SCHOMMELE MELKOP NDE BRENGSTEN DE STAND VAN DE LANDBOUWGEWASSEN te MEER VOER VERVOLQ, PAO. 2 Cns Praatuurtje Wat ik hoorde, zag, las en dacht. Op reis en thuis. In ons vorig, ons eerste nummer, kwamen wij te laat om nog een plaatsje te krijgen. En een plaatsje moet men hebben om een poosje te babbelen over ditjes en datjes. Zoo hebben de volksvertegenwoordigers (die ook wel eens niet tegenwoordig zijn) weer hun plaatsje in de Tweede Kamer al of niet ingenomen. Onze Koningin opent elk jaar de verga deringen met een TROONREDE zoo ge weet en stipt daar altijd in aan de meest belangrijke zaken. Ook over land- en tuinbouw heeft H. M. even gesproken. Zij zeide o.m. het volgende: Niettegenstaande de oogst ook dit jaar over het algemeen niet onbevredigend mag heeten, zouden land- en tuinbouw zich breeder imtplooien, zoo de prijzen der voort brengselen gelijken tred hielden met de pro ductiekosten. Vertrouwd mag worden, dat de onlangs tot stand gekomen wettelijke maatregelen ter bevordering van onzen uit voer, heilzaam zullen werken op den afzet in het buitenland. Men schijnt nu in Den Haag ook te weten, dat de uitgaven onevenredig sneller stijgen dan de inkomsten. Of de uitvoermaatrege- len, die genomen zijn, ons van dienst zijn, zullen we nog maar even afwachten. Niet al te optimistisch zijn lijkt ons het beste, 't Kan dan altijd nog wat meevallen, be grijpt ge. Er is anders GENOEG RAAD, DOCH WEINIG BAAT. In een der bladen, die wi] wel eens in- neuzen vonden wij ook zoo'n leuke raad. Men besprak .daar de noodzakelijkheid om maatregelen te treffen niet al te veel van het dure (en nog duurder wordende) kracht voeder te moeten koopen. Zoo iemand die zulke wijze raden geeft heeft al va3t een standbeeld verdiend, daclrt ik, dit lezende, doch toen ik aan de raad toe kwam, was 't mij ineens over. Een der middelen was hooger prijs voor de melk maken. Ja, dat heb je in je hand! 't Ontwerp voor zijn standbeeld heb ik nog maar niet laten maken. Ik bewaar het plan nu voor den uit vinder van een goed middel tegen PULO RIJMZIEKTE, ©cn der leelijkste ziekten die de hoen derteelt kunnen teisteren, en waar mo menteel niet anders tegen is te doen dan door bloedonderzoek de meest vatbare dieren aanwijzen en opruimen, in geen geval daarvan fokken. Terwijl men verder moet zorgen, dat de kuikens ln goede conditie zijn, zoodat ze kracht genoeg bezitten om de ziekte te doorstaan. En dan natuurlijk een ruime huisvesting en een hy giënische behandeling. Ja, daar zijn we het wel over eens: om gezond te blijven moet er een hygiënische behandeling zijn en zoo zal zaaizaad, dat om de kans op een ziek gewas zooveel mo gelijk te ontgaan ontsmet is, zóó behandeld moeten worden, dat het niet weer door zak ken of anderszins besmet wordt Want dan helpt al het ontsmetten geen steek. Evenmin als de middelen tegen de GLADIOLEN-ZIEKTEN niet baten, als ze 6lap of ten halve toege past worden. Er is eenige weken geleden, naar we vernemen, aan alle gladiolen- kweekers, en dat zijn er meer dan 3000, een boekje met een beschrijving en bestrijdings wijze der dVie belangrijkste ziekten: schurft, kanker en droogrot gezonden. Blijkbaar doet men dus alle moeite om de in den laatsten tijd meer dan ooit zich openbarende ziekten tegen te gaan. Dat valt te loven. Doch dan ook allen meegewerkt. En krachtig meege werkt. Dat kén men in de bollenstreek. Men weet daar zeer goed, dat eendracht macht geeft Een enkele maal gebeurt het wel eens, dat de eendracht zoek is, maar dat is nooit an ders dan tot schade van hen die daarbij be trokken zijn. Een eendrachtig optreden van alle vereenigingen, die een zaakvoerder heb ben, zou heel niet verkeerd zijn. Verschillen de gewestelijke vereenigingen hebben al xoo'n gemeenschappelijken Econömle en daar werken deze heel goed. Ook in an dere provincies moest dit goede voorbeeld gevolgd worden. Men moet wel bedenken, dat controle nooit moet zijn een bewijs van wantrouwen, doch wel een bevestiging van het vertrouwen, dat