VOOR DE VROUW
HUISHOUDING EN KEUKEN
f-
KRUISSTEEKPATROONTJES
No. 38. - JAARGANG 1929
OUDERS EN KINDEREN
DE SFEER IN nulS
'k Heb weer 's eeri goeden middag gehad
met een goed boek.
'n Spannend verhaal? vraagt ge.
Neen, maar dat behoeft het ook immers
niet altijd to zijn. Boeken, schetsen zoo
wel als lange verhalen, die een bepaalde
sfeer weergeven, zijn vaak meer boeiend en
als de sfeer een goede is, ook meer ver
heffend, dan het feest romantische verhaal.
Men moet er van houden, geldt van
vele dingen, maar inzonderheid van bepaal
de boeken. „Men moet er van houden"
zeg ik als iemand eens een boek bij me uit
zoekt en dan iets van Long of andere dier-
schetsen of bijvoorbeeld literaire schetsen,
in de hand neemt. En: „men moet er van
houden" zullen ook sommige, maar geluk
kig niet vele menschen zeggen van een
hoek als ik hier voor me heb: schetsen uit
•een schoolklasje.
Hetzelfde tintelende geest-verfrisschende
gevoel, dat het om je heen drentelen, het
vroolijk snappen van kleine kleuters geven
kan, komt je tegen uit een boek als dit, een
boek waarvan ik nu niets navertellen wil,
omdat ge dan misschien nog zoudt kunnen
denken, dat de waarde ervan in de verhalen
zitten kan. En dat is niet zoo, de waarde
van dit bock zit In, als ik het zoo noemen
®iag: de kinderkennis en de kinderliefde die
de schrijfster er in uitspreekt.
Wie zóó kinderen, ook anderer kinderen
leert zien, die zal leeren van ze te houden
niet alleen, maar ook: er geduld mee te heb
ben. Als we eens even bij ons zelf nagaan
wat oen geduld anderen vaak met onze ge
breken moeten hebben, wat we vaak te ver
dragen krijgen van ondergeschikten, ook en
vooral huishulpen, dan voelen we, hoe
we tegenover kinderen, die dan toch in elk
geval klein en nog onvolgroeid zijn, vaak
tekortkomen in geduld.
Daarom kan het vaak soms zoo goed zijn
zich eens te verdiepen in schetsen als bij
voorbeeld moeders en ook onderwijzeressen
soms geven over de kinderen die zij hebben
gezien en gekend, bestudeerd eens, maar
ook: lief gehad.
Dat laatste is de hoofdzaak in zoo'n boek,
In het werk van zoo'n onderwijzeres. Hoe
voelt ge dat, als ge zulke verhalen leest, hoe
begrijpen we, dat iemand, die zóó haar kin
deren ziet, kan houden, óók van de on-
deugensten. Daarom behoeft men ze nog niet
te verwennen, integendeel, echte liefde is
juist niet sentimenteel. Sentimenteel is men
pas dan, wanneer echte diepe liefde ont
breekt. Ware liefde durft wel streng zijn als
het moet, en deze bewaarschooljuffrouw
durft wel een kind berispen, dat, naar plge-
meene schoolregelen, eigenlijk geen kwaad
doet, maar dat alleen onaardig is tegen an
deren.
Ik ken vele moeders, die er niet het min
ste besef van hebben, hoe leuk en lief niet
alleen, maar hoe onderhoudend en gezellig
kinderen van 3-4-5 jaar kunnen zijn. Ik ken
er, ook in Christelijke kringen, die in de
week druk met haar huishouden zijn, en
dan op den Zondag heel gemoedelijk zelf
met 'n boek gaan zitten en de kinderen zich
maar wat met elkaar laten vermaken. Die
alleen straffend optreden als 't eens de spui
gaten uitloopt, en niet begrijpen, dat opvoe
den voornamelijk is een vóórbehocden en
voorkómen, en dat daarom hoofdzaak is, het
scheppen van een goede sfeer.
O, de sfeer in zoo'n hoek, in zoo'n klas!
Die heft de kinderen op, die brengt een
onderling vertrouwen, een hartelijk mee
leven in dat schoolcrroepje, zooals het in
menig gezin niet vóórkomt.
