TWEEDE BLAD. VRIJE UNIVERSITEIT. TWEE BRANDEN BINNEN VIJF MINUTEN. Gemengd Nieuws. ZATERDAG 6 JULI 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5 NEGEN EN VEERTIGSTE JAARVERGADERING. MORGENVERGADERING. Na de opening, die wij gisteravond reeds vermeldden, werd besloten een telegram ,van buide te zenden aan H. M. de Koningin. Bespreking Jaarverslag. Prof. V. H. Rutgers vroe,g of de me- dedeeling op bladz. 10 dat de f 300.060 voor de uitbreiding der V. U. nog niet bijeen is, wel juist is, en of dat beurag niet reeds overschreden is. Zijn opmerkingen werden door de heeren Mr. j. H. Grosheide en H. Colijn beant- woord. De heer Nieuw kerk (Ermelo) wees op de onbillijkheid dat de V. U. slechts f 4000 uit 's RijKs kas ontvangt, terwijl het Rijk res millioen gulden aan de andere Univer siteiten ten koste legt. De heer C o 1 ij n zegt dat de vervulling van dezen wensch het best mogelijk kun worden gemaakt door Antirev. leden naar de Tweede Kamer te zenden, omdat deze partij dezen wensch op haar stembuspro gram heeft. Opbrengst collecte. D r. H. Kaajan deelde mee dat een col lecte is gehouden voor de Vrije Universi teit. Deze collecte bracht op f 1118.29, waar van de Geref. Kerk te Utrecht den vorigen Zondag f 500 bijeenbracht De collecte in den bidstond in de Zuiderkerk bracht op i 160. (Applaus.) Bestuursverkiezing. In de vacature van den heer H. C o 1 ij n, die niet herkiesbaar is, werd als bestuurs lid gekozen de heer A. W. F. Idenburg. Tot iid der Commissie van Toezicht op het geldelijk beleid werd in de vacature-M r. Schut gekozen de heer Mr. J. Verdam te Amsterdam. Bij de rondvraag, die nu gehouden werd, sprak Dr. C. J. Goslinga, van Buiten post, er zijn blijdschap over uit, dat een verklaring kon worden afgelegd namens curatoren als door den voorzitter is ge daan. (Die verklaring publiceerden wij reeds gisteren.) Thans is gebleken, dat hoewel de beide hoogleeraren, ondanks het feit, dat zij hun formeele bezwaar tegen de vragen handhaven, zij geen materieel bezwaar had den tegen datgene wat van hen werd ge vraagd. Spr. heeft vertrouwen in curatoren, die altijd zorgvuldig op de Universiteit zul len toezien. Ds. T. J. Hagen, van Delft, sprak even eens Verheuging over deze verklaring uit "Het liee'fl' Spr. echter gesmart dat de-voor- ^zïtter èeh dusdanige-entourage om deze verklaring heenmaakte als hij in zijn ope ningsrede deed. De Universiteit moet band houden aan ons Gereformeerde volk. Ter dege zullen wij hebben op te passen, dat wij niet dien weg uitgaan, dien Prof. van Schelven wees, want dan zou het oude scheldwoord bewaarheid kunnen worden: „wat moeten die bakkers en bierbrouwers een universiteit stichten". Ons volk in zijn breede lagen voelt het zoo aan, dat aan de studenten door de studie aan de V. U. lief de tot het Calvinisme moet. worden bijge bracht. Niet zooveel mogelijk, niet beperkt, niet met een reserve, maar altijd vol liefde en ijver \oor het Calvinistisch beginsel. Dat moet het hooge ideaal zijn voor al de jonge menschen, die van de V. U. afgaan. En nu mag de voorzitter in zijn openings woord zeggen, dat ook Kuyper soms is af geweken van wat. als Geref. beschouwing onder het volk leefde, maar dan kon hij toch altijd aantoonen, dat hij zulks deed uit kracht van het Gereformeerd beginsel. En dat had de voorzitter ook moeten doen, dan was Spr. gerust geweest. Spr. wil niet, dat die band tusschen het Geref. volk en de Universiteit wordt losgemaakt. De hooglee raren moeten met ons Geref. volk zoo één zijn, dat zij niet onderscheiden, zooals het de voorzitter gedaan heeft De heer Oskam, van Breukelen, drong er op aan, dat er spoedig zal worden ge werkt aan de inrichting der medische fa culteit Mr. Th. Heemskerk, de