maar spitsbergen en de noorsche fjorden het feest van de draak WOENSDAG 31 JULI 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5 de sage van de zeven zusters z'n tooverspreuk uit en alle boden van Hest- man veranderden in stcenen: het zijn de tal rijke skeren, waar we nu langs varen. Hestnian kwam dit te weten en wist niet beter of z'n bruid was hec| ontrouw gewor- Langs Torghfitten en Alsen. Als we varen langs het eiland Torgihatten, dat inderdaad den vorm heeft van een hoed, die in het midden met een natuurlijken tun nel is doorboord, gaat de sage voor ons leven- Later posseeren we het eiland Aksen en ja daar staan de zeven zusters, nu veran derd dn met sneeuw bekroonde bergen. Ten slotte rijst uit de golven het wonderlijk ge vormde eiland Hestmandö, de ruiter Hest- man te paard met z'n mantel omgeslagen, 't Is of hij nog de wacht houdt aan den poolcirkel, die we passcercn. We varen nu de ijszee binnen. Laat in den avond varen we langs de Svarliscn (zwartijs), een gletschergebied van IN DE IJSZEE We varen door den Noorschen skeergaard èt z'n duizenden kleinere cn grootere Bnden. 't Is goed te merken, dat we noordelijker komen. plantengroei wordt armer, de sneeuw- ens lager. j We bevinden ons nu ook In het rijk der ;en: deze eilanden vormen niet alleen ilogisch doch ook mythologisch één ge il. Torghdtten, de zeven zusters en Hcst- jidö hebben daarom onze volle belang- lling. i Do sage. !r leefden in lang vervlogen tijden reu- igeslachten in het barre Noorden. Een ige Jutul, Hestman genaamd, bezocht op leren dag do zeven zusters, die woonden het eiland Alsen. Hij leerde daar Jutula, i nicht der zeven zusters kennnen cn rd verliefd op haar. De jongelieden belool- i elkander trouw. Maar al te spoedig esten ze echter scheiden. Jutula moest haar ken broeder gaan verzorgen. Ze vertelde ir beminde echter niets van dezen broe- daar Jiij een slecht mensoh was. iianvankelij'k wist zij van haar broeder stemming te verkrijgen, om met Hestman trouwen, doch later werd die toestemming uggenomen en wilde haar broeder haar ringen te huwen met zijn vriend. den en had daarom z'n boden versteend. Dan spant hij dn woede z'n bqog en schiet z'n nimmer falend sohot in de richting van Torgihatten waar z'n bruid woont De booze broeder maakte zich juist gereed te gaan ZEVEN ZUSTERS, versteend door het droevig lot van haar nicht Jutula intusschen zond Hestman boden uit om bruid te halen. Nu bezat in dien tijd ïre familie een geheime macht om haar inden onschadelijk tc maken. Zoo bezat familie van Jutula de maoht der verstee- g, die van Hestman de macht van het ere sahot. fat deed nu de booze broeder? Hij sprak UIT HET SOCIALE LEVEN. baden. Daar het regenachtig was droeg hij z'n grooten Zuidwester. De pijl doorboorde z'n hoed en hoofd en de broeder van Jutula zinkt weg in de diepte. Alleen z'n hoed blijft op het water drijven. Jutula kan niet andere denken of dit schot is van haar bruidegom, die haar wil dooden. Dan spreekt zij haar tooverformule uit: de doorboorde zuidwester, de Zeven Zusters en ook haar verloofde Hestman, die met z'n ruitennantel om te paard is gezeten, veran deren in steen. 500 K.M2.; duidelijk zien we de uitgestrekte firnvelden, en daarbeneden het donker blauwe ijs. We beleven dien avond een bij zondere sensatie: het wordt niet donkerder, doch lichter, we varen het gobicd var middernachtzon tegemoet! Als we te half één naar kooi gaan is hat nog niet donker. Wel wordt het merkbaar koeler, en steeds lager liggen de sneeuw velden. hoe de chinees feestviert De acht Onsterfelijken en de Waterduivel Men schrijft ons uit Chengebow: Hebt ge lust in een wandeling door een eeuwenoude stad in het binnenland van China? Uitstekend! Ge treft het, want wij vieren juist het feest van den Draak, 