DE LEIPZIGER MESSE Gemengd Nieuws. Radio Nieuws. 'DINSDAG 3 SEPTEMBER 1929 DERDE BLAD PAG. 9' DE PALESTIJNSCHE TROEBELEN WAT ZIJN DE OORZAKEN? Verschil in de verhouding van de Islam tegenover de Joden en de niet-Joden De Engelsche politiek in Palestina Palestina heeft per vierkante mijl meer problemen dan eenig land ter wereld D s M. H. A. van der Valk te Hillegera- berg, die juist van een reis naar Palestina is teruggekeerd, schrijft ons: Kenners van het Oosten en het Ooslersche le en, bij name het godsdienstige, en dus ook van de mentalitLt dor Mohammedanen, hebben zioh heusch niet vrwonderd over de beklagenswaardige opstanden der laatste weken in Palestina en nagebuurde landen, die moord- en slachtpartijen tengevolge heb ben gehad. En zij zullen zich er eveneens niet over verbazen, wanneer deze troebelen, ofschoon door krachtig optreden der mili taire maohten mogelijk een tijd lang bezwo ren, gedempt, niet getemd, opnieuw en mogelijk nog heviger tot uitbarsting kamen. De groote vraag is evenwel: wat zijn de ooi-zaken dezer troebelen, welke vooral in Palestina een steeds blijvend gevaar ople veren? Er zijn ongetwijfeld tal van kleinere oor zaken, diie deze onlusten in de hand wer ken, doch ze zijn eigenlijk niets anders dan de laatste druppels, die den boordevollen be ker d ven overvloeien; er is echter 'n hoofd oorzaak. j nii den toestand goed te kunnen inden kenmoeit men er zioh rekenschap van ge ven, dat, de Mohammedanen, hoewel onder Engalsch bestuur staande, zich feitelijk eige naren, heeren en meesters avanen van het heilige land, en met groote angstvalligheid en piëteit de heilige plaatsen, welke ze al eeuwen lang in bezit hebben, als b.v. den Tempelberg te Jeruzalem, bewaken; en in dien noodig die gaarne met hun bloed zul len verdedigen. Zij kunnen nu eenmaal niet duldien, dat een ander die gewijde plekken betreedt; en waar ze dit noodgedwongen toch moeten toestaan, begint hun bloed te koken, en hebben ze alle zelfbeheerschiag noodig om wat in hun oog heiligschennis is, te dragen. Voor hen is er maar één en kele godsdienst: de leer van hun grooten profeet Mohammed, en alle andere religies xijn uiit den boozo, die daarom moeten ver dwijnen en dus uitgeroeid worden, desnoods te vuur en te zwaard. Dit hebben om enkele voorbeelden te noomen de Bulgaren ondervonden, die eeuwen lang belet weiden kerken te bou wen en godsdienstoefeningen te houden, zoo dat men in Bulgarije weinig kloeke kerkge bouwen ziet, vooral niet met torens; dit hebben niet minder de Armenische Christe nen ervaren, die vooral in Aziatisch Tur kije op de gruwelijkste wijze gemarteld zijn en vermoord, terwijl alles wat zij met noeste vlijt bijeengegaard hadden, verbeurd werd verklaard. Wat iik onlangs te Cairo, waar een mos kee vlak tegenover de logeerkamer van mijn hotel stond, des morgens vroeg al om vier uur den Moëdain (gebedsroeper) hoog achter de tralies van de minaret hoorde roe pen: „Allalh is groot, ik betuig, dat er geen andere God is dan Allah, en dat Mohamed de proeet is van Allah, komt tot het gebed!" aan welken oproep intusschen in het nachtelijk duister een dram van menschen van allerlei stand gehoor gaven gelijk bij het schijnsel der straatlantaarns te zien was typeert het Mahammendaniane. Maar niet minder de uit den Koran uitge zochte spreuken, die op de wanden der mos keeën, als in den Dean van de rots op het 'i t-inpelplein te Jeruzalem, geschilderd zijn. Deze b.v.: „Zeg: eere zij God, die geen zoon heeft, noch deelgenoot in Zijn macht, en die geen hulp behoeft om Hem voor verae- dei'.nig te bewaren, roep Zijn grootheid uit!" .Waut die leer, weke de transcenden- t i e Gods (God buiten alle ruimte en plaats en oneindig daarboven verheven) op den voorgrond stelt, maar de immanentie Gods (een bewuste tegenwoordigheid Gods in alle schepselen) loochent, staat lijnrecht tegenover de (orthodoxe) religie der Joden. Der Joden, als de Mizraclusten (Wetsge- trouwen), die op hun banieren hebben laten borduren: „Het Joodsche volk naar het Joodsche land met de Joodsche Wet"; als de vrome Chussiclim, die heel den Israëlie- tisahen eerediienst, vooral ook On eg sab bath (vreugde der sabbath) in eere hou- Merkt men nu op, dat de Grieksche kerk, die