Twaalfde Geref. Sfudenfencongres DE ROODE RESIDENTIE BINNENLAND. Zenuwstillend Schoolnieuws. ZATERDAG 7 "SEPTEMBER 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5 LAATSTE DAG BESPREKING REFERAAT Dr. DE GAAY FORTMAN REFERAAT VAN DS. SCHILDER SLOTWOORD UTNEMJ5ND GESLAAGD CONGRES Lunteren, 6 September. Pe laatste dag wordt nogmaals bezet door twee sectie-vergaderingen, n.l. van de na- tuur-philos. sectie en van de theol. sectie. Voor de eerste trad op Dr. deGaay Fort man van Den Haag, die sprak over „Kvoiu- tle", van welk referaat we gister reeds ver slag opnamen. Ds. Schilder van Rotterdam sprak voor de theol. sectie over „Geloof en reflexie". Geloof en Reflexie. In de eerste plaats zette spr. in het kort Uitéén, wat z. i. onder „geloof" te verstaan is. en vervolgens werd, met afwijzing van de opvatting van Locke, gezegd wat het be grip „reflexie" inhoudt. Daarna werd nagegaan hoe tusschen ge loof (met. zijn functies) en reflexie verband te zoeken is. Eerst werd eraan herinnerd, dat tusschen geloof en reflexie van meer dan één zijde het verband gezien werd op on juiste wijze, en vervolgens aangewezen, dat, als gevolg van het eerste, de historische ont wikkeling van het theologisch-wijsgeerig denken in onzen tijd heeft meegebracht een doorsnijden van den band tusschen die twee. Dit laatste gebeurde zoo radicaal, dat som migen tusschen geloof en reflexie een fel contrast uitroepen, of dat anderen, die in de religieuze ervaring de refhxie aan het werk willen zetten, daarbij een methode volge'u en een definitie van de twee begrippen ge ven, welke de reflexie feitelijk opheft in naam van het geloof. Verschillende oorzaken zijn volgens spr. hiérvoor aan te wijzen. Zich tot zijn onder werp bepalende, wees spr. op drieerlei: a. een onjuiste gedachte omtrent het wezen van God; b. een onjuiste opvatting omtrent het waarlijk m e n s c li eij k e; c. een vul- sehe voorstelling van het wezen en werk der religie. Deze drie gedachten werden uit gewerkt naar 4 kanten: a. de doode rechtzin nigheid; b. de valsche mystiek; c. de ver- heerlijkers van de naiviteit in of als de zui vere religie (Peter Wust); d. de predikers van de Leidcnschaft in het religieuze den ken, van de paradox, en den „schrik des Heeren'.' (de Zwitsers, enz.). Nadat spr. op de drieërlei afbuiging van het denken, telkens in elk van die 4 groe pen, zoowel immanente als principiële kri tiek geoefend had, werd vervolgens aange toond, hoe de gereformeerde belijdenis en de gereformeerde vroomheid ten aanzien van de drie aangegeven punten een eigen geluid laten hooren en een eigen praktijk vermag te stellen; werd daarna de stelling gehand haafd, dat gereformeerd belijden en beleven ten aanzien van elk der 4 genoemde grocpcli in staat is, corrigeercnd, en ook aanvullend, dus antithetisch en synthetisch zich te hand haven, en werd eindelijk aangetoond, dat de gereformeerde opvatting alleen in staat is geloof en reflexie op zoodanige wijze te ver binden in duurzaam en levend en overwin nend contact, dat gehandhaafd wordt de rechte waardeering van het waarachtig God delijke, het waarachtig mensehclijke, de zui vere religie en de ware beleving van wat men elders ten onrechte noemt: het escha tologisch standpunt in de geloofswerkzaam heid. Tegenover het verwijt van hoogmoed, versteening en verintcllectualiseering werd gehandhaafd de stelling, dat getrouwe bele ving'van de gereformeerde belijdenis, ook in dit vraagstuk, de ziel nederig houdt, en Waakzaam en mystiek. Bij de discussie wordt opgemerkt, dat ferent feitelijk eenerzijds de revolutiegedach te heeft gesteund, anderzijds het schriftge zag zooveel mogelijk wil handhaven. Nu is ook in de moderne evolutiegedachte altijd de idee van Darwin