DERDE BLAD.
ZATERDAG 6 JULI 1929
BINNENLAND.
TEVREDENHEIDSBETUIGINGEN
VAN DEN MINISTER VAN JUSTITIE
Blijkens mededeeling in het Algemeen
Politieblad heeft de Minister van Justitie
zijn bijzondere tevredenheid betuigd aan 11.
H. A. Giesberts, agent van politie te Sit-
tard, tevens onbezoldigd Rijksveldwachter,
wegens zijn onverschrokken optreden bij
de aanhouding en opbrenging van een
vreemdeling in den nacht van 17 op 18
April 1929, bij welk optreden hij door dien
vreemdeling tweemaal inet een vuurwapen
werd verwbnd.
Voorts heeft de Minister zijn bijzondere
tevredenheid betuigd aan P. Kemperman,
Rijksveldwachter-brigadier-titulair te Die
penveen, wegens zijn beleidvol optreden bij
gelegenheid van de pogingen tot biusschen
van een ernstigen boschbrand te Bathmen
op 6 Mei 1929.
POSTERIJEN.
VESTIGING EN OPHEFFING
Met ingang van 1 Augustus a.s. wordt te
'Axel en te Oostburg weder een post-, tele
graaf- en telefoonkantoor gevestigd ter ver-
Vanging van het aldaar bij wijze van proef
gevestigde bijkantoor.
Het P. T. T.-kantoor te Zwijndrecht wordt
giet ingang van 16 Juli a.s. vervangen door
een bijkantoor met volledige dienstuitvoe
ring, hetwelk voor den postdienst zal res-
gorteeren onder het postkantoor te Dor
drecht en voor den telegraaf- en telefoon
dienst onder het telegraaf- en telefoonkan
toor aldaar.
De vervanging van de P. T. T.-kantoren
te Geertruidenberg en Goirle door een bij
kantoor met volledige dienstuitvoering is
jiader op 16 Juli a.s. bepaald.
LUCHTPOSTZEGELS.
De nieuwe luchtposfczegels, waarvan het
gereedkomen onlangs werd gemeld, zullen
met ingang van lo Juli a.s. op de postkan
toren voor het publiek verkrijgbaar worden
gesteld.
ONZE VLOOT.
DE OVERVAL TE WILLEMSTAD.
De Juli-aflevering van het orgaan van de
Kon. Ned. Vereeniging „Onze Vloot", is ge
heel gewijd aan de bekende gebeurtenissen
op Curasao. Daarover geven de heeren Dr.
C. J. K. van Aalst, H. Colijn, Mr. C. H.
Guépin, E. Heldring, M. C. Koning, gene
raal Snijders, oud-gouverneur Staal en luit-
gcneraal Swart hun meening te kennen.
Een interessante brief van Prof. Slees-
wijk over de verhoudingen op Curasao, ge
schreven onmiddellijk na den aanslag, vond
eveneens een plaats.
Het blad zelf komt tot de conclusie:
le. dat de maritieme weermacht van een
koloniaal Rijk als Nederland niet straffe
loos onbeperkt kan worden verminderd;
2e. dat de werving onverwijld zoodanig
moet worden opengesteld, dat het ten spoe
digste mogelijk is beide pantserschepen, nl.
de „Hertog Hendrik" en „Heemskerck", het
geheele jaar door in dienst te houden, waar
door er ten minste altijd een in de Caraibi-
pche wateren aanwezig zal kunnen zijn;
3e. dat het beheer der Marine in deskun
dige handen moet berusten, wat zeker zeg
gen wil, dat wanneer een niet-marine-des-
kundige hoofd van het departement is, de
adviseurs van dien bewindsman niet alleen
in elk opzicht buitengewoon bekwaam moe
ten zijn en elk onderdeel beheerschen, maar
ook het volle vertrouwen van het geheele
marinepersoneel moeten hebben.
Kunst en Letteren.
GEBRANDSCHILDERDE VENSTERS.
Voor de Engelsche kerk te Amsterdam.
Op een nader te bepalen dag in de derde
week van September zal in de Engelsche
kerk te Amsterdam, de plechtige onthulling
plaats vinden van een tweetal aan die kerk
geschonken gebrandschilderde vensters.
Het eene raam, voorstellende den Koning-
Stadhouder Willem III en diens gemalin
Koningin Maria, is door eenige Nederlan
ders aangeboden. Het andere raam is aan
geboden door twee Britsche regimenten,
de Northumberland Fusiliers en het Royal
Warnikshire Regiment, ter herinnering aan
de door hen in de zeventiende eeuw in de
Nederlanden gedanen dienst Dit raam be
staat uit een afbeelding van de wapens dier
regimenten.
Voor deze oiUhullingsplechtigheid wordt
van Engeische zijde veel belangstelling ge
toond; de genoemde Britsche regimenten
zullen zich daarbij door een aantal officie
ren doen vertegenwoordigen.
Het ligt in het voornemen van H. M. de
Koningin de onthulling te verrichten, dan
wel deze te doen verrichten door een lid
van het Koninklijk Huis.
