WOENSDAG 24 JULI 1929 DERDE BLAD PAG. 9
DERDE BLAD.
STAATKUNDIGE PARTIJEN EN PARLEMENTAIRE
HERINNERINGEN
BEDE VAjV DR. J. TH. BE VISSER IN
REN NED. JOURNALISTENKRING
HET GROOTE AANTAL PARTIJEN
Bederf van het partijwezen
Zooals wij meldden, heeft Dr. J. Th. 'de
.Visser, oud-minister van Onderwijs en (bin
nenkort) ook oud-lid der Tweede Kamer, in
den Ned. Journalistenkring een belangrijke
rede gehouden.
Dr. de Visser is zoo vriendelijk geweest zijn
rede in haar geheel voor de pers af te staan.
Eerst waren we voornemens een kort uit-
treksel er van te geven, doch bij 't doorlezen,
was er zooveel dat boeide dat we besloten ge
heel de rede onverkort op te nemen, zij het
ook in gedeelten.
Hier volgt dus het eerste gedeelte:
Laat mij allereerst U allen zeer danken
voor de eer, die gij mij heden bewijst. Ik
stel haar op te ltoogcr prijs, als ik denk
aan het aanzien hetwelk onze Nederland-
sche Journalistiek, zoowel hier te lande als
in het buitenland geniet, een aanzien, dai
ook de Nederlandsche Journalisten-kring
Waardig handhaaft.
Ik voeg hieraan gaarne toe, dat gedurende
'de vele jaren, waarin ik het voorrecht had,
een practisch aandeel te mogen nemen aan
staatkundige werkzaamheden, mijn waar
deering steeds is toegenomen voor onze
dagb' 'schrijvers en parlementaire redac
teure 'ii ik niet zelden de naar inhoud en
vorm i.eurige en zakelijke overzichten van
het in do Volksvertegenwoordiging behan
delde, heb bewonderd, vooral als ik In aan
merking nam de snelheid, waarmede dit in
spannend werk moet worden afgedaan.
Ik kan U wel verzekeren, dat dit bij de
leden der Staten-Generaal algemeen zoo
wordt gevoeld en men vaak meer dan gij
vermoedt, onder den indruk is van wat gij
schrijft. Daarin ligt een stille hulde opge
sloten aan uw personen, een hulde, die ik
dankbaar onderschrijf.
Hoewel ik eerlijk erken, Uw uitnoodnging
met een gevoel van dankbaarheid te hebben
ontvangen, heb ik niet verzwegen, dat uw
wensch om aan deze tafel een rede te hou
den, mij in eenige moeilijkheid bracht. De
enkele voorgangers van mij, die Uw Kring
noodigdie, zagen zich concrete, actucele on
derwerpen aangewezen, aan belangrijke in
ternationale tijdvragen ontleend, die de al-
gemeene aandacht trekken en waaromtrent
eoo goed als geheel Nederland zich gaarne
door deskundige woordvoerders zag voorge
licht
Ik daarentegen had zulk een onderwerp
niet tiot mijn beschikking. Ik mocht er zelf
een kiezen, een vrijheid, die lastiger kan
zijn dan gebondenheid. Maar gedachtig èn
aan do pas plaats gehad hebbende verkie
zingen en aan mijn niet herkiesbaarstel
ling als lid der Kamer, kwam ik tot het be
sluit, dat het U wellicht niet onaangenaam
zou zijn, Aianneer ik een woord sprak over:
„Staa kundige partijen en parlementaire
herinneringen".
Ik doe dat echter met groote bescheiden
heid in dezen kring van deskundigen, maar
tevens met het prettige gevoel, dat ik in het
blad van morgen niet door één uwer onder
handen zal worden genomen, al ware het
alleen uit respect voor den bejaarden genoo-
iddgde.
Nog eeni.gszins onder den indruk van het
Vreemdsoortig groot aantal partijen, welke
ibij de onlangs plaats gehad hebbende ver
kiezingen candidiaten stelde, dacht ik nog
eens na over het partijwezen in 't algemeen
en de partij formaties in het bijzonder.
Geen tegenspraak zal het uitlokken, wan
neer ik zeg, dat het partijwezen een integree
rend deel uitmaakt van den cone'dtutionee-
len staat Op zeer natuurlijke wijze spreekt
een volk, door in zijn midden gevormde par
tijen zijn politieke overtuiging uit en maakt
daardoor zijn oordeel over de regeering be
kend. In dit opzicht is de partij verre te ver
kiezen boven de cóterie, die in het geheim
door enkelen de zaken bedisselt.
Echter is hot niet te ontkennen, dat
het bijzonder in ons land het partijwezen
aan één groot gebrek lijdt. Wij missen n.l.
flinke, historische-geconsolideerde partij-for
maties. Bij ons is alles, w at dit betreft, eigen
lijk eerst van recenten datum, doordien pas
na de afscheiding van België met eigenlijke
partijvorming kon worden begonnen.
