VAANDELUITREIKING AAN
HET KORPS MARINIERS
Revisie-behandeling
moordzaak Giessen-Nieuwkerk
-r*. -/-v,-/1
DINSDAG 17 SEPTEMBER 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5
DE KONINGIN REIKT HET VAANDEL UIT
ZEER GROOTE BELANGSTELLING
Gistermiddag ite half 2 had op het Malie
veld te 's Gravenhage de uitreiking van het
vaandel-aan het korps Mariniers door H.M.
de Koningin plaats.
De Mariniers arriveerden omstreeks half
1 aan het station Hollandsche Spoor en mar
cheerden vandaar onder groote belangstel
ling naar het Malieveld.
Getuige van de plechtigheid waren depu
taties van de regimenten Grenadiers en Ja
gers, het tweede regiment Veldartillerie, het
tweede regiment huzaren, van de adelbor
sten en van de Kon. Marine.
Op en om het Malieveld hadden zich op
den schitterenden Zomerdag duizenden, be
langstellende toeschouwers verzameld.
Ónder de aanwezige autoriteiten werden
opgemerkt Dr. Deckers, minister van Defen
sie, de burgemeesters van Den Haag en v^n
Botterdam, de commandant der Zeemacht uit
Den Hei-der, vice-Admdraal Quant, de chef
van den Marinestaf, vicc-Admiraal Mr. J. C.
Jager, de gouverneur der Residentie, gene
raal Insinger en voorts tail van officieren van
Zee- en Landmacht, allen in groot tenue.
Even over half twee rees de Koninklijke
Standaard omhoog, ten teeken dat de Konin
gin in aantocht was. Even later reden de
Hofrijtuigen het veld op.
H. M. de Koningin werd vergezeld van
Z.K.H. den Prins en H.K.H. Prinses Juliana;
het Koninklijk gezelschap was gezeten in een
met vier paarden hespannen calèche, vooraf
gegaan en begeleid door eenige leden van de
Hofhouding te paajd. Tot het gevolg behoor
den voorts vice-admiraal Bauduin, chef Hr.
Ms. Militaire Huis en baron Bentinck, le
Stalmeester, d.d. Grootmeester der Koningin.
Terwijl de Koninklijke rijtuigen naderden
gpeelde de muziek het Wilhelmus.
Na een rondgang van de Koninklijke rij
tuigen stelden de Koningin, de Prins en de
Prinses zich gezeten in hun rijtuig op voor
het front der autoriteiten. De troepen waren
|n carré vorm daarom geschaard-
De Koningin nam het vaandel over van
ïen sergeant-majoor, aan wiens zorgen het
Zoo lang was toevertrouwd»
l>; Toespraak van 'de Koningin.
Staande ïn Raar rijtuig, Ret vaandel In de
Rand, hield de Koningin daarna de .volgende
toespraak.
„Officieren, onderofficieren en
Mariniers. i
Het is mij een voorrecht U Reden Ret vaan
del uit te reiken dat Gij voortaan dn uwe
gelederen zult medevoeren.
Als oudste corps onzer weermacht wekt
Gij als het ware van zelf de herinnering
©p aan ons groote verleden, waarin Neer-
lands groote admiraal uwe oprichting voor
stond en tot stand bracht.
Van dié stonde af aan hebt Gij steeds
fclaar. gestaan tot onmiddellijk handelen
waar'het van U gevraagd werd, gelijk dit
©en wakker corps vrijwilligers betaamt,
©nversohillig waar en wanneer, te land, of
zijde aan zijde met uwe kameraden op de
[vloot
Waar de Koninklijke Nederlandsche Ma
rine geroepen wordt de belangen des Rijks
op alle wereldzeeën te dienen, rust ook op
U d.e plicht te allen tijde de eer van onze
Nederlandsche driekleur hoog te houden.
