WOENSDAG 21 AUGUSTUS 1929 EERSTE BLAD PAG. 3 Kerknieuws. INTERKERKELIJK Het spreekt als vanzelve, dat ons blad als Chr. dagblad een interkerkelijk standpunt inneemt. Wij zijn zelfs blijde, dat wij als Christenen op het gebied der Chr. dagblad pers elkaar over alle kerkelijke muren heen de broederhand kunnen reiken Welnu, gevolg van dit interkerkelijk standpunt was, dat wij met waardeering gewag maakten van het 25-jarig jubileum van den Chr. Geref. Jongel.bond en het uit spraken, dat deze organisatie voor de Chr. Geref. Jongelingschap van zeer grooten ze gen geweest is en onder 's Heeren genadi ge leiding ook voor de toekomst tot rijken zogen gesteld mocht worden. Ds. K. Schilder zogt naar aanleiding hier van in de „Reformatie" van 16 Augustus, dat wij hiermede geen „i n t e r k e r k e- lijk", maar een puur „Christelijk Gereformeerd" standpunt innemen. Ken Chr. Gereformeerde zegt volgens Ds. Schilder: „God heeft onzen bond groot ge maakt". Maar anderen zeggen volgens hem: „georganiseerd misverstand heeft hem groot gemaakt". Een Chr. Gereformeerde, zoo vervolgt Ds. Schilder, zegt: „Wij zullen morgen jubilee- ren". Doch anderen zeggen: „Bekeert u van de legenden en voegt u bij do kerk en bij de Waarheid" (ieder is schuldig, zich bij de ware kerk te voegen, volgens de confessiel. En ten slotte beweert Ds. Schilder, dat wij meegaan met den geest van den tijd, die aldus redeneert: „als misverstand een maal een kerk of partij gemaakt heeft, dan raspecteere men dat eü. gebruike God als approbatie-middel". 'Wat wij hierop hebben te zeggen? Goed „kerkelijk besef" verhindert ons niet dankbaar te erkennen den zegen Gods over andere kerkelijke organi saties. Daarom is het onze vaste overtui ging, dat niet alleen ons „interkerkelijk" standpunt ons veroorlooft met waardeering te spreken over den Chr. Geref. Jongelings- bond, doch dat zelfs een kerkelijk „Gere formeerd" stnndpunt dit niet zou beletten. Wij zijn ervan overtuigd, dat in de Geref. Kerken inzonderheid "beden wordt voor den arbeid der Zenclin welke uit gaat van die Kerken zelve, maar dat daar bij het werk der „Zending" in het algemeen niet vergeten wordt. En wanneer in die kerken gebeden wordt voor allen arbeid in Gods Koninkrijk, dan is daarbij zeker niet uitgesloten het werk van de Chr. Geref. Jeugdorganisaties, om ons ditmaal tot deze alleen te bepalen. Wanneer men zich plaatst op streng „kerkelijk" standpunt en de eigen kerk houdt voor de „ware kerk", dan wordt daar mede toch niet bedoeld, dat God Zijn zegen onthouden zal over allen arbeid, die' van andere Kerkformaties uitgaat. Wij gelooven, dat God in Zijn barmhar tigheid ondanks veel verkeerds in een kerkelijke organisatie, zegenen wil don ar beid van hen, die in die organisatie opko men voor de majesteit van Gods Woord. Aan de ééne zijde houden wij streng vast. dat ieder schuldig is zich bij de „ware" kerk te voegen, en dat ieder zich terdege rekenschap heeft te geven, waarom hij zich door belijdenis aan een bepaalde kerkfor- matie als lid in volle rechten verbindt. Doch anderzijds gelooven wij evenzeer, dat God in Zijn barmhartigheid Zijn zegen wil geven over allen arbeid, die verricht wordt tot de eere van Zijn Naam en tot de komst van Zijn Koninkrijk. Zelfs ons op „kerkelijk-Gereformeerd" standpunt stellend, zouden wij de door Ds. Schilder gewraakte woorden voor onze rekening durven nemen. Veel minder mee- nen wij dus its te mogen terugnemen, nu wij met oi ad een interkerkelijk stand punt innei Trouwens, ook de Kerkeraad der Geref. Kerk te Utrecht bleek heel wat ruimer van opvatting te zijn dan Ds. Schilder. Immers, deze Kerkeraad stelde voor dien Bondsdag een zijner kerkgebouwen beschikbaar, aan gezien het eigen kerkgebouw der Chr. Geref. Kerk te kjein was voor deze bonds vergadering. En de Ned. Bond van J.V. op Geref Grondslag had een afgevaardigde gezon den, die den gelukwensch van dezen bond overbracht aan de jubileerende organisatie. En in het orgaan van dezen bond lezen wij: „De ontwikkeling van het kerkelijk leven in ons vaderland is onder de leiding Gods zóó geweest, dat in Christelijk-Gere- formeerde kringen de noodzakelijkheid werd gevoeld van eigen jeugdvereeni- gingen. Wij kunnen zulks billijken, ook al had den wij liever gezien, dat in de Gerefor meerde Jeugdbeweging practisch de heid van de Gereformeerde richting zich getoond had. De broeders, die de leiding hadden te ge ven, hebben zich in getrouwheid aan dit taak gegeven en ook hier is gebleken, dat met kleine kracht iets groots kon worden tot stand gebracht. God de Heere moge in de toekomst dezen Bond de genade geven, dat hij zich met de zelfde trouw en dezelfde liefde mag blijven geven aan zijn taak". Dat is geheel andere taal, dan die