VOOR DE VROUW
HANDWERKEN
HUISHOUDING EN KEUKEN
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1929
No. 33. JAARGANG 1929
DE VROUW VAN DEZEN TIJD
ii.
In de beschouwingen over de verande-
smC eter vrouw treffen we twee uitersten,
ten uiterste wordt wel het beste getypeerd
dooi- een uiting, zooals die voor eenigen
tijd in de vrouwenrubriek van „Het Nieuws
den Dag" werd gepubliceerd. Een rich
ting, volkomen a:augepast aan de uiterlij
ke behoeften van dezen tijd. Waar de ge
huwde vrouw een goed salaris kan bijver
dienen, moet zij het niet laten, was de con
clusie. Met den stroom mee, zonder gewi
tenskwesties er van te maken.
De andere richting verzet zich tegen de
xg. vermannelijking van de vrouw. Zij
laakt het heden en betreurt het verleden
en zij zegt: terug tot het vroegere. Ver
sterk op alle -mogelijke manieren weer het
moedergevoel. De uitkomst is alleen te vin
den, als die kracht weer tot ontwikkeling
gebracht wordt,
Maar ook een andere houding tegenover
deze feiten is mogelijk. We dienen de ont
wikkeling niet met ontkennen en negeeren
van feuten. En een feit is het, dat de veran
derde omstandigheden de vrouw verande
ren. Terugbrengen tot een vroeger ontwik
kelingsstadium brengt geen oplossing, waar
de oorzaken van de verandering groeien in-
plaats van afnemen. Slechts zij, die de pro
blemen niet aan den lijve voelen, kunnen
de reactie versterken, kunnen zonder meer
iet. oude terugwillen. Maar degenen, die de
Itrijd zelf ervoeren, weten, dat de op
touw pas plaats kan hebben, als aanvaard
Is, wat een werkelijkheid werd. En moge
lijkheid tot opbouw is er. Want dat het
moederdmstinct minder sterk werk t, wal
nog niet zeggen dat de in tui tie vei
dween.
Zijn de moeilijkheden voor een vrouw ii
haar verhouding grooter geworden, he
■spectief is ook wijder. Wanneer de berg
leklommcn is, zijn de mogelijkheden groo-
r. Zoo zegt de schrijfster en we hopen,
,t velen onzer lezeressen, die een open
>g hebben voor de gevaren en bezwaren
tn onzen wonderlijken tijd en mij dan
ook wel eens schrijven hoe moeilijk zij het
■inden, de opvoeding van haar jonge meis
in goede banen te leiden, deze woorden
ter harte zullen nemen.
'ant wat is in dezen weer de groote
stY.De opvoeding zóó te sturen, dat ze
niet eenzijdig ouderwetsch blijft, waardoor
eisje al gauw zon gaan achterstaan
ïr tijdgónoftjes, die meer weg-wijs ge-
werden in het hedendaagsche we
reldleven maar loch ook vooral niet zóó
dat teveel van .hetgeen door de eeuwen]
als de specifiek-vrouwelijke eigen
schappen en deugden gold, wordt geof-
in de jaciit naar het verkrijgen van
zelfstandige positie en het „leeren
méédoen".
De feiten liggen er nu eenmaal toe, dat
de jonge menschen, ook en vooral
ouwen, vroeger volwassen worden
alleen in lichamelijk maar ook in
(geestelijk en verstandelijk opzicht dan
in een vroegere periode. Statistieken heb
ben reeds, lang uitgemaakt, dat de men
strua tie's bij meisjes en de puberteit bij
ingens in den na-oorlogstijd over het ge-
2ei' wel een of twee jaren vroeger optre-
;n dan bij een vorig geslacht. En waar
nu-zelfq. (bij-, manier van spreken) de „na
tuur" klaarblijkelijk zoozeer regelt
naór, en aansluit bij, de veranderde levens
omstandigheden en levenswijzen, daar zou
het immers slechts een schuldige dwaas
heid zijp, wanneer ouders en opvoeders
wilden trachten, die veranderingen, welke
een direct gevolg zijn van evolutie's in het
wereldgebeuren, totaal te negeeren, en
kinderen maar te blijven opvoeden, pre
cies alsóf alles nog was als in een vroegfer
tijdperk.,
„Wal .is het moeilijk! Wat kunnen ze al
„heerlijk" zijn, die meiskes van vijftien,
zestien jaar" zoo schreef me onlangs een
mcicilfi;' die een paar dochters van den
iiakvisschen-leeltijd bezit, en o, hoe kan
ik me fUe ontboezeming begrijpen.