Met dankbaarheid gedenk ik uwe onver
flauwde en steeds betoonde plichtsbetrach
ting en uwe krijgsmansdeugden, waar het
[Vaderland in den loop der tijden meermalen
een beroep heeft moeten doen op uwe offer
vaardigheid. Enkele wapenfeiten van de vele,
Waarbij gij U onderscheiden hebt, staan ver
meld op uw vaandel en leggen hiervan ge
tuigenis af.
Mocht onverhoopt, ondanks het ernstige
streven naar een duurzamen vrede, dat de
volken bezielt te eeniger tijd onder omstan
digheden, welke thans niet te voorzien zijn,
andermaal een beroep moeten worden ge
daan op die offervaardigheid, dat gij, uw
tradities en verleden getrouw, u zult gedra
gen overeenkomstig de schoone wapenspreuk
die op uw vaandel staat: Je Maintiendrai.
In dit vertrouwen overhandig ik u thans
het zinnebeeld van Vaderland en Koningin.
Leve het Vaderlandl"
handen van de Koningin in ontvangst had
genomen, antwoordde hij als volgt:
„Uwe Majesteit vergunne mij u den diep-
gevoelden dank van de Officieren, Onder
officieren en Manschappenvan het Korps
Mariniers uit te spreken voor Uwe woorden
van Koninklijke waardeerdng voor alles wat
het Korps heeft verricht in Uwen dienst en
dn dien van den Lande, voor dit krijgsteeken
dat duizenden voor ons mede hebben helpen
verdienen, van wie velen hun trouw aan Uw
Huis en aan den Lande hebben getoond met
den inzet en de opoffering van hun leven.
Ik moge Uwe Majesteit de plechtige ver
zekering geven, dat het. Korps Mariniers dit
vaandel ons in deze onvergetelijke uren door
Uwe Majesteit geschonken, voeren zal gelijk
goede krijgslieden ter zee en te land betaamt
in gestrenge plichtsvervulling tegenover Ko
ningin en Vaderland en met onwankelbare
trouw en gehechtheid aan Uwe Majesteit en
aan Uw Koninklijk Huis",
het Nederlandsche wapen in een lauwer
krans en ankers in de vier hoekpunten van
het doek.
Het werd vervaardigd door C. M. v. Die-
men te Dordrecht.
De terugkomst in Rotterdam.
Onder groote belangstelling der Rotterdam-
sohe burgerij keerde 't korps gistermiddag om
streeks 4 uur in de Maasstad terug.
Met den tamboer-majoor voorop, gevolgd
door zijn tamboers en pijpers en de mili
taire kapel uit Den Helder, marcheerde het
kranige corps' achter het nieuwe oranjekleu
rige vaandel naar het stadhuis.
Daar hadden zich reeds de leden van het
comité en vele raadsleden in de groote bur
gerzaal verzameld. Nadat de geweren aan
rotten waren gezet, betrad het corps de bur
gerzaal, terwijl liet orgel speelde.
De waarnemende burgemeester, wethouder
L. de Groot, heeft daarop liet corps namens
het. gemeentebestuur hartelijk welkom ge-
heeten, en sprak er izijn groote blijdschap
over uit, dat het corps thans in 't bezit is
van zulle een kostelijk kleinood. ij
De commandant van het corps, kolonel J.
Oele, dankte voor de schitterende ontvangst
en voor de vriendschap, die het corps steeds
in Rotterdam mocht ondervinden.
Daarna had een défilé van 'het corps
plaats, waarbij het gemeentebestuur met zijn
gasten op Het bordes van het Stadhuis had
plaats genomen.
s' Avonds werd ln den grooten Schouw
burg een feestavond gegeven.