terug te vinden. En die ontwikkelingsgedachte moet sluiten, maar in de grond van de zaak is die gedachte mo nistisch. Zeker, de geologische opvatting heeft feiten aan het licht gebracht, waar we ook met onze Schriftopvatting mee zitten. Maar de zaak staat toch ook omgekeerd. En dan voelen we, dat we kiezen moeten. Want een oplossing heeft de ref. niet gege ven. En zijn tweede mogelijkheid is toch evengoed concordistisch; dan blijft alleen de eerste mogelijkheid. Ernstig werd ook de vraag gesteld, of er feitelijk wel één evolutiegedachte is. Is er feitelijk geen Unmenge van evolutietheoriën'" Aanvankelijk heerschte zeker Darwin's theo rie, maar tegenwoordig is toch vooral door de studie der mikroprocesscn yeel ver derd, heter: veel vcrmoeilijkt. De„zuiv lijn" theorie van Johannsen b.v. geeft toch ontzettende moeite. En verschillende gege vens (b.v. gevonden schedels) wijzen eer zelfs op een devolutie dan op evolutie. Feitelijk ademt heel het referaat eer ker defaitisme, want de ref. zegt wel dat de evolutiegedachte invloed zal hebben op de Geref. Schriitopvatting. Wat- daarmee be doeld wordt gaf Dr. de G. F. niet aan. Want veranderen en veranderen is t Eerst dient men zich van zijn opvatting een begrip te vormen. Want anders wekt men alleen ideeën, maar leidt ze niet. Bovendien heeft Dr de G. F. gedachte willen beperken tot de biologie, maar op het terrein der his torie ls die gedachte toch zeker even grijpend en houdt zeker verband met evolutiegedachte in de biologie. Ref. merkt op dat zijn ééne oplossing niet concordistisch is in den den gewonen zin dos woords, omdat hij wil concordceren van twee kanten. Eén evolutieopvatting is er zeker niet Toch wil spr. vragen om eerbied voor het aangebrachte materiaal en wil dat we die feiten zoo mogelijk rangschikken in het ka der van Schrift en historie. Spr. kent de moeilijkheden der biologen aan de openbare universiteiten. En spr. ecnige doel was, den studenten te zeggen dat hij hun nood kent Bespreking referaat Ds. Schilder. Ter sprake kwam de invloed van de groei in het geloof op de reflexie. De groei van het geloof zal ook de re flexie meer werk geven. Dit is b.v. duidelijk te maken met betrekking tot het gebedsleven; wanneer men een zeer eenvoudig gebed bidt „zegen deze spijze", heeft men de reflexie noodig, ten eerste om te weten, of men gebeden heeft en niet gevloekt in vrome woorden en hoe meer dat gebed* is wat het ezen moet, hoe meer de reflexie werk heeft: om te weten hoe mijn verhouding moet zijn tot het natuurlijke leven, om dai te leven in ware afhankelijkheid en toch etenschap dat de mensch, wan neer hij zijn eindbestemming heeft bereikt, niet meer spijze en drank zal gebruiken, enz Verder werd nog opgemerkt, dat geloofs zekerheid zonder reflexieve daad onzin is; de geloofszekerheid toch te toetsen aan de Schritt, is de reflexie onontbeerlijk. Ook de vruchten des geloofs kan men het consta- en zonder reflexie, daar toch de norm de/ openbaring zonder deze niet kan worden aangelegd. De opmerking werd gemaakt, dat soms bij het bestudeeren van de heilsorde bijv., het ge net dat men daar tevoren van bezat, op houdt door de reflexie. Maar dit is niet ver keerd, aldus referent, er moeten op aarde pauze's zijn in het genot, het genot kan niet zonder de reflexie; er moet gewerkt worden het zweet des aanschijns om te kunnen eten. Anders kan men vervallen in een zwoel genieten va'n zichzelf, wat niet is een amb telijk genieten met den tweeden Adam. De kwestie kwam ook ter sprake, dat hel zoo moeilijk te bepalen is dikwijls bij het toelaten tot het H. Avondmaal, of iemand n slaat is het lichaam van Christus te on derscheiden. Gezegd werd in dit verband, dat iemand, ;tgeen hij dogmatisch