De kelderen moeten het groote men-
echenleven, het brute, vrije, en tegelijk,
dwingende leven van dezen tijd nu
eenmaal i n. Wegkruipen in een hoek
zooals -Ié niet-huwende meisjes van vroe
gere geslachten, gdót nu eenmaal niet meer
voor gezonde jonge meisjes die „bij" zijn.
Wel, is het dan niet beter, ze te harnassen
en te wapenen tegen den strijd, die bijna
zéker komen zal, dan om te zeggon:
„we zullen oppassen ze niet te wijs te ma
ken, zc hoeven nu et. te weten, welke geva
ren er zijn, de onschuld is het beste
verweermiddel.
Daar gelaten nog, dat onwetend
heid niet hetzelfde is als onschuld,
zouden we zeggen: neen, onschuld is in
onzen t ij cl niet meer een verweer. On
ze tijd -is veel te brutaal, te driest, te wei
nig ridderlijk, om voor onschuld conside
ratie te hebben.
Laat "daarom de teekenen der tijden U
wat leeren, U èn Uwe kinderen.
GROENE KAAS
In de •..Vrouwenrubriek" van het Handels
blad" werd de'vraag opgeworpen, wat er
toch waar is vam de vieze verhalen - (we
ten ze alle wel) over de groene Zwat-
sersclie kaasjes. Er kwamen vele antwoor
den iai, o.a. éón van een Texelsche huis
vrouw.) die schreef:
„Groene kaas wordt hier op Texel op de
volgende wijze gemaakt: Door de melk, die
srkaasd wordt, haalt men een doekje, dat
nsrhe «chapenmest bevat. Ik woon 25 jaar
hier, maar heb die. kaas nooit willen proe-
„Texelsclve schapenkaas wordt uit scha
penmelk bereid en wel in den tijd tusschen
half Mei en September. Zij heeft den vorm
van Goudsohe kaas: de stukkeu zijn ooge-
twee K.G. zwaar. Zij komt in drie vor
men in den handel, en wel als komijne-
uit afgeroomde melk, en als witte en
groene kaas uit de volle melk. De kleur-
voor de groene kaas wordt verkregen
door versche sohapenmest in een zakje met
water uit te persen
De groene Zwitserschn kaas is een zeer
harde, vetarme kaas, die bereid wordt uit
lork afgeroomde melk. wnaraan wat kar
amel k is toegevoegd. Dit mengsel wordt
gekookt, daaama wordt zuur in den vorm
cure wei toegevoegd: het gevolg is, dat
de me.lkalhnmine coagulecrt. en de oaseinn
neerslaat Mon heeft hier dus een stremsel
verkregen niet door leb, maar door een
zuur, "waardoor tevens in het stremsel
melkalbumine voorkomt Men laat de
ZIE OP NAAR DE ZON
Met somber zijn, wordt daardoor 't leed
verminderd?
Waarvoor is dat U dienstig of U goed?
Zorg liever, dat Uw kruis U niiet verhindert,
Um naar de zon te zien, die warmte geeft
en gloed.
De zon, die ook Uw leven wil beschijnen
Zoo gij maar zelf haair licht niet
onderschept,
Door tusschen U en haar, hoog op Uw
kruis te plaatsen,
Waardoor een schaduw valt op alles wat
gij hebt.
