DERDE BLAD. ZATERDAG 6 JULI 1929 BINNENLAND. TEVREDENHEIDSBETUIGINGEN VAN DEN MINISTER VAN JUSTITIE Blijkens mededeeling in het Algemeen Politieblad heeft de Minister van Justitie zijn bijzondere tevredenheid betuigd aan 11. H. A. Giesberts, agent van politie te Sit- tard, tevens onbezoldigd Rijksveldwachter, wegens zijn onverschrokken optreden bij de aanhouding en opbrenging van een vreemdeling in den nacht van 17 op 18 April 1929, bij welk optreden hij door dien vreemdeling tweemaal inet een vuurwapen werd verwbnd. Voorts heeft de Minister zijn bijzondere tevredenheid betuigd aan P. Kemperman, Rijksveldwachter-brigadier-titulair te Die penveen, wegens zijn beleidvol optreden bij gelegenheid van de pogingen tot biusschen van een ernstigen boschbrand te Bathmen op 6 Mei 1929. POSTERIJEN. VESTIGING EN OPHEFFING Met ingang van 1 Augustus a.s. wordt te 'Axel en te Oostburg weder een post-, tele graaf- en telefoonkantoor gevestigd ter ver- Vanging van het aldaar bij wijze van proef gevestigde bijkantoor. Het P. T. T.-kantoor te Zwijndrecht wordt giet ingang van 16 Juli a.s. vervangen door een bijkantoor met volledige dienstuitvoe ring, hetwelk voor den postdienst zal res- gorteeren onder het postkantoor te Dor drecht en voor den telegraaf- en telefoon dienst onder het telegraaf- en telefoonkan toor aldaar. De vervanging van de P. T. T.-kantoren te Geertruidenberg en Goirle door een bij kantoor met volledige dienstuitvoering is jiader op 16 Juli a.s. bepaald. LUCHTPOSTZEGELS. De nieuwe luchtposfczegels, waarvan het gereedkomen onlangs werd gemeld, zullen met ingang van lo Juli a.s. op de postkan toren voor het publiek verkrijgbaar worden gesteld. ONZE VLOOT. DE OVERVAL TE WILLEMSTAD. De Juli-aflevering van het orgaan van de Kon. Ned. Vereeniging „Onze Vloot", is ge heel gewijd aan de bekende gebeurtenissen op Curasao. Daarover geven de heeren Dr. C. J. K. van Aalst, H. Colijn, Mr. C. H. Guépin, E. Heldring, M. C. Koning, gene raal Snijders, oud-gouverneur Staal en luit- gcneraal Swart hun meening te kennen. Een interessante brief van Prof. Slees- wijk over de verhoudingen op Curasao, ge schreven onmiddellijk na den aanslag, vond eveneens een plaats. Het blad zelf komt tot de conclusie: le. dat de maritieme weermacht van een koloniaal Rijk als Nederland niet straffe loos onbeperkt kan worden verminderd; 2e. dat de werving onverwijld zoodanig moet worden opengesteld, dat het ten spoe digste mogelijk is beide pantserschepen, nl. de „Hertog Hendrik" en „Heemskerck", het geheele jaar door in dienst te houden, waar door er ten minste altijd een in de Caraibi- pche wateren aanwezig zal kunnen zijn; 3e. dat het beheer der Marine in deskun dige handen moet berusten, wat zeker zeg gen wil, dat wanneer een niet-marine-des- kundige hoofd van het departement is, de adviseurs van dien bewindsman niet alleen in elk opzicht buitengewoon bekwaam moe ten zijn en elk onderdeel beheerschen, maar ook het volle vertrouwen van het geheele marinepersoneel moeten hebben. Kunst en Letteren. GEBRANDSCHILDERDE VENSTERS. Voor de Engelsche kerk te Amsterdam. Op een nader te bepalen dag in de derde week van September zal in de Engelsche kerk te Amsterdam, de plechtige onthulling plaats vinden van een tweetal aan die kerk geschonken gebrandschilderde vensters. Het eene raam, voorstellende den Koning- Stadhouder Willem III en diens gemalin Koningin Maria, is door eenige Nederlan ders aangeboden. Het andere raam is aan geboden door twee Britsche regimenten, de Northumberland Fusiliers en het Royal Warnikshire Regiment, ter herinnering aan de door hen in de zeventiende eeuw in de Nederlanden gedanen dienst Dit raam be staat uit een afbeelding van de wapens dier regimenten. Voor deze oiUhullingsplechtigheid wordt van Engeische zijde veel belangstelling ge toond; de genoemde Britsche regimenten zullen zich daarbij door een aantal officie ren doen vertegenwoordigen. Het ligt in het voornemen van H. M. de Koningin de onthulling