TWEEDE BLAD. W. A. HOUTMAN Co's PIANO- en ORGELHANDEL Schiedam DONDERDAG 1 AUGUSTUS 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5 HET KASTEEL ZEEBURG OF RAMMEKENS EEN PRACHTIG HISTORISCH UITSTAPJE Van geen militair belang meer. Ben vam de mooiste Zeeuwsche Eilanden Js zeker wed hot ediloaid Walcheren, dat evenals diet eiland Zudd-Bevelamid, jaar lij ksch' door duizenden wordt bezocht. Em peen wonder. Talrijke punten op Walcheren trekken iflen vreemdeling aain. De wekelijksch, op Donderdag weorkee- rende markt, diie ecm kwartier rijdens vam Pitthem ligt Het strand te Viissimgen en Domburg, De Domsche bosschen met het Kasteel Westhoven, Het aloude stedeke Ter Veer, het zijm alle attracties bij uitnemend heid, en zij staan dan ook op ieder Wal- Chersch Reisprogram. Hetzij mij vergund, eens speciaal de aan dacht te vestigen op een punt !van dit strand, dat een bezoek ten zeerste waard is. Ik bedoel een tocht naar het Walchersche dorpje Ritthem, op welks grond gebied zich het eenmaal zoo be roemde Fort Rammekens bevind Eenige dagen geleden brachten Wij, met de Oudheidkundige Vereen. „De IBevelanden" een be- *oek aan deze plaats, en gaarne wil ik van dit interessante be- loek iets vertellen, en anderen opwekken, als zij op Walcheren komen, toch Rammekens niet te Vergeten. Zeker, men moet er een „spe ciale" tocht voor maken, want het ligt niet „in de lijn" zooals men dit wel eens uitdrukt. Doch de tocht erheen is reeds Interessant en geeft veel te ge nieten. Met een geheel gevulde grootc autobus, gevolgd door zeven eveneens gevulde par ticuliere wagens, vertrokken wij uit het stadje Goes, waar de deelnemers vam de heide Bevelamden zich hadden verzameld. Wamneor men bij Oost-Souburg arriveert, Verlaat men de Hoofdweg Middelburg Viissimgen, om een zeer schilderachtige landweg in te slaan, welke naar het aar dige dorpje Ritthem voert, Ree'ds van verre trekt het keurige oude, met Rijkssteum gerestaureerde kerkje uw eandiacht. Onder groote belangstelling der dorpsbe woners, reden wij met die auto's het dorpje bitnmen. Aam den ingang werden wij welkom geheeten dooi' den heer B. J. de Meij, die het gezelschap mee naar de Chr. School (waarvan hij hoofd is) mam, en allen in de banken deed plaats nemen, terwijl de dik- sten vam het gezelschap de stoelen konden bezetten. 't. Was een alleraardigst gezicht, deze dorpsschool op deze wijze gevuld te zien. Op het schoolbord waren teeken-lngen aangebracht, benevens oude kaarten vam Rammekens. Aan de hand hiervan, deelde de heer De Meij oms im vogelvlucht iets vam de rijke historie mede. Het kasteel Rammekens of zooals het vroeger genoemd werd, Zeeburg, heeft in onze Vaderlamdsche Geschiedenis, vooral im die vam Zeeland, een groote rol gespeeld. Liggende aan den mond vam het vaarwa ter, de Welzinge (thans ingepolderd) naar Middelburg, kon het den toegang naar deze stad aam de Zeezijde afsluiten. Men kan het fort noemen de sleutel van Walcheren want met Rammekens stond of viel Mid delburg en hiermede tevens hert, geheele eiland. Daar de landwacht, in 1510 door de Sta ten van Zeeland ingesteld, door de land voogdes Maria niet voldoende werd geacht tot verdediging van Walcheren, werd op haar verlangen door de Staten hert Kasteel op genoemde plaats gebouwd (1547). Het werd Zeeburg genoemd, bij Ramme kens liggende. Rammekens was vroeger een kleine Heerlijkheid ten Zuiden van Ritthem Larter zijn beide namen vereenzelvigd en is het kasteel meer bekend gebleven, onder den naam van Rammekens, of zooals de volksmond zegt „Rammetjes". Na deze historische uiteenzetting beste gen wij weer de auto's en reden wij naar het fort Reed9 van verre trekt het aller oog, door zijn massalen omvang. Het ontwerp voor het Kasteel werd ge maakt door den Keizerlijken ingenieur Do nast de Boni. De bouwmeesters waren Pie- ter en Jacob van Antwerpen. Het fort had ongeveer den vorm van een driehoek. Een der bastions liep in zee uit. Waar de mu ren niet door de zee bespoeld werden, aan de landzijde dus, was een diepe gracht, maar geen wallen. Het kasteel had enorm dikke muren, dio ons aller bewondering ten deel vielen, rui me gewelfde schuilplaatsen en geschutkel- ders. Met kaarslicht, liepen wij