WOENSDAG 21 AUGUSTUS 1929 DERDE BLAD PAG. 9
DE ALASTR1M
OORDEEL VAN 'T STAATSTOEZICHT
OP DE VOLKSGEZONDHEID
Brief van den Hoofdinspecteur Besmettelijke
Ziekte aan de doctoren.
De Hoofdinspecteur Besmettelijke Ziekten,
Dr J. Th Terbrugh, zond ondangs een brief
aan de doctoren in verband met de Alastrim
Aan dezen brief, welke aanvankelijk een
vertrouwelijk karakter droeg, doch thans
niet meer, is het volgende ontleend:
Een goedaardige pokziekte.
Het zal u uit de in de pers versc-hcncn be
richten bekend zijn, dat er te Rotterdam
hecrscht een besmettelijke ziekte, welke to
de groep der pokziekten behoort. Zoowel
door het klinisch beloop (dat op bedlegerige
zieken, betrekking heeft) als de waargeno
men goedaardigheid der ziektegevallen on
derscheidt deze ziekte zich in belangrijke
mate van de ware pokken. In enkele op
zichten. doet de ziekte aan variedlen (wa
ter of windpokken) denken, in andere op
zichten aan de rware pokken.
Een dergelijke ziekte is reeds in vele lan
den waargenomen en de tot op dit oogenblik
verkregen ervaring is, dat de ziekte, welke
als alastrim, kafferpokken, witte pokken,
enz. wordt beschreven, haar algemeen goed
aardig karakter niet verliest. Hierom is het
gewenscht de aandoening als een afzonder
lijke ziekte te beschouwen.
De ziekteverschijnselen
Ten einde bij het voorkomen van ziekten,
die tot de groep der pokziekten behooiv-n,
een juist onderscheid mogelijk tc maken,
wil ik in de allereerste plaats bekend stel
len, welke verschillen er bestaan tusschen
de ziekteverschijnselen, welke resp. bij warr
pokken, alastrim en waterpokken worden
waargenomen.
Vooraf zij vermeld, dat pokken en alastrim
als regel niet worden waargenomen bij por
tonen, die kort te voren met koepokstof zijn
ingeënt. Tegen waterpokken heeft deze vac
cinatie geen voorbehoedende werking.
Waterpokken is een kinderziekte, die bij
volwassenen weinig voorkomt. Pokken en
alastrim tasten de personen op icderen leef
tijd aan, doch de ziekte treedt vooral bij de
Jonge ongevaccineerde kinderen en bij de
volwassenen, die lang geleden gevaccineerd
Werden, terwijl de kortelingi govaccineeiden
•Is regel vrij blijven.
Het incubatietijdperk (dat men de ziekte
onder de leden heeft) der drie zsektev armen
is nagenoeg even lang, n.l. 12—14 dagen,
Hooge koortsen.
Ware pokken en alastrim beginnen met
hooge koortsen, tot 39 en 4J1 C. Wanneer bij
pokken na 3—4 dagen het exantheem (huid
uitslag) verschijnt daalt do. temperatuur om
in het stadium der verettermg der pokpuis
ten weer te stijgen. Bij alastrim eindigt de
koorts wanneer na 2 of 3 dagen het exant
heem optreedt, zoodat daarna de tempera
tuur nagenoeg normaal blijft, heigeen in vei-
bind staat met hot als regel met veretteren
der pokpuisten. Bij waterpokken stijgt de
temperatuur eerst kort voor hel uitbreken
van het exantheem en loopt gewoonlijk met
hooger op dan tot 38 of 38.5° C. Bij het vei
schiinen van het exantheem daalt do tem
peratuur om weer telkens licht te stijgen,
indien een nieuwe eruptie (uitbarsting) ver
schijnt.
Bij pokken en alastrim is gedurende de
koortsperiode het algemeene ziektegevoel
Zeer groot. Hoofdpijn, duizeligheid, sterke
slapeloosheid en braken worden waargeno
men. Ledenpijn komt vooral bij pokken in
hevige mate voor, doch als regel minder bij
alastrim. Bij waterpokken is de algemeene
toestand als regel veel minder gestoord.
Bij pokken gaat aan het verschijnen der
papels een vlekkig uitslag vooraf, gelocali-
seerd tot de driehoek van Simon. Zoowel
bij alastrim als bij waterpokken is een ini
tiaal exantheem zeldzaam.
Wanneer het pokkenuitslag optreedt, blijlt
de pokkenlijder zich ziek gevoelen, terwijl
bij den lijder aan alastrim het ernstige ziek
tegevoel der eerste dagen verdwijnt, ook al
voelt hij zich nog slap en duizelig. Genezing
volgt daarna spoedig, terwijl bij den pokken-
lijder de algemeene toestand weer slechter
wordt bij hef stijgen der temperatuur wan
neer de pokken in verettering overgaan.
Verschil met waterpokken.
Zoowel bij pokken als bij alastrim komen
puistjes op het lichaam tezelfder tijd te voor-
Sohijn, terwijl bij waterpokken telkens een
nieuwe eruptie verschijnt. Dit schijnt bij
alastrim eveneens als uitzondering voor te
komen, hetgeen ook ten opzichte van enkele
Rotterdamsche gevallen werd medegedeeld.
Een karakteristiek onderscheid tusschen
pokken en alastrim aan dé eene, en water
pokken aan de andere zijde is, dat bij de
eerste twee ziektevormen alle puisten in
een zelfde stadium verkeeren, dus of pa
pcis, of blaasjes, terwijl bij waterpokken
alle stadia tegelijk voorkomen.
