TWEEDE BLAD.
W. A. HOUTMAN Co's PIANO- en ORGELHANDEL Schiedam
DONDERDAG 1 AUGUSTUS 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5
HET KASTEEL ZEEBURG OF
RAMMEKENS
EEN PRACHTIG HISTORISCH
UITSTAPJE
Van geen militair belang meer.
Ben vam de mooiste Zeeuwsche Eilanden
Js zeker wed hot ediloaid Walcheren, dat
evenals diet eiland Zudd-Bevelamid, jaar
lij ksch' door duizenden wordt bezocht.
Em peen wonder.
Talrijke punten op Walcheren trekken
iflen vreemdeling aain.
De wekelijksch, op Donderdag weorkee-
rende markt, diie ecm kwartier rijdens vam
Pitthem ligt Het strand te Viissimgen en
Domburg, De Domsche bosschen met het
Kasteel Westhoven, Het aloude stedeke Ter
Veer, het zijm alle attracties bij uitnemend
heid, en zij staan dan ook op ieder Wal-
Chersch Reisprogram.
Hetzij mij vergund, eens speciaal de aan
dacht te vestigen op een punt
!van dit strand, dat een bezoek
ten zeerste waard is. Ik bedoel
een tocht naar het Walchersche
dorpje Ritthem, op welks grond
gebied zich het eenmaal zoo be
roemde Fort Rammekens bevind
Eenige dagen geleden brachten
Wij, met de Oudheidkundige
Vereen. „De IBevelanden" een be-
*oek aan deze plaats, en gaarne
wil ik van dit interessante be-
loek iets vertellen, en anderen
opwekken, als zij op Walcheren
komen, toch Rammekens niet te
Vergeten.
Zeker, men moet er een „spe
ciale" tocht voor maken, want
het ligt niet „in de lijn" zooals
men dit wel eens uitdrukt.
Doch de tocht erheen is reeds
Interessant en geeft veel te ge
nieten.
Met een geheel gevulde grootc autobus,
gevolgd door zeven eveneens gevulde par
ticuliere wagens, vertrokken wij uit het
stadje Goes, waar de deelnemers vam de
heide Bevelamden zich hadden verzameld.
Wamneor men bij Oost-Souburg arriveert,
Verlaat men de Hoofdweg Middelburg
Viissimgen, om een zeer schilderachtige
landweg in te slaan, welke naar het aar
dige dorpje Ritthem voert,
Ree'ds van verre trekt het keurige oude,
met Rijkssteum gerestaureerde kerkje uw
eandiacht.
Onder groote belangstelling der dorpsbe
woners, reden wij met die auto's het dorpje
bitnmen. Aam den ingang werden wij welkom
geheeten dooi' den heer B. J. de Meij, die
het gezelschap mee naar de Chr. School
(waarvan hij hoofd is) mam, en allen in de
banken deed plaats nemen, terwijl de dik-
sten vam het gezelschap de stoelen konden
bezetten.
't. Was een alleraardigst gezicht, deze
dorpsschool op deze wijze gevuld te zien.
Op het schoolbord waren teeken-lngen
aangebracht, benevens oude kaarten vam
Rammekens.
Aan de hand hiervan, deelde de heer De
Meij oms im vogelvlucht iets vam de rijke
historie mede.
Het kasteel Rammekens of zooals het
vroeger genoemd werd, Zeeburg, heeft in
onze Vaderlamdsche Geschiedenis, vooral im
die vam Zeeland, een groote rol gespeeld.
Liggende aan den mond vam het vaarwa
ter, de Welzinge (thans ingepolderd) naar
Middelburg, kon het den toegang naar deze
stad aam de Zeezijde afsluiten. Men kan het
fort noemen de
sleutel van Walcheren
want met Rammekens stond of viel Mid
delburg en hiermede tevens hert, geheele
eiland.
Daar de landwacht, in 1510 door de Sta
ten van Zeeland ingesteld, door de land
voogdes Maria niet voldoende werd geacht
tot verdediging van Walcheren, werd op
haar verlangen door de Staten hert Kasteel
op genoemde plaats gebouwd (1547).
Het werd Zeeburg genoemd, bij Ramme
kens liggende. Rammekens was vroeger een
kleine Heerlijkheid ten Zuiden van Ritthem
Larter zijn beide namen vereenzelvigd en is
het kasteel meer bekend gebleven, onder
den naam van Rammekens, of zooals de
volksmond zegt „Rammetjes".
Na deze historische uiteenzetting beste
gen wij weer de auto's en reden wij naar
het fort Reed9 van verre trekt het aller
oog, door zijn massalen omvang.
Het ontwerp voor het Kasteel werd ge
maakt door den Keizerlijken ingenieur Do
nast de Boni. De bouwmeesters waren Pie-
ter en Jacob van Antwerpen. Het fort had
ongeveer den vorm van een driehoek. Een
der bastions liep in zee uit. Waar de mu
ren niet door de zee bespoeld werden, aan
de landzijde dus, was een diepe gracht,
maar geen wallen.
Het kasteel had enorm dikke muren, dio
ons aller bewondering ten deel vielen, rui
me gewelfde schuilplaatsen en geschutkel-
ders.