door de stik donkere casemattcn en kregen wij een die pen indruk, wat het vroeger moet geweest zijn, als dit kasteel werd belegerd. Onze gids lichtte alles uitvoerig toe, zoodat wij alles in het geschiedkundig licht zagen. Rammekens werd als onneembaar geacht. Het was dan ook meer door list dan door geweld, dat de Geuzen het den 4den Aug. 1573 in bezit namen. Welk een belangrijk strategisch punt het vroeger was, blijkt wel hieruit, dat toen En geland ons land in 1585 met een leger hielp, 't behalve de steden VMesimgen en Brielle, ook diirt kasteel als pond eiischte. Aan het kasteel werd niet de hand ge houden, en met liet het verwaaidoozen. De Zeeuwsche dichter de la Rue, die in 177p gestorven is, zegt van dit kasiteol: „Ik, Zeeburg, wierd gesticht door 's Vijfden Carels zuster. Em was dn oorlog van Spanje groot van kracht. Dog Walcheren in deez tijd zich vindende geruster Vertoon ik naauw geraamt van mijn voorgaande magt". In 1787 werd Rammekens ingericht als hospitaal voor zieke zeelieden. Later werd het weer als versterking ge bruikt, al heeft de bezetting bij den inval der Engelschen op Walcheren zich dadelijk overgegeven. (4 Aug. 1809). Om een tweeden inval der Engelschen te verhinderen, heeft Napoleon ook Ramme kens zeer versterkt. Een jaartal 1812 daar in gemetseld herinnert ons daaraan. Het prijkt boven de binnenpoort, ecner geschuts kelder, die de Schelde beheerschte. Nu ligt Rammekens verlaten, ongeveer nog in dcnzelfden toestand, waarin Napo leon hert heeft gebracht. Wel is de binnen gracht grootendeels gedempt, maar er is nog veel te zien, en het verleden ervan is keurig na te gaan. Van Rijkswege wordt Rammekens nog onderhouden, al blijft' het beperkt tot het allernoodzakelijkste. Het loont zeker de moeite een bezoek aan deze historische plaats te brengen. Het was vóór de leden der „Bevelanden" een gcnotvollen middag. Men verzuyne echter niet, om een flink' aaVital élèctriSehe zaklantaarns mee te ne men, deze zijn onmisbaar, wanh'éer men ondergrondsch gaat. Op de breede wallen van het kasteel staande heeft men een prachtig panorama. Voor uw voeten ziet gij de Schelde, ver derop ziet gij tegen den hemel zich aftee- kenen de kranen van de werf „De Schelde" te Vlissingen, Ritthem en Souburg en in hot verschiet „de lange Jan" van Middel burg. Over dit alles spant zich een hemel zóó girootsch en overweldigend, dat men diep onder den indruk van Gods schepping komt Op de akkers ziet men de boeren, kleine figuurtjes achter de forsche paarden. Werkelijk een gezelschap (hetzij groot of klein) dat naar Ritthem trekt, zal veel ge nieten, vooral als het het voorrecht heeft als leider te hebben de heer B. J. de Meij, het Hoofd der Chr. School, die thans bezig is ecm historisch werk over Rammekens saam te stellen, en die steeds gaarne als gids mee gaat, en in den omtrek zoowat als de „Be schermheer" van Rammekens wordt geacht. DE REIS OM DE WERELD INGEZONDEN MEDEDEELING. VOORKOMT TANDBEDERF en poetst 'a-mor -gens en Yavonds met NI VA TANDPASTA 75 ets.per 'A tube 25 ds p. 'A tube. IN EEN ZEILBOOTJE! Alain Gerbault, de Waterkluizenaar P a r ij s, 30 Juli 1929. Nadat dagenlang heel Havre in spanning had verkeerd is daar eindelijk een zeil- kotter aan den horizon verschenen, een bootje van slechts elf meter lengte, welks geheele equipage uit maar één man bestond. De mensehenmassa, langs de kaden opge hoopt, heeft hem uitgelaten toegejuicht, toen hij, gekleed in een verschoten zeemans jekker en blauwe broek, blootshoofds en barrevoets, langs de haventrap naar boven klom; een comité was aanwezig om hem officieel te ontvangen; en een decreet van den President der Republiek heeft hem be vorderd tot officier van het Legioen van Eer. Deze man heeft gepresteerd wat geen an der voor hem gekund heeft, en wat ook niet licht een tweede na hem tot stand zal brengen: zonder hulp, geheel alleen, in zijn zeilscheepje van geringe afmetingen,' heeft hij eerst den Atlantischen Oceaan overge- stov in, een reis van Gibraltar naar New- York, en daarna zijn weg nemend door Panama-kanaal en Stille Zuidzee heeft hij den aardbol omgezeild: 60.000 KM. lange tocht, vijf jaren van eenzaamheid! Alain Gerbault is een probleem