ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1929 TWEEDE BLAD PAG. 7
DE UITVAART VAN Ds. J. QUAST Hzn.
DE NESTOR DER UTRECHTSCHE
PREDIKANTEN BEGRAVEN
overwinning, de rouw en den dank. Hij is
het doodsbeeld en liet levensbeeld, de beroo-
ving en de bekleeding, de ontluisterde en
de Gekroonde, de ov
OVERWELDIGENDE BELANGSTELLING
Rouwdienst in de Nicolaïkerk
In Memoriam.
In het Utrechtsche Predikbeurtenblad
heeft de waarnemend Directeur een
In Memoriam geschreven naar aanleiding
van het verscheiden van den nestor der
Ned. Herv. predikanten, Ds. J. Quast Hzn.
Ds. de Haas schrijft het volgende:
Wat reeds geruimen tijd verwacht kon
worden, is geschied: onze oudste voorgan
ger Ds. Quast heeft den loop geëindigd en
den strijd uitgestreden.
Onze Gemeente mag rouwen; geboren 11
Juni 1852, predikant geworden in 1880, is
de nu ontslapene, na eenige jaren arbeids
te Nieuw-Leusen en te Nijbroek, in 1S88
naar Utrecht overgekomen en heeft onze
Gemeente alzoo 41 jaren gediend.
In dien langen werktijd heeft hij gear
beid met groote trouw, met groote toewij
ding en bovenal met groote eerlijkheid. Zijn
rustige bedaardheid, zoo gansch vrij \an
den geest van agitatie, die het kenmerk is
van onzen tijd, maakte het mogelijk op zeer
gevorderden leeftijd het ambt te blijven
vervullen, maar in dit rustig tempo werd
intusschcn door hem nog veel werk verzet,
terwijl, zooals bekend is, ook dikwerf de
nachtelijke uren mede werden aangespro
ken.
Wat heeft hij vooral in vroegere jaren
•en massa leerlingen gehad! Wat zijn er
Dog velen, die hem met dankbaarheid a's
„zieleherder" gedenken! Er ging een wel
dadige rust van hem uit
Met de „volle kerk" heeft de Gemeente
hem nimmer verwend; in stilte hebben wij
steeds in hem bewonderd, dat hem dit in
nerlijk nooit in het minste gedeerd heeft
Zijn voorbereiding voor den kansel bleef er
even degelijk om, en zijn rustige blijmoedig
heid bleef ongeschonden. Hierin verried
zich een hoog en Christelijk karakter, dat
niet naar applaus der menigte vraagt, maar
uitsluitend naar de goedkeuring van Boven.
Ook in de besturen chr Kerk heeft hij n
•ervolle plaats ingenomen; een lange reeks
van jaren was hij secretaris van het Pro
vinciaal Kerkbestuur, de laatste jaren ook
lid van de Algemeene Synode; ook was hij
Praetor van onzen Ring.
Als kundig en krachtig kampioen voor
het Protestantisme is hij in wijden kring
bekend geworden. Aan de Algemeene Pro-
testantenvereeniging, van welker hoofdbe
stuur hij voorzitter en van welker Utrecht
sche afdeeling hij eere-voorzittor was, zal
tot in lengte van jaren zijn naam verbon
den blijven.
En dan de Burgerscholen onzer Gemeen
te op het Domplein; hoezeer hadden deze
de liefde van zijn hart! Wij hebben alweer
verscheiden jaren hem in dat werk van na
bij gade kunnen slaan, en kunnen opmer
ken, hoe zijn geest daar dagelijks mee be
zig was. Dat hij voor vele jaren zijn loop
baan als onderwijzer was begonnen, sprak
hier natuurlijk ook een woordje mee. Ook
van de Commissie voor Godsdienstonderwijs
uitgaande van den kerkeraad, was hij vele
jaren voorzitter.
En hoe zouden wij in dit blad kunnen
schrijven zonder te gedenken, hoe de nu
ontslapene ook langen tijd de redactie van
ons Predikbeurtenblad heeft in handen ge
had.
Hij heeft het zeldzame voorrecht gehad,
dit alles te mogen blijven doen met onver
zwakte kracht, tot bijna den 77-jarigcn
leeftijd. Tot nog den laatsten winter behoef
de hij zich eigenlijk in niets te ontzien. Le
nig en gemakkelijk, als een jong mensch,
bewoog hij zich. Niemand zou, hem ziende,
kunnen vermoeden welk een druk en zorg
vol leven hij steeds heeft moeten leiden.
Wij moesten hem ziende dikwerf denken
aan den 92sten Psalm:
„Tn hunne grijze dagen
Blijft hunne vreugd gewis
Zij zullen groen en frisch
Gewcnschte vruchten dragen."
