VOOR DE VROUW HANDWERKEN HUISHOUDING EN KEUKEN ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1929 No. 33. JAARGANG 1929 DE VROUW VAN DEZEN TIJD ii. In de beschouwingen over de verande- smC eter vrouw treffen we twee uitersten, ten uiterste wordt wel het beste getypeerd dooi- een uiting, zooals die voor eenigen tijd in de vrouwenrubriek van „Het Nieuws den Dag" werd gepubliceerd. Een rich ting, volkomen a:augepast aan de uiterlij ke behoeften van dezen tijd. Waar de ge huwde vrouw een goed salaris kan bijver dienen, moet zij het niet laten, was de con clusie. Met den stroom mee, zonder gewi tenskwesties er van te maken. De andere richting verzet zich tegen de xg. vermannelijking van de vrouw. Zij laakt het heden en betreurt het verleden en zij zegt: terug tot het vroegere. Ver sterk op alle -mogelijke manieren weer het moedergevoel. De uitkomst is alleen te vin den, als die kracht weer tot ontwikkeling gebracht wordt, Maar ook een andere houding tegenover deze feiten is mogelijk. We dienen de ont wikkeling niet met ontkennen en negeeren van feuten. En een feit is het, dat de veran derde omstandigheden de vrouw verande ren. Terugbrengen tot een vroeger ontwik kelingsstadium brengt geen oplossing, waar de oorzaken van de verandering groeien in- plaats van afnemen. Slechts zij, die de pro blemen niet aan den lijve voelen, kunnen de reactie versterken, kunnen zonder meer iet. oude terugwillen. Maar degenen, die de Itrijd zelf ervoeren, weten, dat de op touw pas plaats kan hebben, als aanvaard Is, wat een werkelijkheid werd. En moge lijkheid tot opbouw is er. Want dat het moederdmstinct minder sterk werk t, wal nog niet zeggen dat de in tui tie vei dween. Zijn de moeilijkheden voor een vrouw ii haar verhouding grooter geworden, he ■spectief is ook wijder. Wanneer de berg leklommcn is, zijn de mogelijkheden groo- r. Zoo zegt de schrijfster en we hopen, ,t velen onzer lezeressen, die een open >g hebben voor de gevaren en bezwaren tn onzen wonderlijken tijd en mij dan ook wel eens schrijven hoe moeilijk zij het ■inden, de opvoeding van haar jonge meis in goede banen te leiden, deze woorden ter harte zullen nemen. 'ant wat is in dezen weer de groote stY.De opvoeding zóó te sturen, dat ze niet eenzijdig ouderwetsch blijft, waardoor eisje al gauw zon gaan achterstaan ïr tijdgónoftjes, die meer weg-wijs ge- werden in het hedendaagsche we reldleven maar loch ook vooral niet zóó dat teveel van .hetgeen door de eeuwen] als de specifiek-vrouwelijke eigen schappen en deugden gold, wordt geof- in de jaciit naar het verkrijgen van zelfstandige positie en het „leeren méédoen". De feiten liggen er nu eenmaal toe, dat de jonge menschen, ook en vooral ouwen, vroeger volwassen worden alleen in lichamelijk maar ook in (geestelijk en verstandelijk opzicht dan in een vroegere periode. Statistieken heb ben reeds, lang uitgemaakt, dat de men strua tie's bij meisjes en de puberteit bij ingens in den na-oorlogstijd over het ge- 2ei' wel een of twee jaren vroeger optre- ;n dan bij een vorig geslacht. En waar nu-zelfq. (bij-, manier van spreken) de „na tuur" klaarblijkelijk zoozeer regelt naór, en aansluit bij, de veranderde levens omstandigheden en levenswijzen, daar zou het immers slechts een schuldige dwaas heid zijp, wanneer ouders en opvoeders wilden trachten, die veranderingen, welke een direct gevolg zijn van evolutie's in het wereldgebeuren, totaal te negeeren, en kinderen maar te blijven opvoeden, pre cies alsóf alles nog was als in een vroegfer tijdperk., „Wal .is het moeilijk! Wat kunnen ze al „heerlijk" zijn, die meiskes van vijftien, zestien jaar" zoo schreef me onlangs een mcicilfi;' die een paar dochters van den