gebruikt elegance aan sterkte paarde. Wij mogen dan in de schootleerboeken geleerd hebben dat een paard lang geen .paardekracht" kan verrichten, Prof. Vis ser van Wagcningen heeft wel bewezen dat ■en goed paard in staat is nog wat meer lan 1 P.K. te presteeren. De toonbeelden jijn er dat een paard 7, zelfs 8 en 9 P.K. kon halen. was zelfs onder de militaire panr- .■en betrekkelijk licht exemplaar dat het tot 13 P.K. bracht Maar dit is dan gedurende slechts kor ten tijd. Doch dit is juist een van zijn voordeelen, '•'dlèrhet paard heeft boven een machine of Y.motor, n.l. zijn groote ovérbelastbaarhcid. - En over het verdwijnen van het paard als gebruiksdier heeft Prof. Krom ons een en finder medegedeeld. Volgons hem zijn we zoo ongeveer op het laagste punt gekomen en zal waar schijnlijk het aantal paarden binnen eenige jaren wel weer toenemen. Het gebruik der paarden in de steden is vooral afgenomen. Alleen Rotterdam schijnt het paard nog in eere te houden Daar toch waren in 1928 nog evenveel paarden als in 1924, n.l. ruim 2500. Maar in Amsterdam daalde het aantal van rond 2100 tot 1C00 en in Den Haag van 2200 op 190(1 Hier speelt de auto natuurlijk een zeer 'belangrijke rol. Als men leert dat b.v. in de provincie Utrecht het autoverkeer per dag van 15 in 1925 tot 549 in 1928 klom en in Noord- en Zuid-Holland dezelfde toename is te con- stateeren, dan begrijpt men wel hoe de menschen er toe komen over het uitster ven van het paard te spreken. Het aantal personen- en vrachtauto's klom van 1920 tot 1928, dus in 8 Jaren tijd van 11000 tot 76000, dat is ongeveer het Zevenvoudige. En daarnaast geeft Prof. Krom aan hoe de paardenfokkerij achteruit liep. Het aantal gedekte merries liep van 36000 in 1916 terug tot 7000 in 1927. En weer zijn het juist de laatste jaar of zes, dat de achteruitgang het snelst gaat. Doch nu zijn we er bijna volgens Prof. Krom. Er zijn nu eenmaal bedrijven waar het paard zich zal staande houden of zal vermeerderen. In sommige, in de meeste landbouwbe drijven en bij vele landbouwwerkzaarnhe- den is het paard nog de aangewezen trek kracht. Maar. de fokkerij zal alleen maar voor ons eigen land behoeven te zorgen, omdat in het buitenland overal eon streven is om voor zich zelf te kunnen zorgen en «lus on afhankelijk van het buitenland te zijn. Maar toch ons land heeft nog wel paar den noodig en de kans, dat het paard uit 'zal sterven is al heel gering. Het zal in vele gevallen huisdier blijven. En een niet onbelangrijke positie zal het blijven innemen in de landbouw. Dat die positie nog beteekenisvol is lee- ren ons wel de paardendagen in verschil lende deelen van ons land ook dit jaar nog gehouden. Voor rijsport begint zelfs meerdere lief hebberij te komen dan er tot dusver be stond. Nu ieder met een auto den weg, langs „kart" schijnt bij velen van de aristocratie VOOR ELKEN LANDBOUWER VAN BELANG Het Instituut voor Plantenveredeling, uit gaande van de Landbouw Iloogeschool te Wageningen, waarvan de bekende prof. dr. C. Broekoma leider is, gaf uit de zesde ras- Be nl ijst. In deze rnssonlijst zijn vermeld de meest Voorkomende rassen der landbouwgewassen. Men heeft deze rassen in drie of feitelijk vier groepen verdeeld: A. aanbevelenswaar dige rassen; B. bcproevingswaardige rassen; c. nieuwe of in ons land nieuwe rassen en niet meer in aanmerking komende ras sen. Deze lijst moot elke boer aanschaffen. Als hij ze eenmaal heeft, zal hij ze niet meer willen missen, want steeds weer valt er iets op te zoeken en na te slaan. De kosten zijn zóó miniem, dat ze haast te laag zijn om de aandacht te trekken. Voor 10 cent