weet, moet „ver- erken" tot levensdingen; daarvan moet ten zekerheid zien te krijgen. De vraag was voorts gesteld, hoe het nu staal met hen, die minder tot reflexie in staat zijn. Referent wees er hier op, dat het er niet om gaat of iemand veel weet God kraagt niet meer dan Hij heeft gegeven. De mensch moet gebruiken wat hij heeft, en dan zal iemand, die zich beklaagt over zijn ar moede, vaak rijker zijn dan hij denkt. Het komt voor dat iemand, die in het gewone natuurlijke leven geen blijk geeft van bijzon dere talenten, toch teer en buitengewoon kan bidden. Want God kan bijv. in de ge loofswerkzaamheid uit iemand brengen, wat •cliolen in het onbewuste, zoodat iemand, die toch wetenschappelijk arx: in zijn geloofsleven zeer rijk kan zijn. Huishoudelijke vergaderingen. Op de verschillende vergaderingen, waar in we slechts terloops melding maakten, eni gesproken over de verhouding in de studentenwereld. Besprekingen, voor en tijdens het congres gevoerd, hadden tot resultaat gehad, de misverstanden werden uit den weg ge- limd. Het Algemeen Bestuur der S. S. R. toch verklaarde zich niet met een tegen actie te zullen verzetten tegen een G. S. B., die de volgende formule tot grondslag had: We vergaderen altijd maar weer schatten op de aarde. Eerst als we dicht bij Jezus leven, kunnen we als koningskinderen le ven. Maar dat houdt in de eisch van meer dere heiligmaking. Het studentenleven is het jonge, opbruisende leven. Dat houdt ook in bijzondere opbruising van de zonde. Studenten hebben volgens traditie 'n groo- tere vrijheid. Dat gaat zoo ver, dat men zelfs wel eens spreekt van studentenzon- den. Alleen als we ook in onzen studenten tijd leven dicht bij Jezus, zal ons studenten leven ook in zijn gezelligheidsuitingen ge heiligd zijn. Dicht bij Jezus geeft kracht tot toewijding aan de levenstaak. Want het geeft kracht voor het kruis dat wel bijna ieder is opgelegd. De studietijd is voor ve len een kruis, want er is vaak geen door zicht in de toekomst Dan kan alleen Jezus helpen: „Vrees niet, Ik ben met u, Ik sterk u, ook help Ik u". Daaruit wordt geboren .het verlangen naar Christus' wederkomst. Blijvend verlangen, daardoor geven we aan Jezus in ons leven meer plaats, door dat. ons hart brandt van liefde. Dan leeft in ons het woord van Jan Luycken: Wij kijken uit naar 't zalig Oosten Met uitgestrekten hals en hoofd, En wachten op het zoet vertroosten, Dat ons de waarheid heeft beloofd. Wat achterblijft, dit zal gebeuren; Nog maar een wijltjen in geduld, Tot God ontsluit de gouden deuren, En alles heerlijk wordt vervuld. „De Beweging stelt zich op den grond- i de Heilige Schrift als Gods Woord, zooals dit door het Calvinisme van alle tij den en alle landen is verstaan. Inzake het gezag der Heilige Schrift spreekt zij uit, dit onvoorwaardelijk te aanvaarden en als nationale organisatie in te stemmen met dat, wat dienaangaande in de Nederland- sche Gereformeerde belijdenisschriften reeds voor ecuwen is neergelegd" en die een bepaling in haar reglement opnam, dat de leden der G. S. B., die op één plaats nen, geen afdeeling mogen vormen en dat aan Openbare Hoogescholen zij lid vai G. S. B. kunnen worden, die plaatselijk eeds lid zijn van een Gereformeerde Stu dentenorganisatie. Ook kwam uit de S. R.-kringen de wensch, de naam van zulk een organisatie niet te doen zijn G. S. B., Calvinistische Studenten Beweging. Het bestuur der G. S. B. heeft dit alles aan aard en de op d-it congres gehouden le denvergadering der G. S. B. eveneens. S. kan pas een oficieele beslissing ne- op haar Unie-vergadering, maar de aan ge S. S. R.