van Ds. Schilder en hij zal ze wel niet onweer sproken laten. Maar eerlijk gezegd, moet het ons vaak leed doen, dat een man als Ds. Schilder zijn aangeboren scherpzinnigheid week aan ueek, althans zoo zien wij het, misbruikt in zijn permanenten krijg met de Christe- lijk-Gereformeerde vrienden. Bekeerlin gen worden er zeker niet door gemaakt, er overigens ligt er zooveel ander terrein braak. Maar elk heeft zijn hobby. Had Ds. Schilder ons niet zulk onbillijk verwijt ge- DE OFFICIEELE OPENING VAN DE KOUDEKERKSCHE ET'^G REDE VAN DEN BURGEMEESTER VERSCHILLENDE TOESPRAKEN De onrust die wel ndert, uitwendig, maar dan tooh inwendig de vredelievende harten van de inwoners van Koudekerk en Hazers- woude, voorzoover deze laats ten aan den Hoogen Rijndijk wonen, gedurende gerui- men tijd in beroering heeft gehóuden, en met reden, is thans geheel weggenomen. We hebben vroeger reeds meermalen uitvoerig uiteengezet, waarin deze onrust heeft be staan, zoodat het weinig zin heeft hier thans weer uitvoerig op terug te komen. De voor naamste feiten voor den eenvoudigen inwo ner van de beide plaatsen aan weerszijden van den Rijn zijn, dat er een nieuwe, zen- moderne brug tot. stand is gekomen en ti er geen bruggeld meer behoeft te word* hertaald, waarmede voorgoed de weinig aan trekkelijke sporen van vroeger tijden zija uitgewischt. Gisteimiddag bad in tegenwoordigheid van tal van autoriteiten de officieel e opening van de nieuwe Koudekerksohe brug plaats Onder de aanwezigen merkten we o.a. op do waarnemend Commissaris van de Ko ningin in deze provincie Jhr. Mr. L. E. M. von Fisonne, eenige leden van Ged. Staten, w.o. de heer H. van Boeyen, die in het bij zonder de leiding wan deze zaak in handen heeft gehad, de heer Kempers, hoofd-inge- nieur van de Provinciale Waterstaat, ver tegen woordigei" van den Minister van Wa terstaat, de Hoofdambtenaar ter Provinci ale Griffie, de burgemeester van Leidon en wethouder Goslinga van Leidende direc teur van de Stedelijke Lichtfabrieken te Leiden, de Dijkgraaf van Rijnland, Mr. Pijnacker Hordijk, de heeren ten Cate Brouwer en P. Boot Sr., resp. voorzitter en onder-voorzitter van de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Rijnland, Burge meester en Wethouders van de Gemeenten Hftzcrswoude en Koitdekerk, vertegenwooi- digers van de colleges van B. en W. uit de gemeenten Alphen a.d. Rijn en Leiderdorp Ingenieurs en ambtenaren van den Prov Waterstaat, aannemers en opzichters e.» Toen te drie uur het gezelschap zich op de oprij naar de brug had vereenigd terwijl de politie aan weerszijden een dichte haag van menschen tegenhield, de brug al te zeei te naderen voordat zij officieel geopend was, werd in de eerste plaats het woord ge voerd door de-n burgemeester van Koude kerk, den heer Quint, die ongeveer als volgt sprak: Toespraak van den Burgemeester. Mijnheer de Waarnemend Commis saris der Koningin, en verdere aanwezigen, Het is mij een voorrecht, U namens de Gemeentebesturen van Hazerswoude en Kou dekerk, hier van harte welkom te heeten. In het bijzonder moge ik verwelkomen den vertegenwoordiger van den Minister van Waterstaat, de aanwezige leden van Ged. Staten on de vertegenwoordigers van de Gemeenten Ledden, Alphen a.d. Rijn en Leiderdorp. Wij zijn verheugd, dat zoovelen aan de uitnoodiging om hier tegenwoordig te zijn, gevolg hebben willen geven. Niet alleen voor Uwe tegenwoordigheid, mijnheer de Waarnemend Commissaris moet ik U danken, doch ook zeker voor het feit, dat U zich bereid verklaardet straks de nieuwe brug officieel voor het verkeer te land open te stellen. De dag van heden is in meer dan één opzicht van groote beteekenis voor de toe komst. In de eerste plaats omdat de ouderwet- sche, aan vele euvels mank gaande over brugging heeft plaats gemaakt voor een brug, welke aan alle moderne eischen van het land- en scheepvaartverkeer voldoet; een ferit, vooral voor het toerisme van groot be lang. Doch een tweede heugelijk feit mogen we heden beleven, n.l. het verdwijnen van den middeleeuwschem brugtol. Niemand had kun nen denken, dat reeds bij de opening der nieuwe brug deze verkeersbelemmering ver dwenen zou zijn. In de derde plaats wil ik dankend gewa gen van het betrekken van de Koudekerk sohe brug binnen de belangenkring van het Provinciaal Bestuur. Zonder jaarlijks tcragkcerende hulp van de Provincie haddon beide gemeenten zich niet mot onderhoud en bediening kunnen belasten. Het is Mijne Heeren, de derde brug die op deze plaats verrijst. Vergun mij, dat ik even een terugblik sla in het verleden. Vóór 1838 werd hot verkeer tusschen de beide Rijnoevers onderhouden door een veer, steunende op het heerlijk recht van veer. Hoelang dit veer er geweest is, kan niemand