ongetwijfeld in Palestina na de Moham medanen de oudste rechten heeft, ook de Amnemisohe, Roomsohe en Protestantsdhe kerken die transcendentie en vooral die immanentie Gods nog veel duidelijker lee- ren: God in Christus Jezus door den Hei- Jagen Geest wcvnenid in de geloovigen; en dat dus de Mohammedanen daarom nog be slister tegenover de niet-Joodsche leer po sitie moesten kiezen, terwijl zij, opmerkelijk genoeg, juist alle niet-Joodsche religieuse menschen ongemoeid laten; ja, zooals ik te Nazareth gewaar werd, waar geen Joden wonen, en 15.000 menschen, van wie de meeste Arabieren zijn, vreedzaam naast en met elkander leven, dan zij geantwoord dat er in de verhouding tussahen de men schen van den Islam tegenover de Joden en tegenover de niet-Joden eeq verbazend onderscheid is. De niet-Joden in Palestina zijn en blijven Westerlingen, de Joden zijn en blijven naar ras en oorspronkelijke bakermat Oos terlingen, evenals de Mohammedanen. Welnu, de Oosterling leeft dichter bij God en den hemel dan die Westerling. (Ik be deed dit in beslist algemeenen en dus niet in Sahrit uurlij ken zin, gelijk Asaf uitriep: .jnaar mij aangaande, het is mij goed nabij God te wezen", en zooals Paulus schreef: „Want ik ben verzekerd, dat noöh dood nooh levenons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus onzen Heere". En ik beantwoord hier ook niet de vraag, waarom bij den Moham medaan leer en leven in bestendig con flict zijn.) Het eeuwige is bij den Oosterling ingeweven in het tijdelijke. En daarom kan een Muzelman een Jood met zijn religieuse beschouwing niet dulden: hij, die als Oos terling met hem gelijk moest denken, haalt zijn God neer uit zijn hooge transcendentie in de 6fear van het onheilige, en scheurt met ruwe liand het weefsel van het eeuwige en tijdelijke, van hemel en aarde, van mensch en God in stuk. En nu ziet de Mohammedaan zeer goed in, dat het Zionisme, met het overal aan leggen van Joodsche kolonies door geheel Palestina, thans al meer dan dertig, een be stendig en stijgend gevaar oplevert voor het bestaan van den Isiamietischen godsdienst. Te meer, omdat de Joden het luide verkon digen, dat zij gansch het land willen be volken, en dat Jiun profeten hebben voor zegd, dat God ze ici het land hunner aarts vaderen te samen zal zetten als schapen van Bozra, die als een kudde in bet midden barer kooi van menschen zullen dreunen (Micha 2 12). En dat dan de Tempelberg hun ongestoord eigendom zal zijn, waar het aloude heiligdom zal worden herbouwd, en de echte Joodsche religie hersteld (EzechiëJ 4048). Palestina in de toekomst wiet voor de Mohammedanen, maar voor het zaad Abrahams. En het oog dezer Zionisten, die achter zddh financieel e krachten van den eer rang hebben, nichten hun oog voor de komst wiet alleen naar Palestina, maai- naar gebied van den omvang, als eens het Salo- mxmische rijk was: „van de rivier Phrath (Bufraat) tot het land der Filistijnen, en tot aan de lamdpale van Egypte" (1 Kon. 4 21). Hiervan zijn de Mohammedanen ook ge heel en al op de hoogte, zooals hun solidair optreden door heel het Oosten men lette op hun meetings in Egypte en Syrië, waar tienduizenden bezoekers im groote geestdrift samenkomen voldoende bewijst Daarom bewaken zij angstvallig dag en nacht de gouden poort" op het Tempelplein, vooral cup hum heiligen weekdag, dear Vrijdag, wijil ze de letterlijke vervulling vreezen van de loomst van Israels koning, zooals EzechiëJ (44 1—3) geprofeteerd heeft. Hierbij komt, dat de Joodsche immigran ten in betrekkelijk korten tijd buitengewoon zijn geslaagd. Wat ik er van zag en hoorde, als b.v. te Safed van welke plaats Jezus zeide: „een stad boven op een berg liggende kan niet verborgen zijn" (Matth: 5 14) te El Huleh, dicht bij de brug der dochte- ren Jakobs over de Jca-daan, vooral te Afule aan weerszijden van den spoorweg tus- schen Haifa en Semakh, waai- moerassen vruchtbare landouwen zijn herschapen, de malaria, vroeger een ware geesel voor vlakte vaai Esdralon, totaal is geweken, en te Tel Aviv, vlak bij Jaffa (Joppe), dwingt ongetwijfeld groote bewondering af. Maar het is te begrijpen, dat de Arabieren, alsook de steeds rondtrekkende Bedouiemen, die ge overal in hun groote tenten op de weidevel den vlak