opmerking van den heer Oskam beantwoordend, zeide dat ook bij de curatoren de wensch leeft, dat de medische faculteit zal kunnen wor den ingericht Maar die wensch zal voor eerst niet verwezenlijkt kunnen worden. We moeten ons eerst beperken. Het kan nu ko- j men tot de wis- en natuurkundige facul teit, doch een volledige medische faculteit, die meer professoren eischt, dan wij in den eersten tijd kunnen bekostigen, kan er vooreerst niet komen. Het verheugde Spr., dat Ds. Hagen ver trouwen heeft uitgesproken in curatoren. Spr. heeft echter een anderen kijk op de r.ede van Prof. van Schelven dan Ds. Ha gen. Ds. Hagen heeft bestreden 't beeld vtm den spion, die in het fort moet binnendrin gen. Maar het beeld van het fort voor de Calvinistische wetenschap, dat Ds. Hagen wcnschte, zou Spr. niet goed lijken. Het kenmerk van een fort is, dat men er in blijft zitten. Als de Professoren "■i?t moesten (Joon, dan zou met niet veel verder komen met de uitbreiding der Geref. beginselen. De rede van den voorzitter ging over het recht van "vergissingen te maken. Maar dat houdt ook in de roeping om geen-vergissin gen te maken. En wie nu heel zeker wil zijn om geen verkeerd pad in te slaan, voor dien weet Spr. een secuur middel: men blijft zit ten. Maar als de wetenschap uitgaat op ont dekkingstochten, dan kan men zich vergis sen. En het is noodig voor den uitbouw der Geref. beginselen, dat de Professoren op ont dekkingstochten uitgaan. Groen van Prinste- rer heeft gezegd: „De vrceze des Heeren is het beginsel der wetenschap, maar het_ begin sel is de heele wetenschap niet." En Kuyper, Rutgers en Woltjer hebben kostbare beginse len gegeven, maar de uitwerking moet thans geschieden. En in zeker opzicht hebben de te genwoordige Professoren het moeilijker dan Kuvper, Woltjer en Rutgers, want wel heb ben deze kostelijke richtlijnen gegeven ook voor de uitwerking der beginselen, maar de tegenwoordige hoogleeraren mogen niet te vreden zijn met hot behaalde resultaat, maar moeten uitgaan op ontdekkingstochten om die beginselen uit te werken. Natuurlijk is te hopen, dat ze dit doen en dat is ook \>ccr een beeld uit de rede van den Voorzitter dat ze dit doen op het kompas van de Ge reformeerde beginselen en zoodoende op het het goede punt uitkomen. Spr. twijfelt niet, bf ook de Voorz. is daarvan doordrongen., Maar het recht van vergissingen te maken heeft niets te maken met de vastheid der Ge ref. beginselen ,maar alleen dat alle mensche- lijke arbeid onvolmaakt is. Hoe langer hoe meer moeten onze Professoren op ontdekkin gen uitgaan eri nu heeft de Voorzitter alleen het kleine voorbehoud van het recht op gissingen gemaakt, (daverend pplaus). De Voorz. zal niil veel zeggen. Het speet spr., dat Ds. Hagen niet even bij hem ge komen is, want dan hadden ze samen deze zaak kunnen bespreken, en had spr. het kunnen ophelderen. Maar het beeld, dat spr. gebruikte van den spion die in het fort moest zien in te dringen is afkomstig van den ouden Dr. Kuyper, die het ook gebruik te met betrekking tot de Calvinistische We tenschap. Slotwoord. Spr. richt zich dan in een slotwoord voor deze morgen-vergadering tot d,en heer Colijn en zegt, dat we het wel treurig vinden dat de heer Colijn weggaat. Maar hij heeft een jaar gediend boven den tijd, dien hij dienen moest, en spr. kan het verstaan, dat de heer Colijn nu afgelost wil worden. Spr. dankt dn heer Colijn voor het vele, dat de ze voor de V. U. heeft gedaan, (applaus). Een verzoeting van de scheiding is, dat we den heer Idenburg voor hem in de plaats krijgen, (applaus). De vergadering wordt daarna geschorst tot 's middags. MIDDAGVERGADERING. Calvinisme zoowel uit naar de weten schap als naar de mystiek. Het schiep zich van