Met kaarslicht, liepen wij door de stik
donkere casemattcn en kregen wij een die
pen indruk, wat het vroeger moet geweest
zijn, als dit kasteel werd belegerd. Onze
gids lichtte alles uitvoerig toe, zoodat wij
alles in het geschiedkundig licht zagen.
Rammekens werd als onneembaar geacht.
Het was dan ook meer door list dan door
geweld, dat de Geuzen het den 4den Aug.
1573 in bezit namen.
Welk een belangrijk strategisch punt het
vroeger was, blijkt wel hieruit, dat toen En
geland ons land in 1585 met een leger hielp,
't behalve de steden VMesimgen en Brielle,
ook diirt kasteel als pond eiischte.
Aan het kasteel werd niet de hand ge
houden, en met liet het verwaaidoozen.
De Zeeuwsche dichter de la Rue, die in
177p gestorven is, zegt van dit kasiteol:
„Ik, Zeeburg, wierd gesticht door
's Vijfden Carels zuster.
Em was dn oorlog van Spanje groot
van kracht.
Dog Walcheren in deez tijd zich
vindende geruster
Vertoon ik naauw geraamt van mijn
voorgaande magt".
In 1787 werd Rammekens ingericht als
hospitaal voor zieke zeelieden.
Later werd het weer als versterking ge
bruikt, al heeft de bezetting bij den inval
der Engelschen op Walcheren zich dadelijk
overgegeven. (4 Aug. 1809).
Om een tweeden inval der Engelschen te
verhinderen, heeft Napoleon ook Ramme
kens zeer versterkt. Een jaartal 1812 daar
in gemetseld herinnert ons daaraan. Het
prijkt boven de binnenpoort, ecner geschuts
kelder, die de Schelde beheerschte.
Nu ligt Rammekens verlaten, ongeveer
nog in dcnzelfden toestand, waarin Napo
leon hert heeft gebracht. Wel is de binnen
gracht grootendeels gedempt, maar er is
nog veel te zien, en het verleden ervan is
keurig na te gaan.
Van Rijkswege wordt Rammekens nog
onderhouden, al blijft' het beperkt tot het
allernoodzakelijkste.
Het loont zeker de moeite een bezoek aan
deze historische plaats te brengen.
Het was vóór de leden der „Bevelanden"
een gcnotvollen middag.
Men verzuyne echter niet, om een flink'
aaVital élèctriSehe zaklantaarns mee te ne
men, deze zijn onmisbaar, wanh'éer men
ondergrondsch gaat.
Op de breede wallen van het kasteel
staande heeft men een prachtig panorama.
Voor uw voeten ziet gij de Schelde, ver
derop ziet gij tegen den hemel zich aftee-
kenen de kranen van de werf „De Schelde"
te Vlissingen, Ritthem en Souburg en in
hot verschiet „de lange Jan" van Middel
burg.
Over dit alles spant zich een hemel zóó
girootsch en overweldigend, dat men diep
onder den indruk van Gods schepping
komt
Op de akkers ziet men de boeren, kleine
figuurtjes achter de forsche paarden.
Werkelijk een gezelschap (hetzij groot of
klein) dat naar Ritthem trekt, zal veel ge
nieten, vooral als het het voorrecht heeft als
leider te hebben de heer B. J. de Meij, het
Hoofd der Chr. School, die thans bezig is
ecm historisch werk over Rammekens saam
te stellen, en die steeds gaarne als gids mee
gaat, en in den omtrek zoowat als de „Be
schermheer" van Rammekens wordt geacht.
DE REIS OM DE WERELD
INGEZONDEN MEDEDEELING.
VOORKOMT TANDBEDERF
en poetst 'a-mor -gens en Yavonds met
NI VA TANDPASTA
75 ets.per 'A tube 25 ds p. 'A tube.
IN EEN ZEILBOOTJE!
Alain Gerbault, de Waterkluizenaar
P a r ij s, 30 Juli 1929.
Nadat dagenlang heel Havre in spanning
had verkeerd is daar eindelijk een zeil-
kotter aan den horizon verschenen, een
bootje van slechts elf meter lengte, welks
geheele equipage uit maar
één man
bestond.
De mensehenmassa, langs de kaden opge
hoopt, heeft hem uitgelaten toegejuicht,
toen hij, gekleed in een verschoten zeemans
jekker en blauwe broek, blootshoofds en
barrevoets, langs de haventrap naar boven
klom; een comité was aanwezig om hem
officieel te ontvangen; en een decreet van
den President der Republiek heeft hem be
vorderd tot officier van het Legioen van
Eer.
Deze man heeft gepresteerd wat geen an
der voor hem gekund heeft, en wat ook
niet licht een tweede na hem tot stand zal
brengen: zonder hulp, geheel alleen, in zijn
zeilscheepje van geringe afmetingen,' heeft
hij eerst den Atlantischen Oceaan overge-
stov in, een reis van Gibraltar naar New-
York, en daarna zijn weg nemend door
Panama-kanaal en Stille Zuidzee heeft hij
den aardbol omgezeild: 60.000 KM. lange
tocht,
vijf jaren van eenzaamheid!
Alain Gerbault is een probleem geworden,
welks oplossing men tevergeefs zoekt; uit
welke motieven stak hij in zee, zonder één
metgezel, bleef hij zóó lang ronddolen, de
Waterkluizenaar?
