JÜkttiw JTri hsrtjr ouraut
Dagelijks verschijnend Nieuwsblad voor Leiden en Omstreken
EERSTE BLAD.
BEGINSEL EN TOEPASSING,
BINNENLAND.
ABONNEMENT:
Per kwartaal 3.25
(Beschikkingskosten 0.15).
Voor het Buitenland bij Weke-
lijksche zending 8.-»
Bij dageüjksche zending 7*—
Allies bij vooruitbetaling.
Losse nummers 5 cent.
met Zondagsblad 7% cent.
Zondagsblad niet afzonderlijk verkrijg
baar.
Bureau: Hooigracht 35 Telefoon 2778 Aangesloten op het streeknet Lisse. Postbox 20 Postgiro 58936.
No 2787
ZATERDAG 6 JULI 1929
ADVERTENTIE N:
Van 1 tot 5 regels1.17Vi
Elke regel meer 0-22Va
Ingez. Mededeelingen
van 1—5 regels 2.30 f
Elke regel meer B 0.15
Bij contract belangrijke korting.
Voor het bevragen aan het bureau
wordt berekend f 0.10
10e Jaargang.
Pit nummer beslaat uit VIER bladen,
Toen Dr. Kuyper destijds in de Twee
de Kamer de regeering heenwees naar
een „Wetboek van den Arbeid", stak de
regeering daarmede, naar zjjn eigen ge
tuigenis, den draak, de Kamer haalde
de schouders op en de pers floot het
denkbeeld uit. (O. P. 293.)
Het heeft er den schijn van, dat
Iemand, die een ernstig pleidooi waagt,
voor het denkbeeld van den corporatie
ven staat, in onze dagen, evenmin ge-
reeden ingang zal aantreffen voor dit
denkbeeld.
Dr. Kuyper kon wijzen op het buiten
land, dat ten aanzien van zijn gedachte
op den heerschenden geest in ons land
vooruit was en de practijk bevestigde
de juistheid van zijn standpunt.
Ook in verband met de idee van den
corporatieven staat zou men thans naar
Jiet buitenland kunnen wijzen. Mussolini
toch wil daarheen, hoewel hij geenszins
uit anti-revolutionair principe leeft.
Daarom kan hij ons slechts dienen om
aan te toonen, dat ook zijn critiek op
het huidige stelsel tot de corporatieve
Staatsidee voerde, al heeft die veel eer
een syndicalistisch karakter.
Bovendien staat de critiek van het
fascisme zoozeer in het teeken van be
strijding van het parlementaire stelsel,
dat wij daartegen waarschuwen. Een
toepassing van hét parlementaire stel
sel, die kwade vruchten voor de saam-
leving brengt, staan ook wij met alle
kracht tegen, doch dan gaat onze strijd
tegen een toepassing en niet tegen het
beginsel.
Het stelsel van Evenredige Vertegen-
"woordiging, dat wij thans kennen, laat
reeds de wrange vruchten zien, welke
daaruit voortkomen na een betrekkelijk
zeer korten tijd van toepassing. Letten
wy slechts op de veelheid van politieke
partijen en partijtjes, welke de verkie-
zingskaart vertoont. Onder begunsti
ging van het huidig kiesstelsel is het
mogelijk om op grond van belangen, die
men wil verdedigen, een partijtje te ver
gaderen en een vertegen woo rd i ger in
het parlement te brengen, waardoor het
hybridisch karakter van de Kamer
wordt verhoogd. Ook de dooreenmenge-
ling van sociale belangen en politieke
zaken wordt daardoor bevorderd, afge
zien nog van de principieeje tegenstel
lingen en beschouwingen omtrent de so
ciale en politieke aangelegenheden,
waardoor wederom een verschillend
licht op de kwestiën valt en onderschei
dene strevingen elkander ontmoeten.
Desniettemin verwerpen wij het par
lementaire stelsel niet, zooals wij reeds
vroeger hebben betoogd. Met te meer
aandrang echter dient er op gewezen,
dat het systema, hetwelk onder den in
vloed van revolutionaire beginselen in
het eind zelfs de vrijheden bedreigt, die
het parlementaire stelsel beoogt te be-
ichermen, vraagt om herziening.