-leden hebben \erklaard, een oplossing in de aangegeven richting te zul- rstaan. Dit geschiedde nadat te vo- .chillende personen bevredigende op heldering van hun bezwaren hadden ont- angen. Aanvaardt nu ook de komende Unie-vergadering dit program, zoo zal aan stonds de huidige G. S. B. worden ontbon den en door eenige daartoe aangewezen personen a an deze G. S. B. en S. S. R. de nieuwe Calvinistische S. B. worden opge richt en te venvachten is, dat de Calvinisti sche Stud. Bew. een nieuwe blijde toe komst tegemoet gaan zal. DE LAATSTE AVOND. Ds. D. v. Dijk, van Groningen, hield de laatste avondtoespraak over: „Dicht b ij J e z u s". Wanneer een van onze geliefden is weg nomen voelen we ook nog nadien a. h. w. hun nabijheid. Zóó moet ook Christus in de gestalte, die de Schrift ons van Hem geeft, in ons hart steeds meer leven. Waar we zijn, wat we doen, we moeten Hem zien als onzen Zaligmaker. Wij wandelen op aarde en werken hier. Zoo heeft ook Chris tus op aarde gewandeld en gewerkt Nu is Hij in den hemel en die wetenschap doet ons dicht bij Hem leven. Maar Christus is ook God. En zoo weten we temeer dat Hij bij ons is. Ten slotte: Christus is één met ons. En als we maar een verlicht oog heb- ben, zien we Hem als ons hoofd. Als er een tijd is in het leven om dioht bij Jezus te leven, dan is het de tijd der jeugd. Dat kost veel inspanning, want de mensch is een zinnelijk wezen. Maar het is toch zeker mogelijk. Een van onze groote fouten is, dat we onze heerlijke belijdenis, die tijd en eeuwigheid omvat, niet in den inhoud verstaan. We redeneeren er over. maar realiseercn ons niet, wat er in leeft. Wij belijden Christus in Zijn twee naturen, maar ondanks onze belijdenis gaan we onze eigen weg, en Jezus is vaak ver. We moeten letten op Christus' nabijheid. Hij zoekt ons gezelschap, maar wij wijzen Hem zoo vaak van de hand. Meer hemelschgc- zind moeten we zijn. De lezing der raystie ken doet ons beschaamd staan. Zeker, ze zijn geen mystieken voor de Schrift, maar ze zijn ons toch vaak vooruit. Hemelschgezindheid is bezig zijn in de geestelijke dihgen. We zingen oprecht: red mij van hen, die 't ruim genot der wereld \oor hun heilgoed achten. Maar wat heb ben wij dan dat ons verruimt? Dat is de doortinteling van Christus' liefde van de hemelsche blijdschap. Maar dat diepe ge voel is vaak zoo tijdelijk en zoo kort. Wan neer verdiepen we ons genoeg in de dingen des Heeren? We gewennen er ons niet aan. Na het indrukwekkende woord van Ds. an Dijk verzocht de voorzitter aan Prof. Dooyeweerd het congres te sluiten. Slotwoord. Een slotwoord wordt zoo licht subjectief. En dat mag niet; want dat b 1 ij f t niet. Het orige congres was een goed congres. Maar iet was ais met een muziekstuk, dat eerst betee-kenis krijgt door zijn toonaard. En het vorige congres sprak niet van in nerlijke eenheid. Als iets tot dank stemt, dan is het, dat 3 toonaard van dit congres in beginsel majeur was. We zijn er ten slotte in ge slaagd een basis te vinden, waarop de con ferenties verder kunnen worden gebouwd. Het is een symptoom van de veranderde geestesgesteldheid, dat op goeden grondslag een eenheid kan verkregen worden. Wil nu de toekomst slagen dan is allereerste eisch, .ve in het geloof blijven vaststaan. W* moeten er ons rekenschap van geven, dat adeldom verplicht. God komt tot ons met een eisch. Zij dit congres de inzet van reeks congressen, waarin geestelijke groei wordt Waargenomen in ons geloof, ii» onze liefde tot God. Het heeft Spr. getroffen dat zoo velen blij erkennen, dat het defai tisme plaats is gaan maken voor geloof in de toekomst. Dat eischt van ons gedurig gebed, dat God voortgang en groei geve. Een congres heeft altijd twee factoren. Dat zijn de vitaliteit en de lust om samen te spre ken. Het was zeker een zwaar congres. Ook de uitingen van vroolijkheid hebben de wij ding