Kerknieuws. ECONOMIE EN FINANCIEN. Kunst en Letteren. Uit Oost-Indië BINNENLAND. Gemengd Nieuws. WOENSDAG 7 AUGUSTUS 1929' EERSTE BLAD PAG. 3 de statenbijbel. Ds. J. Schoonhoven, predikant der Geref. Kerk van Rotterdam-Delfshaven, schrijft in de aldaar verschijnende „Kerkbode" het volgende: Nog altijd is in de Geref. Kerken aanhan gig de kwestie van een nieuwe bijbelverta ling of van een omwerking van de Staten vertaling in de hedcndaagsche Nederland- gche taal. Vooral Prof. Hepp heeft geijverd voor een geheel nieuwe vertaling al is het dan ook een die, waar het maar eenigszins kan den tekst van den Statenbijbel volgt. Anderen willen alleen maar de oude Sta tenbijbel in een nieuw gewaad. 't Zou al veel waard zijn als het daartoe komen kon. Want er zou don een einde ko nion aan het niet verstaan van sommige woorden cn uitdrukkingen. Ik denk hier bijv. aart het woord „onnoo _jl" uit Hebr. 7 '26 ten opzichte van den Hoogepriester, die ons betaamt. Wanneer op de Catechisatie bij het leeren van dezen tekst gevraagd wordt wat dit woord „onnoo iel" beteekent, krijgt gij van vele leerlingen alleen maar een lachje ten antwoord, om dat ze niet durven zeggen, dat onnoozel, looals zij 't gebruiken en hooren gebruiken, looveel beteekent als „onbeholpen", „niet goed bij", in ieder geval een beteekenis heeft, die in het geheel niet voegzaam voor onze grooten Hoogepriester. Ze weten niet, dat het vroeger de beteekenis had en dus ook in de Statenbijbel van „onschul dig". Onzen catechisanten kunnen wij dan nog wel bijbrengen de juiste beteekenis Maar wij verspreiden ook bijbels onder buitenstaanders. Welken invloed moot zoo'n woord dan wel op hen maken? Ik denk hier ook aan de beteekenis van het voorzetsel „tegen" dat vroeger óók be- teekende „jegens" en nu niet meer. Hier om is in ons Avondmaalsformulier, zooals het thans in onze kerken gebruikt wordt, het „tegen" van de Statenvertaling in Rom. 58 veranderd in „jegens": Maar God be vestigt zijne liefde „jegens" ons. Toen ik nog in Scherpenzeel stond bezocht ik een luster der Gemeente in Woudenberg, dat kerkelijk onder Scherpenzeel behoorde en waar een man woonde, die onder „het volk" groot gezag had als echt bekeerd en doorgeleid en die zijn aanhangers dwong alleen oude bijbles te gebruiken, wijl de nieuwe vervalscht waren, bijbels met „en- de" en „wijf" en „haar" inplaats van „zich". De bezochte zuster vertelde mij, dat ik haar bii de laatste Avondmaalsviering den rij ken zegen, dien tij daar genoten had, ont roofd had door mijn bijbelvervalsching, omdat ik in de dankzegging na het Avond maal gelezen had: Daarom bevestigt God Zijn liefde „jegens" ons Want God, zoo had Versteeg (zoo heette de man van grooten invloed onder „het volk") hun geleerd, moet met zijn liefde tegen ons in komen, jns vijanden overrompelen met Zijn liefde. .Wij staan altijd vierkant tegen die liefde [over. En daarom ook God tegen ons. Hei Êielp mij niet of ik al opmerkte, dat er in Eet Grieksch stond „eis", dat beteekent Lnaar iemand toe", en volstrekt niet „te gen (iemand) in". Versteeg, die „van God beleerd" was, wist 't beter dan iemand mei pchoolsche geleerdheid. Om in 't nieuwste mystieke jargon te zeggen: Zijn bo ven- kennis was beter te vertrouwen dun mijn e n e d e n kennis. Wat maakt toch domme eigenwijsheid in oergeltjke kringen misbruik van het feit, dat wij nog altijd officieel den Statenbijbel hebben. Want in de tegenwoordige uitgegeven bij- hels, ook in de Flakkeesche van Kuyper, Rutgers en Bavinck staat wel „jegens", laar de bijbels hebben in die kringen geen ezag. En in den grond is dat ook zoo. I)e fficieele bijbel met kerkelijk gezag is de statenbijbel, onveranderd met „ende" en ,ivijf" en „haar". En alle veranderingen iaarin aangebracht, zijn van buitenkerke- iijke genootschappen en particuliere perso- ncn, zooals Kuyper, Rutgers en Bavinck iok waren, die nooit een opdracht gekre- hebben van de Kerken. De consekiventie is dus bij de Verstegen 5. fcs. en niet bij de mannen in onze Kerken, k die er tegen opzien een andere bijbel taling te doen invoeren cn ondertusschen >cn veranderden Statenbijbel gebruiken. randeringen in de thans gebruikte Bijbels mochten wel heel spoedig door de Kerken gecorrigeerd of bevestigd worden, pm een einde te maken aan de bestaande willekeur op dat gebied. Maar zou dat wel voldoende