Twaalfde Geref. Sfudenfencongres WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1929TWEEDE BLAD PAG. 5 WONDTOESPRAAK VAM DR. WURlH Lunteren, 2 SepL 1029. Voor <le zooveelste maal dezen zomer ds liet conierenuie-oord der Z. S. R. met zijai Sterk wu&seiende bevolking liet verblijf van worden een suliwe congresgangers. j dan ook HhuAis zijn liut -ue uerei. studenten, die jaar geleden betoogde 7HFR GROflTF D 'AMF systeem van Calvinistische wijsbegeerte". ting ligt voor onze tevenstaak dan een heer- '-L.il UlilUUIL. Ubt—imlilL I Doch door zoo de situatie te zien plaatst lijke prikkel. Want subjectief heeft on3 de Geref. Stud. Bew. zich buiten kerkelijke werk waarde voor de eeuwigheid, in zoover bewegingen en ontleent aan de Heilige het ons ons innerlijk daarvoor toebereidt, nnniiunonrnr tram nrii wnnmiTTrn Sohrnt, die met het gezag, zooals het Cal- Maar ook objectief bezit onze arbeid (cul- UilIi IiuohlUl VAll Uui VUUnZII Itn vimisme dat in de belijdenisschriften l'onnu- tuur. sociale arbeid enz.) waarde in zoover, leerde, tot ons komt, alle gegevens, ook b.v. j zij het door een crisis heen, deze wereld toch diie omtrent de theorie der kennis. behouden wordt en eens in zich opnemen Spr. merkt op, dat men zoo wel eens hier- 1 zal het .Koninkrijk Gods in zou kunnen zien de voltrekking van hetj Zoo is dus niemand beter dan de Chris- proces der verintelleclualiseering met partij i ten berekend voor het werk in deze wereld, dige miskenning der eischen van 't gemoed, juist omdat hij en in zoover hij niet tot deze Dit zou zoo kunnen zijn, als we niet an- i wereld behoort, niet slaaf is van de wereld, diers tot God kwamen en tot Zijn Woord en maar geestelijk erboven staat tot de daaruit afgeleide beginselen dan door ihet geloof in Ühristus, wien we slechts In afwijking met de gewoonte die andere onzen Heer kunnen noemen door den Hei- jaren werd gevo'gd, werd na deze avond- ligen Geest Hier wordt de denker bidder toespraak gelegenheid gegeven tot de gemeensuhap gnpoht om gfsterkt te gedachtenwisseltag. hot geuoof. Hier vooral ügt zooals Ds. Brussaard reeds 10 I Dit zal in elk geval ditmaal niemand'ha] i- 0betoogde de beteekeniis dei j^en betreurd. hun ï^e jucirnjiitsc'he coaigi-es houden. JDiit Geref. Stud. Bew. Ln hierin ligt dan ook de Hierbij lcwam vooral ter sprake de moei- oongros gaat uit van de G. S. B. en die S. band met het verleden, dat de strijd om de üjkheid van de prartijk van het leven, waar B. i.. samen, en met zooails vroeger van de verzekerdheid van het geloof de joaige liar- j men telkens in aanraking komt met G. S. B. oneen, daar deze in haar vroegere i ten blijft beroeren. Maai- juist in dien ge- houding: Christen en wereld, vorm tua/.is niet meer bestaat; de G. S. B. I meenschappelijken strijd ligt de tegenhan- is hier niet een gevaar voor farizeïsme, toen ais smucnwerKing oer corpora (K Q. ger tegen verinteilectualiseenng en verstar- wanneer we hei compromis toelaten? Men 1., in. u. xj. v. en b. b. rt.) lueid crp ie bo- ring. Met verwijzingen naar Karl Heine's moet vaak in gehoorzaamheid aan Gods ge- ftaan, maneneel doordat geen eenstemmig- „Glauberisgewissliei't" zegt Spr. hoe het ge- bod wandelen, en leven op de plaats in het h«ui iron iv.Mvif.vi vorin-oovn pwr .Ia kwfts. jqqj va,n onzen kant het onbenaderbare is en juist zonder dat geloof is ons weten niets. Daarom zijn we samen ,om elkaar te bouwen en te vertroosten en om te erva ren de beteekenis van de verzekerdheid van het geloof voor ons leven en onzen arbeid. Te meer wanneer we in onze studiën zien hooger genade van God, leeren we in volle afhankelijkheid van Hem onszelf vergeten; komt er hooger geestdrift in ons, erkennen we God als de eenige realiteit en zullen we ons werk verrichten, „niet als knechten om loon, maar als kinderen uit dankbaarheid" (Bavinck). teid kun worden verkregen over de