11 Juni, en kunnen dus meteen waarnemen of ohineesch publiek feestviert als het onze. Dat het nog niet heelemaal vrede is, levert x>r de feestviering geen bezwaar op, want een chinees is een echte filosoof, hij leeft bij den dag; zorgen of bezorgd zijn voor de toekomst kent hij niet Het feest werd dus gevierd op dezelfde wijze als zijn voorvaderen het voor dertig eeuwen reeds deden, want de symbolische draak in China is zeer oud. Door do meer gegoeden met overvloedige gastmaaltijden, van die echte chineesche maaltijden met zestig tot honderd, soms meer gerechten, van zuur en zout tot zoet, van mager tot flink in de olie gebraden. De minder met fortuin gezegenden geno ten van de kook fornuisjes langs den weg, die kookten en braadden van belang; meel- gebak in oneindige variëteiten, koekjes van gemalen en geperste snijboonen, muo-muo, (chincesch brood), varkcnsvleesch en worst zonden iiun geuren de lucht in, door hun welriekendheid een onweerstaanbare aan trekkingskracht op de liefhebber uitoefe nend. Op zijn mooist opgesierd, vaak op een fraai versierd ezeltje gezeten, de kinderen in aller- koddigste cn felkleurige kleeding gestoken, maakt de chinees het zich gernakkelij'K. Waar wijzeggen: „een dronk is een zit waard", daar denkt hij op dergelijke wijze Arm China kent den Sabbatdag nog niet en weet niet, wat het daardoor mist Het leven, waaraan hij overigens geen bijzondere eischen stelt rolt dag voor dag voort, zonder afwisseling, zonder verpoozing, behalve dan de feestdagen, die voor het allerarmste volk evenwel niet bestaan. China mist nog zoo ontzettend veel, doordat het zijn Verlosser nog niet kent Een eindje verder komen wij aan een groot plein, waar het chineesche schimmen spel vertoond wordt; ook de poppenkast is aanwezig. Een groot verschil bij ons vergeleken. Bij ons veelal rumoerige drukte, hier één ingespannen aandacht, een betere zaak waardig. met een kijkspel houdt men hen den ge- heelen dag zoet Kroegen vindt men hier niet; nog nooit zag ik een beschonken chinees. Alleen mijn kok ontvangt soms bezoek van een vriend, die in Shanghai gewerkt heeft cn die schenkt hem wel eens een glaasje warmen chinceschen wijn, die vrij hoog is. Daar die vriend gewoonlijk juist komt op den tijd, dat de kok den maaltijd moet gereed heb ben, kan ik aan het deficit of surplus aan zout in het eten raden, dat hij geweest is. Laat ik den kok dan roepen om hem zeer gemoedelijk toe te spreken, dan laat hij als een arme zondaar het hoofd hangen. In de verste verte echter is hij nooit dronken. Deze treik van soberheid in het Chineesche volk is van veel gewicht met het oog op het enorm getal soldaten, dat in het veld staat Stel je voor, dat die zich aan dranik te buiten gingen! Wat een genade, dat God hen en ons daarvoor bewaart. Ondertu&schen zetten wij onzen tocht voort door de in de zon blakerende straten, fel Oostersch aandoend met hare bonte, veel kleurige vanen cn doeken tusschen de huizen, armoedige, half uitgehongerde hon den, die midden op den weg liggen te slapen, Hars tad; Lofoten. Woensdag 24 Juli. 1929. Te half elf zijn we aan wal gegaan in Harstad, gelegen op Hindö het grootste en noordelijkste der Lofoteneilanden. Toen we vanmorgen ontwaakten, was het zoo frisch, dat aan boord de centrale verwarming m werking werd gesteld. Doch als we aan land komen is het heerlijk weer. Dank zij de warme golfstroom hebben doze eilanden een vrij zacht klimaat; het vee kan hier zelfs gedurende den winter buiten blijven. Harstad is een aardig plaatsje met 3500 inwoners. De meeeten onzer ziin op weg naar de Trondenes-Kircho, een der oudste Noorsohe Christelijke kerken. Ande ren nemen een kijkje in de omgeving. Bij de landingsplaats staat een Laplander met z'n vrouw in hun .schilderachtige