VOOR DE VROUW
VRIJDAG 19 JULI 1929
JAARGANG 1929
..DOQDSKLOKJE"
Tik, tik, tik..... klinkt het met tusschen-
ï>oozen van een paar seconden in de stille
kamer waar men bij het zachte licht van
een paar schemerlampen, zit te lezen en to
handwerken en waar niets dan het ritselen
van het papier, het klepperen der breinaal
den, de stilte verbreekt.
„Het doodsklokje!" zegt men in sommige
Streken van ons land en ook bij onze oos
telijke naburen, die tot de bijgeloovigen
hehooren. En zij doen griezelige verhalen
van vroegere bewoners, die reeds lang ge
storven zijn en wier geest nu, in het stille
avonduur komt „spoken".
In werkelijkheid echter is dat geheim-
Zinnige tikken, op elk cogenblik van den
dag te vernemen. Alleen gaat het zwakke
geluid dan verloren in de drukte en het
rumoer van het huishouden.
Met het verdwijnen van 't oude spin
rokken is ook het zachte tikken zeldzamer
geworden. Want moderne meubelen heb
ben een plaats gevonden in onze kamers,
stoelen, tafels en kasten, die nog niet zijn
aangevreten door het klei listige in
sect, dat houtworm heet en dat met be
wonderenswaardige energie zijn holen boort
in het stevigste hout. Het kiest zich bij
Voorkeur een verblijfplaats, in de houtsoor
ten, die geen looizuur of hars bevatten en
die „zoet" smaken.
Het wijfje legt haar eieren in het gezonde
hout van den gevelden boomstam en laat.
het dan over aan de made om een labyrinth
.van gangetjes te boren.
Met deze levende have in zijn binnenste
wordt de boomstam; tot planken gezaagd;
de boo? van den schrijnwerker doet zijn
plicht, de beeldhouwer snijdt figuren uit
en het leven van de kleine boomkevertjes
daarbinnen gaat rustig zijn gang. Het wijfje
maakt het tikkende geluid om de aandacht
.van het mannetje te trekken.
Hout, dat op die manier „bewoond" is
gaat reddeloos zijn ondergang tegemoet.
Want in den loop der jaren wordt hei
door zooveel gangen en wegen doorkruist,
dat het eindelijk „wormstekig" is en ver
molmd. De middeltjes, die men toepast urn
houtworm te verdelgen, om dezen ongenoo-
elcn gast onschadelijk te maken, zijn maar
heel gebrekkig. Want het is bijna ondoen
lijk, de diertjes, die zich in het poreuze hout
bevinden te verstikken. Ook sterk riekende
oliën hebben helaas maar weinig resultaat.
De moderne tijd heeft een middel gezocht
om dezen indringer tijdig te weren. Men
droogt namelijk het hout. op zoodanige wüze
dat. de voedende bestanddeelen er uit ver
dwijnen en geeft dus op die manier gepre
pareerde planken en tenslotte een beschut
tende beits of politoerlaag.
Op deze wijze tracht de bedachtzanit-
mensch de „doodsklok" het zwijgen op te
leggen.
Verder wordt vaak aangeraden om de aan
getaste meubelen herhaaldelijk te wrijven
met dunne was, die vermengd is met cayen-
be-peper.
In vakkringen probeert men het wel eens
met een gei'egelde behandeling met Venet>-
aansche terpentijn. Sommige huisvrouwen
meenen baat te vinden bij een behandeling
met petroleum.
Bij het bovenstaande, dat we overnemen
uit de vrouwenrubriek van het Hbl., zou ik
uit eieen ervaring nog willen toevoegen, dat
het volspuiten der gaatjes met benzine (nier
eenvoudig bevochtigen) ook veel helpt. Her
best is, daarbij zoo mogelijk het meubel zóó
te wentelen, dat de gaatjes die men bespuit
of bedruppelt, bovenkomen, zoodat de vloei
stof er goed indringt en 'n poosje er in blijft,
Daarna neemt men dan een anderen kant
ondei-handen. Het kan wel zijn, dat men op
die manier nooit zeker is, de worm absoluut
uitgeroeid te hebben, maar een groote ver
mindering is er daarna in ieder geval wel
te zien.