langs den weg ziet legeren, en liever in een ongecultiveend dan in een ge cultiveerd land leven, zulks met leede oogen aanzien, en met elkander gemeene zaak ma ken om de Joden te verdrijven. Bovendien kan de Mohammedaan het niet verdragen, dat de Joden geheel 't lev in Palestina willen gaan beheerschen: het voortdurend en stelselmatig aanvoeren van Joden, die op kosten hunner rijkere stam- genooten uit alle deelen der wereld gaan kolorviseeren, maar van wie een groot ge deelte, de paria's der samenleving in de landen, waar ze vroeger woonden, slechts naar het heilige land komt, vooral naar Je ruzalem, om er te stenen; het stichten van allerlei Joodsche scholen, van lagere tot de groote Universiteit met haar prachtige bi bliotheek op de helling van den Olijfberg, het daarmede gepaard gaan van het invoe ren der Joodsche taal, zeden, gewoonten en levenswijzen, het oprichten van bankinstel lingen, het beslag leggen op den binnen- en buitcnlandschen handel, dat alles en nog heel -wat meer, is hun een doom in de oogen. Vooral het explodifceeren van het ZoutdaJ (de doode zee), waar onmetelijke schatten van millioenen waarde kunnen buit ge maakt worden. Want wie de Joodsche kolonies in Palast-a ma ibezoekt, ziet en bemerkt het terstond, dat deze immigranten, vooral de Chaloetsin. de jonge voortrekkers, gedragen worden door hooge, ver rij kende idealen. En als ge ze des avonds, vaak na harden, langen ar beid, dien ze in hun vroeger land naet ge kend hebben, het lied der blijdste venvach- ting hoort zingen, het Ha-Tikwah, dan be luistert ge iets van het Jesaiaansche Schear Jasdhub, het overblijfsel zaJ behouden wor den, en van wat Paulus in Romeinen 11 :25 —32 schreef. Hert valt imtiusschen niet te ontkennen, dat Engeland in het bestuur over Egypte geen benijdenswaardige taak heeft En het kwam mij voor, dat zijn politiek zich te veel laat leiden door wat men schipperen noemt schipperen tussohen de Executieve van het Arabisch congres zou willen en de wen- schen van het Zionisme, van het Jewish National Home dn Palestina, die de Bal- four-declexatie achter zioh heeft. Schippe ren, dat nog wat anders is dan voorzichtig heid en wijs beleid. Ik zag in Jeruzalem voldoende verkeersagenten, zelfs op minder bezochte kruiswegen, als die naar Bethle hem leidt; verkeersagenten, die bij de klein ste overtreding heel gewichtig proces-ver baal opmaakten, gelijk ik ondervond, maar politie en militairen waren daar, waar hun tegenwoordigheid dringend vereisdht werd, als bij het betreurenswaardig incident dat ik 9 Augustus bij den Klaagmuur mede- maakte, en waarover ik reeds in dit blad schreef, geheel afwezig. Dat was anders en l>eter geregeld in Syrië, waar ik van Beiroet naar Baalbek, van Baklbek naar Damascus, van Damascus naar het meer Merom, geregeld militaire wachtposten op korten af stand zag, zoodat het reizen daar beslist ongevaarlijk is. Het is intusschen wel bittere ironie der geschiedenis, dat de „socialistische" ik gebruik dit woord gaarne ten gerieve van hen, voor wie 't muziek is Labour-partij thans in Engeland haar mannen achter de ministerstael en op de meeste regeerings- bamken heeft zitten. Een partij, die anti- militairistisch wil zijn, en oorlog tegen den oorlog in haar wapenschild schreef, en oor logsbodems, oorlogsvliegtuigen, oorlogsma teriaal en soldaten met matrozen naar Pa lestina heeft gezonden, die er reeds tal van Arabieren hebben doodgeschoten. En die van leger en vloot na hen komen, worden tot hetzelde bedrijf geroepen. De Hooge Commissaris, die van het bal kon van zijn op de helling van den Olijf berg gebouwd, eens Duitsch, paleis, dit alles gadeslaat, gelijk hij van daar ook ge makkelijk heeft kunnen zien, hoe de Joden bij den klaagmuur door de Muzelmannen op den Tempelberg eerst werden bespot en getreiterd, toen gemolesteerd en vermoord, terwijl noch hij, noch andere Engelsohe autoriteiten dit hebben belet en voorkomen. LICHAMELIJKE OEFENING KORFBAL PROPAGANDA VAN DEN C.K-B. Men schrijft ons: In den kring van den Chr. Korfbalbond in Nederland welke het vorige jaar reeds sterk in leden-aantal is gestegen, wordt nog altijd een flinke propaganda gevoerd. Was deze Bond voorheen uitsluitend geves tigd in Zuid-Holland thans