WOENSDAG 24 JULI 1929 DERDE BLAD PAG. 9 DERDE BLAD. STAATKUNDIGE PARTIJEN EN PARLEMENTAIRE HERINNERINGEN BEDE VAjV DR. J. TH. BE VISSER IN REN NED. JOURNALISTENKRING HET GROOTE AANTAL PARTIJEN Bederf van het partijwezen Zooals wij meldden, heeft Dr. J. Th. 'de .Visser, oud-minister van Onderwijs en (bin nenkort) ook oud-lid der Tweede Kamer, in den Ned. Journalistenkring een belangrijke rede gehouden. Dr. de Visser is zoo vriendelijk geweest zijn rede in haar geheel voor de pers af te staan. Eerst waren we voornemens een kort uit- treksel er van te geven, doch bij 't doorlezen, was er zooveel dat boeide dat we besloten ge heel de rede onverkort op te nemen, zij het ook in gedeelten. Hier volgt dus het eerste gedeelte: Laat mij allereerst U allen zeer danken voor de eer, die gij mij heden bewijst. Ik stel haar op te ltoogcr prijs, als ik denk aan het aanzien hetwelk onze Nederland- sche Journalistiek, zoowel hier te lande als in het buitenland geniet, een aanzien, dai ook de Nederlandsche Journalisten-kring Waardig handhaaft. Ik voeg hieraan gaarne toe, dat gedurende 'de vele jaren, waarin ik het voorrecht had, een practisch aandeel te mogen nemen aan staatkundige werkzaamheden, mijn waar deering steeds is toegenomen voor onze dagb' 'schrijvers en parlementaire redac teure 'ii ik niet zelden de naar inhoud en vorm i.eurige en zakelijke overzichten van het in do Volksvertegenwoordiging behan delde, heb bewonderd, vooral als ik In aan merking nam de snelheid, waarmede dit in spannend werk moet worden afgedaan. Ik kan U wel verzekeren, dat dit bij de leden der Staten-Generaal algemeen zoo wordt gevoeld en men vaak meer dan gij vermoedt, onder den indruk is van wat gij schrijft. Daarin ligt een stille hulde opge sloten aan uw personen, een hulde, die ik dankbaar onderschrijf. Hoewel ik eerlijk erken, Uw uitnoodnging met een gevoel van dankbaarheid te hebben ontvangen, heb ik niet verzwegen, dat uw wensch om aan deze tafel een rede te hou den, mij in eenige moeilijkheid bracht. De enkele voorgangers van mij, die Uw Kring noodigdie, zagen zich concrete, actucele on derwerpen aangewezen, aan belangrijke in ternationale tijdvragen ontleend, die de al- gemeene aandacht trekken en waaromtrent eoo goed als geheel Nederland zich gaarne door deskundige woordvoerders zag voorge licht Ik daarentegen had zulk een onderwerp niet tiot mijn beschikking. Ik mocht er zelf een kiezen, een vrijheid, die lastiger kan zijn dan gebondenheid. Maar gedachtig èn aan do pas plaats gehad hebbende verkie zingen en aan mijn niet herkiesbaarstel ling als lid der Kamer, kwam ik tot het be sluit, dat het U wellicht niet onaangenaam zou zijn, Aianneer ik een woord sprak over: „Staa kundige partijen en parlementaire herinneringen". Ik doe dat echter met groote bescheiden heid in dezen kring van deskundigen, maar tevens met het prettige gevoel, dat ik in het blad van morgen niet door één uwer onder handen zal worden genomen, al ware het alleen uit respect voor den bejaarden genoo- iddgde. Nog eeni.gszins onder den indruk van het Vreemdsoortig groot aantal partijen, welke ibij de onlangs plaats gehad hebbende ver kiezingen candidiaten stelde, dacht ik nog eens na over het partijwezen in 't algemeen en de partij formaties in het bijzonder. Geen tegenspraak zal het uitlokken, wan neer ik zeg, dat het partijwezen een integree rend deel uitmaakt van den cone'dtutionee- len staat Op zeer natuurlijke wijze spreekt een volk, door in zijn midden gevormde par tijen zijn politieke overtuiging uit en maakt daardoor zijn oordeel over de regeering be kend. In dit opzicht is de partij verre te ver kiezen boven de cóterie, die in het geheim door enkelen de zaken bedisselt. Echter is hot niet te ontkennen, dat het bijzonder in ons land het partijwezen aan één groot gebrek lijdt. Wij missen n.l. flinke, historische-geconsolideerde partij-for maties. Bij ons is alles, w at dit betreft, eigen lijk eerst van recenten datum, doordien pas na de afscheiding van België met eigenlijke partijvorming kon worden begonnen. In dit opcicht ontbrak hier te lande een flink fundament, waarop men eenvoudig had voort te bouwen. Daarmede hing een •remis samen, hetwelk andere landen, met his'orische