De richting is door Dr. Kuyper aan
gewezen en de grondgedachte werd
door de anti-revolutionairen niet prijs
gegeven, terwijl haar juistheid door de
ontwikkeling der dingen wordt beves
tigd. Allerminst kan men die grondge
dachte met bedenkelijke spotlust be
lachelijk trachten te maken en aan
spraak willen doen gelden op den naam
van ernstig staatsman.-
De sociale kwestie is er en eischt aan
dacht en zorg van de overheid. De so
ciale kwestie toch komt op ui.t de ver
scheidenheid van talent en vermogen en
de daaruit volgende ongelijkheid in
staat en positie. Daar is een sterke en
een zwakke en liet men een iegelijk
eigen recht zoeken naar zijn goeddun
ken, het recht van den sterkste zou heer-
schen en hetgeen zwak is verdrukt wor
den. Wat kon men onder de heerschap
pij der zonde anders verwachten?
En nu ligt hierin reeds aanwijzing
van de overheidstaak. Zij voert het
zwaard om der zonde wil. Zij heeft den
sterke te beletten te onderdrukken en
den zwakke te hulp te komen en hem
recht te verschaffen. Met nadruk be
tuigt Dr. Kuyper dan ook, dat de Over
heid heeft te beschermen en niet te re
gelen. De Overheid heeft recht te ver-
leenen en heeft niet tot taak om de
maatschappij in eigendunkelijken vorm
te gieten; recht naar den maatstaf des
rechts en dus gemeten aan de ordinan
tiën Gods.
In iedere wet ligt nochtans een regu-
leerende strekking, ook als zij bescher
ming bedoelt, waardoor mogelijk schee-
ve verhoudingen ontstaan. Wie voor
beelden wenscht, zie wat Dr. Kuyper
èchreef in O. P. 4 290/ waaruit duidelijk
blijkt, dat de wetten, waarop hij doelde
destijds zeer eenzijdige bescherming bo
den van een klasse of stand, maar juist
daarom den evenaar des rechts deden
hellen tot ongerechtigheid.
Het zal daarom de groote zorg van de
Overheid behooren te zijn, dat zij alzoo
beschermt, dat zij inderdaad het recht
bewaart aan alle zijden en op die wijze
het evenwicht tracht te handhaven.
Evenmin mag alleen voor den „minde
ren man" worden gezorgd als eenzijdige
zorg voor den meer gegoede en vermo
gende mag worden toegestaan.
De weg, dien men volgde, door ieder
te doen meespreken in de vertegenwoor
diging, scheen aan de langzame en duur
zame normaliseering van wat bij een
vroeger stelsel werd omgebogen en uit
het evenwicht geraakte wel bevorder
lijk.
Mede in verband met den plicht der
Overheid om zich dan te laten gelden,
indien verdrukking en ongelijk worden
aangetroffen, opdat zij met haar be
scherming tusschen kome, is het goed,
dat hij die meent onrecht te lijden zijn
stem kan doen hooren in de raadszaal.
Toch zij men op zijn hoede, indien
men dit beginsel toepast door een alge
meen stemrecht, zooals wij dit kennen.
Daarin is op zichzelf allerminst een
waarborg gegeven, dat het politieke
evenwicht zal worden nagestreefd en
bewaard, dat noodig is voor een gezond
maatschappelijk levem De scherpe te
genstellingen der klassen tot een klas
senstrijd aangevuurd, zetten zich in den
parlementairen strijd voort op een wijze
die in het einde gevaar loopt in een
klassendictatuur over te slaan, die in
burgeroorlog en revolutionaire woelin
gen uitloopt. De hoogere standen mogen
zoomin aan de overheersching van de
lagere klasse worden overgeleverd als
omgekeerd.
Om deze redenen bepleitte Dr. Kuy
per een inrichting, die leiden kan tot
corporatieve Staten, welke hij vergelijkt
met het gildestelsel 292) en daarne
vens een politieke indeeling op den voet
van het Huismans kiesrecht.
Nu ware een corporatieve vertegen
woordiging hoogst eenvoudig, indien in
de corporaties en bedrijven, waar rijk en
arm elkander ontmoeten, heer en knecht
saamwerken, de innerlijke verhoudingen
in evenwicht werden gehouden en dus
de innerlijke belangen accordeerden.
Dan zou men toch met een stemrecht
dier corporaties kunnen volstaan, wijl
zij voor de bezorging der innerlijke be
langen gewaarborgd, ook naar buiten
in de vertegenwoordiging der corporatie
aan de handhaving en bestelling van het
recht konden medearbeiden.
