DONDERDAG 8 AUGUSTUS 1929 DERDE BLAD PAG. 9' «WAAROM Mr. RUYS NIET SLAAGDE MET DE VORMING VAN EEN PARLEMENTAIR RECHTSCH KABINET Briefwisseling tusschen de rechtsche Kamerfracties DE STUKKEN OP TAFEL Een ontwerp regeeringsprogram wordt aan de rechtsche fracties gezonden Zooals bereids in de bladen is medege deeld is tussolien den kabinetsformateur en de Anti-revolutionaire, Christelijk-historische en Roomsch-katholieke Kamerfracties een «briefwisseling gevoerd naar aanleiding der den 12en Juli jl. aan Jhr. Mr. Ruys de Bee- jenbrouck verleende opdracht tot vorming van een kabinet, steunende op de rechter- 15 Juli heeft de formateur zich tot die fracties gewend met verzoek te mogen ver nemen of het door hem aan de fracties toe gezonden Regeeringsprogram bun instem ming bad en of op dat program van de zijde der fracties steun aan een door bem te vor men kabinet kon verleend worden. Daarop heeft Jhr. Mr. Ruys de Beeren- brouck van de Aniti-revolutionaire en Roomsch-katholieke fracties een bevestigend antwoord op zijn vraag ontvangen. Van de Christelijk-historische fractie kwam bij bem de volgende brief in: Brief van Chr. Hist, fractie. Katwijk/'s-Gravenhage, 19 Juli 1929. Aan Zijn Excellentie Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, 's-Gravenhage. „Van" de mededeel ing vervat in Uw mis- pve d.d. 15 Juli 1929, dat H.M. de Koningin Van Uw Excellentie de opdracht heeft ge reven tot de samenstelling van een kabinet, steunende op de Rechterzijde, heeft de Chris- elijkdiistorische Kamerfractie met belang stelling en waardeering kennis genomen. Zij spreekt de hoop uit, dat de samenstel- „ng van het regeeringsprogram en meer iog de uitvoering daaraan gegeven, en het tok buiten dat program gevoerde beleid, het ïaar steeds mogelijk zullen maken, den in ie opdracht bedoelde steun harerzijds onbe krompen te verleenen. Verder meent zij intusschen «niet te moe ten gaan. Met name moet eij er bezwaar egen maken om, door vooraf instemming te betuigen met een Regeeringsprogram of >p de basis van zulk een program steun toe e zeggen, zich op eenige wijze te binden ten lanzien van haar in het parlement te vol- «n gedragslijn. Haar program en beginse- en zijn niet onbekend. Zij begrijpt, dat een cabinet, dat beoogt te steunen op de rechte r- ijde, het op prijs zal stellen ook met haar wlitieke beginselen en wenschen rekening 0 houden. Maar de wijze waarop, en de raate waarin het dit zal doen, ook in ver- >and met de niet al tijd eenwij dig loopend' venschen van anderen, meent zij in dit tadium aan het kabinet zelf te moeten over aten. Een overleg, hieromtrent geopend, zou rouwens het overgelegde program beves- igt dit naar het inzien der fractie weder en eeer groote kans hebben, ten aanzien 'an meerdere punten te leiden tot misluk- cing of tot beginselverzaking. De' volle ver- intwoordelijkheid voor het regeeringspro- ?ra zal, naar het oordeel der Christelijk-his- orische fractie, het te vormen kabinet zelf moeten dragen. De wetsontwerpen en andere maatregelen, welke van dit program een uit- loeisel zullen zijn, zullen hun kracht moe- en vinden, niet in een vooraf gemaakte ifspraak met de partijen waarop het kabi- et steunt maar, voor zoover niet in eenheid an beginselen tusschen het kabinet en die •artijen, in de goede argumenten, die daar- oor in het openbaar kunnen worden aan- evoercL Heeft derhalve de" Christelijk-historische kamerfractie «bezwaar tegen een Regeerings- rogram, waaraan zij vooraf haar goedkeu- ing heeft verleend, zoowel haar gouvernc- ïenteele zin als de waardeering, waarmede ij een parlementair Ministerie, dat op de echterzijde bedoelt te 6teunen, eiet optre- cn, vormen waarborg, dat haar leden het abïnet steeds bij voorkeur zullen steunen n dat bestrijding slechts zal geschieden in- ien overtuiging hiertoe noopt. Namens de Christelijk-historische Tweede Kamerfractie, (get.) J. SCHOKKING, Voorzitter, (get) H. W. TILANUS, Secretaris. Daarop heeft jhr. mr. Ruys de Beeren brouck zich gewend tot de Anti-Revolutio naire en Roomsch-Katholieke