partijformatie, niet kennen. Daar hebben de groote partijen d'e vraagstukken die in het volk leven in zich opgenomen, bestudeerd en elk op haar wijze verwerkt, hier daarentegen roepen dikwijls die vraag stukken de partijen in het leven en dragen -ij dientengevolge van stonde aan niet zel den een minder deugdelijk en een eenzijdig karakter. Het gevolg van een en ander is dat aan partijen bij ons de vaste grondslag in ons volksleven ontbreekt die elders wordt ge kend en deze zoowel het aanzien mdssen, waarin zij bij andere volken staan, als voor voor,durende versplitsing vatbaar zijn. Vooral dit laatste doet zich bij ons op groote schaal voor. Daartoe werken met name twee factoren mede. Dr. Kuyper, die dingen zoo pakkend zeggen kan, sprak eens in het Parlement: Er zijn twee mach ten, die het Nederlandsche volk in beweging "^engen: „de religie en de negotie." En daarin had hij gelijk, op het punt van den godsdienst is ons volk, naar zijn aard en historie, zeer gevoelig. In den nieuweren tijd heeft de met taaie volharding gevoerde schoolstrijd dit nog eens voldoende bewezen. Maar tegelijk is een belangrijk deel van is volk zeer theologiseerend en dogmatisch in puriteinschen zin, aangelegd. En nu de kerkelijke strijd, die verscheidene jaren lang, ook op het terrein der staatkunde werd overgebracht, daar bijkans niet meer wordt iL-rd, dringt zich de confessioneele naar voren. Hierover loopen zelfs in den boezem eener zelfde rechtsche partij, de meeningen zoo- uiteen, dat het niet te verwonderen zou zijn, wanneer althans onder rechtzinnige protestanten, het splitsingsproces, inzake staatkundige partijen nog verder doorging. De een of andere bekwame of bekende theo logant behoeft slechts de snaren te grijpen van het een of ander theologiserend volks deel, of hij heeft kans op een kamerzetel. Men vraagt zich daarbij niet af, welke noodlottige gevolgen dit dogmatische kra keel in een land met een zoo gemengde godsdienstige bevolking kan hebben en ook niet of daarbij eenig positief politiek resul taat zal worden bereikt. Het is slechts om getuigen te doen. En wij zien die partijtjes heden verschijnen en morgen verdwijnen, omdat de geestdrift, bij het aanihooren van steeds dezelfde klanken, zonder dat men eenige vrucht ziet, natuur lijk van lieverlede verslapt, en dan weer iets anders tegelijk opgeld moet doen. Maar intusschen is het kwaad geschied, en vreet de kwaal der partij-verbrokkeling die belemmerend werkt op den goeden gang van zaken, gestadig voort. Eenzelfde proces zien wij zich ontwikke len naar aanleiding van wat Kuyper de ne gotie noemde, dit woord nu genomen in zeer ruimen zin. De historie leert ons, dat ons volk ook op dit punt altijd zeer gevoelig was, en het heden verloochent in dit opzicht het verleden niet. Hoevele materieele belangen en belanget jes komen, als de verkiezingen in aantocht zijn, naar voren! Dan wordt er in verschil lende kringen naar staatkundige beginselen niet gevraagd, dan wordt het oog gesloten voor het ingewikkelde maatschappelijke menstel, dat in zijn geheel fnoet worden ont zien en ontwikkeld; dan viert niet zelden benepen eigenbaat hoogtijd. En al deze po litic: van klein aliooi vinden dan alras hun bondgenooten in hen, die over hun eigen levensomstandigheden ontevreden zijn en in de geheele maatschappij niets anders zien dan een alles te wenschen overlatend ge heel, en den Slaat beschouwen als een we zen, dat het voor hen nog veel erger maakt. Het is helaas! vooral de tijdsomstandig heden na den oorlog in aanmerking geno men, niet te verwachten, dat wij ook hier aan het einde gekomen zijn van het aantal snipper-partijtjes. Voor verrassingen op dit gebied zullen wij telkens weder komen te staan. Daarnevens wordt het gezonde partij-we zen ook nog van een andere zijde bedreigd. Het is een feit, dat de beide sterkste par tijen in ons land, de Roomsch-Kathólieke en sociaal-demociatische, tot heden op kranige wijze haar eenheid en saamhoorigheid heb ben weten te bewaren. Maar het is zeer de vraag, of dit in de toekomst ook het geval zal zijn. Wel zal het speciaal katholiek be lang eerstgenoemde partij zoo lang mogelijk haar eenheid doen bewaren, maar het gaat haar als weleer moeder Rebecca, in wier schoot Jacob cn