Zulk een toestand zou echter juist
daarom zoo eenvoudig zijn, wijl een hoog
niveau van zedelijk bewustzijn de dra
gende kracht voor de corporatie zou
vormen, die over het recht waakte en
het evenwicht in stand hield.
Helaas, zal dit in het algemeen niet
kunnen worden gezegd, zoozeer liepen
de belangen uiteen van heer en knecht,
zoozeer kwamen de verhoudingen in hef
teeken van strijd te staan, dat ook dooi
de bedrijfslichamen een dwarse door
snede werd getrokken, zoodat daarmede
rekening moet worden gehouden. En,
wil men naar de corporatieve inrich
ting, dan moet zulk een orde worden ge
vonden, die het evenwicht in de corpo
raties bewaart, dit, zoo het verbroken
werd, geleidelijk herstelt, om voorts ook
het onderling evenwicht tusschen den
invloed en de belangen der corporaties
recht te houden.
OFFICIEELE BERICHTEN.
AUDIËNTIE.
De gewone audiëntie van den Minister van
Onderwijs zal Maandag 8 Juli 'e. k. niet
plaats hebben.
DE ZIEKTEWET.
THANS AFGEKONDIGD.
Verschenen is het Staatsblad No. 374 tot
afkondiging van de nieuwe Ziektewet.
Uit Oost-lndie.
Het V. V. C. V. opgericht.
Naar „De Banier", Chr. Weekblad voor
Ned. Indië meedeelt, is op 26 April te Wel
tevreden opgericht het „Verbond van Chris
telijke Vakorganisaties in Nederlandsch
Oost-Indië'. De Bijbel wordt als Gods
Woord en als richtsnoer van den arbeid
van dat verbond erkend en zijn doel is be
hartiging van de geestelijke cn stoffelijke
belangen van de leden en het bevorderen
van de organisatie van afzonderlijke vak
groepen;
DE KAMERVERKIEZING.
PERSSTEMMEN OVER DEN UITSLAG
Komt er een rechtsch kabinet?
De nuchtere rekenaar, die alleen maar
nota's maakt en geen waarde hecht aai
politieke actie en de belangstelling voor het
Staatkundig leven, zou zeggen, als hij
constateert, dat alles ongeveer bij het oude
is gebleven is: moest daarvoor nu zooveel
drukte worden gemaakt?
Mogelijk willen dezulken wel eens over
wegen, om een anti-verkiezingspropaganda
organisatie te stichten. Want het zou
eens aardig zijn om het resultaat te zien
van een verkiezing, welke alleen voorbereid
was door het officiccle stembiljet.
Intusschen, er wordt nog belangstelling
gewekt vóór de stembus spreekt en er is
ook via de verkiezing belangstelling voo
uitslag.
Wat zegt de Ders?
SLECHTS EEN KLEINE RIMPELING.
„Meer dan lichte rimpeling in den vijver
wist de politieke storm ten slotte toch niet
te wekken"; dat is de slotsom, waartoe de
Standaard in een korte nabetrachting
komt. Maar de anti-rev. parlij komt er niet
zonder kleerscheuren af.
„Eén zetel zullen we missen, als straks
de nieuwe Kamer bijeenkomt,
Wat van ons afging, verhuisde meest
naar de Staatkundig-Gereformeerden, hoe-
Wel we ook aan de Christelijk-Historischen
hier en daar verlies te boeken hadden.
Het anti-papisme en kerkelijke gevoelig
heden hebben hun diensten weer gedaan."
Gelukkig, er is hard gewerkt cn aan geest
drift ontbrak het niet. De stroom van leu
gens zal ten slotte, zij het over enkele jaren,
achterhaald worden,
„Opmerkelijk in do uitkomst van de
stembus is ten slotte ook dit, dat noch de
leuze van Staatspensioen, noch die van
Ontwapening dien vat op het kiezersvolk
bleken te hebben als men ervan verwacht
had. Noch de S. D. A. P., noch de Vrr
Democraten kwamen boven hun tegen
woordig zeteltal uit.
GROOTE DANKBAARHEID.