Kamerfracties met onderstaande brief: 's-Gravenhage 22 Juli 1929. Aan de Anti-Revolutionaire Roomsch-Katholieke Tweede Kamer fracties, voorzitters dr. E. J. Beumer (tweede voorzitter) en dr. W. H. Nolens.. „Daartoe namens het Bestuur der Christe- lijli-Historische Tweede Kamerfractie op mijn verzoek gemachtigd, heb ik de eer Uwe fracties te doen toekomen ter kennisname uitsluitend van de leden Uwer fracties af druk van een schrijven van den 19en dezer door de Christelijk-Historische Kamerfractie tot mij gericht. Ik moge naar aanleiding daarvan tot Uw fractie drie vragen stellen: 1. Zijn Uwe fracties bereid aan een door mij te vormen kabinet steun te verleenen op gelijke wijze als de Christelijk-Historische Kamerfractie blijkens haar schrijven ver klaart te zullen doen, zoodat zulk kabinet kan steunen op de rechterzijde? Indien deze vraag ontkennend wordt be antwoord: 2. Zijn Uw fracties bereid op den grond slag van een door mij vast te stellen Regee ringsprogram aanpassende aan het ont werp, dat ik Uw fracties bij schrijven 15 Juli deed toekomen en waarover ik van Uw fracties mededeelingen ontiving een door mij te vormen kabinet te steunen, ter wijl de steun door de Christelijk-Historische Kamerfractie wordt verleend overeenkom stig haar schrijven van 19 Juli 1929, zoodat ook zulk Kabinet kan steunen op de rechter zijde? Indien ook deze vraag ontkennend wordt beantwoord: 3. Zijn Uw fracties bereid op den grond slag van een door mij vast te stellen Regee ringsprogram aanpassende aan het ont werp, dat ik Uw fracties bij schrijven van 15 Juli deed toekomen en waarover ik van Uw fracties mededeelingen ontving een door mij te vormen Parlementair-Minderheids kabinet der rechterzijde te steunen? In zou het op prijs stellen gemachtigd te worden aan Uw antwoord desnoodig open baarheid te geven. Wilt de verzekering aanvaarden mijner gevoelens van hoogachting, (w.g) RUYS DE BEERENBROUCK. Antwoord der A. R. Eamerlractie. Op den brief zijn onderstaande antwoor den ingekomen: 's Gravenhage, 24 Juli 1929. Aan Zijne Eexcellentie Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, Minister yan Staat, te 's Gravenhage. Excellentie! Alvorens een antwoord te geven op de drie vragen, ons voorgelegd in Uw schrijven van 22 Juli jl. meenen wij goed te doen, eerst aan te geven, hoe wij den inhoud dier vragen, uitvloeisel van het standpunt, door de C. H. Kamerfractie in haar brief van 19 Juli jl. ingenomen, hebben opgevat. In de eerste vraag doelt U op een Kabinet samengesteld uit geestverwanten der recht sche fracties, dat, zonder overleg over zijn werkprogram, zijn taak aanvaardt, vertrou wende, dat zijn'beleid voldoende instemming zal vinden. In de tweede vraag hebt U het oog op een Kabinet, eveneens saamgesteld uit geestver wanten der drie rechtsche fracties, dat over zijn werkprogram overleg zou plegen met de R.K. en A.R. groepen, doch de C.H. fractie in dit overleg niet zou betrekken, in de ver onderstelling dat die groep bereid zou zijn het Kabinet regelmatig steun te verleenen. In de derde plaats hebt U blijkbaar het oog op een Kabinet, waarin alleen R. K. en A. R. Ministers zitting zouden hebben. Met deze beide fracties zou dan overeenstemming verkregen moeten worden over liet werkpro gram van het Kabinet, Van de bovenstaande opvatting uitgaande meent de fractie het volgende te moeten op merken. Bij de oplossing, in de eerste vraag bedoeld is geen der fracties tot eenigen anderen steun aan het Kabinet gehouden dan voortvloeit uit den gouvernementeel en zin der betrok ken partijen en uit den algemcenen wensch om oen parlementair Kabinet, steu nende op de rechterzijde, te zien tot stand komen. In dit geval kan, o.