zeggen, omdat de oorspronkelijke titels tij dens het tijdperk van Napoleon moesten worden ingeleverd en dus waarschijnlijk in een Fransoh archief zijn verzeild geraakt. Wel is gebleken dat het reeds in 1663 be stond, in welk jaar het behoorde aan den heer van Poelgeest en den heer Baron van Wassenaer, heer van Warrnondt enz., ter wijl het veerrecht in 1812 behoorde aan vrouwe van Koudekerk en den heer van Hazerswoude. De behoefte aan een betere verbinding tus schen beide Gemeenten werd steeds groo- t.er en in 1829 besloten de Burgemeesters een inschrijving voor het benoodigde kapitaal te hpuden. Zeven jaren heeft het geduurd, eer de benoodigde som van 9000,— bijeen was en toen dit bedrag in 1838 aan den heer van Hazerswoude werd aangeboden de vrouwe van Koudekerk had in dat jaar afstand van haar rechten gedaan vroeg en verkreeg deze octrooi voor het leggen van een brug en het heffen van bruggeld. Reeds na 2 jaren loste de heer van Ha zerswoude dc hem voorgeschoten som af. De tioory a-art wijd te van de brug was zeer gering en in 1876 werd deze met steun van et Hoogheemraadschap Rijnland vernieuwd verbreed. Nadat gebleken was dat de -meenten Hazerswoude en Koudekerk niet bereid waren de brug te lcoopen, ging ze in daan, zoo hadden wij hem rustig aan zijn liefhebberij-werk gelaten. En inmiddels hadden wij ons werk van bij elkaar te hou den, wat volgens de groote levens beginselen kan, voortgezet. 1901 in eigendom over aan 'den heer de Graaff. En genaderd zijnde tot wat ik zöu kunnen noemen „de nieuwe geschiedenis" kan ik kort zijn. Het is U allen bekend, dat Gedeputeerde Staten oorspronkelijk van meening waren, dat de brug in hoofdzaak plaatselijke be langen diende. Dank zij talrijke klachten over den toestand der brug en over de wijze van bediening, hebben Ged. Staten deze zaak nog eens nader bezien en ten slotte is, be houdens e-en gemeentelijke bijdrage van 7000.op kosten der Provincie dit schoone bouwwerk hier verrezen. Te voren hadden de beide gemeenten een publiekrechtelijk huwelijk aangegaan, be doelende de brug, na opheffing van den tol en behoudens den steun van de Provincie, tezamen te doen onderhouden en bedienen. Om redenen van praotischen aard werd het juister geoordeeld, om met inachtne ming der gestelde huwelijksvoorwaarden één gemeente met de zorg te belasten en Koudekerk viel de eer te beurt de ouderlijke macht te mogen uitoefenen. Zooals ook in het Burgerlijk huwelijk meermalen valt waar te nemen, hebben de financiën onlangs voor een oogenblik ook dit huwelijksleven verstoord, doch do echte lieden zijn nog van den ouderwetschen stempel en zochten geen scheiding, doch een oplossing, welke dan ook verkregen is. En zij zijn tevens besloten om op den ouden voet door te gaan. Beide Besturen ontveinzen zich niet, dat zoowel onderhoud en bediening als het offer, gebracht voor de opheffing van den tol, beteekent een aan zienlijke vermeerdering van lasten, doch zij mochten niet achterblijven, toen Rijk en Provincie door het verleenen van bijdragen hun belangstelling toonden. Met den bouw van deze brug werd vóór ruim een jaar aangevangen; de buitenge woon lange en strenge winter heeft een vertraging van meer dan. twee maanden veroorzaakt. - Overigens mag men tevreden zijn over den gang van zaken; geen enkel ongeval heeft er plaats gehad, hetgeen gezien den aard van het werk, merkwaardig mag ge noemd worden. De twee stijlen, die de balans dragen, heeft bijna niemand zien verrijzen, daar men genoodzaakt is geweest deze des nachts te stellen. Thans zou ik den heer waarnemend Com missaris der Koningin willen verzoeken over te gaan tot de officieeJe opening van dc brug. Toespraak van den heer von Fisenne Alvorens aan dit verzoek te voldoen, zeide de heer Von Fisenne, dat deze dag voor het Prov. bestuur een dag van groote blijdschap is. Er is heel wat aan het tot stand komen van de brug vooraf gegaan, maar dat alles is niet voor niets geweest De beide gemeen ten kunnen er thans het resultaat van aan schouwen. Deze brug is een bewijs, dat men de moed niet zoo gauw moet laten zakken, dat al wordt men het aanvankelijk niet eens en al schijnt het dat men niet tot elkaar kan komen er toch goede resultaten te be reiken zijn. Spr. dankt allen die tot het tot stand komen van de brug hebben medege werkt, speciaal liet lid van Ged. Staten, den heer van Boeyen en de ambtenaren ter Prov. Griffie en Waterstaat. Tonslotte merkt Spr. op, dat deze brug weliswaar een mooi werk is maar dat er toch nog verschillende dingen in deze omgeving blijven, die verbe tering behoeven, zooals b.v. de wegen, op een waarvan ook nog een tol voorkomt Het is zaak dat de publiekrechterlijke lichamen al hun medewerking verleenen om in die dingen