Maar God heeft het alles beëindigd. Voor
eênigen tijd, zoo hoorden wij. had Ds. Quast
tot iemand zijn vermoeden uitgesproken, dat
hii nog eens plotseling en gansch onvoorbe
reid zou worden weggenomen. Het is anders
geweest Een langdurig en moeilijk ziek
bed is zijn deel geweest. Wij weten echter,
dat zijn vastheid is geweest, datgene, wat.
de Catechismus in het eerste antwoord zegt
aangaande den eenigen troost in leven en
■terven.
De nagedachtenis van dezen recht
vaardige zal tot zegening zijn.
P. DE HAAS.
Het Predikbeurtenblad verscheen ditmaal
met de eerste pagina in rouwrand.
DE ROUWDIENST
Een Indrukwekkende plechtigheid
Vond vanmorgen plaats in de Nicolaikerk,
Waar de rouwdienst geschiedde. Een kata
falk was gemaakt, waarop de kist was ge
plaatst voor den preekstoel.
210 Bloemstukken dekten de baar.
Een groote menigte vulde lang voor don
aanvang van den dienst het kerkgebouw.
Onder de aanwezigen merkten wij op Dr.
H. Th. 's Jacob, Commissaris der Koningin
in de provincie Utrecht; Jhr. Dr. C. G.
Quarles van Ufford, griffier der Provinciale
Staten van Utrecht; Dr. J. P. Fockema An-
dreae, burgebeester van Utrecht.
Het geheele ministerie van predikanten
der Ned. Herv. Gemeente, tal van waardig
heidsbekleders der Ned. Herv. Gemeente,
waaronder kerkvoogden, notabelen, ouder
lingen en diakenen, alsmede afgevaardigden
van de Algemeene Synode van het Prov.
Kerkbestuur en van den Ring Utrecht der
Ned. Herv. Kerk.
Te ongeveer tien minuten voor tien zette
de organiist dezer kerk, de heer J. C, de
Lange in den Trauermarsch van Jos.
Rheinberger. Indrukwekkend klonk het ge
dragen motief van den treurmarsch door de
gewelven van het kerkgebouw, stemmend
tot ontroering en ernst
Ds. H. C. Briet voorzitter van den ker
keraad der Ned. Herv. Gemeente, betrad
don kansel en deed zingen Gezang 52 12:
Ik geloof een eeuwig leven
Mij door Jezus zelf bereid.
Ongekende hemelvreugde
Storelooze zaligheid.
Ds. Briöt sprak in dezen dienst naar
aanleiding van de woorden die men vindt
in den lsten Corin-
thenbrief hoofdstuk
15 57: Gode zij
dank, die ons de
overwinning geeft
door onzen Heere
Jezus Christus.
In den aanvang
van de overdenking
dezer woorden merk
te Spr. op, dat het
met het karakter
van dezen dienst in
strijd zou zijn, wan
neer hij de nage
dachtenis van Ds.
Quast zou gaan hul
digen zooals men dat tegenwoordig noemt;
dat zou bovendien herhaling worden van
wat reeds geschreven werd of vooruitloopen
op wat nog gezegd zal worden. Alleen wil
de Ds. Briöt namens den kerkeraad en het
het ministerie van predikanten hier dank
baar gedenken wat Ds. Quast voor de
Utrechtsche Hervormde Gemeente zooveel
jaren was geweest. Zeer gesteld op de prae-
rogatieven van zijn waardigheid en op de
eischcn der collegialiteit, een van de weinig
overgebleven figuren uit de predikanten
wereld van voor vijftig jaren, heeft hij in
de eerste plaats dienaar van het Evangelie
willen zijn.
In het gewone leven wordt iemand beoor
deeld naar het succes, dus naar het uit
wendige, een oppervlakkigheid, die helaas
ook in kerkelijke kringen hoe langer hoe
meer indringt, waarbij men het woord
„zegen" misbruikt. De dienaar en de dienst
van liet Goddelijk Woord worden beoor
deeld naar een maatstaf, die ons ontgaat.
Want zoo ooit, dan is het hier niet gelijk
de mcnsch ziet; want de mensch ziet aan
wat voor oogen is maar de Heere ziet
het hart aan. Dit plaatst hem ver boven de
oppervlakkige hulde en lof van menschen;
het plaatst hem óók ver boven hun opper
vlakkige critick.