geworden, welks oplossing men tevergeefs zoekt; uit welke motieven stak hij in zee, zonder één metgezel, bleef hij zóó lang ronddolen, de Waterkluizenaar? Uit zijn eerste boek, dat een verslag is van zijn tocht naar Amerika vinden wij veel interessante gegevens omtrent dezen wonderlijken man en kan men althans zijn levenshouding eenigszins aanvoelen. .Zijn eerste jeugd sleet hij tusschen de geharde visschers van Bretagne, op wier schuiten hij graag meevoer als er vrije dagen waren, de liefde tot zee en avontuur scheen hem in het bloed te zitten. Later werd hij naar Parijs gezonden, en begon het gebonden leven tusschen muren en boeken: hij zou ingenieur worden. Doch de oorlog brak deze plannen af, en zoo werd hij weldra militair vliegenier, een soldaat buiten den beperkten kring der beschaving, een mensch die in eenzaamheid en gevaar eiken dag den dood onder de oogen moest zien. Toen reeds gevoelde hij, het zou hem, on mogelijk zijn, weer in het welgeordende, beperkte leven van allen dag terug te kee- ren, de wereld was ruimer dan één werk kring en één woonplaats! Het plan rijpte hij hem, de groote zeeën te gaan bezeilen, indien hij ten slotte de oorlog overleven mocht; twee zijner kameraden zouden met hem de avonturen deelen. Doch deze heide vrienden sneuvelden in de lucht, en toen de Wapenstilstand werd gesloten, was Alain Gerbault de laatst-over- gehlevene van dezen trits. Een jaar lang zocht hij naar een boot welke volkomen zeewaardig was, en. door één man zon kunnen wórden;1 bestuurd, toen vond hij in een Engelsche havortJ/ic j kotter „Firecrest", welke voor zijn doph-ge- jhecl geschikt was, en begon zijn zeeleven. Het is moeilijk, zich er eenig begrip Van te vormen, wat het zeggen wil, dag en nacht alleen aan boord van een klein scheepje te zijn dat op de golven danst, dat stortzeeën over krijgt, averij aan zeilen en touwen hekomt, cn gestaag manoeuvreeren vereischt, wil men meester van zijn lot blij- „Het was gedurende een storm dikwijls heel lastig om eten te kokenIk kookte op een petroleumstel, dat ik zoodanig had I opgehangen, dat hot altijd horizontaal bleef, l hoe ook liet schip zich bewoog. Maar in de I prartiik werd de helling vaak zoo groot dat de braadpan van het eomfoor viel en mijn bloote boenen besproeide met kokende olie". Gedurende deze hez:gheden, en ook als er wat te herstellen viel aan tuig of zeilen, (er waren bijna steeds reparaties), moest het roer zóó worden vastgebonden, en het wand zóó worden gezet, dat het schëepie zichzelf stuurde. Bij zwaar weer was dit dikwijls niet mogelijk, ook waren er' zee- streken, waar voortdurend uitkijken ver eischt werd met het oog op gevaren van koraalrotsen, klippen, of passecrende sche pen. Zoo werden heel wat dagen zonder warm voedsel doorgebracht, de bleeding doorweekt van het stroomende zeewater, en nachten doorwaakt met de hand aan de roerpen. Overigens ontwikkelde Alain Ger bault- de Instincten van den echten zeevaarder. „Ik raakte er heel spoedig aan gewoon heel licht te slapen. Te kooi liggend met het hoofd tegen den scheepswand, en het water slechts op enkele centimeters afstand van mijn ooren, kon ik de snelheid van het schip schatten naar het geluid dat het wa ter langszijde maakte. Door de beweging van het schip, of de mate van stampen en rollen wist ik onmiddellijk dat de Ficrest zijn ligging ten opzichte van den wind ge wijzigd had, en kwam ik aan dek om den stand van het stuur te wijzigen." Vervelen deede deze eenzame zich nooit aan boord van zijn schip. „De Firecrest gleed zacht voort, een phosphoriseerend zog achter zich latend en ik stuurde op een ster. Alle en op zee keek ik naar het hemel gewelf en de werelden van licht, terwijl mijn geest bezig was met bespiegelingen aan gaande dc zwakheid van den mensch en de armoede der wijsgeerige systemen Om het absolute te lecren kennen zou men zioh in de vrije ruimte moeten kunnen be vinden, buiten alle beweging. Maar clan zou men niet meer mensch, doch God zijn". Schrikkelijke stormen maakte hij mede, waarin hij dagen lang met de elementen had te worstelen om het -behoud van het veege lijf; hij kreeg er dit leven te midden van een grootsche wilde natuur slechts des te liovcr om. Wat