HET NIEUWE MA RINIERS-VAANDEU
Het mandei, 'dat gister 'door H.M. 'dé Koningin aan hel Korps Mariniers werd uitge
reikt* Dit keurige vaandel werd vervaardigd in de bekende inrichting van den heer
C. M. van Diemen te Dordrecht
De mariniers maakten nu rechtsomkeert
teneinde zich op te stellen voor het défilé,
terwijl de vaandel wacht opmarcheerde om
uit banden van Kolonel Oele het vaandel
over te nemen
Mevrouw Oele, de echtgenoote van den
commandant, bood hierna aan H. M. de
Koningin een ruiker oranje-rozen aan. De
Koningin onderhield zich enkele oogenblik-
ken met haar. Ook bad de Koningin een kort
onderhoud mot minister Deckers.
Met de Marinekapel en de tamboers en pij
pers der mariniers defileerde het korps daar
na onder commando van kolonel Oele voor
de vorstelijke personen. De kolonel en drie
afdeelings-commanrlanten stelden zich daar
na, terwijl het défilé voortging, terzijde van
het Koninklijke rijtuig op.
Na het défilé reden de vorstelijke personen
nogmaals langs de gelederen der mariniers,
die, kranig en stram als altijd, voorbij waren
gemarcheerd.
Bij hun vertrek van het Malieveld werden
Koningin, Prins en Prinses opnieuw luide
toegejuicht.
Het korps Mariniers marcheerde vervol
gens naar het station terug en arriveerde te
kwart voor 4 weer te Rotterdam.
Het korps is vervolgens ten stadhuize
ontvangen.
Het Vaandel.
Het vaandel is, evenals alle regiments
vaandels, vervaardigd van oranjezijde. Aan
den eenen kant draagt het de gekroonde W.,
waaronder het jaartal 1665 en de woorden:
Korps Mariniers. In de bovenhoeken staan
de zeeslagen vermeld, waarin 't Korps zich
onderscheiden heeft, n.l. in den linkerhoek:
Spanje-Algiers, West-Indië, Seneffe; rechts:
Kijkduin-Doggersbank, Atjeh-Bali en Chat
ham.
De andere zijde van het vaandel vertoont
TWEE MEISJES OVERREDEN
EEN AAN DE GÈVOLGEN GESTORVEN.
Uit Breda wordt ons gemeld:
Zaterdagavond tusschen 9 en 10 uur wan
delden op den Oosterlioutscheweg, ter hoogte
van het Missiehuis vier meisjes aan de zijde
van de tramlijn, toen twee auto's aangereden
kwamen, waarvan een twee der meisjes over
reed, die in bewusteloozen toestand en ge
wond op den weg hieven liggen. Spoedig was
geneeskundige hulp ter plaatse. Het eene
meisje, de 21 jarige Mej. Snoek uit Teterïn-
gen, is tijdens het transport naar Breda over
leden.
Het andere meisje, de 20-jarige mej. Schel-
ln, uit Den Hout, is in het ziekenhuis te
Breda opgenomen. Haar toestand is bevre
digend.
VECHTPARTIJ IN EEN WOONKEET
Overmatig biergebruik de oorzaak
Men meldt ons van Wieringen:
In den nacht van Zaterdag op Zondag heeft
in de woonkeet van den heer Tienstra te
Den Oever een ernstige vechtpartij plaats
gehad. De lieer T. die des avonds thuis kwam
werd in de keet door daar verblijvende jeug
dige grondwerkers by de 'Zuiderzeewerken
aangegrepen en afgerost. De aangevallene
verweerde zich en maakte daarbij gebruik van
een mes waarmede hij in het wilde om zich
heen sloeg. Hierdoor werden twee jongeman
nen ernstig gewond. De politie heeft de orde
hersteld. T. werd aangehouden en is heden
naar Alkmaar overgebracht. De beide ge
wonde grondwerkers moesten na verbonden
tc zijn per auto naar het ziekenhuis te Den
Helder worden overgebracht waar zy zijn
opgenomen. Het schijnt dat overmatig ge
bruik van bier oorzaak is van de vechtpartij
VIERDE DAG
Na onderbreking van den Zondag heeft
het Gerechtshof vandaag do revisie-behande
ling van de moordzaak Giessen-Nieuwkerk
'oortgezet.
