JÜkttiw JTri hsrtjr ouraut Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken EERSTE BLAD. BEGINSEL EN TOEPASSING, BINNENLAND. ABONNEMENT: Per kwartaal 3.25 (Beschikkingskosten 0.15). Voor het Buitenland bij Weke- lijksche zending 8.-» Bij dageüjksche zending 7*— Allies bij vooruitbetaling. Losse nummers 5 cent. met Zondagsblad 7% cent. Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijg baar. Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936. No 2787 ZATERDAG 6 JULI 1929 ADVERTENTIE N: Van 1 tot 5 regels1.17Vi Elke regel meer 0-22Va Ingez. Mededeelingen van 1—5 regels 2.30 f Elke regel meer B 0.15 Bij contract belangrijke korting. Voor het bevragen aan het bureau wordt berekend f 0.10 10e Jaargang. Pit nummer beslaat uit VIER bladen, Toen Dr. Kuyper destijds in de Twee de Kamer de regeering heenwees naar een „Wetboek van den Arbeid", stak de regeering daarmede, naar zjjn eigen ge tuigenis, den draak, de Kamer haalde de schouders op en de pers floot het denkbeeld uit. (O. P. 293.) Het heeft er den schijn van, dat Iemand, die een ernstig pleidooi waagt, voor het denkbeeld van den corporatie ven staat, in onze dagen, evenmin ge- reeden ingang zal aantreffen voor dit denkbeeld. Dr. Kuyper kon wijzen op het buiten land, dat ten aanzien van zijn gedachte op den heerschenden geest in ons land vooruit was en de practijk bevestigde de juistheid van zijn standpunt. Ook in verband met de idee van den corporatieven staat zou men thans naar Jiet buitenland kunnen wijzen. Mussolini toch wil daarheen, hoewel hij geenszins uit anti-revolutionair principe leeft. Daarom kan hij ons slechts dienen om aan te toonen, dat ook zijn critiek op het huidige stelsel tot de corporatieve Staatsidee voerde, al heeft die veel eer een syndicalistisch karakter. Bovendien staat de critiek van het fascisme zoozeer in het teeken van be strijding van het parlementaire stelsel, dat wij daartegen waarschuwen. Een toepassing van hét parlementaire stel sel, die kwade vruchten voor de saam- leving brengt, staan ook wij met alle kracht tegen, doch dan gaat onze strijd tegen een toepassing en niet tegen het beginsel. Het stelsel van Evenredige Vertegen- "woordiging, dat wij thans kennen, laat reeds de wrange vruchten zien, welke daaruit voortkomen na een betrekkelijk zeer korten tijd van toepassing. Letten wy slechts op de veelheid van politieke partijen en partijtjes, welke de verkie- zingskaart vertoont. Onder begunsti ging van het huidig kiesstelsel is het mogelijk om op grond van belangen, die men wil verdedigen, een partijtje te ver gaderen en een vertegen woo rd i ger in het parlement te brengen, waardoor het hybridisch karakter van de Kamer wordt verhoogd. Ook de dooreenmenge- ling van sociale belangen en politieke zaken wordt daardoor bevorderd, afge zien nog van de principieeje tegenstel lingen en beschouwingen omtrent de so ciale en politieke aangelegenheden, waardoor wederom een verschillend licht op de kwestiën valt en onderschei dene strevingen elkander ontmoeten. Desniettemin verwerpen wij het par lementaire stelsel niet, zooals wij reeds vroeger hebben betoogd. Met te meer aandrang echter dient er op gewezen, dat het systema, hetwelk onder den in vloed van revolutionaire beginselen in het eind zelfs de vrijheden bedreigt, die het parlementaire stelsel beoogt te be- ichermen, vraagt om herziening. De richting is door Dr. Kuyper aan gewezen en de grondgedachte werd door de anti-revolutionairen niet prijs gegeven, terwijl haar juistheid door de ontwikkeling der dingen wordt beves tigd. Allerminst kan men die grondge dachte met bedenkelijke spotlust be lachelijk trachten te maken en aan spraak willen doen gelden op den naam van ernstig staatsman.