Twaalfde Geref. Sfudenfencongres
DE ROODE RESIDENTIE
BINNENLAND.
Zenuwstillend
Schoolnieuws.
ZATERDAG 7 "SEPTEMBER 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5
LAATSTE DAG
BESPREKING
REFERAAT Dr. DE GAAY FORTMAN
REFERAAT VAN DS. SCHILDER
SLOTWOORD
UTNEMJ5ND GESLAAGD CONGRES
Lunteren, 6 September.
Pe laatste dag wordt nogmaals bezet door
twee sectie-vergaderingen, n.l. van de na-
tuur-philos. sectie en van de theol. sectie.
Voor de eerste trad op Dr. deGaay Fort
man van Den Haag, die sprak over „Kvoiu-
tle", van welk referaat we gister reeds ver
slag opnamen.
Ds. Schilder van Rotterdam sprak voor
de theol. sectie over „Geloof en reflexie".
Geloof en Reflexie.
In de eerste plaats zette spr. in het kort
Uitéén, wat z. i. onder „geloof" te verstaan
is. en vervolgens werd, met afwijzing van
de opvatting van Locke, gezegd wat het be
grip „reflexie" inhoudt.
Daarna werd nagegaan hoe tusschen ge
loof (met. zijn functies) en reflexie verband
te zoeken is. Eerst werd eraan herinnerd,
dat tusschen geloof en reflexie van meer dan
één zijde het verband gezien werd op on
juiste wijze, en vervolgens aangewezen, dat,
als gevolg van het eerste, de historische ont
wikkeling van het theologisch-wijsgeerig
denken in onzen tijd heeft meegebracht een
doorsnijden van den band tusschen die twee.
Dit laatste gebeurde zoo radicaal, dat som
migen tusschen geloof en reflexie een fel
contrast uitroepen, of dat anderen, die in de
religieuze ervaring de refhxie aan het werk
willen zetten, daarbij een methode volge'u
en een definitie van de twee begrippen ge
ven, welke de reflexie feitelijk opheft in
naam van het geloof.
Verschillende oorzaken zijn volgens spr.
hiérvoor aan te wijzen. Zich tot zijn onder
werp bepalende, wees spr. op drieerlei: a.
een onjuiste gedachte omtrent het wezen
van God; b. een onjuiste opvatting omtrent
het waarlijk m e n s c li eij k e; c. een vul-
sehe voorstelling van het wezen en werk der
religie. Deze drie gedachten werden uit
gewerkt naar 4 kanten: a. de doode rechtzin
nigheid; b. de valsche mystiek; c. de ver-
heerlijkers van de naiviteit in of als de zui
vere religie (Peter Wust); d. de predikers
van de Leidcnschaft in het religieuze den
ken, van de paradox, en den „schrik des
Heeren'.' (de Zwitsers, enz.).
Nadat spr. op de drieërlei afbuiging van
het denken, telkens in elk van die 4 groe
pen, zoowel immanente als principiële kri
tiek geoefend had, werd vervolgens aange
toond, hoe de gereformeerde belijdenis en
de gereformeerde vroomheid ten aanzien van
de drie aangegeven punten een eigen geluid
laten hooren en een eigen praktijk vermag
te stellen; werd daarna de stelling gehand
haafd, dat gereformeerd belijden en beleven
ten aanzien van elk der 4 genoemde grocpcli
in staat is, corrigeercnd, en ook aanvullend,
dus antithetisch en synthetisch zich te hand
haven, en werd eindelijk aangetoond, dat de
gereformeerde opvatting alleen in staat is
geloof en reflexie op zoodanige wijze te ver
binden in duurzaam en levend en overwin
nend contact, dat gehandhaafd wordt de
rechte waardeering van het waarachtig God
delijke, het waarachtig mensehclijke, de zui
vere religie en de ware beleving van wat
men elders ten onrechte noemt: het escha
tologisch standpunt in de geloofswerkzaam
heid. Tegenover het verwijt van hoogmoed,
versteening en verintcllectualiseering werd
gehandhaafd de stelling, dat getrouwe bele
ving'van de gereformeerde belijdenis, ook in
dit vraagstuk, de ziel nederig houdt, en
Waakzaam en mystiek.
Bij de discussie wordt opgemerkt, dat
ferent feitelijk eenerzijds de revolutiegedach
te heeft gesteund, anderzijds het schriftge
zag zooveel mogelijk wil handhaven. Nu is
ook in de moderne evolutiegedachte altijd
de idee van Darwin terug te vinden. En die
ontwikkelingsgedachte moet sluiten, maar in
de grond van de zaak is die gedachte mo
nistisch. Zeker, de geologische opvatting
heeft feiten aan het licht gebracht, waar we
ook met onze Schriftopvatting mee zitten.