kwes tie van gtfiijk'jerecihtiging van ail-le personen due zriahzoii ais Gereformeerd aandienen, en formeel door opzegging van lidmaatschap dooi- een der leaen, waardoor de samenwer king oer duue oorpora de facto niet meer bestond. Een uieuvvo G. S. B. werd aanstonds op- i gemout, met als samenwerking der ge- [boemde studenten-organisaties, maar als 'n organisatie daarnaast, met persoonlijk lid- inaatsciiap. Dit geschiedde Februari van dit jaar. j Deze G. S. B. nu organiseerde samen jinet i.e b. S. R. een congres, met een zeer aanlokkelijk programma, joowc. ..at betreft de algemeene onderwer pen, o.s de meer speciale voor theologie, meuiei enz. Reeds eerder is in dit blad dït programma opgenomen, waarom we er nu dan ook niet uitvoerig bij stilstaan. Deze opmerkingen over de voorgeschiede nis van dut congres meenden we ter orien teering te moeten laten voorafgaan. In de loop van de middag kwamen uit alle oorden des lands, uit Groningen en Zee land zelfs, de congressisten met de eene trein na de andere naair Lunteren samen- struomen. Daar had je weer het conferen tie-oord, alles neg als vroeger, en daardoor weer allerlei, verreweg meest aangename herinneringen opwekkend. Wat zal -het dit jaar warden? 't Weer wenkt alvast mee, en weldra blijkt dat het Na het zingen van Psalm 66 vs. 10 wordt gebeden. Dan krijgt te 7% uur Dr. G. B. Wurth, van Souburg, het woord voor zijn rede, die radiophonisoh werd uitgezonden, over: „De Christen en de wereld". Spr. begint met in *t licht te stellen de actualiteit van dit onderwerp in verband met de crisis, die èn de wereld èn het Chris tendom in dezen, tijd doormaakt en die zeer speciaal dus weer roept tot positie-kiezen in zake de vraag, in hoever wij Christenen een positieve óf negatieve houding tegenover de wereldbeweging dezer dagen hebben in te nemen.. Ter oriénteering laat hij dircërlei geesteshouding mot betrekking hij drieërlei geesteshouding met betrekking tot de vraag: Christen en wereld de revue passeeren: de optimistische (Hermann, de religieus-socialen), de pessimistische (Barth), de dualistische (Naumann). Tot het thetisch deel van zijn referaat komend stelt hij twee ivragen: wat is de reld en wat is de Christen? De wereld kan gezien worden onder drieërlei aspect. Vooreerst is ze schepping, goten door de warme maaltijd, heeft om cius niet per sé verwerpelijk. Dan is ze te kwart voor 7 de opening van het congres j zj0n onder 't aspect der zonde, een wereld, plaats door dan congresvoorzitter, de heer j die zjch aan Gods ordinantiën onttrok J. C. J. Kuiper, die laat zingen Gezang 3 vers 1 en 3 en leest 1 Cor. 3. Dan spreekt hij een zijn eigen wetten zich ontwikkelt. Ten laatste kan men ze zien hij 't licht der ver lossing of der voleinding; als .wereld, die door Gods genade nog toekomst heeft. Openingswoord Wat is nu de Christen? Ook hij is vöor- i eerst schepsel en als zoodanig aan de wp- lijmens het bestuur der Geref. Stud. Bew. reid verwant en op de wereld aangelegt ea der Sodetas Studiosorum Refomiatorum Dan is hij zondaar en a's zoodanig aan de in die eerste plaats tot de studenten, die wereld verbonden door een band van soli- door zich een financieel offer te getroosten, daire schuld. Eindelijk is óók hij te zien on- liefde betoonden voor een samenkomst ter der 't aspect der velossing. Maar wat is nu bevordering van Gereformeerd leven en den die verlossing? Is dat iets dat wij hebben ken. Daarna tot die sprekers, zonder wie het of dat wij /.rijgen? Wij hebben in beginsel congres geen beteekenis zou hebben en cr deel aan. Maar zeer speciaal is, gelijk wier verdraagzaamheid hij voor de discus- vooral Calvijn heeft gezien, een ver'ossing Bies inroept Ook spreekt hij aller dainkbaar- zaak der toekomst. De geloovigen zijn kin- beid ui't voor de aanwezigheid van zoo- deren des daags, d.wiz. \an den dag, d!c vele gasten, wier hulp