Laat liever zóó de zon in 't hart U schijnen,
Dat zij U daar een bron van licht en
warmte wekt,
Die somberheid verdrijft en droefnis doet
verdwijnen,
Aan anderen een voorbeeld, U zelf tot
zegen strekt.
Klaag daarom niet, maar wil Uw oog
slechts richten
Op Hem, die kruis en doornenkroon moesi
dragen;
En juist in smart, met zachten drang komt
vragen:
O, wil Mij volgen, den last zal 't U
verlichten.
T. MARCUS.
MONOGRAMS BORDUREN
Hoewel het niet meer zoo heel nieuw is,
komt het nog veel voor, dat men op tennis
of sportjaponnetjes monograms borduuri
als garneerinig. in elk geval blijven gebor
duurde monograms voor de binnenzijde van
heerenjassen nog steeds vrij algemeen in
gebruik. We zullen daarom, mede op ver
zoek van een lezeresje, hier eens enkele
voorbeelden van dit werk geven, waarbij
het natuurlijk niet mogelijk is, alle ge
vraagde letters of lettercombinaties apart
te behandelen. Wanneer we hier bepaalde
lettervormen en omtrekken bespreken,
moet men zelf trachten naar het gegeven
voorbeeld ook andere letters in een figuur
te verwerken, allicht vindt men voor dat
werkje wel iemand, die de toekenkunst
voldoende meester is.
wrongel eenigen tijd in vaten gisten, ver
zamelt haar dan, mengt met zout en met
poeder van gedroogde klaverbladen, en
perst in afgeknotte kegelvormen. Reuk en
kleur dankt de kaas aan de bijgemengde
klaverbladen."
Waaruit wij dus comcludeeren, dat de dn
ons land zoo goed bekende en veel gebruik
te „groene Zwitserse he kaasjes", wat hun
samenstelling betreft, absoluut niets on
smakelijks hebben cn ook niets te maken
hebben met de Tessolsche schapekaas.
HET SCHOONMAKEN VAN
KARAFFEN. FLESSCHEN ENZ.
Er zijn verschillende methoden om karaf
fen, zoo goed als flesschen en bloemvazen,
schoon te maken cn de eene is haast nog
eenvoudiger dan de andere. De glazen of
kristallen gebruiksvoorwerpen kan men nl
spoelen met een van de volgende reinigings
middeltjes:
le. een weinig water waarin gestampte
eierschalen;
2e. theebladen;
3e. zand en azijn;
de. Brusselsche aarde;
5e. koffiedik;
6e. papiersnippers en een beetje water.
Spoel ze in elk dezer gevallen met schoon
ater na. Zijn het vette oliefleschjes, dan
spoelt men ze eerst uit met warm water,
soda, zeep en een der bovengenoemde
schuurmiddelen. Mén moet de fraditiöneele
hagelkorrels liever niet gebruiken, daar
lood schadelijk kan zijn voor de gezondheid.
Bloemvazen, die door het bloemenwater
jn aangeslagen, maakt men schoon met
ammonia. Is een waterkaraf erg aangesla
gen, dan schudt men haar met sterken azijn
of wat verdund zoutzuur (vergif!) om en
spoelt zc met schoon water na. Zijn karaf-,
fen vuil door het bezinksel van rooden wijn.
portwijn, sherry of dergelijke dranken, dan
spoelt men ze met alcohol, b.v. met brande
wijn, of zet ze daarmee weg tot de aanslag
is opgelost. Ten slotte schudt men ze riog
om met water, waarin een der bovengenoem
de schuurmiddelen. Men moet zorgen, dat
deze karaffen goed gedroogd worden. Om
dit te hereiken kan men er een doek inwrin-
gen of een tot kwast geknipt filtreerpapier
of vloei zoolang van binnen heen en weer
bewegen tot het laatste vocht is opgezogen.
Als men dergelijke karaffen wegbergt, laat
men er ten overvloede zulk een kwast fil
treerpapier in staan, dat den bodem raakt.