Ezau tegen elkaar stieten, terwijl zij, groot geworden, tegenover elkan der gingen staan. En al houdt de sociaaldemocratische par tij haar cohorten goed bijeen, steeds hebben zich bij de geesteskinderen der revolutie twee strooomingen doen gelden: Girandijnen en Jacobijnen in Frankrijk; eerst in ons land federalisten en unitarissen, en nu in onze dagen zijn, om van de communisten te zwij gen, nu en dan symptonen van hetzelfde verschijnsel bij de S. D. A. P. te bespeuren. Zal nu te eeniger tijd, wat te vreezen is, in de genoemde groepen naar echt-Holland- schen aard, splitsing ontstaan, dan zal te gelijk het parlementaire stelsel den sterk- sten knak krijgen, en onderling overleg om tot een gemeenschappelijk accoord te ko men, zoo goed als uitgesloten zijn. Eindelijk mag bij dit alles niet worden vergeten dat het cvenredighcidsstelsel in hooge mate bevorderlijk is voor de door mij gewraakte snippering van partijen. Dit stelsel bedoelt, dat zoo weinig moge lijk stemmen verloren gaan. Zoodra dan ook een groep kiezers de vereischte getalssterk te bezit om een lid in de volksvertegen-1 woordiging te doen zitting nemen, wordt haar de gelegenheid gegeven om haar plan tot uitvoering te brengen. Vroeger, bij het meerderheidsstelsel, had een minderheid van kiezers, zoo zij zich van de partij, waartoe ze behoorde, wilde afscheiden, slechts de keuze tusschen ont houding of stemmen op den candidaat die haar het minst onwelgevallig was. Thans kan zij, in vereeniging met gelijk gezinden in het land,den man harer keuze een zetel bezorgen. Voor elke nieuw-ontstane partij of fractie wordt, indien zij slechts een zekere getalssterkte onder de kiezers heeft, de deur der volksvertegenwoordiging geopend. En de pas gehouden verkiezingen hebben doen zien dat van dit recht een zeer ruim gebruik w/dt gemaakt. Zoo wordt de chaos der partijen veroor- -ajet; het partijwezen in zijn gezonde kern bedreigd; de waardigheid van het Parle ment verminderd en ten slotte het regeeren bemoeilijkt. Wanneer wij dit heden bezien, hoe ver zijn wij dan van den tijd af toen Thorbecke het bestaan van staatkundige partijen in Nederland ontkende en er zelfs tegen waar schuwde, ons volk wijs te maken, dat deze hier bestaan! „Want" zoo sprak hij in de Tweede Kamer 5 Mei 1849 „de natie zal dan wer kelijk gaan gelooven, dat er partijen zijn en een ieder, die op het politiek tooneel verschijmt, afvragen welke kleur hij draagt. Wij zullen dan worden geoordeeld niet naar hetgeen wij denken, zeggen en doen, maar volgens het partij-begrip, waarin men ons zal willen rangschikken". En hoever zijn wij niet minder verwijderd van Groen's ideaal van twee partijen en een homogeen ministerie steunend op de meer derheid. „Ziedaar" zoo betoogde hij in de zitting der Tweede aKmer van 27 Juli 1849 „de uitnemendheid van het constitutio neel gouvernement: er is een meerderheid en een minderheid; de minderheid bepleit, de meerderheid beslist". Wanneer wij verder naar de oorzaken vragen, die deze verwording van het partij wezen hebben bewerkt, dan moet ongetwij feld, naast hetgeen ik reeds noemde, ook een deel van de schuld op de andere par tijen worden afgewenteld. Hoe lang heeft niet in de tweede helft der 19e eeuw het onverkwikkelijk schouw spel der op allerlei combinaties bedachte, weinig principieel zich vertoonende en langzaam stervende conservatieve partij de politiek bedorven! Welk een verkeerden in vloed oefende het overmoedig optreden der moderne theologen niet uit op de liberale partij en het vertrouwen, dat zij in den lande bezat! Hoezeer verlamde de stijgende oneenigheid in deze partij niet haar kracht, zoodat zelfs Buys moest erkennen, dat zij zich begon te bederven in 'een afmattenden personenstrijd, zoodat de groote vraagstuk ken niet werden opgelost, zelfs niet aan gedurfd! En welk een omwenteling kwam er in onze geheele staatkunde, toen de Roomsch- Katholieken zich eindelijk in den school strijd aan de zijde der anti-revolutionairen schaarden en bij toeneming zich afkeerden van hun vrocgeren vriend Thorbecke! Voegt daarbij de scheuring, die de opko mende democratische strooming in volk, zoowel aan de linkerzijde als aar rechterzijde veroorzaakte, terwijl zij niet zelden door persoonlijke onieenigheden in de hand gewerkt werd, en wij hebben een beeld van de parlementaire geschiedenis voor ons, dat ons allerminst een gezonde ontwikkeling van ons partijwezen doet zien, integendeel zijn langzaam bederf demon streert. (Wordt vervolgd). EEN ROODE 1 AUGUSTUS Gemengd Nieuws. 