Met groote dankbaarheid is de Neder
lander vervuld; dankbaar voor drieërlei
zegen:
„De partijen, die, bij verschillend begin
sel, loyaal staan in eerbied voor onze
grondwettelijke instellingen en in trouw
aan het Koninklijk huis, bleven overwel
digend in de meerderheid. De partijen, van
welke deze loyaliteit moet worden betwij
feld, haalden tezamen nog geen 28 van
de stemmen.
Daarnevens stemt het dankbaar, dat de
groepen, die niet aarzelen in de erkenning
van den Hoogen God, als bron van alle
gezag, te zamen genomen, vooruitgingen.
Ten slotte zijn wij verheugd over den
vooruitgang in de kennis en het bewaren
van de eenheid bij onze C.hristelijk-Histo-
rische Unie, van welke wij overtuigd zijn,
dat zij voor ons volk nog zoo heel veel zijn
kan, mits zij in waarheid blijve een Chris
telijke Volkspartij in den vollen zin des
woords."
Eindelijk heeft de Nederlander nog
een reden om dankbaar te zijn;
„Wij zijn ook dankbaar in de eerste
plaats voor Mr. J. A. de Visser zelf dat
het avontuur van „Rotterdams-belang" en
van „versch bloed in de Tweede Kamer"
tot niets leidde. Eenheid en trouwe samen
werking blijven onze kracht; al wat
zweemt naar belangen-politiek of persoon
lijke politiek kan siechts verzwakken."
ALS EEN ROTS IN DE BRANDING
Onder dit motto schreef de (r.k.) Maas
bode de "eerste indruk:
„Als een rots in de branding van het
moderne leven zoo staat onze R. K.
Staatspartij onwrikbaar-hecht in den an
ders zoo on vasten bodem van deze lage
landen bij de zee.
En aan den innigen dank aan God, die
Zijn onmisbaren, met aandrang afgesmeek-
ten zogen schonk, paart zich de dank aan
al die onbaatzuchtige werkers, die dezen
schitterenden uitslag als loon van stagen
arbeid mogen begroeten.
Tot heel bijzondere voldoening geeft zon
der eenigen twijfel aanleiding bet zegevie
rend afslaan, over de heele linie, van den
rooden aanval op ons zwarte Zuiden."
In een volgend artikel wordt dit herhaald
in deze woorden:
„Tegen den somberen achtergrond van
den aldoor hoogcr rijzonden rooden vloed,
straalt in des te glorieuzer contrast het
lichtend kruissymbool, in fiere getuigenis
voor de wereld van de onbezweken vaan-
del-trouw van Neerlands Katholieken!"
De verwachting der roodo speculanten is
bedrogen:
„Men dacht er niet aan, dat een nieuw
geslacht van Katholieken aan hel opko
men is, meer immuun tegen de socialisti
sche besmetting dan de vorige generatie
het zijn kon."
Voorts geeft de uitslag geen reden tot bi-
zondere nabetrachting:
„De anti-revolutionairen moesten op het
altaar hunner beginselvastheid opnieuw
een offer brengen aan de Kersten-partij,
diemet een derden man in de Kamer
terugkeert. De Vrijheidsbond zag een zetel
verloren gaan aan de dissidenten-groep,
welke op instigatie van den uitgebannen
middenstander Staalman in den heer Flo-
ris Vos een niet te verwaarloozen trek
kracht vond; al ligt het voor de hand, dat
deze afgevaardigde het de Liberale Partij
niet lastig zal maken."
„Thans zal ïL M. onze geëerbiedigde Ko
ningin Haar raadslieden bij zich ontbie
den, om te beraden, wat er te doen staat.
Wat wij zouden wenschen, is hetzelfde,
wat de overgroote meerderheid van ons
Katholiek kiezerscorps wenscht, dat men,
indien mogelijk, zal geraken tot een
rechts kabinet.
't Is hetzelfde wat ons partijbestuur
wenscht, dat verklaarde, dat zijn voorkeur
uitging naar een Kabinet, optredend met
'een program, gebaseerd op de programs
der rechterzijde. Daarheen wijzen beginsel,
traditie en historie onzer partij."
Men weet, dat dezelfde wensch bij ons
leeft.
Mits, zoo zeggen wij met de Maasbode:
„Mits onder één beding, dat wij vroeger
reeds stelden.
Dat het alleen kome tot een samengaan
van rechts onder scherp accoord, op scherp
geformuleerd program en allerzijds van
harte.
