te
J^teutoe Hefltëdfje Courant
DE PAARDENFOKKERIJ
IN DE KNEL
AMERIKAANSCH FRUIT
LAND- EN TUINBOUW, Bijblad No. 5'
Beschikbaar
voor Publiciteit
DONDERDAG 17 OCTOBER 1929
Beschikbaar
voor Publiciteit
Meerdere malen hoort men beweren, dat
het paard „uit den tijd" is en straks zal
behooren tot de klasse der voorwereldlijke
dieren.
Spottenderwijze hoort men al dat ze
noodig een aantal voor een of ander die
renpark of Artis moeten brengen vóór het
uitgestorven zal zijn.
Zulk spreken is dunkt ons het beste be
wijs, dat men nog over het paard denkt
en dat het een plaats heeft in ons Neder
lands che hart.
Want de paardenfokkerij heeft in Neder
land al eeuwen bestaan en met zekere
trots kan gewezen worden op het feit, dat
de 16e eeuw het oorlogspaard voor de
Zuidelijke landen, met name Spanje, ge
fokt werd met Friesche paarden en dat dit
paard juist toen zoo'n groote aantrekke
lijkheid had, dat vele buitenlandsche rid
ders groote kosten er voor over hadden om
aan zoo'n edel rijpaard te komen.
Vele jaren is ons land een geliefde
streek geweest voor buitenlandsche op-
kóopers van legerpaardcn
Maar die tijden zijn voorbij.
Op het oogenblik is de paardenfokkerij
wel 1 eel ijk in de knel geloopen. En ieder zal
dadelijk de oorzaakwéten: de motorische
kracht is gekomen als mededingster en is
zoo populair geworden, dat de paarden
kracht maar weinig meer gebruikt wordt
paardekracht, motorische paardo-
kracht of P.K. waarmede het vermogen van
machines en motoren gemeten wordt, blijft
nog altijd een herinnering aan het gebruik
in het edele huisdier, dat goed verzorgd
gebruikt elegance aan sterkte paarde.
Wij mogen dan in de schootleerboeken
geleerd hebben dat een paard lang geen
.paardekracht" kan verrichten, Prof. Vis
ser van Wagcningen heeft wel bewezen dat
■en goed paard in staat is nog wat meer
lan 1 P.K. te presteeren. De toonbeelden
jijn er dat een paard 7, zelfs 8 en 9 P.K.
kon halen.
was zelfs onder de militaire panr-
.■en betrekkelijk licht exemplaar dat
het tot 13 P.K. bracht
Maar dit is dan gedurende slechts kor
ten tijd.
Doch dit is juist een van zijn voordeelen,
'•'dlèrhet paard heeft boven een machine of
Y.motor, n.l. zijn groote ovérbelastbaarhcid.
- En over het verdwijnen van het paard
als gebruiksdier heeft Prof. Krom ons een
en finder medegedeeld.
Volgons hem zijn we zoo ongeveer op
het laagste punt gekomen en zal waar
schijnlijk het aantal paarden binnen eenige
jaren wel weer toenemen.
Het gebruik der paarden in de steden is
vooral afgenomen. Alleen Rotterdam
schijnt het paard nog in eere te houden
Daar toch waren in 1928 nog evenveel
paarden als in 1924, n.l. ruim 2500. Maar
in Amsterdam daalde het aantal van rond
2100 tot 1C00 en in Den Haag van 2200 op
190(1
Hier speelt de auto natuurlijk een zeer
'belangrijke rol.
Als men leert dat b.v. in de provincie
Utrecht het autoverkeer per dag van 15 in
1925 tot 549 in 1928 klom en in Noord- en
Zuid-Holland dezelfde toename is te con-
stateeren, dan begrijpt men wel hoe de
menschen er toe komen over het uitster
ven van het paard te spreken.
Het aantal personen- en vrachtauto's
klom van 1920 tot 1928, dus in 8 Jaren tijd
van 11000 tot 76000, dat is ongeveer het
Zevenvoudige.
En daarnaast geeft Prof. Krom aan hoe
de paardenfokkerij achteruit liep.