verbetering te brengen. Spr. besluit met den wensch, dat deze brug mede zal werken tot het bevorderen van de welvaart in de Rijnstreek. De heer Von Fisenne verrichtte daarna do plechtigheid van liet doorknippen van het lint, waarna ook de brug werd neergelaten. Burgemeester Quint beantwoordde de rede van den waarnemend Commissaris als volgt: De burgemeester spreekt weer. Nu Mijnheer de waarnemend Commissaris, de nieuwe brug voor het verkeer is geopend, en de beide Rijnoevers weer verbonden zijn, wil ik namens de Gemeentebesturen van Hazerswoude en Koudekerk gaarne verkla ren, dat de brug, ons door U overgedragen, in dank wordt aanvaard. Allen die ook maar eenigermate belang hebben bij een goed geregeld verkeerswe zen, (en wie zijn dat niet in onzen in het teeken van verkeer staanden tijd!) onder steunen gaarne dien dank, hetzij zij vormen het lokaal- clan wel het interlokaal verkeer. ITet Provinciaal Bestuur komt een woord van lof toe voor de royale wijze, waarop hot dit werk heeft doen uitvoeren. De beide aanneemsters, dc firma Van der Velden en de Jong en de firma Frans Smul ders hebben eer van hun werk. Voorts past mij een woord van dank aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland te Leiden, welke de pogingen van het Gemeentebestuur, om de belang stelling van het Provinciaal Bestuur te ver krijgen, steunde. Ook door de zorg van genoemde Kamer van Koophandel verkreeg de Gemeente van de Stedelijke liohtfabrieken te Leiden, van de N.V. Scheepsbouw en Reparatiewerf „De Hoop" v.h. Gebrs. Boot en van de N.V. Ko ninklijke Nederl. Grofsmederij, een bijdrage Ook de gemeente Leiden en de directeuren der genoemde Vennootschappen zij daarvoor een woord van dank gebracht. Voorts gedenk ik gaarne de aangename samenwerking, welke dezerzijds werd on dervonden met den heer Eerstaanwezend Ingenieur Veth en den heer Ingenieur Roos, dje aan het ontwerp veel zorg hebben be steed. Zooals men weet, is de heer Van der Wal, hoofdingenieur, eerst later opgetreden. Ook den heer Veenenbos mijn vriendelij ken dank voor den getoonden goeden wil tot samenwerking, evenals den heer Lebbing, diens assistent Hoewel de heer Manders geen rechtstreeks toezicht op den brugbouw werd opgedragen, ben ik dikwijls met hem in aanraking gerweest en het is mij een be hoefte ook hem dank te zeggen voor de zeer vlotte samenwerking. En verder allen, die op eenigerlei wijze hebben' medegewerkt om dit werk tot stand te brengen, onzen erkentelijken dank. Over eenige oogenblïkken zal U blijken hoe druk reeds het lokaal veTkeer gebruik maakt van de brug; reecis wacht een lange file van rij- en voertuigen met ongeduld het einde dezer officieele handeling. •Wij verzekeren U gaarne dat we schen kers en geschenk nimmer .zullen vergeten en de brug altijd zullen zien in het vrien delijk aureool van dezen dag. En daarna moge ik alle genoodigden en de heeren van de Pers, die ik ook gaarne welkom heet, verzoeken ons te volgen naar de bovenzaal van Hotel de Bruin. En thans: de brug is open, weg met dè Ponten!!! De opening was hiermede verricht en na dat de autoriteiten de brug hadden betre den werd zij voor het publiek open gesteld. De Koudekerksohe Harmonie „Kunst na Arbeid" speelde het Wilhelmus. Een optocht van versierde voertuigen van allerlei vorm tot autopeds en miniatuur- fietsjes toe weidde de brug in en reeds da delijk heerschte er een godrang van jewel ste. De dorpelingen toonden zich zeer ingeno men met him nieuwe bezit en maakten van dezen dag een ware feestdag, waarbij de muziek de stemming er goed inhield. Verschillende toespraken. De officieele personen waren intusschen weer naar de bovenzaal van het Hotel van de Bruin gegaan, waar nog verschillende toe spraken werden gehouden. Burgemeester Quint bracht een dronk uit op het Provin ciaal Bestuur en de heer Von Fisenne op de beide gemeentebesturen. De burgemeester van Hazerswoude, de heer van der Meulen roemde de uitnemende leiding van Ged. Staten, speciaal van den heer Van Boeven, die al de moeilijkheden, waarop de onderhandelingen telkens stuit ten uit den weg wist te ruimen, zoodat de brug ondanks veel, toch tot stand is kun nen komen. Spr. wees verder op de opmer king van den heer Von Fisenne, dat er nog meerdere zaken op onderhandeling wachten en blijkbaar had hij daarmede o.a. ook op het oog de tol op de Gemeene-weg. Spr. twijfelt er niet aan of ook wat die tol be treft zal er een goede oplossing worden ge vonden. De heer ten Cate Brouwer, voorzitter van de Kamer van Koophandel voor Rijnland, wees er op, dat deze brug niet alleen belang heeft voor de beide aanliggende plaatsen, maar dat ook de gemeente Leiden cn de geheele Rijnstreek er groot voordeel van hebben. Spr. wees er voorts op, dat