iiakvisschen-leeltijd bezit, en o, hoe kan ik me fUe ontboezeming begrijpen. De kelderen moeten het groote men- echenleven, het brute, vrije, en tegelijk, dwingende leven van dezen tijd nu eenmaal i n. Wegkruipen in een hoek zooals -Ié niet-huwende meisjes van vroe gere geslachten, gdót nu eenmaal niet meer voor gezonde jonge meisjes die „bij" zijn. Wel, is het dan niet beter, ze te harnassen en te wapenen tegen den strijd, die bijna zéker komen zal, dan om te zeggon: „we zullen oppassen ze niet te wijs te ma ken, zc hoeven nu et. te weten, welke geva ren er zijn, de onschuld is het beste verweermiddel. Daar gelaten nog, dat onwetend heid niet hetzelfde is als onschuld, zouden we zeggen: neen, onschuld is in onzen t ij cl niet meer een verweer. On ze tijd -is veel te brutaal, te driest, te wei nig ridderlijk, om voor onschuld conside ratie te hebben. Laat "daarom de teekenen der tijden U wat leeren, U èn Uwe kinderen. GROENE KAAS In de •..Vrouwenrubriek" van het Handels blad" werd de'vraag opgeworpen, wat er toch waar is vam de vieze verhalen - (we ten ze alle wel) over de groene Zwat- sersclie kaasjes. Er kwamen vele antwoor den iai, o.a. éón van een Texelsche huis vrouw.) die schreef: „Groene kaas wordt hier op Texel op de volgende wijze gemaakt: Door de melk, die srkaasd wordt, haalt men een doekje, dat nsrhe «chapenmest bevat. Ik woon 25 jaar hier, maar heb die. kaas nooit willen proe- „Texelsclve schapenkaas wordt uit scha penmelk bereid en wel in den tijd tusschen half Mei en September. Zij heeft den vorm van Goudsohe kaas: de stukkeu zijn ooge- twee K.G. zwaar. Zij komt in drie vor men in den handel, en wel als komijne- uit afgeroomde melk, en als witte en groene kaas uit de volle melk. De kleur- voor de groene kaas wordt verkregen door versche sohapenmest in een zakje met water uit te persen De groene Zwitserschn kaas is een zeer harde, vetarme kaas, die bereid wordt uit lork afgeroomde melk. wnaraan wat kar amel k is toegevoegd. Dit mengsel wordt gekookt, daaama wordt zuur in den vorm cure wei toegevoegd: het gevolg is, dat de me.lkalhnmine coagulecrt. en de oaseinn neerslaat Mon heeft hier dus een stremsel verkregen niet door leb, maar door een zuur, "waardoor tevens in het stremsel melkalbumine voorkomt Men laat de ZIE OP NAAR DE ZON Met somber zijn, wordt daardoor 't leed verminderd? Waarvoor is dat U dienstig of U goed? Zorg liever, dat Uw kruis U niiet verhindert, Um naar de zon te zien, die warmte geeft en gloed. De zon, die ook Uw leven wil beschijnen Zoo gij maar zelf haair licht niet onderschept, Door tusschen U en haar, hoog op Uw kruis te plaatsen, Waardoor een schaduw valt op alles wat gij hebt. Laat liever zóó de zon in 't hart U schijnen, Dat zij U daar een bron van licht en warmte wekt, Die somberheid verdrijft en droefnis doet verdwijnen, Aan anderen een voorbeeld, U zelf tot zegen strekt. Klaag daarom niet, maar wil Uw oog slechts richten Op Hem, die kruis en doornenkroon moesi dragen; En juist in smart, met zachten drang komt vragen: O, wil Mij volgen, den last zal 't U verlichten. T. MARCUS. MONOGRAMS BORDUREN Hoewel het niet meer zoo heel nieuw is, komt het nog veel voor, dat men op tennis of sportjaponnetjes monograms borduuri als garneerinig. in elk geval blijven gebor duurde monograms voor de binnenzijde van heerenjassen nog steeds vrij algemeen in gebruik. We zullen daarom, mede op ver zoek van een lezeresje, hier eens enkele voorbeelden van dit werk geven, waarbij het natuurlijk niet mogelijk is, alle ge vraagde letters of lettercombinaties apart te behandelen. Wanneer we hier bepaalde lettervormen en omtrekken bespreken, moet men zelf trachten naar het gegeven voorbeeld ook