Nu ja, zeggen vele moeders, en den
ken dat dit gefantazeord is. Maar dan wil ik
toch u verzekeren, uit eigen ondervinding
als onderwijzeres te kunnen verklaren, dat
deze schoolverhoudingen werkelijk mogelijk
zijn, on dat ze dan ook bes'aan. Het is me
zelf vaak overkomen, dat moeders tegen me
leiden: „ik geloof, dat mijn kind van U nog
meer houdt dan van mij". Natuurlijk was
dat dan niet waar, het leek maar zóó, of,
Als het waar was, dan bestond het toch maar
als iets tijdelijks, iets van voorbijgaanden
aard. Kinderen kunnen werkelijk een heel
groote en echte hartelijkheid voor haar juf
frouw voelen, en daarin ligt dan ook de in
vloed, die een onderwijzeres op het gemoed
van 'n kind hebben kon.
Als kinderen op school lief, en thuis „las
tig" zijn (wat nogal 's voorkomt) dan mo
gen moeders zich wel eens ernstig afvragen,
waar dat aan ligt, of in haar huis de sfeer
wel goed is.
Herhaaldelijk is 't me overkomen, dat een
moeder hij me aan school kwam klagen over
een kind, waar ik in de klas geen de min
ste moeite mee had en dat thuisnoe
maar, dóór zou zij me dan 's een boekje over
BLOEMVAZEN
Neem ze nooit te klein; houd ze schoon
en frisch.
Het is eigenaardig, hoe weinig men er
vaak voor zorgt een voldoende hoeveelheid
bloemvazen te hebben. De meeste menschen
bezitten wel driemaal zooveel theekopjes als
ae zelfs in 't „ergste" geval kunnen noodie
hebben. Maar zoodra komen er niet 'n paar
menschen tegelijk met bloemen of ze zit
ten dadelijk vast En schamen zich daar
dikwijls niet ééns voor. Maar de-menschen
dlie hun bloemen, of het gelid ervoor, offer
den, zullen wel eens denken: „is het niet
.zonder van mijn bloemen, dat ze dóór in
gaan?"
Een stuk of lien bloemvazen van verschil
lende grootte is voor 'n klein huis toch wel
'n minimum en hoevélen bezitten dal
niet eens? Toch kan men ze \oor zoo heel
weinig geld al krijgen. Gebruik ook vooral
oudenvetsche steenen potjes (van gember,
mosterd, enz.) voor uw snijbloemen. Wie
glazen vazen koopt, moet er om dienken. dat
ze schoon en helder bchooren te blijven,
duskoop geen al te nauiwe vazen, of
geen met te namven hals. die niet zijn ui»
te (boenen.
Denk er ook steeds om,' dat ge ongegla-
.zu urde steenen poli es nooit zoomaar op ge
politoerde of gebeitste meubelen zet. De
lichte kriinigen die dan ontstaan, zijn vaak
heel moeilijk weg te krijgen.
Van ve'e steenen vaasjes is de bodem
ongeglajTJurd. Al droogt ge uw vaasje dan
nó? zoo nauwkeurig, toch zal hc hij het
slaan dan wat vochtig uitslaan. Denk daar
aan, en kijk waar ge ze neerzet.
Enr zooals ik reedt" in een vorig artikel
aangaf: knip kleine rondjes van karton,
opendoen. Zóó brutaal als dat kind tegen z'n
moeder was, en zoo dit en zoo dat of
de juffrouw 't kind daarover nou 's streng
aanpakken wou en 't eens flink straffen. En
'k mocht slaag geven, laten overblijven, of
zelfs 'n nacht in school laten blijven, gerust
zij zou er niets van zeggen ze vertrouwde
't me wel toe, zelf had zc al zooveel opge
speeld en gestraft zonder dat het iets hielp,
nu moest de juffrouw 't maar 's probeeren,
die had nogal invloed op 't kind, enz. enz.
„Dat is óók wat!" zei ik in zulke gevallen
meestal, „nu we zien dat Uw manier niet
deugt, en we met de mijn^ verder komen,
nu zal ilc de uwe overnemen en -óók gaan
„opspelen". Daar dank ik feestelijk voor.
Laten we 't liever omkeeren: probeert U het
eens op m ij n manier: niet zoo razen, vooral
niet altijd vitten, maar het kind met wat
hartelijkheid tegenkomen, niet bij buien of
invallen, maar doorlóópend hartelijk zijn.