- De sociale kwestie is er en eischt aan dacht en zorg van de overheid. De so ciale kwestie toch komt op ui.t de ver scheidenheid van talent en vermogen en de daaruit volgende ongelijkheid in staat en positie. Daar is een sterke en een zwakke en liet men een iegelijk eigen recht zoeken naar zijn goeddun ken, het recht van den sterkste zou heer- schen en hetgeen zwak is verdrukt wor den. Wat kon men onder de heerschap pij der zonde anders verwachten? En nu ligt hierin reeds aanwijzing van de overheidstaak. Zij voert het zwaard om der zonde wil. Zij heeft den sterke te beletten te onderdrukken en den zwakke te hulp te komen en hem recht te verschaffen. Met nadruk be tuigt Dr. Kuyper dan ook, dat de Over heid heeft te beschermen en niet te re gelen. De Overheid heeft recht te ver- leenen en heeft niet tot taak om de maatschappij in eigendunkelijken vorm te gieten; recht naar den maatstaf des rechts en dus gemeten aan de ordinan tiën Gods. In iedere wet ligt nochtans een regu- leerende strekking, ook als zij bescher ming bedoelt, waardoor mogelijk schee- ve verhoudingen ontstaan. Wie voor beelden wenscht, zie wat Dr. Kuyper èchreef in O. P. 4 290/ waaruit duidelijk blijkt, dat de wetten, waarop hij doelde destijds zeer eenzijdige bescherming bo den van een klasse of stand, maar juist daarom den evenaar des rechts deden hellen tot ongerechtigheid. Het zal daarom de groote zorg van de Overheid behooren te zijn, dat zij alzoo beschermt, dat zij inderdaad het recht bewaart aan alle zijden en op die wijze het evenwicht tracht te handhaven. Evenmin mag alleen voor den „minde ren man" worden gezorgd als eenzijdige zorg voor den meer gegoede en vermo gende mag worden toegestaan. De weg, dien men volgde, door ieder te doen meespreken in de vertegenwoor diging, scheen aan de langzame en duur zame normaliseering van wat bij een vroeger stelsel werd omgebogen en uit het evenwicht geraakte wel bevorder lijk. Mede in verband met den plicht der Overheid om zich dan te laten gelden, indien verdrukking en ongelijk worden aangetroffen, opdat zij met haar be scherming tusschen kome, is het goed, dat hij die meent onrecht te lijden zijn stem kan doen hooren in de raadszaal. Toch zij men op zijn hoede, indien men dit beginsel toepast door een alge meen stemrecht, zooals wij dit kennen. Daarin is op zichzelf allerminst een waarborg gegeven, dat het politieke evenwicht zal worden nagestreefd en bewaard, dat noodig is voor een gezond maatschappelijk levem De scherpe te genstellingen der klassen tot een klas senstrijd aangevuurd, zetten zich in den parlementairen strijd voort op een wijze die in het einde gevaar loopt in een klassendictatuur over te slaan, die in burgeroorlog en revolutionaire woelin gen uitloopt. De hoogere standen mogen zoomin aan de overheersching van de lagere klasse worden overgeleverd als omgekeerd. Om deze redenen bepleitte Dr. Kuy per een inrichting, die leiden kan tot corporatieve Staten, welke hij vergelijkt met het gildestelsel 292) en daarne vens een politieke indeeling op den voet van het Huismans kiesrecht. Nu ware een corporatieve vertegen woordiging hoogst eenvoudig, indien in de corporaties en bedrijven, waar rijk en arm elkander ontmoeten, heer en knecht saamwerken, de innerlijke verhoudingen in evenwicht werden gehouden en dus de innerlijke belangen accordeerden. Dan zou men toch met een stemrecht dier corporaties kunnen volstaan, wijl zij voor de bezorging