hij vraagt hij be- j komt Dit eschatologisch karakter der ver sprekmgen en voor de moeilijkheden waar- lossing beheerscht onze verhouding tot de mee de student zoozeer te kampen heeft wereld. Krachtens onze toekomst-verwach- Hij begroot de afgevaardigden der J. V. op ting venveahten wij het van deze wereld G. G. en der N. C. S. V. en spreekt woorden niet, verwachten wij ook niet het rijk Gods harte! ij ken dank tot de professoren in deze wereld (dit in tegenstelling met hof Jliddeiiios, Noordtzij, Vollenhoven en Dr. Tazelaar, voor al wart zij in dagen van crisis voor de gemeenschap der gerefor meerde studenten deden. Herinnerend aan vorige openingstoespra ken zegt hij, hoe er ook van jaren van crisis jou kunnen wooxlen gesproken. Sinds er een nieuwe kerkiormatie opkwam is er twist ontstaan over wait in de doelstelling verstaan werd onder Gereformeerde levens- en wereldbeschouwing. Men wilde gelijkbe- reohtigdiliead der Gereformeerde kerkengroe pen om de studenten van voorlichting te dienen, iels wat dus anderen zin moest heb ben dan wait tot nog toe geschiedde: erken ning van geestverwantschap ook bij perso nen uit andere kerkfoimaties. Daar Spr. pairtij dn diit geding is, en de eenheid moet geduend, onthoudt hij zich van beoordeeling der voorvallen. Een scheur tusschen de cor pora was van uit eiken gezichtshoek te wjji zy jn hope,' toch deel aan de verlos- «lohteci. zoeken i sillg aa|, h(s, rijk Gt>d, dat komk En noad. van den schuldige hier onmogelijk cultuur-optimisme en het religieus-socia- Msme). Wil dat echter zeggen, dat wij nu met deze wereld niets te maken hebben? Neen. Als Christen blijven we mensch, d.w.z. schepsel. En zoo staan we niet alleen nood wendig in relatie tot deze wereld, maar heb ben wij er ook een roeping. Verder zijn we als Christen ook zondaar. En als zondaar brengen we niet alleen mee de solidaire schuld, maar moeten we ook bereid zijn te werken in een wereld, waarin alles en. dus ook ons werk gebrekkig en zon dig is. M.a.w. als zondaar zijn we geroepen te aanvaarden het compromis, niet als iets waar we vrede mee hebben, maar waar we in ootmoed voor buigen, al doen we intus- schen alles wat in ons vermogen is om het te overwinnen. Over de weemoed van ons leven tengevolge daarvan schijnt echter toch een heerlijk licht; want ten slotte hebben wendig draagt daar onze arbeid toch den leven waar men is gesteld, terwijl men zich zelf zoo zeer tegen heeft. Behoorlijk is dan soms de leuze van het alles of niets. Dr. Wurth wees er echter op, dat deze leuze toch eigenlijk niet Christelijk is, maar humanistisch, 't Lijkt erg ootmoedig, maar 't is eigenlijk de hoogmoed van een mensch. die meent dat hij in deze wereld al een hei lige kan zijn. We moeten niet een compro mis om het compromis; wat geven en ne men, omdat we toch ook wel eens wat van de wereld willen genieten, maar we moeten ons leien en ons werk in dat leven zien als een roeping Gods. Dan draag ik niet meer uitsluitend de verantwoordelijkheid voor de moeilijkheden waarvoor ik kom 4e staan. Dan moeten we er door, op de plaats op God ons heeft gesteld; en dan komt er ook plaats voor de geheiligde intuïtie, om door al die moeilijkheden heen te komen. Dan krijgt ook de eschatolog. gedachte belang. We moeten ons niet gaan verbeel den dat we de wereld kunnen veranderen. Maar dit mag er ons ook niet toe brengen te zeggen; er is toch niets aan 4e verande ren, zoodat we ons maar terugtrekken. Geen van beide is goed. Maar nooit komt er een toestand, waarbij de Christen geheel tevre den kan zijn. Óntevredenheid zal blijven. En hoe meer we trachten die reden-tot tevredenheid te boven te komen, hoe meer zelfs onze ontevredenheid zal toenemen. Totdat aan het einde der dagen God zal zeggen: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. Dr. Wurth eindigde daarop den dag met gebed, na te hebben laten