WOENSDAG 21 AUGUSTUS 1929 EERSTE BLAD PAG. 3
Kerknieuws.
INTERKERKELIJK
Het spreekt als vanzelve, dat ons blad als
Chr. dagblad een interkerkelijk standpunt
inneemt. Wij zijn zelfs blijde, dat wij als
Christenen op het gebied der Chr. dagblad
pers elkaar over alle kerkelijke muren heen
de broederhand kunnen reiken
Welnu, gevolg van dit interkerkelijk
standpunt was, dat wij met waardeering
gewag maakten van het 25-jarig jubileum
van den Chr. Geref. Jongel.bond en het uit
spraken, dat deze organisatie voor de Chr.
Geref. Jongelingschap van zeer grooten ze
gen geweest is en onder 's Heeren genadi
ge leiding ook voor de toekomst tot rijken
zogen gesteld mocht worden.
Ds. K. Schilder zogt naar aanleiding hier
van in de „Reformatie" van 16 Augustus,
dat wij hiermede geen „i n t e r k e r k e-
lijk", maar een puur „Christelijk
Gereformeerd" standpunt innemen.
Ken Chr. Gereformeerde zegt volgens Ds.
Schilder: „God heeft onzen bond groot ge
maakt". Maar anderen zeggen volgens hem:
„georganiseerd misverstand heeft hem
groot gemaakt".
Een Chr. Gereformeerde, zoo vervolgt Ds.
Schilder, zegt: „Wij zullen morgen jubilee-
ren". Doch anderen zeggen: „Bekeert u van
de legenden en voegt u bij do kerk en bij
de Waarheid" (ieder is schuldig, zich bij de
ware kerk te voegen, volgens de confessiel.
En ten slotte beweert Ds. Schilder, dat
wij meegaan met den geest van den tijd,
die aldus redeneert: „als misverstand een
maal een kerk of partij gemaakt heeft, dan
raspecteere men dat eü. gebruike God als
approbatie-middel".
'Wat wij hierop hebben te zeggen?
Goed „kerkelijk besef" verhindert ons
niet dankbaar te erkennen den zegen
Gods over andere kerkelijke organi
saties. Daarom is het onze vaste overtui
ging, dat niet alleen ons „interkerkelijk"
standpunt ons veroorlooft met waardeering
te spreken over den Chr. Geref. Jongelings-
bond, doch dat zelfs een kerkelijk „Gere
formeerd" stnndpunt dit niet zou beletten.
Wij zijn ervan overtuigd, dat in de
Geref. Kerken inzonderheid "beden wordt
voor den arbeid der Zenclin welke uit
gaat van die Kerken zelve, maar dat daar
bij het werk der „Zending" in het algemeen
niet vergeten wordt.
En wanneer in die kerken gebeden wordt
voor allen arbeid in Gods Koninkrijk, dan
is daarbij zeker niet uitgesloten het werk
van de Chr. Geref. Jeugdorganisaties, om
ons ditmaal tot deze alleen te bepalen.
Wanneer men zich plaatst op streng
„kerkelijk" standpunt en de eigen kerk
houdt voor de „ware kerk", dan wordt daar
mede toch niet bedoeld, dat God Zijn zegen
onthouden zal over allen arbeid, die' van
andere Kerkformaties uitgaat.
Wij gelooven, dat God in Zijn barmhar
tigheid ondanks veel verkeerds in een
kerkelijke organisatie, zegenen wil don ar
beid van hen, die in die organisatie opko
men voor de majesteit van Gods Woord.
Aan de ééne zijde houden wij streng vast.
dat ieder schuldig is zich bij de „ware"
kerk te voegen, en dat ieder zich terdege
rekenschap heeft te geven, waarom hij zich
door belijdenis aan een bepaalde kerkfor-
matie als lid in volle rechten verbindt.
Doch anderzijds gelooven wij evenzeer,
dat God in Zijn barmhartigheid Zijn zegen
wil geven over allen arbeid, die verricht
wordt tot de eere van Zijn Naam en tot
de komst van Zijn Koninkrijk.
Zelfs ons op „kerkelijk-Gereformeerd"
standpunt stellend, zouden wij de door Ds.
Schilder gewraakte woorden voor onze
rekening durven nemen. Veel minder mee-
nen wij dus its te mogen terugnemen, nu
wij met oi ad een interkerkelijk stand
punt innei
Trouwens, ook de Kerkeraad der Geref.
Kerk te Utrecht bleek heel wat ruimer van
opvatting te zijn dan Ds. Schilder. Immers,
deze Kerkeraad stelde voor dien Bondsdag
een zijner kerkgebouwen beschikbaar, aan
gezien het eigen kerkgebouw der Chr.
Geref. Kerk te kjein was voor deze bonds
vergadering.
En de Ned. Bond van J.V. op Geref
Grondslag had een afgevaardigde gezon
den, die den gelukwensch van dezen bond
overbracht aan de jubileerende organisatie.
En in het orgaan van dezen bond lezen
wij: „De ontwikkeling van het kerkelijk
leven in ons vaderland is onder de leiding
Gods zóó geweest, dat in Christelijk-Gere-
formeerde kringen de noodzakelijkheid
werd gevoeld van eigen jeugdvereeni-
gingen.
Wij kunnen zulks billijken, ook al had
den wij liever gezien, dat in de Gerefor
meerde Jeugdbeweging practisch de
heid van de Gereformeerde richting zich
getoond had.
De broeders, die de leiding hadden te ge
ven, hebben zich in getrouwheid aan dit
taak gegeven en ook hier is gebleken, dat
met kleine kracht iets groots kon worden
tot stand gebracht.
God de Heere moge in de toekomst dezen
Bond de genade geven, dat hij zich met de
zelfde trouw en dezelfde liefde mag blijven
geven aan zijn taak".
Dat is geheel andere taal, dan die van
Ds. Schilder en hij zal ze wel niet onweer
sproken laten.
