VOOR DE VROUW HUISHOUDING EN KEUKEN f- KRUISSTEEKPATROONTJES No. 38. - JAARGANG 1929 OUDERS EN KINDEREN DE SFEER IN nulS 'k Heb weer 's eeri goeden middag gehad met een goed boek. 'n Spannend verhaal? vraagt ge. Neen, maar dat behoeft het ook immers niet altijd to zijn. Boeken, schetsen zoo wel als lange verhalen, die een bepaalde sfeer weergeven, zijn vaak meer boeiend en als de sfeer een goede is, ook meer ver heffend, dan het feest romantische verhaal. Men moet er van houden, geldt van vele dingen, maar inzonderheid van bepaal de boeken. „Men moet er van houden" zeg ik als iemand eens een boek bij me uit zoekt en dan iets van Long of andere dier- schetsen of bijvoorbeeld literaire schetsen, in de hand neemt. En: „men moet er van houden" zullen ook sommige, maar geluk kig niet vele menschen zeggen van een hoek als ik hier voor me heb: schetsen uit •een schoolklasje. Hetzelfde tintelende geest-verfrisschende gevoel, dat het om je heen drentelen, het vroolijk snappen van kleine kleuters geven kan, komt je tegen uit een boek als dit, een boek waarvan ik nu niets navertellen wil, omdat ge dan misschien nog zoudt kunnen denken, dat de waarde ervan in de verhalen zitten kan. En dat is niet zoo, de waarde van dit bock zit In, als ik het zoo noemen ®iag: de kinderkennis en de kinderliefde die de schrijfster er in uitspreekt. Wie zóó kinderen, ook anderer kinderen leert zien, die zal leeren van ze te houden niet alleen, maar ook: er geduld mee te heb ben. Als we eens even bij ons zelf nagaan wat oen geduld anderen vaak met onze ge breken moeten hebben, wat we vaak te ver dragen krijgen van ondergeschikten, ook en vooral huishulpen, dan voelen we, hoe we tegenover kinderen, die dan toch in elk geval klein en nog onvolgroeid zijn, vaak tekortkomen in geduld. Daarom kan het vaak soms zoo goed zijn zich eens te verdiepen in schetsen als bij voorbeeld moeders en ook onderwijzeressen soms geven over de kinderen die zij hebben gezien en gekend, bestudeerd eens, maar ook: lief gehad. Dat laatste is de hoofdzaak in zoo'n boek, In het werk van zoo'n onderwijzeres. Hoe voelt ge dat, als ge zulke verhalen leest, hoe begrijpen we, dat iemand, die zóó haar kin deren ziet, kan houden, óók van de on- deugensten. Daarom behoeft men ze nog niet te verwennen, integendeel, echte liefde is juist niet sentimenteel. Sentimenteel is men pas dan, wanneer echte diepe liefde ont breekt. Ware liefde durft wel streng zijn als het moet, en deze bewaarschooljuffrouw durft wel een kind berispen, dat, naar plge- meene schoolregelen, eigenlijk geen kwaad doet, maar dat alleen onaardig is tegen an deren. Ik ken vele moeders, die er niet het min ste besef van hebben, hoe leuk en lief niet alleen, maar hoe onderhoudend en gezellig kinderen van 3-4-5 jaar kunnen zijn. Ik ken er, ook in Christelijke kringen, die in de week druk met haar huishouden zijn, en dan op den Zondag heel gemoedelijk zelf met 'n boek gaan zitten en de kinderen zich maar wat met elkaar laten vermaken. Die alleen straffend optreden als 't eens de spui gaten uitloopt, en niet begrijpen, dat opvoe den voornamelijk is een vóórbehocden en voorkómen, en dat daarom hoofdzaak is, het scheppen van een goede sfeer. O, de sfeer in zoo'n hoek, in zoo'n klas! Die heft de kinderen op, die brengt een onderling vertrouwen, een hartelijk mee leven in dat schoolcrroepje, zooals het in menig gezin niet vóórkomt. Nu ja, zeggen vele moeders, en den