ontvangt men het. van N.V. Drukkerij Leitpn Nijpels te Maastricht. Men moet niet verzuimen ze te bestellen. AUTO'S EN MOTORTRACT1E ZIJN CONCURRENTEN. VOOR ALGEHEELE UITSTERVINGVAN HET PAARD BEHOEFT .MEN NOG NIET TE VREEZEN de liefhebberij voor dit soort sport te ver dwijnen en werpt men zijn blikken weer op de paardenstal. Deze oplevende liefhebberij zal onze fok kerij echter niet veel voordeel geven. Hier voor toch worden thans meer nog dan vroeger Engelsche paarden vol- of half bloed begeerd. De paardenfokkerij zit wel degelijk in de knel. Een bloeitijd als voor jaren zal wel nooit weer terug keeren. Daarvoor zijn de tijden te veel veranderd. Maar geheel ten onder gaan zal ze ook niet. Onze landbouw heeft bij al de toepas sing van motortractie, toch over 't alge meen nog vrij veel paarden noodig. Bovenstaand artikel was reeds voor ons nummer van 10 Oct bestemd. Wegens gebrek aan ruimte wordt het nu pas plaatst REI MARKTBERICHTEN Medegedeeld dot ichtlge L Zuld-Amcrikaansctae Diermecl- :uk. bij gehalte van 70 75% rotachtige stoffen f- 2223.00: ie Diermeel-soorten zonder 02 ét 65% eiwit- en 8 h 11% etachtlge stoffen f 19-22; Zuid-j )iermeel-soorten zonder reuk, bij gehal ilnlmum 60% eiwit- en 8 12% vet toffen f 18.50-19.50. Blank Zuid-Amerlk AMERIKAANSCH FRUIT BECONCURREERT ONS IN ONS EIGEN LAND. 'T ZIET ER APPETIJTELIJK UIT EN WINT DUS DE HARTEN DER KOOPERS. WE MOETEN ONS BEST DOEN ONS FRUIT EVEN MOOI TE DOEN -SCHIJNEN EN BETER TE DOEN ZIJN. Het Gentraal Bureau voor de veilingen meende goed te doen wenken te geven om tot beter fruit te komen en het beter te leveren. Wij raden allen fruitkiweekers om ze ter harte te nemen en er naar te handelen. Hier volgen de wenken: VOOR WAT BETREFT DE CULTUUR 1. Plant alleen vruchtboomen op daar^ toe in alle opzichten geschikte perceelen. 2. Plant alleen goed' ganglbare soorten, die handelswaarde bezitten en breek der halve met de slechte gewoonte van het aan planten van een te groote verschelde hei I 3. Besteed alle zorg aan goede snoei, bemesting en bestrijding van ziekten en schadelijke insecten. 4. Spuit daartoe de vruchtboomen zoo veel als noodig is op de goede man er en met de goede middelen. De kosten zijn ge ring in verhouding tot de veel hoogere op brengst, welke zooveel mooiere vruchten zullen opleveren. 5. Zorg voor voldoende kruisbestuiving. 6. Laat u bij dit alles voorlichten door betrouwbare deskundigen. Kosteloos kunt gij te allen tijde adivi-es inwinnen bij den rijks tuinbouwconsülent in uw district. .7. Volg de cursussen, die daartoe door uwe organisatie en door d$ rijkstuinbouw- consulenten worden gegeven en laat dat ook doen door wie u later in het bedrijf zullen opvolgen. 8. Beschouw de fruitteelt niet als een bijkomstigheid in het bedrijf, maar als een der hoofdonderdeelcn; zij kan financieel zeer gunstige resultaten opleveren, indien er maar de noodige zorg aan wordt besteed DE VERKOOP DER PRODUCTEI* 9. Verkoop uwe producten niet uit dc hand', maar voer ze aan ter veiling. Djfinr alleen immers ontvangt gij' de werkelijke waarde, omdat ddar de prijs Wordit vastge. steld door dó vraag uit binnen- en buiten- land. Hoe onverstandig het is zijn product in vóórkoop te verpachten, is dit jaar wel zeer scherp ten aanzien aan de kersen ge bleken. De pachters ontvingen op de veiling een viermaal hoogeren prijs dan zij eenige weken tevoren aan de verpachters betaal den! Nog altijd zijn Hollandsche eieren op de buitenlandsche markt gevraagd. Nog altijd ge nieten Hollandsche eieren 'n goede reputatie 1 Willen wij echter dezen voorsprong houden, dan dient vóór alles op verbetering van de