Maar eerlijk gezegd, moet het ons vaak
leed doen, dat een man als Ds. Schilder
zijn aangeboren scherpzinnigheid week aan
ueek, althans zoo zien wij het, misbruikt
in zijn permanenten krijg met de Christe-
lijk-Gereformeerde vrienden. Bekeerlin
gen worden er zeker niet door gemaakt, er
overigens ligt er zooveel ander terrein
braak. Maar elk heeft zijn hobby. Had Ds.
Schilder ons niet zulk onbillijk verwijt ge-
DE OFFICIEELE OPENING VAN DE
KOUDEKERKSCHE ET'^G
REDE VAN DEN BURGEMEESTER
VERSCHILLENDE TOESPRAKEN
De onrust die wel ndert, uitwendig, maar
dan tooh inwendig de vredelievende harten
van de inwoners van Koudekerk en Hazers-
woude, voorzoover deze laats ten aan den
Hoogen Rijndijk wonen, gedurende gerui-
men tijd in beroering heeft gehóuden, en met
reden, is thans geheel weggenomen. We
hebben vroeger reeds meermalen uitvoerig
uiteengezet, waarin deze onrust heeft be
staan, zoodat het weinig zin heeft hier thans
weer uitvoerig op terug te komen. De voor
naamste feiten voor den eenvoudigen inwo
ner van de beide plaatsen aan weerszijden
van den Rijn zijn, dat er een nieuwe, zen-
moderne brug tot. stand is gekomen en ti
er geen bruggeld meer behoeft te word*
hertaald, waarmede voorgoed de weinig aan
trekkelijke sporen van vroeger tijden zija
uitgewischt.
Gisteimiddag bad in tegenwoordigheid van
tal van autoriteiten de officieel e opening
van de nieuwe Koudekerksohe brug plaats
Onder de aanwezigen merkten we o.a. op
do waarnemend Commissaris van de Ko
ningin in deze provincie Jhr. Mr. L. E. M.
von Fisonne, eenige leden van Ged. Staten,
w.o. de heer H. van Boeyen, die in het bij
zonder de leiding wan deze zaak in handen
heeft gehad, de heer Kempers, hoofd-inge-
nieur van de Provinciale Waterstaat, ver
tegen woordigei" van den Minister van Wa
terstaat, de Hoofdambtenaar ter Provinci
ale Griffie, de burgemeester van Leidon en
wethouder Goslinga van Leidende direc
teur van de Stedelijke Lichtfabrieken te
Leiden, de Dijkgraaf van Rijnland, Mr.
Pijnacker Hordijk, de heeren ten Cate
Brouwer en P. Boot Sr., resp. voorzitter en
onder-voorzitter van de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor Rijnland, Burge
meester en Wethouders van de Gemeenten
Hftzcrswoude en Koitdekerk, vertegenwooi-
digers van de colleges van B. en W. uit de
gemeenten Alphen a.d. Rijn en Leiderdorp
Ingenieurs en ambtenaren van den Prov
Waterstaat, aannemers en opzichters e.»
Toen te drie uur het gezelschap zich op
de oprij naar de brug had vereenigd terwijl
de politie aan weerszijden een dichte haag
van menschen tegenhield, de brug al te zeei
te naderen voordat zij officieel geopend
was, werd in de eerste plaats het woord ge
voerd door de-n burgemeester van Koude
kerk, den heer Quint, die ongeveer als volgt
sprak:
Toespraak van den Burgemeester.
Mijnheer de Waarnemend Commis
saris der Koningin, en verdere
aanwezigen,
Het is mij een voorrecht, U namens de
Gemeentebesturen van Hazerswoude en Kou
dekerk, hier van harte welkom te heeten.
In het bijzonder moge ik verwelkomen den
vertegenwoordiger van den Minister van
Waterstaat, de aanwezige leden van Ged.
Staten on de vertegenwoordigers van de
Gemeenten Ledden, Alphen a.d. Rijn en
Leiderdorp.
Wij zijn verheugd, dat zoovelen aan de
uitnoodiging om hier tegenwoordig te zijn,
gevolg hebben willen geven.
Niet alleen voor Uwe tegenwoordigheid,
mijnheer de Waarnemend Commissaris
moet ik U danken, doch ook zeker voor het
feit, dat U zich bereid verklaardet straks de
nieuwe brug officieel voor het verkeer te
land open te stellen.
De dag van heden is in meer dan één
opzicht van groote beteekenis voor de toe
komst.
In de eerste plaats omdat de ouderwet-
sche, aan vele euvels mank gaande over
brugging heeft plaats gemaakt voor een
brug, welke aan alle moderne eischen van
het land- en scheepvaartverkeer voldoet; een
ferit, vooral voor het toerisme van groot be
lang.
Doch een tweede heugelijk feit mogen we
heden beleven, n.l. het verdwijnen van den
middeleeuwschem brugtol. Niemand had kun
nen denken, dat reeds bij de opening der
nieuwe brug deze verkeersbelemmering ver
dwenen zou zijn.
In de derde plaats wil ik dankend gewa
gen van het betrekken van de Koudekerk
sohe brug binnen de belangenkring van het
Provinciaal Bestuur.
Zonder jaarlijks tcragkcerende hulp van
de Provincie haddon beide gemeenten zich
niet mot onderhoud en bediening kunnen
belasten.
Het is Mijne Heeren, de derde brug die
op deze plaats verrijst. Vergun mij, dat ik
even een terugblik sla in het verleden.
Vóór 1838 werd hot verkeer tusschen de
beide Rijnoevers onderhouden door een veer,
steunende op het heerlijk recht van veer.
Hoelang dit veer er geweest is, kan niemand
zeggen, omdat de oorspronkelijke titels tij
dens het tijdperk van Napoleon moesten
worden ingeleverd en dus waarschijnlijk in
een Fransoh archief zijn verzeild geraakt.
Wel is gebleken dat het reeds in 1663 be
stond, in welk jaar het behoorde aan den
heer van Poelgeest en den heer Baron van
Wassenaer, heer van Warrnondt enz., ter
wijl het veerrecht in 1812 behoorde aan
vrouwe van Koudekerk en den heer van
Hazerswoude.