Men zij er aan indachtig, dat bij pokken
en alastrim de grootte van de aanwezige
papels of blaasjes, zeer verschillend kan
zijn, hetgeen den indruk maakt alsof de
kleine papels pas opkomen en dus in een
vroeger stadium zich bevinden. Dit is ech
ter niet zoo, want wanneer men nauwkeu-
toeziet, dan blijken de kleine in het
zelfde stadium te verkeeren als de groote.
Zijn deze laatste tot blaasjes geworden,
dan ziet men op de kleine papels ook een
•er klein blaasje.
De inhoud der blaasjes, die eerst helder
was, begint troebel te worden en daarna
bij pokken pustuleus (etterig) hetgeen bij
alastrim als regel niet geschiedt. Bij deze
aaiidoening wordt de inhoud eigenaardig
melkachtig wit, hetgeen tot den naam van
witte-pokken aanleiding heeft gegeven.
Het meest karakteristieke onderscheid
tusschen pokken en alastrim aan de eene.
n waterpokken aan de andere zijde is, be
halve het reeds genoemde verschijnsel van
het tegelijk of successievelijk optreden der
ptie, de verdeeling van het exantheem
over het lichaam.
Bij pokken en alastrim is dit centrifu
gaal (iniddelpuntvluchtend) bij de water
pokken centripetaal (middelpuntzoekend).
Bij eerstgenoemde ziekten zijn vooral aan
getast het hoofd, de rug, armen en beenen.
Pokken en alastrim.
Bij pokken zijn vooral de handen en
voeten sterk met pokken bezet, terwijl dit
bij Alastrim gewoonlijk minder het geval
is.
De pokkenblaasjes vertoonen in het mid
den een inzinking (navel), hetgeen bij
alastrim als regel niet voorkomt, hoewel
navelvorming niet altijd ontbreekt.
De verettering der puisten geeft bij pok
ken aanleiding tot het vormen van littee-
kens, dit wordt na genezing van alastrim
niet of zelden waargenomen; ten hoogste
blijft een zekere pigmentatie (bizondere
huidkleur) over, die allengs verdwijnt.
De duur van het ziekteproces is bij pok
ken ongeveer 0 weken, bij alastrim 2
ken, evenals bij waterpokken.
Uit het bovenstaande moge blijken, dat
men waterpokken gewoonlijk zeer gemak
kelijk van p :-n en alastrim kan onder
scheiden. De ju verschillende stadia zich
bevindende puisten, d.e centripetale verdee
ling over het lichaam, de heldere inhoud
der blaasjes, die een dunne wand bezitten,
de gering gestoorde algemeene toestand,
hel beginnen van de koorts even vóór het
verschijnen van het exantheem, het schom
melen van de temperatuur met het optre
den van nieuwe erupties, zijn zoovele
wijzingen voor het herkennen van de ziek
te door het virus (smetstof) van de water
pokken veroorzaakt. Voorts het voorname
lijk aangetast worden der jonge kinderen,
onafhankelijk van een voorafgegane in
enting met koepokstof en het als regel ver
schoond blijven der volwassenen.
Het verschil tusschen ware pokken en
alastrim treedt minder duidelijk te voor
schijn. In hoofdzaak moet de diagnose bij
alastrim steunen op de spoedige veil
ring van den algemeenen toestand na het
uitbreken van het exantheem, de plotse
linge daling van de temperatuur en
daarna laag blijven der curve; het als regel
uitblijven van de verettering der blaasjes
en het spoedig herstel der patiënten. Hier
bij is van beteekenis, dat bij gevallen, die
een ernstig prodomaal-stadium vertoonen,
hel exantheem opvallend gering kan zijn.
Het epidemiologisch verband tusschen
de lichte en de eenigszins ernstig verloopen-
rle gevallen van alastrim maakt het moge
lijk, dat wij aetiologisch (oorzakelijk) met
een en denzelfdcn ziektevorm te maken heb
ben. Bij pokken verloopt de meerderheid der
gevallen ernstig en deze ziekte gaat gepaard
met een langdurig ziekbed- Dit verschil in
ernst der ziekte treedt ook te voorschijn in
de letaliteit (sterfte) welke bij alastrim
0.50.3 pet., doch bij pokken 20 pet en meer
bedraagt
Oordcnl van de Gezondheidsraad.
De te Rotterdam voorgekomen ziektege
vallen hebben een punt van bespreking uit
gemaakt in een vergadering van de Commis
sie voor de besmettelijke ziekten uit den Ge
zondheidsraad.
Het was toch de vraag of de ziekte moest
beschouwd worden als pokken.
Bij de beoordeeling van dit vraagstuk lag
het zwaartepunt hierin of men al of niet
mag aannemen dat de ziekte te Rotterdam
wordt veroorzaakt door een virus, dat wel
nauw verwant is aan het pokkenvirus, doch
niet tot een epidemie Van ware pokken
aanleiding kan geven.
Na raadpleging van hetgeen in dc laatstè
jaren bekend is geworden over alastrir
rekening houdende met de ervaring vooral
in Zwitserland en Engeland verkregen, is
rle Commissie tot de overtuiging gekomen,
dat voorloopig als vaststaand mag worden
aangenomen, dat.de alastrim wordt
oorzaakt door een virus fixe, hetwelk niet
in staat is een epidemie van ernstigen aard
te veroorzaken. Van uit dit standpunt
wenschte de Commissie het vraagstuk tc
beoordcelen zooiang geen waarnemingen
worden gedaan, die hiermede in strijd zijn.