Dan achten wij zulk een samengaan in
het belang èn van onze geestelijke èn van
onze stoffelijke belangen.
En ook in het belang van een gezond par
lementair leven.
Mogen de christen-leiders van ons volk
daarvan in deze dagen diep zijn doordron
gen.
God schenke hun Zijn licht en Zijn kracht."
DE HOOFDSTRIJD.
Het (lib.) Vaderland begint met de
ware opmerking:
„De hoofdstrijd liep tusschen de sociaal
democraten en de Katholieken; de eersten
zouden thans aan de laatsten leeren, dat
de geloovige Katholiek zeer goed Neder
landsch sociaal-democraat kan zijn, maar
dat is faliekant uitgekomen; die twee
groote partijen staan nog altijd even
machtig tegenover elkander".
Neen, van een verschuiving van zwart
haar rood was geen sprake. De R.-K. gingen
in volstrekten en betrekkelijken zin méér
vooruit dan de S.D.A.P.; de R.-K. is de eerste
millioenpartij.
Daarentegen; en nu citeercn we het V a d
weer:
„Het is bekend, dat de S.D.A.P. op min
stens twee a drie zetels winst gerekend
had, en dan is na zoo geweldige en niets
ontziende campagne als de S.D.A.P. ge
voerd heeft behoud van wat ze had pover
resultaat, en hetzelfde geldt voor de V.-D.,
waar het niet te ontkennen valt dat de
leuze „nationale ontwapening" een uit
muntende verkiezingsleuze is. De huisbe
zoeker, propagandist van die leuze, tlie
aan een moeder begon met de vraag te
stellen, of zij haar zoontje wenschte te
zien doodschieten, was een voortreffelijk
menschcnkenncr, en wist dat bij de moe
der, zoodra haar moederlijk gevoel in het
geding komt, het verstand vacantie krijgt.
Voor de S.D.A.P. is het troost, dat naast
de Visser nu ook Wijnkoop in de Kamer
De schrijver troost zich, dat Floris Vos
eigenlijk A. Staalman vervangt en vervolgt:
„De kleine partijtjes hebben, zoo gevoe
lige nederlaag geleden, en het Nederland-
sche kiezersvolk heeft zich daartegen zoo
beslist uitgesproken, dat men mag ver
wachten dat de van der Myle's en de
Braam's, om ze maar onder die beide na
men samen te vatten, zich nog wel eens
zullen bedenken, voor ze wederom hun on-
frisch spelletje beginnen".
Het resultaat?
„De gewichtige vraag rijst nu: Geeft de
nijeuwe constellatie eenig perspectief in
zake het ministerie dat er komen zal? En
dat doet ze, want de Rechterzijde behield
tot ons leedwezen de meerderheid, waaruit
voortvloeit, dat er alles op gezet zal wor
den om te komen tot een parlem. Coa
litie-Kabinet, juister gezegd een parlemen
tair ministerie, steunende op de samen
werking van Rechts, nademaal men bij
velen uit de Rechterzijde zelve zeer groo
te bezwaren tegen het woord „coalitie"
ontmoet.
Welke signatuur?
„Het zal daarbij hoofdvraag zijn, onder
welke signatuur een dergelijk ministerie
zal optreden, onder de Christelijk-Histori-
sche of onder de Antirevolutionaire, dat
wil in dit geval zeggen: onder de Geer of
onder Col ij n".
Aan een Roomschen premier denkt het
V a d. niet en dus zal het, a 1 s de coalitie
slaagt, Colijn of de Geer moeten zijn, want
Dr. de Visser trok zich terug en
al zou Heemskerk in den moeilijken toe
stand waarin Rechts verkeert, de geknip
te man zijn, als hij jonger was, hij is dat
nu eenmaal niet, en in ons vaderland
vindt men, anders dan in Engeland, waar
Gladstone nog op 83-jarigen leeftijd een
ministerie vormde, den meer den zeventig
jarige voor formateur te oud.
Het is uiterst jammer, want als dat niet
het geval ware, zou men dien voorzichti-
gen staatsman krijgen, die nooit de prooi
van onverhoedschen aanval kan worden
om de eenvoudige reden, dat hij als het
ware een zesde zintuig heeft, die hem den
belager reeds op mijlen afstands doet
ruiken".
Waaruit blijkt, hoe gelukkig het is, dat
Mr. Heemskerk althans in de Kamer terug
keert. Een eventueel rechtsch Kabinet
kan steun bij hem vinden.