De behoefte aan een betere verbinding tus
schen beide Gemeenten werd steeds groo-
t.er en in 1829 besloten de Burgemeesters een
inschrijving voor het benoodigde kapitaal
te hpuden. Zeven jaren heeft het geduurd,
eer de benoodigde som van 9000,— bijeen
was en toen dit bedrag in 1838 aan den
heer van Hazerswoude werd aangeboden
de vrouwe van Koudekerk had in dat jaar
afstand van haar rechten gedaan vroeg
en verkreeg deze octrooi voor het leggen
van een brug en het heffen van bruggeld.
Reeds na 2 jaren loste de heer van Ha
zerswoude dc hem voorgeschoten som af.
De tioory a-art wijd te van de brug was zeer
gering en in 1876 werd deze met steun van
et Hoogheemraadschap Rijnland vernieuwd
verbreed. Nadat gebleken was dat de
-meenten Hazerswoude en Koudekerk niet
bereid waren de brug te lcoopen, ging ze in
daan, zoo hadden wij hem rustig aan zijn
liefhebberij-werk gelaten. En inmiddels
hadden wij ons werk van bij elkaar te hou
den, wat volgens de groote levens
beginselen kan, voortgezet.
1901 in eigendom over aan 'den heer de
Graaff.
En genaderd zijnde tot wat ik zöu kunnen
noemen „de nieuwe geschiedenis" kan ik
kort zijn.
Het is U allen bekend, dat Gedeputeerde
Staten oorspronkelijk van meening waren,
dat de brug in hoofdzaak plaatselijke be
langen diende. Dank zij talrijke klachten
over den toestand der brug en over de wijze
van bediening, hebben Ged. Staten deze zaak
nog eens nader bezien en ten slotte is, be
houdens e-en gemeentelijke bijdrage van
7000.op kosten der Provincie dit schoone
bouwwerk hier verrezen.
Te voren hadden de beide gemeenten een
publiekrechtelijk huwelijk aangegaan, be
doelende de brug, na opheffing van den tol
en behoudens den steun van de Provincie,
tezamen te doen onderhouden en bedienen.
Om redenen van praotischen aard werd
het juister geoordeeld, om met inachtne
ming der gestelde huwelijksvoorwaarden
één gemeente met de zorg te belasten en
Koudekerk viel de eer te beurt de ouderlijke
macht te mogen uitoefenen.
Zooals ook in het Burgerlijk huwelijk
meermalen valt waar te nemen, hebben de
financiën onlangs voor een oogenblik ook
dit huwelijksleven verstoord, doch do echte
lieden zijn nog van den ouderwetschen
stempel en zochten geen scheiding, doch een
oplossing, welke dan ook verkregen is.
En zij zijn tevens besloten om op den
ouden voet door te gaan. Beide Besturen
ontveinzen zich niet, dat zoowel onderhoud
en bediening als het offer, gebracht voor
de opheffing van den tol, beteekent een aan
zienlijke vermeerdering van lasten, doch zij
mochten niet achterblijven, toen Rijk en
Provincie door het verleenen van bijdragen
hun belangstelling toonden.
Met den bouw van deze brug werd vóór
ruim een jaar aangevangen; de buitenge
woon lange en strenge winter heeft een
vertraging van meer dan. twee maanden
veroorzaakt. -
Overigens mag men tevreden zijn over
den gang van zaken; geen enkel ongeval
heeft er plaats gehad, hetgeen gezien den
aard van het werk, merkwaardig mag ge
noemd worden.
De twee stijlen, die de balans dragen,
heeft bijna niemand zien verrijzen, daar men
genoodzaakt is geweest deze des nachts te
stellen.
Thans zou ik den heer waarnemend Com
missaris der Koningin willen verzoeken over
te gaan tot de officieeJe opening van dc
brug.
Toespraak van den heer von Fisenne
Alvorens aan dit verzoek te voldoen, zeide
de heer Von Fisenne, dat deze dag voor het
Prov. bestuur een dag van groote blijdschap
is. Er is heel wat aan het tot stand komen
van de brug vooraf gegaan, maar dat alles
is niet voor niets geweest De beide gemeen
ten kunnen er thans het resultaat van aan
schouwen. Deze brug is een bewijs, dat men
de moed niet zoo gauw moet laten zakken,
dat al wordt men het aanvankelijk niet
eens en al schijnt het dat men niet tot elkaar
kan komen er toch goede resultaten te be
reiken zijn. Spr. dankt allen die tot het tot
stand komen van de brug hebben medege
werkt, speciaal liet lid van Ged. Staten, den
heer van Boeyen en de ambtenaren ter
Prov. Griffie en Waterstaat. Tonslotte merkt
Spr. op, dat deze brug weliswaar een mooi
werk is maar dat er toch nog verschillende
dingen in deze omgeving blijven, die verbe
tering behoeven, zooals b.v. de wegen, op
een waarvan ook nog een tol voorkomt Het
is zaak dat de publiekrechterlijke lichamen
al hun medewerking verleenen om in die
dingen verbetering te brengen. Spr. besluit
met den wensch, dat deze brug mede zal
werken tot het bevorderen van de welvaart
in de Rijnstreek.
De heer Von Fisenne verrichtte daarna do
plechtigheid van liet doorknippen van het
lint, waarna ook de brug werd neergelaten.
Burgemeester Quint beantwoordde de rede
van den waarnemend Commissaris als volgt:
De burgemeester spreekt weer.
Nu Mijnheer de waarnemend Commissaris,
de nieuwe brug voor het verkeer is geopend,
en de beide Rijnoevers weer verbonden zijn,
wil ik namens de Gemeentebesturen van
Hazerswoude en Koudekerk gaarne verkla
ren, dat de brug, ons door U overgedragen,
in dank wordt aanvaard.