men heeft In Duitsch- land is elke coöperatie verplicht zich te la ten controleeren en zijn bijna allen in on derlinge contrólebonden vereenigd. In ons land, waar het niet verplicht is, 1* tamenwerking nog wel eens zoek. Zeker verongelukt, denk ik, op de onmo gelijk smalle, kronkelende wegen van West- land, die allernijverste streek van Neder land. Dat moet snel veranderen. Wel wordt er al veel gedaan door de provincie, doch een voorname zaak ontbreekt nog steeds. EEN BREEDE VERKEERSWEG DWARS DOOR WESTLAND. dus van Den Haag over Naaldwijk naar Rotterdam. Op de kaart van het Rijkswe- gpnplan is, naar we vernomen, Westland geheelvergeten. En dan moet ge weten, dat het verkeer in'het Westland volgens officieelo tellingen, tweemaal zoo druk is als op de drukke rijkswegen: Amsterdam—Utrecht en Arn hemNijmegen. Toen ik het las heb ik de Troonrede nog eens nagekeken, en ja hoor, 't staat er: „de verbetering der wegen zal krachtig worden voortgezet". Nu maar af wachten? 'k Zou 't niet doen. Dan blijft Westland een witte plek op 's Rijkswegen plan vrees ik, ondanks het groote bedrag aan wegenbelasting dat daar betaald wordt en elders verbruikt Maar zoo gaat het wel meer: paarden die de haver verdiend hebben, krijgen zo niet.... altijd. Ik had er op gehoopt ook met de pers mcnschen mee te mogen rijden door het schitterend schoone Westland, en te geme ten van de heerlijkste van zijn producten (zoodat ze haast te veel van het goede kre gen) Maar ze kenden mi) nog niet Deson danks zullen nlj. n-aar dit pas geeftde roem cn de verdiensten van Holland s turn vermelden en voor zijn belangen strijden. Evenals de uitgenodigde PJer"°"?ee,,w££ digers zijn lot uitgebazuind hebben. Zyn welverdiende lof. Evenals de lof van de Roermondsche coö peratieve eiermijn is bezongen bl] haar zil veren feest, dat ze dezer dagen vierde. Nu ze is ook van groote beteekenis deze mijn waar in 1928 MEER DAN 164 MILLIOEN EIEREN tabak voor een waarde van over de 10 millioen gul- abrieksaarda den werden geveild, vijl deze cijfers al Buikerbieten bijna bereikt waren op 1 .uien jaar, dus over nog maar acht mawwen. Anchored 1 Is de grootste edervdiing van geheel Europa. Ziet ge, zulke dingen zijn nu eens weer om trotsch op te zijn, on zoo zijn er meer. We moeten de moed er in houden en al klagen we wel eens als er gegronde reden voor is, we mogen ook wel eens op onze roem en onze vooruitgang letten. En daarvan lezen we ook met zooveel ge noegen hot verslag van de Kamer van Koop handel voor Rijnland over de Bloembollen streek, waarin gezegd wordt, dat in 1928 de HYACINTHEN ZEER GOED waren zoowel wat oogst als prijzen aangaat, dat de tulpen een middelmatigen oogst en heele goede prijzen maakten, zoodat dit ar tikel goed loonend was. En met Narcissen was dit ook het geval. Vooral die, welke mot „special permit" naar de Ü.S.A verzon den konden worden, waren zéér loonend en winstgevend. Zoo mag ik hot hooren. En ik hoop, dat er ook dit jaar vele „spe cial permits" niet alleen van Narcissen, maar ook van andere bolgewassen en hoo rnen en planten gegeven worden. Ze gaan .anders in Amerika nogal eens naar „becsies" zoeken. Maar laten ze die thuis maar zoeken. Misschien vinden ze ze daar meer dan op onze planten. Onze insecten zijn voor hen oogenschijnlijk voorwereldlijke monsters, die alles bedreigen. Maar, hoewel overdrijving niet goed is, controle ook op wat ingevoerd wordt, is wel heel goed. Evenals controle op wat uitge voerd wordt Dit laatste terwille van onzen goeden naam, weet ge. Want die naam, ja, die naam,weet ge, die is veel waard, doch wij raken hem zoo lang zamerhand kwijt, door 'k Reisde dezer dagen met iemand, die geregeld de veilingen bezocht en deze be^ weerde, dat het bedrog niet alleen zit bij degenen, die ter veiling aanvoeren, doch eveneens en niet het minst hij de grossiers, wier praktijken onder weg en in hun lood sen niet altijd even zuiver zijn. Mcnschen, die zoo onze nationale naam bederven, moesten zwaar