te verrichten, dan wel deze te doen verrichten door een lid van het Koninklijk Huis. DE POLITIEK VAN DE STRAAT NEEM NOOIT DEEL AAN EEN STRAATDEBAT! ZOU DE EX-KEIZER NAAR DUITSCHLAND TERUGKEEREN? (Van onzen Duitschen correspondent). Men gaat al meer en. meer dien F ranse hen kant uit. Ook al wil men in bepaalde krin gen van Frankrijk nog steeds niet weten, ook al demonstreert men openlijk tegen een vredesverdrag, dat in Frankrijk werd afge sloten toch gaat men met den dag meer over tot Franschc zeden en gewoonten. Men leeft op straat, mem 'brengt op straat zijn politieke overtuiging tot uiting, men de monstreert en debatteert onder den vrijen hemel. En als 't daarbij niet al to bar toe gaat, kijkt de op verdraagzaamheid uitgaan de schupo door de vingers. Komt ge over dierti Potsdiaaner Plate of langs de Linden of over den Alexander- platz of langs den Kurfürstendam over al worden u politieke dagbladen of tijd schriften aangeboden) en vraagt ge om na dere inlichtingen, dan zit ge midden in het debat, aleer ge 't weet. De Berlijncr houdt van debatteeren, steekt zijn opinie niet on der stoelen of banken en natuurlijk is ieder voor zich van de ju'is'heid zijner zienswijze vast overtuigd. Men gaat zich aam zulke betoogingen weoimen, gelijk men zich in een wereldstad aan de toeterende brandweer iwont. Het ar.oet al heel bar gaan, wil mem zich in zijn rust laten s'oren. Als niet-Duitscher rede neert men in zulke gevallen ongeveer als volgt: 'het gaat hier om een particuliere aan gelegenheid, welke de Duitse hers onder el kaar moeten uitvechten. Evenmin als men zich in een huiselijke twist bij lawaai schop pende buren mengt, bemoei ik me met het meemngsverschiil tusschen een Duitscher ivan links en een Duitscher van rechts. Laat men zich tot meepraten overhalen, dan loopt men gevaar voor „.deutschfeindl-ich" gehoudem te wordien, want die van links vinden je veel te rechts en die van rechts houden je voor een overtuigden republikein-' Daarom: houd je handen liever in je zak cn steek je neus niet in dingen, waar je nig of niets mee te maken hebt. Tot deze bedachtzaamheid en voorzichtig heid ben ik eerst in den loop ran meer dan tien jaar gekomen. Aanvankelijk, toen alles nog zoo onzeker was en iedereen het lievo vaderland wilde redden, wilde je mo' raad en met daad bijstaan, bezocht je avond aan avond politieke vergaderingen., deed je me aan 't debat, wees je op het vele, dat je ii 't eigen vaderland had meegemaakt. Maar daar was men niet mee gediend. Duitsch- land neemt volgens de Duitschers een. „Son- derstellung" in, staat geheel op zichzelf, is Iets gansch aparts, dus met andere landen, rooral niet met rt „niedliche Holland" te vergelijken,. Dc Franschman zou in zoo'n geval glimlachend zeggen: A bon entendeur demi mot suffit! F.en goed verstaander heef; maar een half woord noodig. Derhalve laat ik de Duitschers het liefst onder elkaar politiseeren, demonslreeren. bakkeleien. Want 't is met een volk als met een mensch: elk hoeft zijn eigenaardighe den en 't vechten schijnt den Duitscher nu eenmaal in 't bloed te zitten.. Niet slechts in 't noorden of oosten van Berlijn, waar de communisten graag tekeer gaan, ook Unter den Linden, marcheert het intellect, protes- teeren de studiën,ten voor de universiteit eri 't Kultusministerie tegen bet feit, dat Hans Delbrück niet zijn redevoering over Versail les mag houden, een verbod, dat ook mij onjuist wilde toeschijnen. Ik las deze rede voering in de Deutsche Allgemeine Zeitunz en vond ze voor een Duitsche toespraak tactvol en correct. Toch moeten de studen ten, die ook al weer graag vechten en op hun eerste „Schmiss" kolossaal trotseh ple gen te zijn de politie in dp engte hebben gedreven, want onder Zörgiebel wordt er niet geschoten, als 't niet. hard noodig is. Beter liep de zaak af in 't stadion, waar ik voor de zooveelste maal een demonstratie an den Staalhelm meemaakte. Wellicht her- nnert dc een of andere lezer zich nog, met hoeveel