maar spitsbergen en de
noorsche fjorden
het feest van de draak
WOENSDAG 31 JULI 1929
TWEEDE BLAD PAG. 5
de sage van de zeven
zusters
z'n tooverspreuk uit en alle boden van Hest-
man veranderden in stcenen: het zijn de tal
rijke skeren, waar we nu langs varen.
Hestnian kwam dit te weten en wist niet
beter of z'n bruid was hec| ontrouw gewor-
Langs Torghfitten en Alsen.
Als we varen langs het eiland Torgihatten,
dat inderdaad den vorm heeft van een hoed,
die in het midden met een natuurlijken tun
nel is doorboord, gaat de sage voor ons
leven-
Later posseeren we het eiland Aksen en
ja daar staan de zeven zusters, nu veran
derd dn met sneeuw bekroonde bergen. Ten
slotte rijst uit de golven het wonderlijk ge
vormde eiland Hestmandö, de ruiter Hest-
man te paard met z'n mantel omgeslagen,
't Is of hij nog de wacht houdt aan den
poolcirkel, die we passcercn. We varen nu
de ijszee binnen.
Laat in den avond varen we langs de
Svarliscn (zwartijs), een gletschergebied van
IN DE IJSZEE
We varen door den Noorschen skeergaard
èt z'n duizenden kleinere cn grootere
Bnden. 't Is goed te merken, dat we
noordelijker komen.
plantengroei wordt armer, de sneeuw-
ens lager. j
We bevinden ons nu ook In het rijk der
;en: deze eilanden vormen niet alleen
ilogisch doch ook mythologisch één ge
il. Torghdtten, de zeven zusters en Hcst-
jidö hebben daarom onze volle belang-
lling. i
Do sage.
!r leefden in lang vervlogen tijden reu-
igeslachten in het barre Noorden. Een
ige Jutul, Hestman genaamd, bezocht op
leren dag do zeven zusters, die woonden
het eiland Alsen. Hij leerde daar Jutula,
i nicht der zeven zusters kennnen cn
rd verliefd op haar. De jongelieden belool-
i elkander trouw. Maar al te spoedig
esten ze echter scheiden. Jutula moest haar
ken broeder gaan verzorgen. Ze vertelde
ir beminde echter niets van dezen broe-
daar Jiij een slecht mensoh was.
iianvankelij'k wist zij van haar broeder
stemming te verkrijgen, om met Hestman
trouwen, doch later werd die toestemming
uggenomen en wilde haar broeder haar
ringen te huwen met zijn vriend.
den en had daarom z'n boden versteend.
Dan spant hij dn woede z'n bqog en schiet
z'n nimmer falend sohot in de richting van
Torgihatten waar z'n bruid woont De booze
broeder maakte zich juist gereed te gaan
ZEVEN ZUSTERS, versteend door het droevig lot van haar nicht Jutula
intusschen zond Hestman boden uit om
bruid te halen. Nu bezat in dien tijd
ïre familie een geheime macht om haar
inden onschadelijk tc maken. Zoo bezat
familie van Jutula de maoht der verstee-
g, die van Hestman de macht van het
ere sahot.
fat deed nu de booze broeder? Hij sprak
UIT HET SOCIALE LEVEN.
baden. Daar het regenachtig was droeg hij
z'n grooten Zuidwester. De pijl doorboorde
z'n hoed en hoofd en de broeder van Jutula
zinkt weg in de diepte. Alleen z'n hoed
blijft op het water drijven.
Jutula kan niet andere denken of dit schot
is van haar bruidegom, die haar wil dooden.
Dan spreekt zij haar tooverformule uit: de
doorboorde zuidwester, de Zeven Zusters en
ook haar verloofde Hestman, die met z'n
ruitennantel om te paard is gezeten, veran
deren in steen.
500 K.M2.; duidelijk zien we de uitgestrekte
firnvelden, en daarbeneden het donker
blauwe ijs. We beleven dien avond een bij
zondere sensatie: het wordt niet donkerder,
doch lichter, we varen het gobicd var
middernachtzon tegemoet!
Als we te half één naar kooi gaan is hat
nog niet donker. Wel wordt het merkbaar
koeler, en steeds lager liggen de sneeuw
velden.
hoe de chinees feestviert
De acht Onsterfelijken en de
Waterduivel
Men schrijft ons uit Chengebow:
Hebt ge lust in een wandeling door een
eeuwenoude stad in het binnenland van
China? Uitstekend! Ge treft het, want wij
vieren juist het feest van den Draak, 11
Juni, en kunnen dus meteen waarnemen of
ohineesch publiek feestviert als het onze.