Er is aan de Regeering voorgesteld te be
vorderen, dat deze in Nederland nog niet
waargenomen ziekte onder de benaming
„alastrim" bij Kon. Besl. in de besmettelijk,
ziekten^vct worde opgenomen, met dien ver
stande, dat de artt. 11, 16, 20, 22 en 24 van
de wet niet van toepassing zullen zijn.
Wanneer dit K.B. tot stand zal zijn geko
men zullen alle gevallen van alastrim bij de
inspecteurs worden aangegeven. (Dit is
thans het geval, Red.). Dit is noodig,
men een betrouwbaar overzicht verkrijgen
van de verbreiding der ziekte in het land.
Maatregelen tegen uitbreiding.
Een twe'ede vraag, die de Commisie be
zighield, was, vast te stellen, welke maat
regelen genomen kunnen worden om uit
breiding der ziekte te voorkomen.
De inenting met koepokstof werd het
beste bestrijdingsmiddel geacht. Een alge
meene vaccinatie en revaccinatie *zou dan
ook zijn aan te bevelen, ware het niet, dat
de mogelijkheid van het ontstaan van ge
vallen van postvaccinale encephalitis tot
oorzichtigheid aanspoort.
Tegen revaccinatie behoeft geen bezwaar
te bestaan, aangezien de postvaccinale en
cephalitis slechts zeer zelden na revaccina
tie is waargenomen. Het gevaar voor post
vaccinale encephalitis dreigt meer bij de
vaccinatie der nog niet gevaccineerde kinde
ren, doch daartegenover staat, dat deze kin
deren blootstaan aan een ernstige ziekte,
wanneer zij door alastrim bestoet worden.
De twee sterfgevallen, te Rotterdam voor
gekomen, hebben dan ook betrekking op
jonge ongevaccineerde kinderen. Op grond
hiervan wordt dan ook door de Commissie
aangenomen, dat in besmet milieu het ge-
aar van de alastrim voor kinderen ern
stiger ia dan het gevaar dat hen na vacci
natie kan dreigen door het ontstaan van
een encephalitis.
De Commissie raadt clan ook aan om
daar, waar alastrim-gevallen zijn waarge
nomen, de omgeving der zieken niet al
leen tot revaccinatie maar ook tot vaccina
tie op ruime schaal over te gaan.
Isolatie van zieken noodig.
De Commissie sprak zich ook uit voor cle
noodzakelijkheid om, indien de zieken in
eigen woning verpleegd worden, hen ge
ïsoleerd te houden. Het ontvangen van be
zoek worde zooveel mogelijk voorkomen en
evenzoo worde aangeraden met andere ge
zinnen zoo min mogelijk gemeenschap te
hebben. Ontsmetting van de gebruikte voor
werpen wordt mede wenschelijk geacht.
De Duitsche uitgever spreekt van
1.200.000 menschcn in alle landen, die het
boek van Remarque zouden hebben gekocht
Maar de hier gegeven cijfers vormen reeds
een totaal van bijna anderhalf millioen
exemplaren alleen voor de voornaamste
West-Europeesche talen, zoodat men veilig
kan aannemen, dat de oplage van dit beek
de heele wereld berekend naar de twee
millioen exemplaren zal loopen, een aan
tal dat in zoo korten tijd wel met geen en
kel boek ooit zal zijn bereikt
UIT HET SOCIALE LEVEN
PATRIMONIUM.
Gewestelijke Organisatie Zuid-Holland.
De algemeene vergadering dezer afdeeling
wordt Zaterdag 7 September, des middags
in een der zalen van het gebouw „De Een
dracht", Goudsche weg, te Rotterdam, ge
houden.
De agenda vermeldt o. m.: Openingswoord
van den voorzitter, onderwerp: Ook wij;
verkiezing van een bestuurslid (vac. Tom),
sen vertegenwoordiger in het Verbonclsbe-
stuur en een afgevaardigde naar de Ver
bondsvergadering. Behandeld wordt voorts
de Verbondsagenda, terwijl ook mededeelin-
gen inzake de propaganda zullen worden
gedaan.
10 pet. verhooging verzocht.
De R. K., Prot.-Chr. en Neutrale Mijn-
werkei-sbonden hebben een schrijven gericht
aan de contactcommissie van het mijn be
drijf om in de vergadering van Vrijdag a.s.
een voorstel van deze borden te behandelen
en de loon en vain al Ir: arbeiders, werkzaam'
in het mijnbedrijf met 10 pet. te verhoogen.
Kunst en Letteren.
„IM WESTEN NICHTS NEUES".
lots over de oplage-cijfers.
Er is zeker geen boek geweest de laatste
jaren dat een zoo snelle en zoo algemeeene
verspreiding gevonden heeft als „im Wés
ten niehts neues", het oorlogsboek van Ërich
Maria Remarque. D^e populariteit van vo
rige oorlogsboeken als van Barbusse, Du
hamel, Latzko, haalt niet bij die van. „Im
Westen nichts neues" en zelfs de groote
Europeesche successen op liet gebied van
den algemeenen roman onder invloed van
Nobelprijzen e.d. kunnen wat de oplage
cijfers aangaat, niet in de schaduw staan
van het boek van don Berlijnschen jour
nalist.