101 JAAR. Een cler verpleegden van de „Joodscha HEVIGE ONWEDERS EN HAGELSLAG. In de omstreken van Vlagtwedde (Gr.) heeft een onweder gewoed, gepaard gaande met hevige hagelslag, waarvan de gewassen groote schade ondervonden. Boven Zuid-Limburg heeft een hevig on weder gewoed. De bliksem sloeg op ver schillende plaatsen in. In de omstreken van Heerlen veroorzaakte de regen overstroo- mingen. Vele varkens en kippen kwamen daarin om. In het gebouw van een tentoon stelling te Vaals stond het water 15 c.M. hoog. De brandweer droeg de bezoekers en bezoeksters naar buiten. EEN VIERLING. De vorige week werd te Oss (N.-Br.) een vierling geboren, en wel twee jongens en twee meisjes. EEN MOOI JUBILEUM. Te Bredcvoort bij Aal ten herdenkt brandweer deze maand liet feit, dat ze 25 jaar geen dienst heeft behoeven te doen. WATERSNOOD. Tengevolge van de droogte heersclvt in Oostelijk Groningen totaal watergebrek in de dorpen. Vooral voor het wen de vee moet dagelijks water worden aangehaald. Mei den dag wordt het gebrek nijpender. De communistische partij en haar actie hiervoor De politiek, gezien in den communistischen lachspiegel! (Van onzen Parijsclien correspondent.) De eenheid van manouvres, die sinds lan gen tijd de politiek van radicalen en soci alisten beheerschte, en welke geen ander doel had, dan het tot val brengen van het gehate ministerie Poincaré, komt geduren de de laatste weken minder dan tevoren het geval was, tot uiting. Er is, dat bespeurt men duidelijk, aan den rooden kant aarzeling ontstaan om met den linkerkamervleugel solidair te blijven. Enkele malen heeft het er op geleken, of inderdaad de dagen van het cabinet geteld waren, en stond men als het ware reeds op de grenzen van het beloofde land. Doch de erfenis, zoo dicht bij gekomen, bleek lang niet vrij van successierechten! Wat zou men anders kunnen doen dan de huidige regeering voorstelt, n.l. de verdra gen met Engeland en Amerika ratificeeren, alvorens het plan Young zijn beslag gekre gen heeft? Maar in het politieke systeem daemagogen past niet en zal ook nooit en het vrijwillig op zich nemen van eenigerlei verantwoordelijkheid, vooral niet als het om de groote kwesties gaat die het volk in zijn breede lagen niet begrijpt, doch enkel in hun finantieelen terugslag op de belastingen aanvoelt. Zulk een verantwoordelijkheid aanvaar den, is voor hen een hachelijke taak, omdat de kiezers, di6 hen op het kussen brachten, dit in den regel om allerlei schoone belof ten. dus per saldo om eigen persoonlijk voordeel hebben gedaan. Hiernaast moet ook terdege in aanmer king worden genomen, dat de Fransche sociaal-democraten een harden dobber heb ben met de communistische partij. De man nen van Moskou krijten hen uit als verra ders van het proletariaat, als degenenuon, die met de bourgoisie heulen! Indien men de organen der communisten leest, kan men trouwens zeer goed begrijpen dat deze partij een toenemende bekoring moet gaan uitoefenen op allen, die zich niet uit dieper beginsel tegen de ideeën der revolu tie keeren. De communisten lijken zoo for midabel consekwent en kordaat in hun op treden, dat hun actie spreekt tot allen, die eenig gevoel voor romantiek hebben. Het gemarchandeer dat inzonderheid aan de Fransche politiek eigen is, het gecomplotteer der wandelgangen cn het eindeloos gerede neer, dat de massa niet begrijpt, dit alles is hun vreemd. Zijn er arbeids- en woningtoestanden, wel ke om verbetering roepen, is er afkeer voor den militairen dienstplicht, en vrees voor nieuwe oorlogen, dit alles zal met één slag uit de wereld wezen, zoodra kapitalisme en bourgoisie zijn onschadelijk gemaakt, en de heerschappij in handen is van het proleta riaat. Openlijk spoort men aan tot dienst weigering, speciaal in deze periode, nu de herhalingsoefeningen velen voor enkele we ken uit hun werkkring hebben gehaald, en het aantal ontevredenen groot is. Hoewel arrestaties en gevangenisstraffen het gevolg zijn, laat