msmmmmmm
VRIJDAG 11 OCTOBER 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5
DE
DOCHTERS VAN FREDERIK HENDRIK
EN HAAR LUSTVERBLIJVEN
DOOR E. D. J. DE JONGH JR.
DE BDUWLUST VAN
PRINSES ALBERTIME ACNES
Bijzonderheden omtrent Oraniënburg,
Oranjewoud, Oraniënstein en
Oraniënbaum.
II*) (Slot)
Wanneer prinses A1 b e r t i n eA g n e s te
Leeuwarden vertoefde bewoonde zij het voor
malige O e b i n g a-Ji u i s, dat tegenwoordig
dienst doet voor meisjes-hoogere burger
school. Maar ook hier kon zij haar bouwlust
niet bedwingen; in het Westen der stad
lieten zij en haar geniaal in het jaar 1652
een lusthuis bouwen, waarvan niets meer
over is; het was gelegen in den z.g.n. Prin
sentuin, een lusthof vol zeldzame hoo
rnen en gewassen, die in 1648 als een werk
des vredes door Willem Frederik was aan
gelegd. Thans doet hij dienst als volkstuin.
te Diez aan de Lahnl
Haar gemaal toch had als kleinzoon van
Jan den Ouden een deel van zijn Duit-
sche bezittingen geërfd en ook de waardig
heid van graaf van Nassau-Diez. In 1654
werd graaf Willem Frederik door keizer
Ferdinand III in den Duitschen rijksvorsten
stand verheven met den titel van prins.
Diez is dus de oude bakermat van ons ko
ningshuis, daar het de residentie was van
de leden van het Huis Nassau-Diez, die te
vens de stadhouders waren van onze Noor
delijke provinciën.
Hoewel hèt graafschap Nassau-Diez dus
het stamland was van de Friesche stadhou
ders, vertoefden zij er weinig, omdat de
plichten, die zij in Nederland te vervullen
hadden, en de banden, die hen aan ons land
bonden, hen hier riepen.
Zoo had Willem Frederik bij den dood
zijner moeder, Diez maar een paar malen
bezocht, en toen Hendrik Casimir II in 1673
meerderjarig werd, had zijn moeder Albcr-
tine Agnes, -die tijdens zijn minderjarigheid
het regentschap had waargenomen, nog
maar éénmaal in Diez vertoefd, nl. in den
zomer van 1672, zoodat zij het land weinig
kende. Nu echter haar zoon toen hij meer
derjarig werd zijn moeder in het regent
schap over zijn erfland Nassau-Diez besten
digde, besloot zij zich daar een slot te laten
bouwen, waar zij haar verblijf zou kunnen
houden. Tot dat einde liet Albertine Agnes
in 1676 het vermaarde deftige kasteel ver
rijzen, dat zij den naam
Oranienstein
gaf, en dat de zetel fs geworden van het
Huis Nassau-Diez. Daartoe kocht zij aan de
gronden en bezittingen van het voormalige
in den Dertigjarigen Oorlog verwoeste Be-
nicdictijner-nonnenklooster, „Dirstein" ge
naamd. Het slot werd gebouwd in Fran-
schen stijl met twee vooruitspringende vleu
gels en twee torens, die den middelbouw af
sloten. In zijn uiterlijke verschijning doet
het denken aan het Paleis het Loo, hetgeen
niet te verwonderen is, daar in lateren tijd
aan beide paleizen dezelfde bouwmeester is
werkzaam geweest, nl. Daniël Marot,
de architect van den stadhouderdtoning Wil
lem III.
Albertine Agnes betrok Oranienstein in
1683 en vertoefde er meest in de zomermaan
den. Zij stelde zich ten doel om de bevolking
van Nassau-Diez op te heffen uit den toe
stand van ruwheid en bandeloosheid, waarin
zij verkeerde. Hoewel zij, na meer dan dertig
jaar het vorstendom als regentes te hebben
bestuurd, en slechts ten deele in geslaagd
was om de bevolking tot zachter en reiner
zeden te verheffen, zoo is zij Diez toch
tot grooten zegen
geweest, en haar portret, geschilderd door
Willem van Honthorst, prijkt dan ook in
een der zalen van het stadhuis te Diez. Voor
het laatst vertoefde zij op Oranienstein in
1695 en in het volgende jaar overleed zij,
.gelijk ik reeds gemeld heb, op Oranjewoud.