Geregeld, bij alle werk en spel, al hebt u 't
zelf nóg zoo druk, belangstelling toonen, en
u mee interesseeren voor de kleinste din-
gen."
Meeleven vraagt nooit zoozeer tijd, als wel
liefde en aandacht. Even, als een kind wat
komt laten zien, het met een paar woorden
„mooi vinden" of, als het iets verkeerds wil
doen, de tijd (en de moeite) nemen, om
kalm, zonder dadelijk te -gaan dreigen, het
van zijn voornemen terug te howHen. Maar
niet wachten tot 't kwaad al gebeurd is, en
dan opeens te keer gaan, over het kind, of
„die meid", die toch alweer zoo ondeugend
was. Niét het kind altijd laten leven in de
onrustige 'gedachte: „zou 't wel „magge"?
Zou 'k niet op m'n kop krijgen?" En nog
veel erger is het, als een kind gaat denken:
och, ik doe 't tóch altijd verkeerd, ik krijg
tóch overal standjes voor. Dan wordt het on
verschillig en zoékt tenslotte het kwaad.
Wanneer we reden hebben om te geloovcn,
dat het kind onbewust en onwetend kwaad
deed (bijv. als het bij ongeluk iets breekt of
bederft, of wanneer het iets deed, waarvan
het niet wist, dat hc*.verboden was), moe
ten we, hoe erg de gevolgen ook zijn, niet
streng straffen, omdat het kind dit als een
onrecht voelt. Maar wel dient in zoo'n geval
heel ernstig op de gevolgen te worden gewe
zen en gewaarschu ivd voor herhaling.
Het is van 't grootste belang, in onzen toch
al zoo drukken en zenuwachtigen tijd, dat
de kinderen thuis en op school leven in een
sfeer van rustige zekerheid, het weten: als ik
zóó en zóó doe, dit en dót nalaat, is het goed,
en verdien ik geen straf. Juist, wat nogal
eens voorkomt, dat kinderen op de meest on
verwachte oogenhlikken, soms voor dingen,
waarvan ze zich niet eens goed bewust zijn
(omdat ze te druk zijn of te wild, of iets ver
gaten) ineens '11 draai om de ooren of een
„uitbrander" krijgen, maakt hen zoo zenuw
achtig en onzeker, zoo prikkelbaar en on
handig terwijl ze toch heusch geen kwaad
er om nalaten zullen. Want al gauw gaan
ze denken: als er 'n „bui" is, krijg ik tóch.
Door die zenuwachtige geprikkeldheid gaan
do kinderen elkander en de ouderen, hinde
ren en plagen, kunnen aan den anderen
kant zelf niets velen, en zoo ontstaat het ge
kibbel en geharrewar dat alweer oorzaak
wordt van verdere ondeugendheden.
Daarom juist is het van zooveel belang,
hoe de sfeer is in een gezin, of in een school
klas. En die sfeer hangt voor drie-kwart van
de moeder af of van de onderwijzeres.
Ik heb heel vaak met innig genoegen ge
zien hoe graag mijn schoolkleutcrs elkander
hielpen met lecnen als er eens een iets ver
geten had, met aankleeden als 'n jas of man
tel niet goed wóu, of zelfs zoek was, hoe
ze voor elkander konden pleiten als er een
straf verdiend had en daar erg bedroefd over
was h0e graag ze briefkaarten, lekkers of
speelgoed wilden missen, als er één verve
lend lang ziek was. Klikken kwam als regel
niet voor.
'k Herinner me nog als de dag van giste
ren, hoe eens een klein meiske, van wie ik
wist dat ze doodsbenauwd was voor school
blijven (wat haar dan ook nog nooit over
komen was) eens om 12 uur met 'n verlegen
stemmetje aan me vroeg: „Juf, mag ik óók
mee schoolblijven?"
„Hè", vroeg ik verbaasd, „waaróm kindje?"
„Omdat Annie héélemaal alleen mot
schoolblijve en ze is, g'loof 'k, soo bang!"
En toen 'k niet dadelijk antwoordde:
„móg 'k dan naast 'r gaan zitte juf, se huil
soo erg!"