In dit opcicht ontbrak hier te lande een
flink fundament, waarop men eenvoudig
had voort te bouwen. Daarmede hing een
•remis samen, hetwelk andere landen, met
his'orische partijformatie, niet kennen. Daar
hebben de groote partijen d'e vraagstukken
die in het volk leven in zich opgenomen,
bestudeerd en elk op haar wijze verwerkt,
hier daarentegen roepen dikwijls die vraag
stukken de partijen in het leven en dragen
-ij dientengevolge van stonde aan niet zel
den een minder deugdelijk en een eenzijdig
karakter.
Het gevolg van een en ander is dat aan
partijen bij ons de vaste grondslag in ons
volksleven ontbreekt die elders wordt ge
kend en deze zoowel het aanzien mdssen,
waarin zij bij andere volken staan, als voor
voor,durende versplitsing vatbaar zijn.
Vooral dit laatste doet zich bij ons op
groote schaal voor. Daartoe werken met
name twee factoren mede. Dr. Kuyper, die
dingen zoo pakkend zeggen kan, sprak
eens in het Parlement: Er zijn twee mach
ten, die het Nederlandsche volk in beweging
"^engen: „de religie en de negotie."
En daarin had hij gelijk, op het punt van
den godsdienst is ons volk, naar zijn aard
en historie, zeer gevoelig. In den nieuweren
tijd heeft de met taaie volharding gevoerde
schoolstrijd dit nog eens voldoende bewezen.
Maar tegelijk is een belangrijk deel van
is volk zeer theologiseerend en dogmatisch
in puriteinschen zin, aangelegd. En nu de
kerkelijke strijd, die verscheidene jaren
lang, ook op het terrein der staatkunde werd
overgebracht, daar bijkans niet meer wordt
iL-rd, dringt zich de confessioneele naar
voren.
Hierover loopen zelfs in den boezem eener
zelfde rechtsche partij, de meeningen zoo-
uiteen, dat het niet te verwonderen zou
zijn, wanneer althans onder rechtzinnige
protestanten, het splitsingsproces, inzake
staatkundige partijen nog verder doorging.
De een of andere bekwame of bekende theo
logant behoeft slechts de snaren te grijpen
van het een of ander theologiserend volks
deel, of hij heeft kans op een kamerzetel.
Men vraagt zich daarbij niet af, welke
noodlottige gevolgen dit dogmatische kra
keel in een land met een zoo gemengde
godsdienstige bevolking kan hebben en ook
niet of daarbij eenig positief politiek resul
taat zal worden bereikt.
Het is slechts om getuigen te doen. En wij
zien die partijtjes heden verschijnen en
morgen verdwijnen, omdat de geestdrift, bij
het aanihooren van steeds dezelfde klanken,
zonder dat men eenige vrucht ziet, natuur
lijk van lieverlede verslapt, en dan weer
iets anders tegelijk opgeld moet doen.
Maar intusschen is het kwaad geschied,
en vreet de kwaal der partij-verbrokkeling
die belemmerend werkt op den goeden gang
van zaken, gestadig voort.
Eenzelfde proces zien wij zich ontwikke
len naar aanleiding van wat Kuyper de ne
gotie noemde, dit woord nu genomen in zeer
ruimen zin. De historie leert ons, dat ons
volk ook op dit punt altijd zeer gevoelig
was, en het heden verloochent in dit opzicht
het verleden niet.
Hoevele materieele belangen en belanget
jes komen, als de verkiezingen in aantocht
zijn, naar voren! Dan wordt er in verschil
lende kringen naar staatkundige beginselen
niet gevraagd, dan wordt het oog gesloten
voor het ingewikkelde maatschappelijke
menstel, dat in zijn geheel fnoet worden ont
zien en ontwikkeld; dan viert niet zelden
benepen eigenbaat hoogtijd. En al deze po
litic: van klein aliooi vinden dan alras hun
bondgenooten in hen, die over hun eigen
levensomstandigheden ontevreden zijn en
in de geheele maatschappij niets anders zien
dan een alles te wenschen overlatend ge
heel, en den Slaat beschouwen als een we
zen, dat het voor hen nog veel erger maakt.
Het is helaas! vooral de tijdsomstandig
heden na den oorlog in aanmerking geno
men, niet te verwachten, dat wij ook hier
aan het einde gekomen zijn van het aantal
snipper-partijtjes. Voor verrassingen op dit
gebied zullen wij telkens weder komen te
staan.
Daarnevens wordt het gezonde partij-we
zen ook nog van een andere zijde bedreigd.
Het is een feit, dat de beide sterkste par
tijen in ons land, de Roomsch-Kathólieke en
sociaal-demociatische, tot heden op kranige
wijze haar eenheid en saamhoorigheid heb
ben weten te bewaren. Maar het is zeer de
vraag, of dit in de toekomst ook het geval
zal zijn. Wel zal het speciaal katholiek be
lang eerstgenoemde partij zoo lang mogelijk
haar eenheid doen bewaren, maar het gaat
haar als weleer moeder Rebecca, in wier
schoot Jacob cn Ezau tegen elkaar stieten,
terwijl zij, groot geworden, tegenover elkan
der gingen staan.