waardeering ik menigmaal over zulke pakkende bctoogingen heb geschreven. Ook ditmaal, lettende op eenige Hohenzol- lernprinsen, op oude, over de ganschc we reld bekende politieke en militaire figuren, op 60.000 Duitschers, jong en oud, Krieger- ereine, Marinevereine, Landsmannschafts- ereine, Vaterlandisehe Verbande, jeugdor ganisaties en vooral: de staalhelmers onder Seldte kwam ik onder den indruk van zooveel eendracht in tegenstelling tot de algemeene binnenlandsche verdeeldheid. Maar luister ik naar de schoone woorden der aanvoerders en let ik straks, als 't weer nuchtere morgen is geworden op de daden dezer demonstranten dan schud ik het hoofd, vraag, wat al deze menschen in de afgeloopen tien jaar hebben bereikt en be twijfel al meer en meer, of men langs dezen weg Duitschland weer tot glans en aanzien zal brengen. Juist den laatsten tijd werd mij de gelegenheid geboden, om in rijks- weerkringen naar een zakelijk oordeel in dezen te vragen. Natuurlijk waardeert men daar de staalhelmers meer dan de interna tionale communisten maar toch zou men in geval van „Umsturz" onder initiatief van rechts staande organisaties niet meedoen, zelfs als dit geëischt wordt, ertegen ingaan. Geeft dat niet ernstig te denken? In den laten avond maakte ik het in iden rijksdag mee, hoe de verlenging van de wet tot bescherming der republiek met 263 tegen 166 stemmen werd verworpen. De nationaal- socialisten en de communisten lachten en jubelden om deze tactische vergissing en riepen: Broeders, we zijn vrij!" Men zou hun willen vragen, in hoeverre ze dat totdusver niet waren? Natuurlijk weet een hunner organen al mee te deelen, dat keizer Wil helm II uit Nederland weggaat, zelfs, dat men in Bad Homburg druk doende is, om er een slot waar hij ook tijdens den oor log veel toefde, voor hem en zijn gemalin in te richten. Voorioopig geloof ik daar niet veel van. Ook al zou den keizer thans terug keer naar Duitschland open staan, ik heb in Doorn herhaaldelijk gehoord, dat men den keizer niet meer aan gewaagde emoties wenscht bloot te stellen. Als een wenk van republikeinsche zijde in die richting beschouwde ik het feit, dat ik dezer dagen bij een rondwandeling vast stelde: in verschillende deelen van Berlijn is men doende, om van offcieele gevels alles weg te nemen, wat aan het keizerlijk be wind herinnert. Ook zag ik, hoe men aan Postamt O 27 in de Magazinstraat de kroon der Hohenzollcrn verwijderde. Aan den gevel van Postamt W 8 in de Jagerstraat werd de republikeinsche adelaar aangebracht. De mo narchisten zijn woedend en noemen dat „Kro- nenstürmerei'T Kerknieuws. DE RECHTEN STUDEEREN. Mr. in de Rechten biedt zich aan als Repetitor voor cand. examen. H. H. Predikanten bijzonder voordeelige condities. De redactie van „Voor Kerk en Leven" weigerde te gelooven, dat er in de Amster damsche gemeente herders en leeraars zijn, die zich aan de studie voor Meester in de Rechten geven. Werkkracht en tijd ontbre ken daarvoor. Huisbezoek, catechisatie en preekbeurten, en dan nog tijd om een paar uren per dag rustig „Rechten" te studecrenT 't Kan niet. Het groot aantal predikanten, die telkens rust moeten nemen, is daarvoor het bewijs, zoo schrijft de redactie van laatstgenoemd blad. Bovendien zijn er nog vergaderingen, die men als predikant ver plicht is bij te wonen, bijv. van Kerkeraad enz. Deze vergaderingen worden reeds door slechts enkele predikanten bezocht, vermoe delijk om bovengenoemde redenen. „Het is dan ook o.i. de plicht van den Kerkeraad", zoo schrijft verder de redactie van „Voor Kerk en Leven", te Amsterdam deze kwestie te onderzoeken. Het gaat niet aan, dat zij, die geroepen zijn leiding, te ge ven aan de Gemeente, hun tijd op andere wijze besteden. Dit is oneerlijk. Dat is para siteeren op de Gemeente, cn, als men klaar is met zijn studie, wellicht „tot een anderen staat des levens" over te gaan. Wil men dat, uitstekend! Maar niet ten koste en voor ie- kening van de Amsterdamsche Hervormde Gemeente. Deze