VOOR DE VROUW
No. 39. JAARGANG 1929
OUDERS EN KINDEREN
DE SFEER IN HUIS
II.
Kinderen willen wel graag vriendelijk
zijn, als het hen maar eenmaal geleerd is,
cn als zij weten dat het gezien en gewaar
deerd wordt.
Vaak zie ik een kleinen jongen van 'n
jaar of vier spelen in een tuin aan de straat
Alle kinderen, die langs komen, en maar
even staan kijken, worden door hem be
dreigd met 'n stok, tak of touw, wat hij
maar hij de hand heeft, cn als ze niet heel
gayw wegloopen, vliegt de kleine meneer
uit het hol*, zet ze na en slaat er op. On
langs sjzrèg hij 'n hond zoo lang, dat ik
dacht: zoo dadelijk word je gebeten, van de
week een paar kleine meisjes, die niet hard
genoeg wegloopen Icondon, gisteren 'n groo-
te jongen, die 'm terugsloeg, vandaag zag
'k hem een rozeboompje uit den eigen tuin
stukslaan, finaal (j.Qoro'htden, tot de bloei
ende kroon afgeslagen er naast lag. Ja^da.n
vindt een moeder, die van het slaan niets
ziet, zoolang het anderen treft, het wel jam
mer van de rozenmorgen slaat hij mis
schien in drift een klein broertje met den
stok in 't gezicht, en dan zal Leiden in last
zijn en zoo'n rakker onrechtvaardig hard
gestraft worden misschien.
Zou het nu niet veel eenvoudiger en doel
treffender zijn, zulke dingen te voorkomen,
door zoo'n jongen te doch govoelon dat zulk
slaan en dreigden een heel leelijke en on
hebbelijke gewoonte is, dat het veel pret
tiger is, om vriendelijk te zijn tegen alle,
©ok vreemde kinderen, omdat je dan vrien
delijkheid terug ontvangt. En is liet soms
Biet een eisch der Christelijke opvoeding om
onze kinderen te leeren den naaste met lief
de tegemoet te komen?
Vreemd, dat hier vaak zoo weinig aan
dacht aan geschonken wordt, ook bij nien-
schen, die wel hun kinderen geregeld mee
naar de kerk nemen en aan tafel geregeld
bijbellezen. Denkt men dan op die manier
zonder ecnige practische toepassing, een
Christelijke opvoeding te geven? Het is niet
genoeg, den kinderen geregeld te laten hoo-
ren lezen of zeggen, wat God van ons
eischt, zij moeten het ook leeren toepassen,
doén, in praktijk brengen. En dat bereikt
men alleen door een Christelijke opvoeding-
sfeer.
Zoo in huis, zoo ook m de school.
Het heeft me vaak vreemd en pijnlijk ge
troffen, als ik eens in een andere klas moest
invallen en dan natuurlijk was het niet
altijd zoo en trof je ook soms heel aardige
klassan met een weldadige sfeer van onder
ling hulpbetoon r te land kwam in 't rijk
van iemand, die als een vorst (in) regeerde
of als een slappeling.
Dan was het telkens: „o Juf, hij zegt......"
of, met 'n omhoogzwaaiende vinger-op: „juf
frouw, „dde meid" kijk if!" enz. Als er 'n
kind 'n griffel vergeten was, in plaats van
'r een van een bankbuurtje te leen te krij
gen, bleef ze alléén-gelaten, haar straf zit
ten afwachten. En als 'k clan in zulke ge
vallen eens heel nuchter zei: „Waarom kom
je me dat vertellen?" of: „geef jij haar zoo
lang een griffel, clan hebben we allemaal
plezier," mocht ik toch altijd beleven,
dat kinderen in den regel liever vriendelijk
en behulpzaam zijn dan hatelijk.
Als men in een schoolklas komt, waar,
bijvoorbeeld onder een leesles bij de opvol
gende beurten uit 's meesters mond klinkt:
„Stop! nu wie volgt!" of: „Genoog jij
verder!" enz., dan weet men al veel ik
tenminste wel.
Het is immers heusch zoo moeilijk of
tijdroovend niet, om behoorlijk te zeggen:
„dank je, zoo is 't genoeg wil jij maar 's
verder gaan, Henk?"
Neen, het is op den duur juist veel ge
makkelijker en prettiger ook, want die klei
ne dingen scheppen de sfeer in de klas,
brengen er den vriendelij ken toon.