van het goede dat we hoorden niet gehoord. Het paste er in. Als we door Gód gegrepen zijn, blijven we dicht bij Hem. Dat is het gevoel dat Spr. meeneemt van het congres. Er zat geestelijke groei in. Met een hartelijk dankgebed tot God be ëindigde Prof. Dooyeweerd dit 12e Geref. Studentencongres, waarna de voorzitter hét congres voor gesloten verklaarde. KAMPVUUR. De laatste avond werd besloten met een kampvuur, waarvoor de olunteriade-commis- sie bereidwillig haar terrein had afgestaan. Alle deelnemers legerden zich rondom de brandstapel. De eene takkebos na de andere wordt verslonden, en als tenslotte het vuur is uitgebrand, is ook de laatste congresdag voorbij, en trekt voor 't laatst ieder naar zijn barak SLOTBESCHOUWING. Wanneer we de verloopen week nog eens o\erzien, moeten we het congres qualificeeren als uitmuntend, waarschijnlijk boven veler verwachting, geslaagd. De ernstige en echt roolijke momenten hebben elkaar in goede harmonie afgewisseld en gedurende de ge heel e week is de stemming uitstekend ge- eest. Hier is zeker op zijn plaats een bijzonder oord van dank aan den kampcommandant den heer A. Pieron, voor de wijze waarop hij zich van zijn taak heeft gekweten; nooit hokte het technische verloop \an de confe rentie, dank zij zijn opgeruimd, maar toch welbewust optreden. Trouw werd hij hierin bijgestaan door den chef-corveé, den heer J. v. d. Linden, die met accurate plichtsgetrouwheid zijn werk heeft verricht op een wijze, die voor latere congressen voorbeeldig kan worden genoemd Béide hebben ten opzichte van het bijwo on der referaten en besprekingen menig of fer moeten brengen. De congresvoorzitter, de heer J. C. J. Kui per, heeft voorts op voortreffelijke wijze de leiding van het congres gevoerd, waarvoor elverdionde lof hem werd toegebracht En zoo is dan dit belangrijke twaalfde Ger. Studentencongres weer voorbij. Gelukkig blikken we nu in een toekomst die meer licht is dan bij het einde van het vorige congres, en daarom kunnen we uiteengaan mot een hartelijk „tot weerziens!" EEN STAD VAN FRAAIE GEBOUWEN EN KERKEN EEN WANDELING DOOR DRESDEN (Van onzen Duitschen correspondent). Dresden, 5 Sept. 1929. Aan de Augustusbrug heb ik mij een plaatsje veroverd. Links van mij ligt de Marienbrücke, rechts de Carolabrug, in de verte de breede Albertbrug. Ik kijk met stille bewondering naar de Brühlsche ter rassen en de sierlijke Katholieke Slotkerk. Aan den overkant van de Elbe ligt het breede Kultus-ministerie cn daarachter 't ministerie van binnenl. zaken. Ik zit in don tuin van Hotel Bellevue en rust uit ermoeiende Messe in 't drukke Leipzig. Voor mij is elk bezoek aan Dres den een verrassing. Verrassingen kunnen meer of minder aangenaam uitvallen. Tut dusver was elk oponthoud in Dresden voor aangename verrassing, het wande len door den Zwinger, langs de Altmarkt, de Pragerstrasse, den Schlossplatz. Het zal wel aan mij liggen maar ditmaal wekte het groote verschil tusschen neden erleden sterker op mij in dan vroeger. Ik kijk naar beneden, daar baden op alle uren van den dag honderden menschen, volwassenen en kinderen, brutaalweg in het centrum der stad. Drie jaar geleden vond ik dat origineel deed 't me weliswaar jvreemd aan. Maar Dr. Blüher, de Oberbür- germeister der stad, kalmeerde mij, zeide, dat zulks een der voorbijgaande booze ge volgen der omwenteling was en verzeker de mij, dat hij, als man van Duitsch-natio- nale overtuiging, er wel voor zou zorgen, dat mettertijd een eind gemaakt zou wor den aan de régime van communisten en socialisten. Thans, na drie jaar, stel ik met ontstem ming vast, dat 't aan beide oevers van de hlbe nog even losbandig cn onsmakelijk toegaat als drie jaar geleden! Stel u voor, dat men bij ons