En nu staat zijn stoffelijk overschot in
ons midden. Het einde is gekomen van den
bijna vijftigjarigen dienst, waarvan meer
dan veertig jaar in de Utrechtsche Gemeen
te. De hooge rechte gestalte is gebroken,
de hand verstijfd, het oog verdoofd, de
mond gesloten, de denkkracht en de wils
kracht verlamd. En al wat goed en edel
was, ook in het leven van hem, die heen
ging, wordt, zooals wij zeggen, meegeno
men in het graf, het is vervaagd tot her
innering. Er is rouw over het heengaan van
dezen predikant; rouw bij de kinderen, en
wij denken dan ook aan de kinderen ii
dië en aan haar, va
zwaar zijn geweest.
Rouw is er in zoo'
wie deze dagen te
•eel harten.
Allen zijn wij aangegrepen door de macht
van den dood, voor wien alles en ieder zich
buigen moet. Er is in ons leven niets zeker
alleen zeker is dit, dat wij allen zul
len sterven, dat ieder van ons zal gaan dat
donkere, eenzame pad. De dood, het sterven
geen denker, geen dichter, geen gods
dienststichter, geen wereldleeraar verklaart
ons dit raadsel. Wij kunnen doen en rede
neeren wat wij willen, zijn schrik, zijn
rouw, zijn onnatuur blijft bestaan; al wat
leeft huivert voor zijn macht. Op het graf
van een vroeggestorvene zag Spr. eenmaal
het wanhoo'pswoord: „De dood verslindt het
leven". De dood is de absolute en de totale
nederlaag.
Kan er bij een rouwdienst worden ge
dankt?
Kan God hier worden gedankt?
Kan hier worden gesproken van over
winning?
Alleen Christus' Gemeente en ieder die
met zijn leven staat in den grond van haar
leven, kan dat. Alleen zij heeft daarvoor
den moed. Alleen zij is daartoe geroepen.
Haar is, ik zeg niet de verklaring geluk
kig niet maar de werkelijkheid van den
dood door Woord en Geest geopenbaard. Zij
is uit den dood weer gezet in het leven.
Zij kent den dood en zij kent hem nog veel
erger en vreeselijker dan al de anderen.
Zij kent hem niet enkel als de natuurlijke,
maar vooral als een geestelijke en een ze
delijke macht. Als we dit zeggen, willen we
geenszins hooghartig neerzien op alles wat
edel en goed en vriendelijk en opofferend
rin kunstvol en religieus is in de wereld
en onder de menschen. Integendeel. Wij
wijzen dat juist op grond van onze Christe
lijke belijdenis omtrent het leven, als zelf
zuchtig en onnatuurlijk, dus onchristelijk,
af. Maar dat verbergt ons den droeven ach
tergrond van het Christelijk en zedelijk
streven van de menschen en de mcnscliheid
niet In dien achtergrond is de geestelijke
en zedelijke ontbinding en verwildering, of
hooger en edeler; het idealisme, dat uit
eigen aandrift opvaart en zich de vleugels
brandt in het verterende vuur.
De bezoldiging der zonde hoe de zonde
zich uit, met welk kleed zij zich tooit, van
den Êarizéeër of van den Tollenaar, van
den dichter of van den denker de bezol
diging der zonde ?s de dood, dat is de gees
telijke en zedelijke nederlaag, dat is het
geestelijk en zedelijk bankroet, niet voor
de menschen, tevens ook, maar altoos voor
God. Dat ia ontstellend en ontzettend. De
Gemeente van Christus, aan wie de werke
lijkheid des levens geopenbaard is, is een
ont-stelde en ont-zette.
Hier begint de rouwdienst van het ont
zette leven, de rouwdienst voor het door en
voor God ontstelde hart, de rouwdienst
van de nederlaag. En hier begint, o wonder
van genade, ook de dankdienst, de dienst
der overwinning. Want wie den dood zou
kent, heeft hem ook overwonnen. Deze ken
nis is maohL Daar kunnen wij alleen voor
danken als voor een gave. Gode zij dank,
die ons de overwinning geeft
Door onzen Heere Jezus Christus. Want
uit het Godswoord der levensopenbaring en
der zelfontdekking, uit het heilig, van den
Geest doortogen en bewogen blad der pro
fetie van Oud- en Nieuw Verbond, rijst op
de gestalte van Jezus Christus. In Hem
zien wij en hebben wij de nederlaag en de
Het is de Christus Triumfator, die sind6
Golgotha en de Opstanding en den Olijfberg
en den Pinksterdag door de wereld gaat.
Hij vergadert zich uit alle landen en volken
Gemeente, die den dood kent en het le
ven kent, de nederlaag en de overwinning
en Gemeente, oie aenkt en handelt, die
lijdt en sterft en leeft uit en door Hem.
Soms zien wij den zegetocht duidelijk,
soms alleen in het verborgene; soms over
bergen, soms door de diepten. Totdat wat
op Golgotha volbracht werd, ook geschied
zal zijn. Dat is de toekomst van Christus.