Meubelen die geregeld „zaagsel" hei
fijne hout uit de wormgaatjes op den
grond laten vallen, vertoonen dit den eer
sten tijd na de behandeling niet meer. En
men kan de bewerking immers af en toe her
halen.
AARDIGE HANDGARNEERING
OP KINDERJURKJES
Een goed vacantiewerkje voor velen.
Wel is waar, kan men in dezen tijd in
'confectiemagazijnen, waar het nu haast
overal „schoon-schip-maken" is, al heel
goedkoop terecht voor meisjesjurkjes en
kinderpakjes, zoowel als voor volwasse
nen, toch geloof ik, dat een paar aardige
modelletjes nog wel te pas komen.
Ten eerste brengen de uitverkoopen dik
wijls zooveel „gevaren" mee; de dingen
moéten maar precies passen, want op rui
len is geen kans, ze moeten kleurecht zijn,
en, niet zóó Zuinig in elkaar gestikt zijn,
dat reeds bij de eerste wasch of bij elke
wilde beweging, de rafels uit de naden
schieten. Juist aan dat laatste wil nog
wel eens wat mankeeren bij het g Q e d-
k o o p e confectiegoed en dat is het wat
men het meest op uitverkoopen vindt. Zet
men een jurkje of pakje zelf in elkaar
dan kan men immers de naden zoo breed
nemen als men wil, zoodat er later nog
eens iets uit te leggen is, en bovendien
houdt men dan meestal wel een paar lap
jes van het goed over, die ook dikwijls nog
te pas komen later.
Verder is een groot bezwaar wat velen
hebben tegen he.t confectiegoed (vooral het
goedkoope, cn het. dure, nu dat i s dan
duur!) dat het zoo uniform is. Of men nu
het eene ziet of het andere, een lichte kleur
of een donkerehet lijkt alles zoo verve
lend veel op elkander.
Maar daaraan kan wel tegemoet geko
men worden.
Wie geen tijd of geen slag heeft, zelf
kinderjurkjes of pakjes in elkaar te zet
ten, kan, door op de gekochte kleertjes
eigen versieringen aan te brengen er toch
nog een persoonlijke noot aan geven.
Daarom laten we nu, behalve wat jurk
jes en pakjes, hier ook nog eens enkele
eenvoudige borduursteekjes of randjes
zien waarmee men dan, in plaats van
hier-afgebeelde ook noe andere jurkjes
garneeren kan.
Juist wie in de vacanlie, 't zij buiten
doorgebracht of in eigen woonplaats, nogal
eens met de kinderen uitgaat, vindt buiten,
wanneer de kleintjes spelen, vaak de mees
te gelegenheid om zoo'n eenvoudig, gezel
lig werkje uit te voeren, en tegelijkertijd
wat toezicht te houden op het kinderspel.
Zoo beschouwd, zijn dus de werkjes die we
hier opgeven wel degelijk een vacantie-
bezigheid. Ook vooral voor jonge meisjes,
die schoolvacantie hebben. Want moeders,
nietwaar, die krijgen nooit vacantie n
moeten zo steeds zelf eerst maken.
Bij d«> plaatjes volstaan we nu mét een
korte beschrijving der modelletjes, omdat
ze, nat het knippen betreft vrijwel allen
op hetzelfde neerkomen en ieder toch het
best naar een eigen patroontje knippen
kan.
Het eerste is een meisjesjurkje met een
directoirtje van hetzelfde er onder. Langs
mouwtjes, hals- en onderrand komt. een
breede bies van effen, donkerder stof. Een
zevental plooitjes boven aan den voorkant
zorgt voor voldoende ruimte. Langs de bies
van het rokje komt een geborduurd randje,
dat we afzonderlijk afgebeeld zien op de
tweede afbeelding.