heeft arbeiders noodig en geen studenten". Dit artikel heeft de tongen losgemaakt. Gebleken is, dat twee dienstdoende predi kanten bij de Ned. Herv. Gemeente te Am sterdam, waaronder Dr. J. C. Kooy, inder daad in de Rechten studeeren. Ds. T. C. Koningsberger, die voorzitter van de vereeniging „Voor Kerkelijk Leven" is zegt nu. dat men hem niet het bovengenoem de artikel in het orgaan „Voor Kerk en Le ven" aanrekenen mag. Het jverd niet door hem, maar door den eindredacteur van dat blad onderteekend. De redactie van „Voor Kerk qjj Leven" deelt nu mee, dat er „op dc vergadering van het Ministerie van Amsterdamsche Her vormde Predikanten heftig over gesproken is. Dc thee werd er koud \an en dc discus sie stond in liet teeken van een bezwaard geweten. Deze zaak zit blijkbaar het minis terie zeer hoog! Wij kunnen niet anders dan dankbaar daarvoor zijn", zoo besluit dc redactie. „Ook de Gemeente zit deze zaak zeer hoog". Ten slotte schrijft Ds. J. C. Koningsberger nog het volgende over deze zaak in „Voor Kerk en Leven": „De beide predikanten on zer gemeente wier repute; ie schade dreigt te lijden, hebben na hetgeen er in dit blad geschreven is in een vollen kring van collega's verklaard, dat zij voor God en hun geweten verantwoord zijn als zij deze studie in de Rechten ("(invatten, daar zij sleclits eenige vrije uren daaraan besteden. Zij verwachten van deze studie goede vruch- voor hun predikantswerk in de grootc stad, al ware 't wellicht beter geweest wan de verklaring eerder gegeven was, en geen onpewenschte geruchten in de wereld ie brengen." Ook is in „Voor Kerk en Leven": nog een enkel woord van Dr. J. C. Kooy opgenomen, dus een der betrokken predikanten die in de Rechten studeert, waaraan het volgende ontleend is: „Mijn belangstelling voor de wetenschap van het Recht beeft zich beperkt tot eeij enkel vrij uur per dag. Van een ja gen naar ambtsverandering is geen sprake. Mijn ambt heb ik lief van ganscher haiT-v Prediking en praktisch werk hebben di ri verzwakt van getuigd tot dezen dag, al ■eet ik ook mijn arbeid die van een mensch met gebreken. DE MOORD OP DEN HEER LANS. Eenige 'deskundigen en autoriteiten hebben een onderzoek ingesteld naar de nieuwe gegevens, welke bekend geworden waren sinds de laatste behandeling der moordzaak- Lans voor de Rotterdamsche Rechtbank. Onze fotograaf nam bovenstaand plaatje. Op dsn voorgrond rechts: mr. A. Huygen, rechter-commissaris; bij de auto v. L n .r. dr. Hulst, dr. Hesselink, inspecteur Hermans en rechercheur Commijs. ROMEINEN 9 22 „EN OF In die twee woordjes, of liever het tweede kleüie woordje of dat we in onze vertaling ip. Rom. 9 22 vinden, ziet menig bijbellezer moeilijkheid. En of God, willende zijn toorn bewij zen. en zy'n macht bekend maken, met lankmoedigheid verdragen heeft de vaten des tnorr.s, tot het verderf toebereid dat is velen een raadselachtige zin. waar ze niet uit kunnen komen. Nu wyst het oorspron kelijke natuurlijk wel uit, wat hier staat Maar het wordt voor den gewonen bijbellezer gemakkelijk verslaan indien men bedenkt dat het woordje of in het oude Nederlander!) van de 16e en 17e eeuw de beteekenis had Een enkel voorbeeld moge hier daartoe bij gebracht worden. In de Acta van de Prov. en Paitic. Synode door Reitsma en Van Veen, lezen we onder De Handelingen van de Synode van Zuid- Holland te 's-Gravenhage 1591 (zie deel II bladzijde 418): „Ende of het ge v i e 1 e dat Herman- nus (Herbers B) cezen (bedoeld is de bree- cere acte van suspensie die hem toegezonae." zal worden) deze niet achtende, alsnoch soiide persisteeren, en in zijn voornemen voort gaan, so heeft de Synode belast hare gede puteerde in dese sake''enz. Men begrijpt dezen zin aanstonds als men vel dat de bedoeling hier is dat aan de gedeputeerden van de classis een bepaalde opdracht gegeven wordt, in d i e n het ge- beuit dat Hermannus de acte van schorsing niet acht. Fat staat in de acta van een Synode van 1591. De Statenvertaling is van niet zoo