Allen die ook maar eenigermate belang
hebben bij een goed geregeld verkeerswe
zen, (en wie zijn dat niet in onzen in het
teeken van verkeer staanden tijd!) onder
steunen gaarne dien dank, hetzij zij vormen
het lokaal- clan wel het interlokaal verkeer.
ITet Provinciaal Bestuur komt een woord
van lof toe voor de royale wijze, waarop
hot dit werk heeft doen uitvoeren.
De beide aanneemsters, dc firma Van der
Velden en de Jong en de firma Frans Smul
ders hebben eer van hun werk.
Voorts past mij een woord van dank aan
de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rijnland te Leiden, welke de pogingen
van het Gemeentebestuur, om de belang
stelling van het Provinciaal Bestuur te ver
krijgen, steunde.
Ook door de zorg van genoemde Kamer
van Koophandel verkreeg de Gemeente van
de Stedelijke liohtfabrieken te Leiden, van
de N.V. Scheepsbouw en Reparatiewerf „De
Hoop" v.h. Gebrs. Boot en van de N.V. Ko
ninklijke Nederl. Grofsmederij, een bijdrage
Ook de gemeente Leiden en de directeuren
der genoemde Vennootschappen zij daarvoor
een woord van dank gebracht.
Voorts gedenk ik gaarne de aangename
samenwerking, welke dezerzijds werd on
dervonden met den heer Eerstaanwezend
Ingenieur Veth en den heer Ingenieur Roos,
dje aan het ontwerp veel zorg hebben be
steed. Zooals men weet, is de heer Van der
Wal, hoofdingenieur, eerst later opgetreden.
Ook den heer Veenenbos mijn vriendelij
ken dank voor den getoonden goeden wil tot
samenwerking, evenals den heer Lebbing,
diens assistent Hoewel de heer Manders
geen rechtstreeks toezicht op den brugbouw
werd opgedragen, ben ik dikwijls met hem
in aanraking gerweest en het is mij een be
hoefte ook hem dank te zeggen voor de zeer
vlotte samenwerking.
En verder allen, die op eenigerlei wijze
hebben' medegewerkt om dit werk tot stand
te brengen, onzen erkentelijken dank.
Over eenige oogenblïkken zal U blijken
hoe druk reeds het lokaal veTkeer gebruik
maakt van de brug; reecis wacht een lange
file van rij- en voertuigen met ongeduld het
einde dezer officieele handeling.
•Wij verzekeren U gaarne dat we schen
kers en geschenk nimmer .zullen vergeten
en de brug altijd zullen zien in het vrien
delijk aureool van dezen dag.
En daarna moge ik alle genoodigden en
de heeren van de Pers, die ik ook gaarne
welkom heet, verzoeken ons te volgen naar
de bovenzaal van Hotel de Bruin.
En thans: de brug is open, weg met dè
Ponten!!!
De opening was hiermede verricht en na
dat de autoriteiten de brug hadden betre
den werd zij voor het publiek open gesteld.
De Koudekerksohe Harmonie „Kunst na
Arbeid" speelde het Wilhelmus.
Een optocht van versierde voertuigen van
allerlei vorm tot autopeds en miniatuur-
fietsjes toe weidde de brug in en reeds da
delijk heerschte er een godrang van jewel
ste.
De dorpelingen toonden zich zeer ingeno
men met him nieuwe bezit en maakten van
dezen dag een ware feestdag, waarbij de
muziek de stemming er goed inhield.
Verschillende toespraken.
De officieele personen waren intusschen
weer naar de bovenzaal van het Hotel van
de Bruin gegaan, waar nog verschillende toe
spraken werden gehouden. Burgemeester
Quint bracht een dronk uit op het Provin
ciaal Bestuur en de heer Von Fisenne op
de beide gemeentebesturen.
De burgemeester van Hazerswoude, de
heer van der Meulen roemde de uitnemende
leiding van Ged. Staten, speciaal van den
heer Van Boeven, die al de moeilijkheden,
waarop de onderhandelingen telkens stuit
ten uit den weg wist te ruimen, zoodat de
brug ondanks veel, toch tot stand is kun
nen komen. Spr. wees verder op de opmer
king van den heer Von Fisenne, dat er nog
meerdere zaken op onderhandeling wachten
en blijkbaar had hij daarmede o.a. ook op
het oog de tol op de Gemeene-weg. Spr.
twijfelt er niet aan of ook wat die tol be
treft zal er een goede oplossing worden ge
vonden.
De heer ten Cate Brouwer, voorzitter van
de Kamer van Koophandel voor Rijnland,
wees er op, dat deze brug niet alleen belang
heeft voor de beide aanliggende plaatsen,
maar dat ook de gemeente Leiden cn de
geheele Rijnstreek er groot voordeel van
hebben. Spr. wees er voorts op, dat de K. v.
K. zich steeds daadwerkelijk voor deze zaak
■hoeft geïnteresseerd en dat aan haar
schen ruimschoots is tegemoet gekomen.
Alleen had de Kamer de doorvaartbreedte
gaarne inplaats van 10 op 12 M. zien ge-
braoht. De brug zal voor de industrialisee-
rinig van de gemeente Koudekerk, waarin
spr. de toekomst ziet van deze gemeente,
ook van zeer groot voordeel blijken te zijn.
Er is in Leiden een commissie in het leven
geroepen onder voorzitterschap van
burgemeester, die ten doel heeft te onder
zoeken op welke wijze de nijverheid in
zé streek het best kan worden gediend. Spr.
hoopt, dat ook Koudekerk de pogingen
deze commissie zooveel mogelijk zal steu-
Tenslotte voerde nog het woord de heer
Salverda, gemeente-secretaris van Alphen
a d. Rijn, die namens het bestuur van deze
gemeente, Koudekerk en Hazerswoude met de
brug feliciteerde. Alphen is er wel een beetje
jaloersch op, maar dat is geen reden om n'
desondanks de betrokken gemeentebestui
hartelijk geluk te wer.schen. Spr. hoopt, dat
deze nieuwe brug de welvaart in de Rijnstreek
zeer ten goede zal komen.
Gemengd Nieuws.