Ofschoon met de invrijheidstelling van
Klunder en Teunissen de geweldige span
ning, welke er gedurende drie dagen in de
rechtszaal geheerscht had, in hevigheid is
afgenomen, was er toch van het tot heden
toe sensationeele verloop dezer rechtzaak
geen vermindering van de belangstelling te
bespeuren.
Zaal en publieke tribune zijn tegen den
aanvang der zitting geheel gevuld en uit
den aard der zaak is in de eerste plaats
aller aandacht weer geconcentreerd op de
beide mannen, die met recht zijn gestempeld
tot de slachtoffers van het grootste politio-
neele en justitieele schandaal, dat het land
ooit in beroering heeft gebracht.
Nog onder den indruk van de ovatie, wel
ke hen, enkele minuten geleden, op de Prin
sengracht bij het betreden van het Paleis
van Justitie van de zijde dor dicht opeen
gedrongen menigte is te beurt gevallen, ne
men Klunder en Teunissen tegen tienen hun
plaatsen in de verdachtenbank in.
Ongedwongen onderhouden zij zich met
hun verdedigers, die zoo pas ook weer een
Huldebetuiging van het publiek in ontvangst
hadden genomen, terwijl ook vele anderen
in de rechtzaal van de gelegenheid gebruik
maken om het tweetal even de hand te
drukken of een praatje te maken.
Rechercheur 4a Jong ontkent alles.
Xls "de zitting aanvangt, vraagt mr. Roo
bol den president, getuige de Jong even
voor het hekje te willen roepen.
Mr. Roobol: Hebt u wel eens direct of
indirect Invloed willen uitoefenen op een
verklaring van Klein?
Getuige de Jong: Ik wil nadrukkelijk
zeggen dat ik in deze zaak nooit iemand tot
iets gedwongen heb. (verbazing)
Mr. Roobol: Hebt u Klein nooit op
schrift gegeven of willen geven, wat hij ver
klaren moest voor de Rechtbank te Dor
drecht?
Getuige 'de Jong: Nooit
Mr. Roobol: Hebt u Meintjes niet eens
opgedragen een door u geschreven briefje
aan Klein te geven?
Getuige de Jong: Absoluut niet
Mr. Roobol: Meneer de president, lk heb
dat briefje, hier is hetl (beweging in de zaal)
De Jong, nadat de president hem het brief
je heeft getoond, hetwelk hij als zijn hand
schrift herkent, veronderstelt stamelend,
dat hij dit kladje wel eens in de keuken
van Meintjes heeft kunnen laten liggen.
President: Dit is dus weer de tekst
van een verklaring, die achtergelaten wordt
bij degeen, die haar heeft afgelegd, om zijn
geheugen op te frisschen. (groote beweging)
De Jong: Ik he> daar toch zeker niets
mee misdaan? Ik ben tenslotte ondergeschikt
ambtenaar: ik heb mij niet misdragen.
Adr. generaal Mr. Bauduin: Wij heb
ben het hier alleen over uw gedragingen!
President: En dat Is al meer dan ge
noeg! (beweging)
Mr. Bauduin: En wat er nog verder ge
beurt, zal naderhand wel blijken!
President: Dat kladje van u is de ba
sis van Klein's verklaring. En in uw rap
port staat meer! Bij de uitwerking van uw
aanteekenen, komt er wat hij. Het Hof zit
hier om de zaak eens goed uit te zoeken,
dat moet u goed begrijpen, (applaus in de
zaal)
Als de Jong dan van zijn opdrachten
spreekt, zegt de president: Verhoeren
den door den rcchter-commissaris gehouden
en niet door rechercheurs!