telt h\j leden in Amsterdam, Uithoorn, Apeldoorn, Ede, Wage ningen, Arnhem, enz. De groote moeilijkheid in het propaganda werk blijft echter vooralsnog, het organi- seeren van competities buiten Zuid-Holland waarvoor in verschillende centra meer dan een vereeniging lid moet zijn daar de coartpe tilic-wedstrijden natuurlijk uitsluitend op Za- terdag-aniddagen worden gespeeld. Dit neemt echter niet weg dat door de C. K.B. steeds weer flinke propaganda wordt gevoerd met gunstig resultaat. Maakten wij reeds eerder melding van korfbaJdagen, wel ke door deze bond in Gelderland werden ge organiseerd, thans is reeds aan te nemen, dat binnen afzienbaren tijd in de omgeving van Arnhem een jaarlijksche Competitie zal worden gespeeld. Ook in andere provincies kan steeds meer voet aan wal worden gezet- Zoo wordt in Amsterdam in het begin van September een propaganda-vergadering belegd is men in onderhandeling met vereenigingen in Wad- dinxveen, Den Haag, Gorinchem en omge ving Nieuw-Helvoet enz. Opnjerkelijk is, dat thans ook in Zeeland langzamerhand het nut wordt ingezien van de lichamelijke opvoeding. De Korfbalbond ontdekte daar nl. in Vlissingen een Chr. Korfbalclub met r.iet minder dan 50 leden vernam ook van een bestaande Chr. Club Middelburg. Zou voor Zeeland vanuit deze plaatsen de victorie beginnen? Het vermoeden is echter naar wjj meenen niet ongegrond, dat in verschillende plaatsen in Nederland nog Chr. Korfbalclubs zijn ge vestigd, waarvan de C. K. B. niet het be staan weet, en welke omgekeerd zich niet bewust zijn van het groote nut zich in Chr. verband aan te sluiten. Wjj hopen echter, dat ae C. K. B. deze vereenigingen spoedig uit liun isolement zal redden. Het adres van de propaganda-conimissie is: J. v. d. Berge, Damsigtstraat 39, Voorburg. ONDER DE DRUK DER HAAGSCHE CONFERENTIE De toon wordt aangegeven door de financieele moeilijkheden (Van onzen Duitschcn correspondent Leipzig, 31 Augustus 1929. Ich bin mach Leipzig gereist, Uiid hab' das Zuhause vergesseu, Ich haibe viel Freiheit gegessen Und viel Gesellschaft gespeist. Joaohim Ringelnatz. Het moge zonderling en onwaarschijnlijk klinken, maar de breedgebouwde messestad Leipzig stond van 25-31 Augustus sterk on der den druk van den Haag en de daar plaatsvindende Conferentie. De algerneene stemming iiad te lijden onder de berichten, welke uit Nederland binnenliepen en kwam men met goede kennissen in gesprek, dan zat men midden in de politiek voordat men 't wist. De messe zelf geraakte op den ach tergrond en men kon voelen, hoe ver de in vloed gaat van de politiek op het econo mische leven. Niettemin: deze Mustermesse was een reis naar Leipzig waard. Zij strekte zich uit over 39 handelspaleizen in de binnenstad, terwijl buiten de stad de Technische Messe en de Bouvvmesse druk werden bezocht. In tegen stelling met de voorjaarsmesse was het bui tenland minder talrijk vertegenwoordigd, ook al mocht ik voor Holland ruim 20 fir ma's noteeren. De bolsjewiki schitterden ditmaal door af wezigheid. Daarentegen ontdekte ik voor het eerst een Fransche expositie van Saint Go- bain. die met haar glasbetonsteenen model len de aandacht op zicli vestigde. Toen ik ter plaatse informeerde, of hier zaken met Duitschland worden gedaan, kwam ik te weten, dat men er voor alles op uit was, om via de Leiipziger Messe in contact te komen met Zuid-Amerika. Waar dus zoo'n Lcipziger Messe al niet goed voor is! Het dak van deze hall, zoowel als de bodem bestaat uit ge kleurd rotalith en dit is zoo sterk, dat men er op loopen kan. Het groote gebouw der Electrotechnik bleef Sitmadl onbewoond en ook de vverk- raachinefabrikanten schitterden door afwe zigheid. Dit oefent echter weinig Invloed uit op 't geheel, want juist de technische messe werd opvallend druk bezocht. De ge weldige ruimte van hall 19 was geheel bezet en ook de rondom liggende grondstukken werden voor technische demonstraties benut Onder het motto: geld is de beste bouw stof! werden oo de houwmess© eenige voor drachten gehouden door deskundigen en hier kon men hooren, welke moeilijkheden de al gerneene financieele toestand voor het (bouw bedrijf oplevert Hofrat prof. dr. Busching, uit Munch en sprak over het credietwezen in den woningbouw, Oberregierungsrat