gestraft worden, evenals zij die knoeien met voedermiddelon. De proefstations deelen wel mede, welke knoeierijen door hen ontdekt zijn, doch schij nen voorzichtig te moeten zijn met het noe men der namen van hen, van wie die ver- valschte waar afkomstig is. Wat uit Amerika afkomstig is willen ze in Tsjecho-Slowakije zoo goed als geheel weren. Niet om de knoeierijen, neen, om de eigen producten zooveel mogelijk te bevoor- declen. Nu treft dit 6treven daar voorname lijk ons, omdat wij EEN ZOO BELANGRIJKE ROL spelen bij de voorziening in de behoefte aan Amcrikaansch meel in Tsjecho-Slowakije. Nederland schijnt niet vaak tot de meest begunstigde naties gerekend te worden. Ver schillende andere landen maken het ons ook lastig om daarheen te exporteeren. Maar wij liggen niet met den eersten stoot. Dan was het al lang met ons gedaan geweest. Wij gaan er prat op, dat wij daar zijn en hot wapen der Zeeuwen geldt niet alleen voor die provincie: voor alle declcn van ons land is het: worstelen en bovenko men. Dat geldt niet het minst in de be drijven van Land- on Tuinbouw. Mijn praatuurtje is om. Tot de volgende week. 't Is een algemeen bekend feit, dat de op brengsten onzer melkkoeien in eenzelfde taxatie-periode (dat is de tijd tusschen af kalven en droog worden) nog al eens uit- eenloopen. Icdc'r heeft er wel weet van, dat bij ver weiden, slecht weer en andere levensveran deringen de melkgiften hierdoor krachtig beïnvloed worden. Nu is het veel meer dan vroegere jaren voor don veehouder zaak, niet alleen een zoo groot mogelijke, doch ook een zoo regel matig mogelijke melkgift van zijn vee te verkrijgen. Elke onregelmatigheid is schade lijk. Schadelijk voor de portemonnaie. Van een brandkast is bij de meeste boeren, ge loof ik, nog geen sprake, of 't moet zijn als een herinnering aan vervlogen dagen, die nog maar niet terug villen komen. Schade, daar is een boer niet van thuis. Dat past hem niet. Wel eigenaardig, dat er nog zooveel boe ren zijn, die weinig doen om schade te ont gaan. Ze boeren als hun vader en grootvader en aan verandcron denken ze niet. De tijden zijn veranderd. Do gewoonten rijn veranderd. En aan al die dingen ontkomt ook de boer niet. ai meent hij van wel. Dus moet zijn bedrijf ook met de tijden, meegaan en verbeterd worden. Ook wat de melkopbreng- ston aangaat, is nog wel wat te veranderen. Ten goede wel te verstaan, aan veranderiugen ten kwade hebben we geen behoefte meer. Men moet overal acht op geven en alles wat men opmerkt noteeren en verwerken. Alles weer gebruiken voor zijn bedrijf. 't Kan gebeuren, dat een koe afkalft in een tijd. dat het voeder niet al te ruim is. Dat zal van invloed blijken te zijn op geheel haar melkgift, in de lactatie-periode. En nu weten we wel, dat een boer de eerste dagen aan zijn pas gekalfde koeien wat extra geeft, doch, hoe goed ook, voldoende om een goede melkkoe te krijgen, is dat niet. De i eerste maand of wat (niet: dag of wat) moe- ten de koeien bijzonder goed gevoederd wor den. Als in die eerste drie of vier maanden na het afkalven het voeder van minder ge halte is, zal men minder melk krijgen. Men moet dus zorgen, dat juist geduren de den tijd, dat de koe het meeste geeft, de melkgiften ook op 't uiterste gespannen zijn. zoo hoog mogelijk opgedreven worden. Wat de voeding beteekent voor de melkopbrengst blijkt wel uit het feit, dat Prof Hanson een goede veestapel, die slechts ongeveer 4300 K.G. melk gaf, door een krachtige, doelma tige voeding, bracht tot een gift van ruim 7100 K.G. Men moet zorgen voor hooi van goedé kwaliteit. Of, kuilvoeder van best gras. Ja ook kuilvoeder. Niet als noodmaatregel ge maakt, doch doelbewust. We hopen daar nog wol eens op te wijzen. Maar nu letten wij bepaaldelijk op den eisch: hooi of kuilvoeder van goede kwa- liteit. Hooi is hooi, zegt men wel eens. 