der innerlijke be langen gewaarborgd, ook naar buiten in de vertegenwoordiging der corporatie aan de handhaving en bestelling van het recht konden medearbeiden. Zulk een toestand zou echter juist daarom zoo eenvoudig zijn, wijl een hoog niveau van zedelijk bewustzijn de dra gende kracht voor de corporatie zou vormen, die over het recht waakte en het evenwicht in stand hield. Helaas, zal dit in het algemeen niet kunnen worden gezegd, zoozeer liepen de belangen uiteen van heer en knecht, zoozeer kwamen de verhoudingen in hef teeken van strijd te staan, dat ook dooi de bedrijfslichamen een dwarse door snede werd getrokken, zoodat daarmede rekening moet worden gehouden. En, wil men naar de corporatieve inrich ting, dan moet zulk een orde worden ge vonden, die het evenwicht in de corpo raties bewaart, dit, zoo het verbroken werd, geleidelijk herstelt, om voorts ook het onderling evenwicht tusschen den invloed en de belangen der corporaties recht te houden. OFFICIEELE BERICHTEN. AUDIËNTIE. De gewone audiëntie van den Minister van Onderwijs zal Maandag 8 Juli 'e. k. niet plaats hebben. DE ZIEKTEWET. THANS AFGEKONDIGD. Verschenen is het Staatsblad No. 374 tot afkondiging van de nieuwe Ziektewet. Uit Oost-lndie. Het V. V. C. V. opgericht. Naar „De Banier", Chr. Weekblad voor Ned. Indië meedeelt, is op 26 April te Wel tevreden opgericht het „Verbond van Chris telijke Vakorganisaties in Nederlandsch Oost-Indië'. De Bijbel wordt als Gods Woord en als richtsnoer van den arbeid van dat verbond erkend en zijn doel is be hartiging van de geestelijke cn stoffelijke belangen van de leden en het bevorderen van de organisatie van afzonderlijke vak groepen; DE KAMERVERKIEZING. PERSSTEMMEN OVER DEN UITSLAG Komt er een rechtsch kabinet? De nuchtere rekenaar, die alleen maar nota's maakt en geen waarde hecht aai politieke actie en de belangstelling voor het Staatkundig leven, zou zeggen, als hij constateert, dat alles ongeveer bij het oude is gebleven is: moest daarvoor nu zooveel drukte worden gemaakt? Mogelijk willen dezulken wel eens over wegen, om een anti-verkiezingspropaganda organisatie te stichten. Want het zou eens aardig zijn om het resultaat te zien van een verkiezing, welke alleen voorbereid was door het officiccle stembiljet. Intusschen, er wordt nog belangstelling gewekt vóór de stembus spreekt en er is ook via de verkiezing belangstelling voo uitslag. Wat zegt de Ders? SLECHTS EEN KLEINE RIMPELING. „Meer dan lichte rimpeling in den vijver wist de politieke storm ten slotte toch niet te wekken"; dat is de slotsom, waartoe de Standaard in een korte nabetrachting komt. Maar de anti-rev. parlij komt er niet zonder kleerscheuren af. „Eén zetel zullen we missen, als straks de nieuwe Kamer bijeenkomt, Wat van ons afging, verhuisde meest naar de Staatkundig-Gereformeerden, hoe- Wel we ook aan de Christelijk-Historischen hier en daar verlies te boeken hadden. Het anti-papisme en kerkelijke gevoelig heden hebben hun diensten weer gedaan." Gelukkig, er is hard gewerkt cn aan geest drift ontbrak het niet. De stroom van leu gens zal ten slotte, zij het over enkele jaren, achterhaald worden, „Opmerkelijk in do uitkomst van de stembus is ten slotte ook dit, dat noch de leuze van Staatspensioen, noch die van Ontwapening dien vat op het kiezersvolk bleken te hebben als men ervan verwacht had. Noch de S. D. A. P., noch de Vrr Democraten kwamen boven hun tegen woordig zeteltal uit. GROOTE DANKBAARHEID. Met groote dankbaarheid is de Neder lander vervuld; dankbaar voor drieërlei zegen: „De partijen, die, bij verschillend begin