Het aantal gedekte merries liep van
36000 in 1916 terug tot 7000 in 1927. En weer
zijn het juist de laatste jaar of zes, dat
de achteruitgang het snelst gaat.
Doch nu zijn we er bijna volgens Prof.
Krom. Er zijn nu eenmaal bedrijven waar
het paard zich zal staande houden of zal
vermeerderen.
In sommige, in de meeste landbouwbe
drijven en bij vele landbouwwerkzaarnhe-
den is het paard nog de aangewezen trek
kracht.
Maar. de fokkerij zal alleen maar voor
ons eigen land behoeven te zorgen, omdat
in het buitenland overal eon streven is om
voor zich zelf te kunnen zorgen en «lus on
afhankelijk van het buitenland te zijn.
Maar toch ons land heeft nog wel paar
den noodig en de kans, dat het paard uit
'zal sterven is al heel gering.
Het zal in vele gevallen huisdier blijven.
En een niet onbelangrijke positie zal het
blijven innemen in de landbouw.
Dat die positie nog beteekenisvol is lee-
ren ons wel de paardendagen in verschil
lende deelen van ons land ook dit jaar
nog gehouden.
Voor rijsport begint zelfs meerdere lief
hebberij te komen dan er tot dusver be
stond.
Nu ieder met een auto den weg, langs
„kart" schijnt bij velen van de aristocratie
VOOR ELKEN LANDBOUWER
VAN BELANG
Het Instituut voor Plantenveredeling, uit
gaande van de Landbouw Iloogeschool te
Wageningen, waarvan de bekende prof. dr.
C. Broekoma leider is, gaf uit de zesde ras-
Be nl ijst.
In deze rnssonlijst zijn vermeld de meest
Voorkomende rassen der landbouwgewassen.
Men heeft deze rassen in drie of feitelijk
vier groepen verdeeld: A. aanbevelenswaar
dige rassen; B. bcproevingswaardige rassen;
c. nieuwe of in ons land nieuwe rassen en
niet meer in aanmerking komende ras
sen.
Deze lijst moot elke boer aanschaffen. Als
hij ze eenmaal heeft, zal hij ze niet meer
willen missen, want steeds weer valt er iets
op te zoeken en na te slaan.
De kosten zijn zóó miniem, dat ze haast
te laag zijn om de aandacht te trekken.
Voor 10 cent ontvangt men het. van N.V.
Drukkerij Leitpn Nijpels te Maastricht.
Men moet niet verzuimen ze te bestellen.
AUTO'S EN MOTORTRACT1E ZIJN CONCURRENTEN. VOOR
ALGEHEELE UITSTERVINGVAN HET PAARD BEHOEFT
.MEN NOG NIET TE VREEZEN
de liefhebberij voor dit soort sport te ver
dwijnen en werpt men zijn blikken weer
op de paardenstal.
Deze oplevende liefhebberij zal onze fok
kerij echter niet veel voordeel geven. Hier
voor toch worden thans meer nog dan
vroeger Engelsche paarden vol- of half
bloed begeerd.
De paardenfokkerij zit wel degelijk in
de knel.
Een bloeitijd als voor jaren zal wel nooit
weer terug keeren. Daarvoor zijn de tijden
te veel veranderd.
Maar geheel ten onder gaan zal ze ook
niet.
Onze landbouw heeft bij al de toepas
sing van motortractie, toch over 't alge
meen nog vrij veel paarden noodig.
Bovenstaand artikel was reeds voor ons
nummer van 10 Oct bestemd. Wegens
gebrek aan ruimte wordt het nu pas
plaatst REI
MARKTBERICHTEN
Medegedeeld dot
ichtlge L
Zuld-Amcrikaansctae Diermecl-
:uk. bij gehalte van 70 75%
rotachtige stoffen f- 2223.00:
ie Diermeel-soorten zonder
02 ét 65% eiwit- en 8 h 11%
etachtlge stoffen f 19-22; Zuid-j
)iermeel-soorten zonder reuk, bij gehal
ilnlmum 60% eiwit- en 8 12% vet
toffen f 18.50-19.50. Blank Zuid-Amerlk
AMERIKAANSCH FRUIT BECONCURREERT ONS IN ONS EIGEN LAND.
