Kerknieuws.
ECONOMIE EN FINANCIEN.
Kunst en Letteren.
Uit Oost-Indië
BINNENLAND.
Gemengd Nieuws.
WOENSDAG 7 AUGUSTUS 1929' EERSTE BLAD PAG. 3
de statenbijbel.
Ds. J. Schoonhoven, predikant der Geref.
Kerk van Rotterdam-Delfshaven, schrijft in
de aldaar verschijnende „Kerkbode" het
volgende:
Nog altijd is in de Geref. Kerken aanhan
gig de kwestie van een nieuwe bijbelverta
ling of van een omwerking van de Staten
vertaling in de hedcndaagsche Nederland-
gche taal.
Vooral Prof. Hepp heeft geijverd voor
een geheel nieuwe vertaling al is het dan
ook een die, waar het maar eenigszins kan
den tekst van den Statenbijbel volgt.
Anderen willen alleen maar de oude Sta
tenbijbel in een nieuw gewaad.
't Zou al veel waard zijn als het daartoe
komen kon. Want er zou don een einde ko
nion aan het niet verstaan van sommige
woorden cn uitdrukkingen.
Ik denk hier bijv. aart het woord „onnoo
_jl" uit Hebr. 7 '26 ten opzichte van den
Hoogepriester, die ons betaamt. Wanneer
op de Catechisatie bij het leeren van dezen
tekst gevraagd wordt wat dit woord „onnoo
iel" beteekent, krijgt gij van vele leerlingen
alleen maar een lachje ten antwoord, om
dat ze niet durven zeggen, dat onnoozel,
looals zij 't gebruiken en hooren gebruiken,
looveel beteekent als „onbeholpen", „niet
goed bij", in ieder geval een beteekenis
heeft, die in het geheel niet voegzaam
voor onze grooten Hoogepriester. Ze weten
niet, dat het vroeger de beteekenis had en
dus ook in de Statenbijbel van „onschul
dig". Onzen catechisanten kunnen wij dan
nog wel bijbrengen de juiste beteekenis
Maar wij verspreiden ook bijbels onder
buitenstaanders. Welken invloed moot zoo'n
woord dan wel op hen maken?
Ik denk hier ook aan de beteekenis van
het voorzetsel „tegen" dat vroeger óók be-
teekende „jegens" en nu niet meer. Hier
om is in ons Avondmaalsformulier, zooals
het thans in onze kerken gebruikt wordt,
het „tegen" van de Statenvertaling in Rom.
58 veranderd in „jegens": Maar God be
vestigt zijne liefde „jegens" ons. Toen ik
nog in Scherpenzeel stond bezocht ik een
luster der Gemeente in Woudenberg, dat
kerkelijk onder Scherpenzeel behoorde en
waar een man woonde, die onder „het
volk" groot gezag had als echt bekeerd en
doorgeleid en die zijn aanhangers dwong
alleen oude bijbles te gebruiken, wijl de
nieuwe vervalscht waren, bijbels met „en-
de" en „wijf" en „haar" inplaats van „zich".
De bezochte zuster vertelde mij, dat ik haar
bii de laatste Avondmaalsviering den rij
ken zegen, dien tij daar genoten had, ont
roofd had door mijn bijbelvervalsching,
omdat ik in de dankzegging na het Avond
maal gelezen had: Daarom bevestigt God
Zijn liefde „jegens" ons Want God, zoo had
Versteeg (zoo heette de man van grooten
invloed onder „het volk") hun geleerd,
moet met zijn liefde tegen ons in komen,
jns vijanden overrompelen met Zijn liefde.
.Wij staan altijd vierkant tegen die liefde
[over. En daarom ook God tegen ons. Hei
Êielp mij niet of ik al opmerkte, dat er in
Eet Grieksch stond „eis", dat beteekent
Lnaar iemand toe", en volstrekt niet „te
gen (iemand) in". Versteeg, die „van God
beleerd" was, wist 't beter dan iemand mei
pchoolsche geleerdheid. Om in 't nieuwste
mystieke jargon te zeggen: Zijn bo ven-
kennis was beter te vertrouwen dun mijn
e n e d e n kennis.
Wat maakt toch domme eigenwijsheid in
oergeltjke kringen misbruik van het feit,
dat wij nog altijd officieel den Statenbijbel
hebben.
Want in de tegenwoordige uitgegeven bij-
hels, ook in de Flakkeesche van Kuyper,
Rutgers en Bavinck staat wel „jegens",
laar de bijbels hebben in die kringen geen
ezag. En in den grond is dat ook zoo. I)e
fficieele bijbel met kerkelijk gezag is de
statenbijbel, onveranderd met „ende" en
,ivijf" en „haar". En alle veranderingen
iaarin aangebracht, zijn van buitenkerke-
iijke genootschappen en particuliere perso-
ncn, zooals Kuyper, Rutgers en Bavinck
iok waren, die nooit een opdracht gekre-
hebben van de Kerken.
De consekiventie is dus bij de Verstegen
5. fcs. en niet bij de mannen in onze Kerken,
k die er tegen opzien een andere bijbel
taling te doen invoeren cn ondertusschen
>cn veranderden Statenbijbel gebruiken.
randeringen in de thans gebruikte
Bijbels mochten wel heel spoedig door de
Kerken gecorrigeerd of bevestigd worden,
pm een einde te maken aan de bestaande
willekeur op dat gebied.