Uit zijn eerste boek, dat een verslag is
van zijn tocht naar Amerika vinden wij
veel interessante gegevens omtrent dezen
wonderlijken man en kan men althans zijn
levenshouding eenigszins aanvoelen. .Zijn
eerste jeugd sleet hij tusschen de geharde
visschers van Bretagne, op wier schuiten
hij graag meevoer als er vrije dagen waren,
de liefde tot zee en avontuur scheen hem
in het bloed te zitten.
Later werd hij naar Parijs gezonden, en
begon het gebonden leven tusschen muren
en boeken: hij zou ingenieur worden. Doch
de oorlog brak deze plannen af, en zoo
werd hij weldra militair vliegenier, een
soldaat buiten den beperkten kring der
beschaving, een mensch die in eenzaamheid
en gevaar eiken dag den dood onder de
oogen moest zien.
Toen reeds gevoelde hij, het zou hem, on
mogelijk zijn, weer in het welgeordende,
beperkte leven van allen dag terug te kee-
ren, de wereld was ruimer dan één werk
kring en één woonplaats! Het plan rijpte
hij hem, de groote zeeën te gaan bezeilen,
indien hij ten slotte de oorlog overleven
mocht; twee zijner kameraden zouden met
hem de avonturen deelen.
Doch deze heide vrienden sneuvelden in
de lucht, en toen de Wapenstilstand werd
gesloten, was Alain Gerbault de laatst-over-
gehlevene van dezen trits.
Een jaar lang zocht hij naar een boot
welke volkomen zeewaardig was, en. door
één man zon kunnen wórden;1 bestuurd,
toen vond hij in een Engelsche havortJ/ic
j kotter „Firecrest", welke voor zijn doph-ge-
jhecl geschikt was, en
begon zijn zeeleven.
Het is moeilijk, zich er eenig begrip Van
te vormen, wat het zeggen wil, dag en
nacht alleen aan boord van een klein
scheepje te zijn dat op de golven danst, dat
stortzeeën over krijgt, averij aan zeilen en
touwen hekomt, cn gestaag manoeuvreeren
vereischt, wil men meester van zijn lot blij-
„Het was gedurende een storm dikwijls
heel lastig om eten te kokenIk kookte
op een petroleumstel, dat ik zoodanig had
I opgehangen, dat hot altijd horizontaal bleef,
l hoe ook liet schip zich bewoog. Maar in de
I prartiik werd de helling vaak zoo groot dat
de braadpan van het eomfoor viel en mijn
bloote boenen besproeide met kokende olie".
Gedurende deze hez:gheden, en ook als er
wat te herstellen viel aan tuig of zeilen,
(er waren bijna steeds reparaties), moest
het roer zóó worden vastgebonden, en het
wand zóó worden gezet, dat het schëepie
zichzelf stuurde. Bij zwaar weer was dit
dikwijls niet mogelijk, ook waren er' zee-
streken, waar voortdurend uitkijken ver
eischt werd met het oog op gevaren van
koraalrotsen, klippen, of passecrende sche
pen. Zoo werden heel wat dagen zonder
warm voedsel doorgebracht, de bleeding
doorweekt van het stroomende zeewater,
en nachten doorwaakt met de hand aan de
roerpen. Overigens ontwikkelde Alain Ger
bault-
de Instincten van den echten zeevaarder.
„Ik raakte er heel spoedig aan gewoon
heel licht te slapen. Te kooi liggend met
het hoofd tegen den scheepswand, en het
water slechts op enkele centimeters afstand
van mijn ooren, kon ik de snelheid van het
schip schatten naar het geluid dat het wa
ter langszijde maakte. Door de beweging
van het schip, of de mate van stampen en
rollen wist ik onmiddellijk dat de Ficrest
zijn ligging ten opzichte van den wind ge
wijzigd had, en kwam ik aan dek om den
stand van het stuur te wijzigen."
Vervelen deede deze eenzame zich nooit
aan boord van zijn schip. „De Firecrest
gleed zacht voort, een phosphoriseerend zog
achter zich latend en ik stuurde op een
ster. Alle en op zee keek ik naar het hemel
gewelf en de werelden van licht, terwijl mijn
geest bezig was met bespiegelingen aan
gaande dc zwakheid van den mensch en
de armoede der wijsgeerige systemen
Om het absolute te lecren kennen zou men
zioh in de vrije ruimte moeten kunnen be
vinden, buiten alle beweging. Maar clan zou
men niet meer mensch, doch God zijn".
Schrikkelijke stormen
maakte hij mede, waarin hij dagen lang
met de elementen had te worstelen om het
-behoud van het veege lijf; hij kreeg er dit
leven te midden van een grootsche wilde
natuur slechts des te liovcr om. Wat hij
meemaakte doet soms den adem stokken,
indien men het leest, en daarbij bedertkt,
dat één enkel mensch, temidden der ont
zaggelijke ruimte, zich met de ontketende
elementen mat.