ALASTRIM IN GELDERLAND.
Te Herveld in de Betuwe is een geval van
alastrim geconstateerd.
Ook te Apeldoorn heeft zich een geval van
alastrim voorgedaan, n.l. een onderwijzeres,
die na een bezoek aan Rotterdam de ziekce
kreeg. Zjj is terstond in de barak van het zie
kenhuis opgenomen. Het ziektegeval heeft tot
nog toe een goedaardig verloop.
Door het gemeentebestuur zijn in overleg
met de gezondheidscommissie den schoolarts
en de gemeentegeneesheeren alle voo—' ~rgs-
maatregelen genomen.
VERDRONKEN.
Te Aalsmeer sloeg de 6-jarige Fr. KI. uit
Haarlem, toen hij met vijf kameraadjes in
een roeiboot aan het varen was, over boord.
Het ventje zonk onmiddellijk en wev! na
eenigen tijd levenloos opgehaald.
HOLLENDE PAARDEN.
Te Ten Boer (Gr.) zouden twee landbouwers
zonen zich met een wagen, bespannen met
twee paarden, naar het land begeven. Plotse
ling sloegen de paarden op hol, met het ge
volg, dat de eene zoon op den grond terecht
kwam en de ander met den wagen in de vaart.
Beiden kwamen er goed af, maar de paarden
lit ten er het leven bijhet eene brak den nek
fi het andere is gestikt in het slijk.
REDDER BELOOND.
Aan den bakkersknecht E. C. Nederveld
te Nieuw-Vennep is uitgereikt door tus-
schenkomst van den burgemeester een gel-
lelijke belooning van het Carnegiie-fonds te
s-Gravenhage wegens het redden van een
4-jarig kind midden in de diepe Hoofd-
■aart vaar de Haarlemmermeer, dat met
kunstmatige ademhaling moest worden bij
gemaakt
SPEEL NIET MET VUUR!
Te Nieuwer-Amstel geraakte een 6-jarig
jongetje in brand, doordat hij met lucifers
speelde. Het ventje kreeg zoodanige brand
wonden, dat bet in een ziekenhuis moest
worden opgenomen.
Rivierberichten.
ROTTERDAM: Telegraaf 10 en CO, st. ;^Hol-
Baden 7. Weruer; Herni, Kirang; Osu 13. Zadow
Brodertrouw. de Itooyen Charlois 11, Oosterwljk
Sophia. Zaal; Marie Leonie. Lonkhuizen. Abcyr.
Helleboseh.
AMSTERDAM- Tijdstroom, st; 4 Gebroeders,
DORDRECHT:
ZOUTKAMP: Op hoop van zegen, de Leew
GORINCHEM: St. Antonius, st.
"WASPIK: Rlanco, Verhulst.
LEEUWARDEN: Hollandla, Groenhof.
KIrttner Stella Marls. Vermeulen; Llberté, We
Stad Lier, Janse; Ba vier, Stroelc.
BELGIE: de st. Onderneming; Jannetje Adrla
Dei
iel Jui
d Plu i
12,
Uit Oost-lndie.
EEN GROOTE BRAND.
PADANG, 20 Aug. (Aneta). In den afge-
loopen nacht omstreeks half 12 brak een
brand uit in een blok te Petak op Pasar
Miskin te Padang. Het geheele blok, be
staande uit ongeveer 30 pintoes brandde af.
Eveneens was zulks het geval met een stee-
3n woning van een Chinees.
Door het optreden van de brandweer
werd verdere uitbreiding voorkomen.
De oorzaak is vermoedelijk te wijten aan
ivoorzichtigheid.
EEN ERNSTIG AUTO-ONGELUK.
DJOKJAKARTA, 20 Aug. (Aneta). Een
auto, welke schoolkinderen van de onderne
ming Djokja Wart is vervoerde, reed voor
het huis van den wedana van Kalasan een
inlandsche vrouw aan, die plotseling den
'eg overtsak. Zij werd zeer ernstig gewond.
Door de aanrijding reed de auto tegen een
boom en kwam daarna in een warong te
recht, met 't gevolg, dat twee inlandsche
kinderen werden gedood en drie inlandsche
kinderen gèwond. De kinderen in dc auto
bleven ongedeerd en kwamen met den
schrik vrij. De chauffeur werd gearresteerd.
Land- en Tuinbouw.
HET HONIGGEWIN.
Uit Groningen wordt gemeld:
De korven bijen zijn nu door de imkers
naar de heidevelden van Groningen en Dren
the gebracht, doch het blijkt, dat door den
strengen winter en het dorre voorjaar de
heide weinig voor de bijen zal geven, zo
an honig er gering is.
DE SPREEUW EN DE RUPS.
De spreeuw wordt door den boomgaarde
nier scheel aangezien, en ongetwijfeld ver
nield deze vogel ook heel wat vruchten.
Echter, goed doen kan de spreeuw ook nog
wel, wat blijkt uit een brief uit Amerongen
aan den Plantenziektenkundigen Dienst te
Wageningen:
„Tengevolge van het gunstige droge i
voor erwten heeft mijn buurman zijn oogst
kunnen binnen halen en zooals ik venvacht-
te, lagen er tienduizenden rupsen op het
veld, want men kon geen voet zetten zonder
op rupsen te trappen en spoedden velen de
zer zich natuurlijk naar de tabak. Daar aan
wegvangen niet te denken was. besloot ik
om 's morgens op uw advies, een strook ta
bak langs de grens van mijn land met Pa-
rijsch groen te besproeien.
Wat ik echter nog nimmer in de tabak
waargenomen heb, zag ik heden.
U zult die reusachtige zwermen wel
gezien hebben; als ze overtrekken valt er
een schaduw op 't land. Aan zoo'n zwerm
zitten toch meer dan duizend spreeuwen.