Dat het nog niet heelemaal vrede is, levert
x>r de feestviering geen bezwaar op, want
een chinees is een echte filosoof, hij leeft
bij den dag; zorgen of bezorgd zijn voor de
toekomst kent hij niet
Het feest werd dus gevierd op dezelfde
wijze als zijn voorvaderen het voor dertig
eeuwen reeds deden, want de symbolische
draak in China is zeer oud. Door do meer
gegoeden met overvloedige gastmaaltijden,
van die echte chineesche maaltijden met
zestig tot honderd, soms meer gerechten,
van zuur en zout tot zoet, van mager tot
flink in de olie gebraden.
De minder met fortuin gezegenden geno
ten van de kook fornuisjes langs den weg,
die kookten en braadden van belang; meel-
gebak in oneindige variëteiten, koekjes van
gemalen en geperste snijboonen, muo-muo,
(chincesch brood), varkcnsvleesch en worst
zonden iiun geuren de lucht in, door hun
welriekendheid een onweerstaanbare aan
trekkingskracht op de liefhebber uitoefe
nend.
Op zijn mooist opgesierd, vaak op een fraai
versierd ezeltje gezeten, de kinderen in aller-
koddigste cn felkleurige kleeding gestoken,
maakt de chinees het zich gernakkelij'K.
Waar wijzeggen: „een dronk is een zit
waard", daar denkt hij op dergelijke wijze
Arm China kent den Sabbatdag
nog niet
en weet niet, wat het daardoor mist
Het leven, waaraan hij overigens geen
bijzondere eischen stelt rolt dag voor dag
voort, zonder afwisseling, zonder verpoozing,
behalve dan de feestdagen, die voor het
allerarmste volk evenwel niet bestaan. China
mist nog zoo ontzettend veel, doordat het
zijn Verlosser nog niet kent
Een eindje verder komen wij aan een
groot plein, waar het chineesche schimmen
spel vertoond wordt; ook de poppenkast is
aanwezig.
Een groot verschil bij ons vergeleken.
Bij ons veelal rumoerige drukte, hier één
ingespannen aandacht, een betere zaak
waardig.
met een kijkspel houdt men hen den ge-
heelen dag zoet
Kroegen vindt men hier niet; nog nooit
zag ik een beschonken chinees. Alleen mijn
kok ontvangt soms bezoek van een vriend,
die in Shanghai gewerkt heeft cn die
schenkt hem wel eens een glaasje warmen
chinceschen wijn, die vrij hoog is. Daar die
vriend gewoonlijk juist komt op den tijd,
dat de kok den maaltijd moet gereed heb
ben, kan ik aan het deficit of surplus aan
zout in het eten raden, dat hij geweest is.
Laat ik den kok dan roepen om hem zeer
gemoedelijk toe te spreken, dan laat hij als
een arme zondaar het hoofd hangen.
In de verste verte echter is hij nooit
dronken.
Deze treik van soberheid in het Chineesche
volk is van veel gewicht met het oog op het
enorm getal soldaten, dat in het veld staat
Stel je voor, dat die zich aan dranik te
buiten gingen! Wat een genade, dat God
hen en ons daarvoor bewaart.
Ondertu&schen zetten wij onzen tocht voort
door de in de zon blakerende straten, fel
Oostersch aandoend met hare bonte, veel
kleurige vanen cn doeken tusschen de
huizen, armoedige, half uitgehongerde hon
den, die midden op den weg liggen te slapen,
Hars tad; Lofoten.
Woensdag 24 Juli. 1929.
Te half elf zijn we aan wal gegaan in
Harstad, gelegen op Hindö het grootste en
noordelijkste der Lofoteneilanden. Toen we
vanmorgen ontwaakten, was het zoo frisch,
dat aan boord de centrale verwarming m
werking werd gesteld. Doch als we aan land
komen is het heerlijk weer.
Dank zij de warme golfstroom hebben
doze eilanden
een vrij zacht klimaat;
het vee kan hier zelfs gedurende den winter
buiten blijven. Harstad is een aardig plaatsje
met 3500 inwoners. De meeeten onzer ziin
op weg naar de Trondenes-Kircho, een der
oudste Noorsohe Christelijke kerken. Ande
ren nemen een kijkje in de omgeving. Bij
de landingsplaats staat een Laplander met
z'n vrouw in hun .schilderachtige kleeding.