Maar de zaak staat toch ook omgekeerd. En
dan voelen we, dat we kiezen moeten.
Want een oplossing heeft de ref. niet gege
ven. En zijn tweede mogelijkheid is toch
evengoed concordistisch; dan blijft alleen de
eerste mogelijkheid.
Ernstig werd ook de vraag gesteld, of er
feitelijk wel één evolutiegedachte is. Is er
feitelijk geen Unmenge van evolutietheoriën'"
Aanvankelijk heerschte zeker Darwin's theo
rie, maar tegenwoordig is toch vooral door
de studie der mikroprocesscn yeel ver
derd, heter: veel vcrmoeilijkt. De„zuiv
lijn" theorie van Johannsen b.v. geeft toch
ontzettende moeite. En verschillende gege
vens (b.v. gevonden schedels) wijzen eer
zelfs op een devolutie dan op evolutie.
Feitelijk ademt heel het referaat eer
ker defaitisme, want de ref. zegt wel dat de
evolutiegedachte invloed zal hebben op de
Geref. Schriitopvatting. Wat- daarmee be
doeld wordt gaf Dr. de G. F. niet aan.
Want veranderen en veranderen is t
Eerst dient men zich van zijn opvatting een
begrip te vormen. Want anders wekt men
alleen ideeën, maar leidt ze niet. Bovendien
heeft Dr de G. F. gedachte willen beperken
tot de biologie, maar op het terrein der his
torie ls die gedachte toch zeker even
grijpend en houdt zeker verband met
evolutiegedachte in de biologie.
Ref. merkt op dat zijn ééne oplossing
niet concordistisch is in den den gewonen
zin dos woords, omdat hij wil concordceren
van twee kanten.
Eén evolutieopvatting is er zeker niet
Toch wil spr. vragen om eerbied voor het
aangebrachte materiaal en wil dat we die
feiten zoo mogelijk rangschikken in het ka
der van Schrift en historie. Spr. kent de
moeilijkheden der biologen aan de openbare
universiteiten. En spr. ecnige doel was, den
studenten te zeggen dat hij hun nood kent
Bespreking referaat Ds. Schilder.
Ter sprake kwam de invloed van de groei
in het geloof op de reflexie.
De groei van het geloof zal ook de re
flexie meer werk geven. Dit is b.v. duidelijk te
maken met betrekking tot het gebedsleven;
wanneer men een zeer eenvoudig gebed bidt
„zegen deze spijze", heeft men de reflexie
noodig, ten eerste om te weten, of men
gebeden heeft en niet gevloekt in vrome
woorden en hoe meer dat gebed* is wat het
ezen moet, hoe meer de reflexie werk
heeft: om te weten hoe mijn verhouding
moet zijn tot het natuurlijke leven, om dai
te leven in ware afhankelijkheid en toch
etenschap dat de mensch, wan
neer hij zijn eindbestemming heeft bereikt,
niet meer spijze en drank zal gebruiken, enz
Verder werd nog opgemerkt, dat geloofs
zekerheid zonder reflexieve daad onzin is;
de geloofszekerheid toch te toetsen aan
de Schritt, is de reflexie onontbeerlijk. Ook
de vruchten des geloofs kan men het consta-
en zonder reflexie, daar toch de norm
de/ openbaring zonder deze niet kan worden
aangelegd.
De opmerking werd gemaakt, dat soms bij
het bestudeeren van de heilsorde bijv., het ge
net dat men daar tevoren van bezat, op
houdt door de reflexie. Maar dit is niet ver
keerd, aldus referent, er moeten op aarde
pauze's zijn in het genot, het genot kan niet
zonder de reflexie; er moet gewerkt worden
het zweet des aanschijns om te kunnen
eten. Anders kan men vervallen in een zwoel
genieten va'n zichzelf, wat niet is een amb
telijk genieten met den tweeden Adam.
De kwestie kwam ook ter sprake, dat hel
zoo moeilijk te bepalen is dikwijls bij het
toelaten tot het H. Avondmaal, of iemand
n slaat is het lichaam van Christus te on
derscheiden.
Gezegd werd in dit verband, dat iemand,
;tgeen hij dogmatisch weet, moet „ver-
erken" tot levensdingen; daarvan moet
ten zekerheid zien te krijgen.