Zij was een vrouw, gesierd met groote ga
ven van verstand en hart, uitblinkende in
godsvrucht en vernuft, die met opoffering
van eigen middelen zeer geijverd heeft voor
het heil van haar land.
Albertine Agnes had bij testamentaire be
schikking haar kasteel Oranienstein ver
maakt aan de beide kinderen van haar over
leden dochter Amalia, de gemalin van
Johan Willem, hertog van Saksen Eisenach.
Deze stond het slot echter namens zijn kin
deren af aan Henriet te Amalia, de
-schoondochter van de stichteres, die zooals
wij in het vorig artikel gezien hebben ook
bezitster van Oranjewoud was geworden.
De nieuwe eigenares liet Oranienstein uit
en inwendig aanmerkelijk verbouwen cn
verfraaien. Met een kunstzin, een Oranje-
voretin waardig, maakte zij er een waarlijk
"vorstelijke residentie van. Hollandsche werk
lieden en kunstenaars ontbood zij om haar
- paleis te voorzien van al wat dc- kunst in
die dagen vermocht (en dat was piet wei
nig!) met plafond- en wandversieringen in
stuc- en schilderwerk, houten ■betimmerin
gen, marmeren schoorsteenmantels, trappen
en behangsels en wat dies meer zij. Zoo be
vindt zich nog heden in een der vertrekken
'een prachtig bewerkte schoorsteenboezem,
waarin men het borstbeeld aantreft van den
overleden gemaal van de nieuwe bezitster:
Hendrik Casimir II. En al deze werken
werden uitgevoerd onder., leiding van den
bekwamen Franschen architect Daniël
M a r o t, een naar Holland uitgeweken
Hugenoot, een man van zeldzame en veel
zijdige bekwaamheid, die hier te lande
werkkring gevonden had en zelfs de hof
architect van Willem III geworden was, en
die zijn artistieke talenten heeft getoond hij
verschillende gebouwen als de vergaderzaal
van de Staten-Generaal, de Trèveszaal, het
paleis het Loo, de huize Voorst,, de tegen
woordige Koninklijke Bibliotheek e.a. Ook
was dc Hollandsche architect A nth on'
Coulon op Oranienstein werkzaam.
De slaapkamer van de nieuwe bezitster
was op buitengewoon prachtige wijze inge
richt en gestoffeerd, terwijl een verzameling
niet minder dan 267 schilderijen
door het gansche kasteel verspreid was. Ook
aan de omgeving lanen, tuinen en par
ken werd de uiterste zorg besteed.
Den 8sten Mei 1709 na de meerderjarig
verklaring van haar zoon Jan Willem
F ris o, voor wien zij zoo lang hij minder
jarig was als regentes was opgetreden, en
die kort daarna op zoo jammerlijke wijze
om het leven zou komen, betrok Kenriëttc
Amalia met haar zes ongehuwde dochters
en haar hofhouding het vernieuwde Ora
nienstein, waar zij xóór dien tijd slechts
en dan had vertoefd. Zij bleef er wonen ook
nadat landgraaf Karei van Hessen het re
gentschap van haar had overgenomen. Den
lSdcn April 1726 is zij er op 60-jarigen leef
tijd overleden. Haar gebeente werd in een
marmeren sarcophaag gelegd en bügezet in
de kapittelkerk te Diez.
Henriëtte Amalia beeft veel gedaan voor
het welzijn van de bevolking,
te midden waarvan zij leefde; zij stichtte de
Michaeliskerk, liet een nieuwe stadswijk
ontwerpen en spande al haar krachten in om
de zeden te verbeteren. Na haar dood ont
stond er een langdurig proces over het
eigendomsrecht van haar bezitting, geduren
de welken tijd haar ongehuwde doohters op
het kasteel mochten blijven wonen. De laat
ste van dezen is er in 1771 op 82-jarigen leef
tijd overleden.
Het slot. bleef nu vooreerst onbewoond tot
het in 1784 .als Pruisische staatsgevangenis
werd in gebruik genomen. In 1795 werd het
door de Fransche troepen bezet en geplun
derd, maar in 1799 toen de vreemde sol
daten uit de Lahnstreek wegtrokken, weer
ontruimd.