de K. v. K. zich steeds daadwerkelijk voor deze zaak ■hoeft geïnteresseerd en dat aan haar schen ruimschoots is tegemoet gekomen. Alleen had de Kamer de doorvaartbreedte gaarne inplaats van 10 op 12 M. zien ge- braoht. De brug zal voor de industrialisee- rinig van de gemeente Koudekerk, waarin spr. de toekomst ziet van deze gemeente, ook van zeer groot voordeel blijken te zijn. Er is in Leiden een commissie in het leven geroepen onder voorzitterschap van burgemeester, die ten doel heeft te onder zoeken op welke wijze de nijverheid in zé streek het best kan worden gediend. Spr. hoopt, dat ook Koudekerk de pogingen deze commissie zooveel mogelijk zal steu- Tenslotte voerde nog het woord de heer Salverda, gemeente-secretaris van Alphen a d. Rijn, die namens het bestuur van deze gemeente, Koudekerk en Hazerswoude met de brug feliciteerde. Alphen is er wel een beetje jaloersch op, maar dat is geen reden om n' desondanks de betrokken gemeentebestui hartelijk geluk te wer.schen. Spr. hoopt, dat deze nieuwe brug de welvaart in de Rijnstreek zeer ten goede zal komen. Gemengd Nieuws. ALASTRIM IN GELDERLAND. Te Herveld in de Betuwe is een geval van alastrim geconstateerd. Ook te Apeldoorn heeft zich een geval van alastrim voorgedaan, n.l. een onderwijzeres, die na een bezoek aan Rotterdam de ziekce kreeg. Zjj is terstond in de barak van het zie kenhuis opgenomen. Het ziektegeval heeft tot nog toe een goedaardig verloop. Door het gemeentebestuur zijn in overleg met de gezondheidscommissie den schoolarts en de gemeentegeneesheeren alle voo—' ~rgs- maatregelen genomen. VERDRONKEN. Te Aalsmeer sloeg de 6-jarige Fr. KI. uit Haarlem, toen hij met vijf kameraadjes in een roeiboot aan het varen was, over boord. Het ventje zonk onmiddellijk en wev! na eenigen tijd levenloos opgehaald. HOLLENDE PAARDEN. Te Ten Boer (Gr.) zouden twee landbouwers zonen zich met een wagen, bespannen met twee paarden, naar het land begeven. Plotse ling sloegen de paarden op hol, met het ge volg, dat de eene zoon op den grond terecht kwam en de ander met den wagen in de vaart. Beiden kwamen er goed af, maar de paarden lit ten er het leven bijhet eene brak den nek fi het andere is gestikt in het slijk. REDDER BELOOND. Aan den bakkersknecht E. C. Nederveld te Nieuw-Vennep is uitgereikt door tus- schenkomst van den burgemeester een gel- lelijke belooning van het Carnegiie-fonds te s-Gravenhage wegens het redden van een 4-jarig kind midden in de diepe Hoofd- ■aart vaar de Haarlemmermeer, dat met kunstmatige ademhaling moest worden bij gemaakt SPEEL NIET MET VUUR! Te Nieuwer-Amstel geraakte een 6-jarig jongetje in brand, doordat hij met lucifers speelde. Het ventje kreeg zoodanige brand wonden, dat bet in een ziekenhuis moest worden opgenomen. Rivierberichten. ROTTERDAM: Telegraaf 10 en CO, st. ;^Hol- Baden 7. Weruer; Herni, Kirang; Osu 13. Zadow Brodertrouw. de Itooyen Charlois 11, Oosterwljk Sophia. Zaal; Marie Leonie. Lonkhuizen. Abcyr. Helleboseh. AMSTERDAM- Tijdstroom, st; 4 Gebroeders, DORDRECHT: ZOUTKAMP: Op hoop van zegen, de Leew GORINCHEM: St. Antonius, st. "WASPIK: Rlanco, Verhulst. LEEUWARDEN: Hollandla, Groenhof. KIrttner Stella Marls. Vermeulen; Llberté, We Stad Lier, Janse; Ba vier, Stroelc. BELGIE: de st. Onderneming; Jannetje Adrla Dei iel Jui d Plu i 12, Uit Oost-lndie. EEN GROOTE BRAND. PADANG, 20 Aug. (Aneta). In den afge- loopen nacht omstreeks half 12 brak een brand uit in een blok te Petak op Pasar Miskin te Padang. Het geheele blok, be staande uit ongeveer 30 pintoes brandde af. Eveneens was zulks het geval met een stee- 3n woning van een Chinees. Door het optreden van de brandweer werd verdere uitbreiding voorkomen. De oorzaak is vermoedelijk te wijten aan ivoorzichtigheid. EEN ERNSTIG AUTO-ONGELUK. DJOKJAKARTA, 20 Aug. (Aneta). Een auto, welke schoolkinderen van de onderne ming Djokja Wart is vervoerde, reed voor het huis van den wedana van Kalasan een inlandsche vrouw aan, die plotseling den 'eg overtsak. Zij werd zeer ernstig gewond. Door de aanrijding reed de auto tegen een boom en kwam daarna in een warong te recht, met 't gevolg, dat twee inlandsche kinderen werden gedood en drie inlandsche kinderen gèwond. De kinderen in dc auto bleven ongedeerd en kwamen met den schrik vrij. De chauffeur werd gearresteerd. Land- en Tuinbouw. HET HONIGGEWIN. Uit Groningen wordt gemeld: De korven bijen zijn nu door de imkers naar de heidevelden van Groningen en Dren the gebracht, doch het blijkt, dat door den strengen winter en het dorre voorjaar de heide weinig voor de bijen zal geven, zo an honig er gering is. DE SPREEUW EN DE RUPS. De spreeuw wordt door den boomgaarde nier scheel aangezien, en ongetwijfeld ver nield deze vogel ook heel wat