Maar zou dat wel voldoende zijn?
Mij dunkt van niet, omdat bij ernstig
•etenschappelijk onderzoek, van God
rruchtige mannen ook, gebleken is, dat
hier en daar verkeerd vertaald is bij ge
brek aan de gegevens, die ons ten dienste
itaan, en dat vertaald is uit een grondtekst
Öie ook gebleken is niet de juiste te zijn
folgens later gevonden handschriften,
wanneer dan toch vanwege den groei van
pe Nederlandsche taal veranderingen in
H. bnze Statenbijbel moeten aangebracht wor-
6en, die bij een zeker deel van de vromen,
'TOoral zulke als ik in Gelderland ontmoet-
vooruit verdacht zijn, waarom dan ook
(liet meteen een beter en juister vertaling
legeven waar dit beslist noodzakelijk is,
Llmdat Gods volk toch recht heeft op Gods
Hkfuivere Woord?
I Voor ons, predikanten, is het ook van zoo
[root belang. Er zijn teksten, waarover ge
jreeken wilt, maar bij de" bestudeering van
Ion grondtekst komt gij tot de ontdekking,
ONZE HANDELSBEWEGING IN HET IE HALFJAAR 1929
Waarde la Guldens
I. Levende dieren
II. Voedingsmiddelen voor mensch
en dier en dranken:
a) onbewerkte en halfbewerkte
goederen
b) fabrikaten
III. Onbewerkte en halfbew. stoffen:
a) van dierlijke herkomst
b) van plantaardige herkomst
c) van minerale herkomst
IV. Fabrikaten
V. Gouden en zilveren munt en munt-
VI. Andere goederen
56.308.695
234.770.120
168 491.139
551.287.877
65.135.698
234.289 346
167.318 472
521.167.240
Waarde in Guldens
23.946032
62 120.486
69.005 519
429.755.234
30.860.932
63.515 435
62.141.110
390 161.163
Waarde in Guldens
1929
1928
Duirschland.
België
Gr. Brlttannlë
Frankrijk.
V. S. v. Amerika
Ned. Oost-Indië
377.981.882
141.397.510
130.589.944
56.149.886
149.826043
69.581.030
351.436.177
154.925.870
129.492.424
65.287.356
141.249 289
73.083.986
Dultschland.
België
Gr. Brlttannlë
Frankrijk.
V. S. v. Amerika
Ned. Oost-Indië
Waarde in Guldens
1929
220.972 220
94 406.287
19^2 045.322
56 312.899
31 074 361
97.506.051
1928
221.756 601
75 976.660
205.634.811
61.250.967
27.3307325
90.236.625
Bovenstaande cijfers, ontleend aan de pu
blicaties van het Centraal Bureau voor de
Statistiek, toonen aan dat ons invoersaldo
(goud en zilver buiten beschouwing laten
de) daalde van f 410 millioen (f 1.343.746.536
minus f 937.730.972) tot f 365 millioen
(f 1.325.313.315 minus f 9G0 409.168) en dus
afnam met f 45 millioen. De invoer daalde
f 18 millioen; de uitvoer steeg f 27 millioen.
De stijging van den uitvoer komt bijna
geheel voor rekening van radio-artikelen cn
gloeilampen. De export van luidsprekers,
toestellen en onderdeden van radio-artike
len liep in het eerste halfjaar '29 n.l. op tot
f 39.142.000 tegenover f 9.191.000 over hetzelf
de tijdvak van 1928. Voor dc lampen zijn
deze cijfers f 14.563.000 tegen f 11.698.000
Deze stijgingen hebben natuurlijk voor ver
reweg het grootste gedeelte betrekking op
Philips. Voor handel cn nijverheid in het
algemeen is de positie dus niet zoo heel veel
veranderd. Wel trekt nog oen groote daling
van den margarine-uitvoer de aandacht,
doch het is vrijwel zeker, dat het hier slechts
productieverschuiving betreft, gezien de po
sitie van het Unie Concern.
Vermelding verdient nog de daling in den
uitvoer van versch varkenvleesch van f 13.5
tot f 6 millioen en de sfijging van die van
bacon van f 22.5 tot f 27 millioen.
De daling van den invoer komt vooral
voor rekening van de volgende goederen:
Invoer van 1928 tegen 1929
(in duizenden
guldens)
Steenkolen
54.149
48.862
Tarwe (meel en bloem)
16.823
11.749
Soyaolie
6.947
3.094
Copra
21.219
17.942
Cacaoboonen
23.241
20.556
Suiker (div. posten)
24.838
15.713
147.217
117.916
tweeën. Ge moet dien tekst loslaten
niet over preeken. Of ge doet het wel. Maar
dan moet ge, met veel omhaal van geleerd
heid de menschcn vertellen, dat er niet staat
wat ze in hun bijbel lezen. Wanneer gij
dat doet, vindt ge in den regel niet veel ver
zet. Men gelooft u, omdat men u vertrouwt.
Maar zou ons Gereformeerde volk dan een
dominee meer vertrouwen schenken dan
een Synode, zoo deze, voorgelicht door be
kwame theologen, aan dat volk een nieuwe
bijbel-vertaling aanbond, natuurlijk zoo
nauw mogelijk aansluitend bij en behou
dend waar 't maar eenigszins kan, de Sta
tenvertaling?