Was dót niet om zoo'n kleine schat 's even
te knuffelen cn te zeggen: neem jij dat
stoute kindje maar gelijk mee en ga samen
in den zonneschijn naar huis"?
Maar 'k heb „ia" gezegd om het „recht"
(je moet nog al eens wat doen voor je pres
tige in de school) en toen 'k mijn klas uit
gelaten had en weer binnenkwam, waar in
een kleine bank in dat groote, leege lokaal
de twee kindjes stijf tegen elkaar gedrukt
als bange vogeltjes strak voor zich uit zaten
te kijken toen heb ik ze stil bij de hand
genomen en zonder veel woorden gauw laten
gaan. En het drukke praatsmaakstertje, dat
dien morgen zoo echt lastig was geweest,
zag 'k héél stil, en diep onder den indruk
van wat het bedeesde vriendinnetje voor
haar over had gehad.
die precies zoo groot zijn als het bodenuvlak
van die vaas, deze houden het uitslaan vol
doende tegen, als ge ae maar van tijd tot
tijd verwisselt voor droge.
Verder is het een eerste eisch, om, in de
eerste plaats ter wiille van uw bloemen zelf,
de vazen steeds schoon te houden.
Vele menschen denken, dat het voldoende
is, bloemvazen walt om te spoelen, en eelfs
bergt men ze soms op die manier op. Maar
i dan ziet men yaak tegen den binnenwand
der vaas een groene of bruine aanslag, die
I bij een volgende Milling al dadelijk het
schoone water vergiftigt. Waarom niet des
1 morgens nd 't kopjeswasschen, in hetzelfde
water uw va?en ik gebruik er een aparte
waschkwast voor even omgewasschen?
Zoowel die ge in gebruik heibt, aqS die, wel-
J ke ge weer tijdelijk opbergt., zoodat ze door
loopend schoon cn helder blijven. Vooral bij
j irisglas is dat van veel l»elang om de mooie
i kleurenspicgelirg - behouden. Zijn uw va
zen door vcrwaarloozing zéér vuil. vvasch
ze d"n met warm sodawater en zeep.
Het maakt ook verschik wat voor vaas
men gebruikt, metalen en koperen zijn
moeilijker frisch te houden, glas of steen
is wel het geschikst. Zorgt ge steeds, dat ge
eenn'ge keus, dus een .goede voorraad van
vazen hebt. dan kunt ge steeds uw bloemen
schikken in de vaas. die er 'I meest mee
harmonieert, 't Is droevig, wat 'n bespotte
lijke of schreeuwend foei ijke combinaties
men soms to zien krijgt. Ze.t in hooge, slan
ke va®en nooit véél bloemen, en houd a er
In 't algemeen aan, dat de stcfon in het wa
ter goed de ruimte en veel water moeien
bobben. Een vaasruimte, die bijna heele-
maal door de stelen alleen wordt ingenomen,
deugt absoluut niet, daar zijn de bloemen
j pauw in verlept. In dat geval neemt ge dus
een grootere vaas.
Wijde potjes .zijn, ook. nvet oog op het
I schoonhouden, verreweg het gemakkelijkst.
Allereenvoudigste kruissteekpatroontjes
vinden we hier, die misschien wel wat
stijf aandoen op het eerste gezicht (de
dieren: leeuw en paard zijn heraldieke
figuren) maar toch juist wel grappig ouder-
wetsch zijn.
Kinderen zullen ze wel aardig vinden
en ze zijn al heel gemakkelijk door lien
zelf na te werken.
KLIMOP
Weligwendend uitgeslingerd,
Murenlangs het brepd geblaart,
Streeft de klimop vastgevingei-d,
Hunkerende hemelwaarts
Overschermend, looverarmend
Rank langs rank en top tot top.
Klimt ze altijd verder, verder,
Immer hooggèsperder op.
Immer reikt een rank, 'een taster
Opwaarts uit den ouden dosch.
Tot weer deze vezels vas'er
Schiet in weder loten los.
Breeduit levend, zonnigbeyend
Van de vreugde, die ze torst,
Klemt ze heel haar dorstend leven
Durvend aan der muren borst.
Langs een blinde loop van wegen
Tot een menig doel volstreefd,
Eindend in een uitgestegen
Overvloed, die overweegt....