Dit opschrift is natuurlijk aan H e t V o 1 k
ontleend. Doch het blad der S. D. A. P. is
lichtelijk de kluts kwijt. Vandaar misreke
ning en overdrijving; en voorts in één en
hetzelfde nummer twee artikelen, welke in
geheel verschillende toonaard geschreven
zijn. Eerst:
„De uitslag van de Kamerverkiezingen
mag de Nederlandsche sociaaldemokratie
met diepe voldoening vervullen.
Op het oogenblik, dat wij deze regelen
schrijven, is nog niet het geheele resultaat
bekend, zoodat nog niet vast te stellen is,
in welken zeteluitslag zich de grootsche
stemmenuitslag uitdrukt.
Maar wel valt reeds te konstateeren, dat
de sociaaldemokratie onweerstaanbaar op
marcheert."
Dit wordt nog eenige malen herhaald;
maar voor „onbeperkt optimisme" was nog
geen plaats, zoolang de redactie niet wist,
hoe groot de zetelwinst was.
En toen het eindresultaat bekend was,
schreef het blad:
„Onze groote stemmenwinst heeft zich
dus ten slotte niet in zetelwinst omgezet.
Wij blijven op onze 24 zetels.
Toch komen wij met groote eere uit den
strijd en onze werkers hebben waarlijk
niet voor niets gewerkt. Van alle par
tijen hebben wij de grootste ver
meerdering van percentage aan kie
zers."
Doch ook die laatste troost heeft geen re
den van bestaan. Het zijn de roomsch-kath.
die zoowel in stemmental als procentsgewijze
de grootste winst behaalden.
Dat Het Volk deze fout maakte, is ech
ter heel goed te verklaren. Het had op groote
winst gerekend, en ten slotte schoot er zelfs
niet één zetel over!
EEN ROOD-ROOMSCH KABINET?
Nadat de N. R o 11. C r t. uitvoerig gewezen
heeft op de geringe zetelverschuiving, ver
volgt het blad:
„Opmerkelijk is de uitslag ten opzichte
van de twee groote protestantsch-christe-
lijke partijen. Do anti-revolutionaire partij
is nog aan den verliczenden kant gebleven
en moet 1 zetel prijs geven. Het is meer
dan haar percentsgewijze verlies. De chris-
telijk-historische partij daarentegen schijnt
weer bij de kiezers beter in de gunst te
zijn geraakt dan in 1925, al kan zij om de
bovengenoemde reden, haar winst niet tot
een zetel reaiiseeren.
Aanmerkelijke winst in stemmental heb
ben de sociaal-democraten en de Roomsch-
Katholieken verworven, zij het dan ook
dat zij niet in zetelwinst aan den dag
treedt.
Deze partijen hebben met de Christelijk-
historischen in 1925 bij de toewijzing van
de overschotzotels geboft. Zij hebben toen
twee overschotzetels toegewezen gekregen,
en daardoor als het ware hun zetelwinst
van 1929 reeds te voren verdisconteerd. Zij
blijven nu ondanks hun winst aan stem
men op hun oude zetelgetal.
Deze twee partijen zullen in de nieuwe
Kamer te zamen een flinke meerderheid
tellen en het lijkt na deze verkiezing wel,
alsof het kabinet van de „uiterste nood
zaak" iels is, dat de kiezers toelacht. Wij
zullen deze conclusie niet trekken, maar
wie er voor voelt, kan in het resultaat der
verkiezing wel steun vinden!"
Naar onze meening heeft het Vad. beter
kijk gehad op het laatste onderwerp.
Het Rotterdamsche blad blijkt doodsbe
nauwd voor een rechtsch kabinet:
„De Christelijk-historische partij plukt
nu de vruchten van haar houding in het
najaar van 1925, toen zij tegenover de
Roomseh-Katholieken den voet dwars zet
te, en de coalitie liet springen.
Vorming van een coalitie-kabinet met
behulp van de Christelijk-historischen zou
vierkant ingaan tegen de lijn van deze
verkiezing."
NED. CHR. BLINDENBOND.
BONDSDAG TE 'S-GRAVENHAGE
De Nederl. Christ. Blindenbond heeft te
's-Gravenhage zijn bondsdag gehouden, on
der voorzitterschap van den heer Th. Aris,
die herinnerde aan het 5-jarig bestaan van
den bond. Hij hoopte dat deze bijeenkomst
Den Haag zou leiden tot oprichting van
een afdeeling aldaar.