Er zijn heerlijke teksten, wier prediking de
gemeente ongemeen kan stichten, wanneer
maar de vertaling in overeenstemming was
gebracht met wat er volgens gegevens, na
de Statenvertaling verkregen, eigenlijk staat
Zoo bestudeerde ik dezer dagen 2 Cor. 1
20, het overbekende: „Want zoovele beloften
Gods als er zijn, die zijn in hem ja en zijn
in Hem amen, Gode tot heerlijkheid, door
ons." Ik kwam toen t.ot do ontdekkiug, dat
n dc tekst door dc Statenvertalers gebruikt,
eenige woorden weggevallen waren, die erop
grond van nauwkeurig bestudeerde hand
schriften ook terdege, in hoorden en één
woordje door een ander vervangen moest
worden en dat dus de vertaling deze moest
zijn: „Want zoovele beloften Gods als er
zijn, die zijn in Hem ja, daarom is ook door
Hem het amen, Gode tot heerlijkheid door|
Voor de prediking van dezen tekst geeft
dit een aanmerkelijk verschil. Bij de oude
vertaling zijn „ja" en „amen" twee woorden
van dezelfde gedachte, bij het nieuwe is ja
(zie het „daarom") de oorzaak van amen.
Ja is dan de vooriverpelijk in Christus ge
geven zekerheid der beloften, en amen de
ondcrwerpclijke, de geloofszekerheid van de
geloovigen, die zij aan Christus danken. Op
het ja van dc beloften Gods in Christus ge
geven zegt de gemeente door Hem Amen,
Gode tot heerlijkheid, door ons. God krijgt
dan Zijn eer als de Vervuiler Ziiner b^often
in Christus van Christus en Zijn zaligma
kend werk zelf en door Hem ook van het
volk dat Hij zalig maakt. Ieder gevoelt, dat
dit veel rijker gedachte is, dan wanneer er
alleen sprake was van de obiektieve zeker
heid in Christus, zooals de Statenvertaling
doet vermoeden door heide het ja en amen
in Christus te stellen. Deze rijke gedachte
dat het ja in Christus, in zijn verschijnine
en verzoeningwerk, is en het amen van dc
gemeente, in haar geloof en geloofsbelijde
nis door Christus haar ontlokt.
't Ware te wenschen, dat op de volgende
Synode de^zaaik Tnn nnriMrijMMMaiiMMB
mocht aanbreken, dat niet langer het ge
bruik van nieuwe vertalingen een particu
lier privilege van theologische professoren,
van schrijvers van commentaren en van
prcekonrJe dominee's is, naar het voorrecht
van de mondige gemeente van Christus bij
haar dagcJijksche bijbellezing en bijbelge-
lat èr eigenlijk iets anders staat dan ge I taling "een goed stuk VooruirSrach^'kan
icst in den Statenbijbel. En dan één van j worden, en zoo spoedig mogelijk de tiju
het koninklijk bezoek.
ATAVIA, 6 Augustus (Aneta). Aan eenj
diner in het paleis hebben de G.G. en de
Koning van Siam redevoeringen gehouden,
waarin gewezen werd op de banden die Ne
derland en Siam sedert jaren verbinden. Na
dat in den morgen de Koning en de Konin
gin van Siam een groote parade op het Wa-
tcrlooplein hadden bijgewoond, reed de Ko
ning weer uit tot het brengen van een be
zoek aan de Medische Hoogeschool aan de
centrale burgerlijke ziokeninrichting en aan
de opiumfabriek. Overal was groote belang
stelling, vooral van inlandsche zijde.
ATAVIA, 7 Augustus. (Aneta). H.M dc
Koningin en Z.M. de Koning van Siam ver
trokken hedenmorgen per extra-trein van j
Weltevreden naar Buitenzorg, uitgeleide ge
daan door Z.Ex. den Gouverneur-Generaal1
en verschillend^ hooge autoriteiten. Het ol-
ficieele gedeelte van het bezoek heeft hier
mede oen einde genomen. De hooge gasten
zullen thans incognito een tocht maken door
Java, welke 236 maand in beslag zal nemen,
en gedurende welken tijd de mooiste plek
ken van Java en de verschillende herstel
lingsoorden bezocht zullen worden.
de koning van siam brengt een
bezoek aan nederlandsch-indië.
BATAVIA, 5 Augustus. (Aneta). Heden
ochtend arriveerde voor de haven var
Tandjong Priok het Sinmeensche Koninklij
ke jacht „Malca Chakri", geëscorteerd door
het oorlogschip „Phrarnang" met aan boord
Z. M. de Koning en H. M. de Koningin van
Siam, die zooals reeds was gemeld, een
bezoek zouden brengen aan Nederlandsch-
Indië. Op de kade van de tweede binnen
haven, welke met haar talrijke gepavois-
seerde schepen een vroolijken aanblik bood,
werd het hooge gezelschap door den G. G.
alsmede andere hooge autoriteiten verwel
komd, waarna per extra trein naar Welte
vreden werd vertrokken. Van het station
Koningsplein ging de stoet in statierijtui-
geu, luide toegejuicht door een groote me
nigte Europeesche en inlandsche belang
stellenden, naar het paleis.
ppwaartsche wegen.