Het vocht zal in het papier trekken en het
kristal blijft helder en glanzend.
steken dua gemaakt worden op de zijde
waar men werkt, hoe mooier en gaver zul
len de lijnen op de rechterkant komen.
Ook in deze teekening moet het niet zoo
moeilijk zijn, om deze letters te verwerken.
Het eens-te voorbeeld geeft een combina
tie van drie letters. Men kan op die manier
andere leiders teekenen in dezelfde figuur.
Het werkje is al heel eenvoudig. Om te
zien is de steek waarmee de figuur go-
werkt wordt een stiksteek, maar daar dezg
zoo licht gaat „trekken" vooral bij dunne
zijden stoffen-, kan men beter eerst de heele
teekening over gaan met een voor- en
achter-steek, en, dit later nog eens her
halen; de tweede maal opnemen wat bij de
eerste gang onderbleef em laten liggen wat
toen opgenomen werd. Zoo liggen de ste
ken mooier platen meer in één lijn, dan bij
gewone stiksteken. Het werk is ook gemak
keiijker op deze manier en men maakt nu
veel mooier hoeken met deze werkwijze.
De omtrekken der eigenlijke letters worden
precies zoo gewerkt, maar voor de vulling
van de letters en de kleine maaltjes
aan de buitenrand der figuur neemt
men de gewone platte steek; deze in schui
ne richting te nemen- staat minder stijf, en
werkt juist regelmatiger. Speciaal voor
meisjesjurken 1 ij-let me deze figuur een
aardige versiering.
Het tweede monogram is zelfs nog een
voudiger en ook meer bij uitstek geschikt
voor de bewerking op zeer fijne slof bijv.
crêpe de Ghi/ne omdat bi-er de 'heelo tee
kening met open lijnen wordt gewerkt
Daar de stof niet waschbaar is, wordt de
teekening overgebracht op de verkeerde
zijde, daar ze anders later zichtbaar zou
blijven in de ruimten tusschen de steken.
Men werkt nu echter ook op de averecht-
scbe kant om te beginnen. De knoupjes
blijven op die kant liggen, en nu werkt ge
in een voor- cn achterateek (rijgsteekje;
zóó, dat een zoo klein mogelijk aantal dra
van de stof telkens blijft liggen, en
veel grooter aantal wordt opgenomen,
met andere woorden: de steek moet aan
onderzijde (rechterkant) grooter zijn
dan bovenop (wat de averechtsche zijde is).
Als ge zoo de heele teekoning zijt doorge
gaan, keert ge het werk om, en ziet dat de
teekening keurig staat geborduurd aan
den rechter kant, en zonder eenig spoor
van patroonteekoning, waardoor fijn werk
zoo vaak wordt ontsierd. Hoe kleiner de
SCHOOLMEISJES
Nu zijn ze nog onbezorgd, kinderen, echte
kinderen zijn het, zooals ze daar genieten
op het school-vacantiefeest.
En toch, is er niet in de trekken van
sommige de guitige, de coquette, en
vragende, reeds dat onzegbare,
dat bij heel jornge meisjes steeds verraadt,
er al iets anders in haar begint te
neigdheid tot pose, tlic verraadt, dat zij
met haar gedachten méér verwijlen bij den
mogelijken indruk, dien zij op anderen
maken, dan bij hetgeen zij op hetzelfde
moment onder handen hebben, hoe prettig
en interessant dat dan ook moge zijn.
Daarom zijn vacantiefoto's van jongens
ook meestal zooveel leuker en „echter"
lenreii dan het zuiver kinderlijke.
Neem nu jongens van Uien leeftijd, of
zelfs iets liooger, ze mogen nóg zoo „bij",
zoo wereldwijs zijn, en zoo verwaand en
opschepperig praten, als ze spélen, blijven t
ze in hun spel, dan zijn het nog echt
jongens, dan mag je ze kieken, als je
dat graag wil, maar voel geduld om stil
te staan, hebben ze toch niet; met drie
vierden van hun gedachten zitten ze in
hun bedoening.