Het tweede jurkje heeft gladde schouder-
stukies, waaronder het jurkje met smock-
werk aangezet wordt. Over het smock
werkt men groote kruissteken, die ook
langs den onderrand en langs de randen
der manchetjes komen. Verder komt on
der langs het rokje weer een eenvoudig ge
borduurd randje. Het is een simpel bloern-
motiefje, bestaande uit staande rechte
steek, waarboven drie balletjes die als nop
jes gewerkt worden door vier of vijf rech
te steken van ongelijke lengte, naast el
kaar.
Het derde modelletje is een jongenspakje,
dat een korte rechte tuniek heeft, met hal
ve mouwtjes. Langs kraagje, manchetten
en onderrand loopen randjes van de een
voudige kruissteek wat toch heel lief staan
511
kan. Onder op het voorpand van het tu
niekje wordt een klem boommotiefje ge
borduurd. Met wat rechte steken worden
de bloembakken aangeduid en het eigenlij
ke boompje met een paar rijtjes gewone
kruissteken.
Nog eens wijzen we er op, dat al die ver
schillende randjes evengoed op heel andere
jurkjes, pakjes, schortjes, enz. kunnen
worden gebruikt.
Het kleine baasje, dat de rij sluit met
zijn leuke geblokte speelpakje, laat als
een grappig verzinseltje het scheepje zien,
dat moeder op zijn pakje borduurde.
En als een op zichzelf staand borduur
patroontje komt dan nog het laatste mo
tiefje: drie bloempjes in verschillende kleu
ren met drie blaadjes er boven. Men werkt
het bijvoorbeeld vlak boven zakjes op
jurkjes of schort, of voor op een jongens
pakje.
OVER KEFIR
Kefir is een bloemmkoolachtige zwam, die
vlug groeit en waarvan men kleine stukjes
kan afhalen om die weer verder te laten
groeien. Tegenwordig echter is de kefir ook
in tabletvorm verkrijgbaar. De kefir doet in
melk een alcoholische gisting ontstaan.
Bereiding: L. gekookte melk wordt na
bekoeling in een flesch met patentsluiting
gedaan. Deze flesch moet tot 1 L. kunnen
bevatten. Eén tablet kefir wordt er bij ge
daan. Flink schudden en bij de kachel een
tot tweemaal 24 uren laten staan. Af en toe
de flesch schudden.
Goede kefir moet roomachtig zijn, mous
seeren en aangenaam zwak zuur en prik
kelend smaken. Een tot twee dagen oude
fir werkt licht laxeerend, drie dagen oude
kefir iets stoppend. (Leest, Diagnostik ,und
Therapie dej- Kinderkrankheiten). Gebruikt
men de kefir als zwam ,„dan moet deze
steeds, nadat de melk er afgegoten is,
schoongemaakt worden (afgespoeld) met
lauw water.
Kefirmelk is, wat men noemt „gezonde
kost". Door velen, vooral maagpatiënten,
wordt 't beter verdragen dan volle melk.
Ook voor patiënten met suikerziekte is het
een goede drank. Ook voor zuigelingen
wordt het veelvuldig gebruikt.. Iets derge
lijks als de kefirmelk is de Yoghurtmelk.
Yog-hurt (eigenlijk Ya-Urt zure melk) is
een zure melk, waai) ij de gisting niet wordt
overgelaten aan toevallig in de melk geko
men bacteriën, maar waarbij die ontstaat
door het Yoghurtferment. Gekookte melk
wordt volgens de voorschriften, die men bij
de fermentpraeparaten krijgt, eenige uren
bij verhoogde temperatuur met het ferment
behandeld. Naar gelang de melk meer of
minder ingedikt, is, krijgt men verschillen
de sterke. Yoghurt. De werking van Yi
'hurt is dezelfde als die van zure melk, al
leen, men krijgt bij gebruikt van Yoghurt
meer calorieën dan met zure melk. (Kraus-
'Brugsch, spezielle Pathologie und Therapie
dnnerer Krankheiten).
L. E. J. ENSINK-BARENDSEN, Arts.
(Kath. Vrouw).