1 Augustus '29.
Verzen dragen bij: G. Kamphuis, J. D.
Ietsivaart, A. J. D. van Oosten, Ido Keekstra
en Martin Leopold. Van C. Rijnsdorp is een
schets „Dc Mvstische Vallei". Dr. C. Tazc:
laar vervolgt zijn mooie opstel over „den
roman van het huwelijksprobleem". Ditmaal
beziet hij meer bijzonder Fenna de Meyicrs
„Vergcefsche Vlucht" en „De moeilijke keu
ze". Ook in deze boeken wordt de lezer ge
suggereerd, dat de oorzaak der huwelijks
ellende ligt in het huwelijksfeit cn de ge
bondenheid door de huwelijksband. In de
problemenroman over het huwelijk
om een pleidooi voor zelfbcstcmmingsrecht.
„Dat, het zelfbestemmingsrecht is het, wat
men wonscht e>n do roman geeft aan
dien ivcnsch uiting. Maar dan doet hij het
zoo, dat door den lezer die wcnsch als een
eisch wordt gevoeld, dóórdat het besef
wordt gewekt van de grievende onrechtvaar
digheid daar, waar die eisch in conventie-
verband zit ingeklemd en een zich daartegen
verzetten, slechts diepe ellende brengt".
De kwestie is deze, dat het huwelijksfeit,
een feit dat beslist over heel het leven, een
feit, dat in belangrijkheid voor het gezins
leven nauwelijks met ecnig ander feit is te
vergelijken, valt in de tijd, wanneer men
„veelal nog niet eens gekomen is tot de
volle rijping van karakter en persoonlijk
heid!" Afgedacht nu nog hiervan, dat ook
twee persoonlijkheden die in een zekere
periode harmonieeren of schijnen te har-
moniecren, in de loop der jaren weer van
elkander kunnen vervreemden, door aller
lei invloeden in en buiten het huwelijk
Wordt vaak dc wederzijdsche liefde niet op
gewekt door dingen, die de tijd niet verdu
ren? Schoonheid, die verwelkt? Zinnelijk
heid die bevredigd raakt? Oogenschijnlijk
belangstelling in elkanders werk, welke ver
dwijnt? Daarbij voegen zich nog voor velen
de moeilijkheden, voortvloeiende uit het be
zit van kinderen.
Komt nu voor zulke gedesillusioneerden in
hun huwelijk het oogenblik, dat zij meonen
dat een verbintenis met een ander hun meer
en duurzamer geluk zou hebben gebracht,
dan is slechts die ontmoeting met die „ander"
in concrete vorm noodig, om de huwelijks
band als knellend te gevoelen on de lust te
wekken, deze af te schudden.
Dat is dan ook èn in het groote leven ron
dom ons èn in de literatuur, die dat leven
beeldt, de tallooze malen met allerlei varia-
ties herhaalde realiteit. Zóó ook in de beide
romans, die Dr. Tazclaar hier scherp analy
seert en waarop hij in een volgend artikel
vanuit Christelijk standpunt zijn kritiek zal
uitbrengen.
P. A. Smit wijdt een beschouwing aan de
bundels „Acheron" en „Grenzen" van Antho-
nie Donker, die door zijn twee bekroningen
en dissertatie over de vernieuwing der Ne
derlandsche dichtkunst op 't oogenblik i
middelpunt der literaire belangstelling staat
„De donkere klank, dien Anthonie Donker
)or zijn eersten bundel als titel koos, beant
woordt aan den even donkeren zin daarvan.
De Acheron immers is de „rivier van ach en
wee" in het doodenrijk der Grieken. Voor
Donker wordt hij het symbool van het lijden
en den dood, waaraan onze natuur onher
roepelijk gebonden is.
Wild bloeit de roos van onz« overmoed.
Dit spel is kansrijk en de worp was goed.
Doch onverhoeds en diep verholen, hoor
De ruischende Acheron van het bloed.
De beklemming van deze gebondenheid
'vormt den grondtoon van dezen kleinen
bindel. In den roes van onze kracht zouden
we de wereld willen veroveren, maar in die
kracht werkt reeds de vernietiging. En
wat baat tegenover de eeuwigheid de korte
flits van ons leven? Achter het weinige, dat
we verkregen, ligt het onnoemelijke, dat wc
nooit zullen bereiken. En zelfs dat weinige
duurt slechts tot den dood".
In de tweede bundel „Grenzen" wordt deze
gedachte niet andere woorden herhaald.
„Toch treft ons dadelijk een groot verschil
tusschen beide bundels. In „Acheron" beeld
bouwde Donker hem wel zeer nauw verwan
te, maar toch steeds buiten hem staande fi
guren. Er ligt iots koels in dc strakke regels
van zijn vers, waarachter hij zijn eigen hart
zoekt te verbergen. In „Grenzen" is dat an
ders geworden. Donker is te vol van leed en
strijd- om een beeld te kunnen zoeken. Di-
rekt en hartstochtelijk uit hij zich, zonder te
letten op een onzuiver rijm of een onregel-
matigen versvorm.