't Is waar Maar met even veel recht kan men zeggen: Een koe is een koe. Men begrijpt ons, niet waar? Er is nog al wat onderscheid. En gras van uitmuntende De akkerbouwgewassen zijn in verbamd met het droge, zonnige weer tot nu toe on der gunstige omstandigheden geoogst en leveren een hoog beschot. Slechts de voeder gewassen maliën op dit laatste een uitzon dering. Tarwe en haver zijn beide goed, zoowel ./at opbrengst als hoedanigheid van korrel en stroo betreft De veldboonen zijn vrij goed, erwten en bruine en witte boonen goed. Evenals het vorig jaar zullen er weer veel aardappelen rijn van uitstekende hoedanig heid. Op de hooge perceelen heeft 't gewas eenigsztns door de droogte geleden, waar door de knollen van de vroege soorten iets i klein zijn gebleven. Het. zetmeelgehaltë van de fabrieksaard appelen schijnt goed te zijn, hoewel minder dan in verband met den velen zonneschijn werd verwacht De suikerbieten staan goed; dank rij hot mooie weer, heeft het gewas zich geheel hersteld van de schade, door de bietenvlieg veroorzaakt Het. weiland is op de hooge en ondoor- latende gronden „verbrand". Op verschil lende plaatsen moeten perceelen gras en kla waarvan de tweede snede bestemd was om gehooid te worden, als weide worden gebruikt Overigens is de hoedanigheid van de tweede snede zoowel van gras- als van kla verhoed goed; echter zijn de hoeveelhe den zeer gering. Leidt men uit de voor de verschillende streken opgegeven cijfers, onder inachtne ming der beteelde oppervlakte, het cijfer af voor het geheele land, dan verkrijgt men het volgende resultaat waarbij verder hef cijfer in de tweede kolom aangeeft hoe dc stand op 23 Augustus jl. was, terwijl het tusschen haakjes geplaatste cijfer aangeeft hoe gedurende de laatste 10 jaren de stand gemiddeld in September was. Gemidd. stand Stand op: in Sept in de 11 Sept 23 Aug. laatste 10 j. tarwe tarwe haver boekweit veldboonen erwten bruine boonen canariezaad blauwmaanzaad klaverzaad splnaziezaad suikerbieten zaad voederbieten 64 67 (68) koolrapen 54 (60) paar dep een 64 weiland 45 49 (6<) oude klavers 51 jonge klavers 52 herfstiknolle-n 51 spurrie 43 grashooi (2e snede) 42 klaverhooi x 52 Door de correspondenten wordt de stand opgegeven in cijfers, waarbij 100 uitmun tend, 90 zeer goed, 70 goed, 60 vrij gced, 50 matig, 40 vrij Slecht, 30 slecht en 10 mislukt 76 68 63) 76 68 6?) 72 71 68) 61 55 47) 63 63 61 71 71 63) 70 70 (60) 79 70 65' 57 51 =j 70 67 - 77 60 - 67 - -> 72 71 06) 79 75 66) 70 68 67) 73 75 64) n 17 HET VROEG ROOIEN DER GLADIOLENKNOLLEN Ten einde zooveel mogelijk gezonde Gladi- olenlinollen te oogsten, wordt door den Plan- tenziektenkundigen Dienst aan alle Gladio- luskweekens ten sterkste aanbevolen de knollen zeer vroeg te rooien, zoo mogelijk drie a vier weken voor den tot nu toe gft- bruikclijken datum. Volgens den Canadee- schen onderzoeker F. L. Drayton weegt de betere gezondheidstoestand der vroeg gerooi de knollen ruimschoots op tegen de iets ge ringere grootte. Bij het rooien moet men de planten, die duidelijk ziek zijn, niet medeoogsten. Op het veld kan men daardoor reeds veel doen om den gezondheidstoestand der geoogste par tijen te verbeteren. In het bijzonder kan men de door de droogrot aangetaste planten verwijderen, daar deze gemakkelijk her kend kunnen worden aan het bruin en eenigszins rottig zijn van het onderste deel der hladscheeden, waarop men vele zwarte zwampuntjes kan waarnemen. Verder leve ren gele planten en planten met gele, of bruine strepen of vlekken op de bladeren zieke knollen. Ook wordt ten zeerste de aandacht geves tigd op de noodzakelijkheid de kralen uit sluitend van groene gezonde planten met blanken hals te oogsten. In het bijzonder het hardrot kan op het blad van jonge plan ten zeer vele lichtbruine vlekken veroorza ken en daardoor zeer schadelijk optreden. De slechte gezondheidstoestand van vele partijen is voor een deel het gevolg van het planten van zieke (aan zieke planten gegroedde) kralen. Alles wat als niet deugdelijk bij het rooien uitgeschoten wordt, moet spoedig van het land verwijderd en üefst verbrand worden. Ter verbetering