Zoo'n zwerm nu kwam van 't Zuiden hier
heen ik denk van de uiterwaarden of uit
boomgaarden zette zich op het erwten-
land, liep, sprong en vloog door de tabak en
toen ze na verloop van een half uur weg
trokken, bleek ons dat er geen enkele rups
moer te vinden was."
ven. Otjens; Maas, Kronei
d Donk; Anna, Verschuren; Gauthler, Greha
icns, Otten VIto, de Vries; Gadang. Keyzer
waarts. Ever; Phen. Rhenan 12, Van Koe-
g-n; Naval, van Kerkhoven; Geertje. Hol-
lcbrandse; Madeleie, v. d. Met
■elvoi
Adel
LOBITH, 20 Augustus.
Gepasseerd en bestemd voor:
ROTTERDAM: de stoomschepen- Eacaut
Buffon, Asa, Vara, Modi, Escaut i, Klhj, Alba
tros, Tireur, Zaanland, Govert, Worms, Agruird,
(Cornells Adrianus, Victoria, Nanny, Arto,
Meurthe, Speculant; Man-nhe'm 39 Hoifinan;
Rijntrans 9, Ross; An ca, Ele'tld; Favorite, v.
Veen; St Jan, eters; AppolonK 2, Ktiole; Ida,
Amiedang; Wllana, Aua 3em Knhmcn; Jle.'r-
rich, WeigarcHt; Thea Eduard, Lcunis; Jata,
Geervliet; Marokko, v. "Wijk; Chef Lambeaux,
ten Kate; Willi Paul, Joosten; Johannes, Rut
ten; Bigen, Wlemann; Maasstad, Albert; Sang-
koe, Hilberink; Wilis', Klrdof; a Willem 3; s.
Llmburgia; e. Bosch 2; a Beta; s. Pro et
Contra; s. Condor; s. Marie; s. Taurus; a Hen
drik; a Eduard; Verandering, v. Dam; "t Is
nlot anders, v. Dam; s. Rijn/.eevaart 2; s. Paul;
a Löhongrin: s. Roelfina; s. Dörtelmann 1; s.
Raab Ivarcher 11; Pax, Veenma; D.A.P.G. 2,
Schreek; m.s. Merkur; Emma, Woerkom; Ri
val, Steenstra; Blnchen Sophie, Ziegler; Brlt-
tannda, Anetatt; Raab Karcher 9, Brlen; Raab
Karcher 44, Castummel; RUnzeevaart 2. Zeib;
Jan, Thaelens; m.s. Albatros: Alt enk of, Dom-
mershausen; Roma, Bruynlncke; JUTFAAS:
Johanna Sophia, Schot; SLUISKIL: W. v. Driel
47, de Bruin; Deo Juvante, Adrlaansen; Petro-
nella, v. Eycken; AMSTERDAM: Verwisseling,
Booy: Speculant. Roukema; Baden 2, Gries;
Hendrika, v. Wijngaarden; a Harderwijk;
Ideaal, Oudakker; Binnenvaart 29, Lagerward;
Trebota, GreweklingerWences'.aus, Logt;
PUTTERSHOEK: Jansje. Brecvoord; APEL
DOORN: Zwerver, Meijer; UTRECHT: Johan
na, v. d. Graaf; BREDA: Prudent ia. Muller;
DELFT: Succes, v. d. Graaf; DUIVEN-
DRECHT: Katharlna, Wltt; ZWOLLE: Rival,
Padding; Aimie, Dehne; MASTENBROEK:
Eendracht, Stoler; ZWAMMERDAM: Twee
Gebroeders, Kranenburg; LEIDEN: Rust Roest,
Schaart; SCHIEDAM: En Avant, Jut; Explo
rer, Haasjes; BUDEL: Emden, Kopp; DOR
DRECHT: ParcifaJ, Breuer; Greta, Joosten;
Eben Haezer, v. Eek; JAC. KLASSENSLUIS:
St. Josef. Gerlach; MEDEMBLIK: Edgar Edel-
trud, Llpp; BRIELLE: Oosterschelde. Domenle;
LEMMER: Rival, Jut; Franciska, Schot; HAR-
LINGEN: Geertrulda, Roeberding; STEEN
BERGEN: Emanuel, de Vries; ARNHEM:
Asteroth 5, Haclt; ZUID LAND: Time la Mony,
Visser; 's-GRAVENDEELTrijntje, de Boom;
MALBURGEN: AUda Grada, de Beijer; DEN
BOSCH: Res Nova, de Ble; DE STEEG: Ysel
5, Arts; HEKELINGEN: Zuid-Holland, Pie-
terse-, DEN .HAAG: Nero, de Loot; WISSE-
KÉRKE: Dependant, de Waal; OVERSCHIE:
Spldo, Jeurlssen; DIEMERBRUG: Wie weet
de weg, Rook; OESTERPUT: Chrijo. Versluis;
FORT U"ITERMEERSt Antonius, Bosman;
KATTBNDIJKE: Altena, Cornet; WASPIK:
Thescor, Oome; HALFWEG: Drie Gebroeders,
v. d Ham; SOMMELSDIJK: Vertrouwen, v. d.
Doel; ZWAMMERDAM: Hendrlka, Maria, Bot;
M1LLINGEN: St. Antonius. v. d. Heuvel; TER-
NEUZEN: Robert, Bell; DOESBURG: Neptun
22, HelneckeVertrouwen, Gombert; OOSTER
HOUT: Geertrulda Elisabeth, win Steen;
EINDHOVEN: Agnes, Moll; NIJMEGEN:
Damco 12, van Gennep; KATWIJK ZEE: Twee
Gebroeders, van Gelderen; MUIDEN: Theo.
van Meegen; VEGHEL: Twee Gebroeders,
Fernhout; KOOG A/D ZAAN: Jadi, Hoogen-
dijk; VLAARDINGBN: Binnenvaart 30. Lager
waard; LOENEN A/D VECHT: Ludwlg. Vor-
rieter; GORINCHEM: Johanna Elise, o.lbert;
LONDEN: Inlsulva, Wolley;
STETTIN: s. Phoebus;
ALTON A: s. Rea:
BELGIE: Nlbuleuse, Heyberg; Andromede,
Maas; Jeannette, v. d. Heuvel; Tahiti, Mathey;
CILmax, HilleboschLeo 13. Kaufer; Nova, de
Boer; Mac.hlensteen 14, Felter; Virginia, de
Goede; Wilskracht, Schepper; Johanna Adrians.