Als men in een gezin komt, \.rar een
kind dat door moeder wordt geroepen, kort
weg „ia?" roept, zonder dadelijk naderbij
te "komen, of vraagt: „ja! wat is 'r nou?",
of nog erger: zich eerst 'n poosje laat roe
pen, als er schreeuwende, krijschende
stemmen klinken, als er hard met deuren
geslagen wordt o, 't hoeft nog niet eens
in drift te gebeuren, alleen maar „uit ge
woonto", als in den winter ieder de deur
telkens achter zich open laat, zoodat een
ander die weer sluiten móetaan al zul
ke dingen is de sfeer van het gezinsleven
te herkennen.
't Is inderdaad zoo moeilijk niet, om nor
male kinderen al vroeg te leeren, zacht
maar duidelijk te praten, zonder veel ge-
PRACT1SCH
nrubrlek van het Hbl. ve
■olgende:
oor onze eerste baby ts
gemakkelijk ge3
mee do binnenvocrlng aan do strook wo'
vastgemaakt. Ook de strooken aan de I;
zitten vast met dat band, In een oogenbllk
dus do heele boel er af cn er aan. Inpiiu
dat de stof direct ln de wieg geplooid of f
rulmd wordt, gebeurt dit aan het band, 1
naaien gaat dus voel handiger, alleen 1
maatnemen moet precies gebeuren.
Inderdaad Is dit alles In hot gebruik o i
gemakkelijk. Zelf heb ik vele jaren gelee
wiegje bekleed, toen Ik nog nooit I
weid de deuren steeds te sluiten; om voor
elkander de hindernissen wat uit den weg
te ruimen. Dat alles gaat de verruwing te
gen. En dan, ik heb het vaak gezien: door
de rustige, milde toon in huis, dde niet zoo
gruwelijk moe maakt als geschreeuw cn vin
nigheid of geharrewar, komt zóóveel ener
gie vrij, dat de tijd en de zorg, die noodig
was, om die kinderen aan die rustige, kal
me orde te leeren wennen, wel dubbel en
dwars wordt uitgewonnen.
Meer dan eens ben ik in huizen geweest
waar de menschen, o, heel vriendelijk cn
amicaal ontvingen en hartelijk vroegen 's
gauw weer te komen enz., en waar ik toch,
alleen om de manier, waarop ze elkander
behandelden, na zoo'n eerste bezoek tegen
mezelf zei: „nee, daar zullen ze me niet
gauw weerzien."
Wat is het verschil, waardoor men in
sommige huizon (och, waren het er maar
veel méér) zoo graag en zoo gezellig zit,
waar de gezinswarmte u ontstraalt, zoodra
ge maar binnenkomt terwijl u in ando
ren als het ware een kille luchtstroom te
genkomt, of een kwal ijk-verborgen dishar
monie een achter rle schermen uitgespeel
den strijd verraadt?
Het hangt voor het grootste deel van de
moeder af, hoe do sfeer in een gezin zal zijn
(d.w.z. in gewone gevallen, als niet de man
ZWARTE HOOFDEN
Ik houd zoo van die lage palissaden,
die van de kust de groo'e zee ingaan,
alsof veel menschen van den oever traden
en tot hun schouders in het water staan.
De zee, het strand, de lucht, alles is wijd
en brecd-gefcouwd en krachtiglijk groot
moedig,
maar zij alleen leven in nederigheid
en pralen niet, maar waken, trouw cn goedig
Dronken van stervensroode zonnepracht,
ijdel met luister, dien zij roofden,
cischcn de golven luid hun oppermacht.
Maar ervoor staan liün zwar e hoofden
en houden de wacht.
Uit: „Tochten". JAN PRINS.
don halven dag in de huiskamer door
brengt, en ook geen andere volwassenen
mee de kinderen opvoeden).
En moeders, die heusch meenen, door
eigen karakter, door eigen drift of „kattig
heid" of door gebrek aan tact (wie zelf zoo'n
gebrek gevoelen, zijn al zeven-achtste op
den weg om 't te overwinnen) niet in staat
fe zijn, een zachten sfeer in haar huiselij-
ken kring te scheppen, die moeten eens mot
ernstige» wil in de leer gaan bij anderen.
Ook hij schooljafhouwen, die zulke aardige
schetsen uit haar klas geven.