zingen Ps. 119 vers 17: „leer mij o Heer den weg door U bepaald''. De eerste dag mocht goed geslaagd hceten TWEEDE DAG Daarna kregen Dr. C. J. Honig en Dr. C. Tazelaar, beiden van Amsterdam, respectievelijk 'i woord, om te spreken over: Het huwelijk wordt gezien vanuit het standpunt van 't individu, daarna de betep- kenis van het huwelijk voor de gemeen schap besproken. Het huwelijk geeft de op lossing van de sexueele nooden der jeug dige menschen. Met sexueele nooden wordt bedoeld het innerlijk conflict tusschen lichamelijke neigingen en het geestelijk ver langen daaromtrent in oi.s bewustzijn. Of schoon dit verstandelijk niet te begrijpen is, kan dit later in het huwelijk als een levens werkelijkheid worden ervaren. Het sexuee'.e vraagstuk toch is een levensprobleem en alles wat leeft en levend is wordt slechts in beleving kenbaar. Deze beleving is heer lijk en een overwinning van innerlijke on rust Alle bestrijding van het monoeame voor het leven durende liuweli|k vloeit voort uit miskenning der sexueele nood. die eenerzijds platvloers als geslachtsdrift wordt beschouwd of anderzijds als symb)- Liek niet wordt begrepen en daarom ten onrechte uitsluitend als middel voor he. voortbrengen van kinderen wordt ver staan. Dit wordt aan de hand van de mo derne huwelijkslitteratuur breeder uiteenge zet. Bij de bespreking van de beteekenis van het huwelijk voor de gemeenschap wordt allereerst stilgestaan bij het belang dat hei gezin heeft voor het gezonde leven der ge meenschap. Vervolgens wordt gewezen op het enorme belang van het zedelijk bezit der gemeenschap voor het leven van den enke ling. Heel veel menschen handelen niet ver keerd, omdat zij door de zedelijke opvattin gen der gemeenschap worden gesteund. Dat is de rijke beteekenis der conventie. Het huwelijk is in het gemeenschaps'even het monument der trouw. Alle idealistische be schouwing zal daarom kiezen voor het mo nogame voor het leven durende huwelijk, waarvoor onze consciëntie, imede getuigt. Want God hèeft in zijn a'gemeene genade aan den mensch niet allècn het Godsbesef DE ZILVEREN VOGEL geen zin heeft Maar er moet sc-huldbelijde-1 stempel van."D.w.z. er komt bij ons 'n nieu- ms komen, voor een openbaar geworden on- we gezindheid. Maar dat niet alleen, wij dtrisftelijken en onwetenscha^pelijken harts vvorden óók in staat tot nieuwe daden, een tocht tegenover God en menschen. Dat nieuwe Christelijke levenspractijk óók in men, toen de oude G. S. B. scheurde, dade-deze wereld (dit in tegenstelling met Barth lijk in nieuwen vonm een voortzetting en Naumann). En in de toekamst-venvach- zocht was orn niiet alleen sloopens te we zen, wat op geestelijk erf misdaad is, zoo er in 't ouidie iets naar God was. In de be langstel iing voor de Bewegiing en de op komst ter congiesse ziet Spr., dat men mede overtuigt! is, dat nu de corpora met ongeveer gelijken grondslag het over -de 'liend ervan niet eens konden wor den, er alleen zegen te wachten is, wan neer men zich als individuen plaatst op een duidelijk als eenheid gevoelden grond slag. Had eens Dr. Kuyper een pleidooi gevoerd oni ue algemeene Schriftformule te vervan gen door die der Geref. beginselen, thans eisoht de mensahelijke beperktheid nog na dere formuleering. Het gaat tusschen alle kerkengroepen om het Woord van God, al zal men van onzen kant naar Dr. Fabius woord daarom nog niet iemand mogen verwijten dat men Gods Woord verwerpt ol te goeder trouw daaraan houden wil. In het komen naar het congres moei liggen de belijdenis, dat wij met onze gere formeerde overtuiging nog niet -klaar zijn. maar dat we in haar door toetsing der ge reformeerde beginselen willen vinden een rustpunt voor ons denken en zijn. Noodig is daarom als Geref. beginselen zulke te "zien, die in het bewustzijn de we reld der gedachten beheerschen, zulke die het menschelijk leven, zooals zich