Over deze oplage-cijfers vonden wij in de
„Msb." de volgende bijzonderheden ver
meld:
De achtereenvolgende edities in de Duit-
sche taal hadden op 10 Augustus jl. een
totaal bereikt van 800.000 exemplaren. De
Engelsche uitgave verscheen in de Vereenig
de Staten in een oplage van 140.000 exem
plaren, in Groot-Bnttannië van 110.000 exem
plaren. Nederland nana 40.000 exemplaren
af in de eigen taal, Denemarken en Noor
wegen 30.000, Zweden 25.000.
Opmerkelijk is de groote verspreiding "in
Frankrijk van dit Duitse he oorlogsboek. De
Fransche vertaling is betrekkelijk laat ver
schenen, maar de verkoop ging toen ook
buitengewoon snel. Van 1 tot 12 Juni wa
ren er reeds 72.000 exemplaren aan den man,
gebracht en de drukker heeft zich toen
tegenover den uitgever moeten verbinden
om gedurende ecnigen tijd 7000 exemplaren
per dag af te leveren! De vorige week Don
derdag waren in Frankrijk 250.000 exempla
ren verkocht.
Het hooge oplagecijfer van de Duitsche
uitgave wordt natuurlijk hierdoor ver
klaard, dat velen ook in het buitenland het
boek in de oorspronkelijke taal willen le
zen. Vooral in ons land ls cle Duitsche uit
gave druk gekocht, zoodat men het cijfer
van 40.000 exemplaren voor Nederland ge
rust mag verdubbelen, wanneer men het
totaal aantal van in Nederland afgenomen
exemplaren wil schatten.
EEN DWERG-KALF.
Bij den veehouder C. Claij te Vijfhuizen
(Haarl.meer) is een kalf geboren, dat het
gewicht van 10 K.G. niet overtreft. Daar een
middelmatig kalf 70 80 pond weegt en liet
geen (zeldzaamheid is, dat er zijn' van 100
pond, is dit wel een unicum. Het beestje is
nu eenige dagen oud en wordt met de Resell
gevoed. Dc kinderen van C. spelen er mode
of het een jonge hond is."
Schaakrubriek.
HET TOURNOOI TE KARLSBAD
De uitslagen van de 17c ronde zijn:
Euwe remise met Spielmann.
Nicmzowitsj remise met Colle.
Becker remise met Maroczy.
Capablanca wint van Gilg.
Treybal wint. van Vidmar.
Mej. Menchik verliest aan Tartak o\ r.
Yates wint van Thomas.
Canal—Rubinstein afgebroken.
Bogoljubow verliest van Johner.
Mattison wint van Saemiscb.
Grünfeld wint van Marshall.
De stand is thans:
Capablanca 12; Spielmann 12; Niemzo-
witsj llVo; Vidmar ÏOW, Grünfeld 10; Dr.
Euwe O1/.; Bogoljubow 9; Rubinstein 9 XX
Maroczy 9; Becker 8V2 Xl Collo 8V2; Mattis-
son 8V2; Tartakower 8V2'. Canal 8 X; Trey
bal S: Johner V/o X; Saemisch 71/.; Yates
Marshall &/2', Gilg 6; Thomas 4; ^lej. Men
chik 3.
8.01—10 Cl
ikale anecdoten door Louis Schmidt. 10.30 ri
.er. Daarna Gramofoon. 12 Sluiting.
DAVENTRÏ (1551 M) 10.35 Mui
1.29 Gramofoon 12.20 Concert, lï.60 Gl.
foon. 1.20—2.20 örkest. 3.50—5.35 Vuaidighi
Gemengd Nieuws.
DOODELIJK MOTORONGELUK.
Te Gronau in Duitschland slipte een mo
torfiets. Bestuurder en duorijder werden
zeer ernstig gewond en de laatstgenoemde,
de Nederlander J. G. Eilers uit Losser, stierf
zonder tot bewustzijn te zijn gekomen.
EEN MOOIE VANGST.
Nachts werd een juffrouw in haar wo
ning aan de Coorstraat tc Haarlem wakker,
doordat zij een man in de kamer zag staan.
Op haar gegil ging de vreemdeling op. do
vlucht.
In den loop van den dag vond een voorbij
ganger in dc Westerhoutstraat een man, die
in een onbewoond huis lag te slapen. Hij
verzocht hem mee te gaan naar het politie
bureau en het blijkt dat een geroutineerd
inbreker gearresteerd is. Niet minder dan
zes inbraken, de laatste maanden te Haar
lem gepleegd, heeft hij bekend. De politie
onderzoekt nog verder.
DOODELIJKE AANRIJDING.
Onder kouburg (Z.) werd do tramconduc
teur S., die aldaar met zijn broer liep te
wandelen, door een voorbijrijdende auto
aangereden. Bloedend verwond, begaf hij
■zich, bijgestaan door zijn broer, naar de wo
ning, alwaar hij door een geneesheer werd
onderzocht.
De ongelukkige, vader van twee kinderen,
stierf 's nachts aan zijn wonden.
IN DEN VREEMDE VERDRONKEN.
Aan „De Maasbode" wordt uit Genève ge
meld:
Maandagmiddag heeft tusschen Nyon en
Rolle een droevig ongeluk op het meer
Genève plaats gehad, waarbij een Hol-
landsche student, Six genaamd, om het le
ven kwam.