van den gezondheidstoe stand der geoogste partijen is het gewenscht dat deze raadgevingen zoo nauwkeurig mo gelijk worden opgevolgdt DROOGTEGEVAREN BIJ GROND- BEWERKING O. JL kwaliteit moet men van zijn land zien te krijgen. Dat kan. Door een goede behandeling van zijn land. Een goede behandeling wil niet enkel zeg gen: een zware bemesting. Er is ook wel wat anders aan het land te doen. zware bemesting wil niet zeggen: alléén zware stalmestbemesttng. We zouden geneigd zijn te zoggen: ook van hot goede kan men ook te veel krijgen. Goede stalmest is puik, doch een ©vervlo©- i z waard ere naar verhouding het eerst nit- D« JMJkelandbouwcoiisuIeirt ïr. Cleverlnga te Zutphen schrijft.' Nb na een drogen winter, voorjaar en zomer ook nog een droge herfst volgt, zijn vele gronden totaal aan het eind van hun waterreserve, die zij tn fijnere holten uit vroegere regens hebben verzameld on bewaard. Het eerst bezwijken de lichtste gronden, die weinig fijne bestanddeelen bevatten (kiel, leem, humus) cn daardoor een gering waterhoudend vermogen hebben, terwijl bovendien kalkanne gronden onder dig zware bemesting er mee heeft zijn scha duwzijden. Een regelmatige, voldoende, ruime voeding zal ons vee tot melkmachines maken. Voor al regelmatig. Al weten we dat er ook n©£ andere factoren in 't geding rijn. Daarover schrijven we nog wel eens. Het jaar 1929 zafl zeer zeker voer vele boe ren een jaar rijn, dat door hen wordt aan- getcekend. De merkwaar-ine strenge en zoo lang aanhoudende vorst, die tot diep in het voorjaar alles in he* ijs hield, heeft een grooten invloed gehad op do hoeveelhedon voer voor het vee Doordat de stal periode zoo lang duurde, is allo hooi- en, strooroor- raad bijna verbruikt. Als tweede bijzonderheid in dit jaar mag wel aangeteekend worden de geringe hoe veelheid regen, die er gevallen is. Vanaf Januari rijn er streken in ons land, waar de grond nog geen enkelen keer „aangeregend is. Zelfs in de lage veenatreken heeft men in dezen zomer weinig kampen gehad, die den invloed van het droge weer niet onder vonden. Dat was dubbel schadelijk, daar de weilanden door den strengen winter veel van hun beste grassen hadden verloren, ter wijl, wat er nog overgeschoten was, door het droge voorjaar niet aan den groei kon ko men en het. hooi'and dus heel wat minder opbracht dan men gewoon was. Met de klaverakkers was het nog meer tobben. De meeste boeren hebben hun lvla- vero gescheurd, terwijl dliie, welke dit niet dedien, een zeer schralen ooget hadden, voor een groot, deel dan nog bestaande uit „tas- schen", wat aan de eigenaardig gele kleur van bet klaverhooi duidelijk was te zien. AMezamen redenen, die het duidelijk ma ken, dat er op 't oogenb'iik een algemeens klacht is over voedselgebrek. Vele boeren zijn reeds nu genoodzaakt te gaan bijvoeren Dat geschiedt dan door het geven van koe ken. Dat is echter verbazend duur. In het gemengde bedrijf begint men ook rijn toevlucht te nemen tot het bijvoeren van aardappels Dat ligt voor de hand. Da prijzen van dit product rijn zoo treurig laag, dat men er met de teelt niet uitkomt. Te begrijpen is dus, dat, waar men deze koeken moet koo pen, en men goedkoope aardappels heeft liggen, liever detze laatste opvoert Zaak is echter wet, om er voorzichtig dim te zijn. Wanneer men het to te groote mas sa's voert krijgt men last met de spijsverte ringsorganen. Ook het bewaren is een belangrijk punt. Wanneer men ziet berekenen, overeenkom stig de samenstelling van don aardappel, dat de waarde ongeveer gelijk staat met een vierde deel van de toalswaarde, dus zeker niet minder dan een rijksdaalder por 100 K.G., dan ia te begrijpen, dat bij oen ver koopprijs van een gulden vijftig en nog minder, men oyer bewaren gaat denken. Dit bewaren kan in gewonen toestand gebooren. 