In groepjes laten de passagiers zich fotogra
feeren met dit tweetal. Manlief ontvangt de
fooitjes en etaat z'n duiten te tellen. Hij
kijkt maar vrij zuinig en schijnt niet te
vreden.
In de haven ligt de „Krassin" de bekende
Russische ijsbreker, die verleden jaar zoo
bekend geworden is door de redding van de
Nobile-groep. Zoo beleven we allerlei in
teressante dingen op onze reis en in gespan
nen verwachting varen we vanmiddag weer
verder naar de Noordkaap.
Lappenfamilie in het Noorden van Scandinavië
:hool voor de grafische
vakken
JAARVERSLAG 1928.
an het verslag over het jaar 1928 ivan
Vereeniging School voor de Grafische
tken gevestigd te UtrechiL is het volgen-
ontleend:
p drie Mei had de jaarlijksche algemèe-
vergadcring plaats waarop de jaarver
zen werden uitgebracht en de rekening
verantwoording van den penningmeester,
heer Mr. G. P. van Tienhoven, goedge-
rd. De periodiek aftredende bestuurs-
m, de heeren P. den Boer, Mr. G. P. van
iihoven en L. van Essen Rzn. werden
kozen.
e School weed in het jaar 1928 in totaal
441 leerlingen bezocht
het geheel werden dit jaar 40 nieuwe
iingen tot de dagschool toegelaten; 216
lingen werden in September voor de
ndschool ingeschreven,
n de bij den aanvang van het jaar he
mde vacature, ontstaan door het vertrek
den leeraar boekbinden, den heer G.
Montfrans, werd voorzien door de be-
ming van den heer L. J. Schuring te
ravenhage, die op 1 Februari in functie
d. De avondschool leed een gevoelig ver
door het plotseling overlijden op 20
tember van den heer L. J. Lievegoéd.
li het programma van onderwijs op do
school en avondschool kwam dit jaar
i wijziging.
et aantal leerlingen op de dagschool
ft een stijgende lijn vertoonen wat de pa-
rasleerlingen betreft. Het aantal leer
den van den avondcursus en het aantal
ciaal cursisten is wederom höoger dan
vorig jaar.
e cursussen machinezetten zijn nu zoo-
ig geregeld, dat driemaal per jaar een
sus gehouden wordt, n.1. in de tijdvak
van primo Januari tot Goeden Vrijdag,
eden Dinsdag na Paschen tot ultimo Juli
van primo September tot. 22 December,
e verstrekking van gebruiksmaterialen
:st worden beperkt; het groot aantal pa-
insleerlingen, dat in de drukkerij-afdee-
;en werkt, vergt niet alleen het beschik-
r zijn van vele maohines, maar ook van
behoorlijk kwantum te verwerken pa-
Onze School viel de eer te beurt te wor
den uitgenoodigd deel te nemen aan de
„Pressa"-rtentoonstelling te Keulen; meerdere
malen werd onze school bij de bespreking
der Nederlandsohe afdeeling met lof ver
meld.
De School werd herhaaldelijk bezocht door
belangstellenden, terwijl verschillende ver
een igingen naar onze School op excursie
gingen. Het museum der School mocht zich
eveneens in de belangstelling verheugen.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat het le
dental nog steeds een weinig stijgende is,
hetgeen zeer zeker reden tot tevredenheid
geeft.
De rekening en verantwoording, sluit in
ontvangsten en uitgaven met een bedrag
van f 93.878.03.
De cijfers over het jaar 1928 geven over
het algemeen een gunstig beeld. Inzonder
heid de post schoolgelden toont een flinke
vermeerdering van f 5648. tegenover f 4758.50
vorig jaar. Het bedrag aan contributies is
met f 1857.73 echter f 52.49 minder dan over
1927, hoewel het aantal leden vermeerderde.
Ondanks de meerdere behoeften gelukte
het de totaalcijfers der uitgaven beneden de
daarvoor begroote bedragen te houden.
Land- en Tuinbouw.
DE ST. JACOBUS-PAARDENMARKT.