men zich niet afschrik ken, elke gevangen genomen propagandist wordt als een martelaar verheerlijkt, en elk politioneel ingrijpen als een brute geweld daad van de knechten van het kapitaal voorgesteld. In pathetische artikelen vertelt men hoe de slachtoffers van hun beginsel hun straf uitzitten, op welk een slechte wijze zij be handeld worden, en dat zij moeten worden bevrijd, desnoods met geweld. De soldaten die aan de veldoefeningen deelnemen, en dc arbeiders, die in de ammunitiewerkplaatsen arbeiden doen ook hun duit in het zakji door brieven en fotografieën, die de ver schrikkingen van den oorlog in het licht stellen. Bij al deze dingen is steeds weer dit het refrein: neemt deel aan de werkstakingen van den eersten Augustus. Het is niet ge noeg," indien men dien dag niet arbeidt, men moet zich in optochten langs de straat begeven, om tegen het „imperialistische weid" te demonstreeren, cn daar zoo noodig arrestatie of verwonding voor over hebben. De Fransche regeering heeft zich intus schen niet onbetuigd gelaten, doch een huis zoeking in het communistisch partij-bureau en in de localiteiten der „Humanité" laten doen. Hoewel de agenten de communisten in hun kwartieren verrasten, hebben deze zich niet uit het veld laten slaan. Zij wei gerden het proces-verbaal der inbeslagname te teekenen, onder het voorwendsel, dat zij er geen oog op hadden kunnen houden, wat tr meegenomen was, en verklaarden brutaal dat de politie er een handje van had, vreem de papieem van compromitteerenden aard onder het in beslag genomene te mengen, om daardoor zoogenaamde bewijzen tegen de communistische partij gevonden te hebben Vanzelfsprekend verklaarden zij zichzel- ven tot onschuldige lammeren, en dezen in val der overheid tot een imperialistisch complot, om de organisatie van den eersten Augustus te verhinderen. Voorts doet men het voorkomen, alsof de geschillen, welke China en Rusland op het oogenblik hebben, door Engeland zijn uit gelokt, om een algemeenen oorlog tegen de GODSDIENSTLOOS IS NIET MEER VOLDOENDE HUIZEN (1875 M.) 12.15—2 Co —3.30 Kurhaus Sche -1.30 Concert. 5— Een der groote Oekrainsche pedagogi sche revues geeft in zijn laatste nummers eenige artikelen, die een indruk geven van Russische pogingen om het Christendom uit te roeien. In een groot artikel poogt de heer O. Fi- guirin aan te toonen, hoe actueel, zelfs zéér dringend, de behoefte is aan anti-godsdien stig onderwijs xu de schoten. Immers kun nen, volgens hem, de ten zeerste betreurens waardige feiten worden geconstateerd, dat in Moskou 42 van de leerlingen nog ge- loovig is, terwijl in de omstreken van Char- kov zelfs 90 van de leerlingen regelma tig de kerk bezoekt'! Achter die laatste zin plaatste de schrijver een zeer dik uitroep- teeken. zoozeer ^betreurenswaardige om standigheden zijn een gevolg van het feit, dat de burgerlijke gezinnen bij de kinderen religieuze wereldbeschouwing aan- kweeken, terwijl de godsdienstlooze scholen daar niets tegenover stellen, vele scholen zelfs positief godsdienstig zijn en d die „schrikkelijke" toestanden medewerken. De schrijver deelt mede. dat de laatste tijd, als resultaat van de ontwikkeling van tenschap en techniek en der verscherping van den klassenstrijd, de reactionnaire rol van de godsdienst steeds duidelijker aan 't licht is getreden. De Sovjet-unie aanvaardde oorspronkelijk het principe van de godsdienstlooze school, doch nu dient dat standpunt definitief te worden verlaten: de school moet een posi tief revolutionnair karakter hebben; het standpunt van geen aandacht schenken aan de godsdienst is gevaarlijk voor de maat schappij en moet dus worden bestreden. De schrijver vindt niet alleen anti-reli gieus onderwijs noodzakelijk, doch meent dat het streven moet zijn practische mate rialisten te vormen, die bereid zijn te allen tijde tegen eiken godsdienst te strijden. De school moet reeds door „practische anti- religieuse daden" (beeldenstorm enz. wel licht? Red.) de kinderen aan die anti-reli- gieuse strijd gewennen, de daarvoor noo- dige gevoelens in hun geest doen doordrin gen en.de wilskracht versterken. Het ge- dieele schoolonderwijs moet worden verza digd met anti godsdienstige ideeën, en de taak van de onderwijzer is