zijn? Mij dunkt van niet, omdat bij ernstig •etenschappelijk onderzoek, van God rruchtige mannen ook, gebleken is, dat hier en daar verkeerd vertaald is bij ge brek aan de gegevens, die ons ten dienste itaan, en dat vertaald is uit een grondtekst Öie ook gebleken is niet de juiste te zijn folgens later gevonden handschriften, wanneer dan toch vanwege den groei van pe Nederlandsche taal veranderingen in H. bnze Statenbijbel moeten aangebracht wor- 6en, die bij een zeker deel van de vromen, 'TOoral zulke als ik in Gelderland ontmoet- vooruit verdacht zijn, waarom dan ook (liet meteen een beter en juister vertaling legeven waar dit beslist noodzakelijk is, Llmdat Gods volk toch recht heeft op Gods Hkfuivere Woord? I Voor ons, predikanten, is het ook van zoo [root belang. Er zijn teksten, waarover ge jreeken wilt, maar bij de" bestudeering van Ion grondtekst komt gij tot de ontdekking, ONZE HANDELSBEWEGING IN HET IE HALFJAAR 1929 Waarde la Guldens I. Levende dieren II. Voedingsmiddelen voor mensch en dier en dranken: a) onbewerkte en halfbewerkte goederen b) fabrikaten III. Onbewerkte en halfbew. stoffen: a) van dierlijke herkomst b) van plantaardige herkomst c) van minerale herkomst IV. Fabrikaten V. Gouden en zilveren munt en munt- VI. Andere goederen 56.308.695 234.770.120 168 491.139 551.287.877 65.135.698 234.289 346 167.318 472 521.167.240 Waarde in Guldens 23.946032 62 120.486 69.005 519 429.755.234 30.860.932 63.515 435 62.141.110 390 161.163 Waarde in Guldens 1929 1928 Duirschland. België Gr. Brlttannlë Frankrijk. V. S. v. Amerika Ned. Oost-Indië 377.981.882 141.397.510 130.589.944 56.149.886 149.826043 69.581.030 351.436.177 154.925.870 129.492.424 65.287.356 141.249 289 73.083.986 Dultschland. België Gr. Brlttannlë Frankrijk. V. S. v. Amerika Ned. Oost-Indië Waarde in Guldens 1929 220.972 220 94 406.287 19^2 045.322 56 312.899 31 074 361 97.506.051 1928 221.756 601 75 976.660 205.634.811 61.250.967 27.3307325 90.236.625 Bovenstaande cijfers, ontleend aan de pu blicaties van het Centraal Bureau voor de Statistiek, toonen aan dat ons invoersaldo (goud en zilver buiten beschouwing laten de) daalde van f 410 millioen (f 1.343.746.536 minus f 937.730.972) tot f 365 millioen (f 1.325.313.315 minus f 9G0 409.168) en dus afnam met f 45 millioen. De invoer daalde f 18 millioen; de uitvoer steeg f 27 millioen. De stijging van den uitvoer komt bijna geheel voor rekening van radio-artikelen cn gloeilampen. De export van luidsprekers, toestellen en onderdeden van radio-artike len liep in het eerste halfjaar '29 n.l. op tot f 39.142.000 tegenover f 9.191.000 over hetzelf de tijdvak van 1928. Voor dc lampen zijn deze cijfers f 14.563.000 tegen f 11.698.000 Deze stijgingen hebben natuurlijk voor ver reweg het grootste gedeelte betrekking op Philips. Voor handel cn nijverheid in het algemeen is de positie dus niet zoo heel veel veranderd. Wel trekt nog oen groote daling van den margarine-uitvoer de aandacht, doch het is vrijwel zeker, dat het hier slechts productieverschuiving betreft, gezien de po sitie van het Unie Concern. Vermelding verdient nog de daling in den uitvoer van versch varkenvleesch van f 13.5 tot f 6 millioen en de sfijging van die van bacon van f 22.5 tot f 27 millioen. De daling van den invoer komt vooral voor rekening van de volgende goederen: Invoer van 1928 tegen 1929 (in duizenden guldens) Steenkolen 54.149 48.862 Tarwe (meel en bloem) 16.823 11.749 Soyaolie 6.947 3.094 Copra 21.219 17.942 Cacaoboonen 23.241 20.556 Suiker (div. posten) 24.838 15.713 147.217 117.916 tweeën. Ge moet dien tekst loslaten niet over preeken. Of ge doet het wel. Maar dan moet ge, met veel omhaal van geleerd heid de menschcn vertellen, dat er niet staat wat ze in hun bijbel lezen. Wanneer gij dat doet, vindt ge in den regel niet veel ver zet. Men gelooft u, omdat men u vertrouwt. Maar zou ons Gereformeerde volk dan een dominee meer vertrouwen schenken dan een Synode, zoo deze, voorgelicht door be kwame theologen, aan dat volk een nieuwe bijbel-vertaling aanbond, natuurlijk zoo nauw mogelijk aansluitend bij en behou dend waar 't maar eenigszins kan, de Sta tenvertaling? Er zijn heerlijke teksten, wier prediking de gemeente ongemeen kan stichten, wanneer maar de vertaling in overeenstemming was gebracht met wat er volgens gegevens, na de