Men meldt ons uit Alblasserdam:
De geringe belangstelling voor de St Ja
cobus Paardenmarkt dit jaar, zal zeker
wel tot reden hebben, dat in sommige al
manakken, zooals beweerd wordt, de
markt stond aangekondigd op 25 Juli. Dit
nu is onjuist De Paardenmarkt alhier
valt altijd in die week waarin de 25 Juli
voorkomt, doch de dag is steeds Woensdag
Wanneer dus 25 Juli valt op Zaterdag is
het Woensdag 22 Juli markt. Naar we ver-1
nemen waren vorige week Donderdag koop 1
lieden op weg naar de markt die Woens
dag gehouden was. Dit jaar viel de 25ste
op Donderdag en was het dus 24 Juli Paar
denmarkt Voor de toekomst beware men
dit bericht De advertentie's van de ge
meente waren juist gesteld.
DE AARDAPPELZIEKTE.
Doordat iin de weersomstandigheden na
de uiitzeniddmg van het vorige bericht over
de aardappelziekte een wijziging was opge
treden, waardoor deze voor de ontwikke
ling der ziekte voortgang kan hebben, wordt
hierop wederom de aandacht der aardap-1
pel telers gevestigd.
Aanbevolen wordt de velden dde nog niet I
met Bourgondische of Bordeauxsche pap
bespoten zijn, thans te bespuiten en dit
eenige malen, al naar de vatbaarheid van
de soort te herhalen, daar de ervaring heeft
geleerd, dat voor een voldoende bestrijding
der aardappelziekte in de knollen herhaalde
bespui'hiug, soms tot laat in het seizoen, ruoo-
diig is.
Aairdapelvelden, die reeds een, of twee
maal bespoten zijn, kunnen thans voor de
tweede of derde maal bespoten worden.
Daar het seizoen a 1 vrij ver gevorderd is,
zullen geen berichten over het bespuiten
van hert. aardappelgewas ter bestrijding van
de aardappelziekte door den Planitenziek-
tenkund.i>gen Dienst gepubliceerd worden.
Aangenomen kan worden, dat de praktijk
voor diit jaar voldoende is voorgelicht.
ONZE TUINBOUW.
In „De Veldbode" lezen wij:
Iemand, die dezer datgen in Essen de groo-
te tuinbouwtentoonstelling bezocht, maakte
van de gelegenheid gebruik in het Ruhrge-
hied ook de markten te bezoeken. Het wa
ren niet overwegend Hollandsche groenten,
die hij daarop aam rof, maar naast enorme
massa's Duitsche, ook veel Fransche en Bel
gische. Meeten wij er onzen Nederlandschen
tuinbouw op inrichten om in droge zomeis
aan de Duitsche behoefte te voldoen, terwijl
we in normale en natte zomers in den over
vloed kopje onder gaan? Tot heden heeft
onze laiHlbouwvoorlichtingsdicnst geregeld
de uitbreiding van den tuinbouiw aanbev
len, het lijkt ons thans de taak van dc Over
heid met nadruk waarschuwend op te tre
den, terwijl de nieuwe regeering, door het
spoedig indienen van een aan de eischen des
tijds beantwoordende Pachtwet, den tuin
bouw van landbouwzijde wat lucht kan ver
schaffen.
TAAIE ROZEN.
In „Rosarium" worden eenige staaltjes ver
teld van taaiheid van rozen. Zoo ontving
een rozenk\vceleer in het late najaar van
1928 een zending Rosa canina, welke in eer.
schuur moest blijven liggen. Een latere zen
ding ondeiping hetzelfde lo*. Toen de stren
ge winter in de geheele doorvroren schuur
doorgemaakt was, werden de rozen gekuild
De eigenaar dacht, hoewel ze er oogenschijn-
lijk goed uitzagen: „er zal niet veel van te
recht komen". Toch zijn deze canina's, die
door en door bevroren moeten zijn geweest,
prachtig gegroeid en hebben nu een schitte
rend gewas, terwijl nagenoeg geen is wegge
bleven. Jaren geleden had dezelfde rozen
kweeker een William's Evergroen treurroos
met een gat in den stam en die, niet geschikt
voor levering, op het veld bleef liggen. Dc
winter viel in en gedurende dien tijd waren
de geheel onbedekte wortels aan een vrij he
vige vorst blootgesteld. Toer de grond ont
dooid was, kwam de" meesterknecht op de
gedachte deze treurroos op te planten; ze
deed het den volgenden zoi .-r uitstekend.
Genoemde kweeker meent dan ook, dat de
wortels van rozen volkomen bestand zijn
tegen vorst; dat verpakte rozen, die bij vorst,
hoe streng ook, onderweg zijn, weinig ga
vaar loopen-, als ze maar bij aankomst be-
lxvndeld worden, zooals het behoort. Waar
deze winter veel rozen gesneuveld zijn, zal
dit meer door de droogte dan door de vorst
veroorzaakt zijn.
over een hap, want drinken doet de chinees
slechts thee over het algemeen.