DE POLITIEK VAN DE STRAAT
NEEM NOOIT DEEL AAN EEN
STRAATDEBAT!
ZOU DE EX-KEIZER NAAR
DUITSCHLAND TERUGKEEREN?
(Van onzen Duitschen correspondent).
Men gaat al meer en. meer dien F ranse hen
kant uit. Ook al wil men in bepaalde krin
gen van Frankrijk nog steeds niet weten,
ook al demonstreert men openlijk tegen een
vredesverdrag, dat in Frankrijk werd afge
sloten toch gaat men met den dag meer
over tot Franschc zeden en gewoonten. Men
leeft op straat, mem 'brengt op straat zijn
politieke overtuiging tot uiting, men de
monstreert en debatteert onder den vrijen
hemel. En als 't daarbij niet al to bar toe
gaat, kijkt de op verdraagzaamheid uitgaan
de schupo door de vingers.
Komt ge over dierti Potsdiaaner Plate of
langs de Linden of over den Alexander-
platz of langs den Kurfürstendam over
al worden u politieke dagbladen of tijd
schriften aangeboden) en vraagt ge om na
dere inlichtingen, dan zit ge midden in het
debat, aleer ge 't weet. De Berlijncr houdt
van debatteeren, steekt zijn opinie niet on
der stoelen of banken en natuurlijk is ieder
voor zich van de ju'is'heid zijner zienswijze
vast overtuigd.
Men gaat zich aam zulke betoogingen
weoimen, gelijk men zich in een wereldstad
aan de toeterende brandweer iwont. Het
ar.oet al heel bar gaan, wil mem zich in zijn
rust laten s'oren. Als niet-Duitscher rede
neert men in zulke gevallen ongeveer als
volgt: 'het gaat hier om een particuliere aan
gelegenheid, welke de Duitse hers onder el
kaar moeten uitvechten. Evenmin als men
zich in een huiselijke twist bij lawaai schop
pende buren mengt, bemoei ik me met het
meemngsverschiil tusschen een Duitscher
ivan links en een Duitscher van rechts. Laat
men zich tot meepraten overhalen, dan
loopt men gevaar voor „.deutschfeindl-ich"
gehoudem te wordien, want die van links
vinden je veel te rechts en die van rechts
houden je voor een overtuigden republikein-'
Daarom: houd je handen liever in je zak cn
steek je neus niet in dingen, waar je
nig of niets mee te maken hebt.
Tot deze bedachtzaamheid en voorzichtig
heid ben ik eerst in den loop ran meer dan
tien jaar gekomen. Aanvankelijk, toen alles
nog zoo onzeker was en iedereen het lievo
vaderland wilde redden, wilde je mo' raad
en met daad bijstaan, bezocht je avond aan
avond politieke vergaderingen., deed je me
aan 't debat, wees je op het vele, dat je ii
't eigen vaderland had meegemaakt. Maar
daar was men niet mee gediend. Duitsch-
land neemt volgens de Duitschers een. „Son-
derstellung" in, staat geheel op zichzelf, is
Iets gansch aparts, dus met andere landen,
rooral niet met rt „niedliche Holland" te
vergelijken,. Dc Franschman zou in zoo'n
geval glimlachend zeggen: A bon entendeur
demi mot suffit! F.en goed verstaander heef;
maar een half woord noodig.
Derhalve laat ik de Duitschers het liefst
onder elkaar politiseeren, demonslreeren.
bakkeleien. Want 't is met een volk als met
een mensch: elk hoeft zijn eigenaardighe
den en 't vechten schijnt den Duitscher nu
eenmaal in 't bloed te zitten.. Niet slechts in
't noorden of oosten van Berlijn, waar de
communisten graag tekeer gaan, ook Unter
den Linden, marcheert het intellect, protes-
teeren de studiën,ten voor de universiteit eri
't Kultusministerie tegen bet feit, dat Hans
Delbrück niet zijn redevoering over Versail
les mag houden, een verbod, dat ook mij
onjuist wilde toeschijnen. Ik las deze rede
voering in de Deutsche Allgemeine Zeitunz
en vond ze voor een Duitsche toespraak
tactvol en correct. Toch moeten de studen
ten, die ook al weer graag vechten en op
hun eerste „Schmiss" kolossaal trotseh ple
gen te zijn de politie in dp engte hebben
gedreven, want onder Zörgiebel wordt er
niet geschoten, als 't niet. hard noodig is.
Beter liep de zaak af in 't stadion, waar ik
voor de zooveelste maal een demonstratie
an den Staalhelm meemaakte. Wellicht her-
nnert dc een of andere lezer zich nog, met
hoeveel waardeering ik menigmaal over
zulke pakkende bctoogingen heb geschreven.