hij meemaakte doet soms den adem stokken, indien men het leest, en daarbij bedertkt, dat één enkel mensch, temidden der ont zaggelijke ruimte, zich met de ontketende elementen mat. Zooals deze episode uit een orkaan: „Plotseling zag ik aan den horizon een ge weldige golf naderen, waarvan de witte, brullende kam zóó hoog scheen dat zij bo ven alle andere uitstak. Ik kon ternauwer nood mijn oogen gelooven. Het was iets prachtigs doch terzelfdertijd iets verschrik kelijks. Zij naderde met een gerol als van den donder. Wetend dat ik een zekeren dood zou vinden indien ik aan dek bleef, want ik kon niet anders dan over boord gezweept worden, had ik juist nog den tijd om in het tuig te klimmen en ik was on geveer op halve masthoogte toen dc golf woest egen de Firecrest brak, en deze ver dween onder tonnen water en maalkolk vol schuim. Het schip aarzelde en helde onder den schok, en ik vroeg mij af of het aan de oppervlakte zou kunnen terugkomen..." Zoo was jaren lang het bestaan van dezen Alain Gerbault, den kluizenaar der zee. Wat dreef hem? Hij weet zelf niet anders te zeggen dan liefde tot de zee en tot het vrije leven. Men heeft zic-h afgevraagd of hij nu eindelijk zich weer aan land vestigen zal? ITet lijkt zeer onwaarschijnlijk! Toen hij na een tocht van drie maanden New-York bereikte, scireef hij: „ik moet mij opnieuw onder werpen aan de tyrannie van het gecivili seerde leven. Onder andere dingenwas het mij ze-er penible weer schoenen te moe ten aantrekken. Ik had na mijn aankomst een periode van neerslachtigheid. Het suc ces liet mij volmaakt onverschillig. Ik had te lang geleefd in een wereld van ideaal en droom, en alle eischen van liet dagelijksche leven in een groote stad wondden mij diep. Nauwelijks aangekomen dacht ik slechts aan weer vertrekken". Hoe sterk is 'deze man, dat hij alleen weet te staan, met zichzelven en met de natuur! Uit het Sociale Leven. DE ONTWIKKELING VAN HET VERZEKERINGSBEDRIJF IN ZWITSERLAND. Groote vlucht. Ter gelegenheid van het congres der Roval Institut of Public Health te Zürich, werden belangwekkende inlichtingen over het verzekeringsbedrijf aan de buitenland- sche deelnemers verstrekt. De oorsprong van de Zwitsersche levens verzekering is te vinden in de achttiende eeuw. Maar pas in 1857 werd een werke lijke verzekeringsmaatschappij opgericht. Tegenwoordig bestaan in Zwitserland 11 levensverzekeringen, waarvan er 7 op aandeelcn, en 4 onderling zijn. Deze bedrij ven kenmerken zich door de deelname van de verzekerden aan het jaarlijksche bene fiet. De totale balans van de verzekerings bedrijven bedraagt tegenwoordig meer dan een milliard franken. Het belang van deze tak van economie wordt nog scherper aan getoond door het feit, dat gemiddeld van de 100 huisgezinnen er 85 een polis hebben De ongevallenverzekering onwikkelt zich eveneens zeer snel in Zwitserland, de verschillende maatschappijen hebben reeds geruimen tijd hun activiteit tot in het bui tenland uitgebreid. De som van de assu- rantiepremien tegen ongevallen cn op de civile verantwoordelijkheid 'bedraagt onge veer 12 franken per inwoner per jaar be rekend. Wanneer men het totaal der pre- miën, betaald door de Zwitsersche bevol king voor alle vormen van assurantie op maakt, komt men tot de ontzaglijke som AMSTERDAM. JAARVERSLAG A. C. J. C. Het pas verschenen jaarverslag van de Amst. Christelijke Jeugdcentrale doet de beteekenis van dit lichaam en de plaats die het inneemt in ons Christelijk leven, duide lijk uitkomen. Als in het najaar het tweede lustrum mag worden gevierd is er alle reden om van groei en ontwikkeling te spreken, van ontvangen zegeningen, van een in stagen arbeid gewonnen positie. Belangrijke arbeid is ook in 1928 ver richt en de Bureau-Secretaresse Jonkvr. J. J. Baronesse Mackay, die de leiding van het practische werk heeft, wordt terecht gehuldigd voor haar trouwen en omvang rijken arbeid. Uit het practische werk doen wij een enkele mededeeling. liet kaartregister werd vermeerderd met de namen en adres sen van 1117 jonge menschen, zoodat er thans 12000 stamkaarten zijn. Distribu tie naar predikanten, jeugdvereenigingen en dergelijke had geregeld plaats. Van het Bureau voor Beroepskeuze, werd door 148 jonge menschen gebruik gemaakt en 29 vonden door de plaatsingsafdeeling een geschikte betrekking. Deze tak van arbeid dient echter uitgebreid, en pogingen worden aangewend om een nauwer con tact te leggen tusschen het Gemeentelijk Bureau en de particuliere bureaux, opdat meer van de outillage van de gemeentelijke instelling kan worden geprofiteerd. Een cursus voor Jeugdleiders werd ge geven onder leiding van Dr P. Stegenga Azn. Een 30-tal personen namen aan dezen cursus deel. In de „Lectuurgids" die ook in Zuid-Afri- ka en Ned.