De secretaresse las het jaarverslag voor,
dat onder applaus werd goedgekeurd. Het
maakt dankbaar melding van de verschij
ning van het orgaan De Rlindengids. Op het
oogenblik telt de bond 110 leden.
Gepoogd is, financieele hulp te krijgen
van verschillende kerkeraden. Het resultaat
dat van de 300 aangeschreven kerken
1 percent antwoord gaf. De pogingen zullen
herhaald worden.
Onder applaus werd besloten, een telegram
in hulde te zenden aan de Koningin.
Tot penningmeesteresse werd gekozen
mej. Pol, uit Amsterdam, in de plaats van
mej. Schoonhoven, die wegens hoogen leef
tijd bedankt had Het bestuur braclit dank
aan het aftredende bestuurslid voor de vele
zorgen die zij aan den Bond besteed heeft.
Voorts werden de aftredende bestuursle
den herkozen en heeft de heer P. Goedcn-
dorp, hoofd der Fnbiusschool (Mulo) te
Rotterdam, gesproken over het onderwerp:
„Leerplicht voor blinden?"
Spr. zette uiteen de verschillende levens
kringen van het leven, van welke het gezin
er één en no. één is. In alle levenskringen
heeft door de zonde een zekere verwording
plaats. De Staat kan daarin regelend optre
den en inzonderheid daar, waar de ver
schillende kringen in elkaar grijpen, want
daar kan het wringen.
Zoo kan de Staat hier ook inzake leer
plicht regelen. Want het kind behoort tot
het gezin en is een toekomstig staatsburger.
STEMBUSKRONIEK.
ZIJNDE DE OFFICIEUZE AAN-
TEEKENINGEN VAN EEN STEMBUREAU,
VOORZITTER.
De stemming is een mooie zaak; zij geeft
de kiezers veel vermaak; zoo zou ik wil
len zingen, als ik op de stemmingsdag niet
zooveel ontevreden gezichten had gezien.
'k Heb steeds mijn best gedaan, om de
menschen moed in te spreken of met een
vriendelijk woord tot hun plicht te brengen;
maaraltijd lukte het niet.
Ziehier slechts eenige oorzaken van onte
vredenheid:
a. 'k Heb eergisteren mijn vrouw te Gror
ningen nog getelegrafeerd om mijn stembil
jet te zenden, en nu mag ik hier toch niet
stemmen?
Neen, dat had u vóór 19 Juni moeten
vragen.
b. In mijn kantoor is een stembureau ge
vestigd en nu moet ik hier, op een uur af
stand, komen stemmen!
Ja, u bent zeker na 1 Januari verhuisd.
c. Een zeer deftige dame: Meneer, ik stena
op Lijst 31; maak u dat even voor mij in
orde?
Mevrouw, hier is een stembiljet, maak
daarop het witte hokje voor de man of de
vrouw van uw kefize, rood!
(Na eenige oogenblikken.)
Meneer, ik heb nooit gestemd en snap er
niets van; doe u het nu even voor mij.
Mevrouw, u is niet lichamelijk hulpbehoe
vend; dus moet u het zelf doen.
(Weer eenige oogenblikken later, onder
toenemende hilariteit der aanwezigen; en
met veel luidruchtigheid.)
Ik snap er niks van; hier is het biljet
terug.
Mevrouw, als u gereed is ,werp het dan
s.v.p. in de bus.
(Het is er ten slotte ingekomen.)
d. Weer een zeer deftige dame en weer
dezelfde mededeeling:
Meneer, ik stem op Lijst 31.
Heel goed, mevrouw. Hier is een stembil»
jet. Vul u maar in.
(In de bus werd een biljet gevonden: alle
liberale hokjes roodgeverfd.)
e. Weer een zeer deftige dame en weer
dezelfde mededeeling: Meneer, ik wil Lijst
31 stemmen.
Astublieft, mevrouw; daar is een stem»
hokje.
(Na eenige oogenblikken)
Meneer, ik kan de naam niet vinden.
Welke naam, mevrouw?
Viruly.
Dat is heusch Lijst 31; rechts onderaan.