Zijn glorievolle wederkomst. De nieuwe he
mel en de nieuwe aarde. De voleinding. Dan
is alles ovcrwinnimg. De geestelijke en de
zedelijke en de stoffelijke were'd aan den
dood ontheven. God alles en in allen.
Zoo wordt dicize rouwdienst dankdienst.
Zoo wordt het graf een hemelpoort.
Zoo zeggen wij, zoo belijden wij, in het
aangezicht van den Dood: Gode zij dank,
Die ons die overwinning geeft, door Chris
tus onzen Heere.
Tusschen de predikatie in deed Ds. Briet
zingen Gez. 3 5, terwijl ma de predikatie
gezongen werd Psalm 73 13.
De heer De Lange speeldie na den dienst
de Marchc Fu 'cbro van Alex. Guilmant.
Op het Kerkhof,
r de stoet te ongeveer halftwaalf aan
kwam, had zich een duizend/koppige me
nigte verzameld. De politie zorgde, onder
leiding van den Commissaris van Politic in
de Ile afdeeling, den heer Brandt en de
hoofdinspecteur de heer Van Eijk, voor ecu
.uitstellende afzetting en regeling.
De directeur der begraafplaats de heer W.
C. Rutgers Jr. had zich persoonlijk met de
regeling belast.
De leiding der begrafenis berustte bij Ds.
Briet on Ds. C. W. Wagenaar.
Dc kist werd door de diakenen der Ned.
Herv. Gemeente grafwaarts gedragen. Na
dat de kist in dc groeve was neergelaten zon
gen schoolkinderen van de Herv. Burger
scholen onder leiding van den heer Schrier
Gezang 2G9 2, 7 en 8: „Jezus mijn Verlosser
leeft".
Ds. H. E. G. van d e r H e e m e van Neer
langbroek sprak namens de algemeene sy
node der Ned. Herv. Gemeente en zeide, dat
Ds. Q. op de bijzondere plaats, die hij in het
hoogste kerkbestuur innam zeer gewaar
deerd werd.
Hij had groote liefde en toewijding voor
zijn taak en heeft veel voor dc kerk gedaan.
Dat zulk een man na zulk een welbesteed
leven eindelijk het hoofd neerlegt, toont ons
dat wij hem zijn rust niet mogen misgun
non, dc rust die er over blijft voor het volk
van God.
„Zalig zijn de dooden, die in den Ilecre
sterven".
Zijn naam en persoon, die waarlijk een per
soonlijkheid was, zal jaren lang genoemd en
iii gedachten gehouden worden.
Zijn heengaan is een verlies voor dc. Ncd.
Herv. Kerk. Wij willen God danken voor
wat Ilij de Vaderlandsche kerk in hein
schonk.
Ds. B o n g e r s van Kamerik sprak na
mens het Provinciaal Kerkbestuur, waarvan
Ds. Q. secretaris was. Spr. zei, dat de over
ledene zoo ontzettend veel gedaan heeft als
secretaris van het provinciaal kerkbestuur.
Groote droefheid vervult ons nu wij staan
aan dit graf. AI wat hij deed werd godragen
door zijn groote liefde tot God en tot do Va
derlandsche kerk. God vertrooste velen, in
de kerk van Utrecht, waar Ds. Q. zooveel
troost en steun heeft gebracht
Dr. van der Eist sprak namens <Ju Chr.
wijkverecniging in de wijk Dom—Buurkerk
en zeide, dat de overledene al wat geschie
den moest op waarde schatte en met de
grootste zorg handelde. Ook zijn cathechi-
santen, die bij honderden te tellen zijn, zul
len hem gedenken.
Dr. G. P. Ma rang sprak namens de
vroegere wijk van Ds. Quast en de wijk
Bethlehemkerk. Dat was eigenlijk zijn wijk
gebleven. 25 jaar heeft hij de wijk Bethle
hemkerk bearbeid. Hij leefde in de harten
der wijkwoningen en was in de gezinnen
ingegroeid en had er een plaats veroverd.
Hij vroeg mij, zoo zei spr., of hij zijn wijk
mocht houden en zoo is liet zeldzame gebeu
ren hier geschied, dat zijn wijk twee predi
kanten had.
Verschillende jaren heeft spr. met Ds. Q.
samengewerkt en nooit eenige geschillen ge
had: Dat lag niet aan spr., maar aan Ds. Q.
door de fijne tact waarmele deze wist te
handelen. Spr. dankte de kinderen, die ge
zongen heebcn: ,,'k Leg op Jezus trouw mij
neer", dat is het wat wij hebben moeten
om trouw te hebben in leven en sterven.