ï. echter bezwaarlijk worden gesproken van een Kabinet, op de rechterzijde steunende, overmits iedere frac tie bij voorkeur steun behoort te verleenen elk Kabinet, ongeacht zijn samenstel ling en slechts tot bestrijding moet worden overgegaan indien overtuiging daartoe noopt Bij de oplossing welke U m de tweede vraag op het oog hebt, zouden wel de R.K. en A.R. fracties zich tot steun aan een be paald program verplichten, maar zou de C. II. fractie tegenover zulk een program ge heel vrij staan. De moeilijkheden zouden in dit geval zeker niet geringer zijn dan bij de oplossing, in Uw eerste vraag bedoeld. Ook in dit geval zou oi. niet gezegd kun nen worden dat het Kabinet geacht kan worden in bijzonderen zin te steunen op de rechterzijde. De A.-R. fractie i3 dan ook niet bereid tot een dezer beide oplossingen mede te werken. Ook met de in de derde plaats bedoelde oplossing kan zij niet instemmen. Een minderheidskabinet, dat slechts aanspraak maken kan op den steun van twee frac ties, saam 42 leden tellend, acht zij, bij onze politieke verhoudingen, een te ge waagde onderneming. Het antwoord der A.-R. fractie op de drie U gestelde vragen, luidt derhalve ont kennend. Tegen publicatie van dit ant woord bestaat onzerzijds geen bezwaar, in de veronderstelling dat ook Uw schrijven van 22 Juli jl. en dat van de C.-H. Kamer fractie van 19 Juli jl. worden openbaar ge maakt. Uw Excellentie aanvaardt de verzeke ring onzer bijzondere hoogachting, Namens de A.-R. fractie der Tweede Kamer: de onder-Voorzitter w.g. BEUMER. Antwoord der R.K. Ilainerclub. VGravenhage, 27 Juli Aan Zijn Excellentie Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, Minister van Staat, 's-Gravenhage. Excellentie! Namens de Katholieke Kamerclub heb ben wij de eer U op de drie in Uw schrij ven d.d. 22 Juli 1.1. gestelde vragen, te ant woorden: ad. 1-um. en 2-um. De Katholie ke Kamerfractie is daartoe niet bereid; ad. 3-ura. Wijl hierin, in de gegeven om standigheden nog de eenige mogelijkheid wordt gezieh voor de vorming van een Rechts parlementair Kabinet, verklaart de Katholieke Kamerclub zich bereid daar over in nader overleg te treden. Tegen de door de voorgestelde eventu- eele publicatie van dat antwoord bestaat dezeszijds geen bezwaar, mits tegelijkertijd gepubliceerd worden Uw brief van 22 Juli en het daarbij gevoegde schrijven van Christelijk-Historische Kamerfractie dd. 19 Juli l.L Namens de Katholieke Kamerclub w.g. Dr. NOLENS, Voorzitter, w.g. AALBERSE, Secretaris. Deze blieven van de A.-R. en R.-K. frac ties zijn door den formateur aan de Chris telijk-Historische fractie toegezonden, waar op het navolgend antwoord der Chr.-IIist. fractie is ingekomen. ader antwoord der Chr. Hist, fractia Katwijk—'s-Gravenhage, 30 Juli 1929. Aan Zijn Excellenie Jhr. Mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, 's-Graven hage. Uwer Excellenie's schrijven van 27 Juli 1929 met bijlagen is besproken in onze fracievergadering van heden. Voldoende aan Uw verzoek spoedig te mogen verne men, of kennisneming van de brieven van de A.-R. en R.-K. fracies, onze fractie aan leiding geeft tot nadere overweging van haar standpunt, omsèhreven in onzen brief van 19 Juli 1929, hebben wij de eer Uw Ex cellentie mede te deelen, dat de C.-H. Twee de Kamerfractie ook bij nadere overwe ging gemeend heeft het standpunt onge wijzigd te moeten handhaven. Dit zal Uw Excellentie niet verwonderen, wanneer zij bedenkt, dat noch de R.K. noch de A.R. fractie een voldoende motiveering geeft van haar afwijzing van de door Uw Excellentie in de eerste plaats genoemde oplossing; de oplossing die ook naar ons in zien tot een normaal, op de rechterzijde steu nend, parlementair Kabinet zou kunnen lei den. De R.K. fractie motiveert haar afwijzing in het geheel niet. De A.R. fractie merkt op, dat bij deze oplossing geen der drie fracties tot eenigen anderen steun aan het Kabinet ge houden zou zijn „dan voortvloeit uit den gouvernementeelen zin der betrokken par tijen en uit den algemecnen wensch om een parlementair Kabinet, steunende op de Rech terzijde, te zien tot stand komen". Het zal ook Uw Excellentie treffen, dat in deze zinsnede volkomen voorbij gezien wordt" datgene, wat aan de fracties der rechterzijde gemeenschappelijk eigen is en wat dan ook in het verleden meermalen aanleiding heeft gegeven tot het optreden van een Rechtsch Parlementair Kabinet zonder dat