Een gunstige tijd brak aan voor het vor
stelijk kasteel toen in 1S01 Prins Willem V,
die zijn vader in 't bezit van Oranienstein
opgevolgd, er zijn intrek nam. Nog een
maal zou een Oranjevorst het bestuur over
het aloude -stamland aanvaarden, het voor
vaderlijke slot zou nog eenmaal als residen
tie worden ingericht, hersteld, verfraaid, ge
meubileerd; keurige parken zouden weer
worden aangelegd, de omgeving zou opnieuw
in vorigen toestand worden teruggebracht.
Een zegenrijke regeering
werd ingeluid bij de komst van den prins,
daar hij alles heeft gedaan wat in zijn ver
mogen was om de stad Diez op te heffen
uit den treurigen toestand, waarin ze was
geraakt.
Deze gunstige en zegenrijke tijd duurde
echter sleohts kort, want in 1806 stierf Wil
lem V en kort daarop liet Napoleon het
meubilair van het vorstelijke slot in 't open
baar verkoopen.
Wel werd de erfprins (de latere koning
Willem I) in 1814 in 't bezit van zijn Nas-
sausche erflanden en van Oraniënstein her
steld, maar toen in het volgend jaar België
bij Nederland gev.oegd werd, moest hij in
ruil daarvoor hij beschikking van het Wee-
ner Congres al zijn Nassausche bezittingen
aan Pruisen afstaan. Later werd van
Oraniënstein een jachtslot gemaakt en in
1867 werd het tot kadettenschool ingericht
en werd er een kazerne aangebouwd.
ver was het aloude stamslot in stand
gedaald, maar nóg was het einde van zijn
vernedering niet gekomen. Na den wereld
oorlog wexd het kasteel gebruikt tot het huis-
esten van 1600 Fransche bezettingstroepen,
terwijl de slotkapel werd ingericht als Room-
schc kerk voor de daar gelegerde soldaten.
Gelukkig waren dezen ondt#gebracht in de
aangebouwde kazerne en niet in het slot
zelf.
Dat nu het schoone Oraniënstein, de al
oude residentie van zoovele edele Nassau-
telgen, bloot stond aan het ruw geweld van
vreemde soldaten,
dót was te veel
oor het bewustzijn van een 200-tal Hollan
ders, die als leden van de Nederlandsche
Christelijke Reisvereeniging in Juli 1926 een
bezoek brachten aan Oraniënstein. Op voor
stel van Mr. E. J. Th. k Th. van der Hoop
van Slochteren werd een telegram gezonden
den Franschen minister van oorlog,
waarin hem beleefd verzocht werd, om de
ontruiming van het historische paleis te wil
len bevorderen. En waarlijk, dat verzoek
vond een gunstig gehoor en met groote wel
^ORANIENSTEIN^
PAS OP. EXCELLENTIE!
EEN .TORENHUIS
willendheid werd er aan voldaan: nog in
September van hetzelfde jaar werden de mi
litairen uit het kasteel teruggetrokken.
Ja wat meer is, in de ruime zalen van dit
prachtige slot is den 1 Juli 1929 bij gelegen
heid van de feestelijke viering van het 600-
jarig bestaan van de stad Diez een museum
geopend van voorwerpen, die de herinne
ring bewaren aan de voorvaderen van ons
vorstenhuis, waarvan Oraniënstein de wieg
en bakermat is.
De derde dochter van Frederik Hendrik
was Henriëtte Catharina. Ze was
geboren te 's Gravcnhage den 10 Febr. 1637
en den 29 Maart d.a.v. gedoopt in de kapel
op het Binnenhof.. Na verschillende huwe
lijksaanzoeken afgewezen tc hebben bracht
zij e enige weken door te Berlijn bij haar
zuster Louisa Henriëtte, die met den keur
vorst van Brandenburg getrouwd was, en
toen in 1655 daar het doopmaal gehouden
n den jongen keurprins, xvaaraan
Henriëtte Catharina met baar zuster Maria
deelnamen, zaten daar ook aan de Duitsche
orsten Joliann Georg van Anhalt-Dessau cn
Lodewijk Hendrik Maurits, hertog van Sim-
mem, die haar echtgenooten zouden worden.