't Kan ook gedaan door zo in to kuilen. Dat inkuilen wordt weer verschillend gedaan. In rauwen toestand, of wel men kookt of stoomt eerst de aardappels, om re daarna in te maken, terwijl als derde manier ook wel een wijze van inmaken voorkomt met gras er tusschen gemengd. Waar de herfst echter juist door het schitterende, maar dro ge weer, weinig gras heeft bpgeleverd, zal c hier wel niet te veel van rijn. Hoe nu dus verder te doen? Er is voor beide manieren heel wat te zeggen. Immei koken of 6toomcn is heel goed, maar het is kostbaarder en geeft nogal wat werk tevens. Vooral ln de gemengde bedrijven Is hot ech ter op T oogenblik nogal druk, zoodat tijd voor inmaken wel zal ontbreken. Dan ie er echter geen bezwaar nog wat te wachten. Ook in rauwen toestand is de aardappel nu wel te bewaren, wat ia het voorjaar natuur lijk moeilijker gaat, daar men dan last van schieten krijgt. Wat is nu de waarde der aardappels? Voor voer aan de koeien kan men verge lijken: 400 K.G. aardappels met 800 voerbieten, 1200 K.G. ingekuilde pulp en K.G. gerst of maïs. Men kan er dus bij den aankoop van rijn pulp rekening mede houden. Misschien kan men ook wat ran zijn voerbieten verkoopen en daarvoor aardappels vervoeren, t Wordt dan natuurlijk een rekensommetje. Wat kosten mij bij verkoop de voerbieten en wat geven mij de 400 K.G. aardappels, daaraan gelijk in voedingswaarde. Natuurlijk moet men de bieten dan kunnen missen en moet men rekening houden met de onkosten die er te maken zijn, indien men de aardappe 's kookt of stoomt, vermeerderd met de onkos ten van het inkuilen zoo noodig. Er bestaan voor het fijnmalen van dc aardappels ook reeds heel aardig ingerichte werktuigen. Op de Landbouwtentoonstelling te Woudrichem op 17, 18 en 19 Sept j.l. werd er nog oen heel praclisch gedemonstreerd. geput rijn, omdat zij door een te dichte taaie bouw te weinig inwendige ruimte bevatte», waar water zou kunnen worden geborgen. Deze herfst moet men hetzij het veer grondig verandert in bet bljzondor op gronden, dio neiging hebben om stoffig te worden, uiterst spaarzaam zijn met J- grondbewerking. Hoe minder men er roert en hoe ondieper men bewerkt hoe meer ze van de spaarzame regonbuicn kunnen profiteeren en hoe beter de kie ming der wintergewassen zal plaats heb ben. Daarbij komt dat sedert de vorige bewerktng boo weinig regen ré gevallen, dat de grond niet erg vast 1b gezakt. Ook dh pleit voor een ondiepe bewerktng. In een vochtiger jaar kan dan wr ke beurt worden gegeven. DE PLUIMVEEHOUDERIJ IN ONS LAND De pluimveehouderij is voor land een belangrijke bron van inkomsten geworden. Er wordt thans in ons land naar schatting per jaar voor 120 millioen gul den aan eieren geproduceerd, ongeveer een tiende deel van de opbrengst van de totale bodemproductie. Van deze 120 mil lioen gaat voor 80 millioen naar het bui tenland en wol voor drie vierde gedeelte naar Duitschland. Bij de landbouwproduc ten nemen eieren (met slachtgevogelte) wat den uitvoer betreft, de negende plaats De sterke toeneming van de kippenbou- derij is pas van de laatste jaren. Eerst sinds 1921 is er in ons land een belangrij ke toeneming van de pluimveehouderij ge komen. Wel stak 1914, wat dit betreft, bij rijn voorgangers uit, doch in den oorlog moest door gebrek aan voer de pluimvee houderij 6terk worden ingekrompen. Voor 1907 was in ons land deze tok van het landbouwbedrijf van weinig beteeke nis. In dat jaar werd er een kleino hoe veelheid eieren uitgevoerd, maar voor dien tijd was er meer invoer dan uitvoer. Naar schatting worden et in ons land thans 18 20 millioen kippen gehouden. Als onderdeel van het landbouwbedrijf komt de pluimveehouderij 't best nh. Er vatl uit 't boerenbedrijf nog al 't een en an der af, dat in de pluimveehouderij loo nend kan worden gebruikt, wat de hoen derparken missen. Op de mee9te kippen op de boerderij kan gemiddeld f 2 per kip en per jaar verdiend worden. DE KASSENBOUW rN HET WESTLAND In uDe Tuinderij" lezen wijt In dit seizoen zal er aan ds Westland- sche bedrijven niet die uitbreiding wordon. gegeven, zooals de laatste Jaren. Dit blijkt duidelijk uit de weinige orders welke de ka&swnbouwers ontvangen. Wel