Zooals deze episode uit een orkaan:
„Plotseling zag ik aan den horizon een ge
weldige golf naderen, waarvan de witte,
brullende kam zóó hoog scheen dat zij bo
ven alle andere uitstak. Ik kon ternauwer
nood mijn oogen gelooven. Het was iets
prachtigs doch terzelfdertijd iets verschrik
kelijks. Zij naderde met een gerol als van
den donder. Wetend dat ik een zekeren
dood zou vinden indien ik aan dek bleef,
want ik kon niet anders dan over boord
gezweept worden, had ik juist nog den tijd
om in het tuig te klimmen en ik was on
geveer op halve masthoogte toen dc golf
woest egen de Firecrest brak, en deze ver
dween onder tonnen water en maalkolk vol
schuim. Het schip aarzelde en helde onder
den schok, en ik vroeg mij af of het aan
de oppervlakte zou kunnen terugkomen..."
Zoo was jaren lang het bestaan van dezen
Alain Gerbault, den kluizenaar der zee.
Wat dreef hem?
Hij weet zelf niet anders te zeggen dan
liefde tot de zee en tot het vrije leven. Men
heeft zic-h afgevraagd of hij nu eindelijk
zich weer aan land vestigen zal? ITet lijkt
zeer onwaarschijnlijk! Toen hij na een tocht
van drie maanden New-York bereikte,
scireef hij: „ik moet mij opnieuw onder
werpen aan de tyrannie van het gecivili
seerde leven. Onder andere dingenwas
het mij ze-er penible weer schoenen te moe
ten aantrekken. Ik had na mijn aankomst
een periode van neerslachtigheid. Het suc
ces liet mij volmaakt onverschillig. Ik had
te lang geleefd in een wereld van ideaal en
droom, en alle eischen van liet dagelijksche
leven in een groote stad wondden mij diep.
Nauwelijks aangekomen dacht ik slechts aan
weer vertrekken".
Hoe sterk is 'deze man, dat hij alleen
weet te staan, met zichzelven en met de
natuur!
Uit het Sociale Leven.
DE ONTWIKKELING VAN HET
VERZEKERINGSBEDRIJF IN
ZWITSERLAND.
Groote vlucht.
Ter gelegenheid van het congres der
Roval Institut of Public Health te Zürich,
werden belangwekkende inlichtingen over
het verzekeringsbedrijf aan de buitenland-
sche deelnemers verstrekt.
De oorsprong van de Zwitsersche levens
verzekering is te vinden in de achttiende
eeuw. Maar pas in 1857 werd een werke
lijke verzekeringsmaatschappij opgericht.
Tegenwoordig bestaan in Zwitserland 11
levensverzekeringen, waarvan er 7 op
aandeelcn, en 4 onderling zijn. Deze bedrij
ven kenmerken zich door de deelname van
de verzekerden aan het jaarlijksche bene
fiet. De totale balans van de verzekerings
bedrijven bedraagt tegenwoordig meer dan
een milliard franken. Het belang van deze
tak van economie wordt nog scherper aan
getoond door het feit, dat gemiddeld van
de 100 huisgezinnen er 85 een polis hebben
De ongevallenverzekering onwikkelt
zich eveneens zeer snel in Zwitserland, de
verschillende maatschappijen hebben reeds
geruimen tijd hun activiteit tot in het bui
tenland uitgebreid. De som van de assu-
rantiepremien tegen ongevallen cn op de
civile verantwoordelijkheid 'bedraagt onge
veer 12 franken per inwoner per jaar be
rekend. Wanneer men het totaal der pre-
miën, betaald door de Zwitsersche bevol
king voor alle vormen van assurantie op
maakt, komt men tot de ontzaglijke som
AMSTERDAM.
JAARVERSLAG A. C. J. C.
Het pas verschenen jaarverslag van de
Amst. Christelijke Jeugdcentrale doet de
beteekenis van dit lichaam en de plaats die
het inneemt in ons Christelijk leven, duide
lijk uitkomen.
Als in het najaar het tweede lustrum
mag worden gevierd is er alle reden om
van groei en ontwikkeling te spreken, van
ontvangen zegeningen, van een in stagen
arbeid gewonnen positie.
Belangrijke arbeid is ook in 1928 ver
richt en de Bureau-Secretaresse Jonkvr.
J. J. Baronesse Mackay, die de leiding van
het practische werk heeft, wordt terecht
gehuldigd voor haar trouwen en omvang
rijken arbeid.
Uit het practische werk doen wij een
enkele mededeeling. liet kaartregister
werd vermeerderd met de namen en adres
sen van 1117 jonge menschen, zoodat er
thans 12000 stamkaarten zijn. Distribu
tie naar predikanten, jeugdvereenigingen
en dergelijke had geregeld plaats.
Van het Bureau voor Beroepskeuze, werd
door 148 jonge menschen gebruik gemaakt
en 29 vonden door de plaatsingsafdeeling
een geschikte betrekking. Deze tak van
arbeid dient echter uitgebreid, en pogingen
worden aangewend om een nauwer con
tact te leggen tusschen het Gemeentelijk
Bureau en de particuliere bureaux, opdat
meer van de outillage van de gemeentelijke
instelling kan worden geprofiteerd.
Een cursus voor Jeugdleiders werd ge
geven onder leiding van Dr P. Stegenga
Azn. Een 30-tal personen namen aan dezen
cursus deel.