langen tijd daarna daar de Dordtsche Synode 1618 '19 daartoe de hand aan den ploeg sloeg. Het is dus te verstaan, dat het woord ook daar in dien zin gebruikt wordt. Men leze dus Rom. 9 22 in deze betee kenis: en indien God, willende zyn toom be- wyzen, enz. De beteekenis is: als God nu zoo doen wil met de vaten des toorns. dat Hij ze draagt in Zy'n lankmoedigheid, om Zyn macht te open barenwat zoudt gij daartegen kunnen zeggen 1 DIACONIE. In het „Maandblad voor Kerkelijke Ar menzorg" van de Federatie van Diaconifen in de Ned. Herv. Kerk schrijft Dr. J. II. Adriani enkele woorden naar aanleiding van den gevierden herdenkingsdag, waar hij 25 jaren in het Diaconale ambt gediend beeft. Hij is bovenal dankbaar, dat men den diaconalen arbeid in de Ned. Herv. Kerk an ders beziet dan 25 jaar geleden Men heofl leeren inzien, dat het niet langer geoorloofd dit terrein aan verwaai loozing prijs te en. Men heeft leeren hegrijpen, dat hei oordeel, over de Christelijke Kerk geveld, motie afhangt van de wijze, waarop zij haar diaconale armenzorg uitoefent. „Er word; dezen tijd oj> maatschappelijk terrein van ze Kerk wederom ïpeer verwacht, clan Zo jaar geleden. De Diaconie trekt weder de aandacht, ook in buiten-kerkelijke kringen. Van de Diaconale conferenties gaat een on miskenbare kracht uit; hier is, zonder op hef van leuzen, een eenheidsbeweging in on ze Kerk aan het werk, die op dit practisch terrein meerdere kansen heeft dan ergens anders Van Ds. A. Vrijlandt te Biervliet zijn er „Indrukken van de Conferentie te Goes op 6 Juni". Alle moeilijkheden zijn niet uit den weg geruimd, dc moeilijke taak werd te meer beseft, maar toch werden onder alles door vaste lijnen bespeurd en heldere licht punten gezien. Begrepen werd dat diaconaal wrerk persoonlijk is naar twee zijden „De diaken zij een geheiligde persoonlijkheid, die zijn taak verricht van mensch tot mensch, opdat ook degenen, voor wie hij zorgt, gevormd worden tot geheiligde per soonlijkheden. Hiervoor is noodig leiding des Heiligen Geestes. Diaconaal werk is ook sociaal en weer naar twee zijden. Het vat niet alleen den enkeling in 't oog, maar tevens de groep, >./i ziet de armoede als verschijnsel, waarvan het de oorzaken wil verstaan. Hier ppent zich een breed terrein van onderzoek. Dit moet vooraf gaan ten einde oordeelkundig te kunnen voorkomen en helpen. Macw du alles dringt tot samenwerking. Tegenover het massale vermag de enkeling weinig oi niets. Ds. Mr. C. J. Dartels schrijft over „De Landarbgiderswet" en wijst erop, dat de Diaconie, die als sociale instelling het Ker kelijke leven \vil dienen, op deze wijze in menig dorp een arbeidsterrein kan vinden. De Diaconale Kroniek van den Federatie- secretaris, den heer G. J. A. Ruys, bespreekt verschillende actueele cn permanent aan de oixle zijnde zaken. o.m. het voorstel inzake de meerderjarigheid van den diaken. Be langrijker evenwel zou dc schrijver het vin den, als er een voorstel was, dat men voor iedere Diaconie het aantal diakenen kon be noemen .dat voor haar arbeid noodig is. Hi: vreest echter, dat er nog wat "wafer door r! zee zal moeten gaan, aleer de Kerk tot een dergelijk belangrijk punt zich zal kunnen op werken. Als het nog maar eens mocht ge beuren, zoo besluit hij, dat in onze Kerke lijke vergaderingen gevoeld wordt de nood zakelijkheid van diaconale werkers en men erkennen wilde, dat hot niet aangaat het werk door een getal te laten beheerschen. Wetenschap. THROMBOSE EN KALI. Radio Nieuws. HUIZEN (336.3 M.. K.K.O.-ultz. 11.3012 Godsdienstig halfuurtje. 12.15—1.15 Concert door het K.R.O.-Trio. 1 15 —2 Gramofoonplatenorkest. 23.15 Klnder- uurtje. 55.15 Gramofoonplatenconcert. 5.15t Journalistiek weekoverzicht. Eindhoven. 7.30—8 Lezing i -7.30 Co« ming »che de Staf iekgeï ïrandweerkoot [omlsch duo. De HILVERSUM l 2—2.30 Tak. 2.30—3 Muziek. 3.304.30 .45 Lezing door Dr. C. H. Slultei H—12 1.) 10—10.15 Mot 6.01—7.4 VAR A-Concert. 10 Persber. Daarna voortzet» ting van het Concert.. 