GEMAK OP REIS
Nu we weer midden in het vacantie-sei-
>en zitten, staat alles in het teeken van
op reds gaan.
Steeds meer zien we, hoe ook de industrie
izich door telkens nieuwe vindingen aanpast
in de behoeften van het reizend publiek.
Wat was bijvoorbeeld, om eens iets te
noemen, vroeger de kwestde van het meene
men van voldoende lichte kleeren, een pro
bleem. Altijd moest er veel in afzonderlijke
koffers mee- en nagestuurd worden. Of je
moest al aardig lang op dezelfde plaats blij
ven vertoeven om te kunnen rekenen op
een wasoh tijdens je. reis.
Tegenwoordig kan men in. de meeste ho
tels, en tenminste in het reisseizoen
ook aan vele wasscherijen, met een dag be
diend worden: vandaag de vuile wasch laten
weghalen en morgen of in sommige ge
vallen zelfs vanavond, alles weer schoon
en gestreken terug. Het is een groot gemak,
vooral voor degenen, die niet lang op een
zelfde plaats blijven vertoeven, maar aan
houdend verder trekken en speciaal in die
gevallen, bijvoorbeeld bij lange fietstoch
ten, wanneer het meedragen van veel
bagage buitengewoon bezwaarlijk is.
En nu gaat het gemak nog verder, heeft
men reeds zeer kleine lichte strijkijzertjes
voor op reis. Men heeft ze in de hotelkamer
slechts op het stopcontact te zetten, of, voor
gevallen dat men niet electrisch aangesloten
is, bestaan er andere, waarin men droge
brandstof meevoert, in kleine blokjes samen
geperst.
Zoo kan men dus de kreukels van het kof
fer-persen al gauw uit de kleeren strijken,
desnoods schudt men zoo'n japonnetje enkele
minuten wat uit hoven heet wasem, die men
in een hotelkamer ook gauw bij de hand
heeft door de warmwaterkraan boven de
waschbak open te zetten.
In de meeste gevallen zullen de kreukels
al verdwijnen alleen door dat zwaaien in de
damp en anders is het stuk nu vochtig ge
noeg, om het. met succes uit te strijken.
Het wasschcn kan men in den_ zomerdag
immers ook best zelf doen, terwijl men uit
is. Behalve toiletzeep ook een stuk goede
huishoudzeep meegenomen en dan hoeft men
niet. verlegen te zitten:
Een kwestie apart, is het bengen van al
die benoodigdheden. De leeren reisnecessaires
zijn gemakkelijk genoeg, wie er aan gewend
is, gaat niet graag uit zonder. Ze hebben het
gemak dat men er behalve toiletbenoodigd-
heden nog altijd ook wat andere dingen i
kan bergen, die anders licht een groot ge
zoek in den koffer zouden geven of ook wel
gevaar voor prikken of blijven haken. Zoo
stop ik er bijv. altijd in m'n vulpen, haak
pennen, naaldenboekje in vroeger jaren
(gelukkig iets van een voorbije tijd gewor
den!) reserve-hoedenspcld enz. enz. Maar de
dingen hebben het bezwaar dat ze door het
leer cn met het vele glas en nikkel dadelijk
zoo zwaar worden en als je dan nog méér
massieve dingetjes mee te nemen hebt zoo
als bijv. een camera
Voor fietstochtjes of voor langere re
kan men clan ook veel beter necessaires ge
bruiken. die men zelf maakt van lichter
materiaal, bijvoorbeeld stevig linnen, dat
men voert met stijve voering of, als men dat
mooier vindt: van peau de peohe (dit dan
gebruikt als imitatie van peau de suède, dat
tegenwoordig veel wordt gebruikt voor de
nieuwste necessaires die in den handel zijn.)
De eigengemaakte étui's hebben voor dat ze
niet aan bepaalde maten of grootte, zijn
bonden, ook het aantal zakjes of lussen
neemt men dan naar eigen verkiezing.
We zullen in dit of volgend nummers eehs
de beschrijving van zoo'n werkje geven.
MARIALIEDEREN
De vlucht.