De vraag was voorts gesteld, hoe het nu
staal met hen, die minder tot reflexie in
staat zijn. Referent wees er hier op, dat het
er niet om gaat of iemand veel weet God
kraagt niet meer dan Hij heeft gegeven. De
mensch moet gebruiken wat hij heeft, en dan
zal iemand, die zich beklaagt over zijn ar
moede, vaak rijker zijn dan hij denkt. Het
komt voor dat iemand, die in het gewone
natuurlijke leven geen blijk geeft van bijzon
dere talenten, toch teer en buitengewoon
kan bidden. Want God kan bijv. in de ge
loofswerkzaamheid uit iemand brengen, wat
•cliolen in het onbewuste, zoodat
iemand, die toch wetenschappelijk arx:
in zijn geloofsleven zeer rijk kan zijn.
Huishoudelijke vergaderingen.
Op de verschillende vergaderingen, waar
in we slechts terloops melding maakten,
eni gesproken over de verhouding in de
studentenwereld.
Besprekingen, voor en tijdens het congres
gevoerd, hadden tot resultaat gehad,
de misverstanden werden uit den weg ge-
limd. Het Algemeen Bestuur der S. S. R.
toch verklaarde zich niet met een tegen
actie te zullen verzetten tegen een G. S.
B., die de volgende formule tot grondslag
had:
We vergaderen altijd maar weer schatten
op de aarde. Eerst als we dicht bij Jezus
leven, kunnen we als koningskinderen le
ven. Maar dat houdt in de eisch van meer
dere heiligmaking. Het studentenleven is
het jonge, opbruisende leven. Dat houdt
ook in bijzondere opbruising van de zonde.
Studenten hebben volgens traditie 'n groo-
tere vrijheid. Dat gaat zoo ver, dat men
zelfs wel eens spreekt van studentenzon-
den. Alleen als we ook in onzen studenten
tijd leven dicht bij Jezus, zal ons studenten
leven ook in zijn gezelligheidsuitingen ge
heiligd zijn. Dicht bij Jezus geeft kracht tot
toewijding aan de levenstaak. Want het
geeft kracht voor het kruis dat wel bijna
ieder is opgelegd. De studietijd is voor ve
len een kruis, want er is vaak geen door
zicht in de toekomst Dan kan alleen Jezus
helpen: „Vrees niet, Ik ben met u, Ik sterk
u, ook help Ik u". Daaruit wordt geboren
.het verlangen naar Christus' wederkomst.
Blijvend verlangen, daardoor geven we
aan Jezus in ons leven meer plaats, door
dat. ons hart brandt van liefde.
Dan leeft in ons het woord van Jan
Luycken:
Wij kijken uit naar 't zalig Oosten
Met uitgestrekten hals en hoofd,
En wachten op het zoet vertroosten,
Dat ons de waarheid heeft beloofd.
Wat achterblijft, dit zal gebeuren;
Nog maar een wijltjen in geduld,
Tot God ontsluit de gouden deuren,
En alles heerlijk wordt vervuld.
„De Beweging stelt zich op den grond-
i de Heilige Schrift als Gods Woord,
zooals dit door het Calvinisme van alle tij
den en alle landen is verstaan. Inzake het
gezag der Heilige Schrift spreekt zij uit,
dit onvoorwaardelijk te aanvaarden en als
nationale organisatie in te stemmen met
dat, wat dienaangaande in de Nederland-
sche Gereformeerde belijdenisschriften reeds
voor ecuwen is neergelegd" en die een
bepaling in haar reglement opnam, dat de
leden der G. S. B., die op één plaats
nen, geen afdeeling mogen vormen en dat
aan Openbare Hoogescholen zij lid vai
G. S. B. kunnen worden, die plaatselijk
eeds lid zijn van een Gereformeerde Stu
dentenorganisatie. Ook kwam uit de S.
R.-kringen de wensch, de naam van zulk
een organisatie niet te doen zijn G. S. B.,
Calvinistische Studenten Beweging.
Het bestuur der G. S. B. heeft dit alles aan
aard en de op d-it congres gehouden le
denvergadering der G. S. B. eveneens. S.
kan pas een oficieele beslissing ne-
op haar Unie-vergadering, maar de aan
ge S. S. R.-leden hebben \erklaard, een
oplossing in de aangegeven richting te zul-
rstaan. Dit geschiedde nadat te vo-
.chillende personen bevredigende op
heldering van hun bezwaren hadden ont-
angen. Aanvaardt nu ook de komende
Unie-vergadering dit program, zoo zal aan
stonds de huidige G. S. B. worden ontbon
den en door eenige daartoe aangewezen
personen a an deze G. S. B. en S. S. R. de
nieuwe Calvinistische S. B. worden opge
richt en te venvachten is, dat de Calvinisti
sche Stud. Bew. een nieuwe blijde toe
komst tegemoet gaan zal.