Aan deze verandering is zonder twijfel het
leed niet vreemd, dat Donker in de laatste
jaren gekend heeft. Zijn vurige werkkracht
werd tot rust gedoemd op het oogenblik. dat
het leven zich na zijn studie voor hem open
legde. Rust. Geen inspanning meer. Maar in
de rust natuurlijk: strijd.
Het is weer dezelfde strijd om het onbe
reikbare en toch anders. Want wat vroe-
oor het lichaam gemakkelijk was, is
nu te veel. Bij iedere prging van den wil is
er dadelijk de grens. En die grens is het
zieke lichaam de „Acheron van het bloed."
Toch heeft de dichter de hoop nog niet
gansch opgegeven. Hij ziet nog licht: „er is
geluk in ieder ding".
„Zal deze blijheid sterk genoeg zijn om
het donker te overwinnen? We hebben zoo
zeer met den dichter meegeleefd, dat we met
beide handen die hoop vasthouden. Maar we
weten, dat er slechts één Licht is, waarvoor
de duisternis a 11 ij d moet wijken: het Licht
der Wereld, dat den Acheron" overwon en
geen „Grenzen" kent". Tot dat Licht bidden
wij voor den dichter en voor onszelf om
Zijn overwinning in onze ziel",
politiek gedicht.
Politieke poëzie is literair gezien, een ge
vaarlijk genre. Gemakkelijker dan bij andere
dichtsoorten komt men er toe alle aandacht
te schenken aan het bezongen onderwerp
lijkt ons dat, schenkt ons dat voldoening,
kunnen wij ons in de tendenz vinden, er
dan minder op te letten of de wijze waarop
de dichter zijn gedachte heeft verwerkelijkt
in zijn vers wel goed en schoon is. Strijd
verzen hebben voor alles beteekenis om hun
moreele invloed op de menschen. Een enkele
keer echter treffen uitstekende moreele èn
literaire kwaliteiten in politieke verzen sa
men.
Zoo vonden we juist één der laatste ver
zen van René de Clercq getiteld „De
Koekoek". Daarin past hij het gedrag van de
koekoek toe op de Waalsche overheerschers
in Vlaanderen. De koekoek is een indringer
legt zijn eieren in het warme nest van an
dere vogels en straks gooit de jonge koekoek
nog wel met goedvinden van de moeder
vogel, de eigen jongen eruit.
En als De Clercq nu dit beeld op de Bel
gische toestanden toegepast heeft, herinnert
hij zich op eenmaal dat, vindt Walonië zijn
personificatie in de koekoek, Vlaanderen
óók gesymboliseerd wordt in een vogel, nl.
de Blauwvoet.
Die uitbeelding is, gelijk men toegeven
moet, treffend en zuiver, ook al zou men ge
neigd zijn de oproep tot strijd, in het derde
vers met eenige reserve aan te hooren. Lite
rair is juist deze strophe prachtig en forscli.
Vooral een regel als „Snavel hem weg van
zijn roof en zijn buit!" geheel blijvend in het
kader van de vergelijking, heeft een gepas
sioneerd ritme en beeldt de bewuste roofvo
gelkracht als tastbaar uit.
Weerbericht.
Barometerstand.
Hoogslo Stand 763.7 te Dantzig.
Laagste Stand 750.3 tc Thorsliavn.
Meest matige Zuidwestelijke tot Noordwes
telijke wind, afwisselende bewolking, weinig
of geen neerslag, des nachts koeler.
FIETSERS LICHT OPÏ
Van S—9 Aug. van 9.07 nam. tot 5.01 tb.
DE KOEKOEK.
Waalsche koekoek, die uw eieren legt
in 't warme Vlaamsche nest,
u-ij hebben ze grootgekweekt uw jongen!
Wij kennen hun schreeuwen, kennen hun
sprongen.
De onzen hebben ze er uit gedrongen.
Waalsche koekoek, in 't Vlaamsche nest,
Wij kennen u besL
Wat voor een vogel Is er de Blauwvoet,
dat hij dien koekoek niet an en kan?
Niets met zijn bek en niets met zijn klauw
doet?
Wat voor een fladderaar is hij dan?
Witte stormvogel, stel u te weer.
Vlieg dien vreemden koekoek te keer
met spannende harde vlerken.
Snavel hem weg van zijn roof en zijn buit,
ruk hem pennen en veeren uit,
dat hij vlucht in de Waalsche berken.
Ginds mag hij roepen, te zomertijd,
met hooge borst en fraaie stem:
koekoe, kockoe,
dat het galmt door berk en sperre.
Zijn wij den lastigen kerel kwijt
niet ongéren hooren wij hem
af en toe
van verre, koe koe, van verre.
Inzake den brand in „De Piasmolen" ver-
?men wij, dat het hotel weer op dezelfde
plaats zal worden opgebouwd.
In het overgebleven gedeelte werd nog
•n na-brandje ontdekt, dat de plaatselijke
brandweer in zijn beginstadium wist tc blus-
schen. Met man en macht is mon aan het
opruiming3\verk begonnen. Indien dc werk
zaamheden in hetzelfde tempo worden v
gezet, zal het restaurant binnen een paar
weken heropend kunnen worden.
DE INTERN. TELEFOONGIDS
de a.t.i. een belang voor den
handel.