sel, loyaal staan in eerbied voor onze grondwettelijke instellingen en in trouw aan het Koninklijk huis, bleven overwel digend in de meerderheid. De partijen, van welke deze loyaliteit moet worden betwij feld, haalden tezamen nog geen 28 van de stemmen. Daarnevens stemt het dankbaar, dat de groepen, die niet aarzelen in de erkenning van den Hoogen God, als bron van alle gezag, te zamen genomen, vooruitgingen. Ten slotte zijn wij verheugd over den vooruitgang in de kennis en het bewaren van de eenheid bij onze C.hristelijk-Histo- rische Unie, van welke wij overtuigd zijn, dat zij voor ons volk nog zoo heel veel zijn kan, mits zij in waarheid blijve een Chris telijke Volkspartij in den vollen zin des woords." Eindelijk heeft de Nederlander nog een reden om dankbaar te zijn; „Wij zijn ook dankbaar in de eerste plaats voor Mr. J. A. de Visser zelf dat het avontuur van „Rotterdams-belang" en van „versch bloed in de Tweede Kamer" tot niets leidde. Eenheid en trouwe samen werking blijven onze kracht; al wat zweemt naar belangen-politiek of persoon lijke politiek kan siechts verzwakken." ALS EEN ROTS IN DE BRANDING Onder dit motto schreef de (r.k.) Maas bode de "eerste indruk: „Als een rots in de branding van het moderne leven zoo staat onze R. K. Staatspartij onwrikbaar-hecht in den an ders zoo on vasten bodem van deze lage landen bij de zee. En aan den innigen dank aan God, die Zijn onmisbaren, met aandrang afgesmeek- ten zogen schonk, paart zich de dank aan al die onbaatzuchtige werkers, die dezen schitterenden uitslag als loon van stagen arbeid mogen begroeten. Tot heel bijzondere voldoening geeft zon der eenigen twijfel aanleiding bet zegevie rend afslaan, over de heele linie, van den rooden aanval op ons zwarte Zuiden." In een volgend artikel wordt dit herhaald in deze woorden: „Tegen den somberen achtergrond van den aldoor hoogcr rijzonden rooden vloed, straalt in des te glorieuzer contrast het lichtend kruissymbool, in fiere getuigenis voor de wereld van de onbezweken vaan- del-trouw van Neerlands Katholieken!" De verwachting der roodo speculanten is bedrogen: „Men dacht er niet aan, dat een nieuw geslacht van Katholieken aan hel opko men is, meer immuun tegen de socialisti sche besmetting dan de vorige generatie het zijn kon." Voorts geeft de uitslag geen reden tot bi- zondere nabetrachting: „De anti-revolutionairen moesten op het altaar hunner beginselvastheid opnieuw een offer brengen aan de Kersten-partij, diemet een derden man in de Kamer terugkeert. De Vrijheidsbond zag een zetel verloren gaan aan de dissidenten-groep, welke op instigatie van den uitgebannen middenstander Staalman in den heer Flo- ris Vos een niet te verwaarloozen trek kracht vond; al ligt het voor de hand, dat deze afgevaardigde het de Liberale Partij niet lastig zal maken." „Thans zal ïL M. onze geëerbiedigde Ko ningin Haar raadslieden bij zich ontbie den, om te beraden, wat er te doen staat. Wat wij zouden wenschen, is hetzelfde, wat de overgroote meerderheid van ons Katholiek kiezerscorps wenscht, dat men, indien mogelijk, zal geraken tot een rechts kabinet. 