ken dat dit gefantazeord is. Maar dan wil ik toch u verzekeren, uit eigen ondervinding als onderwijzeres te kunnen verklaren, dat deze schoolverhoudingen werkelijk mogelijk zijn, on dat ze dan ook bes'aan. Het is me zelf vaak overkomen, dat moeders tegen me leiden: „ik geloof, dat mijn kind van U nog meer houdt dan van mij". Natuurlijk was dat dan niet waar, het leek maar zóó, of, Als het waar was, dan bestond het toch maar als iets tijdelijks, iets van voorbijgaanden aard. Kinderen kunnen werkelijk een heel groote en echte hartelijkheid voor haar juf frouw voelen, en daarin ligt dan ook de in vloed, die een onderwijzeres op het gemoed van 'n kind hebben kon. Als kinderen op school lief, en thuis „las tig" zijn (wat nogal 's voorkomt) dan mo gen moeders zich wel eens ernstig afvragen, waar dat aan ligt, of in haar huis de sfeer wel goed is. Herhaaldelijk is 't me overkomen, dat een moeder hij me aan school kwam klagen over een kind, waar ik in de klas geen de min ste moeite mee had en dat thuisnoe maar, dóór zou zij me dan 's een boekje over BLOEMVAZEN Neem ze nooit te klein; houd ze schoon en frisch. Het is eigenaardig, hoe weinig men er vaak voor zorgt een voldoende hoeveelheid bloemvazen te hebben. De meeste menschen bezitten wel driemaal zooveel theekopjes als ae zelfs in 't „ergste" geval kunnen noodie hebben. Maar zoodra komen er niet 'n paar menschen tegelijk met bloemen of ze zit ten dadelijk vast En schamen zich daar dikwijls niet ééns voor. Maar de-menschen dlie hun bloemen, of het gelid ervoor, offer den, zullen wel eens denken: „is het niet .zonder van mijn bloemen, dat ze dóór in gaan?" Een stuk of lien bloemvazen van verschil lende grootte is voor 'n klein huis toch wel 'n minimum en hoevélen bezitten dal niet eens? Toch kan men ze \oor zoo heel weinig geld al krijgen. Gebruik ook vooral oudenvetsche steenen potjes (van gember, mosterd, enz.) voor uw snijbloemen. Wie glazen vazen koopt, moet er om dienken. dat ze schoon en helder bchooren te blijven, duskoop geen al te nauiwe vazen, of geen met te namven hals. die niet zijn ui» te (boenen. Denk er ook steeds om,' dat ge ongegla- .zu urde steenen poli es nooit zoomaar op ge politoerde of gebeitste meubelen zet. De lichte kriinigen die dan ontstaan, zijn vaak heel moeilijk weg te krijgen. Van ve'e steenen vaasjes is de bodem ongeglajTJurd. Al droogt ge uw vaasje dan nó? zoo nauwkeurig, toch zal hc hij het slaan dan wat vochtig uitslaan. Denk daar aan, en kijk waar ge ze neerzet. Enr zooals ik reedt" in een vorig artikel aangaf: knip kleine rondjes van karton, opendoen. Zóó brutaal als dat kind tegen z'n moeder was, en zoo dit en zoo dat of de juffrouw 't kind daarover nou 's streng aanpakken wou en 't eens flink straffen. En 'k mocht slaag geven, laten overblijven, of zelfs 'n nacht in school laten blijven, gerust zij zou er niets van zeggen ze vertrouwde 't me wel toe, zelf had zc al zooveel opge speeld en gestraft zonder dat het iets hielp, nu moest de juffrouw 't maar 's probeeren, die had nogal invloed op 't kind, enz. enz. „Dat is óók wat!" zei ik in zulke gevallen meestal, „nu we zien dat Uw manier niet deugt, en we met de mijn^ verder komen, nu zal ilc de uwe overnemen en -óók gaan „opspelen". Daar dank ik feestelijk voor. Laten we 't liever omkeeren: probeert U het eens op m ij n manier: niet zoo razen, vooral niet altijd vitten, maar het kind met wat hartelijkheid tegenkomen, niet bij