Maar iedere fotograaf zal u zeggen, en
trouwens, ook deze echte foto toont het,
dat er in meisjes van eiken leeftijd bijna
altijd is te onderkennen een zekere ge-
Maar er is in die meisjesgezichten,
óók in déze reeds iets van dat ontroe
rend teere, dat doet donken aan het lang
zaam openvouwen van bloemknoppen
Ik weet zeker, dat alle moeders die doch
tertjes van dien leeftijd hebben, haar hart
voelen opengaan bij het aanschouwen van
dit groepje, dat zoo geheel verschillende
meisjestypen weergeeft en tóch: allemaal
ineisj es typen, dus in de kern zoo ge
lijksoortig.
En dat er daarbij een gebed in haar hart
oprijzen znl, om bewaring van de dierbare
ponden, die in dezen gevaarvollen tiid zoo
moeilijk te bewaren schijucu....
Het derde monogram, 't. welk zich mis
schien nog het meest 1 it voor jassen
enz., is het meest bew .elijk, omdat het
in de kettingsteek worut uitgevoerd, wel
ke, zooals onze handwerkende lezeressen
wel weten heel licht te stijf of te los wordt
gewerkt. In het eerste geval gaat de stof
leelijk „trekken" in het tweede ligt het bor
duurpatroon er als los en flodderig bovon-
op -Nu is echter een goede manier om een
stukje stijf linnen tegen de achterzijde te
icggen en dan de kettingsteken door-en
door te borduren. Ook al trekt men dan
de werkdra d iets aan, wat juist wel nco-
dig is voor mooie gelijkmatige kettingste
ken, krijgt men tenslotte een borduur
werk van de juiste kracht, dat mooi glad
blijft liggen.
Kussens en theemuts
Op de vraag van een lezeres, naar voor
beelden, hoe men sommige filet- of kruis
steekpatronen, reeds vroeger in ons Vrou
wenblad verschenen, (zooals bijv. het hui
selijk tafereeltje in vele kleuren met kruis
steek uitgewerkt, dat we onlangs gaven)
zou kunnen gebruiken als middenstuk
voor kussens, kleedjes, enz., weet ik niet
beter te doen, dan hier een paar afbeel
dingen te geven, die laten zien, hoe op
dergelijke voorwerpen zoo'n medaillon is
fo venverken.
INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN
aan de Vakscholen voor Dames en Jonge Meisjes, voor het Costuum-
en Lingerienaaien, Handwerken, enz.
Afdee-'ingen van de In 1911 Koninkl. Goedg. Vereenlging van Modevakscholen
in Nederland.
OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMEN.
Spreekuren aan de Scholen:
IN HET WESTEN: Schietbaanlaan 99, Donderdags ran 2en van 7—9 nor;
te KRALINGEN: Annastraat 5 (bij Av. Concordia) Dinsdags van 78 uur;
te FEIJENOORD (Hillesluls): Eeyerlandschelaaa 10, Dinsdags van 4—5 an
Vrijdags van 6—7 uur.
Correspondentieadres: Prospecti versteekt de Directrice:
Rotterdam, Schietbaanlaan 114, Telef. 33739. Mevr. S. A. VAN AMIJDE—PORS.
PRACTISCHE WENKEN
WATERVLEKKEN IN WEEFSELS
Behandeling van crêpe de Chine
Wat doen we aan vlekken in crêpe
Chine, die ontstaan door gewoon water?
Dit euvel komt bij chêpe de chine niet
zooveel voor als bij sommige andere stoffen,
laken bijv., die glanzend gemaakt worden.