't Is hetzelfde wat ons partijbestuur wenscht, dat verklaarde, dat zijn voorkeur uitging naar een Kabinet, optredend met 'een program, gebaseerd op de programs der rechterzijde. Daarheen wijzen beginsel, traditie en historie onzer partij." Men weet, dat dezelfde wensch bij ons leeft. Mits, zoo zeggen wij met de Maasbode: „Mits onder één beding, dat wij vroeger reeds stelden. Dat het alleen kome tot een samengaan van rechts onder scherp accoord, op scherp geformuleerd program en allerzijds van harte. Dan achten wij zulk een samengaan in het belang èn van onze geestelijke èn van onze stoffelijke belangen. En ook in het belang van een gezond par lementair leven. Mogen de christen-leiders van ons volk daarvan in deze dagen diep zijn doordron gen. God schenke hun Zijn licht en Zijn kracht." DE HOOFDSTRIJD. Het (lib.) Vaderland begint met de ware opmerking: „De hoofdstrijd liep tusschen de sociaal democraten en de Katholieken; de eersten zouden thans aan de laatsten leeren, dat de geloovige Katholiek zeer goed Neder landsch sociaal-democraat kan zijn, maar dat is faliekant uitgekomen; die twee groote partijen staan nog altijd even machtig tegenover elkander". Neen, van een verschuiving van zwart haar rood was geen sprake. De R.-K. gingen in volstrekten en betrekkelijken zin méér vooruit dan de S.D.A.P.; de R.-K. is de eerste millioenpartij. Daarentegen; en nu citeercn we het V a d weer: „Het is bekend, dat de S.D.A.P. op min stens twee a drie zetels winst gerekend had, en dan is na zoo geweldige en niets ontziende campagne als de S.D.A.P. ge voerd heeft behoud van wat ze had pover resultaat, en hetzelfde geldt voor de V.-D., waar het niet te ontkennen valt dat de leuze „nationale ontwapening" een uit muntende verkiezingsleuze is. De huisbe zoeker, propagandist van die leuze, tlie aan een moeder begon met de vraag te stellen, of zij haar zoontje wenschte te zien doodschieten, was een voortreffelijk menschcnkenncr, en wist dat bij de moe der, zoodra haar moederlijk gevoel in het geding komt, het verstand vacantie krijgt. Voor de S.D.A.P. is het troost, dat naast de Visser nu ook Wijnkoop in de Kamer De schrijver troost zich, dat Floris Vos eigenlijk A. Staalman vervangt en vervolgt: „De kleine partijtjes hebben, zoo gevoe lige nederlaag geleden, en het Nederland- sche kiezersvolk heeft zich daartegen zoo beslist uitgesproken, dat men mag ver wachten dat de van der Myle's en de Braam's, om ze maar onder die beide na men samen te vatten, zich nog wel eens zullen bedenken, voor ze wederom hun on- frisch spelletje beginnen". Het resultaat? „De gewichtige vraag rijst nu: Geeft de nijeuwe constellatie eenig perspectief in zake het ministerie dat er komen zal? En dat doet ze, want de Rechterzijde behield tot ons leedwezen de meerderheid, waaruit voortvloeit, dat er alles op gezet zal wor den om te komen tot een parlem. Coa litie-Kabinet, juister gezegd een parlemen tair ministerie, steunende op de samen werking van Rechts, nademaal men bij velen uit de Rechterzijde zelve zeer groo te bezwaren tegen het woord „coalitie" ontmoet. Welke signatuur? „Het zal daarbij hoofdvraag zijn, onder welke signatuur een dergelijk ministerie zal optreden, onder de Christelijk-Histori- sche of onder de Antirevolutionaire, dat wil in dit geval zeggen: onder de Geer of onder Col ij n". Aan een Roomschen premier denkt het V a d. niet en dus zal het, a 1 s de coalitie slaagt, Colijn of de Geer moeten zijn, want Dr. de Visser trok zich terug en al zou Heemskerk in den moeilijken toe stand waarin Rechts verkeert, de geknip te man zijn, als hij jonger was, hij is dat nu eenmaal niet, en in ons vaderland vindt men, anders dan in Engeland, waar Gladstone nog op 83-jarigen leeftijd een ministerie vormde, den meer den zeventig jarige voor formateur te oud. Het is uiterst jammer, want als dat niet het geval ware, zou men dien voorzichti- gen staatsman krijgen, die nooit de prooi van onverhoedschen aanval kan worden om de eenvoudige reden, dat hij als het ware een zesde zintuig heeft, die hem den belager reeds