andere letters in een figuur te verwerken, allicht vindt men voor dat werkje wel iemand, die de toekenkunst voldoende meester is. wrongel eenigen tijd in vaten gisten, ver zamelt haar dan, mengt met zout en met poeder van gedroogde klaverbladen, en perst in afgeknotte kegelvormen. Reuk en kleur dankt de kaas aan de bijgemengde klaverbladen." Waaruit wij dus comcludeeren, dat de dn ons land zoo goed bekende en veel gebruik te „groene Zwitserse he kaasjes", wat hun samenstelling betreft, absoluut niets on smakelijks hebben cn ook niets te maken hebben met de Tessolsche schapekaas. HET SCHOONMAKEN VAN KARAFFEN. FLESSCHEN ENZ. Er zijn verschillende methoden om karaf fen, zoo goed als flesschen en bloemvazen, schoon te maken cn de eene is haast nog eenvoudiger dan de andere. De glazen of kristallen gebruiksvoorwerpen kan men nl spoelen met een van de volgende reinigings middeltjes: le. een weinig water waarin gestampte eierschalen; 2e. theebladen; 3e. zand en azijn; de. Brusselsche aarde; 5e. koffiedik; 6e. papiersnippers en een beetje water. Spoel ze in elk dezer gevallen met schoon ater na. Zijn het vette oliefleschjes, dan spoelt men ze eerst uit met warm water, soda, zeep en een der bovengenoemde schuurmiddelen. Mén moet de fraditiöneele hagelkorrels liever niet gebruiken, daar lood schadelijk kan zijn voor de gezondheid. Bloemvazen, die door het bloemenwater jn aangeslagen, maakt men schoon met ammonia. Is een waterkaraf erg aangesla gen, dan schudt men haar met sterken azijn of wat verdund zoutzuur (vergif!) om en spoelt zc met schoon water na. Zijn karaf-, fen vuil door het bezinksel van rooden wijn. portwijn, sherry of dergelijke dranken, dan spoelt men ze met alcohol, b.v. met brande wijn, of zet ze daarmee weg tot de aanslag is opgelost. Ten slotte schudt men ze riog om met water, waarin een der bovengenoem de schuurmiddelen. Men moet zorgen, dat deze karaffen goed gedroogd worden. Om dit te hereiken kan men er een doek inwrin- gen of een tot kwast geknipt filtreerpapier of vloei zoolang van binnen heen en weer bewegen tot het laatste vocht is opgezogen. Als men dergelijke karaffen wegbergt, laat men er ten overvloede zulk een kwast fil treerpapier in staan, dat den bodem raakt. Het vocht zal in het papier trekken en het kristal blijft helder en glanzend. steken dua gemaakt worden op de zijde waar men werkt, hoe mooier en gaver zul len de lijnen op de rechterkant komen. Ook in deze teekening moet het niet zoo moeilijk zijn, om deze letters te verwerken. Het eens-te voorbeeld geeft een combina tie van drie letters. Men kan op die manier andere leiders teekenen in dezelfde figuur. Het werkje is al heel eenvoudig. Om te zien is de steek waarmee de figuur go- werkt wordt een stiksteek, maar daar dezg zoo licht gaat „trekken" vooral bij dunne zijden stoffen-, kan men beter eerst de heele teekening over gaan met een voor- en achter-steek, en, dit later nog eens her halen; de tweede maal opnemen wat bij de eerste gang onderbleef em laten liggen wat toen opgenomen werd. Zoo liggen de ste ken mooier platen meer in één lijn, dan bij gewone stiksteken. Het werk is ook gemak keiijker op deze manier en men maakt nu veel mooier hoeken met deze werkwijze. De omtrekken der eigenlijke letters worden precies zoo gewerkt, maar voor de vulling van de letters en de kleine maaltjes aan de buitenrand der figuur neemt men de gewone platte steek; deze in schui ne richting te nemen- staat minder stijf, en werkt juist regelmatiger. Speciaal voor meisjesjurken 1 ij-let me deze figuur een aardige versiering. Het tweede monogram is zelfs nog een voudiger en ook meer bij uitstek geschikt voor de bewerking op zeer fijne slof