in den Haag aan de bevol king zou toestaan in den Vijverberg of 't Haagsche Bosch te baden! Dat men overal aan den oever 't ondergoed der beide ge slachten brutaalweg aan den weg zag neer gesmeten! Kunt gij u zulks voorstellen? Ik niet! Ik sta op en ga door de stad ronddwa len. Wat is Dresden, van architectonisch standpunt bekeken, fraai. Ik geloof niet, dat er een groote stad in Duitschland te vinden valt, waar men zooveel fraaie ge bouwen en kerken kan aanwijzen. Vergeet niet, dat b.v. Augsburg en Neurenberg in omvang met Diesden niet vergeleken kun nen worden. Hier herinnert u elke straat aan 't Huis Wettin. Kijk, op de Neumarkt staat 't gouden standbeeld van August den Sterke. Hij draait aan 't oude cent stad zijn eigen rug cn dien van zijn paard toe. Nu ja, zeggen de spottende Saksen, hij was ook maar Keurvorst van Saksen en Koning van Polen! Ik zoek naar de König Johann- en naar de Konig Albertstrasse. Ik zoek vergeefs. Ik vind alleen nog maar de Johann- en de Albertstrasse; Van Koningen en Keizers vil men in Dresden klaarblijkelijk al ever reinig weten als in de hoofdstad der Puit- sche republiek! Ergens door de stad gaat een \iuto aan mij voorbij, waar met dikke letters op staat te lezen: „Dem Volke das Beste", blijkt de reclame-wagen van een Consum- Verein. der socialisten te zijn! Langs de Evangelische Ilofkirche (So- phienkirche is de oorspronkelijke naam, NUVERHEIDSRAAD CENTRALE COMMISSIE SPOORWEGRAAD EN INDUSTRIE. Op diens verzoek heeft de Nijverheidsraad den Minister van Arbeid van advies gediend over de benoeming van industrieele leden in de in te stellen Centrale Commissie voor de Nederlandsche deelneming aan de in 1930 te Luik te houden internationale tentoonstel ling. Met de aanbeveling van den Raad voor leden eener soortgelijke Commissie voor de in hetzelfde jaar te Antwerpen tc houden expositie is volledig rekening gehouden. Den Minister van Waterstaat heeft de Raad verzocht, om bij de nieuwe benoeming van leden en plaatsvervangende leden van den Spoorwcgraad, die volgens artikel 3 van het Koninklijk besluit van 13 Maart 1923 (Stbl. No. 66) in December e.k. moet plaats vinden, ook weder als zoodanig aan te wijzen de personen, die den Nijverheidsraad thans ii den Spoorwcgraad vertegenwoordigen en we den heer S. Wouda, als lid en de heeren Mr. A. N. Molenaar en Prof. Ir. D. Dresden, resp. als eerste en tweede plaatsvervangend lid. Op zijn indertijd aan den Minister van Arbeid, uitgebracht advies over hot ontwerp verdrag inzake de controle op de wapenfa- bricage mocht de Raad een alleszins bevredi- INGEZONDEN MEDEDEELING. en zenuwsterkend is de werking van MIJNHARDT'S zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct Bij Apoth. en Drogisten CHR. AMBTENAREN. Gemaldegalerie.. Ik klauter de trappen naar boven op en loop er overal mijn land- genooten tegen 't lijf: Wouwermans, v. d. Velde, Jacob Ochterfeld, Gerard Dou, Aeri van Gelder, Rembrandt, Snijders. Ik geniet van Koninck's „Heremiet" en „Astronoom", Rembrandt's „Ouden man', van Bergh'Heydes „Groote Kerk van Haarlem", van Gerard Dou's „Atellier met de globe", van Ferdinand Bols „Joseph en Pharao". Ergens anders ontdek ik vier heerlijke gobelins uit de 16e eeuw. afkom stig uit Nederland. Berchheide laat me een oude „Straat in Haarlem" zien en Jacob Ochterfeld doet mij lachen om den „eleganten heer" die een dame de citroen in 't wijnglas perst. Ik keek door 't openstaande raam nuar buiten. Daar luiden eendrachtig de klok ken der katholieke en evangelische kerken. Zij herinneren aan de tijden, toen 't Katho lieke Huis Wettin over 't overwegend Pro- testantsche Saksen regeerde. Men vertelt hier in Dresden, dat de ko ning op een goeden dag, in den tuin zit tende, door