Do manier, waarop zij tusschen de ver
schillende hebbelijkheden cn onhebbelijkhe
den door manoeuvreeren is kostelijk en
heusch een studie waard.
NIEUWE IDEEEN TOEGEPAST OP DEN
HUISHOUDELIJKEN ARBEID
Met opzet gebruikte ik in den hierboven
geplaatsten titel niet het woord „moderne",
daar dit voor onze degelijke, soms wel wat
erg conservatieve huisvrouwen vaak een af
schrikkende klank schijnt to hebben.
Intusschen kan toch niemand, ook de
meest conservatieve niet, den gang der we
reldgebeurtenissen wijzigen of zelfs maar
tegenhouden en daarom doet men altijd
wijzer, te trachten zooveel mogelijk „bij" te
blijven, opdat men ten allen tijde in staat
blijft, zelf den weg te vinden door moeilijk
heden die zich nu eenmaal dagelijks en in
steeds meerder mate voordoen, m plaats van
al dwalende en verdwalende achter tw
blijven.
Natuurlijk hoeft men dit „bij" blijven niet
zoo op te vatten, dat men het maar met al
les, wat de nieuwe tijd zegt, of ons brengt,
ééns zal zijn, nog minder, uat men alles
maar direct en zonder critiek zou moeten
volgen, maar alleen, dat men dient op
de hoogte te blijven van de verschillende
verschijnselen van den tijd niet alleen, maai*
ook zooveel mogelijk moet trachten iets van
die verschijnselen te verstaan.
Daarom zullen we nu hier alvast eens een
paar dingen navertellen uit ccn nieuw-ver-
schenen en veel-besproken boek dat, in het
Duitsch geschreven, reeds in verschillende
talen is overgebracht door mevr. Lotgering-
Hildebrand. Het heet „De Nieuwe Huishou
ding" en werd uitgegeven bij Van Holkema
en Werendorf te Amsterdam.
Uit de inleiding nemen we eerst over:
„De grootere eischen, die het maatschap
pelijk leven stelt aan de tegenwoordige huis
vrouw en moeder, gevoegd bij de weinige
ambitie bij de meisjes om als hulp in de
huishouding haar brood te gaan verdienen,
maken, dat de vrouw des huizes meer werk
heeft te verrichten dan vroeger.
Wil zij al dit werk goed verrichten, dan
moet zij woekeren met tijd en kracht Zij
dient beide goed te besteden. Daarvoor zal
het noodig zijn, dat zij zich op de hoogte
stelt van wat er wordt uitgedacht aan bete
re arbeidsmethoden, ook voor de huisvrouw
en aan krachtsparende middelen.
Daar zij niet altijd gelegenheid heeft om,
zelf te zoeken, te probeeren, is het toe te
juichen dat anderen dat voor haar deden en
het resultaat van hun zoeken neerlegden in
hun geschriften, ten gebruike van hun min
der gelukkige zusters.
In Amerika en in Duitschland werken en
zoeken vrouwen, die trach'cn ons in dezeil
oor te lichten."
„De tegenwoordige tijd met zijn gewij
zigde economische omstandigheden" zoo le-
wij verder, „heeft voor vele vrouwen de
taak van de verzorging der huishouding tot
moeilijk probleem gemaakt. Hier zien j
wij de vrouw uit den middenstand, die door
gebrek aan hulpkrachten genoodzaakt is,
de voorkomende bezigheden zelf te verrichten
en daardoor veroordeeld tot het onafgebro
ken hanteeren van stof- en poetsdoek cn
potlepel, terwijl ze haar verpoozing kan
zoeken bij de verstelmand. Daar zien we de
vrouw, die óf uit financieelc noodzakelijk
heid öf uit liefde voor het beroep, dat ze \óór
haar huwelijk uitoefende, huiten de huis
houdelijke taak beroepsbezigheden vemen*
Voor beiden is de huishoudelijke tnak
wanneer die opgevat wordt in den geest van
onze moeders en grootmoeders, te zwaar ge
worden cn in vele gevallen weinig
verheffend. Maar al te vaak toch wordt de
mensch, de vrouw in de mooiste beteekeui*
van het woord, bedolven onder het grijze
stof. waartegen zij eiken dag opnieuw strijd
voert en dat, in overdrachtelijken zin, hoog.-
aspiraties in haar dreigt te verstikken, tot
schade niet alleen voor haarzelf, m?iir even
eens voor haar gezin en voor de maat
schappij
Verlichting van de huishoudelijke taak
hcteckcnt voor ons niet lui-worden maar lu-t
beteekent het winnen van tijd en kracht
voor den meer belangrijken en moeilijkeren
arbeid aan ons zeiven en voor anderen.