Met eerstgenoemde werd Henriëtte Catha
rina te Groningen op den 16 Juli 1659 in
den echt verbonden. Dc bruiloft, die ook bij
gewoond werd door de zuster van de bruid,
Louise Henriëtte, werd gevierd bij Albertine
Agnes en herhaald an Den Haag en te Am
sterdam. In laatstgenoemde stad vooral droe
gen de feesten, die de stad gaf ter eere van
het vorstelijk bruidspaar, en waardoor zij
bij vernieuwing haar aanhankelijkheid aan
het Oranjehuis wilde toonen een grootsch en
luisterrijk karakter. Een optocht van zestien
staatsiewagens, die meer dan eens door de
straten trok, verhoogde den luister van. het
feest.
Het huwelijk van deze Oranjevorstin was
zeer gelukkig en werd met niet minder dan
tien kinderen gezegend; haar oudste zoon
Leopold, haar eerstgeborene, leeft nog altijd
als „de oude Dcssauer" voort in dc gedachtë-
van het volk. Ook deze vorstin trok zich
het lot aan van
haar nieuwe vaderland,
zij bevorderde den landbouw, beschermde
de kunsten en liet vele Hollandsche bouw
meesters en schilders naar Dessau overko
men.
Overeenkomstig de traditie van haar ge
slacht stichtte zij hier een kasteel, gelijk ook
haar zusters gedaan hadden. Zij noemde dit
slot Oraniënbaum, en liet alzoo den
naam van haar Huis daarin voortleven, ev.eri-
al^ dit het geval was met de lcasteelen hai;er
zusters: Oraniënburg, Oranjewoud en Ora
niënstein. Het slot werd gebouwd in den
trant van de toenmalige Hollandsche land-
huizen, het was door een gracht omgeven^
het voorplein werd opgeluisterd door bloem-
groententuinen; bosschen en parken, op
Hollandsche wijze aangelegd, verhoogden de
bekoorlijkheid xan het buitenverblijf. Een
ophaalbrug gaf toegang tot het slot, twee
vierhoekige paviljoenen sloten met lagere
vleugels aan bij de achterzijde van het twee
verdiepingen hooge hoofdgebouw.
De begane grond-verdieping bevatte aan
den achterkant een zaal met veranda; daar-
sloten zich links en rechts zes vertrek
ken aan, zoodat zich hier dertien vertrekken
met een vestibule bevonden. Aan den voor
den achtergevel was een bordes met trap
pen aangelegd. Soberheid kenmerkte dezen
bouwen de weelde, die aan de kasteelen van
haar zusters was ten koste gelegd, werd aan
dit vorstelijk verblijf niet gevonden.
De eerste steen van het slot Oraniënbaum
werd gelegd den 8 Juni 16S3. Als bouw
meester had de prinses gekozen den Hol-
landschen architect Cornelis Ryckwaert
(t 1693), dien wij hij een vorige gelegenheid
reeds hebben aangetroffen in dienst van
den Grooten Keurvorst, den zwager van
Henriëtte Catharina. Hij was dus voor de
Oranje-prinsessen geen onbekende, te meer
daar hij ook gewerkt had voor Johan Mau
rits van Nassau, den Braziliaan, een van
haar bloedverwanten. Ryckwaert wa$ een
man van veelzijdige kennis, die ook op het
gebied van den bouw van vorstelijke kastee
len zijn sporen had verdiend; hij heeft op
1SgjAd ag- zÜn tweede
onschatbare diensten
bewezen en 'daar den Hollandschen naam
hooggehouden. Mede door den bouw van
Oraniënbaum werd Dessau een middelpunt
in Hollandsche beschaving.
Den 17en Augustus 1693 moest Henriëtte
Catharina haar gemaal door den dood ver
liezen. Zij zelve heeft haar geheele geslacht
overleefd; op den leeftijd van 71 jaren is zij
den 4en November 1708 op haar slot Oraniën
baum overleden. In ditzelfde jaar nog werd
het lustslot, dat zij in het aanzijn geroepen
had, door brand vernield.