Ook ditmaal, lettende op eenige Hohenzol-
lernprinsen, op oude, over de ganschc we
reld bekende politieke en militaire figuren,
op 60.000 Duitschers, jong en oud, Krieger-
ereine, Marinevereine, Landsmannschafts-
ereine, Vaterlandisehe Verbande, jeugdor
ganisaties en vooral: de staalhelmers onder
Seldte kwam ik onder den indruk van
zooveel eendracht in tegenstelling tot
de algemeene binnenlandsche verdeeldheid.
Maar luister ik naar de schoone woorden der
aanvoerders en let ik straks, als 't weer
nuchtere morgen is geworden op de daden
dezer demonstranten dan schud ik het
hoofd, vraag, wat al deze menschen in de
afgeloopen tien jaar hebben bereikt en be
twijfel al meer en meer, of men langs dezen
weg Duitschland weer tot glans en aanzien
zal brengen. Juist den laatsten tijd werd
mij de gelegenheid geboden, om in rijks-
weerkringen naar een zakelijk oordeel in
dezen te vragen. Natuurlijk waardeert men
daar de staalhelmers meer dan de interna
tionale communisten maar toch zou men
in geval van „Umsturz" onder initiatief van
rechts staande organisaties niet meedoen,
zelfs als dit geëischt wordt, ertegen ingaan.
Geeft dat niet ernstig te denken?
In den laten avond maakte ik het in iden
rijksdag mee, hoe de verlenging van de wet
tot bescherming der republiek met 263 tegen
166 stemmen werd verworpen. De nationaal-
socialisten en de communisten lachten en
jubelden om deze tactische vergissing en
riepen: Broeders, we zijn vrij!" Men zou hun
willen vragen, in hoeverre ze dat totdusver
niet waren? Natuurlijk weet een hunner
organen al mee te deelen, dat keizer Wil
helm II uit Nederland weggaat, zelfs, dat
men in Bad Homburg druk doende is, om
er een slot waar hij ook tijdens den oor
log veel toefde, voor hem en zijn gemalin
in te richten. Voorioopig geloof ik daar niet
veel van. Ook al zou den keizer thans terug
keer naar Duitschland open staan, ik heb
in Doorn herhaaldelijk gehoord, dat men den
keizer niet meer aan gewaagde emoties
wenscht bloot te stellen.
Als een wenk van republikeinsche zijde in
die richting beschouwde ik het feit, dat ik
dezer dagen bij een rondwandeling vast
stelde: in verschillende deelen van Berlijn
is men doende, om van offcieele gevels alles
weg te nemen, wat aan het keizerlijk be
wind herinnert. Ook zag ik, hoe men aan
Postamt O 27 in de Magazinstraat de kroon
der Hohenzollcrn verwijderde. Aan den gevel
van Postamt W 8 in de Jagerstraat werd de
republikeinsche adelaar aangebracht. De mo
narchisten zijn woedend en noemen dat „Kro-
nenstürmerei'T
Kerknieuws.
DE RECHTEN STUDEEREN.
Mr. in de Rechten
biedt zich aan als Repetitor voor cand.
examen. H. H. Predikanten bijzonder
voordeelige condities.
De redactie van „Voor Kerk en Leven"
weigerde te gelooven, dat er in de Amster
damsche gemeente herders en leeraars zijn,
die zich aan de studie voor Meester in de
Rechten geven. Werkkracht en tijd ontbre
ken daarvoor. Huisbezoek, catechisatie en
preekbeurten, en dan nog tijd om een paar
uren per dag rustig „Rechten" te studecrenT
't Kan niet. Het groot aantal predikanten,
die telkens rust moeten nemen, is daarvoor
het bewijs, zoo schrijft de redactie van
laatstgenoemd blad. Bovendien zijn er nog
vergaderingen, die men als predikant ver
plicht is bij te wonen, bijv. van Kerkeraad
enz. Deze vergaderingen worden reeds door
slechts enkele predikanten bezocht, vermoe
delijk om bovengenoemde redenen.
„Het is dan ook o.i. de plicht van den
Kerkeraad", zoo schrijft verder de redactie
van „Voor Kerk en Leven", te Amsterdam
deze kwestie te onderzoeken. Het gaat niet
aan, dat zij, die geroepen zijn leiding, te ge
ven aan de Gemeente, hun tijd op andere
wijze besteden. Dit is oneerlijk. Dat is para
siteeren op de Gemeente, cn, als men klaar
is met zijn studie, wellicht „tot een anderen
staat des levens" over te gaan. Wil men dat,
uitstekend! Maar niet ten koste en voor ie-
kening van de Amsterdamsche Hervormde
Gemeente. Deze heeft arbeiders noodig en
geen studenten".
Dit artikel heeft de tongen losgemaakt.
Gebleken is, dat twee dienstdoende predi
kanten bij de Ned. Herv. Gemeente te Am
sterdam, waaronder Dr. J. C. Kooy, inder
daad in de Rechten studeeren.
Ds. T. C. Koningsberger, die voorzitter van
de vereeniging „Voor Kerkelijk Leven" is
zegt nu. dat men hem niet het bovengenoem
de artikel in het orgaan „Voor Kerk en Le
ven" aanrekenen mag. Het jverd niet door
hem, maar door den eindredacteur van dat
blad onderteekend.