In de „Lectuurgids" die ook in Zuid-Afri-
ka en Ned.-Indie wordt gelezen, werden 264
boeken besproken. Het aantal abonné's is
stijgende, maar toch nog te gering, zoodat
de uitgave nog altoos geld kost.
Het werk van de Christelijke Vacantic-
scholen werd bevorderd. Voor het eersc
werd in 192S voor dezen arbeid Gemeente
subsidie ontvangen. Echter is het subsidie
bedrag veel geringer dan dat voor de neu
trale vacantiescholen is uitgetrokken en
probeert men dus hier meer gelijkheid te
krijgen.
Ook wordt de finantieele positie van de
A. C. J. C. beter, en is het gelukt de Chris
telijke centrale als gelijke te doen behande
len met andere Jeugdorganisaties zoo
dat de mogelijkheid er nu is, het werk
breeder uit te zetten.
De rekening sluit in ontvangst en uitgaaf
met een bedrag van f 9418,20. De lectuur-
ve
f 1500.
van 50 millioen franken per jaar, wat voor
een land van 4 millioen inwoners een op
merkenswaardige bijdrage is.
DE LANUARBEIDERSSTAKING.
Bemiddelingsvoorstel
Het bemiddelingsvoorstel van den heer J.
Buiskool in het landbouwconflict in Oost-
Groningen is gistermorgen zoowel van den
kant der arbeidersorganisatie als van do
patroonsorganisatie met bijna algemeenj
stemmen afgewezen.
Aan de besturen der organisaties is ver
zocht met een nieuw bcmiddélingsvoorstel
te komen.
Samenscholingen verboden.
De burgemeester van "Winschoten heeft sa
menscholingen van meer dan drie personen
verboden. Er zijn verder politiemaatregelen
voor orde eii rust afgekondigd.
Neg niet geëindigd.
De staking aan de kalkzand steenfabriek
Loevestejn te Vuren is nu weer niet oi^—re
ven, zoo meldt het persbureau Vaz Dias. Ilct
aannemen van het werkvolk geschiedt nu,
naar de meening van de georganiseerde ari-ei
ders. niet volgens de overeenkomst.
Land- en Tuinbouw.
Omtrent den stand dier gewassen op 26
Juli j.l. wordt gemeld:
De vooruitzichten van den fruitoogst kun
nen in het algemeen gunstig genoemd wor
den. De berichten daaromtrent luiden: veel
appelen, minder peren en zeer veel pruimen
Op enkele plaatsen scheuren de pruimeboo-
mon van de zware dracht Ook de late ker
sen leveren een goed beschot De langdurige
droogte begint evenwel ook op het fruitge
was een nadeeligen invloed uit te oefenen,
waardoor hier en daar vruchten afvallen.
De hoedanigheid van het fruit is over het
geheel goed. Aantasting van de appelen
door de zaagwesp bracht in verband met dc
overvloedige vruchtzetting de gewenschte
dunning teweeg.
Radio Nieuws.
HUIZEN (1875 M.) 10—10.15 MorgvnwUdlngi
2.152 Concert. 22.30 Gramofoon. 2.304 Mu«
iek. 4—5 Orgelconcert. 5.30—7.15 Concert 7.15—
45 Spreekuur van
.0.30 Concert Coor -
1 est. IntermeEZo: Lezing
ngh over: De juridische
l.lebermann. Na afloop
HILWERSUM (298 1
Marktberichte:
1071 M. Ultsl,
i«ter Abbey.
Muziek. 5.35
rmezzo. 6.35
6 55 Muzikaal
Nieuvrsber. 9.35 Lezing. 9.50 Nieuw
Tooneel. 10.45—12.20 Muziek
PARIJS „Radio-Paris" (1725 M.) 12.50 Gramo
foon. 1.25 Vervolg van 12.50 4-05 Muziek. 6.55
Gramofoon. 8.25 Concert.
LANGENBERG (473 M.) 7.20—7.50 Gramofoon.
7.50—8.60 Orkest 10.35—12.10 Gramofoon. 12.30
Gramofoon. 1.25—2.50 Orkest. 5.20—5.55 Ergens
in West Duitschland. Uitzending van de haven
Ruhrort-Duisburg. 5.556.50 Orkest. 8.20 Concert
Intermezzo: Liederen-voordracht. Daarna Nieuw*
ber en tot 12.20 Muziek.
ZEESEN (1635 M 6.10—11.05 Berichten en
lezingen. 12.201.15 Gramofoon. 1.15—6.20 Be«
richten en lezingen. 5.20—6.20 Concert. 6.20S.2®
Berichten en lezingen. 8.20 Populair orkest.
Dcarna Persber. en tot 12.50 Muziek.
HAMBURG (421 M 5.20 Orkest 6.20 Concert.
8,20 Operette. 11.05 Cabaret.
HAMBURG (421 M.) 5.20 Orkest «.20 Concert
8.20 Operette. 11.05 Orkest
ÖRUSSEL (50S M.) 5.20 Muziek. 6.20 Piano
recital. 6.55 Gramofoon. 8 35 Orkent. n 20 Concert
uit de Kurzaal te Ostende.
Vrijdag 2 Au gusto*.
HUIZEN (1875 M.) 10—10.15 Morgenwijding.