DE LAATSTE AVOND.
Ds. D. v. Dijk, van Groningen, hield de
laatste avondtoespraak over:
„Dicht b ij J e z u s".
Wanneer een van onze geliefden is weg
nomen voelen we ook nog nadien a. h. w.
hun nabijheid. Zóó moet ook Christus in de
gestalte, die de Schrift ons van Hem geeft,
in ons hart steeds meer leven. Waar we
zijn, wat we doen, we moeten Hem zien
als onzen Zaligmaker. Wij wandelen op
aarde en werken hier. Zoo heeft ook Chris
tus op aarde gewandeld en gewerkt Nu is
Hij in den hemel en die wetenschap doet
ons dicht bij Hem leven. Maar Christus is
ook God. En zoo weten we temeer dat Hij
bij ons is. Ten slotte: Christus is één met
ons. En als we maar een verlicht oog heb-
ben, zien we Hem als ons hoofd.
Als er een tijd is in het leven om dioht
bij Jezus te leven, dan is het de tijd der
jeugd. Dat kost veel inspanning, want de
mensch is een zinnelijk wezen. Maar het is
toch zeker mogelijk. Een van onze groote
fouten is, dat we onze heerlijke belijdenis,
die tijd en eeuwigheid omvat, niet in den
inhoud verstaan. We redeneeren er over.
maar realiseercn ons niet, wat er in leeft.
Wij belijden Christus in Zijn twee naturen,
maar ondanks onze belijdenis gaan we
onze eigen weg, en Jezus is vaak ver. We
moeten letten op Christus' nabijheid. Hij
zoekt ons gezelschap, maar wij wijzen Hem
zoo vaak van de hand. Meer hemelschgc-
zind moeten we zijn. De lezing der raystie
ken doet ons beschaamd staan. Zeker, ze
zijn geen mystieken voor de Schrift, maar
ze zijn ons toch vaak vooruit.
Hemelschgezindheid is bezig zijn in de
geestelijke dihgen. We zingen oprecht: red
mij van hen, die 't ruim genot der wereld
\oor hun heilgoed achten. Maar wat heb
ben wij dan dat ons verruimt? Dat is de
doortinteling van Christus' liefde van de
hemelsche blijdschap. Maar dat diepe ge
voel is vaak zoo tijdelijk en zoo kort. Wan
neer verdiepen we ons genoeg in de dingen
des Heeren? We gewennen er ons niet aan.
Na het indrukwekkende woord van Ds.
an Dijk verzocht de voorzitter aan Prof.
Dooyeweerd het congres te sluiten.
Slotwoord.
Een slotwoord wordt zoo licht subjectief.
En dat mag niet; want dat b 1 ij f t niet. Het
orige congres was een goed congres. Maar
iet was ais met een muziekstuk, dat eerst
betee-kenis krijgt door zijn toonaard.
En het vorige congres sprak niet van in
nerlijke eenheid.
Als iets tot dank stemt, dan is het, dat
3 toonaard van dit congres in beginsel
majeur was. We zijn er ten slotte in ge
slaagd een basis te vinden, waarop de con
ferenties verder kunnen worden gebouwd.
Het is een symptoom van de veranderde
geestesgesteldheid, dat op goeden grondslag
een eenheid kan verkregen worden. Wil nu
de toekomst slagen dan is allereerste eisch,
.ve in het geloof blijven vaststaan. W*
moeten er ons rekenschap van geven, dat
adeldom verplicht. God komt tot ons
met een eisch. Zij dit congres de inzet van
reeks congressen, waarin geestelijke
groei wordt Waargenomen in ons geloof, ii»
onze liefde tot God. Het heeft Spr. getroffen
dat zoo velen blij erkennen, dat het defai
tisme plaats is gaan maken voor geloof in
de toekomst. Dat eischt van ons gedurig
gebed, dat God voortgang en groei geve. Een
congres heeft altijd twee factoren. Dat zijn
de vitaliteit en de lust om samen te spre
ken. Het was zeker een zwaar congres. Ook
de uitingen van vroolijkheid hebben de wij
ding van het goede dat we hoorden niet
gehoord. Het paste er in.
Als we door Gód gegrepen zijn, blijven
we dicht bij Hem. Dat is het gevoel dat
Spr. meeneemt van het congres.
Er zat geestelijke groei in.