En al houdt de sociaaldemocratische par
tij haar cohorten goed bijeen, steeds hebben
zich bij de geesteskinderen der revolutie twee
strooomingen doen gelden: Girandijnen en
Jacobijnen in Frankrijk; eerst in ons land
federalisten en unitarissen, en nu in onze
dagen zijn, om van de communisten te zwij
gen, nu en dan symptonen van hetzelfde
verschijnsel bij de S. D. A. P. te bespeuren.
Zal nu te eeniger tijd, wat te vreezen is, in
de genoemde groepen naar echt-Holland-
schen aard, splitsing ontstaan, dan zal te
gelijk het parlementaire stelsel den sterk-
sten knak krijgen, en onderling overleg om
tot een gemeenschappelijk accoord te ko
men, zoo goed als uitgesloten zijn.
Eindelijk mag bij dit alles niet worden
vergeten dat het cvenredighcidsstelsel in
hooge mate bevorderlijk is voor de door mij
gewraakte snippering van partijen.
Dit stelsel bedoelt, dat zoo weinig moge
lijk stemmen verloren gaan. Zoodra dan ook
een groep kiezers de vereischte getalssterk
te bezit om een lid in de volksvertegen-1
woordiging te doen zitting nemen, wordt
haar de gelegenheid gegeven om haar
plan tot uitvoering te brengen.
Vroeger, bij het meerderheidsstelsel, had
een minderheid van kiezers, zoo zij zich
van de partij, waartoe ze behoorde, wilde
afscheiden, slechts de keuze tusschen ont
houding of stemmen op den candidaat die
haar het minst onwelgevallig was.
Thans kan zij, in vereeniging met gelijk
gezinden in het land,den man harer keuze
een zetel bezorgen. Voor elke nieuw-ontstane
partij of fractie wordt, indien zij slechts
een zekere getalssterkte onder de kiezers
heeft, de deur der volksvertegenwoordiging
geopend. En de pas gehouden verkiezingen
hebben doen zien dat van dit recht een zeer
ruim gebruik w/dt gemaakt.
Zoo wordt de chaos der partijen veroor-
-ajet; het partijwezen in zijn gezonde kern
bedreigd; de waardigheid van het Parle
ment verminderd en ten slotte het regeeren
bemoeilijkt.
Wanneer wij dit heden bezien, hoe ver
zijn wij dan van den tijd af toen Thorbecke
het bestaan van staatkundige partijen in
Nederland ontkende en er zelfs tegen waar
schuwde, ons volk wijs te maken, dat deze
hier bestaan!
„Want" zoo sprak hij in de Tweede
Kamer 5 Mei 1849 „de natie zal dan wer
kelijk gaan gelooven, dat er partijen zijn
en een ieder, die op het politiek tooneel
verschijmt, afvragen welke kleur hij draagt.
Wij zullen dan worden geoordeeld niet naar
hetgeen wij denken, zeggen en doen, maar
volgens het partij-begrip, waarin men ons
zal willen rangschikken".
En hoever zijn wij niet minder verwijderd
van Groen's ideaal van twee partijen en een
homogeen ministerie steunend op de meer
derheid. „Ziedaar" zoo betoogde hij in de
zitting der Tweede aKmer van 27 Juli 1849
„de uitnemendheid van het constitutio
neel gouvernement: er is een meerderheid
en een minderheid; de minderheid bepleit,
de meerderheid beslist".
Wanneer wij verder naar de oorzaken
vragen, die deze verwording van het partij
wezen hebben bewerkt, dan moet ongetwij
feld, naast hetgeen ik reeds noemde, ook
een deel van de schuld op de andere par
tijen worden afgewenteld.
Hoe lang heeft niet in de tweede helft
der 19e eeuw het onverkwikkelijk schouw
spel der op allerlei combinaties bedachte,
weinig principieel zich vertoonende en
langzaam stervende conservatieve partij de
politiek bedorven! Welk een verkeerden in
vloed oefende het overmoedig optreden der
moderne theologen niet uit op de liberale
partij en het vertrouwen, dat zij in den
lande bezat! Hoezeer verlamde de stijgende
oneenigheid in deze partij niet haar kracht,
zoodat zelfs Buys moest erkennen, dat zij
zich begon te bederven in 'een afmattenden
personenstrijd, zoodat de groote vraagstuk
ken niet werden opgelost, zelfs niet aan
gedurfd!
En welk een omwenteling kwam er in
onze geheele staatkunde, toen de Roomsch-
Katholieken zich eindelijk in den school
strijd aan de zijde der anti-revolutionairen
schaarden en bij toeneming zich afkeerden
van hun vrocgeren vriend Thorbecke!
Voegt daarbij de scheuring, die de opko
mende democratische strooming in
volk, zoowel aan de linkerzijde als aar
rechterzijde veroorzaakte, terwijl zij niet
zelden door persoonlijke onieenigheden in
de hand gewerkt werd, en wij hebben een
beeld van de parlementaire geschiedenis
voor ons, dat ons allerminst een gezonde
ontwikkeling van ons partijwezen doet zien,
integendeel zijn langzaam bederf demon
streert.
(Wordt vervolgd).
EEN ROODE 1 AUGUSTUS
Gemengd Nieuws.