Statenvertaling verkregen, eigenlijk staat Zoo bestudeerde ik dezer dagen 2 Cor. 1 20, het overbekende: „Want zoovele beloften Gods als er zijn, die zijn in hem ja en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid, door ons." Ik kwam toen t.ot do ontdekkiug, dat n dc tekst door dc Statenvertalers gebruikt, eenige woorden weggevallen waren, die erop grond van nauwkeurig bestudeerde hand schriften ook terdege, in hoorden en één woordje door een ander vervangen moest worden en dat dus de vertaling deze moest zijn: „Want zoovele beloften Gods als er zijn, die zijn in Hem ja, daarom is ook door Hem het amen, Gode tot heerlijkheid door| Voor de prediking van dezen tekst geeft dit een aanmerkelijk verschil. Bij de oude vertaling zijn „ja" en „amen" twee woorden van dezelfde gedachte, bij het nieuwe is ja (zie het „daarom") de oorzaak van amen. Ja is dan de vooriverpelijk in Christus ge geven zekerheid der beloften, en amen de ondcrwerpclijke, de geloofszekerheid van de geloovigen, die zij aan Christus danken. Op het ja van dc beloften Gods in Christus ge geven zegt de gemeente door Hem Amen, Gode tot heerlijkheid, door ons. God krijgt dan Zijn eer als de Vervuiler Ziiner b^often in Christus van Christus en Zijn zaligma kend werk zelf en door Hem ook van het volk dat Hij zalig maakt. Ieder gevoelt, dat dit veel rijker gedachte is, dan wanneer er alleen sprake was van de obiektieve zeker heid in Christus, zooals de Statenvertaling doet vermoeden door heide het ja en amen in Christus te stellen. Deze rijke gedachte dat het ja in Christus, in zijn verschijnine en verzoeningwerk, is en het amen van dc gemeente, in haar geloof en geloofsbelijde nis door Christus haar ontlokt. 't Ware te wenschen, dat op de volgende Synode de^zaaik Tnn nnriMrijMMMaiiMMB mocht aanbreken, dat niet langer het ge bruik van nieuwe vertalingen een particu lier privilege van theologische professoren, van schrijvers van commentaren en van prcekonrJe dominee's is, naar het voorrecht van de mondige gemeente van Christus bij haar dagcJijksche bijbellezing en bijbelge- lat èr eigenlijk iets anders staat dan ge I taling "een goed stuk VooruirSrach^'kan icst in den Statenbijbel. En dan één van j worden, en zoo spoedig mogelijk de tiju het koninklijk bezoek. ATAVIA, 6 Augustus (Aneta). Aan eenj diner in het paleis hebben de G.G. en de Koning van Siam redevoeringen gehouden, waarin gewezen werd op de banden die Ne derland en Siam sedert jaren verbinden. Na dat in den morgen de Koning en de Konin gin van Siam een groote parade op het Wa- tcrlooplein hadden bijgewoond, reed de Ko ning weer uit tot het brengen van een be zoek aan de Medische Hoogeschool aan de centrale burgerlijke ziokeninrichting en aan de opiumfabriek. Overal was groote belang stelling, vooral van inlandsche zijde. ATAVIA, 7 Augustus. (Aneta). H.M dc Koningin en Z.M. de Koning van Siam ver trokken hedenmorgen per extra-trein van j Weltevreden naar Buitenzorg, uitgeleide ge daan door Z.Ex. den Gouverneur-Generaal1 en verschillend^ hooge autoriteiten. Het ol- ficieele gedeelte van het bezoek heeft hier mede oen einde genomen. De hooge gasten zullen thans incognito een tocht maken door Java, welke 236 maand in beslag zal nemen, en gedurende welken tijd de mooiste plek ken van Java en de verschillende herstel lingsoorden bezocht zullen worden. de koning van siam brengt een bezoek aan nederlandsch-indië. BATAVIA, 5 Augustus. (Aneta). Heden ochtend arriveerde voor de haven var Tandjong Priok het Sinmeensche Koninklij ke jacht „Malca Chakri", geëscorteerd door het oorlogschip „Phrarnang" met aan boord Z. M. de Koning en H. M. de Koningin van Siam, die zooals reeds was gemeld, een bezoek zouden brengen aan Nederlandsch- Indië. Op de kade van de tweede binnen haven, welke met haar talrijke gepavois- seerde schepen een vroolijken aanblik bood, werd het hooge gezelschap door den G. G. alsmede andere hooge autoriteiten verwel komd, waarna per extra trein naar Welte vreden werd vertrokken. Van het station Koningsplein ging de stoet in statierijtui- geu, luide toegejuicht door een groote me nigte Europeesche en inlandsche belang stellenden, naar het paleis. ppwaartsche wegen. 