vooraf het Regeeringsprogram aan de goedkeuring der rechtsche Kamerfracties werd onderworpen. Niet slechts voornoemde „gouvernemen- teele zin" en „algemeene wensch", maar ook en bovenal de staatkundige beginselen aan de groepen der rechterzijde gemeen, zouden den grondslag vormen van den aan het Ka binet te verleenen steun. Dat deze voorname factor, de grondslag van alle rechtsche sa menwerking gedurende veertig jaren, in de meergemelde zinsnede wordt over het hoofd gezien, heeft de C.H. fractie te meer be vreemd, daar zij meende dat ook de A.R. fractie aan dezen factor groote betcekenis toekende. Zij wil er op wijzen, dat in wat hier voorbij werd gezien, feitelijk ook de ba sis ligt voor de huidige opdracht tot vorming van een Kabinet, „steunende op de rechter zijde", en dat ditzelfde element aan onze fractie voor oogen stond, toen zij in haar brief van 19 Juli schreef: „De wetsontwerpen en andere maatregelen, welke van dat pro gram een uitvloeisel zullen zijn, zullen hun kracht moeten vinden niet in een vooraf ge maakte afspraak met dc partijen waarop het Kabinet steunt, maar, voor zoover niet in eenheid van beginselen tusschen het Kabinet van die partijen, in de goede argumenten die daarvoor in het openbaar kunnen worden aangevoerd". Het zal Uw Excellentie duidelijk zijn, dat •de C.H. fractie aan een afwijzing, gemoti veerd als boven aangeduid, niet voldoende gewicht kan toekennen om tot herziening van een op goede gronden steunend stand punt te komen. Zij spreekt de hoop uit, dat de A.R. fractie, de lacune in haar motiveering 'erkennend, alsnog op haar conclusie zal willen terugko men en dat ook de R.K. fractie, al zijn haar motieven onbekend, zich nader zal willen beraden en tot steunverlecning aan een Ka binet, door Uw Excellentie op den vorenbe- ■doelden voet gevormd, zal willen besluiten. Tegen openbaarmaking van dit schrijven, gelijktijdig met onzen eersten brief van 19 Juli, bestaat bij onze fractie geen bezwaar. Namens de Chr. Hist Tweede Kamerfractie: w.g.) J. SCHOKKING, Voorzitter. (w.g.) H. W. TILANUS, Secretaris Bijeenkomst van fractieleiders. Vervolgens is den Sisten Juli, op uitnoo- diging en onder voorzitterschap van Jhr. Mr. Ruys de Beerenbrouck, een bijeen- konist gehouden der voorzitters van de meergenoemde fracties, ieder vergezeld door een lid hunner fractie. Nadat de bijeenkomst tot 2 Aug. daaraan volgende was verdaagd, is de navolgende brief der Christelijk Historische fractie door den iornxateur ontvangen; Brief der Chr. Hist, fractie. Aan Zijn Excellentie Jhr. Mr. Ch. J. M. Ruys de Beerenbrouck, 's-Gra- venhage. Bij schrijven van Uw Excellentie d.d. 15 Juli 1929 -\yerd aan onze fractie een Regee- rimgsprogiram toegezonden, met de vraag, o£ dat program onze instemming «had en of, op hetzelve van onze zijde steun aan een door Uw Excellentie te vormen Kabinet kon verleend worden. Onze fractie heeft in haar schrijven van 19 Juli bezwaar gemaakt om, dooi' 'het be tuigen van instemming of 't toezeggen van steun op de basis van het program zich op eenige wijze te binden ten aanzien va«n haar in het parlement te volgen gedragslijn In haar schrijven van 30 Juli heeft zij dit standpunt gehandhaafd. Ook thans kan zij daarvan niet afwijken. Bindende afspraken tot het verleenen van steun aan wetsontwerpen, waarvan de juis te tekst nog niet bekend is en die nog niet in het openhaar zijn toegelicht en den toets der critaek doorstaan «hebben, acht zij met dc roeping van Kamerleden in 9trijd. Zij acht zich te meer tot waakzaamheid ten dezen verplicht, daar de ervaring leert, dat daarover vaak anders gedacht wordt en sommigen het zelfs kenmerkend voor een Parlementair Kabinet achtten, dat zulke afspraken wél werden gemaakt. Toen b.v. na een votum der Tweede Ka- ier in October 1923 de vraag rees, in hoe verre sommige leden der toenmalige meer derheid het recht hadden gehad, tegen een bepaald wetsontwerp te stemmen, schreef een leidend dagblad der rechterzijde: „Daar in ons staatkundig leven Parlementaire Ka binetten alleen mogelijk zijn als