Diezelfde huishoudelijke arbeid, die zoo
kleincerend op ons inwerkte, zal ons weor
opheffing brengen en de taak, die ops ovtjj,
het hoofd groeide, die ons behéerschto,
doordat wij haar niet meer behecrscheu
konden, moeten wij weor onder de knie
krijgen, die taak moet ons weer lief wor
den.
„Wc moeten ons werk beheerschen met
klaren geest en zóó zekere techniek, dai
onze arbeidsprestatie niet slechts bereikt,
maar zelfs overtreft wat in andere beroe
men door man of vrouw bereikt wordt".
Op welke manier de vereenvoudiging moet
pluats vinden? In „De nieuwe huishouding"
wordt in den breede verteld, hoe werktijd en
kracht bespaard kunnen worden; er worden
vele nuttige, practische wenken gegeven bij
het inrichten van kamers en keukeu, bij de
toebereidselen voor het koken, bij het at-
wasschcn en opruimen.
Veel valt er te leeren uit dit gcillustrccrde
werk, dat werd uitgegeven bij de firma Van
Holkema en Warendorf te Amsterdam.
Want:
„de huishouding eischt van het vrouwe
lijke brein, dat het zich te allen tijde in vele
deelen splitst. Daarin ligt haar grootste
moeilijkheid en haar gevaarlijkste uitwer
king. Ieder ambacht noodzaakt den beoefe
naar zich te concentrceren op één enkel
voorwerp: den schoenmaker op zijn Irma.
den schrijnwerker op zijn tafel, den bakker
op zijn brood. Alle zenuwen en de geheele
wil zijn daarbij op één enkel doel gericht.
HET ETEN VAN RABARBER
Al is voor heden het eten van deze groen
te in verschc toestand wel weer afgeloopen
zoo kan het toch zijn nut hebben hier eens
na te vertellen wat terzake deskundigen
over het gebruik van deze spijs weten mee
te deelen. Vele huismoeders, vooral zij, die
de planten in eigen tuin hebben staan ma
ken voor den winter soms rabarber in. Mis
schien is het mogelijk bij het bereiden van
dcizc lekkernij eenig'.ins tegemoet te komen
aan de hieronder genoemde bezwaren, door
het sap voor een deel af te gieten en te
vervangen door iets anders, bijv. citroen
sap of limonade, al zal daarbij misschien
zooveel van den oorspronkelijken smaak
verloren gaan dat de hee'c bedoening de
moeite niet waard is. Als men maar be
denkt, dat ccn licht vergif, dat volwassen
menschen (vooral en dit is een factor
van zeer groote bcteekenis wanneer zij
aan het gebruik zijn gei wend) geen of wei
nig kwaad meer doet. voor kinderen
toch vaak nog schadelijk kan zijn.
V/c lezen dan:
Toebereiding van rabarber
Het is. in den laatsten tijd vooral, ge
woonte geworden groenten niet meer af
te koken, maar met het water, waarin ze
gekookt zijn, te consumeeren. Dit ver
dient aanbeveling, omdat, door het af-
kookwater weg te gooien, een meer of
minder belangrijk gedeelte van de voe
dingswaarde (zouten, zuren, vitaminen
enz.) verloren gaat. Bij de toebereidi;iu
van rabarberstelen en, meer nog van
rabarberbladercn, is het gewonseht, deze
groente of toespijs, niet, zooals gebruike
lijk is, mot zoo weinig mogelijk water 'o.
koken, maar integendeel veel water te
gebruiken en af te gieten. Rabarber toch
bevat belangrijke hoeveelheden oxaalzuur
dat als een giftig bestanddeel moet war
den aangemerkt. Wel is de giftigheid niet
zoo'heel groot: de letale dosis die met
cenigc zekerheid is vastgesteld, bedraagt
voor volwassenen ongeveer i gram, maar
is voor kinderen niet onbelangrijk lager,
terwijl als toxische dosis 0.5 gram Der
keer en 1.5 gram per dag opgegeven
wordt.