-Indie wordt gelezen, werden 264 boeken besproken. Het aantal abonné's is stijgende, maar toch nog te gering, zoodat de uitgave nog altoos geld kost. Het werk van de Christelijke Vacantic- scholen werd bevorderd. Voor het eersc werd in 192S voor dezen arbeid Gemeente subsidie ontvangen. Echter is het subsidie bedrag veel geringer dan dat voor de neu trale vacantiescholen is uitgetrokken en probeert men dus hier meer gelijkheid te krijgen. Ook wordt de finantieele positie van de A. C. J. C. beter, en is het gelukt de Chris telijke centrale als gelijke te doen behande len met andere Jeugdorganisaties zoo dat de mogelijkheid er nu is, het werk breeder uit te zetten. De rekening sluit in ontvangst en uitgaaf met een bedrag van f 9418,20. De lectuur- ve f 1500. van 50 millioen franken per jaar, wat voor een land van 4 millioen inwoners een op merkenswaardige bijdrage is. DE LANUARBEIDERSSTAKING. Bemiddelingsvoorstel Het bemiddelingsvoorstel van den heer J. Buiskool in het landbouwconflict in Oost- Groningen is gistermorgen zoowel van den kant der arbeidersorganisatie als van do patroonsorganisatie met bijna algemeenj stemmen afgewezen. Aan de besturen der organisaties is ver zocht met een nieuw bcmiddélingsvoorstel te komen. Samenscholingen verboden. De burgemeester van "Winschoten heeft sa menscholingen van meer dan drie personen verboden. Er zijn verder politiemaatregelen voor orde eii rust afgekondigd. Neg niet geëindigd. De staking aan de kalkzand steenfabriek Loevestejn te Vuren is nu weer niet oi^—re ven, zoo meldt het persbureau Vaz Dias. Ilct aannemen van het werkvolk geschiedt nu, naar de meening van de georganiseerde ari-ei ders. niet volgens de overeenkomst. Land- en Tuinbouw. Omtrent den stand dier gewassen op 26 Juli j.l. wordt gemeld: De vooruitzichten van den fruitoogst kun nen in het algemeen gunstig genoemd wor den. De berichten daaromtrent luiden: veel appelen, minder peren en zeer veel pruimen Op enkele plaatsen scheuren de pruimeboo- mon van de zware dracht Ook de late ker sen leveren een goed beschot De langdurige droogte begint evenwel ook op het fruitge was een nadeeligen invloed uit te oefenen, waardoor hier en daar vruchten afvallen. De hoedanigheid van het fruit is over het geheel goed. Aantasting van de appelen door de zaagwesp bracht in verband met dc overvloedige vruchtzetting de gewenschte dunning teweeg. Radio Nieuws. HUIZEN (1875 M.) 10—10.15 MorgvnwUdlngi 2.152 Concert. 22.30 Gramofoon. 2.304 Mu« iek. 4—5 Orgelconcert. 5.30—7.15 Concert 7.15— 45 Spreekuur van .0.30 Concert Coor - 1 est. IntermeEZo: Lezing ngh over: De juridische l.lebermann. Na afloop HILWERSUM (298 1 Marktberichte: 1071 M. Ultsl, i«ter Abbey. Muziek. 5.35 rmezzo. 6.35 6 55 Muzikaal Nieuvrsber. 9.35 Lezing. 9.50 Nieuw Tooneel. 10.45—12.20 Muziek PARIJS „Radio-Paris" (1725 M.) 12.50 Gramo foon. 1.25 Vervolg van 12.50 4-05 Muziek. 6.55 Gramofoon. 8.25 Concert. LANGENBERG (473 M.) 7.20—7.50 Gramofoon. 7.50—8.60 Orkest 10.35—12.10 Gramofoon. 12.30 Gramofoon. 1.25—2.50 Orkest. 5.20—5.55 Ergens in West Duitschland. Uitzending van de haven Ruhrort-Duisburg. 5.556.50 Orkest. 8.20 Concert Intermezzo: Liederen-voordracht. Daarna Nieuw* ber en tot 12.20 Muziek. ZEESEN (1635 M 6.10—11.05 Berichten en lezingen. 12.201.15 Gramofoon. 1.15—6.20 Be« richten en lezingen. 5.20—6.20 Concert. 6.20S.2® Berichten en lezingen. 8.20 Populair orkest. Dcarna Persber. en tot 12.50 Muziek. HAMBURG (421 M 5.20 Orkest 6.20 Concert. 8,20 Operette. 11.05 Cabaret. HAMBURG (421 M.) 5.20 Orkest «.20 Concert 8.20 Operette. 11.05 Orkest ÖRUSSEL (50S M.) 5.20 Muziek. 6.20 Piano recital. 6.55 Gramofoon. 