1 Augustus '29. Verzen dragen bij: G. Kamphuis, J. D. Ietsivaart, A. J. D. van Oosten, Ido Keekstra en Martin Leopold. Van C. Rijnsdorp is een schets „Dc Mvstische Vallei". Dr. C. Tazc: laar vervolgt zijn mooie opstel over „den roman van het huwelijksprobleem". Ditmaal beziet hij meer bijzonder Fenna de Meyicrs „Vergcefsche Vlucht" en „De moeilijke keu ze". Ook in deze boeken wordt de lezer ge suggereerd, dat de oorzaak der huwelijks ellende ligt in het huwelijksfeit cn de ge bondenheid door de huwelijksband. In de problemenroman over het huwelijk om een pleidooi voor zelfbcstcmmingsrecht. „Dat, het zelfbestemmingsrecht is het, wat men wonscht e>n do roman geeft aan dien ivcnsch uiting. Maar dan doet hij het zoo, dat door den lezer die wcnsch als een eisch wordt gevoeld, dóórdat het besef wordt gewekt van de grievende onrechtvaar digheid daar, waar die eisch in conventie- verband zit ingeklemd en een zich daartegen verzetten, slechts diepe ellende brengt". De kwestie is deze, dat het huwelijksfeit, een feit dat beslist over heel het leven, een feit, dat in belangrijkheid voor het gezins leven nauwelijks met ecnig ander feit is te vergelijken, valt in de tijd, wanneer men „veelal nog niet eens gekomen is tot de volle rijping van karakter en persoonlijk heid!" Afgedacht nu nog hiervan, dat ook twee persoonlijkheden die in een zekere periode harmonieeren of schijnen te har- moniecren, in de loop der jaren weer van elkander kunnen vervreemden, door aller lei invloeden in en buiten het huwelijk Wordt vaak dc wederzijdsche liefde niet op gewekt door dingen, die de tijd niet verdu ren? Schoonheid, die verwelkt? Zinnelijk heid die bevredigd raakt? Oogenschijnlijk belangstelling in elkanders werk, welke ver dwijnt? Daarbij voegen zich nog voor velen de moeilijkheden, voortvloeiende uit het be zit van kinderen. Komt nu voor zulke gedesillusioneerden in hun huwelijk het oogenblik, dat zij meonen dat een verbintenis met een ander hun meer en duurzamer geluk zou hebben gebracht, dan is slechts die ontmoeting met die „ander" in concrete vorm noodig, om de huwelijks band als knellend te gevoelen on de lust te wekken, deze af te schudden. Dat is dan ook èn in het groote leven ron dom ons èn in de literatuur, die dat leven beeldt, de tallooze malen met allerlei varia- ties herhaalde realiteit. Zóó ook in de beide romans, die Dr. Tazclaar hier scherp analy seert en waarop hij in een volgend artikel vanuit Christelijk standpunt zijn kritiek zal uitbrengen. P. A. Smit wijdt een beschouwing aan de bundels „Acheron" en „Grenzen" van Antho- nie Donker, die door zijn twee bekroningen en dissertatie over de vernieuwing der Ne derlandsche dichtkunst op 't oogenblik i middelpunt der literaire belangstelling staat „De donkere klank, dien Anthonie Donker )or zijn eersten bundel als titel koos, beant woordt aan den even donkeren zin daarvan. De Acheron immers is de „rivier van ach en wee" in het doodenrijk der Grieken. Voor Donker wordt hij het symbool van het lijden en den dood, waaraan onze natuur onher roepelijk gebonden is. Wild bloeit de roos van onz« overmoed. Dit spel is kansrijk en de worp was goed. Doch onverhoeds en diep verholen, hoor De ruischende Acheron van het bloed. De beklemming van deze gebondenheid 'vormt den grondtoon van dezen kleinen bindel. In den roes van onze kracht zouden we de wereld willen veroveren, maar in die kracht werkt reeds de vernietiging. En wat baat tegenover de eeuwigheid de korte flits van ons leven? Achter het weinige, dat we verkregen, ligt het onnoemelijke, dat wc nooit zullen bereiken. En zelfs dat weinige duurt slechts tot den dood". In de tweede bundel „Grenzen" wordt deze gedachte niet andere woorden herhaald. „Toch treft ons dadelijk een groot verschil tusschen beide bundels. In „Acheron" beeld bouwde Donker hem wel zeer nauw verwan te, maar toch steeds buiten hem staande fi guren. Er ligt iots koels in dc strakke regels van zijn vers, waarachter hij zijn eigen hart zoekt te verbergen. In „Grenzen" is dat an ders geworden. Donker is te vol van leed en strijd- om een beeld te kunnen zoeken. Di- rekt en hartstochtelijk uit hij zich, zonder te letten op een onzuiver rijm of een onregel- matigen versvorm. Aan deze verandering is zonder twijfel het leed niet vreemd, dat Donker in de laatste jaren gekend heeft. Zijn vurige werkkracht werd tot rust gedoemd op het oogenblik. dat het leven zich na zijn studie voor hem open legde. Rust. Geen inspanning meer. Maar in de