is er deze branche nog heel wat werk, doch over eenige maanden zal dit wel verminderen. De uitbreiding der tomatenteelt zal daar door niet zoo met sprongen gaan, als nu eonige jaren geleden het geval was. l>c uitkomsten van deze teelt hebben tot deze geringe uitbreiding wel aanleiding gege ven, terwijl ook de algemeens toestand in het tuinbouwbedrijf geen groote uitbrei ding rechtvaardigt. Druivenserre's ver rijzen er wel weer op verschillende plaat sen, doch yele kweekers rijn van gedachte dat de grootte van hun bedrijf voldrende is. Warenhuizen zullen er met veel bijko men, alleen in de komkommercentra bron gen ze het platte glas meer en meer „om hoog" en wijzigen dit voor de tomatenteelt. Op het gebied van verwarming is er meer anlmo.De loonende prijzen van het stook- bedrljf en de teleurstelling der „koude" tomaten werken ln deze richting. De ver- warmings-installateure hebben handen vol sehoorsteenen verrijzen Gevaren voor den Tuinbouwer, Er komt te groote uitbreiding aan tuinbouwbedrijven. Zuid-Europeesche landen treden pp als gevaarlijke concurrenten Onzo nijvere agrariërs, die geen kans meer rien, tegen de steeds sterker wordende stroom van tegeD6lagen op te tornen, lieten en la ten zich wel eens verleiden een andere koer» to nemen en zich toe te leggen op den tuin- bouw. A Door verschillende plattelandsautoriteiten werd zelfs krachtig medegewerkt in die rich ting en plaatsen waar men vroeger niet dacht aan tuinbouw zijn soms zeer belangrijke tuinbouwcentra geworden. Volgens mededeelingen van den bekenden heer F. V. Valstar, had er in 1928 ln verge lijking met het voorafgaande jaar een ciil- tuuruitbreiding van meer dan 23 pereent plaats. Dit is een cijfer om van he schrikken. Bange zorg vervult dan ook velen, die op tuinbouwgebied goed georiënteerd zijn. Want, 't is niet die 23 percept alléén, die „as bang doet zijn. Men moet dit lu verband brongen met de internationale verwikkelin gen op tuinbouwgebied. En dan weten wij heel goed, dat we in.het hoekje zitten waar de klappen vallon. Beconcurreerd worden wij door de Zuid- Europeesche landen, die vroeger op do markt komen en goedkooper kunnen produceereri, omdat o. a. druiven en tomaten daar zonder glas en zonder verwarming eerder ©f even vroeg marktklaar rijn als hier. Vroeger dacht niemand aan die landen als concurrent, doch de tijd heeft ook hier ge leerd, dat wat niet is, kan komon en dat da ontwaking van het Zuiden op den interna tionalen afzet een grooten invloed he«rft. Als wij er nog niet aan denken vroegq aardappelen op de markt te brengen, heeft o. a. Italië de markti van Zuid-Duitschland al voorzien van dit produkt en prijzen go- maakt, die onze enkele overgebleven centen doen rinkelen van jalousie. En die aardappels komer ran poters uit ons land betrokken, terwijl deze pot ere aan de grenzen geen of weinig bezwaren tn den weg gelegd waren, integendeel met vreugde ingehaald werden. Maar als wij later op de Europeescho markt komend de grenzen willen passé eren onTooeten wij allerlei slagboomen en sta ketsels. Onze uitvoer, wij weten het, loopt hij ver hoogde tarieven zéér ernstig gevaar. F.n het zijn juist de nieuwe tuinbouwgebieden, dia daardoor het meest getroffen worden. Daar heeft men nog niet de noodige reser vekracht om tegen een stootje opgewassen te zijn. Daar mist men nog vaak voldoende kennis en inzicht in het bedrijf om op tijd in te grijpen, te veranderen of af te wach ten. 