op mijlen afstands doet ruiken". Waaruit blijkt, hoe gelukkig het is, dat Mr. Heemskerk althans in de Kamer terug keert. Een eventueel rechtsch Kabinet kan steun bij hem vinden. Dit opschrift is natuurlijk aan H e t V o 1 k ontleend. Doch het blad der S. D. A. P. is lichtelijk de kluts kwijt. Vandaar misreke ning en overdrijving; en voorts in één en hetzelfde nummer twee artikelen, welke in geheel verschillende toonaard geschreven zijn. Eerst: „De uitslag van de Kamerverkiezingen mag de Nederlandsche sociaaldemokratie met diepe voldoening vervullen. Op het oogenblik, dat wij deze regelen schrijven, is nog niet het geheele resultaat bekend, zoodat nog niet vast te stellen is, in welken zeteluitslag zich de grootsche stemmenuitslag uitdrukt. Maar wel valt reeds te konstateeren, dat de sociaaldemokratie onweerstaanbaar op marcheert." Dit wordt nog eenige malen herhaald; maar voor „onbeperkt optimisme" was nog geen plaats, zoolang de redactie niet wist, hoe groot de zetelwinst was. En toen het eindresultaat bekend was, schreef het blad: „Onze groote stemmenwinst heeft zich dus ten slotte niet in zetelwinst omgezet. Wij blijven op onze 24 zetels. Toch komen wij met groote eere uit den strijd en onze werkers hebben waarlijk niet voor niets gewerkt. Van alle par tijen hebben wij de grootste ver meerdering van percentage aan kie zers." Doch ook die laatste troost heeft geen re den van bestaan. Het zijn de roomsch-kath. die zoowel in stemmental als procentsgewijze de grootste winst behaalden. Dat Het Volk deze fout maakte, is ech ter heel goed te verklaren. Het had op groote winst gerekend, en ten slotte schoot er zelfs niet één zetel over! EEN ROOD-ROOMSCH KABINET? Nadat de N. R o 11. C r t. uitvoerig gewezen heeft op de geringe zetelverschuiving, ver volgt het blad: „Opmerkelijk is de uitslag ten opzichte van de twee groote protestantsch-christe- lijke partijen. Do anti-revolutionaire partij is nog aan den verliczenden kant gebleven en moet 1 zetel prijs geven. Het is meer dan haar percentsgewijze verlies. De chris- telijk-historische partij daarentegen schijnt weer bij de kiezers beter in de gunst te zijn geraakt dan in 1925, al kan zij om de bovengenoemde reden, haar winst niet tot een zetel reaiiseeren. Aanmerkelijke winst in stemmental heb ben de sociaal-democraten en de Roomsch- Katholieken verworven, zij het dan ook dat zij niet in zetelwinst aan den dag treedt. Deze partijen hebben met de Christelijk- historischen in 1925 bij de toewijzing van de overschotzotels geboft. Zij hebben toen twee overschotzetels toegewezen gekregen, en daardoor als het ware hun zetelwinst van 1929 reeds te voren verdisconteerd. Zij blijven nu ondanks hun winst aan stem men op hun oude zetelgetal. Deze twee partijen zullen in de nieuwe Kamer te zamen een flinke meerderheid tellen en het lijkt na deze verkiezing wel, alsof het kabinet van de „uiterste nood zaak" iels is, dat de kiezers toelacht. Wij zullen deze conclusie niet trekken, maar wie er voor voelt, kan in het resultaat der verkiezing wel steun vinden!" Naar onze meening heeft het Vad. beter kijk gehad op het laatste onderwerp. Het Rotterdamsche blad blijkt doodsbe nauwd voor een rechtsch kabinet: „De Christelijk-historische partij plukt nu de vruchten van haar houding in het najaar van 1925, toen zij tegenover de Roomseh-Katholieken den voet dwars zet te, en de coalitie liet springen. Vorming van een coalitie-kabinet met behulp van de Christelijk-historischen zou vierkant ingaan tegen de lijn van deze verkiezing." NED. CHR. BLINDENBOND. BONDSDAG TE 'S-GRAVENHAGE