De Jong: Maar als ik opdracht had
President: Dan is dat een misbruik,
dat zoo spoedig mogelijk dient te verdwij-
Hierna wordt gehoord de chef-machinist
B. Vledderman, die o.m. vertelt, dat hij
Klunder op een nacht eens heeft opgezocht,
om hem te zeggen, dat hij bij de Kroons
moest komen. Klunder had toen een hamer
bij" zich gestoken
Klunder: Ach meneer, de president, de
kwestie is, dat ik, eerlijk gezegd, de Kroons
niet vertrouwde. En da.nr bovendien deze
getuige zijn naam niet wilde noemen, kreeg
ik argwaan. Ik heb toon uit mijn gereed-
schapkist een hamer genomen en die in
mijn binnenzak gestoken.
President: Een hamer met houten
steel?
Klunder: Met houten steel, meneer de
president, (gelach)
President: Had u in den moordnacht
toen u bij de Kroons was, een tasch met
gereedschap op uw fiets?
Klunder: Ja zeker, ik had allerlei
teriaal bij me, er was ook een bijl bij!
President: Een prachtig wapen
een moord mee te plegen! En toch vraagt u
HET GROOTE MOMENT
,-V
'~gl
•- -***
Mocht onverhoopt, ondanks het ernstig streven naar een duurzamen vrede, dat de volkeren bezielt, te eeniger tijd onder omstandigheden, welke thans niet te
voorzien zijn, andermaal een beroep moeten worden gedaan op die offervaardigheid, dan houd ik mij ervan overtuigd, dat gij, uw tradities en verleden getrouw, u
zult gedragen overeenkomstig uw schoone wapenspreuk, die op uw vaandel staat ,.Je Maintiendrai". In dat vertrouwen overhandig ik u thans het zinnebeeld
van Vaderland en Koningin. Leve het Vaderland,1" Aldus H. M. de Koningin bij het uitreiken van het vaandel aan het Korps Mariniers. Op onze foto ziet
men de Koningin staande in 't rijtuig, waarin ook Prinses Juliana is gezeten. Vóór het rijtug staat Prins Hendrik. Links op de foto ziet men Minister Deckers
tusschen Generaal Insinger en Overste Oele.-
Teunissen een hamer van de Kroons,
gaat om elf uur even weg om iemand te
vermoorden, komt terug en zegt flat u bei
den den seinhuiswachter van Giessen-Nieuw
kerk hebt vermoord, om vervolgens nog een
glaasje bier te drinken. Zoo was de con
structie van het vonnis der Rechtbank!
(vroolijkheid)
De Jong laaf zich Inlichten.
Weer wordt rechercheur de Jong voor het
hokje geroepen. Er blijkt dan dat de Jong
bij een hoefsmid inlichtingen heeft ingewon-
over de constructie van den hamer. Hij
kreeg van dezen man verkeerde inlichtingen
die de Jong overbracht aan Kroon, die op
zijn beurt de Rechtbank weer verkeerd in
lichtte!
De president onderhoudt hem scherp over
zijn optreden en als de Jong dan met een
loed van woorden antwoordt, interrum
peert president mr. Jolles hem met een
hamerslag: „Ja hoor eens de Jong, probeer
me nu niet van de sokken te praten want
dat lukt u toch niet Ik wil er maar even
op wijzen, dat de wijze waarop u gewerkt
hebt u met de geschiedenis van den bril zóo
hebt u met de geschiedenis van den bril zoo
bewerkt, dat hij onder eede heeft volgehou
den, iemand met een bril op den dijk te
hebben zien fietsen!
3 J o n g: Ik heb geen menschen be
werkt, alle menschen zijn bewerkt, maar
niet door mij! (protesten in de zaal)
President: Ik begrijp niet, de Jong,
dat u niet wilt inzien, dat u zich vergist
hebt. Wordt het geen tijd om van houding
te veranderen?
De Jong (nijdig): Ik heb rapporten van
deze zaak opgemaakt voor mijn superieuren
en die hooren niet in het dossier thuis!