Te Kopenhagen is verschenen het eerste
nummer van den jaarlijks uit te geven Aa-
nuaire Téléphoniquc International (ATI).
Deze gids is ontstaan uit den tegenwoop.
dig niet meer te vermijden eisch een prac-
tisch en gemakkelijk voor onmiddellijk ge
bruik gereed liggend werk samen te stellen
ten behoeve van het zich steeds sneller ont
wikkelend internationale telefoonverkeer.
Deze internationale telefoongids zal derhalve
zoowel voor de onderscheidene Rijkstelefoon-
administratics al» voor den internationalen
handel in een bestaande behoefte voorzien.
In zijn volmaakten vorm, welke spoedig be
reikt zal worden, zal de ATI snel en feil
loos inlichting verschaffen omtrent de tele
foonnummers, die men tot dusver moest op
sporen onder honderdduizenden nummers
telefoongidsen van vele landen en steden,
vaak m een onverstaanbare taal zijn
g'cstcld.
Dc taak aldus een met alle factoren reke
ning houdenden gids samen te stellen, was
niet eenvoudig. Met deze eerste uitgave is
het vraagstuk nog geenszins ten volle tot
oplossing gebracht. In de richting van een
volkomen oplossing is echter een belang
rijke stap gedaan.
Indien de ATI reeds bij de eerste uitgave
in vasten grondvorm toont cn uitvoerige
gegevens bevat dan is dit te danken aan de
officieele telefoonadministraties van de lan
den, die aan het internationale telefoonnet
zijn aangesloten. Al deze administraties
hebben voor ATI een levendige belangstel
ling aan den dag gc-legd en in elk opzicht
de uitgifte bevorderd.
Zooals uit de inhoudsopgave blijkt, bevat
de ATI gegevens omtrent telefoonvoorschrif
ten en -tarieven van de onderscheidene
landen. Verder branchegroepen met daarbij
behoqrende lijst van branches en een naam
lijst van olie ingeschreven firma's enz.
De ingeschreven firma's zijn gerangschikt
de
branchegroepcn,
vier huizen en fabrieken in
vlammen.
Te Herpes bij Ravestein (N. Br.) brandde
het huis af bewoond door den arbeider H
Supers. Dc bewoners moesten in allerijl
vluchten. De vlammen sloegen over op di
woningen van A. van Summeren, II. Wil
lems, en H. v. Zuijlen, welke eveneens in de
nsch werden gelegd. Willems en v. Zuijlen
liepen vrij ernstige brandwonden op.
Te Bussurn brak door tot nog toe onbe
kende oorzaak brand uit in een fabriek van
houtbewerking van Gebr. Ribberink, aai
Roemer Visscherlaan. De brandweer tastte
het vuur met kracht aan en was omstreeks
half elf het vuur meester. Het gebouw, dat
aan de Amersfoortsche Bouwmaatschappij
behoorde, is verzekerd. De firma Ribberink
zeer laag verzekerd.
Te Hengelo (Gelderl.) zijn de machinale
klompenmakerij van B. en diens woonhuis
geheel door brand vernield. Verzekering
dekt de schade.
Te Enschede brak brand uit in de gros-
sierderij in suikerwerken, chocolade enz.
•nn de firma J. Teusink aan de Bcltstraat.
De bovenverdieping brandde geheel uit. Dc
schade is vrij aanzienlijk, want een groote
partij chocolade, gebak en suikerwerken is
door vuur en water bedorven.
Alles is verzekerd.
terwijl de ondcrverdeeling plaats vindt naar
de landen en steden. Onder de steden zijn
de firma's alphabctisch gerangschikt
Deze wijze van indeeling vereenvoudigt
het opsporen van telefoonnummers en biedt
verder liet voordeel, dat men snel een over
zicht verkrijgt, welke firma's van een be
paald land en van een bepaalde branche
voor den buitenlandschen handel van be
teekenis zijn.
In den ATI-1929 zijn 27 landen en uit elk
land een groot aantal firma's vertegenwoor
digd. Deze firma's zijn vanzelfsprekend niet
alle, die in den ATI hadden moeten zijn op
genomen.
Het omvangrijke organisatorische werk
as evenwel oorzaak, dat men voorloopig
voor 1929 zich tot een beperkten kring moest
bepalen. Gaandeweg zal liet aantal vertegen
woordigende firma's echter worden uitge
breid, niet in het minst omdat dc belang
hebbende firma's zelf zullen inzien, dat het
belang van den internationalen telefoon
dienst en van het internationale handelsver
keer meebrengt, dat alle zakenkantoren, di»
met het buitenland telcfoneeren, in den ATI
worden vermeld.
De uitgever ziet met belangstelling raad
gevingen tegemoet, die verbetering van den
gids beoogen. Nu de voorbereidende arbeid
Voor 1930 reeds is begonnen, is een spoedig»
mededecling van deze adviezen gewenschL
Het bureau voor Nederland van den inton
nationaleiv telefoongids is gevestigd in d»
Residentie; van Bleiswijkstraat 16.
INDISCHE REISBRIEVEN
Door Mr. C C. VAN HELSDINGEN,
id van den Volksraad van Ned. Oost-Indië.
XV.
Ilangsa-pankalan brandankedan.