Ds. P. de Haas sprak namens regenten
der Ned. Herv. Burgerscholen en nu God
hem weggenomen heeft is het ons wonderlijk
te moede. Toen deze week een spoed-regen-
tenvergadering plaats had, staarde de leege
voorzittcrstoel ons zoo wonderlijk aan en
woog dc presidenthamer zoo zwaar.
Zijn rustig tempo, waarmede hij werkte
ging gepaard aan en geweldige accura
tesse. De dir. onzer scholen mej. Tonsbeek
en de heer Ten Have zullen in hem missen
hun stun en ock het personeel verliest in
hem een steun. Hij kon vechten als een
leeuw voor de scholen als de reputatie ervan
soms werd aangerand. Ook de leerlingen, dc
grootste tot de kleinste hebben hem gekend
en liefgehad en zullen hem blijven gedenken.
D s. B. Koolhaas sprak namens de
Algemeene Prot Vereeniging.
Ds. Q. was aan de Algem. Prot Vereen.
•bonden met innige band; het was de
band die hem verbond aan zijn volk. Hij is
gestorven als een Nederlander. Zijn overlij
densbericht zal dezer dagen in duizenden
en duizenden harten in Nederland herinne
ringen hebben opgewekt.
Spr. wil hier aan de geopende groeve zeg
gen,da t dc arbeid van Ds. Q. in de Algem.
Prot. Vereeniging in zijn bestrijding van
Rome niet anders ten doel had dan het
verlangen van heel het volk. Zoowel Pro-
testantsch als Roomsch. Velen hebben het
niet zoo breed gezien en zijn daarom van
hem vervreemd, wat hom pijn gedaan heeft
Nu rust deze werker, deze strijder voor
de Nederlandsche vrijheid. De man met het
Geuzenhart is van ons weggegaan. Wij zul
len den arbeid voortzetten, met alle kracht,
die God ons geeft Dat is de beste dank
baarheid en trouw, die wij heni kunnen be-
rijzen.
Ten slotte werd het woord gevoerd door
een vertegenwoordiger van de Ned. Steno
grafenvereeniging Stolzewery, waarvan de
overlodenc voorzitter was.
Een zoon van Ds. Q. dankte voor de be
toonde helnngstelling. Ds. Briet las daarop
1 C.or. 15 53 tot en met 58, bad daarna
het ..Onze Vader", waarmede de plcchtig-
he'd ge.'ii' ligd was.
GEDENKBOEK OVERSCHIE
EEN MOOI SLUITSTUK VAN EEN
GEDENKWAARDIG FEEST
Soo Overschie als Hoogenban
Getuyqen zyn van desen Man
Dat Deugd en eert was zyn Merck....
Gisteren, dus op den laatsten dag, waarop
0ver3chie zijn 1000-jarig bestaan vierde, ver
scheen 't Gedenkboek: „Overschie in
den loop van tien eeuwen".
Wij wisten, dat dit Gedenkboek koonen
zou, en wat we er van hoorden verluiden
deed 't vermoeden rijzen, dat iets ongemeens
mocht worden verwacht.
Doch we willen aanstonds verklaren, dat
onze verwachting zeer verre is overtroffen.
Men doopt in onzen lijd, waarin personen,
vereenigingen, inrichtingen en zaken om dc
vijf jaar plachten te „jubileeeren" al'es met
den wijdischen naam <van „Gedenkboek".
Soms meent men een programima of bro
chure te ontvangen, maar opeens ontdekt
men dan door de reuzenletters „Gedenk
boek" dat de bedoeling van den toezender
eenigszins anders was en dat hij hooger
mikte.
Maar even zeldzaam als Oéerschie's jubi
leum, is 't Gedenkboek, dat thans vóór ons
ligt.
Dit forsche boek van bijna 300 pagina's
maakt een kloeken indruk. De mooie Iwmcl
is even sober als voornaam: de Hollandecho
Mediava's waarmee de tekst gezet is, ver
eenigt in zich duidelijkheid en ^*T.iirheid:
en wat vooral de waarde van dit hoek vér-
hoogt is de onbekrompen wijze, waarop
door talrijke illustraties werd verlucht.
„De door den schrijver ondernomen taak
is voorwaar geen gemakkelijke geweest" -
zegt Burgemeester Baumann in 't voor
woord.
En dat stemt men aanstonds voknondie
toe als men in de inleiding van den schrii-
ver, den heer G. C. H e 1 b e r s, de mededee-
ling leest, dat eerst 26 Juni van dit jaar
hem werd verzocht een historisch gedenk
boek samen te ste'len.
Ruim twee maanden dus na den dag, dat
't plan geopperd werd, is 't werk versche
nen. VV'èl mag de schrijver zeggen, dat de
hem gegunde tijd „niet al te ruim genoemd
kan worden".