Wdar zij kwamen langs de smalle wegen,
Lachten hen de jonge kinderen tegen,
En zij bedelden om lachjes van héér kind.
En de vrouwen lazen in zijn handen,
Of zich lang de levenslijnen spanden.
En of hij gehaat zou wezcij of bemind.
En Maria leed: in haar verdwaalde
Denken, zag ze, kléér, het vaag verhaalde,
En ze huiverde en had het koud.
Maar de zon scheen warm in kindjes oogen
En ze boog zich huivrend naar hem over
En ze leed, en voelde zich zoo oud.
En ze zag rondom zich de vermoorde
Kinderen en haar verbeelding stoorde
't Bloedig visioen van wat nog kwam.
En haar hart verscheurden scherpe vlijmen
Maar haar mond lachte over haar geheimen,
En ze leed alleen om haar arm lam.
WILLEM DE MERODE.
Dit vers gaat vooraf aan de beide in
ons vorig nummer opgenomen en waar
onder bij vergissing de naam van den dich
ter is weggevallen.
VERBETERING
In ons artikeltje „Borduurwerk
Kinderjurkjes" vorige week hier opgeno
men, zal de opmerkzame lezeres wel heb
ben begrepen, dat de laatste afbeelding
van de stancl der vijf vlinders scheef
stond geplaatst. Hóe ze was bedoeld, is
moeilijker uit te maken, als men het niet
weet.
Nemen we het blad voor ons, zóó dat de
diagonaal die van linker-beneden naar
rechter-bovenhoek loopt als een loodlijn
voor ons ligt, dan draaien we het nog iets
verder door naar links, zoodat de twee bo
venste vlinders bijna evenlioog liggen. Op
die .manier zien we dan ongeveer de be
doelde stand voor ons. Bedenken we dan
verder nog dat bij een jurkje van een twee-
of driejarige, vanzelf de onderlinge afstan
den der vlinders wat grooter zullen uitval
len, dan weet men wel zoo'n beetje hoe
men ze zou kunnen plaatsen.
SAMENWERKING
In het maandblad der Necl. vereen, van
Huisvrouwen 'Vertelt Mevrouw Jacobs
Zoethout, die als vertegenwoordigster van
die vereeniging aanwezig was op de ver
gadering van het Wetenschappelijk, Econo
misch Instituut voor de W&sch-industrie,
hoe dit instituut zal werken en wat onze
huisvrouwen er van kunnen verwachten. We
willen het rela<as gaarne onder de oogen
onzer lezeressen brengen.
Het bestuur van dit Instituut heeft den
ingenieur Soberski (ass. v) Nieuwenburg)
benoemd om eerst' door eigen studie vol
komen op de hoogte te komen van de we
tenschappelijke en economische belangei
aangaande het behandelen der wasch, b.v.
welke machines de beste zijn, welke zeep
het meest doeltreffend werkt, welke midde
len aangewend moeten worden om hard
water, geschikt voor het behandelen der
wasch te maken, oip de goederen helder te
krijgen, zonder dat deze to veel lijden
enz. Daarna ligt het in de plannen van
Instituut om controle uit te oefenen op de
verschillende wasscherijen uit wetenschap
pelijk en economisch oogpunt. Hoewel wij
heel goed begrijpen, dat het wetenschappelijk
gedeelte van heel veel belang is, ligt het
toch op den weg der huisvrouwen om zicb
noofdzakelijk te bemoeien met het econo
mische.
Wij hebben de vergadering vijf vraagpun
ten voorgelegd.
1. De ter griffie gedeponeerde voorwaar
den waaronder wordt gewasschen
belang bij het zoekraken der goederen
zijn bij den Bond van Wasch-Industrieelen
opgemaakt zonder hierin de huisvrouw te
kennen! Kan de Huisvr.-Ver. hierin geen
medezeggingschap krijgen?