101 JAAR.
Een cler verpleegden van de „Joodscha
HEVIGE ONWEDERS EN HAGELSLAG.
In de omstreken van Vlagtwedde (Gr.)
heeft een onweder gewoed, gepaard gaande
met hevige hagelslag, waarvan de gewassen
groote schade ondervonden.
Boven Zuid-Limburg heeft een hevig on
weder gewoed. De bliksem sloeg op ver
schillende plaatsen in. In de omstreken van
Heerlen veroorzaakte de regen overstroo-
mingen. Vele varkens en kippen kwamen
daarin om. In het gebouw van een tentoon
stelling te Vaals stond het water 15 c.M.
hoog. De brandweer droeg de bezoekers en
bezoeksters naar buiten.
EEN VIERLING.
De vorige week werd te Oss (N.-Br.) een
vierling geboren, en wel twee jongens en
twee meisjes.
EEN MOOI JUBILEUM.
Te Bredcvoort bij Aal ten herdenkt
brandweer deze maand liet feit, dat ze
25 jaar geen dienst heeft behoeven te doen.
WATERSNOOD.
Tengevolge van de droogte heersclvt in
Oostelijk Groningen totaal watergebrek in
de dorpen. Vooral voor het wen de vee moet
dagelijks water worden aangehaald. Mei
den dag wordt het gebrek nijpender.
De communistische partij en haar
actie hiervoor
De politiek, gezien in den
communistischen lachspiegel!
(Van onzen Parijsclien correspondent.)
De eenheid van manouvres, die sinds lan
gen tijd de politiek van radicalen en soci
alisten beheerschte, en welke geen ander
doel had, dan het tot val brengen van het
gehate ministerie Poincaré, komt geduren
de de laatste weken minder dan tevoren het
geval was, tot uiting.
Er is, dat bespeurt men duidelijk, aan
den rooden kant aarzeling ontstaan om met
den linkerkamervleugel solidair te blijven.
Enkele malen heeft het er op geleken, of
inderdaad de dagen van het cabinet geteld
waren, en stond men als het ware reeds op
de grenzen van het beloofde land.
Doch de erfenis, zoo dicht bij gekomen,
bleek lang niet vrij van successierechten!
Wat zou men anders kunnen doen dan de
huidige regeering voorstelt, n.l. de verdra
gen met Engeland en Amerika ratificeeren,
alvorens het plan Young zijn beslag gekre
gen heeft? Maar in het politieke systeem
daemagogen past niet en zal ook nooit
en het vrijwillig op zich nemen van
eenigerlei verantwoordelijkheid, vooral niet
als het om de groote kwesties gaat die het
volk in zijn breede lagen niet begrijpt, doch
enkel in hun finantieelen terugslag op de
belastingen aanvoelt.
Zulk een verantwoordelijkheid aanvaar
den, is voor hen een hachelijke taak, omdat
de kiezers, di6 hen op het kussen brachten,
dit in den regel om allerlei schoone belof
ten. dus per saldo om eigen persoonlijk
voordeel hebben gedaan.
Hiernaast moet ook terdege in aanmer
king worden genomen, dat de Fransche
sociaal-democraten een harden dobber heb
ben met de communistische partij. De man
nen van Moskou krijten hen uit als verra
ders van het proletariaat, als degenenuon,
die met de bourgoisie heulen!
Indien men de organen der communisten
leest, kan men trouwens zeer goed begrijpen
dat deze partij een toenemende bekoring
moet gaan uitoefenen op allen, die zich niet
uit dieper beginsel tegen de ideeën der revolu
tie keeren. De communisten lijken zoo for
midabel consekwent en kordaat in hun op
treden, dat hun actie spreekt tot allen, die
eenig gevoel voor romantiek hebben. Het
gemarchandeer dat inzonderheid aan de
Fransche politiek eigen is, het gecomplotteer
der wandelgangen cn het eindeloos gerede
neer, dat de massa niet begrijpt, dit alles is
hun vreemd.
Zijn er arbeids- en woningtoestanden, wel
ke om verbetering roepen, is er afkeer voor
den militairen dienstplicht, en vrees voor
nieuwe oorlogen, dit alles zal met één slag
uit de wereld wezen, zoodra kapitalisme en
bourgoisie zijn onschadelijk gemaakt, en de
heerschappij in handen is van het proleta
riaat. Openlijk spoort men aan tot dienst
weigering, speciaal in deze periode, nu de
herhalingsoefeningen velen voor enkele we
ken uit hun werkkring hebben gehaald, en
het aantal ontevredenen groot is.
Hoewel arrestaties en gevangenisstraffen
het gevolg zijn, laat men zich niet afschrik
ken, elke gevangen genomen propagandist
wordt als een martelaar verheerlijkt, en elk
politioneel ingrijpen als een brute geweld
daad van de knechten van het kapitaal
voorgesteld.
In pathetische artikelen vertelt men hoe
de slachtoffers van hun beginsel hun straf
uitzitten, op welk een slechte wijze zij be
handeld worden, en dat zij moeten worden
bevrijd, desnoods met geweld. De soldaten
die aan de veldoefeningen deelnemen, en dc
arbeiders, die in de ammunitiewerkplaatsen
arbeiden doen ook hun duit in het zakji
door brieven en fotografieën, die de ver
schrikkingen van den oorlog in het licht
stellen.