't Lijkt ons voorshands niet juist om, al* les in aanmerking genomen, landbouwbedrij ven om te zetten in tuinbouwbedrijven met intensieve cultuur. De zwarte bcssenpropa- ganda en de tomatenkweek met als gevolg zulke lage prijzen, dat het plukloon nauwe lijks betaald wordt zijn waarschuwende voor beelden. Niemand beginne zijn landbouwbedrijf om te zetten in tuinbouw of koope of hure togen hooge prijzen landerijen om daarop het tuin bouwbedrijf uit te "oefenen zonder vooraf bij goed ter zake kundigen, die heel geen be langhebbenden zijn, advies ingewonnen te hebben. De cijfers die wel eens genoemd worden als opbrengst per H A. tn een tuinbouwbe drijf zijn soms zeer misleidend voor een niet deskundige, omdat dit meestal brutocijfcrs zijn en men als buitenstaander heel geen idee heeft wat er af moet voor men aan het nettobedrag toe is. Gesteld al, dat er een nettowinst gemaakt wordt. AMERIKA EN ONZE BLOEMBOLLEN De Senaat verwerpt het wets voorstel finaneieeU commissie. De directie van den Landbouw deelt mede, dat blijkens telegrafisch bericht van den rijkslandhouwconsulent te Washington de senaat het wetsvoorstel van zijn financieel© commissie tot beperking der embargo-be voegdheid van den minister ran Landbouw heeft verworpen. Bovengenoemde beperking gold voorname lijk de bevoegdheid van den minister van Landbouw in Amerika om het invoeren vaa planten, enz. te verbieden op grond van ver- ondersteld gevaar voor ziek'en en Insecten. Zoo hot heette, doch in werkelijkheid was het niet andere dan bescherming van eigen kweek erij en. FRUIT OOGSTEN Nog te weinig is bij vele fruittelers door- massa's uit den grond Niet alleen groote gedrongen, dat een goede oogst en bewaar- DE BOLLENTEELT IN AMERIKA Ook met d« bientsnfjmachln© worden de rauwe wel gesneden. Heeft men echter geen o millioen bolle*, aardappels, of ziet «ven tegen het werk en I Naar schattingen van oogpunt van werk en ©ogstverdeollng hoogte, dat van goed geoogst fruit de be> wordt dit eok door de kweekers bekeken, iwaarliiaoht veel grooter is dan van minder goed behandelde vruchten. Vooral ou de prijzen zoo terugloopon of laag blijven lijkt het ons nog meer dan an dere gewenscht om het fruit zoo voorzich tig mogelijk te oogsten. Bij deze prijzen zuilen de koopers nog meer eischen 6teilen aan het fruit en gaarne meer dan de extra plukkosten betalen. Menigeen mag bij de lage prijzen bal- De voornaamste Narcissenkweekers tnoorig worden en zeggen: „sla de hoel er Washington zijn reeds zoo goed als klaar maar af, hoe minder arbeidskosten hoe lie- met het rooien van hun bollen en velen ver", doch dat is niet goed. Ook niet voor de treffen reeds maatregelen voor hoi op-ooget van het volgend jaar. nieuw planten. In de meeste gevallen ivas i Veel VTOohthout en knop gaat op deze wii- de groei zeer bevredigend, ofschoon in een ze «ronde paar kweekerljen materieele schade is ge- leden door den afgeloopen strengen win ter. Geen enkele kweeker heeft echter zul ke sehade geleden, dat hij voornemona is zij* kweekerij te verplaatsen, hoewel som migen dit jaar hun bollen dieper planten en 1* enkele gevallen hun dralneergree»- pels maken. Voor zoover men dit schatten kan, zal er dit jaar een oogst zijn van pl.m ZILVEREN JUBILEUM Op 1 October zai de R ij k s z u 1 v e 1- school te BoleWi.rd 25 jaren hebben bestaan. Het bestuur van de Vereeniging - - de Tan oud-leerlingen dier school bereidt een de risico op, hoe dan voor moer voer te zor- kweekers, die zij baBeeren op Inlichtingen viering van di: jubileum te Bolsward voor gen? Daarvoor is nog een mfcfcfel In de go- utt de ander© districten, zal de toiAalop- mengde streken, door nog meer dan t©t dus- brengsl uit hat gahoele land ran (harde) Aan dc se*1001 eer> tegeltableau worden verre te zorgen voor de hteenhoppf» an „aretasan dit jaar rijn 12.006.000 lot aangeboden, «n namiddag» zal een her- -blaren. Die vormen in den herfst ©en waar 15.000.000 en zullen er minstons 10 Jaar aenkJngsvergadenng plaats hebben. Daarna devolte aanvu'lng op den voedselvoorraad.verloopon, voor de kweekers aldaar in verzamelen de oud-lecrllngon mot hun da- Nog maar al te veel gaan er echter don staat zullen rijn om de markt te voorrion mes en genoodigden zich te Leeuwarden grond in en worden daardoor nJ©t lot hun van de hoeveelheden bollen, welk© vroeger aan een gemeenschappelijke maaltijd, ge- rc44« waarde «rebraeht Daarover not nadar. iedor jaar utt Nadariaod ward tagevoard. 1 volgd door aan feestavond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 10