vruchten. Echter, goed doen kan de spreeuw ook nog wel, wat blijkt uit een brief uit Amerongen aan den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen: „Tengevolge van het gunstige droge i voor erwten heeft mijn buurman zijn oogst kunnen binnen halen en zooals ik venvacht- te, lagen er tienduizenden rupsen op het veld, want men kon geen voet zetten zonder op rupsen te trappen en spoedden velen de zer zich natuurlijk naar de tabak. Daar aan wegvangen niet te denken was. besloot ik om 's morgens op uw advies, een strook ta bak langs de grens van mijn land met Pa- rijsch groen te besproeien. Wat ik echter nog nimmer in de tabak waargenomen heb, zag ik heden. U zult die reusachtige zwermen wel gezien hebben; als ze overtrekken valt er een schaduw op 't land. Aan zoo'n zwerm zitten toch meer dan duizend spreeuwen. Zoo'n zwerm nu kwam van 't Zuiden hier heen ik denk van de uiterwaarden of uit boomgaarden zette zich op het erwten- land, liep, sprong en vloog door de tabak en toen ze na verloop van een half uur weg trokken, bleek ons dat er geen enkele rups moer te vinden was." ven. Otjens; Maas, Kronei d Donk; Anna, Verschuren; Gauthler, Greha icns, Otten VIto, de Vries; Gadang. Keyzer waarts. Ever; Phen. Rhenan 12, Van Koe- g-n; Naval, van Kerkhoven; Geertje. Hol- lcbrandse; Madeleie, v. d. Met ■elvoi Adel LOBITH, 20 Augustus. Gepasseerd en bestemd voor: ROTTERDAM: de stoomschepen- Eacaut Buffon, Asa, Vara, Modi, Escaut i, Klhj, Alba tros, Tireur, Zaanland, Govert, Worms, Agruird, (Cornells Adrianus, Victoria, Nanny, Arto, Meurthe, Speculant; Man-nhe'm 39 Hoifinan; Rijntrans 9, Ross; An ca, Ele'tld; Favorite, v. Veen; St Jan, eters; AppolonK 2, Ktiole; Ida, Amiedang; Wllana, Aua 3em Knhmcn; Jle.'r- rich, WeigarcHt; Thea Eduard, Lcunis; Jata, Geervliet; Marokko, v. "Wijk; Chef Lambeaux, ten Kate; Willi Paul, Joosten; Johannes, Rut ten; Bigen, Wlemann; Maasstad, Albert; Sang- koe, Hilberink; Wilis', Klrdof; a Willem 3; s. Llmburgia; e. Bosch 2; a Beta; s. Pro et Contra; s. Condor; s. Marie; s. Taurus; a Hen drik; a Eduard; Verandering, v. Dam; "t Is nlot anders, v. Dam; s. Rijn/.eevaart 2; s. Paul; a Löhongrin: s. Roelfina; s. Dörtelmann 1; s. Raab Ivarcher 11; Pax, Veenma; D.A.P.G. 2, Schreek; m.s. Merkur; Emma, Woerkom; Ri val, Steenstra; Blnchen Sophie, Ziegler; Brlt- tannda, Anetatt; Raab Karcher 9, Brlen; Raab Karcher 44, Castummel; RUnzeevaart 2. Zeib; Jan, Thaelens; m.s. Albatros: Alt enk of, Dom- mershausen; Roma, Bruynlncke; JUTFAAS: Johanna Sophia, Schot; SLUISKIL: W. v. Driel 47, de Bruin; Deo Juvante, Adrlaansen; Petro- nella, v. Eycken; AMSTERDAM: Verwisseling, Booy: Speculant. Roukema; Baden 2, Gries; Hendrika, v. Wijngaarden; a Harderwijk; Ideaal, Oudakker; Binnenvaart 29, Lagerward; Trebota, GreweklingerWences'.aus, Logt; PUTTERSHOEK: Jansje. Brecvoord; APEL DOORN: Zwerver, Meijer; UTRECHT: Johan na, v. d. Graaf; BREDA: Prudent ia. Muller; DELFT: Succes, v. d. Graaf; DUIVEN- DRECHT: Katharlna, Wltt; ZWOLLE: Rival, Padding; Aimie, Dehne; MASTENBROEK: Eendracht, Stoler; ZWAMMERDAM: Twee Gebroeders, Kranenburg; LEIDEN: Rust Roest, Schaart; SCHIEDAM: En Avant, Jut; Explo rer, Haasjes; BUDEL: Emden, Kopp; DOR DRECHT: ParcifaJ, Breuer; Greta, Joosten; Eben Haezer, v. Eek; JAC. KLASSENSLUIS: St. Josef. Gerlach; MEDEMBLIK: Edgar Edel- trud, Llpp; BRIELLE: Oosterschelde. Domenle; LEMMER: Rival, Jut; Franciska, Schot; HAR- LINGEN: Geertrulda, Roeberding; STEEN BERGEN: Emanuel, de Vries; ARNHEM: Asteroth 5, Haclt; ZUID LAND: Time la Mony, Visser; 's-GRAVENDEELTrijntje, de Boom; MALBURGEN: AUda Grada, de Beijer; DEN BOSCH: Res Nova, de Ble; DE STEEG: Ysel 5, Arts; HEKELINGEN: Zuid-Holland, Pie- terse-, DEN .HAAG: Nero, de Loot; WISSE- KÉRKE: Dependant, de Waal; OVERSCHIE: Spldo, Jeurlssen; DIEMERBRUG: Wie weet de weg, Rook; OESTERPUT: Chrijo. Versluis; FORT U"ITERMEERSt Antonius, Bosman; KATTBNDIJKE: Altena, Cornet; WASPIK: Thescor, Oome; HALFWEG: Drie Gebroeders, v. d Ham; SOMMELSDIJK: Vertrouwen, v. d. Doel; ZWAMMERDAM: Hendrlka, Maria, Bot; M1LLINGEN: St. Antonius. v. d. Heuvel; TER- NEUZEN: Robert, Bell; DOESBURG: Neptun 22, HelneckeVertrouwen, Gombert; OOSTER HOUT: Geertrulda Elisabeth, win Steen; EINDHOVEN: Agnes, Moll; NIJMEGEN: Damco 12, van Gennep; KATWIJK ZEE: Twee Gebroeders, van Gelderen; MUIDEN: Theo. van Meegen; VEGHEL: Twee Gebroeders, Fernhout; KOOG A/D ZAAN: Jadi, Hoogen- dijk; VLAARDINGBN: Binnenvaart 30. Lager waard; LOENEN A/D VECHT: Ludwlg. Vor- rieter; GORINCHEM: Johanna Elise, o.lbert; LONDEN: Inlsulva, Wolley; STETTIN: s. Phoebus; ALTON A: s. Rea: BELGIE: Nlbuleuse, Heyberg; Andromede, Maas; Jeannette, v. d. Heuvel; Tahiti, Mathey; CILmax, HilleboschLeo 13. Kaufer; Nova, de Boer; Mac.hlensteen 