TWEEDE BLAD.
GHR, HOUTBEWERKERS. MEUBELMAKERS ENZ,
Radio Nieuws.
ZATERDAG 22 JÜN! T929 TWEEDE BLAD PAG. 5
DE HEKSENWAAG TE OUDEWATER.
Een vergeten stadje, dat vroeger ver
over de grenzen beleend was.
EEN JUBILEUM.
DE „ZWARTE KUNST"
Een humane proef was er ook nog.
HOE MEN DE HEKSEN TRACHTTE
TE „ONTMASKEREN".
Het privilegie van Oudewater.
Aan den Hollandschen IJsel, nog juist ln
Holland, op de grens van Utrecht, ligt het
kleine, stille Oudewater. Het is een dier
landstadjes, welke buiten het groote ver
keer gelegen hun
eigen cachet
hebben: van vriendelijke, welvarende ge
conserveerdheid, waar geen schrijnende ar
moede cn geen groote rijkdommen worden
gevonden; de stille straten en grachtjes, de
oude huizen en boomen spreken van gemoe
delijkheid, kalmte en rust.
Ditzelfde vergeten, slapende stadje was
eenmaal tot ver over de grenzen bekend en
werd bezocht door mannen en vrouwen uit
alle oorden des lands, ja zelfs door vreem
delingen. Het was in de 16de en 17de en
•olc nog gedeeltelijk in de 18de eeuw, dat
Oudewater zulk een prachtig aantrekkings-
punt was en van heinde en ver zijn be
zoekers ontving, maar ik moet er dadelijk
bijvoegen, dat zij, die den langen en moei
lijken tocht er heen, ondernamen, dit niet
bepaald als een plezierreisje beschouwden.
Het was een gedwongen fraaiigheid en zij,
die naar de IJselstad trokken, deden het, in
de hoop, zich een verder leven van kalmte
en rust te verzekeren. De „pelgrims", die
naar deze „bedevaartplaats" trokken, waren
nl. toovenaars en tooverheksen.
Thans zijn zij, die nog aan de „zwarte
kunst" gelooven, gelukkig zeldzaam, maar
in de 16de en 17de eeuw moesten zij, die
fii e t aan tooveren geloofden,
met
i lantaarntje
gezocht worden. Het woord „tooveren" joeg
den menscheii al een rilling op het lijf en
zij, die beschuldigd werden, dit duister
handwerk te beoefenen, waren diep te be
klagen. Zoolang de praatjes nog in besloten
kring rondgingen, kon zoo iemand zijn pret
•el wel op, maar o wee, als het gerecht er
zich mee ging bemoeien. Dan was het zoo
goed als zeker, dat het de(n) beschuldigde
het leven kostte.
Daar men zoo stellig aan heksen geloof
den, als de dag op de nacht volgde, kende'
'men geen medelijden niet deze ongelukki-
gen en bedacht men de meest gruwelijke
proeven, om te onderzoeken, of men al of
niet. met een toovenaar of heks te doen had.
Eén der oudste proeven was die met het
gloeiende Ijzer.
Daarbij moest de beschuldigde eerst drie
volle dagen vasten. Dan legde de priester
een met wijwater besprenkelden ijzeren
staaf in het vuur cn verrichtte, terwijl het
ding gloeiend lag te worden, allerlei gods-
dienstige(l) handelingen. Als de bout goed
warm geworden was, moest de verdachte
- deze in de hand nemen en hem driemaal
drie stappen ver dragen. Venolgons werd
de verschroeide hand met doeken omwon
den, die verzegeld werden. Drie dagen la
ter merk, dat het getal drie telkens terug
keert werd het verband losgemaakt om
te zien, hoe de hand er uitzag. Was zij gaaf,
dan was men onschuldig, was zij gewond,
dan was het bewijs geleverd, dat men met
den duivel in verbinding stond.
Ge begrijpt, hoe al deze proeven uitvielen.
Het eind van het drama was steeds, dat de
ongelukkige een papieren gewaad aankreeg,
en levend verbrand werd.
Do
„ketelproef",
naar men zegt een uitvinding van de Frie
zen, was al even gruwelijk. Hierbij moest
het slachtoffer den ontblooten arm in een
met kokend water gevulden ketel steken.
Kwam de arm ongedeerd te voorschijn, dan
was men onschuldig, zoo niet, dan was de
tooverij bewezen.
Een tegenhanger van deze heetwaterme-
thode was de „koudwaterprocf", die vaak in
Engeland werd toegepast. Daarbij werden
den beschuldigde de duimen aan de teencn
gebonden, waarna hij te water werd gewor-
pen. Indien hij dreef, was dit een bewijs
regel reeds verdronken, voor hij weer op het
droge was gehaald.
Op deze koudwalerproef had men ook nog
een variatie. De man of vrouw, die van hek
serij werd beschuldigd, werd op een wip
plank gebonden, die met het eene eind bo
ven het water uitstak. Natuurlijk was dit
eind voor het slachtoffer bestemd. Daarna
liet men de plank zoover doorzakken, dat de
ongelukkige geheel was ondergedompeld. Na
eenigen tijd haalde men de plank weer om
hoog. Was de aangeklaagde intusschen ver
dronken, dan was dit een bewijs van schuld
en had -hij of zij dus de gerechte straf reeds
ondergaan. Kwam men levend boven ge
begrijpt hoe zelden dat gebeurde! dan was
men onschuldig.
We zouden nog meerdere proeven kunnen
beschrijven, maar willen het gevoel van den
lezer verder sparen: Welke men ook neemt,
ze waren steeds onmenschelijk en zoo inge
richt, dat de hekserij bewezen werd.