Six was gelogeerd bij een vriend, Chapui-
rat, den zoon van den directeur van het
„Journal de Genève". Ze waren op het meer
gaan «zeilen, toen plotseling een zware
golf de boot deed omslaan. Toen even latei-
de groote boot van Lausanne langs kv
was er geen spoor meer van beide jongens
te vinden.
Chapuirat was een goed zwemmer. Six
niet.
DOODELIJKE VAL.
Te Axel (Z.), zat een 6-jarig jongetje met
een der knechts van zijn vader voor op een
wagen met graan geladen. Het knaapje viel
er af, zoodat hij voor de wielen kwam. Het
hoofd werd zoodanig geraakt, dat het kind
de gevolgen stierf.
EEN LAFFE DAAD.
Toen dezer dagen een inwoonster
Honteiiisse (Z.) water uit de regenbak wilde
putten, sloeg haar uit de hak een petroleum
lucht tegen. Bij nader-onderzoek bleek een
laag petroleum en een bicrfleselije op het
water te drijven, welk fleschje, toen men het
er uit had gehaald, bleek petroleum te heb
ben bevat. Het water,was natuurlijk bedor-
In verband hiermee is aangehouden
zekere J. de K., arbeider te Hontenisee, een
buurman van de benadeelde, met wien zij
in onecnighcid leefde, cn die wel eens de be
dreiging had geuit de waterput met petro
leum te zullen begieten cn onbruikbaar ma-
Radio Nieuws.
Woensdag 21 Augustus.
k-,m:?£VE£SUM (298 M"' na 0 Uur 1071 M- (UltBl
ConceftU n—U.30 Zieken dienst. 12.30—2
Loon. 2.30—-C3o' Com
2—2.30 i
looi en plan
irtje. 0—0
6—6
6.30—7 Literaire lezing
Qvan A. J. D. vun Oosten.' 7—7.30
dlge Stand van den Islam In "onze uo il
'ancert. Vocale- en Instrumentale sui'istpn i
i: Persberichten.
HUIZEN (1875 M.) 10—10.15 Morgenwüi
12.15145 Concert. 1.45—2.30 Gramofoon. 2
Kurhaus Scheveningen. 3.30—4.30 Coi
het AVRO-Kwintet. 7.157.45 Lezing
3 iv<
■r: Wat de
Üdini
herdershonden. 4.20 Muziek. 5.05
c o5 Nleuwr
7.50 Va
10.20 Le:
5 36
ille. 9,05 Concert. io Nleu
0.35 Concert. 11.20—12.20 Muzh
PARIJS „Radio-Paris- (1725 M.) 12.50—2 20
rfamofoon. 4.05 Concert. 6.55 Gramofoon. 8 55
Joncert. Orkest en solisten
LANGENBERG (473 M.) 7.20—7.50 Gramofoon
7.508.50 Orkest. 10.3512.10 Gramofoon. 12 30
foon. 1.25—2.50 Orkest. 5.55—6.óo Orkest
8.209.15 Orkest. 9.20 VroolUk programma Daar
n tot 12.20 Muziek.
ZEESEN (1635 M.) 6.10—12.20 Lezingen. 12.20
1.15 Gramofoon- 1.155.20 Lezingen. 5.206.20
ncert uit Hamburg. 6.20—8 15 Lezingen. 8.20
mermuzlek. 9,20 Voorlezing. Daarna tot 12.60
iziek.
8.20 Hoorbeeld, 11.05 Mu;
BRUSSEL (508.5 M.) 5.20 Concert. 6.50 Ora-
ofoon. 8.35 Concert. 9.20 Orkest uit Ostcnde.
Donderdag 22 Augustus.
HILVERSUM (298 M. Na zes uur 1070 M
(Ultsl. NCRV-Uitz.) 11—11.30 Ziekendienst. 12.30
—1.45 Concert. Zang. viool en plano. 5—6.3'i
?rt. Vocaal-kwartet. 6 30—7 Causerie over:
over de oude volksliederen". 7—8 Orgel-
:rt. 89 Concert. Zang. viool en piano. 9
—10 Carillonconcert. Daarna Persber.
HUIZEN (1875 M.) 10—10.15 Morgenwijding
12.15—2 Concert. 2—4 Gramofoon. 4—5 Orgei-
:r£. 5.30—6 Gramofoon. 6 01—7.15 Concert.
7.15—7 45 Lezing door J. Sietzes over De
lelne 'tikker. 8.01—8.16 Russische liederen door
et Wladlmir Pique Trio." 8.15—9.15 Concert door
et Omroeporkest. 9.15—9.30 Russchl-che 1 li
eren door het Wladimir Plque Trio. 9.30 Voort-
ettlng concert. Daarna Gramofoon. 12 Sluiting.
DAVENTRÏ (1554 M.) 10.85 Morgenwijding
11.20 Gramofoon. 12 20 Concert. 1.20—2.20 Orgel-
?rt. 2,20—2.45 Becldultzendlng. 3.20 Vesper.
Voorlezing. 4.20 Orkest5.35 Kinderuurtje. G.35
svsber. 7.05 Zang. 7.20 Lezing 7.50 Ta
3t- 8.20 Concert. 10 Nieuwsber. 10.20 Le:
10.35 Verrassing. 10 50—12.20 Muziek
PARIJS „Radlo-Parls" (1725 M.) 12.50—2.20
Sramofoon, 4.05 Muziek.'C.65 Gramofoon. 8.2G
Concert.