dr. Busoh uit Dresden over hypotheken en prof. dr. Hein uit Berlijn over crediet in de ar beiderswereld. Men kan daaruit zien, hoe overal de toon wordt aangegeven door de fi nancieele moeilijkheden, welke zich in de handelswereld met den dag meer bemerk baar maken. Het is geen frase, wanneer be weerd wordt, dat een goed deel van Duitsch land gebukt gaat onder den -kritieken toe stand, ontstaan door de enorme eischen der Voormalige vijanden. Men kan het den koop man van het gezicht lezen, dat hij van de naaste toekomst niet veel goeds verwacht. Neen, het is geen toeval, dat men op deze herfstmesse voortdurend hoort spreken over de Haagsche conferentie. Onder de gegeven omstandigheden is zoowel voor den fabri kant als voor den koopman iedere calculatie en elke voorloopige berekening ondoenlijk. De vraag: zullen onze koopers tegen Kerst mis baar geld hebben? hangt ten nauwste samen met de vraag: zalfde industrie ge noeg te doen hebben! De onzekere situatie in den Haag, wierp bij het beantwoorden de zer vragen een schaduw op de herfstmesse en zoodoende kan men de pessimistische stemming begrijpen. Ook vroegere herfstmes- sen leverden soms niet 't verwachte resul taat op, maar zulk een algerneene ontstem ming maakte ik hier nog niet mee. Hot scheen mij toe, alrof alles ontbreekt, wat tot nieuwe verwachtingen den moed geeft. Des te sterker werkte op mij de onderne mingsgeest der firma's, die aan de messe deelnamen. Het aantal deelnemers bedroeg 8050, waarvan 670 buitenlandeche firma's, naar men mij meedeelde precies hetzelfde aantal als herfst 1928. De door hen in beslag genomen ruimte was zelfs iets grooter dan een jaar geleden. Een lichtpunt vormden de Oostenrijkers, die hun tienjarige medewerking aan de Leipziger Messe in de Harmonie officieel herdachten. Ik bezocht hun eigen gebouw en stelde vast, dat zij overwegend glas en leer exposeeren. De overgroot* meerderheid der Oostenrijksdie firma's komt uit Weenen De textiel-, schoen- en ledermesse namen reeds Donderdag afscheid van de messe. Ik vroeg aan kooplieden naar hun meening over de herfstmesse. Sommigen, speciaal uit de textielbranche bleken niet ontevreden. Men moet, zoo redeneerde een hunner, de herfstmesse beschouwen als een aanvulling van de voorjaasmesse. Voor herfst, Kerstmis en winter, worden de groote voorraden meest al reeds in het voorjaar besteld, want men wil bijtijds over den voorraad disponeeren. De Duitsche markt is er sedert hot voor jaar op vooruitgegaan. Inkoopers, die een half jaar geleden nog erg terughoudend en voorzichtig waren, hebben thans flinke be stellingen gedaan. Zoo valt het te verklaren, dat sommigen ondanks de pessimistische stemming bij 't begin, toch tevreden huis waarts zijn gegaan. Van de Nederlandsohe firma's noem ik ditmaal N.V. Kristal, Glas-, en Aardewerk „De Sphinx", voorheen Regout en Co. uit Maastricht, welke haar ceramiek op een grooten stand tentoonstelde. Tot mijn leed wezen moest ik vaststellen, dat de belang stelling van de Nederlandsche pers voor de herfstmesse ditmaal zeer gering was. Des te meer genoegen deed 't mij, uit de Nederland sche koopmanswereld menigen bekende te mogen ontmoeten. 1071 M.) 10.3011 NCRV. Zieken- dienst. 12.30—1.15 KRO. Concert. 1.153 KRO. Gramofoon. 22.20 KRO. Knlpcur* De stand der Fransche firma op de Leipziger Messe ZIJN ER NOP STOELEN TE MATTEN? Vrijdagmiddag begaf de vrouw van een zwerverspaar zich in de gelagkamer van een café te Nieuwer-Amstel op een moment dat niemand aanwezig was. Van deze gelegen heid maakte de vrouw gebruik de buffetlade gedeeltelijk te ledigen. De cchtgenooto van den caféhouder die eenig gestommel hoorde trof in de lokaliteit de vrouw aan; zij vroeg heel kalm of er nog stoelert te matten waren Eenigen tijd daarna werd de diefstal bemerkt KUNSTZIJDE PARFUM. Naar de „N. Arnh. Crt". verneemt hebben in verband met de vele klachten over den stank, welke speciaal de laatste dagen door de Amhemsche Kunstzijdefabriek wordt verspreid, B. en W. van Arnhem zich tot de directie van de Kunstzijdefabriek gewend met het verzoek om. zoo mogelijk, maatrege len te nemen teneinde dezen overlast voor de bevolking zoo veel mogelijk te verminderen B. en W. hebben hierbij gewezen op de mogelijkheid van het bouwen van een zeer hoogen schoorsteen, waardoor, evenals dit te Ede geschiedt, de daan pen, etc. van do fabriek, lioog in de lucht worden gedrev en weinig hinder aan de omgeving, dus de 10.30 NCRV. Tüdse 2.2oa .'o KRO. Vrouwenuurtje. 