buien of invallen, maar doorlóópend hartelijk zijn. Geregeld, bij alle werk en spel, al hebt u 't zelf nóg zoo druk, belangstelling toonen, en u mee interesseeren voor de kleinste din- gen." Meeleven vraagt nooit zoozeer tijd, als wel liefde en aandacht. Even, als een kind wat komt laten zien, het met een paar woorden „mooi vinden" of, als het iets verkeerds wil doen, de tijd (en de moeite) nemen, om kalm, zonder dadelijk te -gaan dreigen, het van zijn voornemen terug te howHen. Maar niet wachten tot 't kwaad al gebeurd is, en dan opeens te keer gaan, over het kind, of „die meid", die toch alweer zoo ondeugend was. Niét het kind altijd laten leven in de onrustige 'gedachte: „zou 't wel „magge"? Zou 'k niet op m'n kop krijgen?" En nog veel erger is het, als een kind gaat denken: och, ik doe 't tóch altijd verkeerd, ik krijg tóch overal standjes voor. Dan wordt het on verschillig en zoékt tenslotte het kwaad. Wanneer we reden hebben om te geloovcn, dat het kind onbewust en onwetend kwaad deed (bijv. als het bij ongeluk iets breekt of bederft, of wanneer het iets deed, waarvan het niet wist, dat hc*.verboden was), moe ten we, hoe erg de gevolgen ook zijn, niet streng straffen, omdat het kind dit als een onrecht voelt. Maar wel dient in zoo'n geval heel ernstig op de gevolgen te worden gewe zen en gewaarschu ivd voor herhaling. Het is van 't grootste belang, in onzen toch al zoo drukken en zenuwachtigen tijd, dat de kinderen thuis en op school leven in een sfeer van rustige zekerheid, het weten: als ik zóó en zóó doe, dit en dót nalaat, is het goed, en verdien ik geen straf. Juist, wat nogal eens voorkomt, dat kinderen op de meest on verwachte oogenhlikken, soms voor dingen, waarvan ze zich niet eens goed bewust zijn (omdat ze te druk zijn of te wild, of iets ver gaten) ineens '11 draai om de ooren of een „uitbrander" krijgen, maakt hen zoo zenuw achtig en onzeker, zoo prikkelbaar en on handig terwijl ze toch heusch geen kwaad er om nalaten zullen. Want al gauw gaan ze denken: als er 'n „bui" is, krijg ik tóch. Door die zenuwachtige geprikkeldheid gaan do kinderen elkander en de ouderen, hinde ren en plagen, kunnen aan den anderen kant zelf niets velen, en zoo ontstaat het ge kibbel en geharrewar dat alweer oorzaak wordt van verdere ondeugendheden. Daarom juist is het van zooveel belang, hoe de sfeer is in een gezin, of in een school klas. En die sfeer hangt voor drie-kwart van de moeder af of van de onderwijzeres. Ik heb heel vaak met innig genoegen ge zien hoe graag mijn schoolkleutcrs elkander hielpen met lecnen als er eens een iets ver geten had, met aankleeden als 'n jas of man tel niet goed wóu, of zelfs zoek was, hoe ze voor elkander konden pleiten als er een straf verdiend had en daar erg bedroefd over was h0e graag ze briefkaarten, lekkers of speelgoed wilden missen, als er één verve lend lang ziek was. Klikken kwam als regel niet voor. 'k Herinner me nog als de dag van giste ren, hoe eens een klein meiske, van wie ik wist dat ze doodsbenauwd was voor school blijven (wat haar dan ook nog nooit over komen was) eens om 12 uur met 'n verlegen stemmetje aan me vroeg: „Juf, mag ik óók mee schoolblijven?" „Hè", vroeg ik verbaasd, „waaróm kindje?" „Omdat Annie héélemaal alleen mot schoolblijve en ze is, g'loof 'k, soo bang!" En toen 'k niet dadelijk antwoordde: „móg 'k dan naast 'r gaan zitte juf, se huil soo erg!" Was dót niet om zoo'n kleine schat 's even