LANGENBERG (473 M.) 7.20—7.50 Gramofoon
.50—8.50 Orkest. 10.35—12.10 Gramofoon. 12.30
Jramofoon. 1.25—2.50 Orkest. 8.20 Ouderwet-
che- en moderne Muziek. Daarna tot 12.20 Mu.
BRUSSEL (608.5 M 5.20 Concert 6 55 Gra-
nofoon. 8.35 Concert. 9.20 Orkest uit Osiende.
ZEESEN (1635 M.) _6 10—12 20 Lezingen. 12 29
IETS OVER WEERGAVE-QUALITEIT.
Als maatstaf voor de qualiteit van een ra
dio-ontvangtoestel gold vroeger, d. w. z. 'n
jaar of drie, vier geleden, de mogelijkheid
om zooveel mogelijk zenders met een zoo
groot mogelijke geluidsterkte uit den luid
spreker te doen schallen.
Het scheelde indertijd niet veel of de ge-
heele radio-omroep was door de zonderlinge
en zeer krachtige geluiden, welke men aan
de luidsprekers wist te ontlokken, in dis-
crediet gebracht!
Gelukkig is dat thans andórs. Men heeft
lecren inzien, dat een goede weergave niet
mogelijk is van verafgelegen, dikwijls zwak
ke zenders en de luisteraar van thans be
perkt zich dan ook tot het luisteren naar
stations, welke uit hoofde van hun geogra
fische positie en/of hun uitzendsterkte in de
ontvang-antenne Voldoende electrische ener
gie opwekken.
Ook geluidsterkte is geen allereerste eisch
-leer. Vóór alles komt thans du kwaliteit
der weergave. En terecht!
Het is beter een betrekkelijk klein aantal
-itzondstations goed te hooren, dan van een
groot aantal slechte ontvangst te hebben. De
quantiteit bederft hier onherroepelijk do
qualitcitl
Immers voor een goede Veergave heeft
moii noodig een frequentiegebied van onge
veer 50 tot 8000 Hertz, daar binnen dit toon
bereik de klank van alle muziekinstrumen
ten met hun harmonische» en de mensehe-
lijke stem liggen. Het moderne ontvangtoe
stel moet alle tonen, welke liggen binnen
vorengenoemd frequentiegebied, gelijkmatig
versterken, dus in natuurlijke verhoudingen
kunnen weergeven. Er mag bij de weergave
geen preferentie bestaan voor bepaalde to
nen of groepen daarvan; noch de hooge
noch de lage tonen mogen te veel op den
voorgrond u-eden. Van de piano moet niet
alleen de rechterhelft, dus de hooge tonen,
goed weergegeven worden, maar ook de
linkerhelft
lot de laagste tonen toe moeten met even
redige sterkte uit den luidspreker komen;
is dit niet het geval, dan klinkt piano
muziek blikkerig.
Bij dc weergave van orkest- of strijkmu-
ziek moeten ook de laagtonigc instrumen
ten tot hun recht komen, anders hoort men
slechts een gedeelte van hetgeen wordt uit
gezonden en deugt de ontvanginstallatie
met
Bij aankoop van een nieuw ontvangtoe
stel heeft tie luisteraar,\in verhand met den
lioogen stand van de moderne ontv&ngtech-
niek, het volste rfecht van zijn handelaar
de uitdrukkelijke verzekering te eischen,
'lat toestel en luidspreker een gelijkmatige
weergave van het toon-frequentie-gebied
van 508000 Hertz mogelijk maken.
Men overtuige zich 'of van laag tot hoog
alle instrumenten goed worden weergege
ven, d. w. z. in hun natuurlijke sterkte
verhoudingen.
Vooral voor de lage tonen, zooals b.v. voor
cello, contrabas, linkerhelft piano, enz. is do
eisch tamelijk zwaar, maar er zijn toestellen
en luidsprekers, welke een perfecte weergave
mogelijk maken en daarom boude men vast
ar.n dezen eisch en late zich niet verleiden
tot liet aanschaffen van een ontvang-instal-
latie, welke slechts een gedeelte, meestal al
leen de hooge tonen, weergeeft van hetgeen
wordt uitgezonden. 50 tot 8000 Hertz zij de
i ëischl
PETER EN Z'N ZUSJE
(Nadruk verboden)
65. Aan het eind van die gang
groot gordijn en daarachter hoorde Peter
zuchten en klagen. „Ach, ja", zei de ra*,
„de dwergkoning is dood. Ga er maar al
leen in, want ik mag niet binnen komen, ik
ben maar portier!" Meteen schoof ze het
gordijn voor Peter opzij. Hij kwam nu
de dwergen zaten er omheen tc
treuren. Peter nam zijn muts af en bleef be
teuterd staan. Maar de rat stak haar kop
door 't gordijn en fluisterde; „Doorloopon.
naar de volgende kamer!"
66. Aan den anderen kant van de kamer
was weer een gordijn en heel zachtjes, op
z'n teenen, liep Peter er heen. Eén der dwer
gen keek even op hij zag Peter wel, maar
zei niets en liet hëftr stil zijn gang gaan
Door dc gordijnen kwam Peter nu in een
heel groote zaal tenminste voor Peter was
ze groot, want voor ons zou zc tc klein ge
weest zijn! Achterin was een hooge trap en
heel bovenaan stonden twee hooge troon
zetels. Een er van was leeg; die was zéker
van den koning geweest. Maar op den an
deren zateen meisje!!!' Zou het zijn
zusje zijn??? Peter h o 1 d c dc trappeu op
DE „PAX-VOBISCUir-BROEK
.Vrij naar het Duitsch,
door
ERNST VON WOLZOGEN.