'T ZIET ER APPETIJTELIJK UIT EN WINT DUS DE HARTEN DER
KOOPERS.
WE MOETEN ONS BEST DOEN ONS FRUIT EVEN MOOI TE DOEN
-SCHIJNEN EN BETER TE DOEN ZIJN.
Het Gentraal Bureau voor de veilingen
meende goed te doen wenken te geven om
tot beter fruit te komen en het beter te
leveren.
Wij raden allen fruitkiweekers om ze ter
harte te nemen en er naar te handelen.
Hier volgen de wenken:
VOOR WAT BETREFT DE CULTUUR
1. Plant alleen vruchtboomen op daar^
toe in alle opzichten geschikte perceelen.
2. Plant alleen goed' ganglbare soorten,
die handelswaarde bezitten en breek der
halve met de slechte gewoonte van het aan
planten van een te groote verschelde hei I
3. Besteed alle zorg aan goede snoei,
bemesting en bestrijding van ziekten en
schadelijke insecten.
4. Spuit daartoe de vruchtboomen zoo
veel als noodig is op de goede man er en
met de goede middelen. De kosten zijn ge
ring in verhouding tot de veel hoogere op
brengst, welke zooveel mooiere vruchten
zullen opleveren.
5. Zorg voor voldoende kruisbestuiving.
6. Laat u bij dit alles voorlichten door
betrouwbare deskundigen. Kosteloos kunt gij
te allen tijde adivi-es inwinnen bij den rijks
tuinbouwconsülent in uw district.
.7. Volg de cursussen, die daartoe door
uwe organisatie en door d$ rijkstuinbouw-
consulenten worden gegeven en laat dat ook
doen door wie u later in het bedrijf zullen
opvolgen.
8. Beschouw de fruitteelt niet als een
bijkomstigheid in het bedrijf, maar als een
der hoofdonderdeelcn; zij kan financieel
zeer gunstige resultaten opleveren, indien
er maar de noodige zorg aan wordt besteed
DE VERKOOP DER PRODUCTEI*
9. Verkoop uwe producten niet uit dc
hand', maar voer ze aan ter veiling. Djfinr
alleen immers ontvangt gij' de werkelijke
waarde, omdat ddar de prijs Wordit vastge.
steld door dó vraag uit binnen- en buiten-
land. Hoe onverstandig het is zijn product
in vóórkoop te verpachten, is dit jaar wel
zeer scherp ten aanzien aan de kersen ge
bleken. De pachters ontvingen op de veiling
een viermaal hoogeren prijs dan zij eenige
weken tevoren aan de verpachters betaal
den!
Nog altijd zijn Hollandsche eieren op de
buitenlandsche markt gevraagd. Nog altijd ge
nieten Hollandsche eieren 'n goede reputatie 1
Willen wij echter dezen voorsprong houden, dan
dient vóór alles op verbetering van de kwaliteit
van het Hollandsche ei te worden aangestuurd.
Kwaliteits-verbetering der eieren kunt U alléén
krijgen door Uw hoeders voedsel te geven
van uiterst deskundige samenstelling en hooge
voedingswaarde; kwaliteits-voeder, dust
P. Sluis' Ochtendvoerl
Sinds tientallen jaren staat P. Sluis' Ochtendvoer
onbetwist aan de spits van alle pluimvee
voeders in binnen- en buitenland 1
10. Verkoop uwe producten niet ongesor
teerd, want een koopman kan voor ongesor
teerde partijen slechts lage prijzen, besteden.
De meerdere moeiten en kosten, aan een be
hoorlijke sorteering verbonden, worden ruim
schoots beloond door de hoogere opbreng
sten.
11. Sorteer uwe producten in minstens 3
kwaliteiten: eerste, tweede en derde kwali
teit, en zorg er voor, dat iedere kwaliteit aan
de gestelde eischen voldoet. De door het U.
C. B. vastgestelde minimum-eischen voor
appelen en peren luiden: „Zij moeten zijn
gezond, Volgroeid, niet misvormd en krom,
zonder schurft of derged. teekenen van ziek
ten of bespuitingen en behoorlijk gesor
teerd)".