Met een hartelijk dankgebed tot God be
ëindigde Prof. Dooyeweerd dit 12e Geref.
Studentencongres, waarna de voorzitter hét
congres voor gesloten verklaarde.
KAMPVUUR.
De laatste avond werd besloten met een
kampvuur, waarvoor de olunteriade-commis-
sie bereidwillig haar terrein had afgestaan.
Alle deelnemers legerden zich rondom de
brandstapel. De eene takkebos na de andere
wordt verslonden, en als tenslotte het vuur
is uitgebrand, is ook de laatste congresdag
voorbij, en trekt voor 't laatst ieder naar zijn
barak
SLOTBESCHOUWING.
Wanneer we de verloopen week nog eens
o\erzien, moeten we het congres qualificeeren
als uitmuntend, waarschijnlijk boven veler
verwachting, geslaagd. De ernstige en echt
roolijke momenten hebben elkaar in goede
harmonie afgewisseld en gedurende de ge
heel e week is de stemming uitstekend ge-
eest.
Hier is zeker op zijn plaats een bijzonder
oord van dank aan den kampcommandant
den heer A. Pieron, voor de wijze waarop
hij zich van zijn taak heeft gekweten; nooit
hokte het technische verloop \an de confe
rentie, dank zij zijn opgeruimd, maar toch
welbewust optreden.
Trouw werd hij hierin bijgestaan door den
chef-corveé, den heer J. v. d. Linden, die
met accurate plichtsgetrouwheid zijn werk
heeft verricht op een wijze, die voor latere
congressen voorbeeldig kan worden genoemd
Béide hebben ten opzichte van het bijwo
on der referaten en besprekingen menig of
fer moeten brengen.
De congresvoorzitter, de heer J. C. J. Kui
per, heeft voorts op voortreffelijke wijze de
leiding van het congres gevoerd, waarvoor
elverdionde lof hem werd toegebracht
En zoo is dan dit belangrijke twaalfde Ger.
Studentencongres weer voorbij. Gelukkig
blikken we nu in een toekomst die meer
licht is dan bij het einde van het vorige
congres, en daarom kunnen we uiteengaan
mot een hartelijk „tot weerziens!"
EEN STAD VAN
FRAAIE GEBOUWEN EN KERKEN
EEN WANDELING DOOR DRESDEN
(Van onzen Duitschen correspondent).
Dresden, 5 Sept. 1929.
Aan de Augustusbrug heb ik mij een
plaatsje veroverd. Links van mij ligt de
Marienbrücke, rechts de Carolabrug, in de
verte de breede Albertbrug. Ik kijk met
stille bewondering naar de Brühlsche ter
rassen en de sierlijke Katholieke Slotkerk.
Aan den overkant van de Elbe ligt het
breede Kultus-ministerie cn daarachter 't
ministerie van binnenl. zaken. Ik zit in
don tuin van Hotel Bellevue en rust uit
ermoeiende Messe in 't drukke
Leipzig. Voor mij is elk bezoek aan Dres
den een verrassing. Verrassingen kunnen
meer of minder aangenaam uitvallen. Tut
dusver was elk oponthoud in Dresden voor
aangename verrassing, het wande
len door den Zwinger, langs de Altmarkt,
de Pragerstrasse, den Schlossplatz. Het
zal wel aan mij liggen maar ditmaal
wekte het groote verschil tusschen neden
erleden sterker op mij in dan vroeger.
Ik kijk naar beneden, daar baden op alle
uren van den dag honderden menschen,
volwassenen en kinderen, brutaalweg in
het centrum der stad. Drie jaar geleden
vond ik dat origineel deed 't me weliswaar
jvreemd aan. Maar Dr. Blüher, de Oberbür-
germeister der stad, kalmeerde mij, zeide,
dat zulks een der voorbijgaande booze ge
volgen der omwenteling was en verzeker
de mij, dat hij, als man van Duitsch-natio-
nale overtuiging, er wel voor zou zorgen,
dat mettertijd een eind gemaakt zou wor
den aan de régime van communisten en
socialisten.
Thans, na drie jaar, stel ik met ontstem
ming vast, dat 't aan beide oevers van de
hlbe nog even losbandig cn onsmakelijk
toegaat als drie jaar geleden! Stel u voor,
dat men bij ons in den Haag aan de bevol
king zou toestaan in den Vijverberg of 't
Haagsche Bosch te baden! Dat men overal
aan den oever 't ondergoed der beide ge
slachten brutaalweg aan den weg zag neer
gesmeten! Kunt gij u zulks voorstellen?
Ik niet!