kleeding. In groepjes laten de passagiers zich fotogra feeren met dit tweetal. Manlief ontvangt de fooitjes en etaat z'n duiten te tellen. Hij kijkt maar vrij zuinig en schijnt niet te vreden. In de haven ligt de „Krassin" de bekende Russische ijsbreker, die verleden jaar zoo bekend geworden is door de redding van de Nobile-groep. Zoo beleven we allerlei in teressante dingen op onze reis en in gespan nen verwachting varen we vanmiddag weer verder naar de Noordkaap. Lappenfamilie in het Noorden van Scandinavië :hool voor de grafische vakken JAARVERSLAG 1928. an het verslag over het jaar 1928 ivan Vereeniging School voor de Grafische tken gevestigd te UtrechiL is het volgen- ontleend: p drie Mei had de jaarlijksche algemèe- vergadcring plaats waarop de jaarver zen werden uitgebracht en de rekening verantwoording van den penningmeester, heer Mr. G. P. van Tienhoven, goedge- rd. De periodiek aftredende bestuurs- m, de heeren P. den Boer, Mr. G. P. van iihoven en L. van Essen Rzn. werden kozen. e School weed in het jaar 1928 in totaal 441 leerlingen bezocht het geheel werden dit jaar 40 nieuwe iingen tot de dagschool toegelaten; 216 lingen werden in September voor de ndschool ingeschreven, n de bij den aanvang van het jaar he mde vacature, ontstaan door het vertrek den leeraar boekbinden, den heer G. Montfrans, werd voorzien door de be- ming van den heer L. J. Schuring te ravenhage, die op 1 Februari in functie d. De avondschool leed een gevoelig ver door het plotseling overlijden op 20 tember van den heer L. J. Lievegoéd. li het programma van onderwijs op do school en avondschool kwam dit jaar i wijziging. et aantal leerlingen op de dagschool ft een stijgende lijn vertoonen wat de pa- rasleerlingen betreft. Het aantal leer den van den avondcursus en het aantal ciaal cursisten is wederom höoger dan vorig jaar. e cursussen machinezetten zijn nu zoo- ig geregeld, dat driemaal per jaar een sus gehouden wordt, n.1. in de tijdvak van primo Januari tot Goeden Vrijdag, eden Dinsdag na Paschen tot ultimo Juli van primo September tot. 22 December, e verstrekking van gebruiksmaterialen :st worden beperkt; het groot aantal pa- insleerlingen, dat in de drukkerij-afdee- ;en werkt, vergt niet alleen het beschik- r zijn van vele maohines, maar ook van behoorlijk kwantum te verwerken pa- Onze School viel de eer te beurt te wor den uitgenoodigd deel te nemen aan de „Pressa"-rtentoonstelling te Keulen; meerdere malen werd onze school bij de bespreking der Nederlandsohe afdeeling met lof ver meld. De School werd herhaaldelijk bezocht door belangstellenden, terwijl verschillende ver een igingen naar onze School op excursie gingen. Het museum der School mocht zich eveneens in de belangstelling verheugen. Ten slotte zij nog opgemerkt, dat het le dental nog steeds een weinig stijgende is, hetgeen zeer zeker reden tot tevredenheid geeft. De rekening en verantwoording, sluit in ontvangsten en uitgaven met een bedrag van f 93.878.03. De cijfers over het jaar 1928 geven over het algemeen een gunstig beeld. Inzonder heid de post schoolgelden toont een flinke vermeerdering van f 5648. tegenover f 4758.50 vorig jaar. Het bedrag aan contributies is met f 1857.73 echter f 52.49 minder dan over 1927, hoewel het aantal leden vermeerderde. Ondanks de meerdere behoeften gelukte het de totaalcijfers der uitgaven beneden de daarvoor begroote bedragen te houden. Land- en Tuinbouw. DE ST. JACOBUS-PAARDENMARKT. Men meldt ons uit Alblasserdam: De geringe belangstelling voor de St Ja cobus Paardenmarkt dit jaar, zal zeker wel tot reden hebben, dat in sommige al manakken, zooals beweerd wordt, de markt stond aangekondigd op 25 Juli. Dit nu is onjuist De Paardenmarkt alhier valt altijd in die week waarin de 25 Juli voorkomt, doch