te knuffelen cn te zeggen: neem jij dat stoute kindje maar gelijk mee en ga samen in den zonneschijn naar huis"? Maar 'k heb „ia" gezegd om het „recht" (je moet nog al eens wat doen voor je pres tige in de school) en toen 'k mijn klas uit gelaten had en weer binnenkwam, waar in een kleine bank in dat groote, leege lokaal de twee kindjes stijf tegen elkaar gedrukt als bange vogeltjes strak voor zich uit zaten te kijken toen heb ik ze stil bij de hand genomen en zonder veel woorden gauw laten gaan. En het drukke praatsmaakstertje, dat dien morgen zoo echt lastig was geweest, zag 'k héél stil, en diep onder den indruk van wat het bedeesde vriendinnetje voor haar over had gehad. die precies zoo groot zijn als het bodenuvlak van die vaas, deze houden het uitslaan vol doende tegen, als ge ae maar van tijd tot tijd verwisselt voor droge. Verder is het een eerste eisch, om, in de eerste plaats ter wiille van uw bloemen zelf, de vazen steeds schoon te houden. Vele menschen denken, dat het voldoende is, bloemvazen walt om te spoelen, en eelfs bergt men ze soms op die manier op. Maar i dan ziet men yaak tegen den binnenwand der vaas een groene of bruine aanslag, die I bij een volgende Milling al dadelijk het schoone water vergiftigt. Waarom niet des 1 morgens nd 't kopjeswasschen, in hetzelfde water uw va?en ik gebruik er een aparte waschkwast voor even omgewasschen? Zoowel die ge in gebruik heibt, aqS die, wel- J ke ge weer tijdelijk opbergt., zoodat ze door loopend schoon cn helder blijven. Vooral bij j irisglas is dat van veel l»elang om de mooie i kleurenspicgelirg - behouden. Zijn uw va zen door vcrwaarloozing zéér vuil. vvasch ze d"n met warm sodawater en zeep. Het maakt ook verschik wat voor vaas men gebruikt, metalen en koperen zijn moeilijker frisch te houden, glas of steen is wel het geschikst. Zorgt ge steeds, dat ge eenn'ge keus, dus een .goede voorraad van vazen hebt. dan kunt ge steeds uw bloemen schikken in de vaas. die er 'I meest mee harmonieert, 't Is droevig, wat 'n bespotte lijke of schreeuwend foei ijke combinaties men soms to zien krijgt. Ze.t in hooge, slan ke va®en nooit véél bloemen, en houd a er In 't algemeen aan, dat de stcfon in het wa ter goed de ruimte en veel water moeien bobben. Een vaasruimte, die bijna heele- maal door de stelen alleen wordt ingenomen, deugt absoluut niet, daar zijn de bloemen j pauw in verlept. In dat geval neemt ge dus een grootere vaas. Wijde potjes .zijn, ook. nvet oog op het I schoonhouden, verreweg het gemakkelijkst. Allereenvoudigste kruissteekpatroontjes vinden we hier, die misschien wel wat stijf aandoen op het eerste gezicht (de dieren: leeuw en paard zijn heraldieke figuren) maar toch juist wel grappig ouder- wetsch zijn. Kinderen zullen ze wel aardig vinden en ze zijn al heel gemakkelijk door lien zelf na te werken. KLIMOP Weligwendend uitgeslingerd, Murenlangs het brepd geblaart, Streeft de klimop vastgevingei-d, Hunkerende hemelwaarts Overschermend, looverarmend Rank langs rank en top tot top. Klimt ze altijd verder, verder, Immer hooggèsperder op. Immer reikt een rank, 'een taster Opwaarts uit den ouden dosch. Tot weer deze vezels vas'er Schiet in weder loten los. Breeduit levend, zonnigbeyend Van de vreugde, die ze torst, Klemt ze heel haar dorstend leven Durvend aan der muren borst. Langs een blinde loop van wegen Tot een menig doel volstreefd, Eindend in een uitgestegen Overvloed, die