dat in Calvinistische kringen vertoornt, verklaren en richten. Hiermee plaatst men zich in de historische lijn, waarin ook de Senaat van de V. U. met zijn publicatie in 1895 zich be woog, maar wordt tegelijkertijd geëisoht voortgang in de formulee-'ng ervan en be antwoording yan de klaohi als van Prof. Het driemotorig Fordvltegluiq, dat gisteren op het vliegveld Waalhaven alt een lüveren Honig uit 1918: .Dec tijden uood vordert 'n 1 vogel neerstreek CARL RABENHAUPT HERDACHT Gisteren werd In de Ned. Herv. Kerk te Coevorden een gedenksteen onthuld ter na gedachtenis van Carl Rabenhaupt, bekend uit het beleg van Groningen en van Coe vorden. De rijksarchivaris van Groningen, Dr. H. A. Poelman, hield bij deze gelegenheid een rede, waarin hij er op wees, dat in den oor log van 1672 Groningen en daardoor de ge westen Friesland, Groningen en Drenthe door 't beleid van Rabenhaupt zijn gered. Aan zijn krijgsmanstalent is het te danken dat de stad Groningen behouden bleef, dat èn Stad èn Lande èn Drenthe van den vijand bevrijd werden. Ook de herovering van de frontiervesting is voor een groot deel zijn werk. De burgemeester van Groningen, Jhr. Mr. L. EL N. Bosch ridder van Rosenthal, zeide o.m: Een volk, dat zijn historie niet kent en hoog houdt, is zijn plaats in de rij der volkeren niet waard, heeft feitelijk opgehou den te bestaan; met het verlies van histo risch besef gaat immers eigen kenmerk, eigen karakter te loor. Eerbied voor persoon lijkheid sluit eerbied voor voorgeslacht in zich. Vondel sprak tot Groningen: Uw schermheer Ravijihouvt hebt ghij, naast [God te loven Voor uw behoudens, dees terger van de dood. Bowaeckte U, totdat ghij het onheil quaemt [te boven En stont de stormbui uit van bommen, vier [en loot O Groningen, uit het puin van asch en stof [verrezen Vergeet de weldaet niet die God u heeft [bewezen. Ter gelegenheid van deze plechtigheid werd tevens een tentoonstelling van ver schillende curiosa van Carl Rabenhaupt ge houden, waarvoor groote belangstelling be stond. Bovenstaande foto toont een hoekje van de tentoonstelling. Vooral de helm van Rabenhaupt trok de aandacht. gelaten, maar ook een zedelijk besef. Dat is de grond onzer ethiek, de basis waarop wij zeer sterk Staan tegenover alle individualis- tisch-evolutionistisch-materialis'isch denken, dat ruimere mogelijkheid wil maken voor de bevrediging van de lichamelijke driften en daarom het heilig huwelijk belaagt en schendt. De erkenning van onzen zondigen staal, van Je groote bedreiging die ons in ons zedelijk loven bedreigt, noop* ons onze jonge menschen met groote liefde to verze keren dat te zijner tijd een oplossing in den weg van Gods ordinantiën door het huwe lijk te vinden is. Daarom verdedigen wij het huwelijk niet alleen met hQt oog op het lot der kinderen, zeker niet alleen op grond der lichamelijke bevrediging, maar als een door God ingesteld instituut tot vervolma king van den geheelen mensch en ter rijkere ontplooiing van hot leven der gemeenschap in den ruims ter. zin. En verrijkt met een rijkdom die geen woorden vindt, keere zich de verrijkte mensch tot God, die hem het laven geeft tot verheerlijking Zijns Naams. In aansluiting bij wat Dr. Honig gezegd heeft over het huwelijksvraagstuk in 't al gemeen!, spreekt nu D r. C. Tazelaar over Dr. T. begint met er op te wijzen, hoe een beschouwen van het huwelijksvraagstuk in de moderne literatuur is een bespreken van den huwelijksproblcemroman. Want de ro man is de literaire vorm, waarin deze quaestie met name aan de orde is. Hij toont dan aan de beteekenis van het bezien van dezen openbaringsvorm van het probleem. De roman is immens allereerst spiegel van het moderne denken, zoodat men uit dien roman dat denken kan leeren kennen. Maar ook oefent hij op dat denken, dank zij zijn vele qualiteiten, grooten invloed. En die in vloed is te ingrijpender, omdat het groote publiek door den roman met het vraagstuk in aanraking komt. 