14, Felter; Virginia, de Goede; Wilskracht, Schepper; Johanna Adrians. Vermeulen; Cosmopolite, Assenberg; Neitoot Meyer; Lda, de Baar; Marguerite, v. Gent; Adeline, Vispoel; Hoofzoon 1, Smits; Irene, Go- vaert; Preference 7, Kosteloyns; Radium, En gels; Jean Bapüste, de Heel; Malalo, v. Regen- mortel; Leonie, Huyssen; Anna Allda, Bonnis; Raymond, v. Veen; Maurits. Maes. DUITSCHLAND: Helena. Slok; Dlejo, Schot; Gelderland 2, Hönig; Wijkdienst 8, Staal; Gerar- dus. Gerritsen; Hortense. Simon; Pax. v. Megen; Tilly, v. Lent: Johanna. Stegens; st. Johannes 2; st. Stlnnes 19; st. Katwijk; St. Stlnnos 12; st KJeinwyk; Mars. Gerritse; Baden 42. Ross; Mannheim 140, Rapp; Mannheim 142. Gerbers; Mannheim IS, LIth; Annie. Geutjes; st. Ideaal; st. Kara; st. Rijnzeevnnrt 1; Rijnzeevaart 13, Koeltor; Pax. Verschuren; Fahrwehl, Krapp; Kanaalvaart I. Weiss; Elisabeth. Meeuwsen, Whustler. de Vrles; Curn, Nortler; Borussin. Leunis; Allemannia, Blom; Alsatla, Smit; st Eendracht: st. Koblenz; st. Moselle; st. Gerhard: st. Utgart; st. Flat 4; st. Johanna; st. Credo; st August; Adriana. Troost; Cornelia. Muller; Stln nes 12, Scheib; Stad Straatsburg. Ryquaert; Jo hanna de Gruyter, Bruckchen; Neptun, Gerhard; Theodorus Johan, Vos; RUnzeevaart 10. Hart suiker; Seam 1. Keller; R. Karcher 47. SchOfer INDISCHE REISBRIEVEN JE C.E.P. EN DE CHRISTEN BATAKKERS II. Met de tweede groep was ik spoediger {ereed. Hoofdzaak in hun honding was een liet kunnen begrijpen, waarom toch de C.E.P. zich met de Bataklanden kwam bc- aioeicn. Zooals dat heel duidelijk uitkwam tri een gesprek, dat ik met een der jonge ren had. „Waarom komt u eigenlijk hier? Hebben wij u geroepen? Waarom getroost u zich al die moeite en kosten? U kon toch veel rustiger reizen, als u zich niet met onze zaken bemoeide. Nu riskeert u aller lei verdachtmakingen, houdt besprekingen met allerlei Batakkers, en waarom? Wij begrijpen u en de C.E.P. niet. Wat beoogt ge?" Hier ontbrak de vijandelijkheid, was •r wel wantrouwen, maar in hoofdzaak ge- horen uit onkunde betreffende onze bedoe lingen. Indien hun dus maar werd bijge bracht, dat de C.E.P. met al deze actie geen winst voor zichzelf beoogde, wanneer we maar in staat zijn hun de zuiverheid onzer bemoeiingen bij te brengen, dan was d« kans groot, dat we hun wantrouwen kon den wegnemen. Vooral moest hun heel dui delijk gemaakt, dat er geen financieele vocrdeelen door de C.E.P! werden nage jaagd! Want dat men iets kan doen gedre ven door iets anders dan door, winzucht, gaat er bij velen hunner niet in. Zoo werd toch in allen ernst de vraag gesteld: „Die Ml v. Helsdingcn'is voorzitter der C.E.P., wat verdient hij er aan? Zijn bemoeienis sen met de Banier brengen hem zeker ook geld in het la-adje. Nu ja, de C.E.P. ver koopt weliswaar de Bataklanden niet aan het groot-kapitaal, maar zij Is er toch niet ofkeerig van. Krijgt de C.E.P. misschien een deel van de winst?" Men maakte dan ook voor de C.E.P. pro paganda, zooals ik reeds in mijn vorigen brief aanhaalde, door te zeggen, dat wie zich aansloot bij de C.E.P.spoediger dan anderen bij het Bestuur een plaats kon krijgen. Op deze personen mankte mijn be toog betreffende de verhouding van de C.E.P. en de H.K.B. al dadelijk een goeden indruk. Want al waren verscheidenen van deze jongeren ook afkeerig van de actie en de strijdwijze der H.K.B.hun nationaal gevoel kan het toch moeilijk verdragen, dat een naar zij dachten Europeesche politieke vereeniging die 1I.K.B. naar het leven stond, wederom naar zij dachten, omdat de C.E.P. zich vijandig stelde tegenover de nationale stroomingen. Hieruit blijkt een groote onkunde. Reeds jaren geleden heeft de heer Bergmeijer belangrijke stellingen over die verhouding verdedigd, die een heel anderen geest ademden, dan der C.E.P. hier werd toegedicht. Maar hier blijkt weer, hoe noodig het is dat er in de Bataklanden goed Hollandsch sprekende leiders komen, die in staat zijn om het voorhanden Hol landsch materiaal te verwerken. Toen zij zogen dat de C.E.P. sympathiek tegenover de onderscheiden nationale stroomingen staat, en zelfs bereid zou zijn indien er een behoorlijk geleide en nobelstrijdende Chris telijke Balaksehe politieke vereeniging zou worden opgericht, uit de engere Bataklan den terug te treden, veranderde hun hou ding zichtbaar, was er met hen te praten. En het werd steeds heter, toen we hen wis ten te overtuigen, dat de C.E.P. geenerlei winst beoogde, dat alleen zuivere bedoelin gen hij ons voorzaten, ook hij mij, toen ik dezen reis aanvaardde. Zij bleken toch ge lukkig te overtuigen, dat niets anders, dan waarachtige belangstelling en liefcle tot het C.hristen-Botakvolk, dat de drang van het Evangelie en onze Christenroeping ons dreef om te streven naar een zoo goed mo gelijke politieke organisatie van de C.hris- ton-Batakkers. Tk heb goede hoop. dat velen dier wantrouwigen na de gehouden bespre kingen hun houding tegenover de C.E.P reeds hebben of weldra zullen herzien, liet zal alleen maar zaak zijn, dat in de Batak landen zelf de pro-C.RP.