12.15—1.45 Concert door het AVRO-Kwintet.
1.45—2.45 Concert. 2.45—4 Gramofoon. 4—5 Con
cert 5.30—7 Concert 7—7.45 Vloolrecltal. 8.01
JS.15 Gramofoon. 8.15 Kushaus Schevenlngen.
Concert. Intermezzo: Liederen te zingen dooe
Jac. Ph. Caro. Na afloop van het concert; pens-
ber. Daarna Muziek. 12 Sluiting.
HILVERSUM (298 M. Na zes uur 1070 M y
-7.25 KRO. Cal
Kon. Pa ie is
•rplai
7.35
VPRO. Persber. 7.40 VPRO. Cai
slsi. 815 VPRO- Concert 8.50 VPRO. Causerie
over: Van Bombay naar Gewalier. 9 30 VPRO.
Vervolg Concert. 10 VPRO. Voorlezen door In»
Boudier—Bakker. 10.20 VPRO. Vervolg concert.
DAVENTRY (1554 M.) 10.35 Morgenwijding.
10.50 Nieuwsber. 11.20 Gramofoon.
gelconcert. 1.20—T
nders "World Jamb
Sir Robert Baden—
ino-recital. 4.35 Orkert. 5.35 Kin-
Lezing. 6.36 Nleuwsber. G.SO
:zo. 7.05 Liederen-voordracht 7.20
7.35 Muzlk. Intermezzo. T.50 Vaudeville
Nleu'
9.35
9.60
islng. 11.20
Nieuwsbei
Muziek. 12.20—12.35 Beelduitzending.
PARUS „Radio-Parle" (1725 M.) 12.20 Gramo
foon. 12.50 Gramofoon. 1.25 Vervolg van 12.30.
4.06 Orkest. 6.55 Gramofoon. 8.55 Orkest
:,ANGENBERG (47-3 M.) 7.20—7.50 Gramofoc
—6.55 Uitzending uit Breslau.
i de Dultsche zwemwedstrijden om he
«chap 8.20 Drama. Daarna Nleuwsber
12.20 Muziek.
De stand van de druiven is goed tot zeer
goed. De perziken onder glas staan goed,
de natuurperziken echter matig.
Het koolgewas, vooral de jonge, uiige pot»
kool heeft ,vbel van de droogte geleden, me
de ten 'gevolge waarvan de stand van ma
tig tot vrij goed varieert Daarentegen deed
de koolvlieg zich geleidelijk minder gelden.
De late bloemkool is aanmerkelijk beter
dan de vroeg geoogste. Aan den Langendijk
(N.-H.) komen wederom „val Iers" voor,
vooral in de roode kool.
De stand van augurken en boonen is door
de warmte der laatste weken sterk vooruit
gegaan. Door dieper beworteling herstelden
de boonen zich geleidelijk van de droogte;
niettemin vreest men, dat de oogst spoedig
zal eindigen. Een enkel bericht wijst er op,
dat, in tegenstelling met de andere jaren,
de gelegde boonen betere resultaten geven
dan de gepote.
De tomaten staan goed.
Leidt men uit de opgegeven cijfers, met
inachtneming van den omvang der teelt in
de verschillende streken, het cijfer af voor
het geheele land, dan verkrijgt men het vol
gende resultaat, waarbij het tusschen haak
jes geplaatste cijfer aangeeft hoe de stand
was op 26 Jun,i 1929. Appelen 67 (69). Peren
57 (54). Late kersen 77 (75). Pruimen 70
(61). Druiven 81 (76). Perziken (oawler glas),
72 (77); (natuur) 51 (51). Frambozen 77.
Witte kool 59 (59). Roode kool 55 (59),
Savoye kool 59 (59). Bloemkool 58
(53). Pootuien 56. Augurken 72. Erwten 72
(66). Tuinbompn 76 (67). Andore boonen
67. Tomaten 74 (72).
Door de correspondenten wordt de stand
opgegeven in cijfers, waarbij 100 uitmun
tend, 90 zeer gced, 70 goed, 60 vrij
goed, 50 matig, 40 vrij slecht, 30
selcht en 10 mislukt.
Singel 114-116, Telel. 68871 Gr. SieinWeg
Bekende merken in alle pi
Schiedmaijer
rijsklaSSCn W.O. Groote Keuze
Franco Levering
IViartnDOrg e.a. Absolute Garantie
SIGRID UNDSET'S KRISTIN
LAVRANSDOCHTER
door Dr. J. H. GUNNING JJI.zn.
UI')
De beschrijving van allerlei toestanden
en gebeurtenissen in „Kristin Lavransdoch-
ter" is van een onverbloemd realisme, dat
bij vele lezers bedenking, ja ergernis wek
ken zal en dat ook mij ik wil het vol
mondig erkennen af en toe gestooten
heeft.
Wanneer de schoone Kristin, die met
Simon in allen wettigen vorm verloofd is,
Erlend ontmoet, gaat zij al dadelijk ge
modereerd in zijn schoot slapen. Weldra
geeft zij zich, geheel voor hem gewonnen,
aan hem over, hij doet „het leelijke" met
haar en zes nachten achtereen brengen zij
den nacht in malkaars armen door.