56 KRO. Gramofoon. 6 KRO. Omzetting: golflengte. 6.016.50 KRO- mofoon. 6.50—7 KR" -- -- len cursus „Naaien. 7—7.15 KJtO. RraL Engalsch. 7.157.25 KRO. Gramofoon. 7-Z»S KRO. Lezing over „Het Katholiek standpom i Esperanto, 10.3011.20 rramoioon. HUIZEN (1875 M.) 1010.15 Morgenwijding. -2.15—1.45 Concert. 1.45—2 2—2.45 Koe - - - 2.459 Gra 4.30 Gramofoon. 4.305.30 Microfoon-dobu- onten. 6.307 Concert. 77.45 Lezing "aeper Höwelei De Missa Solemn!» L. van Beethoven. 8.01—8.30 AVRO. Boekenhair- uurtje. 8.30 AVRO Radlo-Tooneel. In de padzc: "ersber. Na afloop Muziek. 12 Sluiting. DAVENTRY (1554 M.) 10.35 Morgenwijding. 10.50 Nieuweber. 11.05 Lezing. 11.20 Gramofoon. 13.20 Orgel. 1.20 Orkest. 2.202.45 Beeldult- ig. 4.20 Orkest. 5.35 Kinderuurtje. 6.35 ber. 7 05 Strijkkwartet. 7.2 OLezing. 7.45 oncert. 8.20 Conce 10.35 Lezing. 10.5 .20 Muziek. PARIJS „Radio-Paris" (1725 M.) 12.50—2.3H Gramofoon. 4.05 Concert. 6.55 Gramofoon. 3 55 Concert. LANGENBERG (473 M.) 7.20—7.50 12.50 Lezingen. 12.50 Gramofoon. 36 KRO. Kardinaalsfeest uit het t te Amsterdam. 5—6 NCRV. Kin- 7.30 NCRV. Gramofoon. 7.30—6 NCRV. Lezing over: Frederic St. George de - Fakir Singh). Apo de Nederlanden. Nieuwsber. HUIZEN (1875 M.) 10—10.15 Morgenwijding- 10.30—12 Gramofoon. 12.15—2 Concert. 2—3.30 Klndermatlneé. 3.30—4 De voornaamste studle- muzlek voor piano. Een cyclus in stijgenden lfcn - Toelichting door loop: Persber. Daarna Gramofoon. 12 Sluiting DAVENTRY (1554 M.) 10.35 Morgenwijding. 11.06 Lezing. 11.20 Gramofoon. 12,20 Concert. 12,5» Gramofoon. 1.20—2.20 Orkest. 6.20 Muziek. Ü.0J Orgelconcert. 5.35 Kinderuurtje. 6.36 Nieuwsber. 6.50 Lezing. 7.05 Strijkkwartet. 7-20 Lezing. 7.4S Lezing. 8.05 Concert. 9.30 ..The Thing that is plain." 10 Nieuwsber. 10.25 Militaire muziek korpsen. 10.35 Lezing. 10.55 Voortzetting Tattoo. 11-05 Muziek jftjg Gramofoon. 4.05 Com 6.55 Gramofoon S LANGENBERG (478 M.) 7.20—7.50 Gramofn. 7.508 50 Orkest. 10.35—12.10 Gramofoon. 12. Gramofoon. 1.25—2.60 Orkest. S.556.50 Orke- 8.20—9.20 Orkest. Daarna VrooltJk pr< 1.15 Gramofoon. 1.15—8.20 Lezingei Sprookjes-Opera. Daarna tot 12.50 Muziek. BRUSSEL (508.6 M.) 6.20 Concert. 6.50 Gr« mofoon. 8.35 Muziek. 9.20 Orkest uit Ostende. HAMBURG (372 M.) 6.30 Orkest, 6.20 VrooltJ concert. 8.15 Opera. 11.36 Muziek. stad Arnhem, meer zouden opleveren Uit goede bron vernoemt het blad, dat thans de directie der fabriek in principe be sloten heeft, om een dergelijke schoorsteen ook op het Amhemsche fabrieksterrein to doen bouwen. Met den bouw zal dadelijk worden begonnen, nadat het betreffend* voorstel, dat een zeer groote uitgave zal vorderen, door het College van Commissa rissen in zijn vergadering van Zaterdag 7 September zal zijn goedgekeurd. BRANDEN. Te W aalwijk is Zaterdagmiddag nennoe- delijk door het achteloos wegwerpen van cigaret of lucifer, brand ontstaan in een stikkerij von de schoenfabriek der firma Pullens—Gerwen i Co. De stikkerij brand de uit en een groote hoeveelheid leder, voe ring en onafgewerkt fabrikaat en schoenen ging mede in de vlammen op. Te Kochom brandde door onbekende oor zaak af de kapitale boerderij „Sophia Hoe ve" van den heer J. C. Kistemaker in den Waardpolder. Het gezin van den heer Kistemaker kou zich slechts in nachtgewaad redden. Uit d* behuizing is niets gered. Een gedeelte van den oogst en landbouwmachines ging ined* verloren. Verzekering dekt de schade BLOEMBOLLENDIEFSTAL. Van de firma Zonneveld en Philippo t* Sassenheim zijn 8 stuks triumph-tu'lppn, ge naamd Korin Forum, ontvreemd, ter waar de van f 450. Een knecht van deze firma i« door de politie, als .verdacht hiervan, op gespoord. WIELRIJDER ONDER EEN TREIN. Zaterdagmorgen omstreeks kwart vouf negen is op den onbewaakten overwin te Goor de 50-jari«e gehuwde arbeider B. Bruut meihuis uit Boekelo (gem. Haaksbergen), die op een rijwiel zat, dooi* deu D-trein BerlijnVlissingen gegrepen en gedood. DE APOSTEL VAN GROENLAND EEN ZENDINGSGESCHIEDENIS door H. A. v. d. MAST. (2 „Maar wat zoudt ge dan willen, beste man?" vroeg Elizabeth verwonderd. „Wat ik zou willen?" hernam de predi kaat „wel, wat anders, dan hen, die neder zetten in donkerheid en in schaduwen des doods bekend te maken met Hem, da» het Licht der wereld ds? Altijd natuurlijk, als de Heere da- -toe den weg baant en Hij mij ooi dat deed Zijns Wijngaards als Zijn arbei der wil gebruiken". „Wat?" riep Elizabeth verschrikt"uw, „ge zult er toch niet aan denken naar die onbe kende oorden te vertrekken die meer dan vijfhonderd mijlen van hier liggen? Neen", zoo ging ze hartstochtelijk voort, „hierin zal ik nimmer toestemmen. God heeft u hier uw arbeidsveld aangewezen; hier heeft hij u een huis bereid en hier uw huis en uw werk gezegend. Het kan Zijn wil ndet zijn u derwaarts te zenden. Pas maar op, dat ge niet zelf uw wegen kiest. Wees verstandig cn luister naar je vrouw!" „Elizabeth", hernam Ds. Egede ernstig, ,4e Heere Christus zegt: Wie vader of moe der, vrouw o kind liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig. Ik zal niet overijld han delen. m iar letten op de leidingen des Hee- ren. Maar als Hij mij roept, moet ik gaan. Wee mij', als ik het Evangelie naet verkon dig!" Hiermede liep het gesprek over deze zaak ten einde en nooh de main, noch de vrouw kwam erop terug, hoewel ze hèm meer en meer een zaak des gebeds werd. Gods molens malen langzaam, zegt het spreekwoord. Vier jaren verliepen er, toen Hans Egede wend aangezocht door een paar Noorse he bisschoppen, als zendeling naar Groenland' te gaan. Dit aanzoek was het antwoord op een schrijven, door Egede een tijd ge leden tot ben gericht, waarin bi; hun aan daclvt op he; lang vcuctsn Groenland h?d gericht Beide mannen beloofden hem hun steun en bijstand, als hij bereid was zelf daar het Evangelie te brengen. Tevens ont ving hij antivoord op een brief, aan eenige Deensdhe en Noorsche kooplieden geschre ven, waarin de predikant him aandacht had gevestigd op Groenland, als een belangrijk terrein voor den handel en hen aanspoorde, de zóó verbroken handelsbetrekkingen met dit land weer aan te knoopen. Na lang overleg met elkander waren de kooplieden eindelijk 'besloten op het voor stel van Ds. Egede in te gaan. Ook beloof den ze een schip uit te rusten om den pre dikant en zijn gezin derwaarts over te bren gen en tevens hen te voorzien van aille be- noodigd heden. Eeede zag, innig verheugd, in dit alles een leiding des Heeren en jubelde reeds, dat hij zijn hartewensah verkrijgen zou. Zijn vrouw echter dacht hier anders over en meende, dat hijzelf deze uitkomst uitgelokt had door zijn schrijven, zoowel aan de beide bisschop pen als aan de kooplieden. Ernstig raadde zij hem aan op den Heere te wachten. Zijn gemeente smeekte hem, hen niet te ver laten en toch niet de banden te verbreken die beiden, 1 eeraar en gemeente, verbonden en dooi* God zelf gelegd waren. Vocw de tweede maal bezweek Egede voor de aanhoudende smeekingen zijn ei- vrouw en zijner gemeente. Toch was Groenland geen oogenblok uit zijn gedachten en de stille studeerkamer zijner pastorie kon ge tuigen van de menigvuldige gebeden, door hem opgezonden tot Hem, Die een Licht is ter verlicht tog der heidenen. Meer en meer werd het hem duidelijk, al sprak hij er ook met niemand meer over, dat Groenland zijn bestemming was. Na verloop van oen jaar begon Elizabeth zich minder op haar plaats te gevoelen op het dorpje Vaagen dan voorheen. Haar ver standhouding met de dorpsbewoners was er in 't laatste jaar niet beter op geworden. Ze was altijd de zorgzame Martha, de hel pende Dorcas voor do eilanders geweest en was het nóg, doch, zooals het wel meer gaat, in den laatstcn tijd werd haar arbeid der liefde minder gewaardeerd, door som migen zelfs verdacht gemaakt Dit griefde de predikantsvrouw, die zich tevergeefs af vroeg, waarin ze dan toch te kort schoot De banden werden losser, die haar aan Vaagen bonden, en toen haar man haar vroeg, of ze er nóg zoo tegen was naar het verre Groenland te gaan, was haar ant woord eerst nog aarzelend, maar een dag later sprak ze in vol geloofsvertrouwen: „Lieve Hans, waar gij zult heengaan, zal ik ook heengaan Vol vreugde schreef de prediker nog dien zelfden dag aan de beide bisschoppen, dat alle