-ers door onver antwoordelijk persoonlijk geschrijf en ge- ageer geen roet in het eten gooien. Maar zij weten althans was het Hoofdbestuur der C.E.P. wil, en dat het geen goedkeuring hecht aan een dergelijke strijdwijze van verdachtmakingen. Wat de Bataklanden nog noodig hebben, broodnoodig, d.i. dat zij hun persoonlijke en familie- en stam-be- langetjes wat meer op den achtergrond weten te dringen, dat zij tegen hun volks zonde van onderlinge verdeeldheid krach tig strijden, kortom, dat het Christelijk be ginsel krachtiger in hun volk doorwerke! De derde groep vernam met vreugde dat ik een reis door de Bataklanden zou ma ken met de uitgesproken bedoeling om veel contact met de Batakkers te zoeken; ja, zij zagen beu van al het H.K.B.-gedoe met vreugde de oprichting van meerdere afdeelingen der C.E.P. tegemoet. Ik denk neg met groote dankbaarheid aan de af scheidssamenkomst met de Bataksche Ker keraad te Weltevreden bij het vertrek van mijn vrouw, hoe we door hen werden toe gesproken, toegezongen en toegebeden. Ook de ontvangst die men mij te Naromonda bereidde blijft in dankbare herinnering, evenals de besprekingen, die ik met de af deelingen te Taroetoeng en Ie Medan hield en bij mijn terugkeer weer in Balige. Ook in particuliere gesprekken bleek mij, dat velen hopen, dat een krachtige C.E.P. in de Bataklanden zich moge vormen. F,r is vraag naar propaganda lectuur, naar een dieper ingeleid worden in de politieke vraagstukken, bezien vanuit Christelijk standpunt. Met ontroering denk ik terug aan de drie in den dienst der Zending ver grijsde pandita Batak, die al lang gepen sioneerd, toch zoo begaan waren met het lot van hun gekerstend volk, dat ze mij absoluut wilden spreken en bij mij aan drongen op een zoo mogelijk wettelijke voorziening tegen verschillende gevaren die het volk bedreigden, n.l. het bioscoop gevaar, de indringing van de Islam o.m. door Gouvernementsambtenaren, en niet het minst de krachtige propaganda van de opera-Batnk, die allerlei oud-heidensche gebruiken cn gewoonten en liedjes van be denkelijk karakter onder het volk tracht te brengen. Ik heb er hen op gewezen, dat de Regee ring voor het bioscoop-gevaar niet blind is, dat ze daarom een keuringscommissie heeft ingesteld, waarin echter niet alleen enkele Christenen zaten, maar zelfs in hoofdzaak menschen, die niet een rlerge- lijken strengen maatstaf aan de films wil den aanleggpn, als wij wel zouden willen. Tegenover al deze gevaren waren wette lijke bepalingen vrijwel machteloos, liet eenige redmiddel kon alleen zijn een steeds beter inleven en beleven van het Christen dom. Ton opzichte van de Islam-propagnn- da, deelde ik hun mede, dat voor zoover die was uitgegaan van Moh. onderwijzers, geplaatst bij openbare onderwijs inrichtin gen in de Bataklanden, deze inrichtingen in een Christenland eigenlijk niet op hun plaats waren, en zij zelf moesten vragen om een omzetting dier scholen in particu- liei-e Christelijke, waarvoor desnoods een aparte Christelijke Schoolvereeniging kon worden opgericht. Dat denkbeeld vond in gang! Uit het bovenstaande blijkt, dat er voor do C.E.P. in de Bataklanden stellig een mooie taak te verrichten valt. Vanuit Wel tevreden zal die beinvloeding echter slechts in geringe mate mate kunnen plaats vinden. Wij zitten hier veel te ver af, zijn boven dien vrijwel onbekend met de Bataksche taal. Maar voor alle Christenen in die lan den is er overvloed van werk, vruchtbaar en dankbaar werk. Wie zich met de Inlan ders bezighoudt, zooals ik vroeger aangaf, door ze in kleine groepen te verzamelen en met hen te spreken over allerlei onder werpen, ze aldus meer inleidende in de Christelijke ethiek, waarvan tenslotte de politiek een onderdeel is, die zal ervaren welk een nuttig werk hij verricht. In het hijzonder denk ik hrir aan de verschillen de onderwijzers, die aan de onderscheidene Christelijke scholen werken in dienst der Zending. Naar ik meen zijn ze blijkens hun contract verplicht om zoo spoedig mnge- lijk de Bataksche taal aan te leeren. Met \<lie kennis gewapend zullen ze leiding kunnen geven, niet alleen aan Hollandsch- sr.rekende maar ook aan andere Balak kers Zoo kan er van hen een machtigen invloed uitgaan tot vorming van een gezond Christelijk politiek leven. Ik hoop zeer, dat velen hunner zich tot. dezen ze genrijken arbeid geroepen zullen voelen!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 3