Bij al deze dingen is steeds weer dit het
refrein: neemt deel aan de werkstakingen
van den eersten Augustus. Het is niet ge
noeg," indien men dien dag niet arbeidt,
men moet zich in optochten langs de straat
begeven, om tegen het „imperialistische
weid" te demonstreeren, cn daar zoo noodig
arrestatie of verwonding voor over hebben.
De Fransche regeering heeft zich intus
schen niet onbetuigd gelaten, doch een huis
zoeking in het communistisch partij-bureau
en in de localiteiten der „Humanité" laten
doen. Hoewel de agenten de communisten
in hun kwartieren verrasten, hebben deze
zich niet uit het veld laten slaan. Zij wei
gerden het proces-verbaal der inbeslagname
te teekenen, onder het voorwendsel, dat zij
er geen oog op hadden kunnen houden, wat
tr meegenomen was, en verklaarden brutaal
dat de politie er een handje van had, vreem
de papieem van compromitteerenden aard
onder het in beslag genomene te mengen,
om daardoor zoogenaamde bewijzen tegen
de communistische partij gevonden te hebben
Vanzelfsprekend verklaarden zij zichzel-
ven tot onschuldige lammeren, en dezen in
val der overheid tot een imperialistisch
complot, om de organisatie van den eersten
Augustus te verhinderen.
Voorts doet men het voorkomen, alsof de
geschillen, welke China en Rusland op het
oogenblik hebben, door Engeland zijn uit
gelokt, om een algemeenen oorlog tegen de
GODSDIENSTLOOS IS NIET
MEER VOLDOENDE
HUIZEN (1875 M.)
12.15—2 Co
—3.30 Kurhaus Sche
-1.30 Concert. 5—
Een der groote Oekrainsche pedagogi
sche revues geeft in zijn laatste nummers
eenige artikelen, die een indruk geven van
Russische pogingen om het Christendom
uit te roeien.
In een groot artikel poogt de heer O. Fi-
guirin aan te toonen, hoe actueel, zelfs zéér
dringend, de behoefte is aan anti-godsdien
stig onderwijs xu de schoten. Immers kun
nen, volgens hem, de ten zeerste betreurens
waardige feiten worden geconstateerd, dat
in Moskou 42 van de leerlingen nog ge-
loovig is, terwijl in de omstreken van Char-
kov zelfs 90 van de leerlingen regelma
tig de kerk bezoekt'! Achter die laatste zin
plaatste de schrijver een zeer dik uitroep-
teeken.
zoozeer ^betreurenswaardige om
standigheden zijn een gevolg van het feit,
dat de burgerlijke gezinnen bij de kinderen
religieuze wereldbeschouwing aan-
kweeken, terwijl de godsdienstlooze scholen
daar niets tegenover stellen, vele scholen
zelfs positief godsdienstig zijn en d
die „schrikkelijke" toestanden medewerken.
De schrijver deelt mede. dat de laatste tijd,
als resultaat van de ontwikkeling van
tenschap en techniek en der verscherping
van den klassenstrijd, de reactionnaire rol
van de godsdienst steeds duidelijker aan 't
licht is getreden.
De Sovjet-unie aanvaardde oorspronkelijk
het principe van de godsdienstlooze school,
doch nu dient dat standpunt definitief te
worden verlaten: de school moet een posi
tief revolutionnair karakter hebben; het
standpunt van geen aandacht schenken aan
de godsdienst is gevaarlijk voor de maat
schappij en moet dus worden bestreden.
De schrijver vindt niet alleen anti-reli
gieus onderwijs noodzakelijk, doch meent
dat het streven moet zijn practische mate
rialisten te vormen, die bereid zijn te allen
tijde tegen eiken godsdienst te strijden. De
school moet reeds door „practische anti-
religieuse daden" (beeldenstorm enz. wel
licht? Red.) de kinderen aan die anti-reli-
gieuse strijd gewennen, de daarvoor noo-
dige gevoelens in hun geest doen doordrin
gen en.de wilskracht versterken. Het ge-
dieele schoolonderwijs moet worden verza
digd met anti godsdienstige ideeën, en de
taak van de onderwijzer is daarbij grootsch:
hij moet een actieve godsdienstbestrijdei
zijn.
Een andere schrijver, V. Sjtjerbakov.
wijst erop, dat de onderwijzers nog meer
den tot nu toe zich erop moeten toeleggen
om hun eigen materialistische wereldbe
schouwing positief te vormen, en dat onder
ling overleg noodig is om door uitwisseling
ervaringen en kennis het anti-godsdien
stige front te versterken. Even verder deelt
nog de heer A. Ivamooski mede, dat hij uit
vele ontvangen brieven heeft kunnen con-
stateeren, dat de onderwijzers in het alge
meen nog te passief zijn betreffende anti
godsdienstige propaganda.