beide een eige-n type. Mystiek en weten schap vormen schijn baar een vreemde combinatie. In naam der we'«n schap werd vooral sinds de da gen der Verlichting de mystiek herhaal delijk* in de ban ge daan en zelfs Gods dienst philosophen willen haar slechts aanvaandiem als jeugdige groeikamp, maar dde verdwijnen moet, wanneer men heeft teniet gedaan, wat eens kinds was. En om gekeerd kenmerkte die eenzijdige uitgegroei de mystiek, het mys'.dcisme, zich bijkans zonder uitzondering door cultuurverachting, waarbij daim de wetenschap, zelfs de theolo gie het het eerst moest ontgelden. Kwalifi ceert -de moderne wellen-schap het als onwe tenschappelijk, den waaim. van God in de wetenschap zelf te vernoemen en Goddelijke werking ter verklaring van feiten aan te nemen, niet alzoo de Calvinistische weten schap. Bereidt de Calvinistische wetenschap allerwege oro'imoetinigen van God, zoo grijpt hierbij de mystieke factor in. Want hoe men de mystiek ook omschrijve, naar Calvinis tisch gevoelen culmineert zij in de ontmoe ting met God. Die ontlmoetn'ng kan slechts plaats hebben over die kloof d-er zonde heen- gedragen, gedragen op de vleugelen ChrisLus, terwijl het subject daarvoor wordt toebereid -door den Heiligen Geest De mv stieke factor bewaart onze wetenschap voor abstractie, voor perkament- lucht, ivoor isolement. De waarde van den mystieken factor, aarvan do Gereformeerde beginselen zijn doorvlochten, kan voor onze Universiteit moeilijk te hoog worden aangeslagen.. Die factor waarborgt, dat het Gereformeerde volk en de Universiteit bijeeniblijven, welke moeilijkheden zich dan ook mogen t ■doem Hij zorgt dat er tusschen heiden een eigcaisoorlig onderling begrijpen zal zijn, aarbij het niet we enscliappelijk begrijpen nooit belommerend -zal werken. ttcr dankte den referent voor zijn rede en verleende terstond den- tweeden spreker, Mr. P. S. Gerbrandy, van Sneek, het woord, om te. refereeren over: IN HET GENTRUM VAN ROTTERDAM. VRIJ ZEKER WERK VAN DEN BRANDSTICHTER. De Universiteit te Genève is één der wer ken van Calvijn. Die Universiteit is derhalv alleen te begrijpen als men het eigen lijke van het leven van Calvijn verstaat. De stichting der Universiteit is de be wuste daad tot volle rijpheid ge komen reformator. Voor hem is dan ook de stichting der Uni versiteit „een van God." Dit beteelcent tusschen niet dat die stichting een speci fiek Calvinistisch verschijnsel zou zijn. Bij de hervorming van het onderwijs sluit Calvijn aan 'bij Gouvea, Badaiol en Sturm, die op hun beurt weer aansloten bij de scho len ivian d-e broederen des gemeenom levens. Eenheid te brengen in het onderwijs, zoo dat liet hoogere onderwijs systematisch aan- sluiii" aan het voorafgaande, is daarbij ear: voornaam element. Kenmerkend Calvinis tisch is dat hij het geheele onderwijs vooral concentreert in het kenneiru der Heilige Schrift in dien oorspronkelijken grondtekst. Practisch meegemaakt -heef'J Calvijn de school van Sturm, in Straatsburg, daar is bij hem het plan tot Universiteitsstichi'.ing ge boren. Uitvoering daaraan geven heeft hij pas gekund in 1559. Op 5 Juni 1559 kon de plech tige opening van „college en academie" plaats vindon. Als straks de mare der stichting naar de Protestantsche wereld is uitgezonden, dan stroomen de studenten toe van allen kant. Toch mag e.n moet dez-e stichting niet slecljts heehni de LTniversiteit wan Calvijn, maar de Universiteit van Calvijn en Beza. Twee zaken vooral zijn het waarom deze Universiteit ook de Universiteit van Beza moet heeton. Ten eerste, omdat de bijna 50 jaren, dat hij aan haar -verbonden is, de tijd is geweest van de echte wetenschappelijke vrucht, die bij een Universiteit behoort, wil zij dien naam terecht