12. Indien ge u niet zelf mot de sorteering
kunt of wilt belasten, laat het dan de vei-
lingsvereendgiiig of een daartoe speciaal in te
stellen sortcerings- en yerpakkingsorganisa-
tie doen.
Het Centraal bureau heeft voorts aan de
veilingsbesturen verzocht:
1. alle maatregelen te nemen, noodig om
de aandacht der fruitkweekers in hun dis
trict op bovenstaande 12 punten te vestigen;
2. maatregelen te nemen, opdat in hun
district zoo &poodig mogelijk de gelegenheid
wordt geopend tot het collectief doen sor-
teeren van het fruit De veilingsvereeniging
zelf kan zich daarmede belasten of eendoor
haar gestichte en onder haar leiding werken
de sorteerings- en verpakkingsorganisatie.
Het aanschaffen van een goede sorteorma-
chine, het stichten van de noodige ruimten
en het organiseeren van ophaaldiensten zal
daartoe 'n eerste vereischte zijn:,
3. alle eerste soort van <le voornaamste
producten, bijv. goudreinetten, sterappelen,
bellefleurs em. tecombineeren, evenals
tweede soort en alle derde soort. Dergelijk
combinéeren geschiedt reods ten aanzien
van meerdere producten ('bijv. te Venlo bij
augurken en lboonen) en met uitstekend
succes;
4. voor Zoover nog niet terstond tot hel
collectief sorteeren, kan worden overgegaan,
in iedór geval bij veilingsreglement te be
palen: 1. dat alle fruit door aanvoerder in
3 klassen gesorteerd ter veiling moet wor
den aangevoerd; 2. dat ongesorteerd aange
voerd fruit dus niet zal worden geveild en
Volgens Ir. Lankwarden, on die heeft een
nauwgezet onderzoek daarvoor ingesteld,
zoodat die het weten kan, bevat een goede
weide voor verreweg het grootste deel maar
een viertal planten.
Onder goede wedde wordt dan verstaan,
wat de praktijk goed of uitmuntend noemt
En dat viertal planten is: witte klaver,
Engelsc-h zaaigras, bcemdlong bloem en ruw
beemdgras.
Natuurlijk komen er nog andere grassen
in voor maar in ombeteckenende hoeveel
heid.
Men vindt nog wel: simothee, kamgras,
fiorin, kropass, veldbeemdgras en vossc-
staart Ook nog wel eens Fransoh raai en
wollig zorggras of meelraai.
De vier bovengenoemde echter vormen
hot hoofdbestanddeel." Wel te verstaan op
goede of uitmuntende weiden. Op minder
goede zullen van laatstgenoemde meer
voorkomen.
Laten we daar in de praktijk winst mee
doen. En door inzaaien of het aanleggen
van nieuwe weiden zorgen, dat deze vier de
hoofdrol spelen.
Mocht men bij de veldbrekende zware
stikstofbernestingen onzer weiden meenen
dat witte klaver verdwijnen zal, zooals men
wel hoort beweren, dan kunnen wij u te
genspreken.
Op weilanden die jaren aaneen een
zware stikstofbemesting in den vorm' van
kunstmest verkregen hadden zagen we
witte klaver nog in voldoende hoeveelheid.
Ook de heer Lankwarden noemt op
grond van waarnemingen der laatste Ja
ren deze bewering onjuist.
Maar dan moet ook herhaald bemest
worden, wat heelemaal past in het nieu
we beweidingssysteem, dat meer en1 meer
ingang vindt
De - andere drie. planten, de grassen, ge
ven bij goede bemesting, een flinke hoe
veelheid voedsel en van uitmuntende kwa
liteit.
3 dat door het veilingsbestuur in hoogste
instantie wordt uitgemaakt, in welke klasse
een partij behoort;
5. in overleg met den rijkstuinbouwconsu-
lent zooveel mogelijk speciale cursussen
voor fruitteelt en. verpakking te organisee
ren.
Volgens belofte zouden we dezen keer het
hebben over de waarde van het peeblad en
de koppen.