Antwoord In de moeilijke oorlogsjaren
waren deze voorwaarden zeer zeker in den
Haag en in Rotterdam ter griffie' gedeponeera
maar de ondervinding heeft geleerd, dat
nooit gebruik van wordt gemaakt, omdat de
huisvrouw bijna altijd tot een minnelijke
schikking met de wasscherij kwam.
Bij dit punt vertelde de pres. hoe juist dit
wegraken in het wasscherijbedrijf een punt
is, dat de volle aandacht van den Bond
heeft. De wasscherijen en de huisvrou
hebben beiden helaas met personeel te ma
ken, dat bij beide categorieën tegenw
dig zooveel te wenschen overlaat. Zou de
wasch direct van huisvrouw tot waschbaas
gaan, dan zouden vele moeilijkheden voor
komen kunnen worden.
Oorzaken van wegraken zijn meestal
slechte verpakking of slordig invullen der
wasclilijsten, of de wasch zonder lijst
zendpn.
Verschillende leden der Comm. vertelden
staaltjes, hoe de wasch dikwijls in de was
scherij aankwam, zoodat ik mij vaak be
schaamd gevoelde over mijn mede-huis-
vrouwen. Na over dit punt van gedachten
te hebben gewisseld, zou ik u allen het vol
gende willen aanbevelen:
a. Telt en pakt zelf uw wasch in, of laat
het door een vertrouwd persoon doen
geeft een correcte waschlijst met de wasch
mee!
b. Neemt een waschmand met slot, waar
van u zelf een sleutel houdt en één bij uw
waschinrichting geeft.
c. Verzoekt uw waschinrichting, onmid
dellijk na ontvangst u per briefkaart te
ZONNESCHIJNTJES
Ik ken ze niet de blijde kleuters van de
foto, die een vriendelijke hand ons zond als
„misschien wel iets voor de vrouwenpagina",
ik weet er maar net zoo veel van als u,
lezeres; zooveel als ik er van zie.
Maar dat is toch eigenlijk wel veel.
Want eigenlijk ken ik ze nu toch wel, deze
vroolijke kindjes, zóó, als ik alle lachende
kinderen uit mijn omgeving ken, stukjes
zonneschijn zijn het, losgebroken uit het
groote blijde licht, en die nu komen aan-
jubelen regelrecht onze harten binnen......
Zie de „groote", die als in uitbundige pret
triomfantelijk het stevige armpje omhoog
zwaait, met dartel gebaar de vlinderstrik
grijpende, is het' niet een echt molletje
om eens even op te pakken en te rollen door
het helder witte zand, dat het geschater
hoog opklinkt tot in de huizen, waar mis
schien ernstige, droeve of tobbende men-
schen wroeten in hun werkelijke of ver
meende zorgen, of ontevredenen zachtjes zit
ten te zeuren „zoo warm als het is."
En dan dat kleintje! Zoo'n grappig knuf-
felkindjo. Kijk eens goed in dat guitig snui
tje met de oolijke blinkers, de meejuichcnde
haarlokken, enje voelt je droefste
gedachten wegzinken, je moét komen tot de
erkenning, dat „ondanks alles", het leven
toch nog zoo héél veel, héél moois heeft,
want hebben wij ditzelfde, zij het op ver
schillende manieren en in verschillende
mate niet allen gekend en genoten?
En nóg is het als toen, want ook wij oude
ren, met al onze zorgen, we kunnen bij
oogenblikken nog altijd de Zon in ons leven
zien schijnen, alswe maar willen
zien,Gods zonneschijn.
En al is het dan niet meer efen uitbundige
schaterlach, al zijn het geen armzwaaien en
geen opdartelende haarlokken meer, dan
kan er toch zijn de stille kalme glimlach om
het stille kalme geluk der tevredenheid, het i
meegenieten in den zonneschijn der blijden.
Hoe demonstreert onze foto de rijke innor-
lijke weelde van het kinderhart, dat met de
simpelste dingen tevreden, met de eenvou
digste omstandigheden „den koning te rijk"
kan zijn.