de dag is steeds Woensdag Wanneer dus 25 Juli valt op Zaterdag is het Woensdag 22 Juli markt. Naar we ver-1 nemen waren vorige week Donderdag koop 1 lieden op weg naar de markt die Woens dag gehouden was. Dit jaar viel de 25ste op Donderdag en was het dus 24 Juli Paar denmarkt Voor de toekomst beware men dit bericht De advertentie's van de ge meente waren juist gesteld. DE AARDAPPELZIEKTE. Doordat iin de weersomstandigheden na de uiitzeniddmg van het vorige bericht over de aardappelziekte een wijziging was opge treden, waardoor deze voor de ontwikke ling der ziekte voortgang kan hebben, wordt hierop wederom de aandacht der aardap-1 pel telers gevestigd. Aanbevolen wordt de velden dde nog niet I met Bourgondische of Bordeauxsche pap bespoten zijn, thans te bespuiten en dit eenige malen, al naar de vatbaarheid van de soort te herhalen, daar de ervaring heeft geleerd, dat voor een voldoende bestrijding der aardappelziekte in de knollen herhaalde bespui'hiug, soms tot laat in het seizoen, ruoo- diig is. Aairdapelvelden, die reeds een, of twee maal bespoten zijn, kunnen thans voor de tweede of derde maal bespoten worden. Daar het seizoen a 1 vrij ver gevorderd is, zullen geen berichten over het bespuiten van hert. aardappelgewas ter bestrijding van de aardappelziekte door den Planitenziek- tenkund.i>gen Dienst gepubliceerd worden. Aangenomen kan worden, dat de praktijk voor diit jaar voldoende is voorgelicht. ONZE TUINBOUW. In „De Veldbode" lezen wij: Iemand, die dezer datgen in Essen de groo- te tuinbouwtentoonstelling bezocht, maakte van de gelegenheid gebruik in het Ruhrge- hied ook de markten te bezoeken. Het wa ren niet overwegend Hollandsche groenten, die hij daarop aam rof, maar naast enorme massa's Duitsche, ook veel Fransche en Bel gische. Meeten wij er onzen Nederlandschen tuinbouw op inrichten om in droge zomeis aan de Duitsche behoefte te voldoen, terwijl we in normale en natte zomers in den over vloed kopje onder gaan? Tot heden heeft onze laiHlbouwvoorlichtingsdicnst geregeld de uitbreiding van den tuinbouiw aanbev len, het lijkt ons thans de taak van dc Over heid met nadruk waarschuwend op te tre den, terwijl de nieuwe regeering, door het spoedig indienen van een aan de eischen des tijds beantwoordende Pachtwet, den tuin bouw van landbouwzijde wat lucht kan ver schaffen. TAAIE ROZEN. In „Rosarium" worden eenige staaltjes ver teld van taaiheid van rozen. Zoo ontving een rozenk\vceleer in het late najaar van 1928 een zending Rosa canina, welke in eer. schuur moest blijven liggen. Een latere zen ding ondeiping hetzelfde lo*. Toen de stren ge winter in de geheele doorvroren schuur doorgemaakt was, werden de rozen gekuild De eigenaar dacht, hoewel ze er oogenschijn- lijk goed uitzagen: „er zal niet veel van te recht komen". Toch zijn deze canina's, die door en door bevroren moeten zijn geweest, prachtig gegroeid en hebben nu een schitte rend gewas, terwijl nagenoeg geen is wegge bleven. Jaren geleden had dezelfde rozen kweeker een William's Evergroen treurroos met een gat in den stam en die, niet geschikt voor levering, op het veld bleef liggen. Dc winter viel in en gedurende dien tijd waren de geheel onbedekte wortels aan een vrij he vige vorst blootgesteld. Toer de grond ont dooid was, kwam de" meesterknecht op de gedachte deze treurroos op te planten; ze deed het den volgenden zoi .