De redactie van „Voor Kerk qjj Leven"
deelt nu mee, dat er „op dc vergadering van
het Ministerie van Amsterdamsche Her
vormde Predikanten heftig over gesproken
is. Dc thee werd er koud \an en dc discus
sie stond in liet teeken van een bezwaard
geweten. Deze zaak zit blijkbaar het minis
terie zeer hoog! Wij kunnen niet anders
dan dankbaar daarvoor zijn", zoo besluit dc
redactie. „Ook de Gemeente zit deze zaak
zeer hoog".
Ten slotte schrijft Ds. J. C. Koningsberger
nog het volgende over deze zaak in „Voor
Kerk en Leven": „De beide predikanten on
zer gemeente wier repute; ie schade dreigt
te lijden, hebben na hetgeen er in dit
blad geschreven is in een vollen kring
van collega's verklaard, dat zij voor God en
hun geweten verantwoord zijn als zij deze
studie in de Rechten ("(invatten, daar zij
sleclits eenige vrije uren daaraan besteden.
Zij verwachten van deze studie goede vruch-
voor hun predikantswerk in de grootc
stad, al ware 't wellicht beter geweest wan
de verklaring eerder gegeven was, en
geen onpewenschte geruchten in de wereld
ie brengen."
Ook is in „Voor Kerk en Leven": nog een
enkel woord van Dr. J. C. Kooy opgenomen,
dus een der betrokken predikanten die in
de Rechten studeert, waaraan het volgende
ontleend is: „Mijn belangstelling voor de
wetenschap van het Recht beeft zich beperkt
tot eeij enkel vrij uur per dag. Van een ja
gen naar ambtsverandering is geen sprake.
Mijn ambt heb ik lief van ganscher haiT-v
Prediking en praktisch werk hebben di
ri verzwakt van getuigd tot dezen dag, al
■eet ik ook mijn arbeid die van een mensch
met gebreken.
DE MOORD OP DEN HEER LANS.
Eenige 'deskundigen en autoriteiten hebben een onderzoek ingesteld naar de nieuwe
gegevens, welke bekend geworden waren sinds de laatste behandeling der moordzaak-
Lans voor de Rotterdamsche Rechtbank. Onze fotograaf nam bovenstaand plaatje.
Op dsn voorgrond rechts: mr. A. Huygen, rechter-commissaris; bij de auto v. L n .r.
dr. Hulst, dr. Hesselink, inspecteur Hermans en rechercheur Commijs.
ROMEINEN 9 22 „EN OF
In die twee woordjes, of liever het tweede
kleüie woordje of dat we in onze vertaling
ip. Rom. 9 22 vinden, ziet menig bijbellezer
moeilijkheid.
En of God, willende zijn toorn bewij
zen. en zy'n macht bekend maken, met
lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des
tnorr.s, tot het verderf toebereid dat
is velen een raadselachtige zin. waar ze
niet uit kunnen komen. Nu wyst het oorspron
kelijke natuurlijk wel uit, wat hier staat
Maar het wordt voor den gewonen bijbellezer
gemakkelijk verslaan indien men bedenkt
dat het woordje of in het oude Nederlander!)
van de 16e en 17e eeuw de beteekenis had
Een enkel voorbeeld moge hier daartoe bij
gebracht worden.
In de Acta van de Prov. en Paitic. Synode
door Reitsma en Van Veen, lezen we onder
De Handelingen van de Synode van Zuid-
Holland te 's-Gravenhage 1591 (zie deel II
bladzijde 418):
„Ende of het ge v i e 1 e dat Herman-
nus (Herbers B) cezen (bedoeld is de bree-
cere acte van suspensie die hem toegezonae."
zal worden) deze niet achtende, alsnoch
soiide persisteeren, en in zijn voornemen voort
gaan, so heeft de Synode belast hare gede
puteerde in dese sake''enz.
Men begrijpt dezen zin aanstonds als men
vel dat de bedoeling hier is dat aan de
gedeputeerden van de classis een bepaalde
opdracht gegeven wordt, in d i e n het ge-
beuit dat Hermannus de acte van schorsing
niet acht.
Fat staat in de acta van een Synode van
1591.
De Statenvertaling is van niet zoo langen
tijd daarna daar de Dordtsche Synode 1618 '19
daartoe de hand aan den ploeg sloeg.
Het is dus te verstaan, dat het woord ook
daar in dien zin gebruikt wordt.
Men leze dus Rom. 9 22 in deze betee
kenis: en indien God, willende zyn toom be-
wyzen, enz.
De beteekenis is: als God nu zoo doen wil
met de vaten des toorns. dat Hij ze draagt in
Zy'n lankmoedigheid, om Zyn macht te open
barenwat zoudt gij daartegen kunnen
zeggen 1
DIACONIE.
In het „Maandblad voor Kerkelijke Ar
menzorg" van de Federatie van Diaconifen
in de Ned. Herv. Kerk schrijft Dr. J. II.