10.45 Levensliedjes. 11.15 Gramophoon. DAVENTRY (1554 M.) 10.35 Kerkdienst l.Zfl 2.20 Concert. 5.05 Orgel. 5.35 Kinderuurtje, 6.20 Muziek. 6.35 Nicinv^ber. 7.05 De Wireh-ss Singers (Madrigalen). 7.20 Lezing. 7.35 Lezing, 7.50 Hoorspel. 8.05 Licht orkest 9.20 Nieuws» ber. 9.50 Lezin^.. 9.55 Operette 11/35—12.20 Mu* ziek. PARIJS „Radio-Paris" (1744 M.) 12.50 Gramo» mofoon. 4.05—5.05 Kinderuurtje Daarna mu» ziek. 6.557.20 Gramofoon. 8.35 Concert LANGENBERG (462 M.) 7.50—8.50 Orkest, 10.35—12.45 Gramofoon. 1.25—2.50 Orkest 5.55 6.60 Orkest. 8.20 Vrool(jke avond. Daarna tot 6.20—8.05 Lezl stische film Orkest. Daarna Persber. en tot 12.50 muziek. HAMBURG (392 M.) 5.206.20 Orkest 8.20 Offenbach-concert. 11.05—1.20 muziek. BRUSSEL (511.9 M.) 5 20 Muziek. 6.50 Gra» mophoon. 8.35 Orkest. 9.20 Symphonie. Zondag, 7 Juli. HUIZEN (336.3 M.. na 6 u. 1852 M.) 8.30—9.39 Morgenwijding (K.R.O.) 9.50 N.C.R.V. Kerkdienst in de Evang. Luth, Kerk (Nieuwstadt) te Weesp. 6.50 N.C.R.V. Kerkdienst in de Oosterkerk t» Utrecht. 7.30—8 K.R.O. Lezing over: Het boek. Job, '3.10 KRO Praatje door den voorzitter der het Apostolaat KRO. 8.108.20 1) des Gi DAVENTRY. (1554 M.) Dankdi PARIJS „Radio-Paris" (1744 M.) 12.20 RelU rlcusc causerie. LANGENBERG (173 M.) 9.25—10.20 Katho- 9.20 Morgenwijding. IUIZFN' (S3C M. nr. 6 u. 1852 M) (Uitspit» d N.C.R.V.) 11—11 10 Ziekendienst. 12.10—1.45 relconccrt 45 Ziekenuurtje. 56 30 Gram", n. 6.30—7 Literaire lezing. 7—7.30 Declam .tio Feestvergudering. 20-jarig bestaan van het Vakverbond. Uit Tl vol I. Utrecht. SprP- declai atie. Let icaal kw HILVERSUM (1071 M.) 10—10.15 Moi ling. 12.15—2 Concert. 2—2 30 Lezing Jroeneveïd over; Ver. Pers. Rükswater^t: -4 Orkest. 5—6 Kinderuurtje. 6.01—7.: t DE SCHOLEN 1 DEN niJBEIj ■adio-schoolultzf •adlo Inga Donder wUl i J J. Volgens de Geneeskundige Gids heeft Prof. Franz Rost bij proeven op ratten ge- vonden, dat toevoeding van kleine, op zich- Th. onschadelijke hoeveelheden „kunstmest" bij'J; Auïders volgende generaties ziekelijke verschijnse-Ip^ol^Dr"' len verwekt of bevordert in den vorm van (Btibelsche' thrombose en verhoogde vatbaarheid daar-1 man. Drs. I voor. Speciaal salpeter (kalium-nitraat) j^0 v"„ dW bleek een funeste werking te hebben. Bij'gén); s. Poi het kroost van de ouders, die kunstmestjschiedenis). kregen, ging thrombose in de kleine vaten I het Chr.W'o^ aan thrombose in de groote vaten vooraf, (innemen', zi Als de kinderen van kunstmostdieren zelf K'0;oeBdi- ook salpeter kregen, traden dc ziekelijke !j. u°i>Zjersc verschijnselen bij volgende generaties tel- j tai-is ujic kens vroeger op. Daar kalirijke bemesting het kaligelialt in de groenten sterk doet toenemen en het ruim afkoken van groenten, waardoor de meerderheid der minerale zouten verloren gaat, uit de mode is, krijgen vele personen veel meer kali binnen dan vroeger, waaruit prof. Rost de eouclusie trekt, dat constitu- tioneelc veranderingen van liet menschelijk organisme onder invloed van den vermeer derden kalirijkdom de voeding niet onmo- Mr. Th. He« 392(1-1930 is is kerk. Prof Dr. W. schoor. Badhuiskade gelijk is In elk geval wekken de onderzoekingen van Rost op om bij dc studie over ziekten meer dan tevoren rekening te houden met de vraag of „de mensch" tengevolge van uit wendige factoren niet een andere constitu tie krijgt met een vatbaarheid voor bepaal de ziekten, die vroeger minder voorkwamem INGEZONDEN MEDEDEELING. FEUILLETON Of: De kajuitsjongen van de Mauritius Door J. M. DROOGENDIJIL 29 Even nog welde hem een bitter woord maar de lippen, daar hij meende, dat alleen het vooruitzicht op een beker wijn de man- men deze woorden deed spieken. Maar even spoedig verwierp hij dit denk beeld. Neen, zóo was Janmaat niet Huiche len voor een teug druivennat deed een Hul- 'landsche zeeman niet. Hij moest en wilde er niets anders in zien dan een uiting van aanhankelijkheid, de erkenning, dat hij in zeemanschap niet te kort was geschoten. Van Noort gevoelde, dat hij