kwaliteit van het Hollandsche ei te worden aangestuurd. Kwaliteits-verbetering der eieren kunt U alléén krijgen door Uw hoeders voedsel te geven van uiterst deskundige samenstelling en hooge voedingswaarde; kwaliteits-voeder, dust P. Sluis' Ochtendvoerl Sinds tientallen jaren staat P. Sluis' Ochtendvoer onbetwist aan de spits van alle pluimvee voeders in binnen- en buitenland 1 10. Verkoop uwe producten niet ongesor teerd, want een koopman kan voor ongesor teerde partijen slechts lage prijzen, besteden. De meerdere moeiten en kosten, aan een be hoorlijke sorteering verbonden, worden ruim schoots beloond door de hoogere opbreng sten. 11. Sorteer uwe producten in minstens 3 kwaliteiten: eerste, tweede en derde kwali teit, en zorg er voor, dat iedere kwaliteit aan de gestelde eischen voldoet. De door het U. C. B. vastgestelde minimum-eischen voor appelen en peren luiden: „Zij moeten zijn gezond, Volgroeid, niet misvormd en krom, zonder schurft of derged. teekenen van ziek ten of bespuitingen en behoorlijk gesor teerd)". 12. Indien ge u niet zelf mot de sorteering kunt of wilt belasten, laat het dan de vei- lingsvereendgiiig of een daartoe speciaal in te stellen sortcerings- en yerpakkingsorganisa- tie doen. Het Centraal bureau heeft voorts aan de veilingsbesturen verzocht: 1. alle maatregelen te nemen, noodig om de aandacht der fruitkweekers in hun dis trict op bovenstaande 12 punten te vestigen; 2. maatregelen te nemen, opdat in hun district zoo &poodig mogelijk de gelegenheid wordt geopend tot het collectief doen sor- teeren van het fruit De veilingsvereeniging zelf kan zich daarmede belasten of eendoor haar gestichte en onder haar leiding werken de sorteerings- en verpakkingsorganisatie. Het aanschaffen van een goede sorteorma- chine, het stichten van de noodige ruimten en het organiseeren van ophaaldiensten zal daartoe 'n eerste vereischte zijn:, 3. alle eerste soort van <le voornaamste producten, bijv. goudreinetten, sterappelen, bellefleurs em. tecombineeren, evenals tweede soort en alle derde soort. Dergelijk combinéeren geschiedt reods ten aanzien van meerdere producten ('bijv. te Venlo bij augurken en lboonen) en met uitstekend succes; 4. voor Zoover nog niet terstond tot hel collectief sorteeren, kan worden overgegaan, in iedór geval bij veilingsreglement te be palen: 1. dat alle fruit door aanvoerder in 3 klassen gesorteerd ter veiling moet wor den aangevoerd; 2. dat ongesorteerd aange voerd fruit dus niet zal worden geveild en Volgens Ir. Lankwarden, on die heeft een nauwgezet onderzoek daarvoor ingesteld, zoodat die het weten kan, bevat een goede weide voor verreweg het grootste deel maar een viertal planten. Onder goede wedde wordt dan verstaan, wat de praktijk goed of uitmuntend noemt En dat viertal planten is: witte klaver, Engelsc-h zaaigras, bcemdlong bloem en ruw beemdgras. Natuurlijk komen er nog andere grassen in voor maar in ombeteckenende hoeveel heid. Men vindt nog wel: simothee, kamgras, fiorin, kropass, veldbeemdgras en vossc- staart Ook nog wel eens Fransoh raai en wollig zorggras of meelraai. De vier bovengenoemde echter vormen hot hoofdbestanddeel." Wel te verstaan op goede of uitmuntende weiden. Op minder goede zullen van laatstgenoemde meer voorkomen. Laten we daar in de praktijk winst mee doen. En door inzaaien of het aanleggen van nieuwe weiden zorgen, dat deze vier de hoofdrol spelen. Mocht men bij de veldbrekende zware stikstofbernestingen onzer weiden meenen dat witte klaver verdwijnen zal, zooals men wel hoort beweren, dan kunnen wij u te genspreken. Op weilanden die jaren aaneen een zware stikstofbemesting in den vorm' van kunstmest verkregen hadden zagen we witte klaver nog in voldoende hoeveelheid. Ook de heer Lankwarden noemt op grond van waarnemingen der laatste Ja ren deze bewering onjuist. Maar dan moet ook herhaald bemest worden, wat heelemaal past in het nieu we beweidingssysteem, dat meer en1 meer ingang vindt De - andere drie. planten, de grassen, ge ven bij goede bemesting, een flinke hoe veelheid voedsel en van uitmuntende kwa liteit. 