Adriani enkele woorden naar aanleiding
van den gevierden herdenkingsdag, waar
hij 25 jaren in het Diaconale ambt gediend
beeft. Hij is bovenal dankbaar, dat men den
diaconalen arbeid in de Ned. Herv. Kerk an
ders beziet dan 25 jaar geleden Men heofl
leeren inzien, dat het niet langer geoorloofd
dit terrein aan verwaai loozing prijs te
en. Men heeft leeren hegrijpen, dat hei
oordeel, over de Christelijke Kerk geveld,
motie afhangt van de wijze, waarop zij haar
diaconale armenzorg uitoefent. „Er word;
dezen tijd oj> maatschappelijk terrein van
ze Kerk wederom ïpeer verwacht, clan Zo
jaar geleden. De Diaconie trekt weder de
aandacht, ook in buiten-kerkelijke kringen.
Van de Diaconale conferenties gaat een on
miskenbare kracht uit; hier is, zonder op
hef van leuzen, een eenheidsbeweging in on
ze Kerk aan het werk, die op dit practisch
terrein meerdere kansen heeft dan ergens
anders
Van Ds. A. Vrijlandt te Biervliet zijn er
„Indrukken van de Conferentie te Goes op
6 Juni". Alle moeilijkheden zijn niet uit
den weg geruimd, dc moeilijke taak werd te
meer beseft, maar toch werden onder alles
door vaste lijnen bespeurd en heldere licht
punten gezien. Begrepen werd dat diaconaal
wrerk persoonlijk is naar twee zijden „De
diaken zij een geheiligde persoonlijkheid,
die zijn taak verricht van mensch tot
mensch, opdat ook degenen, voor wie hij
zorgt, gevormd worden tot geheiligde per
soonlijkheden. Hiervoor is noodig leiding
des Heiligen Geestes.
Diaconaal werk is ook sociaal en weer
naar twee zijden. Het vat niet alleen den
enkeling in 't oog, maar tevens de groep, >./i
ziet de armoede als verschijnsel, waarvan
het de oorzaken wil verstaan. Hier ppent
zich een breed terrein van onderzoek. Dit
moet vooraf gaan ten einde oordeelkundig
te kunnen voorkomen en helpen. Macw du
alles dringt tot samenwerking. Tegenover
het massale vermag de enkeling weinig oi
niets.
Ds. Mr. C. J. Dartels schrijft over „De
Landarbgiderswet" en wijst erop, dat de
Diaconie, die als sociale instelling het Ker
kelijke leven \vil dienen, op deze wijze in
menig dorp een arbeidsterrein kan vinden.
De Diaconale Kroniek van den Federatie-
secretaris, den heer G. J. A. Ruys, bespreekt
verschillende actueele cn permanent aan de
oixle zijnde zaken. o.m. het voorstel inzake
de meerderjarigheid van den diaken. Be
langrijker evenwel zou dc schrijver het vin
den, als er een voorstel was, dat men voor
iedere Diaconie het aantal diakenen kon be
noemen .dat voor haar arbeid noodig is. Hi:
vreest echter, dat er nog wat "wafer door r!
zee zal moeten gaan, aleer de Kerk tot een
dergelijk belangrijk punt zich zal kunnen op
werken. Als het nog maar eens mocht ge
beuren, zoo besluit hij, dat in onze Kerke
lijke vergaderingen gevoeld wordt de nood
zakelijkheid van diaconale werkers en men
erkennen wilde, dat hot niet aangaat het
werk door een getal te laten beheerschen.
Wetenschap.
THROMBOSE EN KALI.
Radio Nieuws.
HUIZEN (336.3 M..
K.K.O.-ultz. 11.3012 Godsdienstig halfuurtje.
12.15—1.15 Concert door het K.R.O.-Trio. 1 15
—2 Gramofoonplatenorkest. 23.15 Klnder-
uurtje. 55.15 Gramofoonplatenconcert. 5.15t
Journalistiek weekoverzicht.
Eindhoven. 7.30—8 Lezing i
-7.30 Co«
ming
»che
de Staf
iekgeï
ïrandweerkoot
[omlsch duo. De
HILVERSUM l
2—2.30
Tak. 2.30—3 Muziek. 3.304.30
.45 Lezing door Dr. C. H. Slultei
H—12
1.) 10—10.15 Mot
6.01—7.4
VAR A-Concert. 10 Persber. Daarna voortzet»
ting van het Concert.. 10.45 Levensliedjes.
11.15 Gramophoon.
DAVENTRY (1554 M.) 10.35 Kerkdienst l.Zfl
2.20 Concert. 5.05 Orgel. 5.35 Kinderuurtje,
6.20 Muziek. 6.35 Nicinv^ber. 7.05 De Wireh-ss
Singers (Madrigalen). 7.20 Lezing. 7.35 Lezing,
7.50 Hoorspel. 8.05 Licht orkest 9.20 Nieuws»
ber. 9.50 Lezin^.. 9.55 Operette 11/35—12.20 Mu*
ziek.