Ik sta op en ga door de stad ronddwa
len. Wat is Dresden, van architectonisch
standpunt bekeken, fraai. Ik geloof niet,
dat er een groote stad in Duitschland te
vinden valt, waar men zooveel fraaie ge
bouwen en kerken kan aanwijzen. Vergeet
niet, dat b.v. Augsburg en Neurenberg in
omvang met Diesden niet vergeleken kun
nen worden. Hier herinnert u elke straat
aan 't Huis Wettin. Kijk, op de Neumarkt
staat 't gouden standbeeld van August den
Sterke. Hij draait aan 't oude cent
stad zijn eigen rug cn dien van zijn paard
toe. Nu ja, zeggen de spottende Saksen, hij
was ook maar Keurvorst van Saksen en
Koning van Polen!
Ik zoek naar de König Johann- en naar
de Konig Albertstrasse. Ik zoek vergeefs.
Ik vind alleen nog maar de Johann- en de
Albertstrasse; Van Koningen en Keizers
vil men in Dresden klaarblijkelijk al ever
reinig weten als in de hoofdstad der Puit-
sche republiek!
Ergens door de stad gaat een \iuto aan
mij voorbij, waar met dikke letters op staat
te lezen: „Dem Volke das Beste",
blijkt de reclame-wagen van een Consum-
Verein. der socialisten te zijn!
Langs de Evangelische Ilofkirche (So-
phienkirche is de oorspronkelijke naam,
NUVERHEIDSRAAD
CENTRALE COMMISSIE SPOORWEGRAAD
EN INDUSTRIE.
Op diens verzoek heeft de Nijverheidsraad
den Minister van Arbeid van advies gediend
over de benoeming van industrieele leden in
de in te stellen Centrale Commissie voor de
Nederlandsche deelneming aan de in 1930 te
Luik te houden internationale tentoonstel
ling. Met de aanbeveling van den Raad voor
leden eener soortgelijke Commissie voor de
in hetzelfde jaar te Antwerpen tc houden
expositie is volledig rekening gehouden.
Den Minister van Waterstaat heeft de Raad
verzocht, om bij de nieuwe benoeming van
leden en plaatsvervangende leden van den
Spoorwcgraad, die volgens artikel 3 van het
Koninklijk besluit van 13 Maart 1923 (Stbl.
No. 66) in December e.k. moet plaats vinden,
ook weder als zoodanig aan te wijzen de
personen, die den Nijverheidsraad thans ii
den Spoorwcgraad vertegenwoordigen en we
den heer S. Wouda, als lid en de heeren Mr.
A. N. Molenaar en Prof. Ir. D. Dresden, resp.
als eerste en tweede plaatsvervangend lid.
Op zijn indertijd aan den Minister van
Arbeid, uitgebracht advies over hot ontwerp
verdrag inzake de controle op de wapenfa-
bricage mocht de Raad een alleszins bevredi-
INGEZONDEN MEDEDEELING.
en zenuwsterkend is de werking van
MIJNHARDT'S
zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct Bij Apoth. en Drogisten
CHR. AMBTENAREN.
Gemaldegalerie.. Ik klauter de trappen
naar boven op en loop er overal mijn land-
genooten tegen 't lijf: Wouwermans, v. d.
Velde, Jacob Ochterfeld, Gerard Dou, Aeri
van Gelder, Rembrandt, Snijders.
Ik geniet van Koninck's „Heremiet" en
„Astronoom", Rembrandt's „Ouden man',
van Bergh'Heydes „Groote Kerk van
Haarlem", van Gerard Dou's „Atellier met
de globe", van Ferdinand Bols „Joseph en
Pharao". Ergens anders ontdek ik vier
heerlijke gobelins uit de 16e eeuw. afkom
stig uit Nederland.
Berchheide laat me een oude „Straat in
Haarlem" zien en Jacob Ochterfeld doet
mij lachen om den „eleganten heer" die
een dame de citroen in 't wijnglas perst.
Ik keek door 't openstaande raam nuar
buiten. Daar luiden eendrachtig de klok
ken der katholieke en evangelische kerken.
Zij herinneren aan de tijden, toen 't Katho
lieke Huis Wettin over 't overwegend Pro-
testantsche Saksen regeerde.
Men vertelt hier in Dresden, dat de ko
ning op een goeden dag, in den tuin zit
tende, door de bevolking werd toegejuicht.
Hij, de ironische monarch, stak 't hoofd
buiten 't portier en riep de menschen toe:
„jullie bent me mooie republikeinen!"