Morst men er water op, dat is op die „vlek
jes" de gom opgelost en ziet men daardoor
de kringen verschijnen, die niet goed weg
te werken zijn, omdat elke nieuwe water
druppel het onheil weer vergroot Het
eenige, wat men kan do<?n in zulke geval
len, is: de stof geheel ontglanzen door ze ge
heel nat te maken. Men strijkt ze daarna
half vochtig weer op, onder een zachten
doek. Bij laken moet men dan vooral zor-
een gladden doek te nemen, die geen
pluisjes op de stof kan achterlaten. Het
spreekt vanzelf, dat water daarna geen vlek
ken meer zal maken op de stof.
Het meest practisch is 't, om, wanneer
men vreest dat men geen water (regen)
vlekken kan ontgaan, reeds vóór het knip-
m en naaien de stof te ontglanzen.
Boven was echter sprake van crêpe de
hine. En nu zijn de goede soorten vi
dit weefsel waschbaar in zeepsop, en w<
den dan telkens weer als nieuw; de minder
e worden steeds schoon gemaakt in ben
zine (voorzichtig) of tetra. Voor sjaals is de
laatste manier toch om de kleuren steeds
aan te bevelen. Men legt de zijde gewoon in
een laag bakje of schaaltje waar wat tetra
of benzine instaat, laat het er eên minuut
of zes in (liefst het bakje even dekken)
drukt dan heel zacht uit Nog nat wordt de
sjaal dan buiten in den wind te drogen ge
hangen. De vloeistof kan men filtreeren
(door een watje in een trechter bijv.) en
de flesch terugdoen om ze later weer eens
te gebruiken.
Voor eén heel japonnetje, dat bovendien
ook nog niet vuil is, is deze methode wel
tamelijk duur, dus zou ik in dit geval raden
het geheel in schoon water te zetten en
daarna bijna droog met een vooral niet te
heet ijzer op te strijken Zijn er geen erge
vlekken in, dan kan het zonder zeep.
Voor het wasschen met zeep kan mon het
best Spaansche of Marseiliezeep nemen.
Eerst de crcpe weeken in water, dan vlug
•at kloppen en drukken in het sop en goed
naspoelen, nooit wrijven of wringen.
Het eerste plaatje toont een kussen met
een;effen randje in het midden. Daarvoor
kan-men het borduur- of haakwerk
men, eromheen volgt, ruim geplooid,
strook van Japansche zijde men zou bij
wollen kruis steekwerk hiervoor ook ge
werkt fluweel kunnen nemen. De dwarse,
buitenste rand wordt minder ruim geno
men van effen stof.
Het spreekt vanzelf, dat we bij het knip
pen. van de gebloemde strook er op moeten
rekenen, langs de buitenkant uit te
komen.
Men knipt dus uit een cirkel, die groo
r is dan de buitenomtrek van het kussen
haalt binnen- en buitenrand van de rond-
geknipte strook in, met rijgsteken er
zoomt de band daarna met kleine steek
jes om het medaillon heen. Desnoods kan
men voor de afwerking een fijn koordje
n rij kettingsteken op de naad leggen.
Wie het niet erg vindt om dwarse naden
in de ruime strook te krijgen (ze zijn soms
in de ruimte weg te werken) kan do stroo-
Len recht knippen wat natuurlijk voor-
deeliger komen zal.
Tea-cosg
Een andere manier van toepassing geeft
et tweede plaatje, waarop een tea-cosy
met een geborduurd middenvlak en een
ruim geplooide hand er omheen. Deze
d heeft in het midden nog een paar
rijen rijgsteken, die men ook kan bewer
ken op de manier van smock. Bultcnlangs
komtver der een rouche van dunne zijde
donkerder tint Men neemt hiervoor de
stof dubbel, naait de reep langs de rafel
kanten samen, vouwt dan die naad juist
op het midden, en gaat langs die lijn inha
len en later opnaaien. De rouche wordt dus
dubbel en valt naar twee zijden in een
ruime strook uit
Kussens
Verder laat ik hier nog een paar eon-
oudige ideeën zien voer kussens, welke,
iinneer men mooie sloffen cn kleuren ge-
RECEPTEN
In „Do Kath. Vrouw" vcudei
ZOMERDRANKEN
i 8 sinaasappelen, de geraspte
rlge l'A L. water. Pr
Bnöd dc ananas ln «tukjes. Kook het water
net de suiker tot oen stroop. Giet dit over dc
aukjes annniiHS en voeg er het gezoefde citroen
sap bil, sluit dit mengsel goed af en laat het
koud worden. Deze siroop mongt men
ik mot do gowenschte hoeveelheid
soep in d» soepterrine cn roer er daa de
3 de gehakte groene krulden door.