Eerlijk gezegd maakte deze mededecling
ons cenigszins wantrouwend
Niet geheel onbekend met 't feit welk een
tijd 't kost in oude archieven naspeuringen
te doen vroegen we ons verbaasd af of dit
werk niet al te zeer de sporen zou vertoo-
nen van de haast, waarmede 't persklaa
moest worden gemaakt..
Doch bij 't lezen gleed deze vreeze on:
vanzelf van 't hart en werd ons steeds dui
delijker, dat in dit boek een scribent aa>
't woord is, dtie best „uit voorraad leveren
kan.
Achtereenvolgens handelt de schrijver
o.m. over: De naam en het ontstaan van
Overschie, de geschiedenis van 't dorp va1
1100—1600, de gouden eeuw, de 18de en 19de
eeuw, het ontstaan van de tol'en, de geschie
denis van het Hervormd Kerkgebouw, de
Rooimsch-Katholieke Kerk, de Gereformeer
de Kerk, het Gemeentehuis en zijn voorgan
gers, dc sloten, buitens en molen9, de Am
bachtsheerlijkheid, het Bestuur van Over
schie, verkeersmiddelen, Overschie en de
Kunst, de 20ste eeuw.
Uit deze dorre opsomming blijkt reeds ge
noegzaam, dat niets merk- om wetenswaar
digs vergeten bleef, dat dit boek vrijwel al
Les geeft wat van Overschie bekend is.
En dat is niet weinig.
't Wemelt in dit werk van Interessante
stukjes, waarin ieder belang stelt
Zoo bijv. 't korte hoofdstukje „De oorlog
met Rotterdam". Reeds in 1489 wilde Rot
terdam „Ouderscied-e" annexeeren dat
ging toen natuurlijk héél anders dan nu
en deze strijd kostte menigen Hoek en Ka
beljauw 't leven.
Verder ontmoeten we een aardig verhaal
„Hoe een voornaam heer te Oudersch'
zwanen trachtte te doen stelen".
Dat er in den zoo vaak hooggeroemden
„goeden ouden tijd" ook wel eens duistere
zaken plaats grepen, bewees wel de eed, di'
in 1679 van de vroedvrouw Pleuntje Lecn-
dertsdr. werd afgenomen.
In 1621 werd „aan Henrieo Gregarij. wo
nende tot Oudersrhie ontseijt ende geïnter-
diceert de Schoole aldaer 1e houden, ten
ware hij ondertcekende de ranones van den
Svnadus nationaal tot Dordregt gehouden".
Van dé Hervormde Kerk lezen we: „De
Kercke pacht is gegeven tot onderhout
de kcrek en comt ten laste van de tappers
of herbergiers, die van ieder stc»op wijn 5
stuyvers en van een tonne bier een gulden
moeten contribuecren". Ook dit: ..Het getAl
lidmaten is jask-nswoordigh omtrent de 500
(de dominee leant sells niet zeggen)".
In de 17de en 18de eeuw had de veestapel
veel'van besmettelijke ziekten te lijden. Fn
daarom schreef een Overschiesche boer op
zijn belastighiljet: „lek Vranck Maer'ensz.
van de Hooght ick hebbe verleeden Winter
alle mijn heeste verlooren, klcijn en groot,
geen één overgehoude. Irk hope dat mijn
godt voors wil bewaeren".
We willen 't hierbij laten, want dit G»
denkboelc geeft zóóveel interessants, dat w
ko'ommen vol merkwaardige bizonderhede
zouden kunnen weergeven.
Over 't kerkelijk leven en niet minder
over le tollen zou nog heel wat te zeggen
zijni
De heer Helbers geeft in de eerste plaat*
historie. Maar hij cloet dit op zulk een le
vendige en boeiende wijze, dat de lectuur
van zijn 'boek eenige uren van onze nacht
rust in beslag nam. Op hem zijn ten volle
van toepassing dc dichtregels, die wij ergens
in zijn Gedenkboek venden en hierboven
lieten afdrukken.
Aan Schrijver en Gemeentebestuur van
Overschie onze gelukwensch bij de verschij
ning van dit werk.
En ons compliment aan de Rotterdamsehe
drukkerij van C. Geleijns, die dit boek in
zoo korten tijd op zoo superieure wijze wist
uit te voeren.
ZIEKTEN EN MELKCONTROLE
We leven in een tijd, waarin de mensch
zijn kennis van het kleine zeer heeft ver
meerderd. Gewapend met microscoop en
ultra-microscoop is een wereld van kleine
wezens ontdekt, waarvan men vroeger geen
flauw vermoeden had. Vooral ten opzichte
van de oorzaken van vele ziekten is nu
duidelijk geworden, wat voorheen in het
verborgene lag. Ook in onze landbouwweten
schap heeft de ontdekking van de wereld der
bacteriën veel opgehelderd, wat voorheen
duister was. Wc willen slechts een paar din
gen noemen. Overbekend is de tuberkelbacil
als de verwekker van de tuberculose.