bijv. crêpe de Ghi/ne omdat bi-er de 'heelo tee kening met open lijnen wordt gewerkt Daar de stof niet waschbaar is, wordt de teekening overgebracht op de verkeerde zijde, daar ze anders later zichtbaar zou blijven in de ruimten tusschen de steken. Men werkt nu echter ook op de averecht- scbe kant om te beginnen. De knoupjes blijven op die kant liggen, en nu werkt ge in een voor- cn achterateek (rijgsteekje; zóó, dat een zoo klein mogelijk aantal dra van de stof telkens blijft liggen, en veel grooter aantal wordt opgenomen, met andere woorden: de steek moet aan onderzijde (rechterkant) grooter zijn dan bovenop (wat de averechtsche zijde is). Als ge zoo de heele teekoning zijt doorge gaan, keert ge het werk om, en ziet dat de teekening keurig staat geborduurd aan den rechter kant, en zonder eenig spoor van patroonteekoning, waardoor fijn werk zoo vaak wordt ontsierd. Hoe kleiner de SCHOOLMEISJES Nu zijn ze nog onbezorgd, kinderen, echte kinderen zijn het, zooals ze daar genieten op het school-vacantiefeest. En toch, is er niet in de trekken van sommige de guitige, de coquette, en vragende, reeds dat onzegbare, dat bij heel jornge meisjes steeds verraadt, er al iets anders in haar begint te neigdheid tot pose, tlic verraadt, dat zij met haar gedachten méér verwijlen bij den mogelijken indruk, dien zij op anderen maken, dan bij hetgeen zij op hetzelfde moment onder handen hebben, hoe prettig en interessant dat dan ook moge zijn. Daarom zijn vacantiefoto's van jongens ook meestal zooveel leuker en „echter" lenreii dan het zuiver kinderlijke. Neem nu jongens van Uien leeftijd, of zelfs iets liooger, ze mogen nóg zoo „bij", zoo wereldwijs zijn, en zoo verwaand en opschepperig praten, als ze spélen, blijven t ze in hun spel, dan zijn het nog echt jongens, dan mag je ze kieken, als je dat graag wil, maar voel geduld om stil te staan, hebben ze toch niet; met drie vierden van hun gedachten zitten ze in hun bedoening. Maar iedere fotograaf zal u zeggen, en trouwens, ook deze echte foto toont het, dat er in meisjes van eiken leeftijd bijna altijd is te onderkennen een zekere ge- Maar er is in die meisjesgezichten, óók in déze reeds iets van dat ontroe rend teere, dat doet donken aan het lang zaam openvouwen van bloemknoppen Ik weet zeker, dat alle moeders die doch tertjes van dien leeftijd hebben, haar hart voelen opengaan bij het aanschouwen van dit groepje, dat zoo geheel verschillende meisjestypen weergeeft en tóch: allemaal ineisj es typen, dus in de kern zoo ge lijksoortig. En dat er daarbij een gebed in haar hart oprijzen znl, om bewaring van de dierbare ponden, die in dezen gevaarvollen tiid zoo moeilijk te bewaren schijucu.... Het derde monogram, 't. welk zich mis schien nog het meest 1 it voor jassen enz., is het meest bew .elijk, omdat het in de kettingsteek worut uitgevoerd, wel ke, zooals onze handwerkende lezeressen wel weten heel licht te stijf of te los wordt gewerkt. In het eerste geval gaat de stof leelijk „trekken" in het tweede ligt het bor duurpatroon er als los en flodderig bovon- op -Nu is echter een goede manier om een stukje stijf linnen tegen de achterzijde te icggen en dan de kettingsteken door-en door te borduren. Ook al trekt men dan de werkdra d iets aan, wat juist wel nco- dig is voor mooie gelijkmatige kettingste ken, krijgt men tenslotte een borduur werk van de juiste kracht, dat mooi glad blijft liggen. Kussens en theemuts Op de vraag van een lezeres, naar voor beelden, hoe men sommige filet- of kruis steekpatronen, reeds vroeger in ons Vrou wenblad verschenen, (zooals bijv. het hui selijk tafereeltje in vele kleuren met kruis steek uitgewerkt, dat we onlangs gaven) zou kunnen gebruiken