rust natuurlijk: strijd. Het is weer dezelfde strijd om het onbe reikbare en toch anders. Want wat vroe- oor het lichaam gemakkelijk was, is nu te veel. Bij iedere prging van den wil is er dadelijk de grens. En die grens is het zieke lichaam de „Acheron van het bloed." Toch heeft de dichter de hoop nog niet gansch opgegeven. Hij ziet nog licht: „er is geluk in ieder ding". „Zal deze blijheid sterk genoeg zijn om het donker te overwinnen? We hebben zoo zeer met den dichter meegeleefd, dat we met beide handen die hoop vasthouden. Maar we weten, dat er slechts één Licht is, waarvoor de duisternis a 11 ij d moet wijken: het Licht der Wereld, dat den Acheron" overwon en geen „Grenzen" kent". Tot dat Licht bidden wij voor den dichter en voor onszelf om Zijn overwinning in onze ziel", politiek gedicht. Politieke poëzie is literair gezien, een ge vaarlijk genre. Gemakkelijker dan bij andere dichtsoorten komt men er toe alle aandacht te schenken aan het bezongen onderwerp lijkt ons dat, schenkt ons dat voldoening, kunnen wij ons in de tendenz vinden, er dan minder op te letten of de wijze waarop de dichter zijn gedachte heeft verwerkelijkt in zijn vers wel goed en schoon is. Strijd verzen hebben voor alles beteekenis om hun moreele invloed op de menschen. Een enkele keer echter treffen uitstekende moreele èn literaire kwaliteiten in politieke verzen sa men. Zoo vonden we juist één der laatste ver zen van René de Clercq getiteld „De Koekoek". Daarin past hij het gedrag van de koekoek toe op de Waalsche overheerschers in Vlaanderen. De koekoek is een indringer legt zijn eieren in het warme nest van an dere vogels en straks gooit de jonge koekoek nog wel met goedvinden van de moeder vogel, de eigen jongen eruit. En als De Clercq nu dit beeld op de Bel gische toestanden toegepast heeft, herinnert hij zich op eenmaal dat, vindt Walonië zijn personificatie in de koekoek, Vlaanderen óók gesymboliseerd wordt in een vogel, nl. de Blauwvoet. Die uitbeelding is, gelijk men toegeven moet, treffend en zuiver, ook al zou men ge neigd zijn de oproep tot strijd, in het derde vers met eenige reserve aan te hooren. Lite rair is juist deze strophe prachtig en forscli. Vooral een regel als „Snavel hem weg van zijn roof en zijn buit!" geheel blijvend in het kader van de vergelijking, heeft een gepas sioneerd ritme en beeldt de bewuste roofvo gelkracht als tastbaar uit. Weerbericht. Barometerstand. Hoogslo Stand 763.7 te Dantzig. Laagste Stand 750.3 tc Thorsliavn. Meest matige Zuidwestelijke tot Noordwes telijke wind, afwisselende bewolking, weinig of geen neerslag, des nachts koeler. FIETSERS LICHT OPÏ Van S—9 Aug. van 9.07 nam. tot 5.01 tb. DE KOEKOEK. Waalsche koekoek, die uw eieren legt in 't warme Vlaamsche nest, u-ij hebben ze grootgekweekt uw jongen! Wij kennen hun schreeuwen, kennen hun sprongen. De onzen hebben ze er uit gedrongen. Waalsche koekoek, in 't Vlaamsche nest, Wij kennen u besL Wat voor een vogel Is er de Blauwvoet, dat hij dien koekoek niet an en kan? Niets met zijn bek en niets met zijn klauw doet? Wat voor een fladderaar is hij dan? Witte stormvogel, stel u te weer. Vlieg dien vreemden koekoek te keer met spannende harde vlerken. Snavel hem weg van zijn roof en zijn buit, ruk hem pennen en veeren uit, dat hij vlucht in de Waalsche berken. Ginds mag hij roepen, te zomertijd, met hooge borst en fraaie stem: koekoe, kockoe, dat het galmt door berk en sperre. Zijn wij den lastigen kerel kwijt niet ongéren hooren wij hem af en toe van verre, koe koe, van verre. Inzake den brand in „De Piasmolen" ver- ?men wij, dat het hotel weer op dezelfde plaats zal worden opgebouwd. In het overgebleven gedeelte werd nog •n na-brandje ontdekt, dat de plaatselijke brandweer in zijn beginstadium wist tc blus- schen. Met man en macht is mon aan het opruiming3\verk begonnen. Indien dc werk zaamheden in hetzelfde tempo worden v gezet, zal het restaurant binnen een paar weken heropend kunnen worden. DE INTERN. TELEFOONGIDS de a.t.i. een belang voor den handel. Te Kopenhagen is verschenen het eerste nummer van den jaarlijks uit te geven Aa- nuaire Téléphoniquc International (ATI). Deze gids is ontstaan uit den tegenwoop. dig niet meer te vermijden eisch een prac- tisch en gemakkelijk voor onmiddellijk ge bruik gereed liggend werk samen te stellen ten behoeve van