Over Langsa valt niet veel tc zeggen. Het
Itadje is wat grootsch opgebouwd, met
ruime pleinen en straten. Men o.a. van
fleutsz koesterde vroeger het plan van
Langsa een oceaanhaven te maken, die de
keheele Sumatra's Oostkust als achterland
lou hebben. De haven schijnt ook niet
denfunstig te zijn; voor alle K. P. M.-booten is
'"'[Ij steeds toegankelijk, voor Oceaanstoo-
aa»Fers echter alleen bij hoogwater, Maar in
Hen strijd tusschen Langsa, Aroehnai en
pelaivan heeft Langsa het ten sl< ver
foren, en is Bclawan de uitverkoicne ge
worden. Op deze haven kom ik later nog
rdMs.
...enl 's Langsa dus niets meer dan een
ichtr?ede kusthaven, die geregeld door de
P. M. wordt aangedaan. In 1928 violen
Met minder dan 20G stoomschepen met een
mët{ozamcn,'jko tonnenrnaat van 463,109 de ha-
%on binnen, ongeacht de meer dan 300
DE BIOSCOOPOORLOG
De Voorzitter der Centrale Commissie voor
de Filmkeuring de heer IX van Staveren,
heeft zich met een schrijven gericht tot het
hoofdbestuur van den Ncderlandschen Bio
roopbond en tot het bestuur van de Yereeni-
ging \an Noord-Brabantsche en Limburgsch»
Gemeenten vcor gemeenschappelijke Film
keuring. waarin hij verklaart dat de bio»
scoopstrijd zich heeft toegespitst tot 'n pres-
tige-strijd. Voorloopig zal de heer v. Staveren
geen -bemiddelingspoging meer wagon, wel
wanneer de omstandigheden blijken veran
derd te zijn.
De vorige brief stond in ons nummer
'an Zaterdag 3 Aug.
motor- en zeilschepen met een gezamenlijké
tonnenrnaat van 50.000 ton. Ook oorlogs
schepen bezoeken de haven weieens.
Maar het is tenslotte niet wat "men eens
als toekomst voor Langsa heeft gedroomd,
met hot oog op zijn groeiende beteekenis
als landbouw-centrum. Langsa was mijn
laatste stopplaats in Atjeh. Met den snel
trein, waarover ik het reeds eerder had,
vertrok ik naar Penkalan Brandan, waar ik
gaarne liet machtige petroleum-bedrijf wil
de zien.
Reeds vroeger haa Prof. Oppenheim me
aangeraden om zoo mogelijk dit centrum
en vooral ook Pankalan Socsoc te gaan be
zoeken, als ik ooit in die buurt kwam. Men
ontving me vriendelijk genoeg, ik. was zelfs
de gast van de B. P. M. en logeerde in de
pasanggrahan, maarhet bedrijf heb ik
niet gezien. De chef, die mij rondleidde,
moest tot zijn en mijn spijt zeggen, dat er
eenige weken geleden uitdrukkelijke orders
van Batavia gekomen waren, dat voortaan
het bedrijf niet meer toegankelijk was voor
bezoekers.
Ik was de tweede persoon, die het zoo on
gelukkig trof! Ook het interessante blikhe-
drijf was... taboe. De groote raffinaderij al
evenzeer. Onwillekeurig dacht ik aan de
houding van de Koloniale, die de leden van
den Volksraad zelfs uitnoodigde om de ope
ning der raffinaderij in Palembang bij te
wonen cn daar zelfs een van de nieuwe Pa-
ketvaartstoomers, de van Heutsz, voor char
terde, en ons op vorstelijke wijze onthaalde.
Wat de reden van dit verbod was kon men
mij niet meedeelen. Werd er wellicht teyeej.
gebruik van gemaakt? Hoe het ook zij, ik
had er het kijken naar.
Toch is mijn verblijf daar niet onnuttig
geweest, want men liet mij allerlei andere
instellingen bezichtigen. Met bijzondere be
langstelling bezocht ik de verschillende be
volkingskampongs, die er alle zeer goed uit
zagen. De meesten zijn al ondergebracht in
aparte woningen. Voor het hooger personeel
waren huizen gebouwd, die er wezen moch
ten. Sommige waren gehuisvest zooals in
Weltrevreden menig Europeaan zou willen.
Het hospitaal was natuurlijk ook in orde.
Zoowel voor de Europeanen nis voor do
Inlanders is de medische verzorging zeer
goed te noemen. P. B. is de verzunolplaats
voor de op Sumatra's Oostkust en Atjeh ge
wonnen olie, die door buizen daarheen wordt
geleid, daar bewerkt en van P. Soesoc ver
scheept. Men heeft daar een „Aula" ge
sticht, waarin thans geregeld concert-uitvoe
ringen worden gegeven, en ook wel eens le
zingen gehouden.
Er is dus ook een streven om het geeste
lijk lpven te bevorderen. De predikant van
Medan heeft zijn geregelde dienstreizen naar
dit oord, zoodat ook de godsdienstige belan
gen niet geheel worden verwaarloosd. Daar
is onder het Inlandsrh personeel een vrij
groot aantal Christen-Batakkors, die echter
zoo ik me niet vergis nog geen eigen kerl
gebouw' hebben, maar wellicht binnenkon
hierop kunnen bogenl De haven van B. P.
is vrij primitief, maar er is een belangrijk
scheepvaartverkeer, dank zij het aanloopcn j
van de K. P. M.-booten en dc afvoer der olie
door de eigen tanks der B. P. M. I
In 1928 vielen 153 Paketvaart- en 242 B. P.