daarbij grootsch: hij moet een actieve godsdienstbestrijdei zijn. Een andere schrijver, V. Sjtjerbakov. wijst erop, dat de onderwijzers nog meer den tot nu toe zich erop moeten toeleggen om hun eigen materialistische wereldbe schouwing positief te vormen, en dat onder ling overleg noodig is om door uitwisseling ervaringen en kennis het anti-godsdien stige front te versterken. Even verder deelt nog de heer A. Ivamooski mede, dat hij uit vele ontvangen brieven heeft kunnen con- stateeren, dat de onderwijzers in het alge meen nog te passief zijn betreffende anti godsdienstige propaganda. Hij verdeelt de onderwijzers in vier groe pen: le. actieve anti-godsdienstige, die niet begrijpen, waarom de Sovjet-regeering geen strenge maatregelen neemt tegen geloovi- gen; 2e. principieele anti-godsdienstige, die niet weten hoe te handelen; 3e. twijfelende, die zich van actief strijden onthouden uit vrees hun invloed bij de plattelandsbevol king te verliezen, en 4e. vijanden van anti godsdienstige propaganda, die hoe eer hoe liever uit de scholen moeten worden ver wijderd. Dat zulk een belangrijk tijdschrift als „De weg naar ontwikkeling", hetwelk in zijn maandelijksche 100 200 pagina's vaak zulke lezenswaardige artikelen geeft, zulk een belangrijke plaats inruimt aan anti godsdienstige propaganda, bewijst wel dat er ernst bij is, te meer daar het blad orgaan is van liet S taatscomité voor wetenschap en ontwikkeling in de Oekrainsche Sovjet republiek. Maar ook bewijst het, dat de Sovjet-led- ders voelen, dat de grondvesten van hun republiek steeds weer versterking noodig hebben, en voorts dat vooral op het platte land dc Russische bevolking nog hardnek kig vrsthoudt aan het geërfde geloof. HILVERSUM (298 M. Na 6 uur 1070 M.) (Uibel. NCRV.-uitz. 11—11.30 Korte Zlekendlenst; 12.2# —2 Solistenconcert; 2—2.30 Gramofoonm.; 2.30 .30 Solistenconcert; *1.305 Gramofoonm.; 6— 6 Kinderuurtje. 6fi.30 Causerie over: Nieuw», ■oorzlenlng en de pers ln j0en_ loop^dei Radio Nieuws. ziek. 2.30 Kinder-matlnee. tnophoon 5.307.1ö VUsslni Residentie-Orkest. Na afloopi Concert uit Grand Hotel Brittan 0.12 Sluiting. 7.30—8 Causei 8 Uitzendavond; ial-Afrlks. Da: N. C. R. V.-t iltterj Cen- 2.50 Gra- 1.202.20 Muziek. 4.20 Muziek. 5.06 Con >rgel. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Muziek. 6.3E - -traatje 7 Muziek 7.05 Piano 7.45 Literaire causerie 8.05 .35 auserie 9.50 Nieuw» Vioolconcert. 11.20— PARIJS ..Radio LANGENEERG (473 M.) 7.50—8 SOOrkest 10.38 en 12.66 Gramofoon. 12.15 Muziek voor scholen. 1.25—2.50 Orkest. 9.06 Vroolük concert. ZEESEN (1635 M.) 6il011.05 Berichten en lezingen. 12.20—1.15 Gramofoon. 1.15—5.20 Be- ichten en lezingen. 5 206.20 Concert. 6-208.11 Berichten en lezingen. 8.50 Tooneel. Daarffe} •sber. en muziek. Erahms. 78 Orgeic< Schrleck over: De moder Nederland. 2.30—2 Gramofoon. 34 Concert. 4 5 Zlekenuurtje. 6—5.30 Gramofoon. «.016.3® •oeporkest. 6.01—7 gel. 3.20 Vesjer. 4.05—4.20 Concert. 5.85 Kinder- uurtjo. 6.20 Muziek. 6.35 Nieuwsber. 6.50. Voo* de landbouwers. 6.65 Muziek. 7.05 Planoduetten. 7.20 Novellenbespreklnsr 7.45 Lezing. 8.05 Con cert. 9.20 NIcuwab. 9.35 Lezing. 9.50 Nieuwsh. 9.55 Varlëté. 11.0512.20 muziek. PARIJS ..RADIO-PARIS" (1725 M.) 72.50— 2.10 Gramofoon. 4.06—5 60 Klassieke muziek. 6.55 7.20 Gramofoon. 8.2511.10 Concert. LANGENBERG (473 M.) 7.508.50 Orkest. ZEESEN (1635 M.l 6.1011.05 Berichten Sovjet-republieken te ontketenen. Het sa mentrekken van de Fransche Middelland- sche Zeevloot en de legeroefeningeu dienen tot eenzelfde doel! Zooals men ziet leiden de communisten nog steeds aan den ouden ver volgingswaanzin, of wil men dezen althans aan zijn volgelingen suggereeren, teneinde daar weder munt voor zijn verderfelijke propaganda uit te slaan. De communisten laten hun getrouwen zoolang in den lachspiegel blikken, waarin zich alles vertrokken en verwrongen weer kaatst, tot men tenslotte vast gelooft, dat heel de wereld zich in Moscou concentreert dat Moscou de dageraad is van een nieuwe, ongekende vrijheid, van een eeuw van vrede en voorspoed, waarin alle menschen voor elkander zullen arbeiden, en alle onrecht zal verdwenen zijn. De horizon is inderdaad rood, doch heit is een luchtspiegeling van bloed en geweld. Moge de menschheid voor het Moscovitisch regiem bewaard blijven! MEDISCHE KRONIEK. VEGETARISME Vegetariër zijn, in zijn ecnvoudigsten vorm is onthouding van spijzen, ontleend aan het godoode dier. Men zou cok kunnen zeggen, geen vleesch of viech e-tcn en alleen leven van plantaar dig voedsel. 