Dan kennnen we den verwekker van dc
Maltakoorts bij den mensch ,wat dezelfde
moet zijn die bij het vee het zoo schadelijke
verwerpen veroorzaakt de Brucella abortus
Bang;
Verder zijn claar de bacteriën die de oor
zaak zijn van dc uierontstekingen. Wat een
ellende en narigheid ook dit den veehouder
kan veroorzaken, moet ge maar een9 vragen
aan den melker, die zulke dieren tweemaal
per dag moet uitmelken.
We willen het bij deze enkele voorbeelden
laten.
Over het eerste punt is reeds zooveel ge
schreven, dat we er hier maar het zwijgen
aan toe zullen doen.
Dat er verband bestaat tusschen het voor
komen van den verwekker van het verwer
pen en de Malta-koorts wordt door Dr. J. v.
d. Hoeden in hot Tijdschrift voor diergenees
kunde meegedeeld. Deze deelt uit zijn onder
zoekingen mede, dat hem in ruim een jaar
tijd 24 gevallen hekend zijn geworden van
personen lijdende aan Maltakoorts, waarvan
aangetoond kon worden dat besmetting had
plaats gehad door het gebruik van rauwe
melk en room. Evenzoo kwamen in andere
landen gevallen voor, die teruggebracht kon
den worden tot een dergelijke ooizaak. De
zelfde geleerde heeft ook proeven genomen
met cavia's en is daarbij tot de conclusie
gekomen, dat het wel terdege noodig is, dat
aan het voorkomen van deze bacillen in
melk, volle aandacht wordt geschonken. Dat
dus de melk van koeien, die deze bacteriën
bevat, niet rauw wordt gebruikt.
In boter en karnemelk schijnt de levens
omstandigheid voor deze ziekteverwekkers
niet gunstig te zijn.
Dan hebben we nog de streptococcen, die
in de melk aanwezig zijn bij uierontstekin
gen. Die uiterontstekingen komen veelvuldig
voor, getuige het groote aantal koeien, dat
niet vierkant is. Hoeveel driespenen komen
er niet voor. De schade door uierontsteking
is ook in ons land verbazend groot.
't Is cahier een belang èn voor den vee
houder èn voor de consumenten, dat er mee
werk gedaan wordt om deze ziekte te voor
komen. Dat is alleen mogelijk wannee
ziekte nog in haar eerste stadium verkeert
Derhalve moet ze dan reeds geconstateerd
worden. Doch eerst nadat de ontsteking aan
den gang is, komt het voor den dag en daar
om is onderzoek van de melk beslist nood
zakelijk om het begin te kunnen onderken
nen. Nu is dat onderzoek van de melk op
het voorkomen van streptococcen niet zoo
moeilijk als het lijkt.
Het schijnt mogelijk te zijn eenvoudige
onderzoekingen in elkaar te zetten, waarbij
door afwijkingen in de kleur na te gaan is,
in hoeverre de melk zuiver is.
Iets dergelijks komt b.v. ook voor bij de
reductase-proef, waarvan we bij een bezoek
aan een groote melkfabriek, een voorbeeld
zagen behandelen, zooal9 dat eiken dag met
tallooze melkmonsters wordt uitgevoerd.
Nu is het echter maar de vraag, hoe al
deze zaken practisch uitgevoerd kunnen wor
den. Het moet natuurlijk niet omslachtig
zijn. Verder mag het niet te veel kosten en
moet daarom ook door menschen zonder
wetenschappelijke opleiding, uitgevoerd kun
nen worden. Daarover zijn nu in de vakbla
den de meeningen verdeeld. Enkelen mee-
nen, dat het «Tielk onderzoek uit te voeren
zou zijn door de melkcontroleurs, zooals die
door onderscheiden Contrólcverecnigingen
aangesteld zijn. Anderen meencn, dat dit
grootscher moet opgezet en daarvoor een
gediplomeerd dierenarts moet aangesteld
worden. Dan zal dit echter toch moeilijk
de Contrólevereenigingen kunnen uitgaan
en wordt het waarschijnlij'k een Staatszaak
met al den rompslomp, die daaraan kleeft.