8 35 Orkent. n 20 Concert uit de Kurzaal te Ostende. Vrijdag 2 Au gusto*. HUIZEN (1875 M.) 10—10.15 Morgenwijding. 12.15—1.45 Concert door het AVRO-Kwintet. 1.45—2.45 Concert. 2.45—4 Gramofoon. 4—5 Con cert 5.30—7 Concert 7—7.45 Vloolrecltal. 8.01 JS.15 Gramofoon. 8.15 Kushaus Schevenlngen. Concert. Intermezzo: Liederen te zingen dooe Jac. Ph. Caro. Na afloop van het concert; pens- ber. Daarna Muziek. 12 Sluiting. HILVERSUM (298 M. Na zes uur 1070 M y -7.25 KRO. Cal Kon. Pa ie is •rplai 7.35 VPRO. Persber. 7.40 VPRO. Cai slsi. 815 VPRO- Concert 8.50 VPRO. Causerie over: Van Bombay naar Gewalier. 9 30 VPRO. Vervolg Concert. 10 VPRO. Voorlezen door In» Boudier—Bakker. 10.20 VPRO. Vervolg concert. DAVENTRY (1554 M.) 10.35 Morgenwijding. 10.50 Nieuwsber. 11.20 Gramofoon. gelconcert. 1.20—T nders "World Jamb Sir Robert Baden— ino-recital. 4.35 Orkert. 5.35 Kin- Lezing. 6.36 Nleuwsber. G.SO :zo. 7.05 Liederen-voordracht 7.20 7.35 Muzlk. Intermezzo. T.50 Vaudeville Nleu' 9.35 9.60 islng. 11.20 Nieuwsbei Muziek. 12.20—12.35 Beelduitzending. PARUS „Radio-Parle" (1725 M.) 12.20 Gramo foon. 12.50 Gramofoon. 1.25 Vervolg van 12.30. 4.06 Orkest. 6.55 Gramofoon. 8.55 Orkest :,ANGENBERG (47-3 M.) 7.20—7.50 Gramofoc —6.55 Uitzending uit Breslau. i de Dultsche zwemwedstrijden om he «chap 8.20 Drama. Daarna Nleuwsber 12.20 Muziek. De stand van de druiven is goed tot zeer goed. De perziken onder glas staan goed, de natuurperziken echter matig. Het koolgewas, vooral de jonge, uiige pot» kool heeft ,vbel van de droogte geleden, me de ten 'gevolge waarvan de stand van ma tig tot vrij goed varieert Daarentegen deed de koolvlieg zich geleidelijk minder gelden. De late bloemkool is aanmerkelijk beter dan de vroeg geoogste. Aan den Langendijk (N.-H.) komen wederom „val Iers" voor, vooral in de roode kool. De stand van augurken en boonen is door de warmte der laatste weken sterk vooruit gegaan. Door dieper beworteling herstelden de boonen zich geleidelijk van de droogte; niettemin vreest men, dat de oogst spoedig zal eindigen. Een enkel bericht wijst er op, dat, in tegenstelling met de andere jaren, de gelegde boonen betere resultaten geven dan de gepote. De tomaten staan goed. Leidt men uit de opgegeven cijfers, met inachtneming van den omvang der teelt in de verschillende streken, het cijfer af voor het geheele land, dan verkrijgt men het vol gende resultaat, waarbij het tusschen haak jes geplaatste cijfer aangeeft hoe de stand was op 26 Jun,i 1929. Appelen 67 (69). Peren 57 (54). Late kersen 77 (75). Pruimen 70 (61). Druiven 81 (76). Perziken (oawler glas), 72 (77); (natuur) 51 (51). Frambozen 77. Witte kool 59 (59). Roode kool 55 (59), Savoye kool 59 (59). Bloemkool 58 (53). Pootuien 56. Augurken 72. Erwten 72 (66). Tuinbompn 76 (67). Andore boonen 67. Tomaten 74 (72). Door de correspondenten wordt de stand opgegeven in cijfers, waarbij 100 uitmun tend, 90 zeer gced, 70 goed, 60 vrij goed, 50 matig, 40 vrij slecht, 30 selcht en 10 mislukt. Singel 114-116, Telel. 68871 Gr. SieinWeg Bekende merken in alle pi Schiedmaijer rijsklaSSCn W.O. Groote Keuze Franco Levering IViartnDOrg e.a. Absolute Garantie SIGRID UNDSET'S KRISTIN LAVRANSDOCHTER door Dr. J. H. GUNNING JJI.zn. UI') De beschrijving van allerlei toestanden en gebeurtenissen in „Kristin Lavransdoch- ter" is van een onverbloemd realisme, dat bij vele lezers bedenking, ja ergernis wek ken zal en dat ook mij ik wil het vol mondig erkennen af en toe gestooten heeft. Wanneer de schoone Kristin, die met Simon in allen wettigen vorm verloofd is, Erlend ontmoet, gaat zij al dadelijk ge modereerd in zijn schoot slapen. Weldra geeft zij zich, geheel voor hem gewonnen, aan hem over, hij doet „het leelijke" met haar en zes nachten achtereen brengen zij den nacht in malkaars armen door. En toch is het meisje, dat op deze wijze haar ouders, haar verloofde en den Alwe- tende bedriegt en zichzelve aan een zede loozen vrouwenheld vergooit, nauwelijks zeventien jaren oud! En toch heeft die Er lend al twee kinderen bij zekere Eline, die haar rechten op den man komt opeischen in een scène, waar vergif en doodslag een weerzinwekkend slottooneel leveren, als voorbereiding voor de bruiloft, waar