als middenstuk voor kussens, kleedjes, enz., weet ik niet beter te doen, dan hier een paar afbeel dingen te geven, die laten zien, hoe op dergelijke voorwerpen zoo'n medaillon is fo venverken. INSCHRIJVING VAN LEERLINGEN aan de Vakscholen voor Dames en Jonge Meisjes, voor het Costuum- en Lingerienaaien, Handwerken, enz. Afdee-'ingen van de In 1911 Koninkl. Goedg. Vereenlging van Modevakscholen in Nederland. OPLEIDINGSSCHOLEN VOOR EXAMEN. Spreekuren aan de Scholen: IN HET WESTEN: Schietbaanlaan 99, Donderdags ran 2en van 7—9 nor; te KRALINGEN: Annastraat 5 (bij Av. Concordia) Dinsdags van 78 uur; te FEIJENOORD (Hillesluls): Eeyerlandschelaaa 10, Dinsdags van 4—5 an Vrijdags van 6—7 uur. Correspondentieadres: Prospecti versteekt de Directrice: Rotterdam, Schietbaanlaan 114, Telef. 33739. Mevr. S. A. VAN AMIJDE—PORS. PRACTISCHE WENKEN WATERVLEKKEN IN WEEFSELS Behandeling van crêpe de Chine Wat doen we aan vlekken in crêpe Chine, die ontstaan door gewoon water? Dit euvel komt bij chêpe de chine niet zooveel voor als bij sommige andere stoffen, laken bijv., die glanzend gemaakt worden. Morst men er water op, dat is op die „vlek jes" de gom opgelost en ziet men daardoor de kringen verschijnen, die niet goed weg te werken zijn, omdat elke nieuwe water druppel het onheil weer vergroot Het eenige, wat men kan do<?n in zulke geval len, is: de stof geheel ontglanzen door ze ge heel nat te maken. Men strijkt ze daarna half vochtig weer op, onder een zachten doek. Bij laken moet men dan vooral zor- een gladden doek te nemen, die geen pluisjes op de stof kan achterlaten. Het spreekt vanzelf, dat water daarna geen vlek ken meer zal maken op de stof. Het meest practisch is 't, om, wanneer men vreest dat men geen water (regen) vlekken kan ontgaan, reeds vóór het knip- m en naaien de stof te ontglanzen. Boven was echter sprake van crêpe de hine. En nu zijn de goede soorten vi dit weefsel waschbaar in zeepsop, en w< den dan telkens weer als nieuw; de minder e worden steeds schoon gemaakt in ben zine (voorzichtig) of tetra. Voor sjaals is de laatste manier toch om de kleuren steeds aan te bevelen. Men legt de zijde gewoon in een laag bakje of schaaltje waar wat tetra of benzine instaat, laat het er eên minuut of zes in (liefst het bakje even dekken) drukt dan heel zacht uit Nog nat wordt de sjaal dan buiten in den wind te drogen ge hangen. De vloeistof kan men filtreeren (door een watje in een trechter bijv.) en de flesch terugdoen om ze later weer eens te gebruiken. Voor eén heel japonnetje, dat bovendien ook nog niet vuil is, is deze methode wel tamelijk duur, dus zou ik in dit geval raden het geheel in schoon water te zetten en daarna bijna droog met een vooral niet te heet ijzer op te strijken Zijn er geen erge vlekken in, dan kan het zonder zeep. Voor het wasschen met zeep kan mon het best Spaansche of Marseiliezeep nemen. Eerst de crcpe weeken in water, dan vlug •at kloppen en drukken in het sop en goed naspoelen, nooit wrijven of wringen. Het eerste plaatje toont een kussen met een;effen randje in het midden. Daarvoor kan-men het borduur- of haakwerk men, eromheen volgt, ruim geplooid, strook van Japansche zijde men zou bij wollen kruis steekwerk hiervoor ook ge werkt fluweel kunnen nemen. De dwarse, buitenste rand wordt minder ruim geno men van effen stof. Het spreekt vanzelf, dat we bij het knip pen. van de gebloemde strook er op moeten rekenen, langs de buitenkant uit te komen. Men knipt dus uit een cirkel, die groo r is dan de buitenomtrek van het kussen haalt binnen- en buitenrand van de rond- geknipte strook in, met rijgsteken er zoomt de band daarna met kleine steek jes om het medaillon heen. Desnoods kan men