het zich steeds sneller ont wikkelend internationale telefoonverkeer. Deze internationale telefoongids zal derhalve zoowel voor de onderscheidene Rijkstelefoon- administratics al» voor den internationalen handel in een bestaande behoefte voorzien. In zijn volmaakten vorm, welke spoedig be reikt zal worden, zal de ATI snel en feil loos inlichting verschaffen omtrent de tele foonnummers, die men tot dusver moest op sporen onder honderdduizenden nummers telefoongidsen van vele landen en steden, vaak m een onverstaanbare taal zijn g'cstcld. Dc taak aldus een met alle factoren reke ning houdenden gids samen te stellen, was niet eenvoudig. Met deze eerste uitgave is het vraagstuk nog geenszins ten volle tot oplossing gebracht. In de richting van een volkomen oplossing is echter een belang rijke stap gedaan. Indien de ATI reeds bij de eerste uitgave in vasten grondvorm toont cn uitvoerige gegevens bevat dan is dit te danken aan de officieele telefoonadministraties van de lan den, die aan het internationale telefoonnet zijn aangesloten. Al deze administraties hebben voor ATI een levendige belangstel ling aan den dag gc-legd en in elk opzicht de uitgifte bevorderd. Zooals uit de inhoudsopgave blijkt, bevat de ATI gegevens omtrent telefoonvoorschrif ten en -tarieven van de onderscheidene landen. Verder branchegroepen met daarbij behoqrende lijst van branches en een naam lijst van olie ingeschreven firma's enz. De ingeschreven firma's zijn gerangschikt de branchegroepcn, vier huizen en fabrieken in vlammen. Te Herpes bij Ravestein (N. Br.) brandde het huis af bewoond door den arbeider H Supers. Dc bewoners moesten in allerijl vluchten. De vlammen sloegen over op di woningen van A. van Summeren, II. Wil lems, en H. v. Zuijlen, welke eveneens in de nsch werden gelegd. Willems en v. Zuijlen liepen vrij ernstige brandwonden op. Te Bussurn brak door tot nog toe onbe kende oorzaak brand uit in een fabriek van houtbewerking van Gebr. Ribberink, aai Roemer Visscherlaan. De brandweer tastte het vuur met kracht aan en was omstreeks half elf het vuur meester. Het gebouw, dat aan de Amersfoortsche Bouwmaatschappij behoorde, is verzekerd. De firma Ribberink zeer laag verzekerd. Te Hengelo (Gelderl.) zijn de machinale klompenmakerij van B. en diens woonhuis geheel door brand vernield. Verzekering dekt de schade. Te Enschede brak brand uit in de gros- sierderij in suikerwerken, chocolade enz. •nn de firma J. Teusink aan de Bcltstraat. De bovenverdieping brandde geheel uit. Dc schade is vrij aanzienlijk, want een groote partij chocolade, gebak en suikerwerken is door vuur en water bedorven. Alles is verzekerd. terwijl de ondcrverdeeling plaats vindt naar de landen en steden. Onder de steden zijn de firma's alphabctisch gerangschikt Deze wijze van indeeling vereenvoudigt het opsporen van telefoonnummers en biedt verder liet voordeel, dat men snel een over zicht verkrijgt, welke firma's van een be paald land en van een bepaalde branche voor den buitenlandschen handel van be teekenis zijn. In den ATI-1929 zijn 27 landen en uit elk land een groot aantal firma's vertegenwoor digd. Deze firma's zijn vanzelfsprekend niet alle, die in den ATI hadden moeten zijn op genomen. Het omvangrijke organisatorische werk as evenwel oorzaak, dat men voorloopig voor 1929 zich tot een beperkten kring moest bepalen. Gaandeweg zal liet aantal vertegen woordigende firma's echter worden uitge breid, niet in het minst omdat dc belang hebbende firma's zelf zullen inzien, dat het belang van den internationalen telefoon dienst en van het internationale handelsver keer meebrengt, dat alle zakenkantoren, di» met het buitenland telcfoneeren, in den ATI worden vermeld. De uitgever ziet met belangstelling raad gevingen tegemoet, die verbetering van den gids beoogen. Nu de voorbereidende arbeid Voor 1930 reeds is begonnen, is een spoedig» mededecling van deze adviezen gewenschL Het bureau voor Nederland van den inton nationaleiv telefoongids is gevestigd in d» Residentie; van Bleiswijkstraat 16. INDISCHE REISBRIEVEN Door Mr. C C. VAN HELSDINGEN, id van den Volksraad van Ned. Oost-Indië. XV. Ilangsa-pankalan brandankedan. Over Langsa valt niet veel tc zeggen. Het Itadje is wat grootsch opgebouwd, met ruime pleinen en straten. Men o.a. van fleutsz koesterde vroeger het plan van Langsa een oceaanhaven te maken, die de keheele Sumatra's Oostkust als achterland lou hebben. De haven schijnt ook niet denfunstig te zijn; voor alle K. P. M.