vrucht van een politiek verbond, steunende op ge maakte afspraken, komt de verdediging van het gebeurde neer op een ondergraving van den eenigen grondslag waarop ten onzent een Parlementair Kabinet steunen k a n". Dezen „eenigen grondslag" van oen Parle mentair Kabinet erkent onze fractie niet. Als een parlementair Kabinet beschouwt zij een Kabinet, dat blijkens zijn samenstelling en zijn program wil steunen op een vaste meer derheid van de Tweede Kamer. Zijn parle mentair karakter verkrijgt het niet door een goedkeuring van zijn program door de Ka mermeerderheid, maar behalve door zijn samenstelling door den inhoud van het Regeeringsprogram, waarin met de begin selen en de programs van de meerderheid waarop het steunen wil, is rekening gehou den. Vooraf bindende afspraken worden der halve door onze fractie verworpen. Intusschen is op een conferentie, door twee leden onzer fractie op 31 Juli met Uw Ex cellentie en twee leden van elk der andere Rechtsche fracties gehouden, twijfel gerezen, of de betcekenis der in Uw Excellentie'» schrijven van 15 Juli gestelde vraag wel op de juiste wijze is verstaan. De indruk is ge wekt, dat met die vraag niet bedoeld was, dat onze fractie zich in haar antwoord op eenige wijze zou binden. - In verband hiermede en uitgaande alzoo van de opvatting, dat het niet de bedoeling van Uw Excellence's schrijven van 15 Juli was gebondenheid te scheppen ten aanzien van de in het parlement te volgen gedrags lijn, maar slechts een oordeel te mogen ken nen over het Regeeringsprogram, hebben wij uiteraard geen bezwaar, alsnog aan het al dus verstaan verzoek van Uw schrijven van 15 Juli te voldoen. Tweede w.g. J. SCHOKKING, Voorzitter w.g. H. W. TILANUS, Secretaris. Het tragische sloV. In de den 2e Augustus des avonds gehou den vergadering is gebleken, dat ove; stemming niet bereikt kon worden, daar de verschillende standpunten niet met elkander te vereenigen bleken. C. Raaphorsi v. -t Veer. Tl send. A. jr. H a a r e n Broek, Haar •m; j P van Gorcum. Amsterdam; r Vest. Xieuw-Y.-nnep; J. H. H. Santpoort en TV. A. Overtoom^ rd. Afgrew. 3 cand. d.e.n. Ges I. de hc-eren T. Zeilstra* ga, GarUp: B. Vet lenberg, Maastricht: de he« Usloo: J. C. H. G. Hilles Schoolnieuws. LAGER ONDERWIJS. ONDERWIJZERSBENOEMING EN. Ry k-Haarlemmermeer, mej. Schraders te Amsterdam. chiedam, mej. A. Jongejan te Piershil. larrelsweer, H. Huizinga te Wirdum mej. Ha. Mul te Bovendijks. Beiden als kw. met akte. EXAMENS. STAATSEXAMENS TOELATING UNIVERSITEIT. utrecht 7 Augr. Geëx. 26 cand. vc 'ac. der Godgeleerdheid enz. en 14 cand. e Fac. der Geneeskunde enz. Gesl. voor dlpl, J- Hes. mej. I. van der Hoeve, F. W. Tel- SmGeslaagd lej. M. TV. Alkem dipl. Jagt. mej. G S Heeris. mej. A. P. J. A. Kolff. L C Pannelcoek. Voortzetting ïej. A. Bloi F. J. Kuneken, 9 cand. EXAMENS FRANSCHE TAAL. EXAMENS-ENGELSCHE TAAL. Akte M. O. ng. Den Haag. EXAMENS-BOEKHOUDEN. Haag, 7 Aug. Akte M. O. Gesl. de heei CVolters. Almelo: TV. A Weenink. Utrecht VIntjens. Maastricht; S C. F. de Zeeuw ag en mej. G. de Boer. Baarlo bü Blok- TV. Smit. Haarlet i Haag; O. J. P. H. Smits. Deze i EXAMENS-HANDTEEKENEN. Den Haag. 7 A*ug. Akte M2. Geöx. 6. gesl. cand.. n.i. de dames: M. Bloch. Amsterdam: F Faassen. Baar»TV. E. Hagenbeek. Amster am; en de heer A. Beeftink. Arnhem. EXAMENS-NIJVERHEIDSONDER WIJS. Akte Ne. Geëx 2 c >ui ven bode, Roterda nd. Gesl. de heeren en J. de Haan. Al cand. Gesl. de hec W. M tin beek. Balk and. .Gesl. de heer real, de heer H. J. T De examens N o (kleermaker) zijn thans af- reloopen. EXAMENS-LICHAMELIJKE OEFENING. Utrecht. 7 Aug. Akte Jl. O. Geëx. 8. gesl cand., n.l. de heeren: H. Carsouw. Haren-~H van TVjjlen. Leeuwarden; G. Hlnncn. Dc(e£ ar; en J. Jelles. Groningen. Arnhem. Afgew Geöx. 3 cand. Geslaagd de hec 1. F M SchÜchei ron in gen. Ge. J. J. Loeu, Gus TV. H. C. v. d. Hurck. Der illcher. Beugen.. Afgew. 