Sedert de omwenteling ging zijn oudste
zoon, kroonprins van Saksen, over van den
militairen in den geestelijken stand. Hij
werd tot priester gewijd.
In Protestantsche kringen geven de
cialistcn den toon aan. Is 't dan een v\
der, dat koning Friedrich August 't sloi
de stad Dresden den rug toewendde?
leeft tegenwoordig in Sibyllenort in Silezié.
Dar wacht hij, al net eender als Duitsch-
land's laatste keizer, dien hij nog in Janu
ari op diens 70stcn verjaardag persoonlijk
in Doorn bezocht, de tijden af, dat de ver
houdingen op politiek gebied weer anders
beter gaan worden!
VERGADERING GROEPSRAAD
GEVANGENISWEZEN.
PROGRAM VAN ACTIE.
Op 4 dezer kwam de Groepsraad Gevangenis
wezen van den Alg. Ned. Chr. Ambtenaarsbond
te Groningen in vergadering bijeen.
Uit de verzamelde gegevens bleek, dat aan
de opleidingscursusen, die in dertien plaatsen
van ons land gegeven worden, door ongeveer
250 deelnemers wordt deelgenomen. Over het
algemeen worden de cursussen gaarne gevolgd.
Na uitvoerige bespreking werd besloten te
ijveren om ook in 1920 een voldoend subsidie
van de Regeering te verkrijgen, omdat verhoo
ging van het lesgeld voor de deelnemers, dia
een klein inkomen hebben, niet mogelijk is.
Vervolgens werd uit de ingekomen brieven
de plaatselijke groepen een program van
actie vastgesteld.
1. Invoering van de 51-urige werkweek als
tusschendienst om te komen tot de 48-urige
werkweek.
2. Afschaffing der slaapwachten en vergoe
ding van alle uren door het personeel in da
gestichten doorgebracht.
3. Het instellen van een groep reserve-perso
neel in de plaats van het op ongeregelde tijden
in dienst nemen van hulppersoneel.
4. Verruiming van de vacantie voor het per
soneel der bewaking.
Ten slotte werd besloten den Minister van
Justitie in kennis te stellen met diverse wen-
schen en grieven van het personeel.
Mijn rondwandeling door de roode
echter de Di esdener meestal geen I dentie gaf mij niet den indruk, dat deze
notie heeft) dwaal ik af naar de Dresdo-1 dag binnen afzienbaren tijd zal aanbreken!
HOOGER ONDERWIJS.
technische hoogeschool te delft
or het studiejaar 1929-1930 zijn tijdens
eiste drie zittingsdagen 262 (242) stu
denten voor de eerste maal ingeschreven, en
voor civial-ihgenieur 38 (27), bouwkur.-
ó'g ingenieur 16 (16), werktuigkundig inge
nieur 4S (55), scheepsbouwkundig ingenieur
3 (5), electro-technisch ingenieur 49 (49),
scheikundig ingenieur 72 (72), mijningenieur
13 (16), natuurkundig ingenieur 21 (geen),
aile lessen 1 (2) en ijk 1 (geen). De getallen
tusschen haakjes geplaatst geven het aantal
ingeschrevenen aan tijdens de eerste drie
zittingsdagen Tan het vorige jaar.
CHR. H. B. S. TE STADSKANAAL.
Aan de Chr. H. B. S. te Stadskanaal zijn
hencemd tot leeraren voor het vak Handels
wetenschappen de heer G. Donker^ directeur
van de Gron. Bar.k, en voor Godsdienstonder
wijs, Ds. J. A. Steenbeek, Ned. Herv. predi
kant te StadskanaaL
LAGER ONDERWIJS.
hqofdbenoemingkn.
Heerenveen (C.V.O.): G. J. Huatink^
hoofd te Onstwedde (Gr.).
onderwuzersbenoemingen.
Rotterdam (Eben-Haëzer-school, Nozc-
manstraat 16, hoofd W. de Boer): J. Sturing,
ildaar (met vaste aanstelling) en H. Sleu-
rii.k te Kampen (thans in militairen diens:).
Tijdelijk.
Aarlan derveen (hoofd F. Pasma)
J. Hanenburg te Sexbierum (Fr.).
Enter (Ov.)- J. Groeneveld te Leiden.
Klundert (hoofd J. H. van Luin)i.
Zijlstra te Dockum (Fr.). Als kweekeling met
akte. Aangenomen.
Dinteloord (Ned. Herv. School, hoofd
C. Schipper): W. Verhagen, aldaar voor vast.
Aangenomen.