Hier wat planken waarin een beetje zand,
een stok en een halve cocosnoot (of maar
dop), en dan is de prachtige oude vergiet
(links) die het zand zoo fijn door de gaatjes
strooien kan, als te groote overdaad voor
dit oogenblik over de grens gezet. Als het
niet juist verleden week hier in zijn geheel,
opgenomen was, dan zou ik nu onder deze
foto hebben willen zetten het versje:
Ben je niet als een vlinder, kind,
Zoo'n kleine, fladd'rende Makker
Die alle bloemen opzoekt en mint,
Jou heel lieve, heel stoute rakker?
melden, welke goederen niet met de lij sl
kloppen.
De pres. deelde mij mede, dat alle goed#
asscherijen deze briefkaart reeds ver*
zonden.
De waschindustrieelen beloofden van hua
kant alles in het werk te stellen om d«
meisjes in de waschinrichtingen zoo streng
mogelijk te controleercn teneinde oneerlijk*
heid te weren.
Ook werken vele groote wasscherijen mei
het z.g.n. speldensysteem.
De huisvrouw behoeft haar goed dan niel
te merken, elke wasch wordt afzonderlijk)'
gehouden, wat de witte goederen betreft*
De bonte stukken worden elk van een ge
nummerde veiligheidsspeld voorzien etf
met andere vvasschen te samen gewas*
schen.
Of dit systeem in de toekomst zal slageil
is nog niet voldoende bekend.
Punt II. Is onze wasch in de wasscherij
verzekerd tegen brfind en ongelukken?
Antwoord. Iedere huisvrouw kan haaf!
asch op laten nemen in haar gewon#
brandpolis, met de clausule: „waar dez#
zich ook bevindt!"
Dit doet iedere brandassurantie-maat#
schappij zonder verhooging der premie.'
Daarentegen is elke goede waschinricli#
ting verzekerd voor ongelukken, die met
de wasch kunnen gebeuren (bij transport
of dg].).
Ik geef dus iedere huisvrouw iu overwe#
ging deze zaak eens onder de oogen te zien*
beter gezegd te zorgen, dat zij zich op deza
wijze waarborgt voor het verongelukken
van haar wasch.
Punt III. Hoe voorkomt men het noode#
loos stukgaan der wasch?
Antwoord. Juist daarvoor hoopt het we#
tensch. econ. inst. zooveel mogelijk te wa#
ken, door het bestudeeren der vraagstuk#
ken hierboven genoemd. Toch zullen d#
klachten der huismoeders nooit ophouden*
omdat de huisvrouw altijd beweert, dat de
schuld bij de wasscherij ligt, als er een gat
in het goed gekomen is!
Om bij moeilijke geschillen een juist#
uitspraak te krijgen heeft de Bond een
verminderd tarief gekregen bij den Rijks-
vezeldienst en het Rijksbureau tot onder#
zoek van handelswaren die dan uit kun#
nen maken wat de oorzaak van gat of win*
kelhaak is. Heeft een van onze leden du#
hierover raad noodig dan wende zij zich
tot ons Inst. dat dan de zaak door middel
van den Bond v. W. kan onderzoeken.
Punt IV. Bij ons Inst komen steeds vra>i
gen naar de namen van goede waschinrich#'
tingen.
Antwoord. Het is zeer moeilijk deze na#
men te noemen, aangezien er nog te weinig
controle op de wasscherijen wordt uitge#
oefend. Dit is nu juist het werk van het
Wetensch. en Econ. Instituut, dat in de
toekomst hieromtrent inlichtingen zal kun#
nen verstrekken.
Punt V. Bestaat de mogelijkheid, dat d#
waschinrichting bij een wasch, die z.g.n*
opgemaakt thuiskomt, het goed meteen na
kijkt en verstelt?
Antwoord. Wel degelijk zijn er wassche#
rijen die dit doen, maar de ondervinding
heeft geleerd, dat dit te duur wordt, zoo#
dat er weinig gebruik van wordt gemaakt*
Dit waren dus de voornaamste punten,
die behandeld werden.