PARIJS „Radio-Paris" (1744 M.) 12.50 Gramo»
mofoon. 4.05—5.05 Kinderuurtje Daarna mu»
ziek. 6.557.20 Gramofoon. 8.35 Concert
LANGENBERG (462 M.) 7.50—8.50 Orkest,
10.35—12.45 Gramofoon. 1.25—2.50 Orkest 5.55
6.60 Orkest. 8.20 Vrool(jke avond. Daarna tot
6.20—8.05 Lezl
stische film Orkest. Daarna Persber. en tot
12.50 muziek.
HAMBURG (392 M.) 5.206.20 Orkest 8.20
Offenbach-concert. 11.05—1.20 muziek.
BRUSSEL (511.9 M.) 5 20 Muziek. 6.50 Gra»
mophoon. 8.35 Orkest. 9.20 Symphonie.
Zondag, 7 Juli.
HUIZEN (336.3 M.. na 6 u. 1852 M.) 8.30—9.39
Morgenwijding (K.R.O.)
9.50 N.C.R.V. Kerkdienst in de Evang. Luth,
Kerk (Nieuwstadt) te Weesp.
6.50 N.C.R.V. Kerkdienst in de Oosterkerk t»
Utrecht.
7.30—8 K.R.O. Lezing over: Het boek. Job,
'3.10 KRO Praatje door den voorzitter der
het Apostolaat
KRO. 8.108.20 1)
des Gi
DAVENTRY. (1554 M.) Dankdi
PARIJS „Radio-Paris" (1744 M.) 12.20 RelU
rlcusc causerie.
LANGENBERG (173 M.) 9.25—10.20 Katho-
9.20 Morgenwijding.
IUIZFN' (S3C M. nr. 6 u. 1852 M) (Uitspit»
d N.C.R.V.) 11—11 10 Ziekendienst. 12.10—1.45
relconccrt 45 Ziekenuurtje. 56 30 Gram",
n. 6.30—7 Literaire lezing. 7—7.30 Declam .tio
Feestvergudering. 20-jarig bestaan van het
Vakverbond. Uit Tl vol I. Utrecht. SprP-
declai
atie.
Let
icaal kw
HILVERSUM (1071 M.) 10—10.15 Moi
ling. 12.15—2 Concert. 2—2 30 Lezing
Jroeneveïd over; Ver. Pers. Rükswater^t:
-4 Orkest. 5—6 Kinderuurtje. 6.01—7.:
t DE SCHOLEN
1 DEN niJBEIj
■adio-schoolultzf
•adlo
Inga
Donder
wUl i
J J.
Volgens de Geneeskundige Gids heeft
Prof. Franz Rost bij proeven op ratten ge-
vonden, dat toevoeding van kleine, op zich- Th.
onschadelijke hoeveelheden „kunstmest" bij'J; Auïders
volgende generaties ziekelijke verschijnse-Ip^ol^Dr"'
len verwekt of bevordert in den vorm van (Btibelsche'
thrombose en verhoogde vatbaarheid daar-1 man. Drs. I
voor. Speciaal salpeter (kalium-nitraat) j^0 v"„ dW
bleek een funeste werking te hebben. Bij'gén); s. Poi
het kroost van de ouders, die kunstmestjschiedenis).
kregen, ging thrombose in de kleine vaten I het Chr.W'o^
aan thrombose in de groote vaten vooraf, (innemen', zi
Als de kinderen van kunstmostdieren zelf K'0;oeBdi-
ook salpeter kregen, traden dc ziekelijke !j. u°i>Zjersc
verschijnselen bij volgende generaties tel- j tai-is ujic
kens vroeger op.
Daar kalirijke bemesting het kaligelialt
in de groenten sterk doet toenemen en het
ruim afkoken van groenten, waardoor de
meerderheid der minerale zouten verloren
gaat, uit de mode is, krijgen vele personen
veel meer kali binnen dan vroeger, waaruit
prof. Rost de eouclusie trekt, dat constitu-
tioneelc veranderingen van liet menschelijk
organisme onder invloed van den vermeer
derden kalirijkdom de voeding niet onmo-
Mr. Th. He«
392(1-1930 is
is kerk. Prof Dr. W.
schoor. Badhuiskade
gelijk is
In elk geval wekken de onderzoekingen
van Rost op om bij dc studie over ziekten
meer dan tevoren rekening te houden met
de vraag of „de mensch" tengevolge van uit
wendige factoren niet een andere constitu
tie krijgt met een vatbaarheid voor bepaal
de ziekten, die vroeger minder voorkwamem
INGEZONDEN MEDEDEELING.
FEUILLETON
Of: De kajuitsjongen van de Mauritius
Door J. M. DROOGENDIJIL
29
Even nog welde hem een bitter woord
maar de lippen, daar hij meende, dat alleen
het vooruitzicht op een beker wijn de man-
men deze woorden deed spieken.