We kuniien in 't algemeen wel vaststellen
dat het een zeer waardevol voedsel is wat
in den herfst, vooral een als dit jaar, een
zeer dankbare aanvulling op het weinige
gras is. De koeien zijn er wild op, zoo zelfs,
dat een boer, die geen blad voert, zijn koeien
over de sloot kan zoeken bij zijn buurman
die wel peeblad voert
Natuurlijk zal bij de waardebepaling een
belangrijke factor zijn, of men de bladeren
noodig heeft en er dus ander voer mee
spaart. Zoo vernamen we van iemand, die
dezer- dagen honderd gulden betaalt voor
de koppen en blaren van een bunder suiker
bieten. Dat is niet weinigl Maar 't is ook
een bijzondere herfst, met weinig gras en
duur hooi in- 't vooruitzicht. Wanneer men
wat nauwkeuriger gaat narekenen komt
WETENSCHAPPELIJK
ONDERZOEKINGSWERK
Door Prof. Dr. E. C. van Leersum
in samenwerking met de N.V. P.
Sluis' Pluimvee- en Vogelvoederfa-
brieken te Weesperkarspel.
Teneinde de resultaten van het weten
schappelijk onderzoekingswerk, dat wij ver
richten in samenwerking met prof. dr. E. C.
v. Leersum, Diréqteur van het Nederlandsch
Instituut voor Volksvoeding te Amsterdam,
in breeder kring hekend te maken, zullen
wij naast onze bekende brochures, hierover
op geregelde tijden een en ander in popu-
lairen vorm publiceeren, onder den titel:
„Mcdedeelingen omtrent het wetenschappe
lijk onderzoekingswerk van de N.V. P. Sluis'
Pluimvee- en Vogelvoederfabrieken te Wees-
perkarspel".
Het eerste nummer dezer „Mcdedeelingen"
zal een inleiding op de onderzoekingen naar
het vitamine-gehalte van pluimveevoeders
cn hunne grondstoffen bevatten. Daarin
zullen o.a. eenige mededcclingcn worden ge
daan aangaande het gehalte aan A cn D
vitamine van het vischmeel, dat in onze
pluimvee-artikelen wordt verwerkt.
In dc volgende nummers zullen de proe
ven zelf uitvoerig worden behandeld. Ver
der kunnen wij een rappor! omtrent het on
derzoek naar het B vitamine-gehalte in on
ze voeders in uitzicht stellen, terwijl zoo nu
dan korte mcdedeelingen uit buitenland
sche bladen ,die voor onze verbruikers van
belang kunnen zijn, zullen worden opgeno.
men.
Zij, die een "exemplaar van deze „Mcdedee
lingen" wonschen te ontvangen, gelieve dit
te berichten. Op de cnveloppo vermelden:
Attentie laboratorium, N.V. P. Sluis' Pluim
vee- en Vogelvoederfabrièkcn, Weesperkar-
spek
men in gewone jaren niet tot zulk een hoo-
gen prijs.
Door Ir. Zwagerman zijn het vorig Jaar in
De Veldbode heel serieuze cijfers gepubli
ceerd over wat hij op tientallen van Zeeuw
sche bedrijven heeft gevonden. Dat zijn
dan veel landbouwbedrijven.
Te begrijpen is, dat men in het gemengd
bedrijf, met zijn vee meer profijt zal trek
ken van dit voer, dan in het enkelvoudige
landbouwbedrijf.
In het boekje over veevoeding, door Ir.
Leigner Bakhoven, spreekt deze over een
hoeveelheid blad, gelijk aan 50 pet. van den
worteloogst. Dus bij den oogst van 40.000
Kg. suikerbieten heeft men ongeveer 20.000
Kg. koppen en blaren. Het gewicht der kop
pen wordt berekend op ongeveer 25 pet
Dit is in theorie misschien waar, doch
waar is ook dat zulke groote hoeveelheden
niet van het land gehaald worden.
Immers, hoe gaat het cr mee. Doordat
deze blarenoogst in den meest drukken tijd
van het bedrijf valt, kan cr maar niet altijd
op den juisten tijd worden weggehaald. Dan
treedt al gauw verlies op, vooral in een nat
ten tijd. De blaren zijn heel vatbaar voor
rot en er wordt nogal door het vee mee ge
morst en "een deel vertrapt.