1 Sommigen ziin zoo streng, dat zij zien van alles onthouden wat van het dier af komstig is, maar weer anderen gebruiken ook nog eieren, boter en kaas en melk. Doch langzamerhand heeft het vegeta risme zich ontwikkeld als een -soort gods dienst, als een soort levensbeschouwing, zeggende, dat zij niet alleen streven naar hetgeen gezond is voor het lichaam, doch ook voor de ziel, en naar aLes wat den mensch stoffelijk en zedelijk kan verheffen. Zij zeggen geen vlecsch te eten omdat het onhygiënisch en ongezond is niet alleen, maar ook omdat zij daarin een onrecht zien tegenover de dierenwereld. Zij vinder dat een mensch een dier ont zettend laat liiden, door het dier te dooden voor 's menschen voeding en halen er dan als afschrikwekkend voorbeeld bij aan, hoe palingen levend worden gevild, hoe vee wordt gemarteld niet alleen bij vervoer, me ar ook bij het slachten. Ook om diezelfde reden hebben zij een afkeer van veeren op hoeden, van bontman- mantels en pelsjassen, van handschoenen en laarzen en wat al niet mee.. -volg zou moeten zijn, het geheele stop zetten van het veebedrijf, de melk zou den koeien niet mogen worden ontnomen, noch dc ei ere" ian de kippen. Hoe i al voortredeneerend op 'dit the ma, tot ilerlei dwaasheden kan komen, bewijst Tolstoï. Hij had in zijn slaapkamer een muizenval, doch de muizen, die in den val werden gevangen, werden naar een na burig bosch gebracht en daar weer losgela ten. Zelf deelt hij nog mede: „Het ccbied der daadwerkelijke liefde is onbegrensd. Sommi gen kunnen slechts aan hun gezin liefde bewijzen, andere jegens alle menschen, een derde ook aan een groep van dieren of aan alle dieren. Ik heb oen oude vrouw gekend, die, toen zij op sterven lag, door het onge dierte werd opgegeten. Zij had zoo'n mede lijden met die dieren, dat zij niet toestond ze dood te maken." De ethische vegetariër legt er vooral den nadruk op hoe zijn gevoel er tegen opkomt, dat de dieren onrecht wordt aangedaan, tegen den gruwel van het lijden, dat vele dieren moeten doormaken. Zij zeggen, dat de mensch naar ziel en lichaam door het vleesch eten is gedegenereerd en dat hij weer alleen genezen kan door geen vleesch te eten. Zulk een vegetariër is ook overtuigd geheel-onthouder; maar niet alleen dat, doch zijn alles-omvattende liefde tot het raenschdom en geheel de natuur voert hem ten slotte tot het communisme. Wel gaan alle vegetariërs gelukkig niet zoo ver. Maar wel „de Vegetarische Bode", orgaan van den Nederlandschen Vegetariërs- bond. Men leest daar b.v. in jaargang 1920 pag. 270: „Hoe het ethisch vegetarisme de krachten van den geest staalt en karakters vormt, deed Gerhard zien, aan het voorbeeld der principieele dienstweigeraars, die voor een groot deel vegetariërs waren. Ook liet hij uitkomen, hoe het ethisch vegetarisme veel meer was dan een dieet- kwestie, door te wijzen op het stille, maar prachtige werk der vegetarische vrouwen en meisjes, de moeders van het komende ge slacht, die hun kinderen deden opgroeien in een reine sfeer van gezondheid on blijheid van rechtvaardigheid en deernis met hot zwakke." Wie het niet wist, zou niet vermoeden, dat er zulke consequenties vast zaten aan het niet vleesch eten. Een bekend vegetariër zegt: Menigeen antwoordt, dat de wetenschappelijke wereld reeds lang weet, dat men bij vegetarisch voedsel gezond kan blijven en dat de vege tariërs dit niet hebben uitgevonden, maar wij gaan veel verder en beweren, dat vlceschvoeding schadelijk is voor onze ge zondheid en dat wij in staat zullen zijn, dit te bewijzen. Ik ben door ervaring tot de vaste overtuiging gekomen, dat vleesch een langzaam werkend vergif is, dat het men- schelijk lichaam sloopt en dus zedelijk en lichamelijk minderwaardig maakt, evenzeer als alcohol, maar in veel langer tijdsver loop." Volgens de vegetariërs geeft hun levens wijze ook een open oog voor de economi sche toestanden der maatschappij en voor do economische ellende. Indien