5 c n. Gesl. de dames C. Visser kenburg. Roermond. Geöx. 7 i 1, geslaagd geen. Rotterdam. Geëx. 1; L. Kuipers. Zwtjndrecht: kerk; TV. van Kekem. J link. Rüsoord; C. Monste Lange en J. Groeneweg. cand. Teruggetr. >eneweg, te Rotterdam, sl. de heeren G. J. J. I P. Kalmijn, Utrecht. Ter e. Geëx. E. Linde, Rouvei Beek, Hattem. EXAMENS FRANSCHE TAAL. Maurik; P. Kale, Kampen ieic,ARü! Kuipers. Sappem wijk; D. Eylers. Heer...veen; J. eekpercarspel; V. Gilson en J, i te Amsterdam: C. de Greet to de dames T. Berkhout, Bergen op Zoom; A. Bloem. v. Zureten, Utrecht; J F. v. Born, aKtwtjk; H. C. Bos, Amsterdam en J. de Bruin te Leiden. EXAMENS-HOOGDUITSCHE TAAL. D e n H a a g. 7 Ai de dames: Jl. C. A. 1 der Erug. Utrecht Zaltbommel SchipholH. J. v. d. Berg. EXAMENS-ENGELSCHE TAAL. GesL de heeren: W. van Dam. Amsterdam: G. Utrecht. 7 Aug. Akte L. O. Geöx. 30 cand. E. Terra, Castrlcum: TV. van Voelen. Rotterdam: J. A. Lltjens. Amersfoort: C. Smit. Lienden; J. J. Smlnk. Jleppel; T. Straatsma. Drogeham; en ara es: J. de Bruin en B. J. H. C. v. d. Hoe- beiden te Haarlem: A. Ploeger. Voorthui- mevr. C. Asscher-Pinckhoff. Groningen; W. JL Smits. Pijnacker; M. Spruit, Zwiagdijk: on A. Jl. SI. Wijtvllet, Groenloo. P. FUrtgen: - ~r. A. HU Tilburg leien, Gorinchem en A. JL M. Mol- de heeren G. A. Bloem. N'ijme- Kümegen: A D. Gorter. TVtJchen; Uit Oost-lndie. UIT DEN VOLKSRAAD. IATAVIA, 7 Augustus. (Aneta). Bij de beantwoording van de algemeene beschou wingen in den Volksraad, heeft de regee- ringsgemachtigde voor financiën, de heer v. d. Bussche erop gewezmi dat de uitga-» ven de inkomsten steeds dichter gaan na deren, en indien dit zou voortgaan, zal spoedig het punt worden bereikt waarop de inkomsten onvoldoende zijn, om de uit- :n te bestrijden. Waar vast staat dat de opcenten niet zullen worden prijsgege ven, zal een algeheele herziening van de inkomstenbelasting worden voorgesteld, met een tarief waarbij de opcenten verval len, maar de opbrengst slechts weinig zal ijken van de tegenwoordige niet inbe grip van de opcenten. Gemengd Nieuws. TE VOET NAAR SCHIERMONNIKOOG, Men meldt ons: Woensdagavond te ongeveer half 5 ver trokken vijf mannen en twee vrouwen vi n Hornhuizen in Groningen over de Wnddeu naar het eiland Schiermonnikoog. De Wad den lagen geheel droog, iets wat in jaren niet is gebeurd. De zeven waaghalzen had den het juiste moment afgewacht om „droog* voets en wandelend" het eiland te bereiken: De tocht liep uitstekend af en te acht uur arriveerden de „zeewandelaars" op het iland, toegejuicht door een groot deel \un de eilanders, die nog bewondering koester den voor deze waaghalzerij. Dc z«-ven dwa zen zijn nog zóó verstandig, om niet m« r» op dezelfde wijze naar Hornhuizen terug te kceren. UIT HET RAAM GEVALLEN. Te Haarlem is een 19-jarige diensthui;u it een raam gevallen. Met een ge-kneus ion ruggegraat, dijbeen- en linkercnkelbreuk en een hersenschudding werd zij in zorgvek» kenden toestand naar het St. Elisabeths Gasthuis overgebracht. INDISCHE REISBRIEVEN Door Mr. C. CL VAN HELSDINGEN, d van den Volksraad van Ned. Oost-Indië. xvr). 'oenale Sanctie Arbeidsinspectie MEDAN IN ONRUST Het spreekt vanzelf dat ik in deze reis- rieven over de voor- en nadoelen der pne- ale sanctie niet schrijven zal. Daar is het ier de plaats niet voor. Toch kan ik het iet geheel buiten bespreking laten, omdat ij het onderwerp is waarin Medau bij uit lek belangstelt. Toen ik Augustus-September van het vo- ige jaar in Medan was, werden de eerste Kemp laren van de «brochure van den hr tolijn ontvangen. Typeerend voor de toe- land in Medan is, dat het eerste wat de rant en uit die brochure publiceerden was e uitspraak, dat de poenale sanctie gc- andhaafd dient te blijven! Ik schreef in mijn vorigen brief, dat de idruk wordt gewekt dat men in Deli t.o.v it punt erg conservatief is. Nu, niettegen- taande in en buiten den Volksraad veel over een mokelijke afschaffing werd gespro ken, en dus d'e Delische planterswereld er op bedacht moest zijmi, dat binnen afzien bare» tijd! de p. s. tot het verleden «moest behooren ik zeg met nadruk moest! behooron, waren «ze voor den door den hr Colijn geboden steun eeer dankbaar en (waren zo zoozeer ervan