de onteerde bruid den gouden bruidskrans draagt en alles, alles letterlijk op leugen, bedrog en de grofste onzedelijkheid, ook bij velen van de bruiloftsgasten, blijkt te rusten. De al te spoedig op deze bruiloft volgen de geboorte van Kristin's eersteling, wordt zoo tot in alle schrik- en meelijwekkende bijzonderheden verhaald, dat men er néér van wordt, en zich toch onwillekeurig af vraagt waartoe dit alles zóó pijnlijk-dras tisch beschreven en gelezen moet worden. ITet is waarlijk geschikt om een meisje voor goed een doodelijlcen angst voor het moederschap op het lijf te jagen. Ik ga op zettelijk tal van allerlei gewoonten cn ge bruiken van de mannen en vrouwen dier dagen voorbij. Het zal ongetwijfeld met groote kennis van de Middeleeuwsche ze den zijn geschreven, maar 't zijn toch waarlijk geen opbouwende en hartverhef fende tafereelen. Onechte kinderen zijn in dit verhaal aan de orde van den dag. Het is zede dat de verleider zoo'n meisje, dat hij te na kwam, trouwt. Tout comme cliez nous. Maar als zoo'n kind dan eens een keertje doodgebo ren ter wereld komt, verklaart de moeder onverholen danig spijt te hebben dien man gehuwd te hebben. Schuldgevoel kennen ze niet, de menschen met wie wij in dit boek verkeeren. Begaan ze een moord of hak ken ze iemand een hand of een voet af, het kan met een boete weer worden goedge maakt. De schitterende beschrijving doet je veelal vergeten hoe ruw van karakter ook zelfs de besten hunner zijn. Ook Simon Andreszoon, toch stellig een der sympathiekste figuren, wordt ons aldus geteekend: „een goedhartig man, volstrekt niet darn, maar je hebt altijd een beetje medelijden met hem". Er ligt een sombere tragiek over het le ven van vrijwel allen. Ze mislukken bij kans zonder uitzondering in het strijdperk des levens, geen enkele behaalt de kroon. Friend is toch eigenlijk een slappeling, die zijn vrouw, zijn belangen, zijn kinderen, zijn goederen verwaarloost en Kristin een echtgcnoote, die de kracht mist haar man en haar kinderen, naar wie zij in haar per manente zwangerschap, met haast dierlijk verlangen hunkert, bij den voortgang des levens tot hooger peil te nopen door eigen zedelijke kracht. De zonen doen als de va der, verleiden de meisjes,, één hunner, Kristin's lieveling steelt er zelf een, natuurlijk na haar eerst onteerd te hebben, en verlangt dan een prachtige en rijke bruiloft van zijn moeder. Kristin, die zich wel herinnert dat zijzelve op dien leeftijd er niet eervoller aan toe was, neemt het zeventienjarige kind in huis en laat haar Gaute zoo heet de jongen rustig met haar samen-wonen. „Al hadden deze twee jonge menschen vermetel gezondigd tegen cle wet van het land, tegen gehoorzaamheid en zedelijkheid ze hoefden toch niet zoo'n slecht gewe ten te hebben". „Kristin bad veel voor den goeden afloop van Gaute's krankzinni ge daad (een verleid kind uit het huis harer rijke ouders weg te rooven) en troostte zich met de gedachte dat Gods rechtvaar digheid onmogelijk Gaute en Jofrid een harder lot kon schenken dan zij zelf en Er lend gekregen hebben en z ij waren ge trouwd, hun zondekind was ter wereld ge komen als wettige erfgenaam van al zijn verwanten". Op dezelfde bladzijde, waarop wij deze dingen vernemen, lezen wij dat Kristin een harer dienstboden, die met den gang van zaken ontevreden was en dat op héér wijze geuit had, een slag in het ge zicht geeft, zoodat het bloed haar uit neus en mond komt te vloeien, onder de toevoe ging der weinig waardige woorden: „Dat is mooi zulke woorden van jou te liooren, oude, manzieke teef!" „Frida (zoo heet het dienstmeisje) veeg de het bloed van haar mond en neus af: „Moesten jullie, dochters van voorname lie-' den, zooals jij en die Jofrid niet beter zijn dan de kinderen van daglooners? Jul lie weet, dat stellig een bruidsbed met zij den overtrek je wacht. Jullie moet man ziek en schaamteloos zijn, wanneer je niet kunt wachten, maar het- bosch intrekt met jónge knapen en heimelijk kinderen krijgt foei zeg ik van zoo iets!" „Zwijg nu ga je wasschcn het bloed komt in het deeg", zei de vrouw des huizes heel rustig. Ik ga niet verder met citeercn, al zou ik nog veel en velerlei kunnen aanhalen, dat bij velen protest