Het zou natuurlijk ook gaan, wanneer er
een algehecle reorganisatie van de Contróle
vereenigingen plaats had. Misschien is het
daarvoor al reeds te laat. Immers een groot
deel van de contróle op de zuiverheid
de melk en haar zindelijke behandeling en
verhandeling is door het Melkbesluit reeds
in handen der Overheid gegaan. Wan
men nu nagaat hoe soms gemopperd wordt
over deze maatregelen, dan ligt het voor de
hand, dat men ook hier aandringt op het
particulier initiatief en dat het dus zaak
van de organisaties om in dezen een aanva
te maken vóór ook hier vader Staat zijn
lange grijparmen er om heen slaat.
Eén der illustraties uit 't Gedenkboek. De Hofstad Rodenrijs, eens 't bezit van Ji.
van Oldenbnrnevelt. Deze burcht (gesloopt- in 1S50) stond even voorbij 't Leeuwcnhnf
aan den Dclftweg, op 't stuk land, dat thans nog dien naam draagt.
INGEZONDEN STUKKEN.
Katwijk x. Zee. 5 Sept. 191».
de Redacteur.
.nleldlng
irexeu, ouidnt «Je
;<-"-n»Zlin c-u«f-tü«Jlg schrijft, of hü 1». of htj
rurd*. e.-iwüd'b' voorgellciiL De schrijver ver-
vl-. ik ir.-.r ti-gepe... ..eerde op 14 Aug. J L
imtrent deze kwestie. W|J onierzüds (de drie
fgevaurdlgden volkspartij In der
de Juiste weg
Tiend zö>
Ifs oi
hebben op
ht In de:
te bewandelen In ov«
Chr. beginsel.
n hiervan voorlooplg afge-
ii cez<-u di turn Is er geen enkele bs-
g of briefwisseling geweest anders dan
iT:,,--l.k bedanken van den Secr. de heer
r dankend, MUnheer de Redacteui
Achtend.
C. GUIJT,
Abenné.
GODSDIENSTOEFENINGEN.
Van 8—H September.
LEI DEK.
(ieref. Kerk. Rapenburg. 10
Ds. H. C. v. d. Brink
Chr. «;eref. Gemeen*- (9teen»ehilli
cn 5 u. Ds. Jansen. (H. A**idmaa
Doopageatnde Gen
nOSKOOP.
n 6 u. Leeskerk.
HAZKnSWOCDE.
Voorbereiding.
rl". 9 4 u. en 6 tl. De he<
Dwars-Nleuwstraat). »4
k. (Kieuwstraat). >4
i 74 u. Ds. den Ha:
KATWIJK AAK DEK niJK.
Geref. Kerk. 94 Dr. M. MeUei
tUI. 6 u. Ds. H. Meöerini
'alkenburg. 6 u.
KOUDEKERK.
9 4 u. Da Her
NOORDAVIJK ÏIINKEK.
Ncd. Herv. Kerk. 10 en
Hanften.
OOK8CHOTEP
Apel.
llltTMRW'
trk. Groene Kerkje. 10 u. Di
»T*l!onnit.n5 u. Ds.
0 en 54 u. Da Bh key Wolf.
Dankzegging.
10 u. Ds. van Veile; 64 «W
Ï."l0 en 5 u. Ds. Ooaterhout, vag
■iW. 104 Ds Eüktni
De Wltt
Marktberichten.
AMERSFOORT, 6 Sep
voeid 32 magere varken
410 biggen. 8 guste zeug
nagere varkens f 3oo.
'140220. biggen f223;
tige zeugen
teugen f S0
1.50. hennen f»—2,o0. Jonge liane:
konijnen f 1—1.50. oude ta......v
jonge tamme eenden f 0.90—1.10. I
,-en 40—60 c. per pa-
I t. Aangevoerd 35
ren Prijzen: appele
—o. H.L.
Aardappelen f2—3
25 H.L
Eieren SBik« „„v.w.
300 eendeneieren. Prijzen: klpelei
Sept. Aardappelen. Dj
4 ladingen of 1332 H.L
3f"york 60—80 c',' eïgënhèimers 60—110 he
"i„ ner kist Vim 25 kc.; pi en f7.5010 pel 1'
bo*^ b'oemkool le art. f 12.10—16.90 n-jr l(
«tuks Aangevoerd 320 kisten groote oardapp:
en, 1600 bos peen en 31.290 stuks bloemkool.
r f f 89 per 1000 stuks.
LEIDEN.
Prijzen: blot
—7 50. andlj
Gladiolen 25— 7C
- 100 bos. Stat
UTRECHT. 7 September
150—240. pinken f 70120
UTRECHT. "^September Ver
fTt.80—3 80.° s'ndljvle "f 0 «o.
mer* f 1—7. bloemkool f 8—2r r
t T. groene
'omen f '2--3».
*.te f 2S. poe-
i. slilkerhoonen
100 kg
t 8—50. hlauw