't Is daarom van belang te zien welke gestalte het probleem krijgt in den roman. Verwijzend nu naar wat Dr. Honig heeft gezegd over het probleem zelf, toont Spr. aan dat de roman het vraagstuk verschuift naar den kant, dien het moderne denken uit wil, dien van de erkenning der mensohelijke autonomie. De roman maakt van het pro bleem de vraag, hoe de huwelijksdwang te rijmen is met de individueele vrijheid, waar op ieder mensch rec-ht heeft, geeft dus een reheel tendentieuze, verwrongen, voorstelling an de quaestie. Spr. bewijst dit aan de hand ■an een proeve van deze romankunst en in de aanwijzing van.de verschillende catego rieën, waarin de huwelijksprobleemroman ie verdeolen valt. In de analyse van deze voor beelden vindt hij dan gelegenheid, het ten dentieuze van de roman voorstelling aan te toonen. Door dit tendentieus karakter is de roman onwaar. En in dat onware Spr. motiveert het in den brecde is hij geoor deeld, èn aesthetisch èn ethisch. Maar ooral uit religieus oogpunt. Met nadnik wijst Spr. erop, hoe in het licht der christe lijke levensovertuiging deze roman volkomen verwerpelijk is. Als men dan let op den in vloed, die de roman heeft, beseft men het belang, dat aan een beschouwen van deze openbaring van het huwelijksprobleem ver bonden is, óók en niet het minst voor eigen denken en eigen inzicht. Nog staat Spr. stil bij die enkele romans, die niet een tendentieuze voorstelling van do quaestie geven, maar het probleem stel len zooals het is, die dus waar zijn." Maar, waar dan zulke romans niet vallen onder het odium der verwerping op de aangegeven gronden, daar zijn ze volkomen onaanne melijk in de drastisch-realistische beschrij vingen, die ze geven, in het stuitend uitven ten van allerlei lovensintimiteiten op de pu blieke markt. Op grond van dit alles komt Dr. T. dan tot de conclusie, dat gansch de zoo veelvuldige bemoeiing van de moderne literatuur, d. i. van den roman, met dit vraagstuk, betee- kent en verwording van de quaestie en een heel gevaarlijke besmetting van het moder ne denken. Helaas is een der sprekers, Ds. H. A. Wier- singa van Vlissingen, door ziekte verhin derd tot het uitspreken van zijn rode over „Het leven van een Christen in Indië". Pas op het laatste moment was dit bekend. In allerijl werd getracht een plaatsvervan ger te krijgen, en daartoe wendde men zich tot Dr. J. H. Bavinck, van Heemstede; deze was echter daartoe niet in de gelegenheid. Nadat nu eventueel een der gasten een kort woord als avondtocspraak heeft gespro ken wordt de huishoudelijke vergadering van Woensdagmiddag naar dezen avond ge plaatst, terwijl deze vergadering zal worden voortgezet Woensdagmorgen. Zoo blijft dan de Woensdagmiddag voor de Sectie-vorgade- ringea. Gemengd Nieuws. DRIE PERSONEN VERDRONKEN Dinsdagavond omstreeks 7 uur heeft op de rivier de Waal nabij beneden Leeuwen e<m ernstig ongeval plaats gehad, waarbij drie personen om het leven zijn gekomen. De Duit- sche raderboot Rab. Karger, was na opge draaid te hebben, voor anker gegaan. Tbvee dochtertjes van den kapitein van den raden- boot Karl Douy, uit Duisburg, gingen daarna in de rivier baden. Plotseling zag de kapitein zijn beide kinderen in de diepte verdwijnen. Hij bedacht zich geen oogenblik en sprong de beide meisjes na, met het treurig gevolg, dat ook hij in de diepte verdween. Gisterenavond laat zijn de lijken van den vader en van der doe!Iers opgevischt, terwijl hedenmorgen het derde lijk is gevonden. In de stad is zeer onder den indruk van het gebeuixle. DE DRANK MAAKT WEER EEN SLACHTOFFER VECHTPARTIJ MET DE POLITIE. EEN BELHAMEL WORDT IN DEN BUIK GESCHOTEN. Te Werkendam is een ernstige vechtpartij ontstaan tusschen eenige dronken schippers, waarbij een der vechtersbazen door de politie in den buik werd