(beweging)
De ad v.-Generaal: U hebt in deze
zaak maar wat gepraat en er moet niet
wat gepraat worden! U bent aan feiten ge
bonden, niet aan fantasieën! Fantasieën zijl
in een zaak als deze misdadig! (beweging)
Een onderzoek met Jenever.
Volgende getuige is de logement en café
houder Bes&els uit Deventer.
President: Had u opdracht ln 1924 om
Klunder uit te hooren?
Getuige: Ja, dat was vanwege den
commissaris.
President: Heeft de Jong het u niet
gevraagd?
Getuige: Neen, die kwam later.
President: Later?
Getuige: Eerst werd er door de poli
tie gevraagd, of ik plaats had voor Van
Oosten.
President: Die kende Klunder?
Getuige: Ja, ik toen nog niet.
President: En van Oosten mocht Klun
der?
Getuige: Ja, hij vertelde mij dat er
geen grooter beest was. Ik dacht toen dat'
van Oosten een rechercheur was.
President: En hoe ging dat onderzoek
van u beiden?
Getuige: Alles met jenever! Eerst moest
Klunder dronken gevoerd worden en dan
trachtten wij hem aan het spreken te krij
gen!
President: En leverde dat „justitieel"
onderzoek nog al wat op?
Getuige: Klunder sprak wel over den
moord, maar hij heeft steeds gezegd, dat
hij onschuldig was.
President: Heeft Klunder niet over
den vermoedelijken dader gesproken?
Getuige: Ja, een Oost-Indisch militair,
geloof ik.
President: U hebt verklaard dat Klun
der gezegd had: we hebben er de sleutels
weer net zoo ingestopt, als we ze er uitge
haald hebben.
Getuige: Ja.
President: Heeft de Jong u dat niet
aangepraat?
Getuige: Neen.
President: Was het niet zoo, dat u den
volgenden dag tegen Klunder zei: wat heb
je ons gisteren, toen je dronken was,
sleutels verteld? En dat fantaseerde U om
er dan Klunder in te laten loopen.
Getuige: Toch heb ik het verklaard.
President: Dan had rechercheur De
Jong het heusch wel in zijn geheim rapport
gezet, (gelach). Waarom hebt U er later niet
over gesproken?
Getuige: Ik dacht dat ze dat in Dor
drecht wel wisten.
President: Hoe bedoelt U dat?
M r. Roobol: De officier van justitie te
Dordrecht is een neef van den commissaris
van politie te Deventer.
President: U kan dat van die sleutel
niet gezegd hebben, anders was het geno
teerd, met dikke stropen er onder.
Getuige Bess els: Ik weet zeker dat
ik het De Jong gezegd heb.
President: Ik kan het niet aannemen,
Bessels, De Jong zou naast al do nonsens die
hij opschreef, zulk een verklaring zeker
niet hebben laten loopen. Wanneer hebt U
De Jong voor het eerst gesproken?
Getuige: Dat weet ik niet zeker, in elk
geval is de Jong in dien tijd een keer of
drie bij mij geweest. De Jong zei: ik weet
dat zij het gedaan hebben, pe moet me r
leen maar meehelpen bewijzen te krijgen.
President: Na den rechter-commis.'
ris is de Jong nog eens bij U geweest. Ook
na de Rechtbank.
Getuige: Ik geloof het wel.
President: Wat heeft hij U later ge
vraagd.
Getuige: Hij vroeg of ik niet bewerkt
was door de tegenpartij.
President: Was men niet ovar U te
vreden?
Getuige: (aarzelend): Ik denk het niet.
De smoeriappen hebben mij geruïneerd.
En onvoldoend „getuige" geruïneerd.
Mr. den Hollander wijst er op, dat aan
get. zijn vergunning is ontnomen, omdat hij
en zijn vrouw volgens verklaring van den
hoofdcommissaris van erkend slecht levens
gedrag waren. De vergunning is later aan
gevraagd en weer geweigerd, omdat gevreesd
werd, dat get. gelegenheid zou geven tot
het plegen van ontucht.