deze gelegen heid niet ongebruikt voorbij moest laten gaan. dat hij dit oogenblik moest benutten, om den band tusschen hem en de schepelin gen te versterken. Zijn stoere trekken ontspanden zich, de staalgrijze oogen verloren iets van hun strengheid, toen hij vanaf de kompagnezijn mannen toesprak Mannen, zei hij, ik dank jullie voor dien uitroep, die, ik voel het, uit het hart •komt. Het is nu al ruim twee jaar, dat wij alle lief en leed met elkander hebben ge deeld, veel leed, maar toch ook wel wat tvreugde. Vaak ben ik streng, onbarmhartig fitreng moetett optreden, Meent niet, dat cue dit steeds gemakkelijk viel. Denk niet: onze admiraal heeft geen hart. God is mijn getui ge, dat dit hart vaak bloedde, waar gij wel licht gedacht hebt, dat ik wreed en zonder menschelijk gevoel handelde. Dl( li een man en zeker een admiraal, verraadt zijn gevoel niet. Deze moet zich weten te beheerschen, onder alle omstandigheden. Hoe zou ik mijn taak naar behooren kunnen vervullen, wan neer ik niet, zonder links of rechts te zien, deed, wat ik vind, dat moet! Gemakkelijk is onze reis tot heden niet geweest Ge weel dat even goed als ik. Maar dat ligt achter ons. Dat leed is geleden en daar spreken mannen niet meer over, niet waar? Die staren zich niet blind op het ver leden, doch blikken naar de toekomst. Wat die voor ons zal brengen, weten wij niet. We weten niet of we ons vaderland, onze vrouw en kinderen zullen terugzien. Want mannen, van nu af aan wordpn de gevaren, die wij te trotsecren hebben, verdubbeld Straks hebben we niet meer alleen te strij den tegen de natuurkrachten, maar evenzeer tegen de ons vijandige menschen. Weldra zullen we in de Indien zijn aan gekomen en ge weet, dat de Spanjaarden en de Portugeezen daar voor een groot deel heer en meester zijn. Het kan niet anders of we moeten slaags met hun raken. Ik zal niet de laatste zijn in dien strijd, dat beloof ik u. De vijanden van ons goede vaderland zul len ondervinden, dat Van Noort meer kan dan een vloot door straat Magelaen loodsen. We zijn echter slechts weinigen meer in ge tal en onze vijanden zullen zeer waarschijn lijk overmachtig zijn,. Durft gij dien strijd aan? spekken! En de handen sloegen zich aan den kort jan, terwijl de oogen \an strijdlust fonkel den. Ik dank u, mannen, vervolgde Van Noort. Wanneer wij maar eensgezind zijn kunnen wij veel. Onder de leus: overwin nen of sterven, voor de Republiek en Oran je, zullen wij er ons doorheen slaan. En al mag dan onze reis weinig of geen geldelijk voordeel opleveren, dan kunnen wij er toch fier op zijn, dat wij-de eerste Hollanders zullen zijn, die den aardbodem zijn omge zeild. Met trots trots zollcn onze kinderen en kindskinderen er van spreken, dat hun vader deze wereldreis meemaakte. Gij hebt mij zooeven toegeroepen: Lang leve onze adnliraal' Ik roep u toe- „Hoera voor de kloeke, dappere mannen van deMa- gelaensche vloot". Dien dag werd er geen land meer ontdekt, wat volgens den admiraal ook niet kon. Hannes en Dirk waren echter niet te over tuigen. Zij hadden zich een plaatsje in het touwwerk gezocht, nog hooger dan het kraaiennest, want beiden wilden gaarne de eersten zijn, die zou kunnen roepen- „Land in zicht!" Het was lang geen ongevaarlijk plaatsje, dat ze zich hadden gekozen. Er woei een stijve bries en de jonge zeelui moesten zich terdege va I 'jouden om niet naar beneden te tuimelen. Nu hadden ze wel pit in hun botten, maar een ongeluk ligt in een klein hoekje, oordeelde Jaap met de roode ooren. Deze gelastte dan ook dat zij de gevaar lijke plaats moesten verlaten en in het kraaiennect moesten gnan ziften, indien ze uit alleE mondt Laat ze maar komen delblijve Als je er uit tuimelt, ben je voor de haaien, voorspelde hij ze. De jongens zagen echter geen gevaar en schreeuwden naar omlaag. We zullen ons wel goed vasthouden en bovendien kunnen we zwemmen als ratten. Het kuiken wil wijzer zijn dan dc hen, stuur, zei een matroos. De blagen donken zeker, dat je in den Oceaan net. zoo gemak kelijk zwemt als in dat scheerbekken, waar uit ze den kaarsenmaker hebben opgehaald 'k Zou den ouwe maar waarschuwen, want dat loopt niet goed af. 