Het streven van den Bond is om het v as-
schen in de wasscherijen zooveel mogelijld
aan te moedigen, door de wasscherij zoo
volmaakt mogelijk te doen zijn. Het var#
baasde mij te hooren, dat er maar 15
van de Ned. bevolking de wasch buitens#
huis zond, hierbij is inbegrepen elk gezin*
dat ook maar een klein gedeelte (wat juist
heel veel voorkomt) uit huis doet.
Ik sprak als mijn wensch uit, dat il£
graag met de waschindustrieelen mede wil#
de werken om dit percentage op te voeren*
Van ouds werd in degelijke IIoll. huis#
houdens de groote wasch buitenshuis ge#
geven, immers onze huizen zijn niet van
waschkeulcens of electr. wasch-instr. voor#
zien, zooals de Duitsche. Door den oorlog
en de vele Duitsche dienstboden is hierin
verandering gebracht, toch geloof ik ze*
ker dat wij weer terug zullen keeren lot
het buitenshuis laten wasschen.
Immers is het een feit, dat het dienst#
pers. hoe langer hoe moeilijker te krijgen
zal zijn, dat wij dus ons huishouden moe#
ten vereenvoudigen en dit geschiedt zeker*
wanneer men niet aan huis laat. wasschen*
Daarenboven is het uit een hygiënisch oog#
punt toch zeker aan te bevelen het was#
schen en speciaal het drogen uit onz#
hkeine huizen te weren!
Mijn indruk is zeer zeker, dat wij veel
kunnen bereiken door de samenwerking
van huigvrouw cn waschindustrie, omdat?
aan de grieven van beide kanten dikwijls*
op deze wijze tegemoet kan worden geko#j
men, aangezien ook de moeilijkheden vaakj^
op een misverstand berusten.
HUISHOUDING EN KEUKEN.
HORS D' OEUVRE RECEPTEN
schaaltje plaatsen. We doen er een weinig
en peper bij en bestrooien ze daarna iük
met geraspte gruyère waaronder broodkruir
fijngehakte ultiem gemengd zijn. We zettei
elke tomaat een klontje boter en laten ze in
Haringsla in schelperU
Week cenits" huringen 24 uur In water me#
en scheut melk. Snijd de koppen er af on(
erwüder de vellen. Trek de vlsch iu de lengt*
oor midden en verwijder ingewanden cn graat#
es. Snijd ze op een paar reepjes na In stukje*,
laak eenige aardappelen fijn, hak w.at'uitjes en
ugurkjes, maak wat kropsla schoon en snippep
en zuren handappel. Kook een hard ei et*
FTijf het fün. Meng alles voorzichtig door el#
eepje
Na dl.
schUfJ'
opgedi
..ai a.u", «jui. peper en mosterd#
Leg het menghel netjes in schelpen etg
r leder - elp met een achtergehouden
haring m wat gehakte augurkjes.
Kalfslever d la saioyarit
geurig gerecht. De lever wordt in heel
plakken gesneden. Daarna hakt ge een
elle fijn. twee wortels, ia»
en weinig knoflook. In eo*a
eerst den bodem met levor#
•strooit gc mot zout en pepep
t de gehakte groenten
r gesmolten boter over. Dan
n laag lcverplakken die/ .-*
'gebruikt is./ Dan laat ge den
een uur heel zachtjes koken.
3t ge de saus en voegt een
>e. De lever wordt In de saus
hoeveelheid
aiden. Ge giet
Eieren in een schoteltje
Zooveel eieren men wenscht, afhangende van
t aantal personen, b.v. 8, 2 eetlepel# (afge
streken) margarine. 2 eetlepels bloem, geraapt*
oude kaas; 14 Li. melk, zout, peper, paneermeel.
Bereiding Kook de eieren, snijdt ze ln de helft
af in plakken en doe ze in een vuurvasten
schotel. Maak op de bekende wijze een sa.ua van
bloem, margarine, boter; roer er de kaas door
en maar ze op smaak af met peper en zout Gte«
deze saus over dc eieren, strooi er wat paneer
meel over. leg hier en daar een kluitje boter
en laat er ln den oven een mooi brul» ko^ata#