Maar even spoedig verwierp hij dit denk
beeld. Neen, zóo was Janmaat niet Huiche
len voor een teug druivennat deed een Hul-
'landsche zeeman niet. Hij moest en wilde
er niets anders in zien dan een uiting van
aanhankelijkheid, de erkenning, dat hij in
zeemanschap niet te kort was geschoten.
Van Noort gevoelde, dat hij deze gelegen
heid niet ongebruikt voorbij moest laten
gaan. dat hij dit oogenblik moest benutten,
om den band tusschen hem en de schepelin
gen te versterken.
Zijn stoere trekken ontspanden zich, de
staalgrijze oogen verloren iets van hun
strengheid, toen hij vanaf de kompagnezijn
mannen toesprak
Mannen, zei hij, ik dank jullie voor
dien uitroep, die, ik voel het, uit het hart
•komt. Het is nu al ruim twee jaar, dat wij
alle lief en leed met elkander hebben ge
deeld, veel leed, maar toch ook wel wat
tvreugde. Vaak ben ik streng, onbarmhartig
fitreng moetett optreden, Meent niet, dat cue
dit steeds gemakkelijk viel. Denk niet: onze
admiraal heeft geen hart. God is mijn getui
ge, dat dit hart vaak bloedde, waar gij wel
licht gedacht hebt, dat ik wreed en zonder
menschelijk gevoel handelde. Dl( li een man
en zeker een admiraal, verraadt zijn gevoel
niet. Deze moet zich weten te beheerschen,
onder alle omstandigheden. Hoe zou ik mijn
taak naar behooren kunnen vervullen, wan
neer ik niet, zonder links of rechts te zien,
deed, wat ik vind, dat moet!
Gemakkelijk is onze reis tot heden niet
geweest Ge weel dat even goed als ik. Maar
dat ligt achter ons. Dat leed is geleden en
daar spreken mannen niet meer over, niet
waar? Die staren zich niet blind op het ver
leden, doch blikken naar de toekomst. Wat
die voor ons zal brengen, weten wij niet.
We weten niet of we ons vaderland, onze
vrouw en kinderen zullen terugzien. Want
mannen, van nu af aan wordpn de gevaren,
die wij te trotsecren hebben, verdubbeld
Straks hebben we niet meer alleen te strij
den tegen de natuurkrachten, maar evenzeer
tegen de ons vijandige menschen.
Weldra zullen we in de Indien zijn aan
gekomen en ge weet, dat de Spanjaarden en
de Portugeezen daar voor een groot deel
heer en meester zijn. Het kan niet anders of
we moeten slaags met hun raken. Ik zal niet
de laatste zijn in dien strijd, dat beloof ik
u. De vijanden van ons goede vaderland zul
len ondervinden, dat Van Noort meer kan
dan een vloot door straat Magelaen loodsen.
We zijn echter slechts weinigen meer in ge
tal en onze vijanden zullen zeer waarschijn
lijk overmachtig zijn,. Durft gij dien strijd
aan?
spekken!
En de handen sloegen zich aan den kort
jan, terwijl de oogen \an strijdlust fonkel
den.
Ik dank u, mannen, vervolgde Van
Noort. Wanneer wij maar eensgezind zijn
kunnen wij veel. Onder de leus: overwin
nen of sterven, voor de Republiek en Oran
je, zullen wij er ons doorheen slaan. En al
mag dan onze reis weinig of geen geldelijk
voordeel opleveren, dan kunnen wij er toch
fier op zijn, dat wij-de eerste Hollanders
zullen zijn, die den aardbodem zijn omge
zeild. Met trots trots zollcn onze kinderen
en kindskinderen er van spreken, dat hun
vader deze wereldreis meemaakte.
Gij hebt mij zooeven toegeroepen: Lang
leve onze adnliraal' Ik roep u toe- „Hoera
voor de kloeke, dappere mannen van deMa-
gelaensche vloot".
Dien dag werd er geen land meer ontdekt,
wat volgens den admiraal ook niet kon.
Hannes en Dirk waren echter niet te over
tuigen. Zij hadden zich een plaatsje in het
touwwerk gezocht, nog hooger dan het
kraaiennest, want beiden wilden gaarne de
eersten zijn, die zou kunnen roepen-
„Land in zicht!"
Het was lang geen ongevaarlijk plaatsje,
dat ze zich hadden gekozen. Er woei een
stijve bries en de jonge zeelui moesten zich
terdege va I 'jouden om niet naar beneden
te tuimelen. Nu hadden ze wel pit in hun
botten, maar een ongeluk ligt in een klein
hoekje, oordeelde Jaap met de roode ooren.
Deze gelastte dan ook dat zij de gevaar
lijke plaats moesten verlaten en in het
kraaiennect moesten gnan ziften, indien ze
uit alleE mondt Laat ze maar komen delblijve
Als je er uit tuimelt, ben je voor de
haaien, voorspelde hij ze.
De jongens zagen echter geen gevaar en
schreeuwden naar omlaag.
We zullen ons wel goed vasthouden en
bovendien kunnen we zwemmen als ratten.