overweegt.... Waarheen? als naar alle zijden, Zij zichzelf heeft overleefd, Waarheen zal de klimop leiden? Die geen leiding lijder heeft? Zal wel eens haar rusteloosheid In berusting overgaan? Of in ijle vruchteloosheid, Steunloos naar den hemel staan? Hooger wil de klimop, hooger, Trachten zinkt voor eigen zwaart, Maar schoon altoos neergebogen Nochtans rijst ze hemelwaart. Klimop, zonnelichts beminde, Willenss'ierk en wezenbroos, Op de sidderende winden Hunkerend, maar machteloos. Die met schoonheid wil omwinden 't Leven, dat haar breidel is, Klimop, die wil wegen vinden, Naar een droom, die ijdel is. MARTI EN BEVERSLUIS. Uit: „Verzen". VERBETERING In ons vorig nummer is weer een regel afgevallen, en daar het al weer de kleuren- lijst was, die het ontgelden moest, zal ik 't ontbrekende hier nog even aanvullen. 't Was in het artikel „Kusscnpatroou" der de alinea, waar ik schreef: bruin vooi* de steel, licht- cn middensoort groen voor de bla deren, licht- cn donkerrese voor de bloemen, geel voor de stampers enz. Wat hier schuin staat, is er tusschenuitgevallen. Men zal het nu beter begrijpen, wanneer men verder leest an paarse bloemen en donkerder groen enz. GOEDKOOP DIE DUURKOOP IS De meeste oniaer lezeressen zullen rich ook wel eens hebben afgevraagd, hoe het toch mogelijk is, dat sommige wijnsoorten en vooral in alcohol ingelegde vruchten soans zoo spotgoedkoop worden verkocht. Een oplossing van dit raadsel, geeft het geen we lezen in het „Maandblad tegen ver valschingen". Het knoeien met wijn, aldus het Maand blad, heeft zeer groote afmetingen aangeno men! Als port wordt zoete Spaansche wijn of Grieksche wijn verkocht met een, voor echte port, veel te laag alcoholgehalte. Ver schillende z.g. Bordeauxwijnen bleken niets anders te zijn dan kunstmatig gekleurde vruchtenwijnen, geconserveerd met soms aanmerkelijke hoeveelheden salicylzuur of benzöëzuur. Boerejongens, oorspronkelijk een drank met een hoog alcoholgehalte, werd in den handel aangetroffen met 8 a 10 pek alcohol, eveneens geconserveerd mei in véle gevallen een zeer groote hoeveelheid (be'nzóëziiur of salicylzuur, terwijl daarnaast bovendien nog ewaveligzuur in niet onbe langrijke hoeveelheden, werden gevonden. Vrij groote partijen dezer alcoholhoudende dranken moesten aan de betrokken fabri kanten worden teruggezonden". FIJN FILETPATROON Het bierbij afgebeelde patroon, oor spronkelijk de filetrand (echte filet dus doorstop) van een theekleed, kunnen onze lezeressen op vele manieren toepassen. Wie het als een haakwerk wil uitvoeren, kan het misschien met zeer fijn linnen of katoenen garen werkend (hetzelfde als men de toeren die het binnenste randje dus in de richting van de pijltjes die ik er onder teekende. Is dan de heele hoek klaar en afgehecht, dan begint men weer den draad aan te knoopen bij het kruisje en haakt op den zijkant van de eerste rand weer verder. In dit geval reken ik dus, dat men voor kunstbreiwerk gebruikt) ook voor een llieekleed nemen, om een midden van fijn batist. ^.n zoo'n rand te haken, werkt inen clan eerst in dwarse toeren een zijkant met de heele hoek (het schuine schip dat, men lette daarop, een weinig anders van teekc- ning is dan de scheepjes van den rand, die men inlusschcn dap al uit het hoofd haken kan). Ter verduidelijking teekende Ik een lijn in dit patroon welke aangeeft, tot hoever men doorhaakt, als men bijvoorbeeld eerst den onderrand kltiar heeft. Men haakt die maken (drie blokjes breed) later afzonder lijk aanhaakt, als het heele randvicrkaiit af is. Langs den heelen buitenrand komt daarna nog een picotjestoer. liet spreekt vanzelf dat men dit patroon ook zeer goed kan gebruiken voor tulle- doorstop, en dan de binnen- en buiten rand omfestonneeren moet. De meeste da mes zullen tulledoorstopwerk wel prefe- reeren voor een theckleed. \oor bedspreien h enz kan men echter het scheepjespatroon heel goed in het groot met breikatoen h vooral het wascheclit geverfde, dat men tegenwoordig koopt, ia aardig uiivoeren. |d INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN legen 10ctober a.s aan de Vakscholen voor Dames en Jonge Meisjes, voor het Costuum- en Lingerie-naaien, Handwerken, enz. OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMEN. - Lessen voor eigen gebruik In het geheel zelfstandig leeren vervaardigen van alle voorkomende Kleeding. VLUGGE METHODE. OCHTEND-, MIDDAG- en AVOND-, CURSUS-, CLUB- en PRIVAATLESSEN. Spreekuren aan de Scholen: IN HET WESTEN: Schietbaanlaan 99, Donderdags van 2—4 en van 7—9 uur; te KRALINGEN: Annastraat 5 (bij Av. Concordia) Dinsdags van 7—8 uur; te FEIJENOORD (Hillesluis): Beyerlandscholaan 40, Dinsdags van 4—5 en Vrijdags van 6—7 uur. te RHOON: (Wapen van Rhoon) 's Woensdags van 2—5 uur. Correspondentieadres: Prospecti verstrekt de Directrice: Rotterdam, Schietbaanlaan 114, Telef. 33739. Mevr. S. A. VAN AMIJDE—PORS. HET EERSTE VUEGTUIG IN HET LAND DER PAPOEA'S Een bekend vlieger, captain Frank Hur ley, wiens avontuurlijke tochten In onbe kende streken van Nieuw Guinea de aan dacht van do heel© wereld hebben getrok ken, vertelt in zijn boek „Paarlen en Wil den" hoe het eerste vliegtuig werd ontvan gen in een der meest onbeschaafde landen. „In Port Moresby begonnen wij den tocht, die zou eindigen aan het Murraymeer, bij de stammen der Sambio's, die nooit te vo- :n een blanke hadden gezien. Onze watervliegtuigen waren do eerste vliegmachines in Port Moresby en hun verschijning beteekende een derde mijlpaal in de geschiedenis van het oude dorp Ha- nauabada. Driemaal reeds was het door de blanken opgeschrikt uit zijn voorwereldlij ke rust. Den eersten keer waren er groote schepen gekomen, duizendmaal groot er dan de booten der inboorlingen. Schepen met geweldige zeilen, zóó enorm van oppervlak, dat d'e zeilen van al hun eigen booten, aan elkaar genaaid, nog kleiner zijn. De tweede maal was een geweldig schip, van ij.zer gebouwd, grooter nog dan de ge vleugelde zeilschepen, hun haven binnen gekropen. Het had hooge schooirsteencn, die okwolken en vonken spuwden. En nunu verscheen een gevaarte, dat rich even gemakkelijk in de lucht als op het water bewoog. Een reuzenvogel was het! De vliegtuigen kwaimen per stoomboot aan en werden meteen te water gelaten. Toen ze overboord gleden, stieten de in boorlingen schelle oorlogskreten uit. Zij sloegen met de riemen togen hun booten en maakten een oorverdoovend lawaai. Bij troepen waren ze verschenen. Het iwas een ongewoon, een zeldzaam schouwspel. De primitieve kano's der in boorlingen lagen zij aan rij en daarnaast als allei'laatste uitvinding van het men- schelijk vernuftde moderne vliegtui gen, het vervoermiddel van de toekomst! Het onderzoek van den motor, het doffe ge/brom van de machine en vooral de pro peller, die een glinsterenden cirkel be schreef, en, als hij over het water gleed, een dwarreling van schuim opwierp, joegen hun grooten