(In de bus werd een stembiljet gevonden,
waarop zoowel de lijstaanvoerder als de
liberale voorkeurman waren rood gemaakt.)
f. Meneer, ik heb geen biljet ontvangen.
We zullen 't even nazienNeen, u staat
niet op de kiezerslijst U moogt- dus.- niet
stemmen.
Daar neem ik geen genoegen mee! Hoe
komt dat? Ik wensch te stemmen. Ik ben
er expres voor overgekomen.
Dat ligt niet aan ons, U zult voortaan de
kiezerslijst moeten nazien en u kunt op "t
stadhuis protesteeren; hier niet!
(Na nog eenige polemiek trekt de niet»
kiezer eindelijk protesteerend af).
q. Tallooze kiezers beklagen zich en
terecht dat in de straatnamen zoovela
abuizen voorkomen; daardoor moeten ze
ver van huis stemmen; er zijn gevallen bij,
welke een vorige keer al aangeteekend zijn.
h. Nog steeds zijn er heel wat kiezers,
die niet kunnen stemmen. Op ruim 1000
biljetten, waren er 80 van onwaarde: de
naam doorgestreept; een kruisje er boven;
een stip er achter; meer dan één hokje rood:
enz. enz.
i. Anti-stemdwangmenschen gaan stil huil
gang en werpen het blanco biljet zonder op
hef in de bus. Enkelen van ben kijken mij
triumfantelijk aan, gaan zelfs niet naar het
stemhokje en roepen luide: Het gaat zóó in
de bus; de poppenkast is mij geen cent
waard.
Eén heeft met 't roode potlood op het
biljet geschreven: „Stik met je stemdwang
en verdwijn."
Een calligraaf was hij niet.
j. Twee hulpbehoevende vrouwtjes vra
gen een Chr.-hist. lid van het stembureau
(een kennis van haar) om bijstand. Deze
verleent de hulp gaarne en hoort dan luide
zeggen: Ik moet Lingbeek hebben, hoor.
Een andere vrouw, die naar baar zeggen,
op Keisten gestemd heeft, roept met de
band op de stembus uit: alle menschen zijn
leugenachtig; maar God is waarachtig.
k. Vroeger kwamen er dikwijls vrouwen
vragen of ze niet voor hun afwezige mannen
konden stemmen.
Thans werden er circa honderd biljetten
van afwezigen ingeleverd, voor wie per voU
macht gestemd had kunnen worden. Er was
slechts cén vrouw, die nu voor haar man
stemde. Zij bracht twee stemmen uit en het
stembureau heeft haar gehuldigd.
(Zonder bloemen, want de bloemenkoop-
man die geen venter wil heeten en
anders zijn geheel rood gemaakt stembiljet
aan het bureau toont, was juist vertrokken.)
I. Deze kiezer bleef extra lang in 't stem
hokje.
Blijkbaar niet zonder reden.
Want uit de bus kwam een stembiljet, dat
bijna volgeplakt was met sluitzcgels, waar
op anti-militaristische propaganda gemaakt
word. Een dag later vroeg bij mij nog, of we
zijn biljet wel gevonden hadden.
Ik vermeld dit maar even, want anders
heeft de ijveraar heelemaal geen wil van zijn
werk En juist zulke biljetten houden bij 't
vermoeiende telwerk den moed er wat in.
't Was een zware dag!
Bij ontaarding van het gezin is het nu mo
gelijk, dat het kind aan zijn lot wordt over
gelaten. Staatsingrijpen is dan niet altijd
veroordeelen.
De tegenwoordige leerplicht grijpt echter
ook de goeden aan. Van Christelijke zijde
dient liet protest daartegen onverzwakt te
blijven.
Bij de blinden staat de zaak echter ge
heel anders. Hun levenskring is veel meer
beperkt en voor bon moet dan ook veel
meer moeite gedaan worden om ben voor
hun levenstaak te bekwamen. De school
heeft ook mede te brengen de opvoeding
tol staatsburger. Wanneer de ouders niet
oldoende voor hun blinde kind zorgen en
an ontaarding gesproken kan worden, dan,
naar dan ook alléén dient staatsingrijpen
mogelijk te zijn.
Tot deze verwaarloosde blinden wenschte
Spr. de leerplicht te beperken. Het gaat bij
Spr. niet om beknotting van de vrijheid,
maar om ontaarding door de zonde, welke
door do overheid gekeerd moet worden.