'k Heb den ouwe niet noodig, bromde Jaap. Ik kan best mijn eigen boontjes dop pen. Geef me dat eindje touw maar eens aan, dan zal ik die jonge windbuilen eens naar beneden ranselen. Hé daar, riep hij naar bp ven, terwijl hij dreigend met het touw zwaaide. Gauw naar het kraaiennest, anders krijg je «r ieder tien met dit endje. De jongens keken elkaar eens aan met een paar oogen, waarmee ze vroegen: zou hij het meenen? En beider oogen antwoord den elkaar: hij doet het vast. Laten wij maar eieren voor ons geld kiezen en een treedje lager dalen. Zoo deden onze jonge waaghalzen dan ook. Ze kropen in het veilige kraaiennest en bleven daar naar liet Westen zitten turen tot de oogen hun pijn deden en ze ten slotte door de duisternis heeleniaal niets meer konden zien. Toen oordeelden ze het toch het verstandigst hun waarnemingspost te verlaten en ter kooi te kruipen. Ze namen zich echter stellig voor des morgens weer vroegtijdig op hun post te zijn. Ze moesten en ze zouden de eersten zijn, die dc Ladro- nen ontdekten, En ze werden, voor hun volhouden be loond. Nog geen half uur later zaten ze op hun post of Hannes riep plotseling: Land, land in zicht! Waar, waar, schreeuwde Dirk.. Ik zie niets Daar, daar, klonk het op een verheug den toon gegeven antwoord van Hannes, terwijl hij zijn arm schuin links voorwaarts strekte. Ik zie niets, bekende zijn makker. Je vergist je zeker. Doch Hannes was zoo zeker van zijn zaak dat hij nogmaals luidkeels riep: Land, land in zicht! Jongen, houd toch op, waarschuwde zijn vriend. Je weet, dat er ons tien met het endje beloofd zijn, als we de mannen voor den gek hielden. Tien riep Hannes. Twintig, dertig, hon derd wil ik er hebben, als dat daar ginds geen land is. Hoe Dirk zijn oogen ook inspande, hij be speurde niets en hij twijfelde er dan ook sterk aan of zijn vriend het wel bij het rech te eind had. Het geroeo van Hannes had natuurlijk al le hens aan dek geroepen. In een oogwenk zaten de meeste mannen in de touwen en tuurden in de richting, die hun door den kajuitsjongen gewezen werd. Ze moesten evenwel allen bekennen, dat ze niets zagen. Mopperend, dat ze zich door zoo'n aap van een kaarsenmakersjong bij den neus had den laten nemen, verwisselden zij bun hoo^e standplaatsen weer voor dc planken en half gekscherend, half in ernst, vroegen ze aan Jaap met de roode ooren: Welnu stuur, zal hij nu de tien hebben die je hein beloofd hebt? Wel wis en drie. Jaap heeft nooit in zijn leven iemand te kort gedaan, maar al tijd iemand gegeven, wat hem toekwam. Maar eerst moet blijken, dat hij ons werke lijk met een doode museh blij gemaakt heeft Laat mij maar eens kijken, mannen, klonk er op eens een slem. Ik zal je wel zoo zeggen, of Hannes jullie boot heeft wil len nemen. Ha, de admiraal met dat wonderding, riepen de matrozen. Nu ben je er gloeiend bij, mannetje. Als dc admiraal daarmee geen land ziet, dan zullen we je eens netjes naar beneden halen en jc die bedriegersstreken afloeren Hannes zou echter niet naar beneden ge haald worden, want al spoedig zei Van Noort, tot de in spanning verkeerende ma trozen De jongen heeft gelijk mannen. Ik kan lfet land duidelijk zien. Het is een laag, uit gestrekt eiland; over twee of drie uren zul len we er wel zijn, als dc wind zoo blijft. De stuurman en enkele matrozen nichten nu ook eens door den kijker zien en ook zij konden het eiland thans duidelijk waarnemen. Hoera! klonk het, hoera voor llaunes, Hannes met zijn wondcroogen. HOOFDSTUK XIX Bij de Dieveneilanden. Beide vaartuigen waren nog een heel eind van de eilandengroep verwijderd, toen er reeds een zwerm kano's te voorschijn kwa men, die alle in de richting der schepen voeren. Ieder dezer kano's was met een en kele inboorling bemand. (Wordt vervolgdl

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 11