Hij verdeelt de onderwijzers in vier groe
pen: le. actieve anti-godsdienstige, die niet
begrijpen, waarom de Sovjet-regeering geen
strenge maatregelen neemt tegen geloovi-
gen; 2e. principieele anti-godsdienstige, die
niet weten hoe te handelen; 3e. twijfelende,
die zich van actief strijden onthouden uit
vrees hun invloed bij de plattelandsbevol
king te verliezen, en 4e. vijanden van anti
godsdienstige propaganda, die hoe eer hoe
liever uit de scholen moeten worden ver
wijderd.
Dat zulk een belangrijk tijdschrift als
„De weg naar ontwikkeling", hetwelk in
zijn maandelijksche 100 200 pagina's vaak
zulke lezenswaardige artikelen geeft, zulk
een belangrijke plaats inruimt aan anti
godsdienstige propaganda, bewijst wel dat
er ernst bij is, te meer daar het blad orgaan
is van liet S taatscomité voor wetenschap
en ontwikkeling in de Oekrainsche Sovjet
republiek.
Maar ook bewijst het, dat de Sovjet-led-
ders voelen, dat de grondvesten van hun
republiek steeds weer versterking noodig
hebben, en voorts dat vooral op het platte
land dc Russische bevolking nog hardnek
kig vrsthoudt aan het geërfde geloof.
HILVERSUM (298 M. Na 6 uur 1070 M.) (Uibel.
NCRV.-uitz. 11—11.30 Korte Zlekendlenst; 12.2#
—2 Solistenconcert; 2—2.30 Gramofoonm.; 2.30
.30 Solistenconcert; *1.305 Gramofoonm.; 6—
6 Kinderuurtje. 6fi.30 Causerie over: Nieuw»,
■oorzlenlng en de pers ln j0en_ loop^dei
Radio Nieuws.
ziek. 2.30
Kinder-matlnee.
tnophoon 5.307.1ö
VUsslni
Residentie-Orkest. Na afloopi
Concert uit Grand Hotel Brittan
0.12 Sluiting.
7.30—8 Causei
8 Uitzendavond;
ial-Afrlks. Da:
N. C. R. V.-t
iltterj
Cen-
2.50 Gra-
1.202.20 Muziek. 4.20 Muziek. 5.06 Con
>rgel. 5.35 Kinderuurtje. 6.20 Muziek. 6.3E
- -traatje 7 Muziek 7.05 Piano
7.45 Literaire causerie 8.05
.35 auserie 9.50 Nieuw»
Vioolconcert. 11.20—
PARIJS ..Radio
LANGENEERG (473 M.) 7.50—8 SOOrkest 10.38
en 12.66 Gramofoon. 12.15 Muziek voor scholen.
1.25—2.50 Orkest. 9.06 Vroolük concert.
ZEESEN (1635 M.) 6il011.05 Berichten en
lezingen. 12.20—1.15 Gramofoon. 1.15—5.20 Be-
ichten en lezingen. 5 206.20 Concert. 6-208.11
Berichten en lezingen. 8.50 Tooneel. Daarffe}
•sber. en muziek.
Erahms. 78 Orgeic<
Schrleck over: De moder
Nederland. 2.30—2 Gramofoon. 34 Concert. 4
5 Zlekenuurtje. 6—5.30 Gramofoon. «.016.3®
•oeporkest. 6.01—7
gel. 3.20 Vesjer. 4.05—4.20 Concert. 5.85 Kinder-
uurtjo. 6.20 Muziek. 6.35 Nieuwsber. 6.50. Voo*
de landbouwers. 6.65 Muziek. 7.05 Planoduetten.
7.20 Novellenbespreklnsr 7.45 Lezing. 8.05 Con
cert. 9.20 NIcuwab. 9.35 Lezing. 9.50 Nieuwsh.
9.55 Varlëté. 11.0512.20 muziek.
PARIJS ..RADIO-PARIS" (1725 M.) 72.50—
2.10 Gramofoon. 4.06—5 60 Klassieke muziek. 6.55
7.20 Gramofoon. 8.2511.10 Concert.
LANGENBERG (473 M.) 7.508.50 Orkest.
ZEESEN (1635 M.l 6.1011.05 Berichten
Sovjet-republieken te ontketenen. Het sa
mentrekken van de Fransche Middelland-
sche Zeevloot en de legeroefeningeu dienen
tot eenzelfde doel! Zooals men ziet leiden de
communisten nog steeds aan den ouden ver
volgingswaanzin, of wil men dezen althans
aan zijn volgelingen suggereeren, teneinde
daar weder munt voor zijn verderfelijke
propaganda uit te slaan.
De communisten laten hun getrouwen
zoolang in den lachspiegel blikken, waarin
zich alles vertrokken en verwrongen weer
kaatst, tot men tenslotte vast gelooft, dat
heel de wereld zich in Moscou concentreert
dat Moscou de dageraad is van een nieuwe,
ongekende vrijheid, van een eeuw van vrede
en voorspoed, waarin alle menschen voor
elkander zullen arbeiden, en alle onrecht zal
verdwenen zijn.
De horizon is inderdaad rood, doch heit is
een luchtspiegeling van bloed en geweld.