schrik aan. De motor snorde nog harder en, pal tegen den wind in, schoot het vliegtuig vooruit. Trotsch gleed de „Zee meeuw" voort, pijlsnel kliefde hij het nat als een overmoedige vogel, die, voordat hij wegvliegt, he wateroppervlak scheert Sprakeloos stonden de inboorlingen toe te kijken. Geen woord kwam over hun lip pen. Totdat, als een wervelwind? die in rijn woeste vaart alles vernietigt, de machine recht op hen afkwam. Kreten van schrik en angst weerklonken toen. Even later snorde het gebrom van de „Zeemeeuw" boven de stad, waar alles in de grootste opwinding verkeerde. Iedereen, jong en oud, stond op straat, met uitgerek- tcn hals naar de lucht te kijken. Er werd gejuicht en geschreeuwd, de geestdrift was onbeschrijfelijk. Sommigen van die eenvoudige zwartjes verloren het bewustzijn? anderen trokken hun lava-lavas van de heupen m zwaaiden ermee als dollen. KapRein Lang vloog over de stad en streek toen, tevreden ovre zijn proeftocht, bevallig als een echte zeemeeuw, op het water neer. Nooit zijn vliegers door 2ulk een geestdriftige, opgetogen menschenme- nigte begroet als Lang en Hill, toen zij van allie kam/ten bejubeld, op de ankerplaats landden. De Papoeó's lieten hun werk in den steek en waren den heelen dag niet weg tc slaan van de blanke mannen en imzinnig wonderlijke machine, zochten we het dorp der inboor- bewoners herkenden ons aan spraken over niets dan den vlieg tocht, Geen van hen gaf echter den wensch te kennen, weieens anee te willen vliegen. Een paar dagen daarna brachten wij do beide machines naar Elevala, waar wij ze onder de veranda's van de paalwoningen veilig voor anker legden. Heele scharen zwartjes kwamen uit hun hutten om het wonder van nabij te zien. Het vliegtuig werd het geliefkoosde speelgoed van het dorp en ik moet eerlijk zeggen, dat de in boorlingen blijk gaven van grooter opmer kingsgave en van meer pienterheid dan menige blanke. De kleine vliegmachientjes, die de jeugdige Papoe'as in elkaar zetten, waren buitengewoon zuiver van bouw en tot in de kleinste finesses nauwkeurig. Voor de propellers gebruikten rij de nerven van Ealm'bladen en het was een lust om te zien oe goed de dingen het deden in dei\ wind. Tot het ednd van ons verblijf bleven de watervliegtuigen voorwerpen van groote belangstelling en bewondering. Honderden kano's, feestelijk versierd met. palmblade ren, lagen steeds om de machines heen. Op den dag van on-ze laatste vlucht be tuigde het Papoe-volkje ons met levendige woorden en gebaren, zijn teleurstelling over ons vertrek. PRACTISCHE WENKEN Gekleurd goed in de wasch. BU het wasschen van gekleurd goed moeten - enkele voorzorgen genomen worden. Men dient namelijk daarbU meer te letten op de sop. Heeft het 1 kleur ultgeget of water en azijn om de kleur fixeeren (vast te leggen). Daarvoor n op één halven emmer water 3 6 4 lopela lln r ln staan, spoel 1. Laat kleurd goed nooit in zeepsop liggen, maar waach het vlug. daar zeep meestal kleuren aar StrUk op vuile plekken nooit zeep. dat hlei licht plekken zouden kunnen ontstaan. Wasch teero kleuren niet te veel op de hand, maar knijp ze Uit. Spoel het goed flink op, zoo noodtg nog eens drogen doorloopt, (door 't langz ledendrup pelen van f.'ot \fater) moot men ne :oo droog mogelijk zien te krijgen, voordat ho jpgehangen wordt. Go krijgt het good droog ïoor het ln een doek uit te drukken. Ge gaat nog voorzichtiger te werk, re het goed niet ophangt maar snel te