zij maar geregeld hierop hun aan dacht vestigen, dan wordt door het vegeta risme hun blik meer ën meer verruimd, zij loeren beter nadenken en beter waarnemen en voelen meer en beter dc sociale ellende der uitgebuite menschenwerekl en eveneens die der uitgebuite dierenwereld. Zulke menschen moeten, altijd volgens hen, als levenseisch voelen: meer eenvoud. Zij mogen zich ook van de rijkdommen der wereld zich niet meer tooëigenen dun strikt noodzakelijk is voor een mensclnvaardi bestaan. De vegetariër zal krachtens zijn beginsel vooraan staan in den strijd tegen de drank ellende, {ogen het kapitalisme, tegen oor logen, gewetensdwang, onreinheid en al wat den mensch neerdrukt. In de practijk bliikt, dat er nog wel ver schillende soorten van vegetariërs zijn, b.v. gezondheidsvegetariërs, die meenen, dat vleescheten nadeelig is, doch niet verder gaan en melk, eieren- en kaas gebruiken. Ook anderen, dio meenen, dat het godtikoo- per is; deze soorten hebben dus met het communisme niets uit. te staan. Hier hebben wij eigenlijk alleen te maken met hen, die vegetariër zijn omreden van gezondheid. En d is het aan grooten twijfel onderhevig of vegetariër te zijn wel zoo gezond is als men voorgeeft Immers al is door de ervaring gebleken, dat men ook gezond kan zijn en arbeiden bij vegetarischen kost, doch nergens heb ik eenig bewijs kunnen vinden, dat men er ge zonder door wordt of eenige ziekte mede voorkomt. De vegetariërs beroepen zich altijd op wat da natuur leert De natuur leert, dat elk dier een gebit heeft naar zijnen aard en ook een darm kanaal al naar het voedsel, dat hij gebruikt En naar hot lichaam kan men een mensch een dier noemen en met het dier vergelij ken. Welnu, dan is het menschclijk gebit ingericht voor gemengd, dat is èn voor dier lijk èn voor plantaardig voedsel. Zoo ook de lengte en de inrichting van het darmkanaal. Het is dus onjuist, dat de natuur zou lee- ren, dat de mensch vegetariër moet zijn. Integendeel, èn gebit èn darmkanaal leren dat de mensch is omnivoor (allesoterl en niet uitsluitend carnivoor (vleescheter) of herbivoor (plantenctor). „Ieder zijn meug", zegt de boer, of „over smaak valt niet te twisten" leert een La- tij nsch spreekwoord. Het nieerendeel der menschen vindt een gemengde kost: vleesch in verschillende vormen, afgewisseld met plantaardig voed sel, oneindig aangenamer dan altijd plan- tenvoedsel. En dat het goedkoopar 2ou zijn, is een be weren, dat ook al niet opgaat, zoonis ik wel van vegetariërs heb gehoord. Gods Woord verbiedt niet alleen het vleescheten niet, maar uit verschillende plaateen blijkt uit den Bijbel, dat vleesch eten geoorloofd en zelfs nuttig is. En dat men door vegetarisme zulke hoog staande, bijna volmaakte menschen zou krij gen, is zoo belachelijk, dat men daar niet verder op behoeft in te gaan. Zoo lang wij dus geen betere motieven vinden, blijven wij liever bij onzen gemeng- den kost en worden geen vegetariër. a t* lr-zlngen. 8.20 Coi BRUSSEL (512 geen ln de garage aanwezl In Frankrijk «uilen op Een Fransch blad ;fi te Los Aneelcs en. sinaasappelen VAARDIGE Reeds op z|Jn *«stiend« n tot de Universiteit vaa wegens finantleele oin- IrUke onderzoekingen 00 hel 1841 leidden tot ontdel dan 1613 brlei RADIO VOOR DEN LANDBOUW IN AMERIKA. De President van de „National Broadcasting Company" heeft onlangs het plan aangekondigd om den 1 adlo-landbouwdlenst uit te breiden. Dit Plan berust op uitbreiding van den ro«d« bestaanden landbouwdlenst, waaraan eik-n cmr 20 minuten besteed worden en die het vorig jaar door. niettegenstaande door de Regeerlng voor te het onderbreken h<unn< uitzending, die alle daccn plaats n; aardse id wordt, blflkt wel uit lnk« niei.de braven bU het Depart»- IN DUITSCBLAND. Zooals bekend. ter Becker h-t plan op. radio ln te voeren en Inderdaad toont ons ling nadien, dat deze volgens *t)n erwUl alleen in Dultschland >l< oera dat groot» aandaoht .Ing van den onder- schen radio en leer- le plattelandsdorpest onderwijzer de ver- .adio-lezlng vrijwillig: als onderwerpen beginselen dor landbouw richt en stenograph ie; ook men aan het eigen- n voor het aanhoo- waren aanvankelijk behandelde men de kunde, apraakonder-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 9