dragen. In de tweede plaats, omdat de tijd van Beza de tijd is van de vorming der mannen, die Beza aan de Universiteit verbond. Er is bij groo'e verschillen een zekere overeenkomst tusschen de stichting van Calvijn en dio van onze Vrije Un-iversitcit De brand aan het Haagsche Veer met elf stralen gebluscht. MOOI WERK VAN DE BRANDWEER. Rotterdam, 6 Juli 1929. Opnieuw is de stad gister opgeschrikt door het alarm voor twee zware branden en het staat nu wel zoo goed als zeker vast, dat hier de waanzinnige brandstich ter weer de hand in het spel heeft gehad. De feilen spreken daarvoor te sterk. Te omstreeks half vier heeft gistermiddag allereerst een binnenbrandje gewoed in een opslagplaats achter een kapperszaak aan de Van Oldenbarneveldstraat, een brandje, dat de bewoners en buren zelf wisten te blusschen, doch waarbij zoo goed als zeker de brandstichter in het spel was geweest. Kort na vijf uur werd de brandweer ge waarschuwd voor een ernstige brand, die was uitgebroken op de eerste verdieping van het pand, staande op den hoek van Slagveld en Stationsweg. In dit pand is gelijkvloers gevestigd de winkel van het Nationaal Kasregister, ter wijl op de eerste verdieping, waar dus de brand woedde het kantoor was van de N.V. Mij. voor industrieele ondernemingen, Pure Silk Cy. Voorbijgangers zagen dat kort na vijf uur dikke rookwolken boven het dak uitkwa- Men wilde naar boven gaan, om te zien ir aan de hand was, maar halverwege de trap kon men al niet verder wegens de enorme hitte en rook. Door de hitte sprong •uit van de eerste verdieping, die grenst een brandgang, welke aan de andere zijde wordt begrensd door de kapperszaak van Me fa. Leyger en de vlammen lekten naar buiten. Het bleek, dat er een zware brand woedde. Inmiddels was binnen zeer korten tijd de vrijwillige brandweer verschenen en rappe gasten van spuit 17 en 29 legden slangen uit, die door het trappenhuis naar boven werden geleid. Terwijl de eerste waterstra-' t. vuur sisten was men beneden druk bezig den winkel van het Nationaal Kas jegister te ontruimen. De Kostbare machi nes, die door het bluschwater stellig zouden zijn bedorven, werden inderhaast op straat gebracht en de geheele winkelinventaris ónder een springzeil geborgen. Stellig brandstichting. Terwijl de brandweer nog in volle actie was, begon de politie met bekwamen spoed haar onderzoek naar den oorzaak van de brand. Al spoedig kwam onomstootelijk. vast te staan, dat men hier met eon geval brandstichting had te doen en deze brandstichting van buitenaf was schied. Een stapel kartonnen doozen, blijkbaar inderhaast bij elkaar gegrist, moet het i hebben vlam gevat. Deze stapel stond op i plaats, die van buiten af bijzpnder ge- kkelljk was te bereiken en gelet op de onderzoekingen van voorgaande branden, mag men hier wel met aan zekerheid gren zende waarschijnlijkheid aannemen, dat „de brandstichter" zijn heilloos werk ook hier heeft verricht. De blussching. Leek het aanvankelijk, of de brand niet gemakkelijk zou worden gebluscht, toen eenmaal de brandweer met grooten spoed water had gegeven, was het gevaar spoedig geweken. Men kon het vuur zelfs baas met de twee spuiten, die den eersten aanval hadden ondernomen en de spuiten 16, 20, 28 en 21, die mede waren uitgerukt, benoef- den geen dienst te doen. De reserve-auto I heeft als steeds weer nuttige hulpdiensten kunnen verrichten. Er was voor de brand een geweldige be langstelling, het Hofplein stond zwart van menschen, het verkeer kon zich slechts met moeite een doorgang banen. De tweede brand. De kijkers op het Hofplein hebben wel waar voor hun geld gekregen. Terwijl men nog vol spanning de verrichtingen van de brandweer aan den Stationsweg volgde, klonk plotseling de kreet: „Brand op het Haagsche Veer!" Dat had een geweldige uitwerking. Publiek, brandweer, politie en pers holde in een oogwenk over het Hofplein, in ge weldige verwarring. Alleen de brandweer mannen van de spuiten 17 en 29 bleven rustig op hun post. Al spoedig bleek, dat de brand aan het Haagsche Veer nog van veel ernstiger ka rakter was dan die aan den Stationsweg. Zware rookwolken dreven in Oostelijke richting en uit pand 3 sloegen de vlammen naar buiten. Het bleek, dat de brand woedde op de derde verdieping van dit pand, waarin is gevestigd de opslagplaats van huishoude lijke artikelen van de fa. Elze cn Lazarus. Om half vijf was de kantoorjuffrouw nog in het magazijn geweest en had niets bij zonders gemerkt cn toen zij nog geen uur later van het lager gelegen kantoor op nieuw naar het magazijn ging, stond dit in lichte laaien. Schreeuwend en roepend is zij de straat op gevlucht en op hetzelfde oogenblik sloeg de rook al naar buiten, cn nog wat latei- Die overeenkomst is er zelfs in de moeilijk heden. Ook voor Dr. A. Kuyper is de V. lT. een werk van God, ook ivoor hem is zij het instrument om de leidslieden te vormen: ook liij doet een beroep op de vrijwillige of fervaardigheid. Ook voor hem cn daarvan is de ontembare kracht van zijn polemiek, als deze stichting wordt aangevallen, het door slaand bewijs, is d'e Universiteit het hoofd punt iin zijn leven-sarbeid, het meest hem dierbaar van al. Die Universiteit heeft recht op ons geld. op onze zonen en -dochtererh, opdat ook du erk slaize in de kracht van God. Om des tijds wille ivolgde op dit referaat geen -discussie. 1 De voorzitter deelde mede, dat van H. M de Koniingin een telegram met dankbetui ging was binnengekomen. (Applaus). Oud-Minister Van Dijk sprak woorden an dank tot Prof. van Schelven, die „oo uitnemend de vergadering leidde, waai na de vergadering geslolen werd. 'barstte het vuur naar alle kanten uit het pand. De brandweer behoefde niet te worden gealarmeerd. Het bericht van deze nieuwe brand had zich snel verspreid en het over tollige brandweermateriaal aan den Sta tionsweg rolde al naar het Haagsche Veer. De heer J. Pellenkoft, hoofdopzichter van de afd. brandbluschmiddelon, was een dei- eersten, die van het Slagveld op het Haag- scheveer aankwam. Hij constateerde direct, dat men hier met een zwaren brand te doen had en ontbood autospuit No. VI en den nieuwen auto- ladder. Terwijl 't groote materiaal verwacht werd waren de bandbrandspuiten al in volle actie. Spuit 16 werkte met een straal, 21 eveneens met een, 29 met drie, 19 met twee sralen. De politie had inmiddels wat ruim baan gemaakt en met touwen een afzetting ge maakt. Op het afgezette terrein kon daar na de schifting beginnen, van wie er op hoorde en wie er niets te maken had. De brand woedt hevig. De brand was in hevigheid toegenomen. De vlammen hadden nu ook den zolder be reikt en vonden gretig voedsel in de aan wezige voorraden, hoofdzakelijk houtwaren cn sloegen binnen weinige oogenblikken tot hoog boven het dak uit. Dikke rook wolken dreven over de enorme menschen- rnenigte heen en hulden het Hofplein in een smookgordijn. Met spanning stond men toe te zien, hoe de brand zich uit breidde want de handspuiten, hoe dapper ook bediend, vermochten toch toch een vuurzee als deze niet veel uit te richten. Het groote materiaal. Daar loeide echter reeds de brandweer sirene en in duizelingwekkende vaart stormde autospuit VI het Hofplein op. Met Rotterdanische gemoedleijkheid bleef echter midden op den rijweg staan en de menigte was zoo dicht, dat de spuit inder haast moest stoppen. Het duurde ecnigen voor men ruim baan had gemaakt en olie vaart reed de spuit, nu door het Ilaagscheveer, waar vlak bij de water kant werd