Wanneer we nu weten, dat rabarber
stelen 0.2 a 0.3 en meer oxaalzuur en
de bladen 0.5 en meer van dit zuur
kunnen bevatten, dan volgt daaruit, dat
hei nuttigen van groote hoeveelheden ra
fcarbersteien en vooral van raharberhla-
deren, dat in den oorlog nog al eens
schijnt voorgekomen te, zijn, niet geheel
onbedenkelijk is. De giftige werking van
oxaalzuur (en z'n in water oplosbare
zouten) berust op de eigenschap om kaik
aan het bloed en andere organen te kun
nen onttrekken. De vergiftiging open
baart zich a's storing in de werkzaam
heid van het hart en verlammingen van
hot centrale zenuwstelsel en treden op
bij het gebruik van groote hoeveelheden.
Vergiftigingen door zuringzout (een ver
binding van het metaal kalium met oxaal
zuur) zijn nog al eens voorgekomen, ten
gevolge van verwisseling met het vrij-
onschadelijkc zuiveringszout, dat uil het
zure natriumcarhonaat beslaat, terwijl ook
vengiftigingsgevallcn geconstateerd schó
nen tc zijn tengevolge van het nuttigen
van deze groenten, Men doet derhalve
goed, met rabarber wat voorzichtig te zijn
en deze eerst af te koken, waardoor een
zeer belangrijk gedeelte van het oxaal
zuur met het afgietwater wordt verwij
derd.
De menschelijke geest is zelfs bij het leven-
digst bezig zijn, geconcentreerd en niet ver
splinterd. Het huisvrouwelijkc beroep brengt
echter versplinterden arbeid mee. Het is
ongeveer 't zelfde, alsof men den schoen
maker, behalve het schoenmaken, nog een
tafel liet timmeren en bovendien broodbak
ken. Dit alles tegelijk cn onder velerlei ern
stige stoornissen. Hij zou een dergelijke op
dracht als dwaasheid en voor de gekhouderij
afwijzen cn zeker terecht. Werkelijk
ontstellend is de massa van kleine aan el
kaar tegenovergestelde werkjes in een kin
derrijke huishouding. De huisvrouw cn moe
der moet zich steeds kunnen aanpassen er
elk oogenblik geheel veranderen. Zoo juist
nog geheel moeder, moet ze in de volgende
minuut misschien geheel kookster zijn, of
verpleegster, of naaister of waschvrouw.
Bij geen bezigheid kan ze" in geheele over-
ive blijven. Voor lederen vervulden plicht
duiken 10 nieuwe op. Ze ziet nooit een ein
de. Nog aan fle eenc bezigheid verbonden,
moet ze zich reeds op de volgende voorbe
reiden. Zoo juist nog met de handen be
zig, moet nu alleen de geest beslissen. Mis
schien als verpleegster, als opvoedster, mis
schicn als zielverzorgster of als echtge-
noote. Er is geen rust, geen rot zich zelf
komen voor de vrouw, haar bestaan is een
versplintering, een vuurwerk tusschen
tegenstrijdige plichten en eischen aan ver
stand, hart en gemoed".
de blnnonbckleedlng loi
van onderen aan
gestrikte bandei
gehaald (band door een schuif,
hoofdeind vastgcstrlkt). In m'n
men dit toen algemeen een reu
Nog nader gepreciseerd gaf
Éeres het. die o.m. schreef:
Naar aanleiding van do vrai
i,erg goed Is bevallei
•oudlge rieten wieg, e.
d. met drie bogen vc
werd Ingehaald
linnen band i
was benaald
srende drukknoop*
VERSIERING VAN DE
LINNENKAST
Telkens werd ons de laatste maanden
nog gevraagd naar ideeën en patronen
voor linnenkastranden enz.
Hoewel ikzelf had gedacht, dat men te
genwoordig niet zooveel tijd en werk meer
aan de linnenkastversiering besteedt, zoo
wil ik toch, nu vele lezeressen daarvan ge
diend blijken, hier nu eens mot een voor
beeld aantoonen hoe men een linnenkast
tip-top maken kan.
De kast die we hier goopend zien, heeft
binnen de gewone deuren nog stofgordij
lijnen, die men maakt van linnen of ka-
Deze gaan met ringon over een roe,
welke schuil gaat achter een reep van
handwerkgaas, die met 'een aardig randje
woi'di bewerkt
Hetzelfde randje vindt.men onderlangs
de gordijnen en verdpr van elke plank af
hangend.