De vierde dochter van Frederik Hendrik
was Maria Zij is geboren tc 's-Graven-
hage den 5en September 1642 cn huwde den
13en September 1665 te Kleef met den twee
jaar ouderen paltsgraaf L o d e w ij k Hen
drik Maurits. hertog van S i m-
•n. Nadat deze haar den 24en December
1673 door den dood ontvallen was, bleef rij
als kinderlooze weduwe achter. Nog vijftien
jaar lang heeft zij dit leven voortgezet tot
ook zij den 17en Maart 1GS8 op nog maar 45-
jarigen leeftijd voor altijd de oogen sloot.
In afwijking van haar zusters heeft Maria
van Nassau geen paleis of luslslot gesticht.
En daar het ons in deze verhandeling te
doen was om in het licht te stellen, hoe d?
dochters van Frederik Hendrik zich ver
dienstelijk hebben gemaakt op 't gebied van
de beeldende kunsten, kunnen wij 's Prinsen
jongste dochter, van wie niet bekend is, dat
zij in deze het voorbeeld van haar zustere
heeft gevolgd, gevoegelijk verder laten
rusten.
Te New-York wil i
S 75.000.000. Er zullen 50.000 men-
op het dak is een landingsplaats
voor vliegtuigen gedacht.
.(Krantenbericht).
Het zal een wonder zijn als straks
DAT torenhuis gaat rijzen
Op een verdiepinkje wordt niet gezien
Nog minder naar de prijzen
't Wordt echt-Amerikaansch dus gróót,
Met honderdvijftig trappen
(Maar ook per lift komt men omhoog,
Dat zult U toch wel snappen!)
Er werken vijftigduizend man,
Als ze geen tijd verbeuz'len,
Maar da's onmoóg'lijk, want hoe kan
I Nu ooit een Yankee Ireuz'len;
iHij komt per vliegtuig op 't kantoor,
G'aat vliegend middagmalen,
I liij vliegt dus acht uur tuerken door
En laat zich goed betalen.
Het torenhuis wordt hoog en duur
Maar bovendien merkwaardig:
Vier paardenpooten dragen 't dl,
Vertel me: Is 't niet aardig?
'k Lees in gedachten al d'amwnce
(Amerikaansch: een gróóte)
„TE HUUR: EEN RUIM KANTOORLOKAAL
IN EEN DER ACHTERPOOTEN".
Kerknieuws.
GEREF. KERKEN.
Tweetal: Te Katendrecht (Rotterdam; 4e
pred.pl.), W. H. den Houting Jr. te Huizum
(by Leeuwarden), en* Dr. G. B. Wurth te
Oost- en West-Scuburg.
NED. HERV. KERK.
Beroepen: Te Maasdijk, D. Los te
Scherpenisse.
Aangenomen: Naar Leidschendam, J.
de Wit te Vollenhove.
Bedankt: Voor Gieterveen (Dr.), cand. I.
P. van der Waal te Nieuw-Loosdrecht.
CER. GEREF. KERK.
AFSCHEID, INTREDE, BEVESTIGING.
D s. G. D. Kuiper heeft Zondag jl.
voor de Geref. Kerk van Oud-Loosdreoht
zijn afscheid gepreekt met Join 15 4a:
„Blijft in Mij". Aan het einde werd-de,naar
Sassenheim vertrekkende 'leeraar toegespro
ken door den heer D. \V. Ivarsemeijer, scri
ba van den Kerkeraad, en werd hem Psalm
134 3 toegezongen. Voorts werd hij nog
toegesproken door Ds. E. Vonk, van Nieuw-
Loosdreclit, als vertegenwoordiger van de
zustergemeente aldaar en als afgevaardigde
van de Classis Amersfoort. Na afloop heb
ben velen gebruik gemaakt van de gelegen
heid in de consistorie Ds. Kuiper de hand
ten afscheid te drukken,
Ds. H. J. L. DE VRIES.
Naar de „Wekker" verneemt, gaat het met
Os. H. J. L. de Vries, em.-pred. cier Chr Qeref
Kerk te Hilversum, tamelijk wel, niettemin
hij veel heelt moeten doorstaan, toen liem bij
Volle bewustzijn het rechterbeen boven de
knie werd geamputeerd.