post gevat. Klokslag kwart was de autospuit aangekomen en minuten later werd reeds met een krachti- ge straal water gegeven. i mannetjes van de vrijwillige brand- hebben den laatsten tijd geleerd ook met het groote materiaal op bewonderens- rd'ig vlugge wijze om te gaan en zoc hadden de gasten van spuit 22 nog geen twee minuten noodig gehad om e slang uit te leggen, de zuigbuis in ter te laten zakken, een straalpijp slang te koppelen en „water" te - Nauwelijks was de autospuit aan het blusschingswerk gaan deelnemen of men zag dat het hoogste punt was bereikt. Dik ke stoomwolken mengden zich tusschen den rook en het vuur werd aan de voorzijde teruggedrongen. Hevig woedde het echter aan de achterzijde cn hier was de vuur haard 'slecht te bej-eiken. Opnieuw klonk echter de sirene en thans as hqt_.de .au.toladder, die. kwam aapsui- n. lDeze werd vlak voor het brandende pand op het Ilaagscheveer neergezet en tot in den hoogsten stand uitgetrokken. Men bevestigde er den vasten straalpijp op en kon nu van den top van den ladder af tot achter in het pand het vuur bereiken. Toch laaide het nu eens hier, dan weer op een andere plaats hevig op cn daarom wer den nog twee slangen van de autospuit in actie gezet, een aan de voorzijde cn een aan de achterzijde, waarvan er een bediend werd door gasten van spuit 22, de ander door die van spuit 15. In totaal werd nu met 11 stralen water gegeven, vier van de slangen lagen door liet trappenhuis van pand 8 aan den Coolsingel, een hing langs den gevel van het hoekhuis No. 2 aan het Haagsehveer, een ander langs den gevel van het brandende gebouw, twee hingen er langs den voorgevel van pand 4 cn de laat ste werd, zooals reeds gemeld, over de auto ladder geleid. Het. vuur werd zoodoende aan alle kan ten ingesloten en nam nu geleidelijk at. Personeel van de afdeeling brandblusch middelen, dat met de twee reserve-auto's ter plaatse aanwezig was en op lofwaardige wijze de autoladders heeft bediend, is echter nog tot ongeveer half twaalf met drie slan gen op de waterleiding aan het spuiten ge weest om het telkens weer opflikkerende HAAGSCH STRAATTOONEELTJE Het Westeinde, een van de oudste en drukste straten der residentie, ligt opgebroken. De groote menschen vinden dit vervelend en lastig, maar de Haagsche jeugd geniet van t geval, 't Is ook een buitenkansje: het spelen in 't zand, icaarvoor men ariders naar Scheveningen moet, is nu mogelijk vlak bij de ouderlijke woning. vuur in bedwang te houden. Gedurende het verdere van den nacht is met een slang op de waterleiding de wacht gehouden. Het bovengedeelte van het pand is geheel uitgebrand *en op de benedenverdieping heeft men veel waterschade geleden. Van de groote voorraden was geen enkel stuk gaaf uit den strijd teruggekomen. Weer de brandstichter. Hoewel niets met zekerheid vast staat ontkomt men ook in dit geval niet aan den indruk, dat de waanzinnige brandstichter (want men mag wel aannemen, dat men hier niet met een normaal mensch te doen heeft) de hand in het spel heeft gehad. De aard van den brand klopt geheel met de ervaringen, die men opgedaan heeft bij de andere branden, waarbij men de aan wezigheid van den brandstichter heeft kun nen vaststellen. De politie stelt ook in dit geval een uit gebreid onderzoek in, maar bet. zal zeer moeilijk zijn den dader te vatten. Belangstelling. Zooals we reeds boven aangaven, bestond voor deze brand enorme belangstelling. Het verkeer is er hopeloos door in den war ge bracht. De drommen nieuwsgierigen heb ben van een interessant schouwspel kun nen genieten, want vooral in dit oude stadsdeel, op een zoo vrij liggend punt, kon men overal de brand prachtig volgen. Onder de belangstellenden op het afge zette gedeelte