De Nederl. Christ. Blindenbond heeft te 's-Gravenhage zijn bondsdag gehouden, on der voorzitterschap van den heer Th. Aris, die herinnerde aan het 5-jarig bestaan van den bond. Hij hoopte dat deze bijeenkomst Den Haag zou leiden tot oprichting van een afdeeling aldaar. De secretaresse las het jaarverslag voor, dat onder applaus werd goedgekeurd. Het maakt dankbaar melding van de verschij ning van het orgaan De Rlindengids. Op het oogenblik telt de bond 110 leden. Gepoogd is, financieele hulp te krijgen van verschillende kerkeraden. Het resultaat dat van de 300 aangeschreven kerken 1 percent antwoord gaf. De pogingen zullen herhaald worden. Onder applaus werd besloten, een telegram in hulde te zenden aan de Koningin. Tot penningmeesteresse werd gekozen mej. Pol, uit Amsterdam, in de plaats van mej. Schoonhoven, die wegens hoogen leef tijd bedankt had Het bestuur braclit dank aan het aftredende bestuurslid voor de vele zorgen die zij aan den Bond besteed heeft. Voorts werden de aftredende bestuursle den herkozen en heeft de heer P. Goedcn- dorp, hoofd der Fnbiusschool (Mulo) te Rotterdam, gesproken over het onderwerp: „Leerplicht voor blinden?" Spr. zette uiteen de verschillende levens kringen van het leven, van welke het gezin er één en no. één is. In alle levenskringen heeft door de zonde een zekere verwording plaats. De Staat kan daarin regelend optre den en inzonderheid daar, waar de ver schillende kringen in elkaar grijpen, want daar kan het wringen. Zoo kan de Staat hier ook inzake leer plicht regelen. Want het kind behoort tot het gezin en is een toekomstig staatsburger. STEMBUSKRONIEK. ZIJNDE DE OFFICIEUZE AAN- TEEKENINGEN VAN EEN STEMBUREAU, VOORZITTER. De stemming is een mooie zaak; zij geeft de kiezers veel vermaak; zoo zou ik wil len zingen, als ik op de stemmingsdag niet zooveel ontevreden gezichten had gezien. 'k Heb steeds mijn best gedaan, om de menschen moed in te spreken of met een vriendelijk woord tot hun plicht te brengen; maaraltijd lukte het niet. Ziehier slechts eenige oorzaken van onte vredenheid: a. 'k Heb eergisteren mijn vrouw te Gror ningen nog getelegrafeerd om mijn stembil jet te zenden, en nu mag ik hier toch niet stemmen? Neen, dat had u vóór 19 Juni moeten vragen. b. In mijn kantoor is een stembureau ge vestigd en nu moet ik hier, op een uur af stand, komen stemmen! Ja, u bent zeker na 1 Januari verhuisd. c. Een zeer deftige dame: Meneer, ik stena op Lijst 31; maak u dat even voor mij in orde? Mevrouw, hier is een stembiljet, maak daarop het witte hokje voor de man of de vrouw van uw kefize, rood! (Na eenige oogenblikken.) Meneer, ik heb nooit gestemd en snap er niets van; doe u het nu even voor mij. Mevrouw, u is niet lichamelijk hulpbehoe vend; dus moet u het zelf doen. (Weer eenige oogenblikken later, onder toenemende hilariteit der aanwezigen; en met veel luidruchtigheid.) Ik snap er niks van; hier is het biljet terug. Mevrouw, als u gereed is ,werp het dan s.v.p. in de bus. (Het is er ten slotte ingekomen.) d. Weer een zeer deftige dame en weer dezelfde mededeeling: Meneer, ik stem op Lijst 31. Heel goed, mevrouw. Hier is een stembil» jet. Vul u maar in. (In de bus werd een biljet gevonden: alle liberale hokjes roodgeverfd.) e. Weer een zeer deftige dame en weer dezelfde mededeeling: Meneer, ik wil Lijst 31 stemmen. Astublieft, mevrouw; daar is een stem» hokje. (Na eenige oogenblikken) Meneer, ik kan de naam niet vinden. Welke naam, mevrouw? Viruly. Dat is heusch Lijst 31; rechts onderaan. (In de bus werd een stembiljet gevonden, waarop zoowel de lijstaanvoerder als de liberale voorkeurman waren rood gemaakt.) f. Meneer, ik heb geen biljet ontvangen. We zullen 't even nazienNeen, u staat niet op de kiezerslijst U moogt- dus.