-r uitstekend. Genoemde kweeker meent dan ook, dat de wortels van rozen volkomen bestand zijn tegen vorst; dat verpakte rozen, die bij vorst, hoe streng ook, onderweg zijn, weinig ga vaar loopen-, als ze maar bij aankomst be- lxvndeld worden, zooals het behoort. Waar deze winter veel rozen gesneuveld zijn, zal dit meer door de droogte dan door de vorst veroorzaakt zijn. over een hap, want drinken doet de chinees slechts thee over het algemeen. Zie ze daar op hun gemak neerhurken, in de eene hand een stuk muo-muo, in de andere eene van vet druipende massa, kalm met elkaar een praatje houdend, onverstoor baar bedaard, maar toch met oogen, waarin tevredenheid cn genoegen zich afspiegelen. De heldere, hooge chineesche zon beschijnt een tooneel van opperste vergenoegdheid. Zoo is mij dc Chinees het liefst, in zijn kalme feestvreugde; dan ken ik hem weer zooals ik hem zag, toen ik voor het eerst China's bodem betrad. Vooral aan het volik gun i.k dien pret graag, want het heeft te veel moeten lijden in de laatste jaren. En het lijdt nog hevig, hoewel dat moeielijk zich rijmen laat met dat feest van knabbe lende en kauwende kaken. Waar komt in eens al die weelde van daan? Onbegrijpelijk, evenals zooveel in China onbegrijpelijk is. Maar laten wij verder de stad inwande len of liever gezegd, laten we een ricksbaw nemen, want de thermometer geeft in de zon meer dan 120 gr. F. aan, en die graden gaan één voor één aan je beenen hangen. Voort maar weer, de koelie draagt als eenige kleedij een kort broekje en natuurlijk zijn grooten zomerhoed. Al dadelük treft het ons, dat op dezen voornamen feestdag de winkels en maga zijnen niet gesloten zijn, maar dat is geen gebruik in China, zelfs op Zondag niet. lui en uit hun humeur op zij gaan overrijden, legio bedelaars, de een al afzich telijker om te zien dan do andere. Eigenaardige fluittmen weerklinken, be geleid door een soort bekkens. Een bruiloftsstoetI Voorop een open draagstoel met den vader van den bruidegom, ernstig en waardig voor zich uitziend, daarop eon tweede stoel, eveneens open, waarin de bruidegom zelf, die al even ernstig kijkt als zijn vader; daarna een draagstoel met de bruid, maar die krijgen wij niet te zien, want de stoel is hermetisch gesloten. Het huwelijk zelf ondervindt van over heidswege geen bemoeilijking. Papieren van ondertrouw zijn niet noodig. Burgerlijke stand bestaat niet. Hoe men derhalve steeds zoo schermen kan met het cijfer van vierhonderd millioen inwoners, is mij een raadsel, men kan best een paar honderd millioen in de war zijn. Ten huize van den bruidegom wordt de stamboom tevoorschijn gehaald cn daarop de nieuw-gehuwden ingeschreven. Die in schrijving wordt bevestigd door verschillen de handteekeningen, behalve van die van het jonggetrouwde paar. Aan een of andere godsdienstige plechtig heid wordt niet gedacht Sedert Feng Ju-chan overal de Boeddha beelden liet vernietigen, is het laatste zicht bare restje van godsdienst in China's bin nenland verdwenen. Ik zeg het laatste zichtbare restje, want in het gemoed der Chineezen doet zich de eeuwenoude invloed van Confucius nog ter dege gelden; tonder dien invloed ware dit volk niet zoo gedwee en zoo gemakkelijk in toom te houden. al lachen zij ook met sommigen er van. Dit bemerkte ik bij mijn kok, die ter eer van het feest wat chineesch gebak voor mjj gereedgemaakt had. Met groote geheimzinnigheid kwam hij, □adat de boy mijn gewoon twaalfuurtje had opgediend, met een grooten, toegedektea schotel voor mij staan. „Monsieur aujourd' hui fète, moi faire puelpue chore pour monsieur, si bon, Mon sieur manger, pas bon, pas manger" zei hij (Vandaag is het feest voor mijnheer; ik heb iets voor mijnheer gereedgemaakt. Ala het goed smaakt, eet mijnheer het op, an ders laat hij het maar staan. Zulk een redelijk verzoek mocht ik niet weigeren en ik sneed een stuk van het vetto goed af, terwijl op het gelaat van mijn kok alle mogelijke aandoeningen zich af wisselden over mijn al of niet goedkeuren zijn lekkers. Het smaakte inderdaad niet kwaad en dat ik 's nachts met mijn maag te kampen had, kan wel een andere oorzaak gehad hebben, nietwaar? Maar intusschen