Wanneer dus alles zorgvuldig wordt bij
eengebracht, kan men bij een oogst van
40.000 Kg. wel rekenen op nieer dan de
helft aan koppen en blaren, doch men blijft
aan den veiligen kant indien men minder
dan de helft rekent bij het blad en van de
koppen is men met 20 pet zeker al aan den
hoogen kant.
De heer Zwagerman noemt bij een oogst
van 42000 Kg. bieten, voor koppen en bla
ren op -20000 Kg. koppen alleen op 4800
Kg.
Als samenstelling van koppen en blaren
in verschon toestand vinden we opgegeven:
Droge stof 14 pet. Eiwitachtige stoffen 2,5 pet
Ruw vet 0,4 pet. Zetmcelachtige stoffen en
ruw vezel 8,1 pet. Aschbcstanddeelen 3 pet.
In het bovengenoemde artikel wordt mel
ding gemaakt van onderzoekingen, die in
ons land zijn gedaan, om de samenstelling
der koppen en blaren te weten.
Deze cijfers wijken nogal af van de boven
genoemde. Zoo is het gehalte aan droge
9tof 20,2 pet, verteerbaar ruw eiwit 1,64 pet,
verteerbaar zuiver eiwit 1,10 pet., terwijl de
zetmeelwaarde 8,9 is. Dit laatste is bij de
bovengenoemde cijfers ongeveer 9,5.
Wanneer we nu deze cijfers gaan vergelij
ken met b.v. voerbieten. waar dit voer veel
mee overeenkomt, en daarbij dan tevens
eiwitrijk voor nomen b.v. grondnotenmeel,
dan staan 100 Kg. van de versche kopi
en blaren ongeveer gelijk met 1 gld. W<
neer er dus een 20.000 Kg. van don bunder
komt, zou men theoretisch berekend op
waarde komen van 200 gulden.
Nu moeten wo echter bedenken, dat er een
deel van liet voer op het land blijft liggen,
door verrotting, vertrappen, niet zorgvuldig
genoeg verzamelden, enz. en dat do koppen
en Maren, indien me nze op het land laat lig
DE MELKCURSUSSEN
Ik schrok. En dat wil wat zeggen. Als je
meer dan een kwarteeuw je belangstelling
land- en tuinbouw-aangelcgenhcden toont,
door veel te schrijven en dus, veel te lezen
nu, dan schrikt men zoo gauw niet
meer.
Maar nu, heusch, heel erg.
Ik las liet volgende in écn der vele land
bouwbladen:
Onlangs'zijn de examens afgenomen van
de melkcursusscn 1928 door het Melkcon-
trolestation „Amsterdam" gehouden.
Er waren gehouden 7 cursussen, nl. t®
Starnmeer, Landsmeer, Nieuwendam, Dur-
gerdam, Weesperearspel, Abcoude en-Amstel-
?en, waaraan deelnamen 35 leerlingen.
Van deze 35 zijn er 32 voor liet "examen
.opgekomen, waarvan slechts 3 zijn afgewe
zen.
Het exahien te Abcoude is genomen door
de Commissie ter Behartiging van de On-
derwijsbelangcn voor Land- en Tuinbouw to
Utrecht. De andere zes door de Commissie
voor de Melkcursusscn vanwege Hollands
Noorder-Kwartier.
In twee jaar hebben we nu 51 diploma's
uitgereikt.
Wel dat is heel aardig denkt men zoo, dit
lezende. Heel aardig. De jongelui willen voor
uit.
Maar dan neem ik een ander blad op,
„De Melkveehouder" en vindt dan het vol
gende:
Deze melkersexameng, welke vanwege da
Commissie voor Landbouwonderwijs in Over
ijssel, onder leiding van het Rijkszuivelcon-
sulentschap voor Overijssel, worden gehou
den, vonden in de maanden Mei en Juni
1929 plaats te: Raalte, Heeten, Kamperveen,
Noord-Eschmarke bij Enschede, 's-Hcercn-
broek, Bathmen, Fleringen, Olst, Gramsbei^
gen, Dalmsholte, Deurningen, Colmschate,
Niêuwleuscn, Willemsoord en Burcht bij
Hardenberg.