Itstekend als magere soep to
ervongt dan slechts den bouil
lon door water en zet ln dat geval do groenten
dadelük op met de volle hoeveelheid vloeistof
jgrl mogelijk den groente-geur kan
boter
Dez
gebrulki
Spinaziesoep
400 gr. Jonge (of 250 gr. oudere) spinaals,
l L. water, wat zout, 50 gr bloem. 40 gr. boter,
een paar lepels room (of 't bovenste van een
kan melk). 1 ei.
Laat de flink gewasschen spinazie gaar wor
den ln het water met zout. giet alles door ee&
zeef en wrijf er de spinazie geheel door. Ver-
j arT„ roerendo de boter met de bloem, voeg
daarbij ln kleine scheutjes de gezeefde spinazie
met het bübehoorende vocht, laat de soep eren
doorkoken en giet ze don (flink roerende) |n de
soepterrine b(J het geklopte el met den room of
de melk.
Presenteer de soep met een schaaltje „crou
tons Het cl Is ln de soep niet etrlltt noodlg.
Zuring toep
1 L. water. 100 gr. zuring, een plukje kervel,
oO gr. kropsla. 50 gr. boter, wat peper en zout,
25 gr. bloem. 1 el.
Hak de drie groentesoorten met elkaar fijn!
laat het meng-scl ln do helft van de boter met
wat zout en peper zachtjes „smelten", roer er
dan de bloem door en laat) die een paar minu
ten mee frulten. Verdun het mengsel onder
voortdurend roeren, langzamerhand met hei
water, blijf roeren tot de soep kookt en laai
ze dan zachtjos nog een kwartier doorkoken.
giet
gebakken dobbelsteentje* oud brood).
droog. Dien xe op ln
aelcje, leg er hier en di
le tusschen en presenteer t
on dec
(knappent
CORRESPONDENTIE
'ewone limonade
sap van l cli
>eg hierbij si
ispte schil van
leren, l L. watc
met de suiker
EEN1GE RECEPTEN
VOOR ZOMERGERECHTEN
St. Germainesoep
Jj. heldero geurige bouillon, 1 kg. groote
doperwten (ongedopt gewogen), een paar lepels
jonge gedopte erwtjes. 1 preitje, 't binnenste gele
gedeelte uit 1 kropje sla. 1 theelepel gehakte
el, 2 theelepels gehakte petcrselh
de groote erwten n
en de gelo slablaadje!
50 gr.
het ge*nlpp<
do intusschen gekookte Jonge
bruikt, het toch zeer goed kunnen doen.
Men naait reepen van verschillende vorm
en kleur aan elkander beter nog is het
fond van de ecne kleur te nemen en de
re reepen er bij wUze van applequé-
werk np te leggen. De randen over de na
den zijn van fijn sierbnnd of men werkt
met een eenvoudige borduursteek. Pa
tronen daarvoor hebhen we juist in den
laatslen tijd genoeg gegeven.
Aan Mw. K. S. Dierpatronen voor kin««
derkleeding hebben we reeds heel veel ge
geven in ons vrouwenblad, en het is iet»
dat we steeds geregeld dóór blijven geven,
dus als u even wacht en oplet, zult u er
rel gauw weer wat vinden. Rndpt u ze daa
uit, of teeken ze gelijk over, dan hebt u zs_
bij de hand, als u ze weer eens noodig
hebt. Op 't oogenblik ban ik er niet apart
gaan geven, maar 't komt wel gauw weer
eens.