Zie ze daar op hun gemak neerhurken,
in de eene hand een stuk muo-muo, in de
andere eene van vet druipende massa, kalm
met elkaar een praatje houdend, onverstoor
baar bedaard, maar toch met oogen, waarin
tevredenheid cn genoegen zich afspiegelen.
De heldere, hooge chineesche zon beschijnt
een tooneel van opperste vergenoegdheid.
Zoo is mij dc Chinees het liefst,
in zijn kalme feestvreugde; dan ken ik hem
weer zooals ik hem zag, toen ik voor het
eerst China's bodem betrad. Vooral aan het
volik gun i.k dien pret graag, want het heeft
te veel moeten lijden in de laatste jaren. En
het lijdt nog hevig, hoewel dat moeielijk
zich rijmen laat met dat feest van knabbe
lende en kauwende kaken.
Waar komt in eens al die weelde van
daan?
Onbegrijpelijk, evenals zooveel in China
onbegrijpelijk is.
Maar laten wij verder de stad inwande
len of liever gezegd, laten we een ricksbaw
nemen, want de thermometer geeft in de zon
meer dan 120 gr. F. aan, en die graden
gaan één voor één aan je beenen hangen.
Voort maar weer, de koelie draagt als
eenige kleedij een kort broekje en natuurlijk
zijn grooten zomerhoed.
Al dadelük treft het ons, dat op dezen
voornamen feestdag de winkels en maga
zijnen niet gesloten zijn, maar dat is geen
gebruik in China, zelfs op Zondag niet.
lui en uit hun humeur op zij gaan
overrijden, legio bedelaars, de een al afzich
telijker om te zien dan do andere.
Eigenaardige fluittmen weerklinken, be
geleid door een soort bekkens.
Een bruiloftsstoetI
Voorop een open draagstoel met den vader
van den bruidegom, ernstig en waardig
voor zich uitziend, daarop eon tweede stoel,
eveneens open, waarin de bruidegom zelf,
die al even ernstig kijkt als zijn vader;
daarna een draagstoel met de bruid, maar
die krijgen wij niet te zien, want de stoel
is hermetisch gesloten.
Het huwelijk zelf ondervindt van over
heidswege geen bemoeilijking.
Papieren van ondertrouw zijn niet noodig.
Burgerlijke stand bestaat niet. Hoe men
derhalve steeds zoo schermen kan met het
cijfer van vierhonderd millioen inwoners,
is mij een raadsel, men kan best een paar
honderd millioen in de war zijn.
Ten huize van den bruidegom wordt de
stamboom tevoorschijn gehaald cn daarop
de nieuw-gehuwden ingeschreven. Die in
schrijving wordt bevestigd door verschillen
de handteekeningen, behalve van die van
het jonggetrouwde paar.
Aan een of andere godsdienstige plechtig
heid wordt niet gedacht
Sedert Feng Ju-chan overal de Boeddha
beelden liet vernietigen, is het laatste zicht
bare restje van godsdienst in China's bin
nenland verdwenen.
Ik zeg het laatste zichtbare restje, want
in het gemoed der Chineezen doet zich de
eeuwenoude invloed van Confucius nog ter
dege gelden; tonder dien invloed ware dit
volk niet zoo gedwee en zoo gemakkelijk
in toom te houden.
al lachen zij ook met sommigen er van.
Dit bemerkte ik bij mijn kok, die ter eer
van het feest wat chineesch gebak voor mjj
gereedgemaakt had.
Met groote geheimzinnigheid kwam hij,
□adat de boy mijn gewoon twaalfuurtje had
opgediend, met een grooten, toegedektea
schotel voor mij staan.
„Monsieur aujourd' hui fète, moi faire
puelpue chore pour monsieur, si bon, Mon
sieur manger, pas bon, pas manger" zei hij
(Vandaag is het feest voor mijnheer; ik
heb iets voor mijnheer gereedgemaakt. Ala
het goed smaakt, eet mijnheer het op, an
ders laat hij het maar staan.
Zulk een redelijk verzoek mocht ik niet
weigeren en ik sneed een stuk van het vetto
goed af, terwijl op het gelaat van mijn
kok alle mogelijke aandoeningen zich af
wisselden over mijn al of niet goedkeuren
zijn lekkers. Het smaakte inderdaad
niet kwaad en dat ik 's nachts met mijn
maag te kampen had, kan wel een andere
oorzaak gehad hebben, nietwaar?