(5
„Daar is in de tweede plaats de wolf der
gierigheid. Deze huist in de kelders en on-
cLeraardsohe gewelven op de geldkisten en
trommels en houdt tandenknarsend de
wacht voor de korenschuren, wanneer- de
armen verhongeren.
„De derde is de wolf van den wellust,
welke uit het moeras komt en daarin weder
verzinkt
„Ten vierde is daar de wolf van het
genot, die een broeder is van den wellust-
wolf. Deze is thuis in de kroegen cn op (le
dansvloeren en loert op de fraai uitge-
doschte jonge meisjes en de door wijn en
sterken drank verhitte jongemannen.
En ten slotte is de vijfde wolf die van het
ongeloof. Dezen echter ken ik, Gode zij
dank. niet van nabij, slechts van naam
en ook heb ik hem hier in onze gemeente
nog niet aangetroffen.
,Dus spreken wij nu eerst uitvoeriger
over ons eerste punt den wolf van den
hoogmoed, die van de bergen komt
En nu was hij in zijn element, sprak
luide, vloeiend, in sierlijke, boersche beeld
spraak en liet zich door de afkeurende,
bilkken van den Superintendent niet van
wijs brengen-, maar hield een stevige
preek over zijne vijf wolven, keerde dan
ten slotte tot den goeden Herder terug,
waarna den Superintendent het „Amen"
als muziek in de ooren klonk.
Met sidderende knieën, in het zweet ba
dend, kwam de predikant van den kansel
af en verdween in de sacristie, maar zijn
gezioht straalde, want hij meende zijn leven
lang nog niet zoo goed gepreekt te hebben.
Aan den ouden man, die met den hongel-
zak, waarapn van onderen een schelletje
hing, cle collecterondgang door de kerk
maakte, had hij de opdracht gegeven, den
gestrengen Dokter Sohneckenfett door het.
consistorieraampje opmerkzaam gade te
slaan. De oude kwam hem reeds tegemoet
en nep geheel opgewonden uit: „Nee maar,
dominee, zoo prachtig hebt u nog nooit ge
preekt als vandaag met de vijf wolven!
„Lieve tijd, dat was een echte preek voor
kerkvisitatie, zooals mijnheer de Supper-
dent nog geen enkele gehoord heeft. Zóóver
heeft hij zijn mond. opengedaan
En stralend van geluk vergezelde de goe
de predikant zijn superieur uit de kerk en
vraagde hem zonder meer, hoe hem de
preek was bevallen.
„Ja, ziet u, mijn waarde ambtsbroeder,"
antwoordde de Superintendent, terwijl hij
staan bleef en den armen Gutenberg met
zijn vochtigcn, rollenden blik, die door het
vonkelen van de brilleglazen in de zon nog
verschrikkelijker werd, schier doorboorde:
„Ik heb reeds menigezonderlinge preek
le hooren gekregen op mijn visitatie-reis en
ik geef ook gaarne toe, dat uw stijl popu
lair en goed te begrijpen is, maar maar
maar! Uwe tekstexegese is er een op
eigen handje. Eerste wolf, tweede, wolf,
.derde wolf o sanrta eimpii'-i'tns! Mijn
goede ambtsbroeder, ja, wat zal men daar
van zeggen?"
De goede dorpsdominee viel als uit den
zevenden hemel. En dat van zijn geweldige
wolfspreek. Hij was geheel ontdaan, riep
bleek en sidderend zijn vrouw uit de keu
ken cn fluisterde baar in 't oor:
„Ach, Louise, het was mis met de wol
ven! „Maar maar maar!" heeft hij
gezegd. Als nu de modice hem met weder
goed maakt, is hij in staat mij uit mijn
ambt te ontzetten."
Welk een dag was dat! De opwinding der
vrouwen in de keuken, waar de beroemde
kalfskop sedert een uur in room smoorde,
was nog veel grooter dan die van den pre
dikant, toen hij dezen morgen den kansel'
beklommen ihad. En poortje zat boven in
haar kamertje op haar bod en schreide
bittere tranen.
Men moest reeds om half 12 eten, daar
des namiddags een bezoek zou gebracht
worden aan de filiaal-gemeente in het op
twee uur afstand gelegen boerengehucht,
waar de eerwaarde heer Gutenberg bijbel
lezing cn catechisatie moest houden.
Men ping aan tafel, de predikant bleek
én zonder eetlust, zijne vrouw met een
hoogroode kleur van het koken, met een
kapsel en in eene kleeding, die den Super
intendent levendig aan het portret zijner
gestorven grootmoeder boven zijn bureau
herinnerde.
Maar de gestrenge heer deed zijn best de
verschrikkingen van de vroegkerk te ver
beten en zich met gezelligen koot en gepas-
ten humor aan te passen aan rrmoede
en de plattelandsche bescha\ i; \an deze
p.- Vrige pastorie,
j Hij was zeer vriendoiij'; en
tegenover de gastvrouw cn maakte grapjes
met de kleine kinderen, zoodat deze hem
spoedig vertrouwelijk toelachten. Ook ge
lukte het ihem Doortje'e en Lili's schuch
terheid tc overwinnen en een tamelijk vlotte
conversatie met haar te onderhouden. Al
leen maakte hem het voortdurende opsprin
gen en uit de kamer snellen van de huis
vrouw en de beide oudste dochters eenigs
zins nerveus.