Waarheen? als naar alle zijden,
Zij zichzelf heeft overleefd,
Waarheen zal de klimop leiden?
Die geen leiding lijder heeft?
Zal wel eens haar rusteloosheid
In berusting overgaan?
Of in ijle vruchteloosheid,
Steunloos naar den hemel staan?
Hooger wil de klimop, hooger,
Trachten zinkt voor eigen zwaart,
Maar schoon altoos neergebogen
Nochtans rijst ze hemelwaart.
Klimop, zonnelichts beminde,
Willenss'ierk en wezenbroos,
Op de sidderende winden
Hunkerend, maar machteloos.
Die met schoonheid wil omwinden
't Leven, dat haar breidel is,
Klimop, die wil wegen vinden,
Naar een droom, die ijdel is.
MARTI EN BEVERSLUIS.
Uit: „Verzen".
VERBETERING
In ons vorig nummer is weer een regel
afgevallen, en daar het al weer de kleuren-
lijst was, die het ontgelden moest, zal ik 't
ontbrekende hier nog even aanvullen.
't Was in het artikel „Kusscnpatroou" der
de alinea, waar ik schreef: bruin vooi* de
steel, licht- cn middensoort groen voor de bla
deren, licht- cn donkerrese voor de bloemen,
geel voor de stampers enz. Wat hier schuin
staat, is er tusschenuitgevallen. Men zal het
nu beter begrijpen, wanneer men verder leest
an paarse bloemen en donkerder groen enz.
GOEDKOOP DIE DUURKOOP IS
De meeste oniaer lezeressen zullen rich ook
wel eens hebben afgevraagd, hoe het toch
mogelijk is, dat sommige wijnsoorten en
vooral in alcohol ingelegde vruchten soans
zoo spotgoedkoop worden verkocht.
Een oplossing van dit raadsel, geeft het
geen we lezen in het „Maandblad tegen ver
valschingen".
Het knoeien met wijn, aldus het Maand
blad, heeft zeer groote afmetingen aangeno
men! Als port wordt zoete Spaansche wijn
of Grieksche wijn verkocht met een, voor
echte port, veel te laag alcoholgehalte. Ver
schillende z.g. Bordeauxwijnen bleken niets
anders te zijn dan kunstmatig gekleurde
vruchtenwijnen, geconserveerd met soms
aanmerkelijke hoeveelheden salicylzuur of
benzöëzuur. Boerejongens, oorspronkelijk
een drank met een hoog alcoholgehalte,
werd in den handel aangetroffen met 8 a
10 pek alcohol, eveneens geconserveerd mei
in véle gevallen een zeer groote hoeveelheid
(be'nzóëziiur of salicylzuur, terwijl daarnaast
bovendien nog ewaveligzuur in niet onbe
langrijke hoeveelheden, werden gevonden.
Vrij groote partijen dezer alcoholhoudende
dranken moesten aan de betrokken fabri
kanten worden teruggezonden".
FIJN FILETPATROON
Het bierbij afgebeelde patroon, oor
spronkelijk de filetrand (echte filet dus
doorstop) van een theekleed, kunnen onze
lezeressen op vele manieren toepassen.
Wie het als een haakwerk wil uitvoeren,
kan het misschien met zeer fijn linnen of
katoenen garen werkend (hetzelfde als men de toeren die het binnenste randje
dus in de richting van de pijltjes die ik
er onder teekende. Is dan de heele hoek
klaar en afgehecht, dan begint men weer
den draad aan te knoopen bij het kruisje
en haakt op den zijkant van de eerste rand
weer verder. In dit geval reken ik dus, dat
men voor kunstbreiwerk gebruikt) ook
voor een llieekleed nemen, om een midden
van fijn batist.
^.n zoo'n rand te haken, werkt inen clan
eerst in dwarse toeren een zijkant met de
heele hoek (het schuine schip dat, men
lette daarop, een weinig anders van teekc-
ning is dan de scheepjes van den rand,
die men inlusschcn dap al uit het hoofd
haken kan).