overtuigd, diat deze krachtige steun hen een heele (voorsprong zou geven i«n den strijd om de p. s., dat er imp Laats van «de ongerustheid van eenige maanden tevoren, een groote gerustheid zich van hen meester maakte. Nu deze sterke man. zich aan hun zijde had geschaard, zoo dachten ze had den ze voorloopn'g niets te vreezen! Nu kon den ze weer indommelen! Die gerustheid werd niet weggenomen, als ik in mijn on derhoud met verschillende kopstukken be toogde, dat de p. s. op haar laatste beenen liep; dat het voor iedere Regeering eenvou dig was om op den duur weerstand te bie den tegen den steeds groeienden aandrang tot afschaffing. Neen zij voelden zich veel geruster. Voor loopig was de p. s. veilig gestekt! Dit is mee een van «de gevolgen geweest van be doelde brochure... mee omdat men haar maar half las en dat gedeelte. d«at eeniger- matc als een tegenwicht op die beweringen kon worden beschouwd verder blauw blauw Jjot! Ik bedoel dc krachtige aansporing van don, hr Colijn, döe door velen van zijn tegen standers wel wat teveel over het hoofd is gzien, de krachtigste aansporing dat èn Overheid ën planterswereld samen niet als vijandige L ampen tegenover elkander moes ten staan, maar als verbondenen, .die de handen ineen hebben te slaan om een moei lijke en uiterst gewichtige aangelegenheid met vereende krachten en in goede harmo nie tot een goed einde te brengen", blz. 130. Reeds te voren had, ik .verschillende hun-1 ner er op gewezen, dat het m.L niet tact vol was, om zich alle verbeteringen die langzamerhand in de arbeidstoestanden zijn gebracht door de arbeids-inspectio te laten ontwringen, na eon. onaangename en niet «zelden fcl'le strijd. Dat de planterswereld door een dergelijk optreden haar standpunt zeer verzwakte, omdat ieder onbevooroordeelde tot de con clusie «moest komen, dat dus ten slotte die verbeteringen mogelijk waren, maar een vroegere invoering steeds was afgestuit op den onwil der planters. „Ja maar ais we aan de arbeid® inspectie een vinger geven dan nemen zc de heele hand!" Alsof juist niet door deze weerstrevig- heid dc min of meer vijandige houding der arbeids-inspectie kon worden verklaard! Alsof juist daardoor niet een zeker wan trouwen bij haar ontstond, dat met goede woorden niets te bereiken viel, maar alles im feilen kamp moest worden veroverd! Ik vlei «me geen oogenblik met de hoop, dat mijn besprekingen ook maar eenigen invloed ten goede hebben gehad, tenminste toen ik na negen maanden weer Medan bezocht werden me dezelfde tegenwerping en gemaakt. Toch hen ik er van overtuigd, dat die onwil der planterwereld de arbeids-inspec tie verder heeft gedreven dan ze anders zou zijn gegaan,. Indien van def. aanvang af de planters met volle ambitie tot oprui ming van de p..s. hadden meegewerkt dan zou de a. i. vermoedelijk veel meer voor zichtigheid hebben betracht Maar nu is de toestand mee door hun houding in den grond bedorven! Me e doorhun houding... want zij is niet de eenige oorzaak geweest, naar het me toeschijnt Ook bij de arbeids-inspectie ligt de fout Telkens bleek me hoe groote on wil bij de planterswereld gewekt wordt door wat ze noemen de hooghartige houding van vooral het hoofd der A. J. Veel sympathie geniet hij daar niet, en nu zou men kunnen zeggen, dat dit een noodwendig gevolg is van de tegengestelde belangen, die er tus schen beide bestaan, maar het blijft zeer wel mogelijk, dat men elkander bij verschil van inzicht blijft waardeeren. Moeilijker echter gaat het, indien het hoofd bij de verschillende besprekingen den indruk wekt door zijn houding, dat hij min of meer op de planterswereld neerziet, ze min of meer hautain behandelt. Dat heeft veel kwaad bloed gezet. Voeg daarbij dat ook verschillende arbeids inspecteurs niet altijd met den meesten tact schijnen op te treden, daarnaast de gevoelig heid der planters t. a. v. dit onderwerp en alle factoren zijn aanwezig om een uiterst vijandelijke houding te doen ontstaan! Toch was er negen maanden geleden be trekkelijke rust mee om de redenep die ik boven