de bevolking werd toegejuicht. Hij, de ironische monarch, stak 't hoofd buiten 't portier en riep de menschen toe: „jullie bent me mooie republikeinen!" Sedert de omwenteling ging zijn oudste zoon, kroonprins van Saksen, over van den militairen in den geestelijken stand. Hij werd tot priester gewijd. In Protestantsche kringen geven de cialistcn den toon aan. Is 't dan een v\ der, dat koning Friedrich August 't sloi de stad Dresden den rug toewendde? leeft tegenwoordig in Sibyllenort in Silezié. Dar wacht hij, al net eender als Duitsch- land's laatste keizer, dien hij nog in Janu ari op diens 70stcn verjaardag persoonlijk in Doorn bezocht, de tijden af, dat de ver houdingen op politiek gebied weer anders beter gaan worden! VERGADERING GROEPSRAAD GEVANGENISWEZEN. PROGRAM VAN ACTIE. Op 4 dezer kwam de Groepsraad Gevangenis wezen van den Alg. Ned. Chr. Ambtenaarsbond te Groningen in vergadering bijeen. Uit de verzamelde gegevens bleek, dat aan de opleidingscursusen, die in dertien plaatsen van ons land gegeven worden, door ongeveer 250 deelnemers wordt deelgenomen. Over het algemeen worden de cursussen gaarne gevolgd. Na uitvoerige bespreking werd besloten te ijveren om ook in 1920 een voldoend subsidie van de Regeering te verkrijgen, omdat verhoo ging van het lesgeld voor de deelnemers, dia een klein inkomen hebben, niet mogelijk is. Vervolgens werd uit de ingekomen brieven de plaatselijke groepen een program van actie vastgesteld. 1. Invoering van de 51-urige werkweek als tusschendienst om te komen tot de 48-urige werkweek. 2. Afschaffing der slaapwachten en vergoe ding van alle uren door het personeel in da gestichten doorgebracht. 3. Het instellen van een groep reserve-perso neel in de plaats van het op ongeregelde tijden in dienst nemen van hulppersoneel. 4. Verruiming van de vacantie voor het per soneel der bewaking. Ten slotte werd besloten den Minister van Justitie in kennis te stellen met diverse wen- schen en grieven van het personeel. Mijn rondwandeling door de roode echter de Di esdener meestal geen I dentie gaf mij niet den indruk, dat deze notie heeft) dwaal ik af naar de Dresdo-1 dag binnen afzienbaren tijd zal aanbreken! HOOGER ONDERWIJS. technische hoogeschool te delft or het studiejaar 1929-1930 zijn tijdens eiste drie zittingsdagen 262 (242) stu denten voor de eerste maal ingeschreven, en voor civial-ihgenieur 38 (27), bouwkur.- ó'g ingenieur 16 (16), werktuigkundig inge nieur 4S (55), scheepsbouwkundig ingenieur 3 (5), electro-technisch ingenieur 49 (49), scheikundig ingenieur 72 (72), mijningenieur 13 (16), natuurkundig ingenieur 21 (geen), aile lessen 1 (2) en ijk 1 (geen). De getallen tusschen haakjes geplaatst geven het aantal ingeschrevenen aan tijdens de eerste drie zittingsdagen Tan het vorige jaar. CHR. H. B. S. TE STADSKANAAL. Aan de Chr. H. B. S. te Stadskanaal zijn hencemd tot leeraren voor het vak Handels wetenschappen de heer G. Donker^ directeur van de Gron. Bar.k, en voor Godsdienstonder wijs, Ds. J. A. Steenbeek, Ned. Herv. predi kant te StadskanaaL LAGER ONDERWIJS. hqofdbenoemingkn. Heerenveen (C.V.O.): G. J. Huatink^ hoofd te Onstwedde (Gr.). onderwuzersbenoemingen. Rotterdam (Eben-Haëzer-school, Nozc- manstraat 16, hoofd W. de Boer): J. Sturing, ildaar (met vaste aanstelling) en H. Sleu- rii.k te Kampen (thans in militairen diens:). Tijdelijk. Aarlan derveen (hoofd F. Pasma) J. Hanenburg te Sexbierum (Fr.). Enter (Ov.)