droj op 'worden. Zeer teere kleuren rolt men ln «en doek 'Ijkdroog worden. Strijk gekleur lug mogelijk op. in de soort stof: echt nnen stoffen stijft g< teldoek of batist ls het kookt di ood of als dunne .stijfsel nemen, het beste is het goed ïrkeerden kant t >rtjes, kleedjes iolste stijfmiddel. Als ge kleedingstukken of lakens strijken l! RHH Indor gauw afkoelen. Vlekken van transpireeren Wanneer men met natte handen Als er glas gebroken is 1 heel kleine scherfjes, die 1 die toch bij hot relni- vloer leelijke 1 liggen. Klop er luchtig op ook d»t ls. Is het koud gewordei eieren tot een gladde 1 bU gieten, dun c RECEPTEN vla van i liter melk, 4 stokje vanille, 1 30 gr. maïzena 1 ei. Bereiding: ds schoongemaakte en ln vieren verdeelde appelen wasschen en opzetten met een scheut water. Vlug ze aan den kook brengen, nu en dan schudden, flink den stoom er door laten gaan. waardoor sa vlug koken en niét aanbranden. Dit kan men ook voor komen door ln de pan eerst een stukje boter te leggen. De appelen tot moes kloppen met een paar lepels suiker. Dit dikke moes ver volgens uitspreiden op de beschuiten, dlo m.11» zeer fijn gestampt in een springvorm heeft godaan. Als do derde laag spreidt men hier over do vanlllevle uit. Men laat de rtetal recepten vour het maken van mayon- Roer vier eierdooiers een kwartier lang, f er dan druppelsgewijs en Steeds roercafe 3 deciliter slaolie bfij vervolgens druppel druppel een halvs deciliter azijn. de tot het ge in. doe er dan 3o. Klop i dl. slaolie met 1 dL gelei van kalfepoot of andere beenderen; voeg langzaam Li dL aztjn of citroensap toe, vervolgens moi- Benoodigdheden voor het deeg: J50 gr. bloem 126 gr. boter, een el, 8 lepels water, een wei- Voor de vulling: een halve liter melk, S eie ren. 40 gr. bloem, geraspte gruyère kaas, 25 gr. boter. Kneed voor het taartdeeg de verschillende grondstoffen tot een samenhangenden bal. rol dien op een met bloem bestoven dcegplank '.4 c.M. dik uit en leg den lap ln een met boter besmeerden (liefst ondlopen) springvorm *66. dat de bodem bedekt wordt en het deeg langs de wanden hoog staat Rol ds hierbij afgeene- stukken weer uit en sntfd ae U reepta van .Ta iten deegrand vorwtlderd blijft Vouw dit i hoogs deeg-randje n uir binnen om, dus zoo aa» het Juist op het kuasvulael komt te liggen. Ge bruik de nog overgehouden deegrèepen voor garneering door ze of als een soort matje over de kaas te vlochten of -■ 10 leggen, dot In het middelpunt kruisen, dek het omgeslagen r.niu.o i waarop dus hier daar uiteinden der deegrecpm rusten! met reepje, waardoor de andere reepen stevigei den bevestigd en waardoor do taart er net- ultzlet. Bestrlik alle deegr kant met geklopt el. zet ig warmen oven en bak gaar (1 a 114 .uur). Beschut Engelsche tomatenschotcl jroote Llaeabonscho «Ion, 2 pond tomaten, broodkruimels van oudbakken brood, boter, pa per. zout en kokskrulden. Maak de uien schoon, giet er kokend water over en laat zo zoo twe. n staan Neem ze daarna uit het water. sntJ.i ln dunne sehtjfJes. Verwarm 1 ons botei. t daarin de schUfjss ui licht brutn worden Snild de gewasschen tomaten eveneens ln schij ven. Besmeer een vuniryasten rchotel met bo en kokskruiden bestrooide uien en tomibn e broodkruimels In. De laatrte laag moet uil broodkruimels bestaan. Leg hier en daar een flink atukje boter en laat ln den ov«n gaar worden. Baktijd ongeveer. 1 uur,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 3