Ter verduidelijking teekende Ik een lijn
in dit patroon welke aangeeft, tot hoever
men doorhaakt, als men bijvoorbeeld eerst
den onderrand kltiar heeft. Men haakt die
maken (drie blokjes breed) later afzonder
lijk aanhaakt, als het heele randvicrkaiit
af is. Langs den heelen buitenrand komt
daarna nog een picotjestoer.
liet spreekt vanzelf dat men dit patroon
ook zeer goed kan gebruiken voor tulle-
doorstop, en dan de binnen- en buiten
rand omfestonneeren moet. De meeste da
mes zullen tulledoorstopwerk wel prefe-
reeren voor een theckleed. \oor bedspreien h
enz kan men echter het scheepjespatroon
heel goed in het groot met breikatoen h
vooral het wascheclit geverfde, dat men
tegenwoordig koopt, ia aardig uiivoeren. |d
INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN legen 10ctober a.s
aan de
Vakscholen voor Dames en Jonge Meisjes, voor het
Costuum- en Lingerie-naaien, Handwerken, enz.
OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMEN. -
Lessen voor eigen gebruik In het geheel zelfstandig leeren vervaardigen van
alle voorkomende Kleeding.
VLUGGE METHODE.
OCHTEND-, MIDDAG- en AVOND-, CURSUS-, CLUB- en PRIVAATLESSEN.
Spreekuren aan de Scholen:
IN HET WESTEN: Schietbaanlaan 99, Donderdags van 2—4 en van 7—9 uur;
te KRALINGEN: Annastraat 5 (bij Av. Concordia) Dinsdags van 7—8 uur;
te FEIJENOORD (Hillesluis): Beyerlandscholaan 40, Dinsdags van 4—5 en
Vrijdags van 6—7 uur.
te RHOON: (Wapen van Rhoon) 's Woensdags van 2—5 uur.
Correspondentieadres: Prospecti verstrekt de Directrice:
Rotterdam, Schietbaanlaan 114, Telef. 33739. Mevr. S. A. VAN AMIJDE—PORS.
HET EERSTE VUEGTUIG IN HET
LAND DER PAPOEA'S
Een bekend vlieger, captain Frank Hur
ley, wiens avontuurlijke tochten In onbe
kende streken van Nieuw Guinea de aan
dacht van do heel© wereld hebben getrok
ken, vertelt in zijn boek „Paarlen en Wil
den" hoe het eerste vliegtuig werd ontvan
gen in een der meest onbeschaafde landen.
„In Port Moresby begonnen wij den tocht,
die zou eindigen aan het Murraymeer, bij
de stammen der Sambio's, die nooit te vo-
:n een blanke hadden gezien.
Onze watervliegtuigen waren do eerste
vliegmachines in Port Moresby en hun
verschijning beteekende een derde mijlpaal
in de geschiedenis van het oude dorp Ha-
nauabada. Driemaal reeds was het door de
blanken opgeschrikt uit zijn voorwereldlij
ke rust. Den eersten keer waren er groote
schepen gekomen, duizendmaal groot er dan
de booten der inboorlingen. Schepen met
geweldige zeilen, zóó enorm van oppervlak,
dat d'e zeilen van al hun eigen booten, aan
elkaar genaaid, nog kleiner zijn.
De tweede maal was een geweldig schip,
van ij.zer gebouwd, grooter nog dan de ge
vleugelde zeilschepen, hun haven binnen
gekropen. Het had hooge schooirsteencn, die
okwolken en vonken spuwden.
En nunu verscheen een gevaarte, dat
rich even gemakkelijk in de lucht als op
het water bewoog. Een reuzenvogel was
het!
De vliegtuigen kwaimen per stoomboot
aan en werden meteen te water gelaten.
Toen ze overboord gleden, stieten de in
boorlingen schelle oorlogskreten uit. Zij
sloegen met de riemen togen hun booten en
maakten een oorverdoovend lawaai. Bij
troepen waren ze verschenen.
Het iwas een ongewoon, een zeldzaam
schouwspel. De primitieve kano's der in
boorlingen lagen zij aan rij en daarnaast
als allei'laatste uitvinding van het men-
schelijk vernuftde moderne vliegtui
gen, het vervoermiddel van de toekomst!