Vermeulen; Cosmopolite, Assenberg; Neitoot
Meyer; Lda, de Baar; Marguerite, v. Gent;
Adeline, Vispoel; Hoofzoon 1, Smits; Irene, Go-
vaert; Preference 7, Kosteloyns; Radium, En
gels; Jean Bapüste, de Heel; Malalo, v. Regen-
mortel; Leonie, Huyssen; Anna Allda, Bonnis;
Raymond, v. Veen; Maurits. Maes.
DUITSCHLAND: Helena. Slok; Dlejo, Schot;
Gelderland 2, Hönig; Wijkdienst 8, Staal; Gerar-
dus. Gerritsen; Hortense. Simon; Pax. v. Megen;
Tilly, v. Lent: Johanna. Stegens; st. Johannes 2;
st. Stlnnes 19; st. Katwijk; St. Stlnnos 12; st
KJeinwyk; Mars. Gerritse; Baden 42. Ross;
Mannheim 140, Rapp; Mannheim 142. Gerbers;
Mannheim IS, LIth; Annie. Geutjes; st. Ideaal;
st. Kara; st. Rijnzeevnnrt 1; Rijnzeevaart 13,
Koeltor; Pax. Verschuren; Fahrwehl, Krapp;
Kanaalvaart I. Weiss; Elisabeth. Meeuwsen,
Whustler. de Vrles; Curn, Nortler; Borussin.
Leunis; Allemannia, Blom; Alsatla, Smit; st
Eendracht: st. Koblenz; st. Moselle; st. Gerhard:
st. Utgart; st. Flat 4; st. Johanna; st. Credo; st
August; Adriana. Troost; Cornelia. Muller; Stln
nes 12, Scheib; Stad Straatsburg. Ryquaert; Jo
hanna de Gruyter, Bruckchen; Neptun, Gerhard;
Theodorus Johan, Vos; RUnzeevaart 10. Hart
suiker; Seam 1. Keller; R. Karcher 47. SchOfer
INDISCHE REISBRIEVEN
JE C.E.P. EN DE CHRISTEN BATAKKERS
II.
Met de tweede groep was ik spoediger
{ereed. Hoofdzaak in hun honding was een
liet kunnen begrijpen, waarom toch de
C.E.P. zich met de Bataklanden kwam bc-
aioeicn. Zooals dat heel duidelijk uitkwam
tri een gesprek, dat ik met een der jonge
ren had. „Waarom komt u eigenlijk hier?
Hebben wij u geroepen? Waarom getroost
u zich al die moeite en kosten? U kon toch
veel rustiger reizen, als u zich niet met
onze zaken bemoeide. Nu riskeert u aller
lei verdachtmakingen, houdt besprekingen
met allerlei Batakkers, en waarom? Wij
begrijpen u en de C.E.P. niet. Wat beoogt
ge?" Hier ontbrak de vijandelijkheid, was
•r wel wantrouwen, maar in hoofdzaak ge-
horen uit onkunde betreffende onze bedoe
lingen. Indien hun dus maar werd bijge
bracht, dat de C.E.P. met al deze actie geen
winst voor zichzelf beoogde, wanneer we
maar in staat zijn hun de zuiverheid onzer
bemoeiingen bij te brengen, dan was d«
kans groot, dat we hun wantrouwen kon
den wegnemen. Vooral moest hun heel dui
delijk gemaakt, dat er geen financieele
vocrdeelen door de C.E.P! werden nage
jaagd! Want dat men iets kan doen gedre
ven door iets anders dan door, winzucht,
gaat er bij velen hunner niet in. Zoo werd
toch in allen ernst de vraag gesteld: „Die
Ml v. Helsdingcn'is voorzitter der C.E.P.,
wat verdient hij er aan? Zijn bemoeienis
sen met de Banier brengen hem zeker ook
geld in het la-adje. Nu ja, de C.E.P. ver
koopt weliswaar de Bataklanden niet aan
het groot-kapitaal, maar zij Is er toch niet
ofkeerig van. Krijgt de C.E.P. misschien
een deel van de winst?"
Men maakte dan ook voor de C.E.P. pro
paganda, zooals ik reeds in mijn vorigen
brief aanhaalde, door te zeggen, dat wie
zich aansloot bij de C.E.P.spoediger dan
anderen bij het Bestuur een plaats kon
krijgen. Op deze personen mankte mijn be
toog betreffende de verhouding van de
C.E.P. en de H.K.B. al dadelijk een goeden
indruk. Want al waren verscheidenen van
deze jongeren ook afkeerig van de actie en
de strijdwijze der H.K.B.hun nationaal
gevoel kan het toch moeilijk verdragen, dat
een naar zij dachten Europeesche politieke
vereeniging die 1I.K.B. naar het leven
stond, wederom naar zij dachten, omdat de
C.E.P. zich vijandig stelde tegenover de
nationale stroomingen. Hieruit blijkt een
groote onkunde. Reeds jaren geleden heeft
de heer Bergmeijer belangrijke stellingen
over die verhouding verdedigd, die een heel
anderen geest ademden, dan der C.E.P. hier
werd toegedicht. Maar hier blijkt weer, hoe
noodig het is dat er in de Bataklanden
goed Hollandsch sprekende leiders komen,
die in staat zijn om het voorhanden Hol
landsch materiaal te verwerken. Toen zij
zogen dat de C.E.P. sympathiek tegenover
de onderscheiden nationale stroomingen
staat, en zelfs bereid zou zijn indien er een
behoorlijk geleide en nobelstrijdende Chris
telijke Balaksehe politieke vereeniging zou
worden opgericht, uit de engere Bataklan
den terug te treden, veranderde hun hou
ding zichtbaar, was er met hen te praten.