Voorts blijkt, dat get. B. Dinsdag, twee
dagen voor de revisie, te Utrecht bij De Jong
is geweest. Get. meende, dat De Jong hem
moest rehabiliteeren. Al 't ander w
uitgelokte zaak, zoo zegt get. tot Mr. Den
Hollander.
President: Heeft u tot De Jong gezegd,
dat hij de oorzaak van uw toestand was?
Getuige: Ja!
President: Heeft de Jong toen nog over
de zaak gesproken?
Getuige: De Jong dacht, dat beklaagden
op vrije voeten zouden komen.
President: Dacht hij dit Dinsdag reeds
Getuige: Ja.
Uit het verder verhoor blijkt, dat Vai
Oost'n, ln dienst van De Jong, Klunder
Weerbericht.
Barometerstand.
Verwachting van het Koninklijk Meteoro
logisch Instituut te De Bilt:
Zwakke tot matige Noordoostelijke wind^
?velig tot licht of half bewolkt, waarschijn
lijk droog weer, weinig verandering in tem
peratuur.
FIETSERS LICHT OP:
Van 18—19 Sept. van 7.39 nam. tot 6.10 vm.
voortdurend in de kroeg van Bessels heeft
dronken gevoerd om in dien toestand hem
geheimen omtrent den moord te ontlokken.
Voorts had men Klunder een brief op een
advertentie om naar Cuba te gaan laten,
schrijven teneinde aan zijn handschrift te
komen om te zien of hij een brief aan den
officier van justitie had geschreven. De Jong
had die advertentie opgemaakt. De Jong, op
nieuw voorgeroepen, erkent dit alles.
M r. Roobol vraagt hoeveel geld der Ne
derlandsche justitie door de handen van De
Jong is gegaan om Klunder in Leeuwarden
te krijgen.
Getuige de Jong kon dit nu niet meedeelen.
Er volgt een heftige woordenwisseling tus
schen Klunder en getuige De Jong, waaraan
de president een einde maakt.
President tot getuige de Jong: Hebt u
tot Besseler gezegd, dat u de bewijzen van
de schuld in handen had?
Getuige: Ik heb van vermoedens ge
sproken.
Getuige Bessels ontkent dit.
President tot getuige De Jong: Hebt. u
Dinsdag tegen B. gezegd, dat verdachten ïn
rijheid zouden komen?
Getuige ontkent dit.
De zitting werd hierna geschorst.
Terwijl op de Prinsengracht voor de eerste
maal politieruiters zijn aangerukt om de
duizendkoppige menigte in bedwang te hou
den, welke zich voor het Paleis van Justitie
erzameld heeft, wordt te ruim 2 uur de be
handeling voortgezet.
De vrouw van Bessels verhoord.
De eerste getuige van den ddag is de
rouw van den logement- en ca.««houder Bes
sels te Deventer.
In begin 1925 is Van Oosten in het loge
ment in den kost gekomen.
President: Hebt U Klunder w'el eens
hooren praten?
Getuige: Hij kwam af en toe met Van
Oosten.
President: Werd er dan gedronken?,
Getuige: Gedronken, neen gezopen!
President: Heeft hij over den moord
gepraat?
G e t u i g e: Hij zei: overal vervolgen ze me!
President: Hoe ging het den eersten
avond?
Getuige: Hij had een mooie jas aan en
toen ik daarnaar vroeg zei hij: ik heb
iemand achterovergeslagen. Hij droeg toen
ook geen bril.
President: Wat is er over de sleutels
ter sprake gekomen? Toen hij die sleutels
in uw hand zag, zei hij toen: Die verrekte
sleutels, daar hebben ze het altijd over. Zoo
als we ze d'r uitgehaald hebben, hebben we
ze er weer ingestopt; hij was toen dronken*
Getuige: Ja.