noemde. Hoe heel anders was het bij terugkeer uit Holland! Geheel Medan was geheel uit haar evenwicht geslagen. Er heerschte een onrust, die angstwekkend was! De kort te voren plaats gehad hebben de moordpartijen op assistenten, hadden de Europeesche gemeenschap geheel in beroe ring gebracht. Ik zeg met opzet: de heele Europeesche gemeenschap, want ook niet-planters waren zoo geweldig onder den indruk van deze feiten, dat men zijn stuur geheel kwijt was! Ik was met de beide feiten niet zoo be kend. Slechts heel terloops waren ze ter mij ner kennis gekomen. Hier vernam ik meer bijzonderheden. Vooral de moord op A. Berg, een assistent, die allerwegen werd geroemd als zeer humaan, tactvol, bekend met de In- landsche talen, en iemand die steeds ge toond had uitstekend met de koelies te kun nen omgaan, had een groote ontsteltenis, ja een gevoel van ontzetting teweeggebracht! Waar moest het nu heen, als ook zulke as sistenten niet langer veilig waren! Niemand zal er over denken om zulke moordpartijen ook maar een oogenblik te verontschuldigen, nog minder goed te keu ren, en het is natuurlijk noodzakelijk dat dergelijke feiten voorbeeldig worden ge straftmaar dan toch altijd door den rechter en niet door toepassing van een lynchwet. En daar gaat het werkelijk naar toe, als de Europeesche wereld niet haar be zinning herkrijgt. Of zijn het niet angstwekkende verschijn selen, dat in «en vergadering, waarbij ver schillende kopstukken aanwezig waren, me werd toegevoegd, dat er nu niets anders meer opzat, dan dat dc ondernemingen de assistenten wapent en hun het consigne geeft om in dergelijke gevallen onmiddellijk er maar op los te schieten! Alsof dit middel ooit baat zou kunnen brengen, en niet veel eer de toestand ongelooflijk verergeren zou. Zeker ligt hier voor de Overheid een ernstige waarschuwing, om nadrukkelijk na te gaan of daarginds de politioneele toestanden vol doende zijn! Men beschuldigde de rechterlijke macht, den rechter, dat hij opzettelijk zijn onder zoek zoo had ingekleed, dat de voorbedachte raad niet langer bewijsbaar wasen dat hij dat deed, was natuurlijk 'een gevolg van... het beleid van den G. G. En of ik nu al zei, dat de G. G. met de rechterlijke macht geen bemoeienis heelt, en dat dus die bejnvloeding als 'onwaarschijn lijk moest Worden verworpen, het baatte niet voel. Wat ze me van het onderzoek ver telden wekte den indruk, dat de straf zeker heel gering was. Op mijn directe navraag hoeveel 'de <1.««I t dan gekregen had, kreeg ik ten antwoord:1 „maar twintig jaar". Men moet zelf rechter zijn geweest, om op zoo'n antwoord diep ver» ontwaardigd te zijn. De publieke wraakzucht eischt in dergelijke gevallen de doodstraf, is met minder welhaast niet tcvredx en wee de rechter die na onbevangen, zelfs pijnlijk onderzoek tot de conclusie koml, «dat de voorbedachte raad niet is bewezen, dus geen doodstraf kan worden opgelegden dan maar... maar... «de hoogste op het feit ge- stelde straf oplegt: twintig jaar... twintig jaar! En dat noemt dan het wraakzuchtig publiek niet voldoende! Ach ze moesten eens zelf al die critici voor het feit worden geplaatst om, niet in een oogenblik van opwinding, van alge meene beroering, maar in koelen bloede, na minitieuze afweging van de verschillende getuigen-verklaringen, na rustige bezonnen overweging van alle aanwijzingen ten laste en ten onlaste van don beklaagde, te moeten beslissen over het al dan niet opleggen van de doodstraf! Wie dat eens zelf heeft meege maakt als rechter, kan zich eenvoudig geen rechter voorstellen, die lichtvaardig <lo dood straf oplegt, Maar het groote publiek weet daar niet van en eischtde doodstraf, ook in die gevallen die het allerminst kan be oordeel en, omdat het niet beschikt over alle gegevens die den rechter ter beschikking staan! Deze houding van het publiek wijst er al op hoe zeer de gemoederen ontstoken zijn en ■non zijn zelfbcheersching geheel kwijt K Maar daarbij bleef het niet, doch daarover in een volgenden brief.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9