En toch is het meisje, dat op deze wijze
haar ouders, haar verloofde en den Alwe-
tende bedriegt en zichzelve aan een zede
loozen vrouwenheld vergooit, nauwelijks
zeventien jaren oud! En toch heeft die Er
lend al twee kinderen bij zekere Eline, die
haar rechten op den man komt opeischen
in een scène, waar vergif en doodslag een
weerzinwekkend slottooneel leveren, als
voorbereiding voor de bruiloft, waar de
onteerde bruid den gouden bruidskrans
draagt en alles, alles letterlijk op leugen,
bedrog en de grofste onzedelijkheid, ook
bij velen van de bruiloftsgasten, blijkt te
rusten.
De al te spoedig op deze bruiloft volgen
de geboorte van Kristin's eersteling, wordt
zoo tot in alle schrik- en meelijwekkende
bijzonderheden verhaald, dat men er néér
van wordt, en zich toch onwillekeurig af
vraagt waartoe dit alles zóó pijnlijk-dras
tisch beschreven en gelezen moet worden.
ITet is waarlijk geschikt om een meisje
voor goed een doodelijlcen angst voor het
moederschap op het lijf te jagen. Ik ga op
zettelijk tal van allerlei gewoonten cn ge
bruiken van de mannen en vrouwen dier
dagen voorbij. Het zal ongetwijfeld met
groote kennis van de Middeleeuwsche ze
den zijn geschreven, maar 't zijn toch
waarlijk geen opbouwende en hartverhef
fende tafereelen.
Onechte kinderen zijn in dit verhaal aan
de orde van den dag. Het is zede dat de
verleider zoo'n meisje, dat hij te na kwam,
trouwt. Tout comme cliez nous. Maar als
zoo'n kind dan eens een keertje doodgebo
ren ter wereld komt, verklaart de moeder
onverholen danig spijt te hebben dien man
gehuwd te hebben. Schuldgevoel kennen ze
niet, de menschen met wie wij in dit boek
verkeeren. Begaan ze een moord of hak
ken ze iemand een hand of een voet af, het
kan met een boete weer worden goedge
maakt. De schitterende beschrijving doet
je veelal vergeten hoe ruw van karakter
ook zelfs de besten hunner zijn.
Ook Simon Andreszoon, toch stellig een
der sympathiekste figuren, wordt ons aldus
geteekend: „een goedhartig man, volstrekt
niet darn, maar je hebt altijd een beetje
medelijden met hem".
Er ligt een sombere tragiek over het le
ven van vrijwel allen. Ze mislukken bij
kans zonder uitzondering in het strijdperk
des levens, geen enkele behaalt de kroon.
Friend is toch eigenlijk een slappeling, die
zijn vrouw, zijn belangen, zijn kinderen,
zijn goederen verwaarloost en Kristin een
echtgcnoote, die de kracht mist haar man
en haar kinderen, naar wie zij in haar per
manente zwangerschap, met haast dierlijk
verlangen hunkert, bij den voortgang des
levens tot hooger peil te nopen door eigen
zedelijke kracht. De zonen doen als de va
der, verleiden de meisjes,, één hunner,
Kristin's lieveling steelt er zelf een,
natuurlijk na haar eerst onteerd te hebben,
en verlangt dan een prachtige en rijke
bruiloft van zijn moeder. Kristin, die zich
wel herinnert dat zijzelve op dien leeftijd
er niet eervoller aan toe was, neemt het
zeventienjarige kind in huis en laat haar
Gaute zoo heet de jongen rustig met
haar samen-wonen.
„Al hadden deze twee jonge menschen
vermetel gezondigd tegen cle wet van het
land, tegen gehoorzaamheid en zedelijkheid
ze hoefden toch niet zoo'n slecht gewe
ten te hebben". „Kristin bad veel voor
den goeden afloop van Gaute's krankzinni
ge daad (een verleid kind uit het huis harer
rijke ouders weg te rooven) en troostte
zich met de gedachte dat Gods rechtvaar
digheid onmogelijk Gaute en Jofrid een
harder lot kon schenken dan zij zelf en Er
lend gekregen hebben en z ij waren ge
trouwd, hun zondekind was ter wereld ge
komen als wettige erfgenaam van al zijn
verwanten". Op dezelfde bladzijde, waarop
wij deze dingen vernemen, lezen wij dat
Kristin een harer dienstboden, die met den
gang van zaken ontevreden was en dat op
héér wijze geuit had, een slag in het ge
zicht geeft, zoodat het bloed haar uit neus
en mond komt te vloeien, onder de toevoe
ging der weinig waardige woorden: „Dat is
mooi zulke woorden van jou te liooren,
oude, manzieke teef!"
„Frida (zoo heet het dienstmeisje) veeg
de het bloed van haar mond en neus af:
„Moesten jullie, dochters van voorname lie-'
den, zooals jij en die Jofrid niet beter
zijn dan de kinderen van daglooners? Jul
lie weet, dat stellig een bruidsbed met zij
den overtrek je wacht. Jullie moet man
ziek en schaamteloos zijn, wanneer je niet
kunt wachten, maar het- bosch intrekt met
jónge knapen en heimelijk kinderen krijgt
foei zeg ik van zoo iets!"