bezwaren van zijn kant uit den weg ge ruimd waren en hij liever morgen dan over morgen naar Groenland vertrekken wilde om den armen heidenen de blijde bood schap des hells te brengen. Toch moest hij nog drie volle jaren wach ten. De kooplieden maakten volstrekt geen haast en van de zijde der bisschoppen re zen talrijke hindernissen. Meer dan eens begaf Egede alle hoop, dat zijn hartewensch zou vervuld worden. Meer dan eens deins de hij terug voor de onzekere toekomst, die hem daar, in die verre oorden, wachtte. Mocht hij zijn vrouw en kinderen wol wa gen aan al de ontberingen cn gevaren, clie aan het zendeltogslcven verbonden waren? Deed hij eigenlijk niet beter, als hij maar stil bleef, waar God hem geplaatst had? Zoo bleef hij tobben, maar zijn trouwe huisvrouw bemoedigde hem in die «ogen blikken van droevige gemoedsstemming en twijfel. Zij wist zijn geloof tc sterken, zijn hoop te verlevendigen, zijn geestdrift weer te doen ontvlammen. Zoo kropen de dagen n weken cn maan den langzaam cn treurig, somwijlen door een straal van hoop verhelderd, voort en groeiden aan tot drie volle jaren III. 't Wcs de 3e Mei vaai het jaar 1721. Een bonte, menigte verdrong zich aan de kust van het eiland, waar de boot lag, die Hans Egede en zijn gezin aan boord zou brengen van het vaartuig, dat naar Bergen zou zeilen, waar een sterk gebouwd sahip zeilree lag om naar Groenland te stevenen. Niet alleen de gemeenteleden van Ds. Tgede. maar ook uit de naburige dorpjes en gehuchten waren de menschen ojigeko- men om den algemeen beminden leeraar met zijn gezin uitgeleide- te doen; nog een laatstcn handdruk met hem te wisselen, hem nog een laatst vaarwel toe te roepen, ïiu hij op het punt stond hen voor altoos te verlaten. 't Afscheid was aandoenlijk, niet alleen van de zijde der eilandbewoners, maar ook van den kant des leeraars. Daar stond hij, als een vader te midden zijner kinderen, die weenende de handen naar hem uitstrek ten. 't Weid hem te veel; de moed ontzonk hem en de vraag drong zich aan hem op, of hij wel een gemeente, zóó afgelegen en die zóó aan hem gehecht was, mocht ver laten. Hij weifelde. Doch Elizabeth fluisterde hem toe: „Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig". t. Vertrouwen keerde terug en moedig stapte hij naar de wachtende boot. „Mijnheel-." vroeg -een der roeiers, „mag ik u vragen, waar gij heengaat?" „Zeker wel," luidde liet antwoord, „naar Groenland." „Naaa- Groenland?" riep de zeeman uit „Als ik u een goeden raad schuldig ben, zou ik zeggen blijf stilletjes thuis. We zijn daar geweest, maar 't is het meest onher bergzaam oord, dat ik ooit op mijn verre zeereizen gezien heb, een ijswoestijn, be woond door kannibalen. Gaat gij daarheen, dan wacht de dood u cn de uwen." Ontzet vouwde de predikant de handen en riep ontroerd uit: „Ach. Heere! wat moet ik doen? Aan zulk een lot mag ik toah de mijnen niet overgeven?" „O. dominé!" nepen de eilanders, „dit een waarschuwing van God! Luister toch 'voor het te laat is!" Daar stemd hij, besluiteloos, geschokt in zijn geloof, niet wetende wat te doen. Reed* meenden de eilandbewoners hun doel I** reikt te hebben en hun leeruazr te zullen be houden. In hun hort dankten zij den zee man voor zijn ongevraagde raadgeving. Maar tie prodikantvrouw, vol des geloots, riep met luider stern haar man toe: „Gij kleingeloovige! waarom hebt gij gewan keld? Zoo God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn?" Meteen stajiic i.j in de boot, gevolgd door liaar man, die vol schaamte met neergesla gen oogen haar volgde» met z'n kinderen. „Heft de riemen op!" sprak de kloeke vrouw, die daar stond als het toonbeeld van geloofskracht. Weldra was het scldp bereikt, dat weldra het anker lichtte en zee koos. De eilanders oogden het vaartuig m met bedroefde blikken, tot het eindelijk uit liet gezicht verdwenen was. Toen keerden re treurig naar hun woningen terug met gedachte, dat een goed man, een vxder- lijke vriend, een getrouw leeraar hen ver laten had. En het gebed der gemeente ver menigvuldigde voor den man, die een aan genomen werkkring vrijwillig verlaten had. om in onbekende oorden aan onwetende heidenen het Evangelie te brengen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9