en ergernis zou opwekken. Ook ik vind deze dingen verre van schoon. Ik verdedig ze waarlijk niet, maar toch kunnen ze mijn totaal-indruk van dit ge weldige boek niet veranderen. „Le tact dans l'audnce c'est de savoir jusqu' oü on peut aller trop loin", zegt Jean Cocteau, en zeker bezit onze schrijfster dien onmisba- ren tact Er is realisme èn realisme. Half Nederland leest in deze dagen „Tm Westen nichts Neues" van Erich Maria Re marque. Ik heb het óók gelezen. Dat vind ik nu waarlijk een treurig boekl Ik ben verzekerd dat het waarheid brengt, en wil mén per sé dat een boek een „goed doel" heeft, welnu hier hebt ge zoo'n boek. Wie na de lezing van dit ge schrift den oorlog nog durft verdedigen, die is óf een schurk óf een krankzinnige. Maar tochhier hebt ge nu een rea lisme van het be denkei ij kste allooi! Geen mensch op aarde kan den oorlog in tenser haten en verfoeien dan ik. Maar ik acht het toch misdadig het voor te stellen alsof daar geen andere factoren in werk zaam kunnen zijn dan spij&verteeringsvra- gen, latrine-vuiligheden, bordeel-genietin gen en soortgelijke walgelijkheden. Een re alisme, dat het specifiek-menschelijke ver acht en vermoordt, is onrealistisch. Ik kan mij best berijpen dat men vloekt op al die mooi-praterij van den „heldendood voor 't vaderland" cn op al die vrome fro zen, door keizers en generaals, die veilig achter het front bleven, clen volkè tot troost meegegeven, terwijl de zonen van dat volk als beesten geslacht werden of als beesten moesten handelen tegenover medemon- schen, die hun geen stroospier in den weg hadden gelegd. Tóch behoeft men nog niet. zelfs niet uit den satanischen oorlog, als een z w ij n terug te keeren, al zal men, evenals Dnnte, levenslang den stempel dra gen van „in de hel te zijn geweest". Naast dit gemeene boek van Remarque leggemen de „Kriegsbriefe gefallener Studente", cn hoe groot mijn afgrijzen ook is over alles wat met den oorlog samenhangt, men kan ook als Professor Gregory een „Urchrist im Kriege" zijn. In ongezouten realisme geeft Sigrid Und- set aan Remarque niets toe, maar ver der hebben deze twee schrijvers even wei nig met elkander te maken als een soute neur met de moeder der Graechen. Remarque werkt af en toe phvsiek op u in als een vomitief, Undset brengt u door al de verwarring der zonde naar de aan schouwing den overwinnende Liefde Gods. Kan zij het helpen, dat het leven vaak 7.00 ruw en gemeen is? Maar zij heft ten slotte haar gansche werk tot ccn machtig Geheel van Kosmische Schoonheid op. Zeker, zij laat vaak een gevoel van spijt bij u achter omdat het noodig blijkt zóó dikwijls „la bete humaine" te laten zien, maar tevens brengt zij de vermaning onzes Heeren naar voren: „Waakt en bidt,, opdat gij niet in verzoeking kemt. De geest is wel gewillig, maar het vleesch is zwak". Zou deze les voor het tegenwoordige geslacht, juist in dezen verstaanbaren vorm gègeven, niet heilzaam wezen? Hoe weet deze kunstenares te schil* deren! Van de duizenden boeken, die ik in mijn leven gelezen heb, hebben de meeste weinig of niets in mijn herinnering achter ge laten. Maar ik ben er zeker van: al werd ik: ook 100 jaren oud, ik zal enkele tafereelen uit dit werk nimmermeer kunnen verga ten. Die geboorte van Kristin's eerste kind; haar pelgrimstocht naar de Christuskerk van Nidaros, die bittere weg blootsvoets en met haar kind op don rug afgelegd. Terwijl het snerpende boetekoord haar teer lichaam wondt, het sterven van Erlend en zoo menige bladzijde meer, ze zullen als som mige Canto's van den „Inferno" onuitwisch- b*Tar bij mij voortleven. Neen, wil men dit boek „gevaarlijk" noe men, dan is het niet om zijn naturalisme op sexueel gebied, al kan dit ook voor som migen zijn bedenkelijkheid hebben, maar om zijn onverholen Roomsch karakter» Het eeheele werk is een verheerlijking van het Roomsche levensideaal, van de Roorn- sche wereldbeschouwing, van de Roomsche Kerk. F.n dat niet door sluwe, bedekte apo logetiek, gelijk men die vaak aan vele ver dedigers van het Roomsche dogma verwijt en verwijten kan. maar door den gloed van een eerlijke, hartgrondige overtuiging des harten. 'Slof rolgfX

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5