- niet stemmen. Daar neem ik geen genoegen mee! Hoe komt dat? Ik wensch te stemmen. Ik ben er expres voor overgekomen. Dat ligt niet aan ons, U zult voortaan de kiezerslijst moeten nazien en u kunt op "t stadhuis protesteeren; hier niet! (Na nog eenige polemiek trekt de niet» kiezer eindelijk protesteerend af). q. Tallooze kiezers beklagen zich en terecht dat in de straatnamen zoovela abuizen voorkomen; daardoor moeten ze ver van huis stemmen; er zijn gevallen bij, welke een vorige keer al aangeteekend zijn. h. Nog steeds zijn er heel wat kiezers, die niet kunnen stemmen. Op ruim 1000 biljetten, waren er 80 van onwaarde: de naam doorgestreept; een kruisje er boven; een stip er achter; meer dan één hokje rood: enz. enz. i. Anti-stemdwangmenschen gaan stil huil gang en werpen het blanco biljet zonder op hef in de bus. Enkelen van ben kijken mij triumfantelijk aan, gaan zelfs niet naar het stemhokje en roepen luide: Het gaat zóó in de bus; de poppenkast is mij geen cent waard. Eén heeft met 't roode potlood op het biljet geschreven: „Stik met je stemdwang en verdwijn." Een calligraaf was hij niet. j. Twee hulpbehoevende vrouwtjes vra gen een Chr.-hist. lid van het stembureau (een kennis van haar) om bijstand. Deze verleent de hulp gaarne en hoort dan luide zeggen: Ik moet Lingbeek hebben, hoor. Een andere vrouw, die naar baar zeggen, op Keisten gestemd heeft, roept met de band op de stembus uit: alle menschen zijn leugenachtig; maar God is waarachtig. k. Vroeger kwamen er dikwijls vrouwen vragen of ze niet voor hun afwezige mannen konden stemmen. Thans werden er circa honderd biljetten van afwezigen ingeleverd, voor wie per voU macht gestemd had kunnen worden. Er was slechts cén vrouw, die nu voor haar man stemde. Zij bracht twee stemmen uit en het stembureau heeft haar gehuldigd. (Zonder bloemen, want de bloemenkoop- man die geen venter wil heeten en anders zijn geheel rood gemaakt stembiljet aan het bureau toont, was juist vertrokken.) I. Deze kiezer bleef extra lang in 't stem hokje. Blijkbaar niet zonder reden. Want uit de bus kwam een stembiljet, dat bijna volgeplakt was met sluitzcgels, waar op anti-militaristische propaganda gemaakt word. Een dag later vroeg bij mij nog, of we zijn biljet wel gevonden hadden. Ik vermeld dit maar even, want anders heeft de ijveraar heelemaal geen wil van zijn werk En juist zulke biljetten houden bij 't vermoeiende telwerk den moed er wat in. 't Was een zware dag! Bij ontaarding van het gezin is het nu mo gelijk, dat het kind aan zijn lot wordt over gelaten. Staatsingrijpen is dan niet altijd veroordeelen. De tegenwoordige leerplicht grijpt echter ook de goeden aan. Van Christelijke zijde dient liet protest daartegen onverzwakt te blijven. Bij de blinden staat de zaak echter ge heel anders. Hun levenskring is veel meer beperkt en voor bon moet dan ook veel meer moeite gedaan worden om ben voor hun levenstaak te bekwamen. De school heeft ook mede te brengen de opvoeding tol staatsburger. Wanneer de ouders niet oldoende voor hun blinde kind zorgen en an ontaarding gesproken kan worden, dan, naar dan ook alléén dient staatsingrijpen mogelijk te zijn. Tot deze verwaarloosde blinden wenschte Spr. de leerplicht te beperken. Het gaat bij Spr. niet om beknotting van de vrijheid, maar om ontaarding door de zonde, welke door do overheid gekeerd moet worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 1