3 dat door het veilingsbestuur in hoogste instantie wordt uitgemaakt, in welke klasse een partij behoort; 5. in overleg met den rijkstuinbouwconsu- lent zooveel mogelijk speciale cursussen voor fruitteelt en. verpakking te organisee ren. Volgens belofte zouden we dezen keer het hebben over de waarde van het peeblad en de koppen. We kuniien in 't algemeen wel vaststellen dat het een zeer waardevol voedsel is wat in den herfst, vooral een als dit jaar, een zeer dankbare aanvulling op het weinige gras is. De koeien zijn er wild op, zoo zelfs, dat een boer, die geen blad voert, zijn koeien over de sloot kan zoeken bij zijn buurman die wel peeblad voert Natuurlijk zal bij de waardebepaling een belangrijke factor zijn, of men de bladeren noodig heeft en er dus ander voer mee spaart. Zoo vernamen we van iemand, die dezer- dagen honderd gulden betaalt voor de koppen en blaren van een bunder suiker bieten. Dat is niet weinigl Maar 't is ook een bijzondere herfst, met weinig gras en duur hooi in- 't vooruitzicht. Wanneer men wat nauwkeuriger gaat narekenen komt WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEKINGSWERK Door Prof. Dr. E. C. van Leersum in samenwerking met de N.V. P. Sluis' Pluimvee- en Vogelvoederfa- brieken te Weesperkarspel. Teneinde de resultaten van het weten schappelijk onderzoekingswerk, dat wij ver richten in samenwerking met prof. dr. E. C. v. Leersum, Diréqteur van het Nederlandsch Instituut voor Volksvoeding te Amsterdam, in breeder kring hekend te maken, zullen wij naast onze bekende brochures, hierover op geregelde tijden een en ander in popu- lairen vorm publiceeren, onder den titel: „Mcdedeelingen omtrent het wetenschappe lijk onderzoekingswerk van de N.V. P. Sluis' Pluimvee- en Vogelvoederfabrieken te Wees- perkarspel". Het eerste nummer dezer „Mcdedeelingen" zal een inleiding op de onderzoekingen naar het vitamine-gehalte van pluimveevoeders cn hunne grondstoffen bevatten. Daarin zullen o.a. eenige mededcclingcn worden ge daan aangaande het gehalte aan A cn D vitamine van het vischmeel, dat in onze pluimvee-artikelen wordt verwerkt. In dc volgende nummers zullen de proe ven zelf uitvoerig worden behandeld. Ver der kunnen wij een rappor! omtrent het on derzoek naar het B vitamine-gehalte in on ze voeders in uitzicht stellen, terwijl zoo nu dan korte mcdedeelingen uit buitenland sche bladen ,die voor onze verbruikers van belang kunnen zijn, zullen worden opgeno. men. Zij, die een "exemplaar van deze „Mcdedee lingen" wonschen te ontvangen, gelieve dit te berichten. Op de cnveloppo vermelden: Attentie laboratorium, N.V. P. Sluis' Pluim vee- en Vogelvoederfabrièkcn, Weesperkar- spek men in gewone jaren niet tot zulk een hoo- gen prijs. Door Ir. Zwagerman zijn het vorig Jaar in De Veldbode heel serieuze cijfers gepubli ceerd over wat hij op tientallen van Zeeuw sche bedrijven heeft gevonden. Dat zijn dan veel landbouwbedrijven. Te begrijpen is, dat men in het gemengd bedrijf, met zijn vee meer profijt zal trek ken van dit voer, dan in het enkelvoudige landbouwbedrijf. In het boekje over veevoeding, door Ir. Leigner Bakhoven, spreekt deze over een hoeveelheid