geschoten. Het is de 24-jarige schippersknecht A. A. afkomstig uit St. Phi- lipsland, die met den te Werkendam zeer be rechten R. en nog een tiental anderen uit was geweest. Na sluitingstijd maakten ze een zoodanig lawaai, dat de beide veldwachters ingrijpen noodzakelijk achtten. Bij de Haven bleek, dat de schippers zich hadden verbor gen, blijkbaar met de bedoeling de politie mannen in een val te lokken. Toen de schip pers zich dan ontdekt zagen, namen zij een aanvallende houding aan en wilden de beide politiemannen, die zich tegen een muur had den opgesteld, met stokken en messen te lijf. Met in de eene hand een zaklantaarn en in de andere een revolver trachtten de beide veld wachters de schippers van zich tc houden, maar de aanvallers kwamen steeds dichter by en de toestand van de veldwachters werd steeds hachelijker. Toen enkele personen verdachte bewegingen maakten, heeft een der veldwach ters geschoten, waarop A. getroffen neerviel. Hy is naar het ziekenhuis vervoerd. Men vreest voor zijn leven. WEER BOSCHBRAND Maandagavond ruim één uur stegen dik ke rookwolken op in de richting Beekber gen. Het bleek dat weder een bosch- en heidebrand' was'ontstaan. Men heeft vermoe dn dat hier kwaadwilligheid in het spel is, daar de brand op twee plaatsen tegelijk uitbrak, aan beide zijden van den straatweg Apeldoorn—Arnhem, hoven op den Siop- pelberg. Ongeiveer 50. H.A. heide en op gaand dennembosch was in een oogenblik vernield. Het meest behoorde aan den heer Kerkhoven te Apeldoorn en was in beheer bij de Ned. Heidemaatschappij. De hoofdop zichfer de heer Wolters, met den opzichter den heer Rozeboom en den boschwachtor den heer Schut, leidden het blukschings- werk spoedig bijgestaan door de brandweer van Eendracht, Beekbergen, Ugchelen en Apeldoorn, MOTORONGELUK. In de Nesserlaan onder Nieuwer-Amstcl is Zondagmi<yi3g eer motorrijder met zijn mo tor komen i te vallen, waardoor een op de «iuo zittend meisje zoodanig terecht kwam, dat zij haar linkerbeen brak, alsmede een schou derbladfractuur bekwam. Het meisje werd per auto naar een ziekeninrichting te Amster dam overgebracht. AFSCHUWELIJKE ONTDEKKINGEN. Te Zwolle bemerkte een benedenbewoonster thuiskomende van de reis. een afschuwelykcn geur in haar wr.mng, terwyl op de bedsprei •kleine wormpjes kropen, die van den zolder 'ielen. Z waarschuwde de politie, die een aam openbrak op de bovenverdieping. Men ond hier op een bed het lyk van mej. K., 66 jaar. Men had haar den laatsten tijd niet gezien, wat echter geen verwondering wekte, omdat ze zeer op zichzelf leefde en somtijds op reis ging zonder de buren in te lichten. Vermoedelijk is zij 22 Augustus gestorven. Zij leed aan een hartkwaal. DE LEIPZIGER MESSE DE JORDAAN VAN LEIPZIG. Wat Philipp Rosenthal exposeert (Van onzen Duitschen correspondent). In de Brühi geeft huis aan huis de pels-i handel den toon aan. Het is de Jordaan van Leipzig. In de Ritterstraat wordt over-> dag onderhandeld, worden contracten af gesloten en dat alles gaat volgens oude traditie. Voor de hooge vensters hangea collecties vellen, welke een kapitale waar de bezitten en onder de koopers zoowel als onder de verkoopers zijn alle landen der wereld Nederland niet 't laatst vere tegenwoordigd. Tijdens de Messe is 't hier een drukte van belang. De straten zijn propvol en de restaurants doen goede zaken. Overal zijn de prijzen opgeschroefd en voor een dood gewone kamer betaalt men zonder ontbijt M. 10 per nacht 1 Op den Augustusplatz viel mijn oog op de kostbare expositie van Geheimrat Dr. Philipp Rosenthal, wiens over de ganschs Geheimrat Dr. ing. e.t. Philipp Rosenthat wereld bekende porceleinfabriek weldrtf haar 50-jarig jubileum viert. Ik klauterde naar boven en werd door Geh. Rosenthal vriendelijk ontvangen en persoonlijk rond geleid. Men ziet 't hem niet aan, dat hij 75 jaar oud gaat worden, gevierd als onder