De Superintendent bracht een flinken
eetlust niede. Helaas, de soep was brem
(bij vergissing door moeder en Doortje
beiden gezouten) cn men wilde er niet van
hooren zijn bord weg te nomen, voor hij
den laatsten lepel met dc grootste inspan
ning naar binnen had gewerkt Toen kwam
er een heerlijke gebraden gans op tafel, die
hem voortreffelijk smaakte, zóó voortreffe
lijk, dat hij zich terwille hiervan zelfs den
gruwelijken Johannisbessenwijn uit eigen
kelder liet welgevallen.
Hij solliciteerde naar een tweede portie
van den gebraden, gans, niaar de gastvrouw
schoof hem zijn bord weder toe en zeide:
„Och, neen, mijnheer Supperdent, eet u
niet zooveel daarvan, er komt nog meer!"
„Nog meer?" riep de geestelijke heer,
met een zacht verwijt. „Maar, beste ambts
broeder. dat hadt u aan uwe vrouw toch
niet moeten toestaan. Ik verzocht u toch
uitdrukkelijk, mij „modice" op te disschen!"
Dit woord wekte don predikant uit zijn
.neerslachtigheid op, hii lachte geheimzin-
rve en zeide vriendelijk: „Dat komt wel,
miinheer Supperdent, nog maar oen beetje
geduld!"
1 U" geleerde heer kreeg steeds nieuwe
si"* om zich 1e verbazen. „Dat komt wel,
j komt wel". Wat komt wel? Hm, hm!
Hij keek den lachenden ouden heer van ter
zijde eenigszins wantrouwend aan.
Daarop kwam Lili vlug met een grooten
schotel aan, welke zij nauwelijks vermocht
te dragen. Het was een groot stuk gebraden
varkensvleesoh, dat eenigszins aangebrand
rook, met zuurkool erbij. De Superinten
dent was geen vriend van varkensvleesch,
maar hij at ook hiervan, om de gastvrouw
niet te krenken, ofschoon hij liet snelle
verdwijnen van de gans nog betreurde. Hij
was juist weder een gesprek met hot
blende Doortje begonnen, die hem buiten
gewoon goed beviel, toen de domineesvrouw
met een derden schotel, nog grooter dan
de vorige, binnentrad.
„Goede hemel", dacht de Superintendent,
„nu nog kalfsgebraad!" En overluid voeg
de hij hieraan toe: „Maar collega, noemt
ge dit soms „modice"?"
„Ooh neen, mijnheer Supperdent, ik weet
wel, wat modice is," antwoordde de predi
kant grinnikend en keek zijn vrouw betee-
kenisvol aan De thans geheel verbaasde
gast liet zijn heldere oogen tusschen beiden
heen en weer rollen en wierp zich dan niet
doodsverachting op het groote stuk kalfs-
gebraad. dat de domineesvrouw snel op
zijn bord had gelegd, waarop reeds de res
tanten van drie verschillende schotels zich
tot een bedenkelijk geheel vermengd had
den. -Tuist wilde bij een schertsende vraag
tot Doortje richten, toen deze van haar
stoel opvloog en schielijk de deur uitsnelde.
Geheel overstuur keek hii haar na. Stond
hem misschien no? een geheel schaap of
een os te wachten? F.en spannende stilte
trad in. De nastoorsche was bijzonder on
rustig. De kinderen stootten elkaar met
heimelijke blikken van verstandhouding
aan cn allen keken vol verwachting naar
dc half open gebleven deur. Ook Dokter
Sohncckenfatt staarde daarheen. Alle moed
was hem ontzonken en hij kon den verloren
draad van het gesprok niet weder terug
vinden.
1-Iet was een ongezellige stilte. Daar schoof
Doortje met haar kleine voetje dc deur
geheel open cn trad, tot in haar hals blo
zend, binnen, haar schotel, evenals eens
Titiaans dochter, hoog opgeheven in beide
handen dragend. Vanuit de verte zag het
er groen uit, maar toen de schotel op tafel
geplaatst werd, juist vór den S u per into n-
ódent, toen draaiden zich zijn ingewanden
in zijn lichaam om, ih spnakelooze ontzet
ting klemde hij zich aan zijn stoel vast en
staarde met wijdgeopende oogen dit nieuw
ste, verschrikkelijkste aller verschikkmgen
aan.
Daar lag vóór hem op den schotel, met
peterselie bekranst, met bosjels laurierbla
deren in de ooren, en 'n groote zure augurk
dwars door den geopenden muil gestoken,
de in room gesmoorde kalfskop cn staarde
met ontzettend melancholische nogen Doc-
ter Sohneckenfett aan. De aanblik was zoo
verbluffend vreeselijk, dat zelfs de predi
kantsvrouw, die tot de groon-versiering on
den augurk toe alles had klaar gemaakt,
haar zellbeheersching verloor en het opge
heven voorsnijmes krachteloos zinken liet.
„Kalfskop a la modice!" zeide do predi
kant, moeizaan> lachend, met een uitnoo-
digende handbeweging.
„Precies volgons recept", voegde de eclit-
gen^-to or kortademig aan toe.
(Wcrdt
clgd