Moge de menschheid voor het Moscovitisch
regiem bewaard blijven!
MEDISCHE KRONIEK.
VEGETARISME
Vegetariër zijn, in zijn ecnvoudigsten
vorm is onthouding van spijzen, ontleend
aan het godoode dier.
Men zou cok kunnen zeggen, geen vleesch
of viech e-tcn en alleen leven van plantaar
dig voedsel. 1
Sommigen ziin zoo streng, dat zij zien
van alles onthouden wat van het dier af
komstig is, maar weer anderen gebruiken
ook nog eieren, boter en kaas en melk.
Doch langzamerhand heeft het vegeta
risme zich ontwikkeld als een -soort gods
dienst, als een soort levensbeschouwing,
zeggende, dat zij niet alleen streven naar
hetgeen gezond is voor het lichaam, doch
ook voor de ziel, en naar aLes wat den
mensch stoffelijk en zedelijk kan verheffen.
Zij zeggen geen vlecsch te eten omdat het
onhygiënisch en ongezond is niet alleen,
maar ook omdat zij daarin een onrecht
zien tegenover de dierenwereld.
Zij vinder dat een mensch een dier ont
zettend laat liiden, door het dier te dooden
voor 's menschen voeding en halen er dan
als afschrikwekkend voorbeeld bij aan, hoe
palingen levend worden gevild, hoe vee
wordt gemarteld niet alleen bij vervoer,
me ar ook bij het slachten.
Ook om diezelfde reden hebben zij een
afkeer van veeren op hoeden, van bontman-
mantels en pelsjassen, van handschoenen
en laarzen en wat al niet mee..
-volg zou moeten zijn, het geheele stop
zetten van het veebedrijf, de melk zou den
koeien niet mogen worden ontnomen, noch
dc ei ere" ian de kippen.
Hoe i al voortredeneerend op 'dit the
ma, tot ilerlei dwaasheden kan komen,
bewijst Tolstoï. Hij had in zijn slaapkamer
een muizenval, doch de muizen, die in den
val werden gevangen, werden naar een na
burig bosch gebracht en daar weer losgela
ten. Zelf deelt hij nog mede: „Het ccbied der
daadwerkelijke liefde is onbegrensd. Sommi
gen kunnen slechts aan hun gezin liefde
bewijzen, andere jegens alle menschen, een
derde ook aan een groep van dieren of aan
alle dieren. Ik heb oen oude vrouw gekend,
die, toen zij op sterven lag, door het onge
dierte werd opgegeten. Zij had zoo'n mede
lijden met die dieren, dat zij niet toestond
ze dood te maken."
De ethische vegetariër legt er vooral den
nadruk op hoe zijn gevoel er tegen opkomt,
dat de dieren onrecht wordt aangedaan,
tegen den gruwel van het lijden, dat vele
dieren moeten doormaken. Zij zeggen, dat
de mensch naar ziel en lichaam door het
vleesch eten is gedegenereerd en dat hij
weer alleen genezen kan door geen vleesch
te eten. Zulk een vegetariër is ook overtuigd
geheel-onthouder; maar niet alleen dat,
doch zijn alles-omvattende liefde tot het
raenschdom en geheel de natuur voert hem
ten slotte tot het communisme.
Wel gaan alle vegetariërs gelukkig niet
zoo ver. Maar wel „de Vegetarische Bode",
orgaan van den Nederlandschen Vegetariërs-
bond. Men leest daar b.v. in jaargang 1920
pag. 270: „Hoe het ethisch vegetarisme de
krachten van den geest staalt en karakters
vormt, deed Gerhard zien, aan het voorbeeld
der principieele dienstweigeraars, die voor
een groot deel vegetariërs waren.
Ook liet hij uitkomen, hoe het ethisch
vegetarisme veel meer was dan een dieet-
kwestie, door te wijzen op het stille, maar
prachtige werk der vegetarische vrouwen en
meisjes, de moeders van het komende ge
slacht, die hun kinderen deden opgroeien in
een reine sfeer van gezondheid on blijheid
van rechtvaardigheid en deernis met hot
zwakke."
Wie het niet wist, zou niet vermoeden,
dat er zulke consequenties vast zaten aan
het niet vleesch eten.
Een bekend vegetariër zegt: Menigeen
antwoordt, dat de wetenschappelijke wereld
reeds lang weet, dat men bij vegetarisch
voedsel gezond kan blijven en dat de vege
tariërs dit niet hebben uitgevonden, maar
wij gaan veel verder en beweren, dat
vlceschvoeding schadelijk is voor onze ge
zondheid en dat wij in staat zullen zijn, dit
te bewijzen. Ik ben door ervaring tot de
vaste overtuiging gekomen, dat vleesch een
langzaam werkend vergif is, dat het men-
schelijk lichaam sloopt en dus zedelijk en
lichamelijk minderwaardig maakt, evenzeer
als alcohol, maar in veel langer tijdsver
loop."
Volgens de vegetariërs geeft hun levens
wijze ook een open oog voor de economi
sche toestanden der maatschappij en voor
do economische ellende.