ZARFATH.
De Vereeniging „Zarfath" tot steun van
nagelaten betrekkingen van evangelisten,
godsdienstonderwijzers, agenten van Chris
telijke Vereerugmgen, colporteurs van Bij
bel- en Tractaaigenootschappen, weezen- en
ziekenverplegers en diakonen in Nederland,
heeft gister te Amsterdam haar 45e Alge-
meene Vergadering gehouden.
In het verstreken boekjaar werd aan 34
weduwen en aan 5 vaderlooze kinderen uit-
keering gedaan. De uitkeering over 1928—
'29 bedroeg f 230. Het bestuur had hoop de
toelagen over 1929'30 met een bedrag van
f 10 te kunnen verhoogen, maar de finan
ciën bleken dat niet toe te laten. „Zarfath"
is veel dank verschuldigd aan den kiing
van begunstigers(sters), maar men moet
met leedwezen constateeren, dat vooral door
overlijden, do kring kleiner wordt
Het adres van den penningmeester la: K.
Teeling, Nw. Heerengracht 2, Amsterdam C,
Postgiro 114007, A
HOSPITAAL-KERKSCHIP.
Schoolnieuws.
HOOGER ONDERWIJS.
TECHNISCHE HOOGESCHOOL TE DELFT
Jubileum Prof. Ir. G L. v. Bilt.
Prof. ir. C. L. van der Bilt werd, naar aan
leiding van diens zilveren jubileum op 1
Augustus j.l., gehuldigd.
In de Aula_ der T.H. waren hiertoe bij
eengekomen de Senaat, lectoren, assistenten,
studenten, vertegenwoordigers van de ver
schillende studenten-corporaties en vele be
langstellenden. Het curatorium was verte
genwoordigd door ir. J. de Vogel, president;
jjir. I-I. Strick van Linschoten, secretaris;
en dr. ir. F. G. Waller.
De president-curator, ir. J. de Vogel, com
plimenteerde prof. Van der Bilt. uit naam
van het college en eindigde met den wensch
dat hij aan de T.H. zou terujjkeeren.
De rector-magnificus prof. ir. F. Westen
dorp, bracht de gevoelens van vriendschap en
waavdeering over van den Senaat.
Prof. C. Feldmar.n, sprekende namens het
h'uldigirgscomité, schetste den jubilaris als
docent en als collega en eindigde zijn toe
spraak met het aanbieden van een door den
kunstschilder Han van Megeren vervaardigd
portret van prof. v. tl. Bilt.
Verder werd nog gesproken door prof. ir.
Thierens, uit naam van de afd. Electrotech-
Nadruk verboden).
niek van het K. I. v. I., ir. H. J. Boetje, hoofd
van den dienst der telegrafie en telefonie, ir.
Velu, oud-assistent, ir. Jkvr. Van Rappart en
den heer Bonebakker, voorzitter der Electro-
technische vereeniging.
Prof. Van der Bilt dankte met enkele harte
lijke woorden de verschillende sprekers en al
len die hebben bijgedragen om dezen dag voor
hem tot een onvergetelijken te maken. Hij
hoopte ook in zijn nieuwe werkkring de T. H.
van dienst te kunnen zyn en eindigde met de
woorden „Leve de Technische Hoogeschool".
Hierop werd een druk bezochte receptie ge
houden.
RIJKSUNIVERSITEIT TE GRONINGEN.
Prof. D r. J. d Zwaan, benoemd hoog-
leeraar in de Godgeleerdheid aan de Rijks-
unnersiteit te Leiden, heeft gister te Gron-
ningen zijn afscheidscollege gegeven.
Bij het afscheid van zijn werkkring als do
cent der „theologische Encyclopaedic" in
1919 had hij zijn studenten in een openings
college bij den aanvang der academische
lessen onderhouden over de practische be-
teekewis der academische theologie. Thans
maakte hij eenige opmerkingen over „de be-
teekenis, die de universitaire theologie voor
den theoloog bezit, en de beteekenis, die zij
aan hem verleent"
Aan het einde herdacht spr. zijn arbeid
en samenwerking met zijn leerlingen als
docent en onderzoeker in de verloopen vijf
tien jaren, om dan met warmen dank te
memoreeren wat dit alles ook voor hem be-
teekend had. Spr. eindigde met voor zijn
opvolger den wensoh uit te spreken, dat hij
hetzelfde voorrecht van ongedwongen samen
werking en vriendschappelijk streven naar
dat hoogste wat een Universiteit maakt tot
een ware Alma Matei', zou mogen vinden.