Maar intusschen had ik gelegenheid hem
eens over zijn drakegoden aan den tand
te voelen.
Ik heb n.l. in den loop der jaren ver
schillende chineesche snuisterijen bijeenver
zameld, waartoe ook een houten boeddha
beeldje behoort, een man met één been op
een kruk.
„Vertel me nu eens, kok," zei ik, „wie i*
dat nu eigenlijk?"
Toen hij op zijn eene been ging rusten,
begreep ik een lang verhaal te zuüen hoo-
ren; het was nu maar de vraag of het de
moeite van het aanhooren waard zou zijn.
„Kijk, monsieur," zoo begon hij,
„dat Is er één van de acht."
„Eén van de acht?"
„Ja, dat zijn die acht bijzonder heilige
boeddha's,die over het water kunnen wan
delen, maar natuurlijk alleen, als zij hun
kruk bij zich hebben."
„O," zei ik, „dus dan is eigenlijk de kruk
heiliger dan de inan zelf."
Even was de kok verbouwereerd en ik
vreesde reeds hem van zijn apropos te heb
ben afgebracht, maar gelukkig neen, hij
zat er vast in. Een lange geschiedenis volg
de. die iJt hier in korte woorden herhalen
wil.
Eén van de acht onsterfelijken ging den
verjaardag van den god des ouderdoms vie
ren. De overige zeven onsterfelijken gingen
als zijn gevolg mede. Een bediende droeg
de geschenken. Voor de onsterfelijken was
het eene kleinigheid over het water te wan
delen, maar de bediende kon dat niet na
tuurlijk, zoodat er iets op gevonden moest
worden.
Van planken werd een vlot getimmerd
en de reis liep gesmeerd.
Maar helaas, plotseling kwam een
typhoon opzetten en onze bediende ging
met zijn geschenken naar den bodem der
zee.
De onsterfelijken vertrouwden echter dien
typhoon niet en zochten er
kwaadwilligheid van een waterduivel
achter, weshalve zij nadere opheldering
vroegen aan den drake-koning. Deze woon
de in een groot paleis onder zee en orn
zijn aandacht te trekken, schiepen de on
sterfelijken een kolossaal licht, dat het pa*
leis van den zeekoning plotseling in vollen
luister zette. De koning zette groote oogen
op van die plotselinge verlichting en be
merkte meteen de onsterfelijken. „Wat
moeten jullie"? vroeg hij. De kwestie werd
hem uitgelegd. Nu was 's konings oudste
zoon waarschijnlijk een ondeugende ben
gel, althans po pa verdacht hem dadelijk
van deze geschiedenis en gaf hem een
schrobbeering. Maar zoonlief werd boos,
trok zijn zwaard en ging er met een zwarte
op uit om den aanklagers de ooren te was-
schen. Toen hij ze zag begon hij tegen hen
uit te varen, waarover onze acht draken,
onsterfelijken nog wel, lang niet te spre
ken waren. Eén van hen veranderde fluks
zijn fluit in een vischlijn, waarmede hij
den haak pikte. De koning bleef intus
schen volhouden, dat zijn zoon in het on
gelijk stond en hij beval, dat bediende cn
geschenken teruggegeven moesten worden.
Daarover was nu weer zijn hofhouding
niet te spreken. Wat, die onsterfelijken
zouden zoo maar den Kroonprins wagen
gevangen te nemen en dat om den dienaar
met enkele geschenken? Een leger werd
gemobiliseerd, de onsterfelijke draken re-
quireerden onsterfelijken van andere or
den en weldra stonden twee geduchte le
gers tegenover elkander. Toen het gevecht
lang genoeg geduurd had, dacht plotseling
één der onsterfelijken aan de wijwatei-
flesch, die hij steeds bij zich droeg. Hij
sprenkelde den inhoud over de beide legers
en uit was het vechten. Knecht en geseiien
ken werden met de noodige excuces terug
gegeven.
Ziedaar een beschrijving van het feest
van den draak, maar lang niet volledig,
want re zijn nog duizenden andere soorteh
van draken, die alle hun rol in China
geschiedenis spelen. Bij gelegenheid vertel
ik er wel eens iets meer van.
geref. vereen. voor drankbestrijding
In de Molejistraatkerk te Assen werd op SP en SO ifuli de 29ste Jaarvergadering gehouden van de Gtr. Vereen, voor Drankbestrijding