Het onderzoek van den motor, het doffe
ge/brom van de machine en vooral de pro
peller, die een glinsterenden cirkel be
schreef, en, als hij over het water gleed, een
dwarreling van schuim opwierp, joegen hun
grooten schrik aan. De motor snorde nog
harder en, pal tegen den wind in, schoot
het vliegtuig vooruit. Trotsch gleed de „Zee
meeuw" voort, pijlsnel kliefde hij het nat
als een overmoedige vogel, die, voordat hij
wegvliegt, he wateroppervlak scheert
Sprakeloos stonden de inboorlingen toe
te kijken. Geen woord kwam over hun lip
pen. Totdat, als een wervelwind? die in rijn
woeste vaart alles vernietigt, de machine
recht op hen afkwam.
Kreten van schrik en angst weerklonken
toen. Even later snorde het gebrom van de
„Zeemeeuw" boven de stad, waar alles in
de grootste opwinding verkeerde. Iedereen,
jong en oud, stond op straat, met uitgerek-
tcn hals naar de lucht te kijken. Er werd
gejuicht en geschreeuwd, de geestdrift was
onbeschrijfelijk.
Sommigen van die eenvoudige zwartjes
verloren het bewustzijn? anderen trokken
hun lava-lavas van de heupen m zwaaiden
ermee als dollen.
KapRein Lang vloog over de stad en
streek toen, tevreden ovre zijn proeftocht,
bevallig als een echte zeemeeuw, op het
water neer. Nooit zijn vliegers door 2ulk
een geestdriftige, opgetogen menschenme-
nigte begroet als Lang en Hill, toen zij van
allie kam/ten bejubeld, op de ankerplaats
landden. De Papoeó's lieten hun werk in
den steek en waren den heelen dag niet
weg tc slaan van de blanke mannen en
imzinnig wonderlijke machine,
zochten we het dorp der inboor-
bewoners herkenden ons aan
spraken over niets dan den vlieg
tocht, Geen van hen gaf echter den wensch
te kennen, weieens anee te willen vliegen.
Een paar dagen daarna brachten wij do
beide machines naar Elevala, waar wij ze
onder de veranda's van de paalwoningen
veilig voor anker legden. Heele scharen
zwartjes kwamen uit hun hutten om het
wonder van nabij te zien. Het vliegtuig
werd het geliefkoosde speelgoed van het
dorp en ik moet eerlijk zeggen, dat de in
boorlingen blijk gaven van grooter opmer
kingsgave en van meer pienterheid dan
menige blanke. De kleine vliegmachientjes,
die de jeugdige Papoe'as in elkaar zetten,
waren buitengewoon zuiver van bouw en
tot in de kleinste finesses nauwkeurig. Voor
de propellers gebruikten rij de nerven van
Ealm'bladen en het was een lust om te zien
oe goed de dingen het deden in dei\ wind.
Tot het ednd van ons verblijf bleven de
watervliegtuigen voorwerpen van groote
belangstelling en bewondering. Honderden
kano's, feestelijk versierd met. palmblade
ren, lagen steeds om de machines heen.
Op den dag van on-ze laatste vlucht be
tuigde het Papoe-volkje ons met levendige
woorden en gebaren, zijn teleurstelling
over ons vertrek.
PRACTISCHE WENKEN
Gekleurd goed in de wasch.
BU het wasschen van gekleurd goed moeten
- enkele voorzorgen genomen worden. Men
dient namelijk daarbU meer te letten op de
sop. Heeft het 1
kleur ultgeget
of water en azijn om de kleur
fixeeren (vast te leggen). Daarvoor n
op één halven emmer water 3 6 4 lopela
lln
r ln staan, spoel
1. Laat
kleurd goed nooit in zeepsop liggen, maar waach
het vlug. daar zeep meestal kleuren aar
StrUk op vuile plekken nooit zeep. dat hlei
licht plekken zouden kunnen ontstaan. Wasch
teero kleuren niet te veel op de hand, maar
knijp ze Uit.
Spoel het goed flink op, zoo noodtg nog eens
drogen doorloopt, (door 't langz
ledendrup pelen van f.'ot \fater) moot men ne
:oo droog mogelijk zien te krijgen, voordat ho
jpgehangen wordt. Go krijgt het good droog
ïoor het ln een doek uit te drukken.
Ge gaat nog voorzichtiger te werk,
re het goed niet ophangt maar snel te droj
op
'worden.