-booten is '"'[Ij steeds toegankelijk, voor Oceaanstoo- aa»Fers echter alleen bij hoogwater, Maar in Hen strijd tusschen Langsa, Aroehnai en pelaivan heeft Langsa het ten sl< ver foren, en is Bclawan de uitverkoicne ge worden. Op deze haven kom ik later nog rdMs. ...enl 's Langsa dus niets meer dan een ichtr?ede kusthaven, die geregeld door de P. M. wordt aangedaan. In 1928 violen Met minder dan 20G stoomschepen met een mët{ozamcn,'jko tonnenrnaat van 463,109 de ha- %on binnen, ongeacht de meer dan 300 DE BIOSCOOPOORLOG De Voorzitter der Centrale Commissie voor de Filmkeuring de heer IX van Staveren, heeft zich met een schrijven gericht tot het hoofdbestuur van den Ncderlandschen Bio roopbond en tot het bestuur van de Yereeni- ging \an Noord-Brabantsche en Limburgsch» Gemeenten vcor gemeenschappelijke Film keuring. waarin hij verklaart dat de bio» scoopstrijd zich heeft toegespitst tot 'n pres- tige-strijd. Voorloopig zal de heer v. Staveren geen -bemiddelingspoging meer wagon, wel wanneer de omstandigheden blijken veran derd te zijn. De vorige brief stond in ons nummer 'an Zaterdag 3 Aug. motor- en zeilschepen met een gezamenlijké tonnenrnaat van 50.000 ton. Ook oorlogs schepen bezoeken de haven weieens. Maar het is tenslotte niet wat "men eens als toekomst voor Langsa heeft gedroomd, met hot oog op zijn groeiende beteekenis als landbouw-centrum. Langsa was mijn laatste stopplaats in Atjeh. Met den snel trein, waarover ik het reeds eerder had, vertrok ik naar Penkalan Brandan, waar ik gaarne liet machtige petroleum-bedrijf wil de zien. Reeds vroeger haa Prof. Oppenheim me aangeraden om zoo mogelijk dit centrum en vooral ook Pankalan Socsoc te gaan be zoeken, als ik ooit in die buurt kwam. Men ontving me vriendelijk genoeg, ik. was zelfs de gast van de B. P. M. en logeerde in de pasanggrahan, maarhet bedrijf heb ik niet gezien. De chef, die mij rondleidde, moest tot zijn en mijn spijt zeggen, dat er eenige weken geleden uitdrukkelijke orders van Batavia gekomen waren, dat voortaan het bedrijf niet meer toegankelijk was voor bezoekers. Ik was de tweede persoon, die het zoo on gelukkig trof! Ook het interessante blikhe- drijf was... taboe. De groote raffinaderij al evenzeer. Onwillekeurig dacht ik aan de houding van de Koloniale, die de leden van den Volksraad zelfs uitnoodigde om de ope ning der raffinaderij in Palembang bij te wonen cn daar zelfs een van de nieuwe Pa- ketvaartstoomers, de van Heutsz, voor char terde, en ons op vorstelijke wijze onthaalde. Wat de reden van dit verbod was kon men mij niet meedeelen. Werd er wellicht teyeej. gebruik van gemaakt? Hoe het ook zij, ik had er het kijken naar. Toch is mijn verblijf daar niet onnuttig geweest, want men liet mij allerlei andere instellingen bezichtigen. Met bijzondere be langstelling bezocht ik de verschillende be volkingskampongs, die er alle zeer goed uit zagen. De meesten zijn al ondergebracht in aparte woningen. Voor het hooger personeel waren huizen gebouwd, die er wezen moch ten. Sommige waren gehuisvest zooals in Weltrevreden menig Europeaan zou willen. Het hospitaal was natuurlijk ook in orde. Zoowel voor de Europeanen nis voor do Inlanders is de medische verzorging zeer goed te noemen. P. B. is de verzunolplaats voor de op Sumatra's Oostkust en Atjeh ge wonnen olie, die door buizen daarheen wordt geleid, daar bewerkt en van P. Soesoc ver scheept. Men heeft daar een „Aula" ge sticht, waarin thans geregeld concert-uitvoe ringen worden gegeven, en ook wel eens le zingen gehouden. Er is dus ook een streven om het geeste lijk lpven te bevorderen. De predikant van Medan heeft zijn geregelde dienstreizen naar dit oord, zoodat ook de godsdienstige belan gen niet geheel worden verwaarloosd. Daar is onder het Inlandsrh personeel een vrij groot aantal Christen-Batakkors, die echter zoo ik me niet vergis nog geen eigen kerl gebouw' hebben, maar wellicht binnenkon hierop kunnen bogenl De haven van B. P. is vrij primitief, maar er is een belangrijk scheepvaartverkeer, dank zij het aanloopcn j van de K. P. M.