Geslaagd zijn:
Voor de Lonnelcer Coöp. Melkinrichting te
Enschede 35 leerlingci/, voor de Coöp. Zui
velfabriek „Kamperveen ie Wezep 31 leer
lingen; voor de Coöp. Zuivelfabriek te De
nekamp 28 leerlingen; voor de Coöp. Zuivel
fabriek te Weerselo 23 leerlingen: voor da
Coöp. Zuivelfabriek te Rossum 19 leerlin
gen; voor de Coöp. Zuivelfabriek te Grams-
bergen 17 leerlingen; voor de Coöp. Zuivel
fabriek te Hardenberg 16 leerlingen; voor
de Coöp. Zuivelfabriek te Tubbergen 16 leer
lingen, enz. enz. totaal 395. (zegge driehon
derd vijf en negentig). Met die van vorige
jaren mee 1805, in de provincie OverijseL
Onder den rook van Amsterdam 29 ge
slaagd en in Overijscl 395.
Dat is geen verhouding.
Jongelui, met lolletjes en prctmakerij ko
men we er niet. Daarmee gaat de rijkste
toer achteruit en verarmt de boerenstand.
We moeten vooruit Jullie werkt nog aan
de toekomst Doch een van hard werken,
om te blijven bestaan. De tijd van slapend
rijk worden is voorbij. Slapend worden we
arm. Zonder inspanning gaan we failliet
Dat hebben ze in Overijsel begrepen.
Volg hun voorbeeld.
't Is een nieuwigheid, zoo'n mclkerscun-
sus. Maar daarom niet verkeerd.
'k Stond laatst bij een oude boer in da
Rijnstreek te praten, terwijl hij aan het mel
ken was. Hij deed het even goed tusschen
tweede en derde vinger, middelvinger en
ringvinger en zelfs tusschen pink en wijs
vinger, als met de volle hand. En de melk
gudstc er uit Prachtig was het Maar niet
volgens de regelen.
'k Sprak er over mot hem. En hij tel, ja,
mijnheer, zoo deed vader hot ook, maar het
behoeft niet aangeleerd te worden, door
iedereen, 't Zijn uitzonderingen. Onze jon
gens moeten maar op een meikers-cursus
gaan, dat is goed voor ze en pok goed voor
de melkopbrengst."
Hij had gelijk. Op uitzonderingen moet
nooit iets gebouwd worden.
Onze jongens moeten naar een mclkere-
cursus. Zie naar Overijsel.
gen en onderploegt ook zeker een, bepaalde
waarde bezitten door als bemesting te die
nen. Ongeveer 25 gld. Dan moeten we re
kenen, dat het naar huis halen of het in d®
wei brengen, ook geld kost
Van de 200 gulden kunnen dus nog 50
gld. en 25 gld. worden afgetrokken, waar
door men, bij een flinken oogst 2ekcr niet
meer dan 125 gld. mag rekenen, gezien ook,
dat lang niet alle blad tot zijn recht komt,
daar het door de groote rantsoenen veel t®
eenzijdig samengesteld is.
Daarom is het dan beter een deel van het
blad te gaan inkuilen. Men kan er dan lan
ger v«n profiteeren. Het rantsoen kan klei
ner gogomen worden, en komt daardoor bo
ter tot zijn recht. Nu krijgen we echter door
het inkuilen verlies van voedende bestand-
deelcn zooals we in ons eerste artikeltje
reeds bobben uiteengezet. Daarenboven is
voor het inkuilen natuurlijk veel meer tijd
noodig. zoodat wo dan zeker voor oen hun-
der niet moer mogen geven «lan honderd
gld. Hierbij wordt dan natuurlijk veronder
steld. dat men op een gemengd bedrijf zit.
In het enkelvoudige landbouwbedrijf, waar
men dus wéinig vee heeft, kan men beter
ondcrploegen.
Immers, men spreekt ook wel eens over
het drogen van het buitenblad, om het daar
door voor bederf te kunnen bewaren cn te
verhandelen, doch daarmee heeft men in
ons land nog geen ervaring.
En wat do Duitsch® onderzorkers er van
medeeion, g«eft geen aanleiding om hier
veel van te verwachten. De kool prijzen zijd
zóó hoog, dat het niet rendabel is. V.