We geven er een vergrootte afbeelding
van, omdat het randje ook wel voor andere
doeleinden dienen kan. De kleuren kan
men nemen als volgt: op wit gaas: c!~
rechte randen zwart, de blaadjes groen en
de bloemetjes geel. Wie het randje ergens
op donkere achtergrond werkt, kan paars,
groen en tango nemen.
VAKSCHOLEN voor Dames en Jonge Meisjes
voor het C0STUUM- en LINGERiENAAIEN,
HANDWERKEN, ENZ.
Afdeelingen van de in 1911 Koninklijk Goedg. Vereeniging
van Modevakscholen in Nederland.
- OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMEN. -
Lessen voor Eigen Gebrnlk in het geheel zelfstandig leeren vervaardigen van
alle voorkomende klecding, onder leiding van Gediplomeerde Onderwijzeressen
met volledige practijk-ervaring.
Ochtend-, Middag- en Avond-, Cursus-, Club- en Privaatlessen.
Spreekuren aan de Scholen:
IN EET WESTEN: Schietbaanlaan 99, Donderdags van 2—4 en van 7—9 uur;
te KRALINGEN: Annastraat 5 (bij Av. Concordia) Dinsdags van 7—8 uur;
te FEIJENOORD (Hillesluis): Eeyerlandschslaan <0, Dinsdags - van 4—5 en
Vrijdags van fr—7 unr.
te RHOON: (Wapen van Rhoon) 's Woensdags van 2—5 uur.
Correspondentieadres: Prospecti verstrekt de Directrice:
Rotterdam, Schietbaanlaan 114, Telef. 33739. Mevr. S. A. VAN AMIJDE PORS.
DE MEERDERHEID
„Men" en de „Meerderheid" waarlijk,
het zijn twee kabinetstukjes, om in gouden
lijsten als pendanten aan den wand gehan
gen te worden!
De oude leeraar glimlachte. Zoo zoo!
vroeg eens aan zijn leerlingen: „En wie,
denk jullie nu wel, dat gewoonlijk gelijk
heeft, a's er verschil van meening bestaat,
de meerderheid of de minderheidY"
De meeste leerlingen ze waren al vrij
goed gedresseerd door de samenleving
antwoordden prompt: „De Meerderheid".
De oude leeraar glimlachte.,, Zoo zoo!
Vinden jullie dat? „WerkelijkWerke
lijk
„Neen, meneer", kwam schuchter een stem
uit een hoekje van de klas: „ik vind het
eigenlijk niet!"
„Wie heeft er dan volgens jou de meeste
kans om gelijk te hebben?"
Langzaam kwam het antwoord. „De mees
te kans heeft de minderheid
Verrast keek de oude man zijn leerling
aan. Een oorspronkelijk antwoord! Zeld
zaam!
„Hoe kom je aan dat idee?" vorschte de
leeraar.
„Och" antwoordde de leeriing-met-cen-
eigen opvatting, dat weet ik eigenlijk niet.
Je ziet dat het zoo is!"
De leeraar knikte. „Uitleggen is moeilijk,
'hè? Vooral zóó iets, Ja, kan ik me begrij
pen! Maar 't is waar, wat je zegL Mij heeft
het leven ook geleerd, dat de meeste men
sehen, gemakshalve, veiligheidshalve, zich
maar bij de meerderheid scharen. Zeker nog
'n restje van het recht van de sterkste!" Dc
oude man grinnikte. „Gewoonte is het, dat
is waar, maar of het goed iszei de
grijze leeraar scherp, „dat betwijfel ik. De
mensch is traag van nature, schijnt het wel.
Nadenken zonder noodzaak doet hij niet
graag. Napraten is zooveel gemakkelijker,
weet je! En hoe vaak wordt niet de schijn
voor 't wezen aangezien. Om zuiver te zien,
om goed te hooren, moet men ln de diepte
peilen en in stilte nadenken. Dan komt het
begrijpen. Denken jullie, dat de meerder
heid dat doet?"
De klasse beweerde, redeneerde, prote
steerdeMaatschappij in den dop!
De oude meester liet haar begaan.
„Praten jullie maar! Je praat alleen de
stilte kapot; je overstemt de stemmen van
de stilte. De minderheid zwijgt wel. Maar...
het onrecht, dat de meerderheid aan de min
derheid begaat, werkt nis een zuurdeesem
door endoet zijn werk. Het zou er in
de wereld beter uitzien, als het recht van de
minderheid openlijk erkend werd.