Dat hij van menigeen zijner oud-leerlingen
weet, dat onder Gods zegen het ideaal der
universitaire theologie hun tot een blijvend
goed is geworden, vervult spr. met groote
dankbaarheid.
Prof. Dr. G. van der Leeuw, voorzitter van
de Theo]. Faculteit, sprak den scheidenden
hoogleeraar o.m. aldus toe: Het is uw roem
en eer, dat gij uw vak in studie en onderwijs
nimmer op goedkoope of stichtelijke wijze
gemakkelijker hebt willen maken. Integen-,
deel, ge hebt steeds getracht de onrust en
de onbevredigdheid, die voorwaarde zijn
van alle wetenschappelijk onderzoek, wak
ker te houden. Gij hebt (Laardoor op menig
een misschien een onrustigen indruk ge
maakt, studenten, het grootere publiek, dat
gij door geschriften bereiktet, en ook uw
collega's, vaak aan het schrikken gebracht
door een onverwachte of zelfs onwelkome
uitspraak. Wie u beter kende, wist, dat ach
ter de schijnbare onrust de rust ligt, die
niet bereikt wordt dan door de onrust heen,
het geloof, dat de vooronderstelling is ook
van de onrustigste wetenschap.
Het is niet minder uw eer, dat gij, begaafd
met een sterk persoonlijk inzicht en een
eigen, scherp belijnde persoonlijkheid, u zoo
volkomen één hebt willen voelen met onze
Faculteit Onze samenwerking ds daardoor
in de afgeloopen jaren niet alleen onverdeeld
aangenaam, maar uiterst vruchtbaar gewest
Daarna sprak nog de heer J. M. van Veen,
praeses van de Theol. Faculteits-Vereeni-
ging, namens de Theol. studenten. Steeds
heeft, aldus getuigde hij, de vertrekkende
hoogleeraar de gevaarlijke klippen van de
stichtelijke „inlegkunde" een hypothesen-
fabrikage vermeden door nuchtere, philolo-
gische bezinning, recht-op-den-tekst af. Voor
al den laatsten tijd, temidden van veel be
koorlijke pneumatische exegese hield Prof.
de Zwaan met krachtige zelftucht onverbid
delijk vast aan 't eerlijke historische onder
zoek en den hierdoor verkregen kijk op
het Nieuwe-Testament. Ten slotte bood hij
als herinnering een ets van de Martinikerk
aan.
Prof. Dr. KARL BARTH.
Volgens de „Kclnïsche Vollcszeitung" heeft
Pi of. Dr. Karl Borth te Munster c!e benoeming
tot hoogleeraar in de Systematische Theologie
en Dognier.geschiedenis aan dc Evang. Theol,
Faculteit der Universiteit te Bonn, als op
volger van Prof. Ritschl, aangenomen tegen
l April as.
Prof. G. WISSE.
De toestand von Prof. G. Wisse, Tioogleer_ar
aan de Theol. School te Apeldoorn, die in het
Dia.konessenhuis te Utrecht verpleegd wordt,
geeft reden tot tevredenheid. Dc patiënt moet
nog stee<ls het bed houden, de geneesheer geeft
alle hoop op volledig herstel.
Prof. Dr. J. W. VAN DER VALK. t
Te Groningen is vanmorgen op 52-jarigen
leeftyd overleden Prof. Dr. J. W. van der Valk,
hoogleeraar in de Huid- en Geslachtsziekten
aan de Rijksuniversiteit te Groningen.
LAGER ONDERWIJS.
s hoofdbenoemingen.
Nieuwerkerk a. d. IJssel (Dorp), P,
Boer, hoofd te -Ter Aar (Z.-H.). Aang.
Wil nis-Uit we g, H. Nijbcer.
onderwijzersbenoemingen.
Workura (U.LO.-School, hoofd S. H. van
der Kluit), J. Knoppers te Amsterdam.