En het werd steeds heter, toen we hen wis
ten te overtuigen, dat de C.E.P. geenerlei
winst beoogde, dat alleen zuivere bedoelin
gen hij ons voorzaten, ook hij mij, toen ik
dezen reis aanvaardde. Zij bleken toch ge
lukkig te overtuigen, dat niets anders, dan
waarachtige belangstelling en liefcle tot het
C.hristen-Botakvolk, dat de drang van het
Evangelie en onze Christenroeping ons
dreef om te streven naar een zoo goed mo
gelijke politieke organisatie van de C.hris-
ton-Batakkers. Tk heb goede hoop. dat velen
dier wantrouwigen na de gehouden bespre
kingen hun houding tegenover de C.E.P
reeds hebben of weldra zullen herzien, liet
zal alleen maar zaak zijn, dat in de Batak
landen zelf de pro-C.RP.-ers door onver
antwoordelijk persoonlijk geschrijf en ge-
ageer geen roet in het eten gooien. Maar zij
weten althans was het Hoofdbestuur der
C.E.P. wil, en dat het geen goedkeuring
hecht aan een dergelijke strijdwijze van
verdachtmakingen. Wat de Bataklanden
nog noodig hebben, broodnoodig, d.i. dat zij
hun persoonlijke en familie- en stam-be-
langetjes wat meer op den achtergrond
weten te dringen, dat zij tegen hun volks
zonde van onderlinge verdeeldheid krach
tig strijden, kortom, dat het Christelijk be
ginsel krachtiger in hun volk doorwerke!
De derde groep vernam met vreugde dat
ik een reis door de Bataklanden zou ma
ken met de uitgesproken bedoeling om veel
contact met de Batakkers te zoeken; ja, zij
zagen beu van al het H.K.B.-gedoe
met vreugde de oprichting van meerdere
afdeelingen der C.E.P. tegemoet. Ik denk
neg met groote dankbaarheid aan de af
scheidssamenkomst met de Bataksche Ker
keraad te Weltevreden bij het vertrek van
mijn vrouw, hoe we door hen werden toe
gesproken, toegezongen en toegebeden. Ook
de ontvangst die men mij te Naromonda
bereidde blijft in dankbare herinnering,
evenals de besprekingen, die ik met de af
deelingen te Taroetoeng en Ie Medan hield
en bij mijn terugkeer weer in Balige. Ook
in particuliere gesprekken bleek mij, dat
velen hopen, dat een krachtige C.E.P. in de
Bataklanden zich moge vormen. F,r is
vraag naar propaganda lectuur, naar een
dieper ingeleid worden in de politieke
vraagstukken, bezien vanuit Christelijk
standpunt. Met ontroering denk ik terug
aan de drie in den dienst der Zending ver
grijsde pandita Batak, die al lang gepen
sioneerd, toch zoo begaan waren met het
lot van hun gekerstend volk, dat ze mij
absoluut wilden spreken en bij mij aan
drongen op een zoo mogelijk wettelijke
voorziening tegen verschillende gevaren
die het volk bedreigden, n.l. het bioscoop
gevaar, de indringing van de Islam o.m.
door Gouvernementsambtenaren, en niet
het minst de krachtige propaganda van
de opera-Batnk, die allerlei oud-heidensche
gebruiken cn gewoonten en liedjes van be
denkelijk karakter onder het volk tracht
te brengen.
Ik heb er hen op gewezen, dat de Regee
ring voor het bioscoop-gevaar niet blind
is, dat ze daarom een keuringscommissie
heeft ingesteld, waarin echter niet alleen
enkele Christenen zaten, maar zelfs in
hoofdzaak menschen, die niet een rlerge-
lijken strengen maatstaf aan de films wil
den aanleggpn, als wij wel zouden willen.
Tegenover al deze gevaren waren wette
lijke bepalingen vrijwel machteloos, liet
eenige redmiddel kon alleen zijn een steeds
beter inleven en beleven van het Christen
dom. Ton opzichte van de Islam-propagnn-
da, deelde ik hun mede, dat voor zoover
die was uitgegaan van Moh. onderwijzers,
geplaatst bij openbare onderwijs inrichtin
gen in de Bataklanden, deze inrichtingen
in een Christenland eigenlijk niet op hun
plaats waren, en zij zelf moesten vragen
om een omzetting dier scholen in particu-
liei-e Christelijke, waarvoor desnoods een
aparte Christelijke Schoolvereeniging kon
worden opgericht. Dat denkbeeld vond in
gang!
Uit het bovenstaande blijkt, dat er voor
do C.E.P. in de Bataklanden stellig een
mooie taak te verrichten valt. Vanuit Wel
tevreden zal die beinvloeding echter
slechts in geringe mate mate kunnen
plaats vinden.
Wij zitten hier veel te ver af, zijn boven
dien vrijwel onbekend met de Bataksche
taal. Maar voor alle Christenen in die lan
den is er overvloed van werk, vruchtbaar
en dankbaar werk. Wie zich met de Inlan
ders bezighoudt, zooals ik vroeger aangaf,
door ze in kleine groepen te verzamelen
en met hen te spreken over allerlei onder
werpen, ze aldus meer inleidende in de
Christelijke ethiek, waarvan tenslotte de
politiek een onderdeel is, die zal ervaren
welk een nuttig werk hij verricht. In het
hijzonder denk ik hrir aan de verschillen
de onderwijzers, die aan de onderscheidene
Christelijke scholen werken in dienst der
Zending. Naar ik meen zijn ze blijkens hun
contract verplicht om zoo spoedig mnge-
lijk de Bataksche taal aan te leeren. Met
\<lie kennis gewapend zullen ze leiding
kunnen geven, niet alleen aan Hollandsch-
sr.rekende maar ook aan andere Balak
kers Zoo kan er van hen een machtigen
invloed uitgaan tot vorming van een
gezond Christelijk politiek leven. Ik hoop
zeer, dat velen hunner zich tot. dezen ze
genrijken arbeid geroepen zullen voelen!