Beginnen niet alle groote hervormingen
als uitingen van een kleine, kleine meerder
heid?!
Helaas, voorloopig heerschen nog de Meer-
SMAL FILET PATROON
Op de vraag naar een zeer eenvoudig,
niet te breed filetpatroontje voor haak
werk, laten wo hier nog een aardig randj»
zien, dat in een tascbje :s verwerkt. De
uitvoering van een en ander is eenvoudig
genoeg en zal best van de afbeeldingen
na te werken zijn. Het is een aardig tascb
je om kleine handwerkjes, die men - nder-
BAD en GEYSER f 112.50 m
ml V/ASCHTAFEL f 32.—
Telef. 54103 I
TOONZAAL i Lob» Oostaeedijh 187,
handen heeft, in te bewaren cn soms mee
te nemen.
Het randpatroontj<e kan verder tot ver
schillende doeleinden dienen. Uit gekleur
de kunstzijde gehinkt kan men het bijv.
gebruiken als tailleband (ceintuur) voor
jurkjes die men daarmee wat verlengen
wil. Dan wordt het dus niet bovenop ge
dragen maar als entre-deux tusscliengezet
derheid en de pendant daarvan de geweldi
ge Men. „Jullie zien", voegde de oude man
er met een fijn spottend lachje aan toe, „in
deze klasse ook! Zal het leven jullie een»
anders leeren
Een vreemd zwijgen bleef een poesje ia
het lokaal hangen. Toen was de meerder
heid dit intermezzo vergeten. Slechts bij een
kleine minderheid workt dit gesprek na,
bleef er iets van achter.
En veel later gedachten deze leerlingen
nog wel eens de woorden van den ouden
meester, echter alleen op oogenblikken,
waarin zij zelf tot ccn minderheid behoor
den, die na een stemming zich in haar rech
ten tc kort gedaan wist.
R. VAN OOSTEN—Mössingsc;
(Uit: „Gezin en School")
HUISHOUDING EN KEUKEN
PRACTISCHE WENKEN
Kleine gaatjes in geëmailleerde baden
of afwaschbakken kan men gemakkelijk zelf
repareeren met wat cement, die men tot c«n
dik papje heeft aangemengd. Men moet er dif
echter niet te dik op smeren, daar de en-
ment natuurlijk het gewicht van het voor
dadel Hk wat koud
>or stolt het vet cn
:t hout. Men kan het
Inktvlekken in tafelklecden
>f karpetten kunnen wij het beste weg krlj-
reij met melk. Giet direct wat melk op de
■lek. de inkt komt op do melk drijven, wij
cheppen die dan met een lepeltje af. doen er
an 't klokhuis
velnig roodo Ja
lardappelmeei g'
aal overdoen, op de i
half geconfüt kersje,
a doen. liet vocht, m
Reinigen van vilthoeden.
irugkeorendo vragen naar het
vilthoeden, geeft Huismoeder
i nagelborsteltje. In l
'X.
vloeipapier
pierstrook
I schoon tc houden. Is het
en strook dubbelgevouwea
hoed en band. Zoo'n pa-
et hoofd past.
n b(J fietstochi
enige nadeel ls,
eer of zllde.
Als de ran.l van
>rdeel, dat do ho«
vilten hoed verbogen Is.
don stoom van koken»
RECEPTEN
de plakjes met
Tomaten SanduHchest.
over de tomaten, laat
>og ze af. schil zo voor-
dunne plukjes. Bestrooi
brood'en maak not liehulj
gmeterbonterte 1 tuMeh.f»
Iker. 1 a 2 d L. s'erk koffIe-«
(2 lood) gelatine.
Breng de melk mot den room
i de^kook.
i paar dubbeltjes
alle vllthoedei
vllthocd ts ge
ms van leer la
„ten pnfrlsch on
Wettig uosr de tanraking der buld. Zelfs sljo
Witte ragoutsoep
*ch. J U water, L.
■armen tot een gelijke massa, daar :.me-
i unn eerst de melk en dan de :-*e-^efd«
Ion b!J gieten. De soep nog 10 r- i.uten
i doorkoken met het gehakt (ln btllnUv*)
v?.1rA'.1htl*. bJT het goodf-k'opM
el in da soepterrine gieten.