blad, gelijk aan 50 pet. van den worteloogst. Dus bij den oogst van 40.000 Kg. suikerbieten heeft men ongeveer 20.000 Kg. koppen en blaren. Het gewicht der kop pen wordt berekend op ongeveer 25 pet Dit is in theorie misschien waar, doch waar is ook dat zulke groote hoeveelheden niet van het land gehaald worden. Immers, hoe gaat het cr mee. Doordat deze blarenoogst in den meest drukken tijd van het bedrijf valt, kan cr maar niet altijd op den juisten tijd worden weggehaald. Dan treedt al gauw verlies op, vooral in een nat ten tijd. De blaren zijn heel vatbaar voor rot en er wordt nogal door het vee mee ge morst en "een deel vertrapt. Wanneer dus alles zorgvuldig wordt bij eengebracht, kan men bij een oogst van 40.000 Kg. wel rekenen op nieer dan de helft aan koppen en blaren, doch men blijft aan den veiligen kant indien men minder dan de helft rekent bij het blad en van de koppen is men met 20 pet zeker al aan den hoogen kant. De heer Zwagerman noemt bij een oogst van 42000 Kg. bieten, voor koppen en bla ren op -20000 Kg. koppen alleen op 4800 Kg. Als samenstelling van koppen en blaren in verschon toestand vinden we opgegeven: Droge stof 14 pet. Eiwitachtige stoffen 2,5 pet Ruw vet 0,4 pet. Zetmcelachtige stoffen en ruw vezel 8,1 pet. Aschbcstanddeelen 3 pet. In het bovengenoemde artikel wordt mel ding gemaakt van onderzoekingen, die in ons land zijn gedaan, om de samenstelling der koppen en blaren te weten. Deze cijfers wijken nogal af van de boven genoemde. Zoo is het gehalte aan droge 9tof 20,2 pet, verteerbaar ruw eiwit 1,64 pet, verteerbaar zuiver eiwit 1,10 pet., terwijl de zetmeelwaarde 8,9 is. Dit laatste is bij de bovengenoemde cijfers ongeveer 9,5. Wanneer we nu deze cijfers gaan vergelij ken met b.v. voerbieten. waar dit voer veel mee overeenkomt, en daarbij dan tevens eiwitrijk voor nomen b.v. grondnotenmeel, dan staan 100 Kg. van de versche kopi en blaren ongeveer gelijk met 1 gld. W< neer er dus een 20.000 Kg. van don bunder komt, zou men theoretisch berekend op waarde komen van 200 gulden. Nu moeten wo echter bedenken, dat er een deel van liet voer op het land blijft liggen, door verrotting, vertrappen, niet zorgvuldig genoeg verzamelden, enz. en dat do koppen en Maren, indien me nze op het land laat lig DE MELKCURSUSSEN Ik schrok. En dat wil wat zeggen. Als je meer dan een kwarteeuw je belangstelling land- en tuinbouw-aangelcgenhcden toont, door veel te schrijven en dus, veel te lezen nu, dan schrikt men zoo gauw niet meer. Maar nu, heusch, heel erg. Ik las liet volgende in écn der vele land bouwbladen: Onlangs'zijn de examens afgenomen van de melkcursusscn 1928 door het Melkcon- trolestation „Amsterdam" gehouden. Er waren gehouden 7 cursussen, nl. t® Starnmeer, Landsmeer, Nieuwendam, Dur- gerdam, Weesperearspel, Abcoude en-Amstel- ?en, waaraan deelnamen 35 leerlingen. Van deze 35 zijn er 32 voor liet "examen .opgekomen, waarvan slechts 3 zijn afgewe zen. Het exahien te Abcoude is genomen door de Commissie ter Behartiging van de On- derwijsbelangcn voor Land- en Tuinbouw to Utrecht. De andere zes door de Commissie voor de Melkcursusscn vanwege Hollands Noorder-Kwartier. In twee jaar hebben we nu 51 diploma's uitgereikt. Wel dat is heel aardig denkt men zoo, dit lezende. Heel aardig. De jongelui willen voor uit. Maar dan neem ik een ander blad op, „De Melkveehouder" en vindt dan het vol gende: Deze melkersexameng, welke vanwege da Commissie voor Landbouwonderwijs in Over ijssel, onder leiding van het Rijkszuivelcon- sulentschap voor Overijssel, worden gehou den, vonden in de maanden Mei en Juni 1929 plaats te: Raalte, Heeten, Kamperveen, Noord-Eschmarke bij Enschede, 's-Hcercn- broek, Bathmen, Fleringen, Olst, Gramsbei^ gen, Dalmsholte, Deurningen, Colmschate, Niêuwleuscn, Willemsoord en Burcht bij Hardenberg. Geslaagd zijn: Voor de Lonnelcer Coöp. Melkinrichting te Enschede 35 leerlingci/, voor de Coöp. Zui velfabriek „Kamperveen ie Wezep 31 leer lingen; voor de Coöp. Zuivelfabriek te De nekamp 28 leerlingen; voor de Coöp. Zuivel fabriek te Weerselo 23 leerlingen: voor da Coöp. Zuivelfabriek te Rossum 19 leerlin gen; voor de Coöp. Zuivelfabriek te Grams- bergen 17 leerlingen; voor de Coöp. Zuivel fabriek te Hardenberg 16 leerlingen; voor de Coöp. Zuivelfabriek te Tubbergen 16 leer lingen, enz. enz. totaal 395. (zegge driehon derd vijf en negentig). Met die van vorige jaren mee 1805, in de provincie OverijseL Onder den rook van Amsterdam 29 ge slaagd en in Overijscl 395. Dat is geen verhouding. Jongelui, met lolletjes en prctmakerij ko men we er niet. Daarmee gaat de rijkste toer achteruit en verarmt de boerenstand. We moeten vooruit Jullie werkt nog aan de toekomst Doch een van hard werken, om te blijven bestaan. De tijd van slapend rijk worden is voorbij. Slapend worden we arm. Zonder inspanning gaan we failliet Dat hebben ze in Overijsel begrepen. Volg hun voorbeeld. 't Is een nieuwigheid, zoo'n mclkerscun- sus. Maar daarom niet verkeerd. 'k Stond laatst bij een oude boer in da Rijnstreek te praten, terwijl hij aan het mel ken was. Hij deed het even goed tusschen tweede en derde vinger, middelvinger en ringvinger en zelfs tusschen pink en wijs vinger, als met de volle hand. En de melk gudstc er uit Prachtig was het Maar niet volgens de regelen. 'k Sprak er over mot hem. En hij tel, ja, mijnheer, zoo deed vader hot ook, maar het behoeft niet aangeleerd te worden, door iedereen, 't Zijn uitzonderingen. Onze jon gens moeten maar op een meikers-cursus gaan, dat is goed voor ze en pok goed voor de melkopbrengst." Hij had gelijk. Op uitzonderingen moet nooit iets gebouwd worden. Onze jongens moeten naar een mclkere- cursus. Zie naar Overijsel. gen en onderploegt ook zeker een, bepaalde waarde bezitten door als bemesting te die nen. Ongeveer 25 gld. Dan moeten we re kenen, dat het naar huis halen of het in d® wei brengen, ook geld kost Van de 200 gulden kunnen dus nog 50 gld. en 25 gld. worden afgetrokken, waar door men, bij een flinken oogst 2ekcr niet meer dan 125 gld. mag rekenen, gezien ook, dat lang niet alle blad tot zijn recht komt, daar het door de groote rantsoenen veel t® eenzijdig samengesteld is. Daarom is het dan beter een deel van het blad te gaan inkuilen. Men kan er dan lan ger v«n profiteeren. Het rantsoen kan klei ner gogomen worden, en komt daardoor bo ter tot zijn recht. Nu krijgen we echter door het inkuilen verlies van voedende bestand- deelcn zooals we in ons eerste artikeltje reeds bobben uiteengezet. Daarenboven is voor het inkuilen natuurlijk veel meer tijd noodig. zoodat wo dan zeker voor oen hun- der niet moer mogen geven «lan honderd gld. Hierbij wordt dan natuurlijk veronder steld. dat men op een gemengd bedrijf zit. In het enkelvoudige landbouwbedrijf, waar men dus wéinig vee heeft, kan men beter ondcrploegen. Immers, men spreekt ook wel eens over het drogen van het buitenblad, om het daar door voor bederf te kunnen bewaren cn te verhandelen, doch daarmee heeft men in ons land nog geen ervaring. En wat do Duitsch® onderzorkers er van medeeion, g«eft geen aanleiding om hier veel van te verwachten. De kool prijzen zijd zóó hoog, dat het niet rendabel is. V.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9