Zeer teere kleuren rolt men ln «en doek
'Ijkdroog worden. Strijk gekleur
lug mogelijk op.
in de soort stof: echt
nnen stoffen stijft g<
teldoek of batist ls het
kookt di
ood of
als dunne .stijfsel nemen, het beste is het goed
ïrkeerden kant t
>rtjes, kleedjes
iolste stijfmiddel.
Als ge kleedingstukken of lakens
strijken
l!
RHH
Indor gauw afkoelen.
Vlekken van transpireeren
Wanneer men met natte handen
Als er glas gebroken is
1 heel kleine scherfjes, die 1
die toch bij hot relni-
vloer leelijke
1 liggen. Klop er luchtig op
ook d»t
ls. Is
het koud gewordei
eieren tot een gladde 1
bU gieten, dun c
RECEPTEN
vla van i liter melk, 4 stokje vanille, 1
30 gr. maïzena 1 ei.
Bereiding: ds schoongemaakte en ln vieren
verdeelde appelen wasschen en opzetten met
een scheut water. Vlug ze aan den kook
brengen, nu en dan schudden, flink den stoom
er door laten gaan. waardoor sa vlug koken
en niét aanbranden. Dit kan men ook voor
komen door ln de pan eerst een stukje boter
te leggen. De appelen tot moes kloppen met
een paar lepels suiker. Dit dikke moes ver
volgens uitspreiden op de beschuiten, dlo m.11»
zeer fijn gestampt in een springvorm heeft
godaan. Als do derde laag spreidt men hier
over do vanlllevle uit. Men laat de
rtetal recepten vour het maken van mayon-
Roer vier eierdooiers een kwartier lang,
f er dan druppelsgewijs en Steeds roercafe
3 deciliter slaolie bfij vervolgens druppel
druppel een halvs deciliter azijn.
de tot het ge
in. doe er dan
3o. Klop i dl. slaolie met 1 dL gelei van
kalfepoot of andere beenderen; voeg langzaam
Li dL aztjn of citroensap toe, vervolgens moi-
Benoodigdheden voor het deeg: J50 gr. bloem
126 gr. boter, een el, 8 lepels water, een wei-
Voor de vulling: een halve liter melk, S eie
ren. 40 gr. bloem, geraspte gruyère kaas, 25 gr.
boter.
Kneed voor het taartdeeg de verschillende
grondstoffen tot een samenhangenden bal. rol
dien op een met bloem bestoven dcegplank '.4
c.M. dik uit en leg den lap ln een met boter
besmeerden (liefst ondlopen) springvorm *66.
dat de bodem bedekt wordt en het deeg langs
de wanden hoog staat Rol ds hierbij afgeene-
stukken weer uit en sntfd ae U reepta van
.Ta
iten deegrand vorwtlderd blijft Vouw dit i
hoogs deeg-randje n uir binnen om, dus zoo aa»
het Juist op het kuasvulael komt te liggen. Ge
bruik de nog overgehouden deegrèepen voor
garneering door ze of als een soort matje over
de kaas te vlochten of -■ 10 leggen, dot
In het middelpunt kruisen,
dek het omgeslagen r.niu.o i waarop dus hier
daar uiteinden der deegrecpm rusten! met
reepje, waardoor de andere reepen stevigei
den bevestigd en waardoor do taart er net-
ultzlet. Bestrlik alle deegr
kant met geklopt el. zet
ig warmen oven en bak
gaar (1 a 114 .uur). Beschut
Engelsche tomatenschotcl
jroote Llaeabonscho «Ion, 2 pond tomaten,
broodkruimels van oudbakken brood, boter, pa
per. zout en kokskrulden. Maak de uien schoon,
giet er kokend water over en laat zo zoo twe.
n staan Neem ze daarna uit het water. sntJ.i
ln dunne sehtjfJes. Verwarm 1 ons botei.
t daarin de schUfjss ui licht brutn worden
Snild de gewasschen tomaten eveneens ln schij
ven. Besmeer een vuniryasten rchotel met bo
en kokskruiden bestrooide uien en tomibn e
broodkruimels In. De laatrte laag moet uil
broodkruimels bestaan. Leg hier en daar een
flink atukje boter en laat ln den ov«n gaar
worden. Baktijd ongeveer. 1 uur,