Indien zij maar geregeld hierop hun aan
dacht vestigen, dan wordt door het vegeta
risme hun blik meer ën meer verruimd, zij
loeren beter nadenken en beter waarnemen
en voelen meer en beter dc sociale ellende
der uitgebuite menschenwerekl en eveneens
die der uitgebuite dierenwereld.
Zulke menschen moeten, altijd volgens
hen, als levenseisch voelen: meer eenvoud.
Zij mogen zich ook van de rijkdommen der
wereld zich niet meer tooëigenen dun strikt
noodzakelijk is voor een mensclnvaardi
bestaan.
De vegetariër zal krachtens zijn beginsel
vooraan staan in den strijd tegen de drank
ellende, {ogen het kapitalisme, tegen oor
logen, gewetensdwang, onreinheid en al wat
den mensch neerdrukt.
In de practijk bliikt, dat er nog wel ver
schillende soorten van vegetariërs zijn, b.v.
gezondheidsvegetariërs, die meenen, dat
vleescheten nadeelig is, doch niet verder
gaan en melk, eieren- en kaas gebruiken.
Ook anderen, dio meenen, dat het godtikoo-
per is; deze soorten hebben dus met het
communisme niets uit. te staan.
Hier hebben wij eigenlijk alleen te maken
met hen, die vegetariër zijn omreden van
gezondheid. En d is het aan grooten
twijfel onderhevig of vegetariër te zijn wel
zoo gezond is als men voorgeeft
Immers al is door de ervaring gebleken,
dat men ook gezond kan zijn en arbeiden
bij vegetarischen kost, doch nergens heb ik
eenig bewijs kunnen vinden, dat men er ge
zonder door wordt of eenige ziekte mede
voorkomt.
De vegetariërs beroepen zich altijd op
wat da natuur leert
De natuur leert, dat elk dier een gebit
heeft naar zijnen aard en ook een darm
kanaal al naar het voedsel, dat hij gebruikt
En naar hot lichaam kan men een mensch
een dier noemen en met het dier vergelij
ken. Welnu, dan is het menschclijk gebit
ingericht voor gemengd, dat is èn voor dier
lijk èn voor plantaardig voedsel. Zoo ook de
lengte en de inrichting van het darmkanaal.
Het is dus onjuist, dat de natuur zou lee-
ren, dat de mensch vegetariër moet zijn.
Integendeel, èn gebit èn darmkanaal leren
dat de mensch is omnivoor (allesoterl en
niet uitsluitend carnivoor (vleescheter) of
herbivoor (plantenctor).
„Ieder zijn meug", zegt de boer, of „over
smaak valt niet te twisten" leert een La-
tij nsch spreekwoord.
Het nieerendeel der menschen vindt een
gemengde kost: vleesch in verschillende
vormen, afgewisseld met plantaardig voed
sel, oneindig aangenamer dan altijd plan-
tenvoedsel.
En dat het goedkoopar 2ou zijn, is een be
weren, dat ook al niet opgaat, zoonis ik wel
van vegetariërs heb gehoord.
Gods Woord verbiedt niet alleen het
vleescheten niet, maar uit verschillende
plaateen blijkt uit den Bijbel, dat vleesch
eten geoorloofd en zelfs nuttig is.
En dat men door vegetarisme zulke hoog
staande, bijna volmaakte menschen zou krij
gen, is zoo belachelijk, dat men daar niet
verder op behoeft in te gaan.
Zoo lang wij dus geen betere motieven
vinden, blijven wij liever bij onzen gemeng-
den kost en worden geen vegetariër.
a t*
lr-zlngen. 8.20 Coi
BRUSSEL (512
geen ln de garage aanwezl
In Frankrijk «uilen op
Een Fransch blad
;fi te Los Aneelcs
en. sinaasappelen
VAARDIGE
Reeds op z|Jn *«stiend«
n tot de Universiteit vaa
wegens finantleele oin-
IrUke onderzoekingen 00 hel
1841 leidden tot ontdel
dan 1613 brlei
RADIO VOOR DEN LANDBOUW IN AMERIKA.
De President van de „National Broadcasting
Company" heeft onlangs het plan aangekondigd
om den 1 adlo-landbouwdlenst uit te breiden.
Dit Plan berust op uitbreiding van den ro«d«
bestaanden landbouwdlenst, waaraan eik-n cmr
20 minuten besteed worden en die het vorig jaar
door. niettegenstaande
door de Regeerlng voor
te het onderbreken h<unn<
uitzending, die alle daccn plaats
n; aardse id wordt, blflkt wel uit
lnk« niei.de braven bU het Depart»-
IN DUITSCBLAND.
Zooals bekend.
ter Becker h-t plan op. radio ln
te voeren en Inderdaad toont ons
ling nadien, dat deze volgens *t)n
erwUl alleen in
Dultschland >l< oera
dat groot» aandaoht
.Ing van den onder-
schen radio en leer-
le plattelandsdorpest
onderwijzer de ver-
.adio-lezlng
vrijwillig: als onderwerpen
beginselen dor landbouw
richt en stenograph ie; ook
men aan het eigen-
n voor het aanhoo-
waren aanvankelijk
behandelde men de
kunde, apraakonder-