„Zwijg nu ga je wasschcn het bloed
komt in het deeg", zei de vrouw des huizes
heel rustig.
Ik ga niet verder met citeercn, al zou ik
nog veel en velerlei kunnen aanhalen, dat
bij velen protest en ergernis zou opwekken.
Ook ik vind deze dingen verre van schoon.
Ik verdedig ze waarlijk niet, maar toch
kunnen ze mijn totaal-indruk van dit ge
weldige boek niet veranderen. „Le tact
dans l'audnce c'est de savoir jusqu' oü on
peut aller trop loin", zegt Jean Cocteau, en
zeker bezit onze schrijfster dien onmisba-
ren tact
Er is realisme èn realisme.
Half Nederland leest in deze dagen „Tm
Westen nichts Neues" van Erich Maria Re
marque. Ik heb het óók gelezen. Dat vind
ik nu waarlijk een treurig boekl
Ik ben verzekerd dat het waarheid
brengt, en wil mén per sé dat een boek een
„goed doel" heeft, welnu hier hebt ge
zoo'n boek. Wie na de lezing van dit ge
schrift den oorlog nog durft verdedigen,
die is óf een schurk óf een krankzinnige.
Maar tochhier hebt ge nu een rea
lisme van het be denkei ij kste allooi!
Geen mensch op aarde kan den oorlog in
tenser haten en verfoeien dan ik. Maar ik
acht het toch misdadig het voor te stellen
alsof daar geen andere factoren in werk
zaam kunnen zijn dan spij&verteeringsvra-
gen, latrine-vuiligheden, bordeel-genietin
gen en soortgelijke walgelijkheden. Een re
alisme, dat het specifiek-menschelijke ver
acht en vermoordt, is onrealistisch. Ik
kan mij best berijpen dat men vloekt op
al die mooi-praterij van den „heldendood
voor 't vaderland" cn op al die vrome fro
zen, door keizers en generaals, die veilig
achter het front bleven, clen volkè tot troost
meegegeven, terwijl de zonen van dat volk
als beesten geslacht werden of als beesten
moesten handelen tegenover medemon-
schen, die hun geen stroospier in den weg
hadden gelegd. Tóch behoeft men nog niet.
zelfs niet uit den satanischen oorlog, als
een z w ij n terug te keeren, al zal men,
evenals Dnnte, levenslang den stempel dra
gen van „in de hel te zijn geweest". Naast
dit gemeene boek van Remarque leggemen
de „Kriegsbriefe gefallener Studente", cn
hoe groot mijn afgrijzen ook is over alles
wat met den oorlog samenhangt, men kan
ook als Professor Gregory een „Urchrist
im Kriege" zijn.
In ongezouten realisme geeft Sigrid Und-
set aan Remarque niets toe, maar ver
der hebben deze twee schrijvers even wei
nig met elkander te maken als een soute
neur met de moeder der Graechen.
Remarque werkt af en toe phvsiek op u
in als een vomitief, Undset brengt u door
al de verwarring der zonde naar de aan
schouwing den overwinnende Liefde Gods.
Kan zij het helpen, dat het leven vaak 7.00
ruw en gemeen is? Maar zij heft ten slotte
haar gansche werk tot ccn machtig Geheel
van Kosmische Schoonheid op. Zeker, zij
laat vaak een gevoel van spijt bij u achter
omdat het noodig blijkt zóó dikwijls „la
bete humaine" te laten zien, maar tevens
brengt zij de vermaning onzes Heeren naar
voren: „Waakt en bidt,, opdat gij niet in
verzoeking kemt. De geest is wel gewillig,
maar het vleesch is zwak". Zou deze les
voor het tegenwoordige geslacht, juist in
dezen verstaanbaren vorm gègeven, niet
heilzaam wezen?
Hoe weet deze kunstenares te schil*
deren! Van de duizenden boeken, die ik in
mijn leven gelezen heb, hebben de meeste
weinig of niets in mijn herinnering achter ge
laten. Maar ik ben er zeker van: al werd ik:
ook 100 jaren oud, ik zal enkele tafereelen
uit dit werk nimmermeer kunnen verga
ten. Die geboorte van Kristin's eerste kind;
haar pelgrimstocht naar de Christuskerk
van Nidaros, die bittere weg blootsvoets en
met haar kind op don rug afgelegd. Terwijl
het snerpende boetekoord haar teer lichaam
wondt, het sterven van Erlend en zoo
menige bladzijde meer, ze zullen als som
mige Canto's van den „Inferno" onuitwisch-
b*Tar bij mij voortleven.
Neen, wil men dit boek „gevaarlijk" noe
men, dan is het niet om zijn naturalisme
op sexueel gebied, al kan dit ook voor som
migen zijn bedenkelijkheid hebben, maar
om zijn onverholen Roomsch karakter»
Het eeheele werk is een verheerlijking van
het Roomsche levensideaal, van de Roorn-
sche wereldbeschouwing, van de Roomsche
Kerk. F.n dat niet door sluwe, bedekte apo
logetiek, gelijk men die vaak aan vele ver
dedigers van het Roomsche dogma verwijt
en verwijten kan. maar door den gloed van
een eerlijke, hartgrondige overtuiging des
harten.
'Slof rolgfX