Aan Mw. A. v. B. Het is altijd lastig, als
men naar een blad van verscheidene maan
den geleden vraagt en er geen nummer of
datum bij opgeven kan. Nu ik niet thuis
ben, l<an ik hot niet nazoeken ook. Uw
raag betreft echter een patroon waar
zóóveel terugvraag naar Is gekomen, dat
ik het misschien hier nog eens opnemen
zal, zoo tegen den tijd, dat weer groot®
handwerken worden ondernomen.
Juist li dagen tevoren was het midden*
stuk in de sprei opgenomen, dat stond
toch ook in het artikel dat U uitgeknipt
had en insloot en ook staat n.b. in dat
zelfde stukje, dat ieder, die het eerste deel
(het nummer dat u nu vraagt) nog erbij
hebben wil dat maar liefst gelijk aan
lagen moet. Ik begrijp dus eigenlijk niet
goed, dat U eerst die heele rand ging wer
ken. En nu die klaar is en u niet verder
kunt, pas om die voorafgaande krant
vraagt en daarbij veel haast hebt Ik kan
u nu heusch niet direct helpen, maar in
do week na de verschijning van dit num
mer, pas op zijn vroegst u de krant ten-
den. liet patroon van den rand heb Ik u
dezen avond gelijk teruggezonden.
Willen andere lezeressen die naar groot
spreipatroon vroegen, nog even wachten?
dan herhalen we het nog eens hier.
Ja, natuurlijk hangt het wel van d®
dikte van het garen af. Of u meer of min
der motieven in de lengte krijgt Dergelij
ke fijne, bewerkelijke patronen zijn nX
juist meestal niet berekend op grof geel
katoen, maar op fijner, wiit haak garen.
Aan Mw. A. R. Het is voor ons zeer las-
tig en ook tegen den regel, om hier te ant
woorden op vragen naar bepaalde adres
sen. Daarvoor leent zich beter de Vraag-
en Antwoord rubriek uit ons blad, ik tal
uw brief daarhepn doorzenden maar weet
niet of u daar die particuliere adressen
krijgt Ik denk daarom dat het '1 best is,
nu u zoo'n haast er mee heeft, dat u naar
een Huishoudschool te R. gaat en aldaar
naar adressen van particuliere leeraressen
vraagt Ik meen zelfs dat vroeger ©en lone-
res (zelf aan een H.S.) mij schreef, dat al
leen aan de School voor dit examen opge
leid werd. U hoort dat daar dan wel. In
elk geval zult U toch wel naar Rotterdaan
moeten voor de les. Daar ik met vacantia
ben, heb ik geen vroegere correspondentie
bij de hand en kan nu niets nazoeken.
Mw. L. de G. Neen in dat nummer
(en in geen van don laatstcn tijd) heb ik
oen gebreid voetenkussen opgenomen, ik
herinner mij zelfs niets van uw vraag, di«
is vast niet bij mij gekomen. Intusschen zal
ik u het gevraagde nummer wel renden,
(maar pas als ik weer thuis ben) daar u d«
vrouwenbladen compleet bewaren wilt
Jn, dat is altijd lastig met uitgaan, waar.
om liet U zich de kranten niet naz.enden»
dat doet men op hot bureau als het voor
uit verzocht wordt.
Uw rijmpje voor binnonkastoomlon neem
ik hier maar gelijk op, dan raakt het niet
er^oetboek.
voor andere lezeressen):
(randje) Rein gewasschen (randje
-• Net gevouwen
Is een sieraad *-•)
Voor de vrouwen
Men werkt dus links en rechts van de
ersregel een rond randje. Onze lezeres
dank.
Aan „Ans". Moet ik nü nóg niotMw. zet
ten?) Ik feliciteer je nog met je achttien-
Ie verjaardag, had 't maar vooruit ge-
ichreven. Wat gaat de tijd vlug. 't Lijkt
haast gisteren dat je schreef nog geen zee-
tien te zijn.