voor de afwerking een fijn koordje n rij kettingsteken op de naad leggen. Wie het niet erg vindt om dwarse naden in de ruime strook te krijgen (ze zijn soms in de ruimte weg te werken) kan do stroo- Len recht knippen wat natuurlijk voor- deeliger komen zal. Tea-cosg Een andere manier van toepassing geeft et tweede plaatje, waarop een tea-cosy met een geborduurd middenvlak en een ruim geplooide hand er omheen. Deze d heeft in het midden nog een paar rijen rijgsteken, die men ook kan bewer ken op de manier van smock. Bultcnlangs komtver der een rouche van dunne zijde donkerder tint Men neemt hiervoor de stof dubbel, naait de reep langs de rafel kanten samen, vouwt dan die naad juist op het midden, en gaat langs die lijn inha len en later opnaaien. De rouche wordt dus dubbel en valt naar twee zijden in een ruime strook uit Kussens Verder laat ik hier nog een paar eon- oudige ideeën zien voer kussens, welke, iinneer men mooie sloffen cn kleuren ge- RECEPTEN In „Do Kath. Vrouw" vcudei ZOMERDRANKEN i 8 sinaasappelen, de geraspte rlge l'A L. water. Pr Bnöd dc ananas ln «tukjes. Kook het water net de suiker tot oen stroop. Giet dit over dc aukjes annniiHS en voeg er het gezoefde citroen sap bil, sluit dit mengsel goed af en laat het koud worden. Deze siroop mongt men ik mot do gowenschte hoeveelheid soep in d» soepterrine cn roer er daa de 3 de gehakte groene krulden door. Itstekend als magere soep to ervongt dan slechts den bouil lon door water en zet ln dat geval do groenten dadelük op met de volle hoeveelheid vloeistof jgrl mogelijk den groente-geur kan boter Dez gebrulki Spinaziesoep 400 gr. Jonge (of 250 gr. oudere) spinaals, l L. water, wat zout, 50 gr bloem. 40 gr. boter, een paar lepels room (of 't bovenste van een kan melk). 1 ei. Laat de flink gewasschen spinazie gaar wor den ln het water met zout. giet alles door ee& zeef en wrijf er de spinazie geheel door. Ver- j arT„ roerendo de boter met de bloem, voeg daarbij ln kleine scheutjes de gezeefde spinazie met het bübehoorende vocht, laat de soep eren doorkoken en giet ze don (flink roerende) |n de soepterrine b(J het geklopte el met den room of de melk. Presenteer de soep met een schaaltje „crou tons Het cl Is ln de soep niet etrlltt noodlg. Zuring toep 1 L. water. 100 gr. zuring, een plukje kervel, oO gr. kropsla. 50 gr. boter, wat peper en zout, 25 gr. bloem. 1 el. Hak de drie groentesoorten met elkaar fijn! laat het meng-scl ln do helft van de boter met wat zout en peper zachtjes „smelten", roer er dan de bloem door en laat) die een paar minu ten mee frulten. Verdun het mengsel onder voortdurend roeren, langzamerhand met hei water, blijf roeren tot de soep kookt en laai ze dan zachtjos nog een kwartier doorkoken. giet gebakken dobbelsteentje* oud brood). droog. Dien xe op ln aelcje, leg er hier en di le tusschen en presenteer t on dec (knappent CORRESPONDENTIE 'ewone limonade sap van l cli >eg hierbij si ispte schil van leren, l L. watc met de suiker EEN1GE RECEPTEN VOOR ZOMERGERECHTEN St. Germainesoep Jj. heldero geurige bouillon, 1 kg. groote doperwten (ongedopt gewogen), een paar lepels jonge gedopte erwtjes. 1 preitje, 't binnenste gele gedeelte uit 1 kropje sla. 1 theelepel gehakte el, 2 theelepels gehakte petcrselh de groote erwten n en de gelo slablaadje! 