-booten en dc afvoer der olie door de eigen tanks der B. P. M. I In 1928 vielen 153 Paketvaart- en 242 B. P. M. stoomers binnen met een gezamenlijke tonnenrnaat van 95.000 ton, terwijl een zelfde aantal tonnen nog voor rekening komt van gesleepte booten. Dat mag er dus zijn. Een snelle auto vriendelijk beschikbaar gesteld door dc di rectie voerde mij naar Medan, waar ik Vrijdagmorgen mijn intree maakte. Medan was me niet onbekend. Immers naar Europa vertrekkende had ik er reeds een goede week doorgebracht. In deze brieven verwerk ik ook verschillende gegevens en indrukken, die ik destijds heb opgedaan. Ik herinner me heel goed de eigenaardige sensatie die ik toen had, mijn bezoek viel in de tweede helft van Augustus, dat ik me in het cen trum van de tabakscultuur bevond cn geen tabaksplant heb gezien! Uren lang heb ik de Oostkust in allerlei richtingen door kruist onder geleide van den volijverigen se cretaris der Dcli-planters-vereeniging, maar nergens was ook maar een enkele plant te bekennen. De reden ervan was natuurlijk, dat de oogst zoo juist had plaats gehad. Dit maal was het gelukkig anders. In verschillende stadia van groei heb ik thans de tabak kunnen waarnemen en ik trof het in zoover minder goed, dat verschil lende kebons er lang niet fraai uitzagen. Men was ook algemeen hang, dat de oogst van verscheiden ondernemingen niet mee zou vallen. Dat was zelfs voor een leek, als ik ben, te zien. Heele strooken langs de wegen zagen er zeer slecht uit, dun, sprietig en met zeer ge schonden blad. Het beeld van Medans om streken in dezen tijd is een geheel ander dan 8 maanden geleden. Toen waren vele wegen sterk beschaduwd door de djat-bos schen die langs den weg groeiden, en nie het minst door de schitterende bamboestoe len, die een heerlijke lommer veroorzaakten Naar men weet, wordt de tabakscultuur per ceelsgewijs uilgeoefend. Het eigenlijke tabaks-gebied heeft onge veer de oppervlakte van Drente, maar ieder jaar wordt slechts een achtste deel met ta bak beplant. De ervaring schijnt tc hebben geleerd, dat dc grond voor deze speciale ta bakssoort, slechts eens in de 8 jaren kan worden beplant. Is de tabak geoogst, dan ge ven de ondernemingen de gronden voor een oogst ten gebruike aaij de Inlanders óm daar ladangrijst te planten. Dit is het z.g. djaloeransystecm. De inlanders in die streken beoefenen de rijstbouw niet uit op natte sawahs, maar op droge velden, lndangs, waarvan de oogst niet bijster groot is. De beplanting van deze bemeste tabaksgronden, schoon en afgcoogd. levert haar echter een goede rijstoogst, die men berekent op een waarde van ongeveer 2.500.000 gld. Na deze rijstoogst worden do gronden braak gelegd voor den duur van 7 volle jaren, behalve verschillende strooken die worden benut voor den aanplant van bamboe cn djatie, welke de ondernemingen voor den bouw der tabaksschuren zeer noo dig hebben. Dat perceelsgewijs bebouwen van den grond geeft aan het assistenten bestaan een heel eigenaardig onrustig karakter. Ieder jaar moeten ze weer naar een ander arbeids-1 veld verhuizen, dat te ver van hun woning afligt, zoodat de heelc familie dan mee moet verhuizen. Ik zag dan ook heel wat tempo- raire assistenten woningen leegstaan. Dit lijkt me een heel groot nadeel voor deze werkers, maar daar z.al wel niet veel aan te doen zijn, zoolang men aan dit plant-systeera blijft vasthouden. Het is op de ervaring gegrond z.cide men mij. Men heeft meermalen geprobeerd om van dat systeem af tc wijken en jaar lijks dezelfde grond te bewerken met toe passing van verschillend» meststoffen, maar dc resultaten ivaren van dien aard dat inert tenslotte het oude systeem weer heeft toege past. Het lijkt me wel buitengewoon merkwaar^ dig, dat het echte Deliblad alleen op derge lijke acht jaar lang braakgelegen gronden kan worden verkregen, en ik vrang me of, of men misschien niet te spoedig de proef heeft laten varen. Want dit stant wel vast, dat de planter ongelooflijk conservatief is, ja dat het conservatisme bij hem haast een bijgeloof is. Treffende staaltjes werden me daarvan verteld. Administrateurs laten een bijna invallende schuur, waarin ze goede tabak hebben gekregen, liever weer wat oplappen, dan dat ze een heel nieuwe schuur bouwen. Ook in lutn werkmethoden schijnen ze erg conservatief... en is tenslotte hun kramp achtig vaslhouden aan de poenale sanctie ook niet voor een deel te verklaren uit hun con- •atlsme?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 3