had ik gelegenheid hem eens over zijn drakegoden aan den tand te voelen. Ik heb n.l. in den loop der jaren ver schillende chineesche snuisterijen bijeenver zameld, waartoe ook een houten boeddha beeldje behoort, een man met één been op een kruk. „Vertel me nu eens, kok," zei ik, „wie i* dat nu eigenlijk?" Toen hij op zijn eene been ging rusten, begreep ik een lang verhaal te zuüen hoo- ren; het was nu maar de vraag of het de moeite van het aanhooren waard zou zijn. „Kijk, monsieur," zoo begon hij, „dat Is er één van de acht." „Eén van de acht?" „Ja, dat zijn die acht bijzonder heilige boeddha's,die over het water kunnen wan delen, maar natuurlijk alleen, als zij hun kruk bij zich hebben." „O," zei ik, „dus dan is eigenlijk de kruk heiliger dan de inan zelf." Even was de kok verbouwereerd en ik vreesde reeds hem van zijn apropos te heb ben afgebracht, maar gelukkig neen, hij zat er vast in. Een lange geschiedenis volg de. die iJt hier in korte woorden herhalen wil. Eén van de acht onsterfelijken ging den verjaardag van den god des ouderdoms vie ren. De overige zeven onsterfelijken gingen als zijn gevolg mede. Een bediende droeg de geschenken. Voor de onsterfelijken was het eene kleinigheid over het water te wan delen, maar de bediende kon dat niet na tuurlijk, zoodat er iets op gevonden moest worden. Van planken werd een vlot getimmerd en de reis liep gesmeerd. Maar helaas, plotseling kwam een typhoon opzetten en onze bediende ging met zijn geschenken naar den bodem der zee. De onsterfelijken vertrouwden echter dien typhoon niet en zochten er kwaadwilligheid van een waterduivel achter, weshalve zij nadere opheldering vroegen aan den drake-koning. Deze woon de in een groot paleis onder zee en orn zijn aandacht te trekken, schiepen de on sterfelijken een kolossaal licht, dat het pa* leis van den zeekoning plotseling in vollen luister zette. De koning zette groote oogen op van die plotselinge verlichting en be merkte meteen de onsterfelijken. „Wat moeten jullie"? vroeg hij. De kwestie werd hem uitgelegd. Nu was 's konings oudste zoon waarschijnlijk een ondeugende ben gel, althans po pa verdacht hem dadelijk van deze geschiedenis en gaf hem een schrobbeering. Maar zoonlief werd boos, trok zijn zwaard en ging er met een zwarte op uit om den aanklagers de ooren te was- schen. Toen hij ze zag begon hij tegen hen uit te varen, waarover onze acht draken, onsterfelijken nog wel, lang niet te spre ken waren. Eén van hen veranderde fluks zijn fluit in een vischlijn, waarmede hij den haak pikte. De koning bleef intus schen volhouden, dat zijn zoon in het on gelijk stond en hij beval, dat bediende cn geschenken teruggegeven moesten worden. Daarover was nu weer zijn hofhouding niet te spreken. Wat, die onsterfelijken zouden zoo maar den Kroonprins wagen gevangen te nemen en dat om den dienaar met enkele geschenken? Een leger werd gemobiliseerd, de onsterfelijke draken re- quireerden onsterfelijken van andere or den en weldra stonden twee geduchte le gers tegenover elkander. Toen het gevecht lang genoeg geduurd had, dacht plotseling één der onsterfelijken aan de wijwatei- flesch, die hij steeds bij zich droeg. Hij sprenkelde den inhoud over de beide legers en uit was het vechten. Knecht en geseiien ken werden met de noodige excuces terug gegeven. Ziedaar een beschrijving van het feest van den draak, maar lang niet volledig, want re zijn nog duizenden andere soorteh van draken, die alle hun rol in China geschiedenis spelen. Bij gelegenheid vertel ik er wel eens iets meer van. geref. vereen. voor drankbestrijding In de Molejistraatkerk te Assen werd op SP en SO ifuli de 29ste Jaarvergadering gehouden van de Gtr. Vereen, voor Drankbestrijding

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5