Harlingen (Prinses Julianasch., hoo»"d
P. de la Fettej: H. Gaastra te Folsgare (Fr.),
CHR.SCHOOL TE AARLANDLRVEEN.
Uit Aarlanderveen wordt ons gemeld:
Wegens toeneming van het ge+al leerling»*
ral de school werden uitgebreid met eer 4d*
lokaal. Tevens wordt centrale verwarming
aangebracht en 'r. electrische licht-installatie,
EXAMENS.
EXAMENS-HOOFDAKTE.
gend antwoord ontvangen, waaruit valt af
te leiden, dat de Nederlandsche Regeering
bij de behandeling van dat verdrag met de
daarbij betrokken belangen der Nederland
sche industrie zooveel mogelijk rekening zal
houden.
Aan den Minister van Arbeid heeft de
Raad een overzicht gegeven van gevallen,
waarin de Nederlandsche industrie moeilijk
heden ondervindt van buitenlandschc voor
schriften inzake het merken van goederen.
Van het Departement van Arbeid ont
vangen brieven over „U.S. Tariff-Commis
sion" en ,U. S. Treasury Board (Customs
Departement)" onderzoekingen toonen aan,
dat op dit oogenblik weinig baat mag wor
den verwacht van op het terrein van dit
internationale vraagstuk te ondernemen
stappen.
GEPENSIONNEERDEN NEDERL.
SPOORWEGEN
Naar ons wordt medegedeeld is deze week
te Utrecht een buitengewone vergadering ge
houden van gepension neerden bij de Ned.
Spoorwegen, leden van den Prot Chr. Bond
van Spoor- en Tramwegpersoneel.
De vergadering, die druk bezocht was,
stond onder leiding van den heer J.
Augusteijn, Voorzitter van bovengenoemden
Bond.
Het Hoofdbestuurslid, de heer P. Z. L. de
Groot, zette in een uitvoerige rede de meest
belangrijke wenschen en grieven van de ge-
pensionneerdcn uiteen, naar aanleiding waar
van ten breede discussie ontstond.
Weerbericht.
Barometerstand.
Hoogste Stand 772.4 te Calshot.
Laagste Stand 752.8 te Wisby.
Zwakke tot matige veranderlijke wind,
licht tot half bewolkt, kans op ochtendnevel
droog, zelfde temperatuur.
FIETSERS LICHT OP:
Ten slotte werd een motie aangenomen,
De vergaderiug verklaart daarin met instem
ming kennis te hebben genomen van de ac
tie, die door de Vakvcreeniging en den Per-
soneelraad is verricht, om te komen tot een
betere pensioenregeling, doch dringt er bij
het Hoofdbestuur op aan om deze actie tot
verdere verbetering der Pensioenwet 1925
voort te zetten alsmede te trachten voor hen,
die voor April 1919 gepensionneerd werden,
een bïtere regeling te krijgen.
Voorts wordt in de motie verzocht om de
steunverleening uit het fonds tot ondersteun
ning van gepensionneerd spoorwegpersoneel
wat soepeler te willen toepassen, aangezien
nog vele gepensionneerden in noodlijdende
omstandigheden yerkccren.
IVlik: A. C. Rooi
Hengevelde; C. H.
ecken. Eibergen: G.
EXAMENS-STUURMAN.
G. A. Kettlni
t de heer J. Boll.
UIT HET SOCIALE LEVEN
DE STAKING TE ALMELO.
Men meldt ons uit Almelo:
Door de Directie der N.V. Leeuwarder Te*-
tielfabriek te Almelo is aan de pers een com
muniqué verstrekt, waarin een overzicht wordt
gegeven van de loonen der arbeiders(sters).
Mannelijk personeel in vasten dienst f 20 tot
f34 per week; mannelijke stukwerkers f24.68
tot f30.87; vrouwelijk personeel in vasten
dienst f 15 tot f 19; stukwerksters (van 14
tot 19 jaar en ouder) f 13 tot f 37. Hieronder
valt niet het personeel der afd. controle en af-
deelingschefs. Van het loon wordt 1 afge
houden, waardoor aan het personeel gedurende
26 weken 70 van het loon wordt uitgekeerd,
terwijl een volle week vacantie per jaar wordt
gegeven.
De staking duurt onveranderd voort. Het
aantal stakers(sters) bedraagt 157. Enkele
personen die aan 't werk zjjn gebleven wor
den nog al eens lastig gevallen. Tegen een
tweetal „achtervolgers'' is proces-verbaal op
gemaakt.
In den loop van deze week is door de directie
haar nieuwe bedrijf te Hardenberg geopend,
met voorloopig 20 personen.