50 gr. het ge*nlpp< do intusschen gekookte Jonge bruikt, het toch zeer goed kunnen doen. Men naait reepen van verschillende vorm en kleur aan elkander beter nog is het fond van de ecne kleur te nemen en de re reepen er bij wUze van applequé- werk np te leggen. De randen over de na den zijn van fijn sierbnnd of men werkt met een eenvoudige borduursteek. Pa tronen daarvoor hebhen we juist in den laatslen tijd genoeg gegeven. Aan Mw. K. S. Dierpatronen voor kin«« derkleeding hebben we reeds heel veel ge geven in ons vrouwenblad, en het is iet» dat we steeds geregeld dóór blijven geven, dus als u even wacht en oplet, zult u er rel gauw weer wat vinden. Rndpt u ze daa uit, of teeken ze gelijk over, dan hebt u zs_ bij de hand, als u ze weer eens noodig hebt. Op 't oogenblik ban ik er niet apart gaan geven, maar 't komt wel gauw weer eens. Aan Mw. A. v. B. Het is altijd lastig, als men naar een blad van verscheidene maan den geleden vraagt en er geen nummer of datum bij opgeven kan. Nu ik niet thuis ben, l<an ik hot niet nazoeken ook. Uw raag betreft echter een patroon waar zóóveel terugvraag naar Is gekomen, dat ik het misschien hier nog eens opnemen zal, zoo tegen den tijd, dat weer groot® handwerken worden ondernomen. Juist li dagen tevoren was het midden* stuk in de sprei opgenomen, dat stond toch ook in het artikel dat U uitgeknipt had en insloot en ook staat n.b. in dat zelfde stukje, dat ieder, die het eerste deel (het nummer dat u nu vraagt) nog erbij hebben wil dat maar liefst gelijk aan lagen moet. Ik begrijp dus eigenlijk niet goed, dat U eerst die heele rand ging wer ken. En nu die klaar is en u niet verder kunt, pas om die voorafgaande krant vraagt en daarbij veel haast hebt Ik kan u nu heusch niet direct helpen, maar in do week na de verschijning van dit num mer, pas op zijn vroegst u de krant ten- den. liet patroon van den rand heb Ik u dezen avond gelijk teruggezonden. Willen andere lezeressen die naar groot spreipatroon vroegen, nog even wachten? dan herhalen we het nog eens hier. Ja, natuurlijk hangt het wel van d® dikte van het garen af. Of u meer of min der motieven in de lengte krijgt Dergelij ke fijne, bewerkelijke patronen zijn nX juist meestal niet berekend op grof geel katoen, maar op fijner, wiit haak garen. Aan Mw. A. R. Het is voor ons zeer las- tig en ook tegen den regel, om hier te ant woorden op vragen naar bepaalde adres sen. Daarvoor leent zich beter de Vraag- en Antwoord rubriek uit ons blad, ik tal uw brief daarhepn doorzenden maar weet niet of u daar die particuliere adressen krijgt Ik denk daarom dat het '1 best is, nu u zoo'n haast er mee heeft, dat u naar een Huishoudschool te R. gaat en aldaar naar adressen van particuliere leeraressen vraagt Ik meen zelfs dat vroeger ©en lone- res (zelf aan een H.S.) mij schreef, dat al leen aan de School voor dit examen opge leid werd. U hoort dat daar dan wel. In elk geval zult U toch wel naar Rotterdaan moeten voor de les. Daar ik met vacantia ben, heb ik geen vroegere correspondentie bij de hand en kan nu niets nazoeken. Mw. L. de G. Neen in dat nummer (en in geen van don laatstcn tijd) heb ik oen gebreid voetenkussen opgenomen, ik herinner mij zelfs niets van uw vraag, di« is vast niet bij mij gekomen. Intusschen zal ik u het gevraagde nummer wel renden, (maar pas als ik weer thuis ben) daar u d« vrouwenbladen compleet bewaren wilt Jn, dat is altijd lastig met uitgaan, waar. om liet U zich de kranten niet naz.enden» dat doet men op hot bureau als het voor uit verzocht wordt. Uw rijmpje voor binnonkastoomlon neem ik hier maar gelijk op, dan raakt het niet er^oetboek. voor andere lezeressen): (randje) Rein gewasschen (randje -• Net gevouwen Is een sieraad *-•) Voor de vrouwen Men werkt dus links en rechts van de ersregel een rond randje. Onze lezeres dank. Aan „Ans". Moet ik nü nóg niotMw. zet ten?) Ik feliciteer je nog met je achttien- Ie verjaardag, had 't maar vooruit ge- ichreven. Wat gaat de tijd vlug. 't Lijkt haast gisteren dat je schreef nog geen zee- tien te zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 3