werden opgemerkt de burge meester, Mr. P. J. Drooglever Fortuyn, de hoofdcommissaris van politie, de heer A. H. Sirks, de commissaris van politie in de IVe afdeeling, de heer J. J. Soer, de directeur •gemeentewerken} de heer Ir. L. W. H. Dijk, zoomede de directeur van den óerdienst, Dr. Ir. M. F. de Bruyne en de hoofdopzichter van de afdeeling brand bluschmiddelen, de heer J. Pellenkoft, die bij het blusschingswerk veel steun heeft jrleend. Een woord van bijzondere wanrdeeriug komt toe aan de mannen van de Vrijwilli ge brandweer, die onder leiding van spuit meester A. H. Kiel en hoofdman A. J. Kruis, ook bij dezen brand weer voortreffelijk erk hebben verricht. Dat Rotterdam zich zelf geluk kan wen- schcn met brandweermaterina! als de nieu- autospuitcn en de autoladder is ook nu ir gebleken. EEN NOODLANDING. Een militair vliegtuig, onder commando in luit. Hesselink, is door een noodlanding op een weiland onder Bome (Ov.) gedaald De landing geschiedde vlot en zonder on gelukken. HET C. N.V. EEN HERINNERINGSNUMMER VAN DE GIDS. Zooals we wel verwachtten, bevatte het laats verschenen nummer van De Gids uit voerige beschouwingen in verband met het a.s. Maandag te Utrecht te vieren 20-jarig bestaan van het C. N. V. Het programma der feestelijkheden heb-, hen wij reeds in ons blad afgedrukt We vermoeden wel,.do>! velen in den lan de Maandagavond op Huizen zullen afstem men om do f-eestvergadering in den geest mee te vieren. Het Gids-munwner staat in het teeken van „dankbaar geden-ken" en: „moedig, geloovig voorwaarts". Wij komen bijna in de verleiding heele stukken over te nemen uit dit intessanite nummer. Helaas, plaatsruimte verbied! ons dat. Juist in d-eze dagen kon men het vaak hooren, dat sociale wetgeving diep-zond-ig is; dat van een dergelijke mentaliteit een funeste» invloed uitgaat op de Christelijk© arbeiderswereld, bewees de verkiezing op Flakkee. Gelukkig, dat er een andere toon beluis terd wondt van de zijde dergenen, die over tuigd zijn van de noodzakelijkheid van het Christendom voor heel hel leven. Met volle -instemming citeer en we Prof, Dr. Slotemaker de Bruine, die eens schreef: „Het Christendom belooft geen ideal© maatschappij, doch het bergt krachten ln zich, die voor de gezondmaking van onze toes aniden van zeer groote beteekenis zijn. of wezen kunnen en hei is de taak der Chris tenen, om aan die tewerkstelling dier krach ten zich te wijden met alle kracht. ONDER ZIJN AUTO GEWOND. De chauffeur W. D. reed met een ledige autobus van den dienst LommerKuinre nabij Schoterzijl bij Kuinre in volle, vaart tegen den zeedijk op, waardoor de auto om sloeg. Toesnellende'boeren poogden het voer tuig weer op de wielen te helpen. Bij deze pogingen gleed de chauffeur uit eri kantelde de auto, die op hem terecht kwam. Zwaar gekneusd en met hevige pijnen werd de man opgenomen en naar Kuinre vervoerd, waar geneeskundige hulp werd ingeroepen. WONDERLIJK BEWAARD. Op den onbewaakten overweg op den Mo lenweg onder Arkel is een vrachauto van. Beems te Meerkerk door den sneltrein ge grepen. Het achterste deel van de auto werd totaal vernield. De bestuurder kwam cr met een kleine Wonde aan het hoofd af. BRAND TE ROTTERDAM. Gistermiddag ontstond een groote uitslaande brand bij de finna Else rf- Lazarus aan het Haagsche Ver Waars chiinUih ft nni- ht,* de beruchte brandstichter, die de laatste weken reeds zoo ceel onhr'i slichtte, neer aan 't u-erk geweest f}. ici/taande kir1- die uit fotografisch oogpunt schitterend geslaagd mag hceten, geeft een sprekend breid i on het Hofph i,,. ,-en der brandi'untcu' van. t Rotterdanische vexliccr. Op den voorgrond dc üclftschc puurtrechts dc Raadhuistoren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5