- J. Groeneveld te Leiden. Klundert (hoofd J. H. van Luin)i. Zijlstra te Dockum (Fr.). Als kweekeling met akte. Aangenomen. Dinteloord (Ned. Herv. School, hoofd C. Schipper): W. Verhagen, aldaar voor vast. Aangenomen. Harlingen (Prinses Julianasch., hoo»"d P. de la Fettej: H. Gaastra te Folsgare (Fr.), CHR.SCHOOL TE AARLANDLRVEEN. Uit Aarlanderveen wordt ons gemeld: Wegens toeneming van het ge+al leerling»* ral de school werden uitgebreid met eer 4d* lokaal. Tevens wordt centrale verwarming aangebracht en 'r. electrische licht-installatie, EXAMENS. EXAMENS-HOOFDAKTE. gend antwoord ontvangen, waaruit valt af te leiden, dat de Nederlandsche Regeering bij de behandeling van dat verdrag met de daarbij betrokken belangen der Nederland sche industrie zooveel mogelijk rekening zal houden. Aan den Minister van Arbeid heeft de Raad een overzicht gegeven van gevallen, waarin de Nederlandsche industrie moeilijk heden ondervindt van buitenlandschc voor schriften inzake het merken van goederen. Van het Departement van Arbeid ont vangen brieven over „U.S. Tariff-Commis sion" en ,U. S. Treasury Board (Customs Departement)" onderzoekingen toonen aan, dat op dit oogenblik weinig baat mag wor den verwacht van op het terrein van dit internationale vraagstuk te ondernemen stappen. GEPENSIONNEERDEN NEDERL. SPOORWEGEN Naar ons wordt medegedeeld is deze week te Utrecht een buitengewone vergadering ge houden van gepension neerden bij de Ned. Spoorwegen, leden van den Prot Chr. Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel. De vergadering, die druk bezocht was, stond onder leiding van den heer J. Augusteijn, Voorzitter van bovengenoemden Bond. Het Hoofdbestuurslid, de heer P. Z. L. de Groot, zette in een uitvoerige rede de meest belangrijke wenschen en grieven van de ge- pensionneerdcn uiteen, naar aanleiding waar van ten breede discussie ontstond. Weerbericht. Barometerstand. Hoogste Stand 772.4 te Calshot. Laagste Stand 752.8 te Wisby. Zwakke tot matige veranderlijke wind, licht tot half bewolkt, kans op ochtendnevel droog, zelfde temperatuur. FIETSERS LICHT OP: Ten slotte werd een motie aangenomen, De vergaderiug verklaart daarin met instem ming kennis te hebben genomen van de ac tie, die door de Vakvcreeniging en den Per- soneelraad is verricht, om te komen tot een betere pensioenregeling, doch dringt er bij het Hoofdbestuur op aan om deze actie tot verdere verbetering der Pensioenwet 1925 voort te zetten alsmede te trachten voor hen, die voor April 1919 gepensionneerd werden, een bïtere regeling te krijgen. Voorts wordt in de motie verzocht om de steunverleening uit het fonds tot ondersteun ning van gepensionneerd spoorwegpersoneel wat soepeler te willen toepassen, aangezien nog vele gepensionneerden in noodlijdende omstandigheden yerkccren. IVlik: A. C. Rooi Hengevelde; C. H. ecken. Eibergen: G. EXAMENS-STUURMAN. G. A. Kettlni t de heer J. Boll. UIT HET SOCIALE LEVEN DE STAKING TE ALMELO. Men meldt ons uit Almelo: Door de Directie der N.V. Leeuwarder Te*- tielfabriek te Almelo is aan de pers een com muniqué verstrekt, waarin een overzicht wordt gegeven van de loonen der arbeiders(sters). Mannelijk personeel in vasten dienst f 20 tot f34 per week; mannelijke stukwerkers f24.68 tot f30.87; vrouwelijk personeel in vasten dienst f 15 tot f 19; stukwerksters (van 14 tot 19 jaar en ouder) f 13 tot f 37. Hieronder valt niet het personeel der afd. controle en af- deelingschefs. Van het loon wordt 1 afge houden, waardoor aan het personeel gedurende 26 weken 70 van het loon wordt uitgekeerd, terwijl een volle week vacantie per jaar wordt gegeven. De staking duurt onveranderd voort. Het aantal stakers(sters) bedraagt 157. Enkele personen die aan 't werk zjjn gebleven wor den nog al eens lastig gevallen. Tegen een tweetal „achtervolgers'' is proces-verbaal op gemaakt. In den loop van deze week is door de directie haar nieuwe bedrijf te Hardenberg geopend, met voorloopig 20 personen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5