nemend self-made zakenman. Ik verzocht hem, mij al rondwandelend door de beide étages, vol sierlijk porcelein, een en ander van zijn „Werdegang" te vertellen: „Mijn grootouders deden al aan porcelein, dus behoort mijn werk tot de traditie onzer familie. Mijn vader werd 85 jaar, had een gezond lichaam en daarbij een enorme ener gie. Tegen den wil van mijn ouders ging ik als knaap van 17 jaar naar Amerika op avontuur. Daar ben ik als liftboy begon nen! Daar leerde ik paardrijden, wat nog altijd mijn lievelingssport is. Als klerk kreeg ik bij een groote importfirma de lei ding der glas- en porceleinafdeeling. Als inkooper der firma kwam ik, 24 jaar oud, voor 't eerst weer naar Europa en op aan dringen van mijn ouders bleef ik hier han gen. Mijn vader zei: „Je kunt je weg hier even goed maken als in U.S.A.I Probeer 't maar eens!" 1880 huurde ik 't slot Erkersreuth en be gon daar 't beschilderen van porcelein. Da huur bedroeg 600 mark per jaar. Het witte porcelein werd gekocht bij Hutchenreuther, thans een firma, die nog steeds naast Ro senthal wordt genoemd. Het eerste pro duct, dat met succes werd bekroond, was een aschbakje, waarop een sigaar stond afgebeeld en in den rand; rustplekje voor sigaren. Later ging ik ook Delftsche deco ratie benutten. Weldra had ik 60 arbeiders cn toen mijn broer Max ging meewerken, bleek 't slot weldra te klein. In 't jaar 1890 bouwde ik mijn eigen fabriek en sedert dien ging 't bedrijf gestadig vooruit. Met een monsterkoffer ging ik zelf de wereld in cn bezocht overal mijn klanten. Daar ik hartstochtelijk ruiter was en bleef, heb ik vaak paarden als decoratie benut. Loter kwam ook mijn broer Wilhelm in 't be drijf, dat weldra op zijn initiatief den vorm eener maatschappij aannam. Als eerste Duitsche porceleinfabrikant zette hij als fabrieksmerk zijn naam op de producten. „Toen 1914 de oorlog uitbrak, heb ik ge zegd: deze oorlog zal lang duren, want het lijdt geen twijfel, dat ook Engeland tegen ons Is en als Engeland werkelijk meedoet, dan zullen wij moeilijke en harde jaren be leven! En wat zal er van de Leipziger Mes- terecht komen? Die mogen wij niet in den steek laten. Als voorzitter van het „Verband deutscher Exportindustrie" be zocht ik Augustus 1914 nog de herfstmesse. Nu begon het werk voor onze soldaten: eetserviezen voor officieren en soldaten, isolators voor (le telefoontroepen, werden gefabriceerd. Krijgsgevangenen deden hij al dit werk dienst. Toen de kolen schaarsch den, viel mij te binnen, dat voor het Allssner porcelein door August don Sterke reeds hout werd benut en dus keerden wij terug tot dat oude gebruik. Onmiddellijk na den oorlog ging ik naar Nederland en hier viel 't mij op, dat rnen alles kon krijgen, wat wij allang niet er bezaten. Hier ging ik met goede vrien- overleggen, hoe wij 't bedrijf weer konden reorganiseeren en ik ging naar huis toe met de overtuiging, dat alleen groote zuinigheid daartoe kon leiden. Als een der eerste Duitschers reisde ik 1920 eer naar Amerika, waar oude vrienden mij van de boot afhaalden. Toen ze mijn snor en monocle zagen, riep een hunner ontzet: „You can not go from the steamer you look like a Prussian Oberst!" Dit typo bleef echter behouden, want Philipp Rosenthal laat zich door nieis en door niemand beïnvloeden. Zoo staat ook heden nog het enorme bedrijf in Beieren, onder zijn persoonlijke leidine en voor mij als Nederlander, was 't leerrijk, een kijkje te nemen in dit Duitsche porceleinbedrijf. Op het A-plein te Gronmgen is in een wo- ng het in staaf van ontbinding verkeerend ljjk gevonden van de oude bewoonster. In de brievenbus bevonden zich nog couranten van ijftien dagen geleden. KIND IN KOKEND WATER GEVALLEN. Het vierjarig toontje van A. M., te Boon:- bergum is in ten pot met kokend water gevallen en aan de wonden overleden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5