J ubb e ga, S. Wijchers te Kooten.
Rhoon, S. Pols te Tink (by Den Briel),
N i e u w-Buin'en (hoofd J. de Boer), P.
Pomp te Werkendam en voor tijdelijk A.
Westera te Zuidlaren.
Sassenheim (De Visserschool, hoofd
P. J. Vercouteren), W. J. de Tombe te Voor
burg. Aang.
Serooskerke (W.), L. Geschiere, kw.
met 2kte aldaar.
O u d-Schoonebeek (hoofd O. C. Lut-
tik), W. Moreu te Amsterdam. Aang.
UNIE hEEN SCHOOL MET DEN BIJBEL".
In de te Utrecht gehouden Bestuursverga
dering van de Unie Een School met den Bij
bel" moest een geheel nieuw moderamen geko
zen worden in verband met het overlijden van
den Voorzitter Ds. A. de Geus; het optreden
als Minister van Onderwijs van den Secretaris,
Mr. J. Terpstra, en het bedanken van het
vierde moderamenlid, Mr. E. J. Thomassen a
Thuessink v. d. Hoop,
Blijkens de „Ned.'» werd als Voorzitter ge
kozen Dr. K. Byk, van Den Haag, als tweede
secretaris (de plaats van Mr. Terpstra blijft
open), Mr. J. J. Hangelbroek, te Den Haag;
en als vierde moderamenlid Jhr. Mr. H. A. M.
van Asch van Wijk, te Doorn.
De vjce-voorzitter, Ds. J. L. Pierson, em.-
predikant te Bilthoven, werd als zoodanig her
kozen.
De nieuwe voorzitter Dr. Dijk, een vooraan
staande figuur onder de Geref. predikanten
op verschillend gebied is sedert 1917 lid van
den Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel
en na de reorganisatie in 1922 vice-voorzitter;
van 19201927 was hij lid van de Commissie
van Uitvoering van het Geref. Schoolverband;
in 1922 volgde hij wijlen Prof. Dr. H. Eavinck
op in de Commissie van Beroep. Ook is hy lid
van de examencommissie (art. 10) van den
Schoolraad. Dr. Dyk is voorzitter van de Ver
eeniging voor Chr. Middelbaar Onderwijs,
waarvan twee H-B.S.sen uitgaan. Van de Vak-
teekenschool van „Patrimonium" le Den Haag
is hy eveeneens voorzitter -Wat 't Hooger On
derwijs betreft, is Dr. Dijk curator van de
Vrije Universiteit en secretaris van het Cura
torium der Theol. School te Kampen en depu-
taat vanwege de Generale Synode der Geref.
Kerken voor het verband met de V.U. Dr. Dijk
die ook enkele geschriften op Onderwijsterrein
publiceerde, is officier in de orde van Oranje»
Nassau.
SCHOOLKWESTIE.
Te Hilversum heeft de Vereen, voor
Chr. Scholen voor L. en U.L.O. den Raad ver
zocht om de noodige gelden voor de stichting
eener U.L.O.-School. en W. merken in hun
prae-advies op, dat voor deze gemeente n<jo-
dig is een verklaring, dat de School door ten
minste 48 leerlingen zal worden bezocht. Wel
bevatten de lijsten meer dan 4S liandteekenin-
gen, maar onder de kinderen zijn er verschil
lenden, die in 1920, 1921 en 1922 zijn geboren
en waarvan dus met zekerheid valt te zeggen,
dat zy eerst over twee, drie of vier jaren een
School voor U.L.O. zullen zoeken. Deze kinde
ren zullen dus niet mogen meetellen. B. en W,
stellen daarom voor afwijzend op het verzoek
te beschikken.
SCHOOLTOEZICHT.
By Kon. Besluit is op zyn verzoek eervol
ontslag verleend met 1 Januari a.s. aan P.
van Duyn als schoolopziener bij het Lager
Onderwijs in de inspectie Den Haag.
schaft vooral bij avond aan oiigure individuen 'n Tld-nmp •-»
van. hun duistere practijken. Deze polder is al lang berucht 7 E!,toe1enxn(l
gebeurde moet wel aanleiding geven tot zeer strenge maatregelen? Z°° pa*