President: Ik begrijp niet, waarom u
dat niet tegen de Jong verteld hebt. Uw man
en Van Oosten waren in dienst van de politie
Getuige: Dat wist ik toen niet.
President: Toen u later hoorde, dat
Klunder verdacht werd van den moord van
Giessen-Nieuwkerk, hebt u toen niet aan' de
sleutels gedacht?
Getuige: Jawel en ik heb het tegerf
van Oosten gezegd, geloof ik.
Getuige windt zich dan erg op over
„die kerels, die haar en haar man in de na
righeid hebben gebracht
De kop van jut en de moord.
President: Klunder, heb jij herrie gehad
met den kop van Jut? (vroolijkheid).
Klunder: Er is wel herrie geweest op
die kermis. Er is toen een tent in elkaar ge
slagen en daar stond ik bij. Dit is alles.
President: Maar er is toch maar ge
bruik van die verklaring gemaakt. Hebt u
ook niet gezegd, dat u Klunder in staat acht;
te voor den moord te Culemborg en te Gies
sen-Nieuwkerk? Dat staat in het rapport
van de Jong!
Getuige: Klundert is maar twee wekeit
bij ons in den kost geweest, hoe kan ik dat
allemaal weten.
Getuige Vinke, nougat-handelaar en
vroeger logementhouder te Kampen, heeft in
het stille verhoor ongunstig over Klunder
verklaard. Ook deze getuige heeft aan re
chercheur de Jong het verhaal gedaan van
den „kop van Jut". Maar dat was maar een
„grapje", aldus getuige.
President: Je moet anders mei zulke
grapjes erg oppassen, de Jong heeft van je
verklaring gebruik gemaakt!
Nog meer jenever in dienst van
het heilig recht!
Als volgende getuige wordt dan gehoord
de caféhouder D. Bosman te Glanerbrug.
Get. heeft in 1924 en '25 een logement te
Deventer gehad. Klunder is daar geruimen
tijd in den ko'st geweest. In begin '25 was
Klunder veel in gezelschap van Bessels en
van Oosten. Er werd zwaar gedronken. Met
getuige heeft Klunder ook over den moord
gesproken. „Eens zal de tijd komen", zei hij
bij die gelegenheid, „dat mijn onschuld vol
ledig zal vaststaan'".
Over den hamer heeft get. nooit gesproken.
President: Wat voor indruk kreeg u
van Klunder. Een ruwe klant?
Getuige: Niks geen ruwe klant. Een man
met een goed karakter is hij. Als hij maar
een paar centen in zijn zak heeft; is hij in
staat om daarvan de helft aan een ander te
geven.
President: Hebt u met de Jong gespro
ken?
Getuige: Hij heeft me verteld, dat Klun
der verdacht werd van den moord te Culem
borg.
Hierna wordt gehoord de heer H. Kenther,
redacteur van „Het Volk". Get. heeft van
Oosten in het geheel twee maal opgezocht;
de eerste maal heeft van Oosten hem inge
licht over zijn (van Oosten's) opdracht van
de Jong om met Bessels Klunder te bewer
ken. o.a. door drinkgelagen. Van Oosten
heeft get. verteld, dat hij voor een en ander
vergoeding van de Jong kreeg. Bij het twee
de gesprek met van Oosten toonde deze zich
aldus get. zeer gereserveerd. Get. kreeg
toen den indruk, dat er iemand hij van Oos
ten was geweest, die hem verzocht had, zich
verder stil te houden.
Vandaag requisitoir en verdediging.
De president schorste hierna de zitting tot
hedenochtend tien uur. De verwachting is,,
dat de advocaat-generaal, mr. Bauduin. van
middag gelegenheid zal krijgen voor zijn re-
requisitoir, waarna de verdediging zal plaats
hebben. Mr. Roobol verklaarde reeds daar
voor maar twaalf minuten noodig te hebben*