M. stoomers binnen met een gezamenlijke
tonnenrnaat van 95.000 ton, terwijl een zelfde
aantal tonnen nog voor rekening komt van
gesleepte booten.
Dat mag er dus zijn. Een snelle auto
vriendelijk beschikbaar gesteld door dc di
rectie voerde mij naar Medan, waar ik
Vrijdagmorgen mijn intree maakte. Medan
was me niet onbekend. Immers naar Europa
vertrekkende had ik er reeds een goede week
doorgebracht. In deze brieven verwerk ik
ook verschillende gegevens en indrukken,
die ik destijds heb opgedaan. Ik herinner me
heel goed de eigenaardige sensatie die ik
toen had, mijn bezoek viel in de tweede
helft van Augustus, dat ik me in het cen
trum van de tabakscultuur bevond cn
geen tabaksplant heb gezien! Uren lang heb
ik de Oostkust in allerlei richtingen door
kruist onder geleide van den volijverigen se
cretaris der Dcli-planters-vereeniging, maar
nergens was ook maar een enkele plant te
bekennen. De reden ervan was natuurlijk,
dat de oogst zoo juist had plaats gehad. Dit
maal was het gelukkig anders.
In verschillende stadia van groei heb ik
thans de tabak kunnen waarnemen en ik
trof het in zoover minder goed, dat verschil
lende kebons er lang niet fraai uitzagen.
Men was ook algemeen hang, dat de oogst
van verscheiden ondernemingen niet mee
zou vallen.
Dat was zelfs voor een leek, als ik ben, te
zien. Heele strooken langs de wegen zagen er
zeer slecht uit, dun, sprietig en met zeer ge
schonden blad. Het beeld van Medans om
streken in dezen tijd is een geheel ander
dan 8 maanden geleden. Toen waren vele
wegen sterk beschaduwd door de djat-bos
schen die langs den weg groeiden, en nie
het minst door de schitterende bamboestoe
len, die een heerlijke lommer veroorzaakten
Naar men weet, wordt de tabakscultuur per
ceelsgewijs uilgeoefend.
Het eigenlijke tabaks-gebied heeft onge
veer de oppervlakte van Drente, maar ieder
jaar wordt slechts een achtste deel met ta
bak beplant. De ervaring schijnt tc hebben
geleerd, dat dc grond voor deze speciale ta
bakssoort, slechts eens in de 8 jaren kan
worden beplant. Is de tabak geoogst, dan ge
ven de ondernemingen de gronden voor een
oogst ten gebruike aaij de Inlanders óm
daar ladangrijst te planten. Dit is het z.g.
djaloeransystecm.
De inlanders in die streken beoefenen de
rijstbouw niet uit op natte sawahs, maar op
droge velden, lndangs, waarvan de oogst
niet bijster groot is. De beplanting van deze
bemeste tabaksgronden, schoon en afgcoogd.
levert haar echter een goede rijstoogst, die
men berekent op een waarde van ongeveer
2.500.000 gld. Na deze rijstoogst worden do
gronden braak gelegd voor den duur van 7
volle jaren, behalve verschillende strooken
die worden benut voor den aanplant van
bamboe cn djatie, welke de ondernemingen
voor den bouw der tabaksschuren zeer noo
dig hebben.
Dat perceelsgewijs bebouwen van den
grond geeft aan het assistenten bestaan een
heel eigenaardig onrustig karakter. Ieder
jaar moeten ze weer naar een ander arbeids-1
veld verhuizen, dat te ver van hun woning
afligt, zoodat de heelc familie dan mee moet
verhuizen. Ik zag dan ook heel wat tempo-
raire assistenten woningen leegstaan. Dit
lijkt me een heel groot nadeel voor deze
werkers, maar daar z.al wel niet veel aan te
doen zijn, zoolang men aan dit plant-systeera
blijft vasthouden.
Het is op de ervaring gegrond z.cide
men mij. Men heeft meermalen geprobeerd
om van dat systeem af tc wijken en jaar
lijks dezelfde grond te bewerken met toe
passing van verschillend» meststoffen, maar
dc resultaten ivaren van dien aard dat inert
tenslotte het oude systeem weer heeft toege
past.
Het lijkt me wel buitengewoon merkwaar^
dig, dat het echte Deliblad alleen op derge
lijke acht jaar lang braakgelegen gronden
kan worden verkregen, en ik vrang me of,
of men misschien niet te spoedig de proef
heeft laten varen. Want dit stant wel vast,
dat de planter ongelooflijk conservatief is,
ja dat het conservatisme bij hem haast een
bijgeloof is.
Treffende staaltjes werden me daarvan
verteld. Administrateurs laten een bijna
invallende schuur, waarin ze goede tabak
hebben gekregen, liever weer wat oplappen,
dan dat ze een heel nieuwe schuur bouwen.
Ook in lutn werkmethoden schijnen ze erg
conservatief... en is tenslotte hun kramp
achtig vaslhouden aan de poenale sanctie ook
niet voor een deel te verklaren uit hun con-
•atlsme?