Het kuiken wil wijzer zijn dan dc hen,
stuur, zei een matroos. De blagen donken
zeker, dat je in den Oceaan net. zoo gemak
kelijk zwemt als in dat scheerbekken, waar
uit ze den kaarsenmaker hebben opgehaald
'k Zou den ouwe maar waarschuwen, want
dat loopt niet goed af.
'k Heb den ouwe niet noodig, bromde
Jaap. Ik kan best mijn eigen boontjes dop
pen. Geef me dat eindje touw maar eens
aan, dan zal ik die jonge windbuilen eens
naar beneden ranselen.
Hé daar, riep hij naar bp ven, terwijl hij
dreigend met het touw zwaaide. Gauw naar
het kraaiennest, anders krijg je «r ieder tien
met dit endje.
De jongens keken elkaar eens aan met
een paar oogen, waarmee ze vroegen: zou
hij het meenen? En beider oogen antwoord
den elkaar: hij doet het vast. Laten wij
maar eieren voor ons geld kiezen en een
treedje lager dalen.
Zoo deden onze jonge waaghalzen dan
ook. Ze kropen in het veilige kraaiennest en
bleven daar naar liet Westen zitten turen
tot de oogen hun pijn deden en ze ten slotte
door de duisternis heeleniaal niets meer
konden zien. Toen oordeelden ze het toch
het verstandigst hun waarnemingspost te
verlaten en ter kooi te kruipen. Ze namen
zich echter stellig voor des morgens weer
vroegtijdig op hun post te zijn. Ze moesten
en ze zouden de eersten zijn, die dc Ladro-
nen ontdekten,
En ze werden, voor hun volhouden be
loond. Nog geen half uur later zaten ze op
hun post of Hannes riep plotseling:
Land, land in zicht!
Waar, waar, schreeuwde Dirk.. Ik zie
niets
Daar, daar, klonk het op een verheug
den toon gegeven antwoord van Hannes,
terwijl hij zijn arm schuin links voorwaarts
strekte.
Ik zie niets, bekende zijn makker. Je
vergist je zeker.
Doch Hannes was zoo zeker van zijn zaak
dat hij nogmaals luidkeels riep:
Land, land in zicht!
Jongen, houd toch op, waarschuwde
zijn vriend. Je weet, dat er ons tien met
het endje beloofd zijn, als we de mannen
voor den gek hielden.
Tien riep Hannes. Twintig, dertig, hon
derd wil ik er hebben, als dat daar ginds
geen land is.
Hoe Dirk zijn oogen ook inspande, hij be
speurde niets en hij twijfelde er dan ook
sterk aan of zijn vriend het wel bij het rech
te eind had.
Het geroeo van Hannes had natuurlijk al
le hens aan dek geroepen. In een oogwenk
zaten de meeste mannen in de touwen en
tuurden in de richting, die hun door den
kajuitsjongen gewezen werd. Ze moesten
evenwel allen bekennen, dat ze niets zagen.
Mopperend, dat ze zich door zoo'n aap van
een kaarsenmakersjong bij den neus had
den laten nemen, verwisselden zij bun hoo^e
standplaatsen weer voor dc planken en half
gekscherend, half in ernst, vroegen ze aan
Jaap met de roode ooren:
Welnu stuur, zal hij nu de tien hebben
die je hein beloofd hebt?
Wel wis en drie. Jaap heeft nooit in
zijn leven iemand te kort gedaan, maar al
tijd iemand gegeven, wat hem toekwam.
Maar eerst moet blijken, dat hij ons werke
lijk met een doode museh blij gemaakt heeft
Laat mij maar eens kijken, mannen,
klonk er op eens een slem. Ik zal je wel
zoo zeggen, of Hannes jullie boot heeft wil
len nemen.
Ha, de admiraal met dat wonderding,
riepen de matrozen. Nu ben je er gloeiend bij,
mannetje. Als dc admiraal daarmee geen
land ziet, dan zullen we je eens netjes naar
beneden halen en jc die bedriegersstreken
afloeren
Hannes zou echter niet naar beneden ge
haald worden, want al spoedig zei Van
Noort, tot de in spanning verkeerende ma
trozen
De jongen heeft gelijk mannen. Ik kan
lfet land duidelijk zien. Het is een laag, uit
gestrekt eiland; over twee of drie uren zul
len we er wel zijn, als dc wind zoo blijft.
De stuurman en enkele matrozen nichten
nu ook eens door den kijker zien
en ook zij konden het eiland thans duidelijk
waarnemen.
Hoera! klonk het, hoera voor llaunes,
Hannes met zijn wondcroogen.
HOOFDSTUK XIX
Bij de Dieveneilanden.
Beide vaartuigen waren nog een heel eind
van de eilandengroep verwijderd, toen er
reeds een zwerm kano's te voorschijn kwa
men, die alle in de richting der schepen
voeren. Ieder dezer kano's was met een en
kele inboorling bemand.
(Wordt vervolgdl