Hierop was slechts één gunstige uitzonde
ring, nl. de te Oudewater in de Stadswaag
toegepaste
weegproef.
Deze was zeer humaan. Hun, die er zich
aan onderwierpen, werd geen lichamelijk
leed toegebracht en de van tooverij beschul
digde werd als regel vrijgesproken. Men
ging van het idéé uit, dat een toovenaar of
een heks, die op een bezemsteel door de
lucht zwierven, al een bijzonder gering
lichaamsgewicht moesten hebben. Woog
men abnormaal licht, dan was men schul
dig, wees de schaal daarentegen een gewicht
aan, dat in overeenstemming was met de
lichaamsgestalte van den beschuldigde, dan
was het uitgesloten, dat deze door het lucht
ruim zou kunnen vliegen en was hij dus
uiteraard onschuldig aan het ten laste ge
legde.
Van deze weegproef had Oudewater het
privilegie, d.w.z. alleen de wegingen in deze
stad verricht, hadden
rechtskracht.
Het werd door Karei V geschonken, vermoe
delijk in 1542, maar in ieder geval vóór
1547. Waarom juist Oudewater er mee werd
begiftigd, is niet met zekerheid bekend. Som
migen mecnen, dat den Keizer ter oore was
gekomen, dat te Oudewater nimmer de wa
ter- of vuurproef was toegepast, maar steeds
de weegproef, zoodat er nog nooit iemand
wegens hekserij ter dood was gebracht en
dat hij daarom deze stad boven andere ver
koos. Volgens een tweede lezing zou het pri-
viligie geschonken zijn, omdat er te Oude
water met „goed Troyaansch" gewicht werd
gewogen. Dit zou zelfs aanleiding geweest
zijn tot een bevel van Keizer Karei, om een
verdachte, die te Zuid-Polsbroek (tusschen
Oudewater en Schoonhoven) gewogen en te
licht bevonden was, in Oudewater over te
laten wegen. Bij die gelegenheid zou dan ge
bleken zijn, dat de Schout en een geestelijke
bij de eerste weging oneerlijk gehandeld
hadden. De pastoor zou de schaal of het
touw, waaraan deze hing, zoodanig aange
vat hebben, „datter een pennetijen voor den
evenaer schoot, waerdoor de schael belet
wierdt over te gaan". Aldus lezen we in
„Waerborg om geenquad hals-gerecht te
doen", een boekje, in 1657 te Amsterdam bij
Jan Hendriksz. en Jan Rieuwertsz. versche
en dat als het eerste geschrift tegen de
heksenprocessen beschouwd kan worden.
Hoe het ook zij, Oudewater ontving
het Privilegie
dat
een groote humaniteit en een vor
stelijke verlichtheid getuigt, die weldadig
aandoen. Vooral de bijvoeging, dat de uit
komst der weegproef door het geheele rijk
in rechten zou worden geloofd, en dat deze
proef alle andere proeven zou uitsluiten,
was van bijzonder groot gewicht. Zonder te
beweren, dat er geen toovenaars of heksen
bestonden, werd er toch een eind gemaakt
aan de domme en onmenschelijke vervolgin
gen van hen, die van tooverij beschuldigd
werden. Zoo ver kon het dan ook niet zijn,
maakte er gaarne de reis voor naar
Oudewater, om met een geschrift van het
stadsbestuur gewapend, terug te keeren.
Het wegen.
Het wegen vond plaats door den waag-
meester in de stadswaag, in tegenwoordig
heid van een gerechtsdienaar en twee sche
penen. Opdat de verdachten zictr niet zwaar
der zouden kunnen maken door het verstop
pen van voorwerpen tusschen de kleeren,
werden ze tot op het hemd ontkleed en zoo
gewogen, de vrouwen zelfs met loshangend
haar. Indien het onderzoek gunstig uitviel
en dit was, bij een eerlijke weging natuur
lijk altijd, dan ontving de gewogene een cer
tificaat en de rekening. Het wegen
gebeurde nl. niet kosteloos.
HET DIAMANTEN FEEST DER THEOLOGISCHE SCHOOL.
Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan der Theologische School te Kampen vond een diner plaats, waarvan wij hier een foto geven. Op den voorgrond de professoren
der jubileerende School.
maar zelfs him leven voor kochten, zal m4n
moeten toegeven, dat de magistraten te Ou
dewater, ook in het uitschrijven van reke
ningen steeds humaan geweest zijn.
Hoeveien er aan de Oudewatcrsche Waag
zijn of haar leven te danken hebben, is on
bekend, maar het zijn er ongetwijfeld
niet weinigen
geweest. Bij de plundering en uitmoording
van de stad in 1575 door de Spanjaarden,
is ook veel in vlammen opgegaan en is zeer
waarschijnlijk het Archief ^rbrand, terwijl
bij de inkwartiering van 6000 Franschen
(dit was gemiddeld 19 per woning), in 1672,
wederom verschillende papieren verdwenen
zullen zijn. Het zoogenaamde Procuratie-
VERGADERING TE ROTTERDAM.
DE OPENINGSREDE.
De toespraken en jaarverslagen.
De gracht voor de Waag.
boeck, dat pas in 1674 begint, doet mededee-
ling omtrent 10 wegingen, de eerst in 1677,
de laatste op 21 Juni 1729.
Een der schalen, waarop de van tooverij
verdachten gewogen werden.
Voor een jong meisje uit Boekholt in
Duitschland zag deze er als volgt uit:
Schepenen guldens 1-16-0 Secretaris gul
dens 2-18-0 Bode guldens 0-12-0 Waagmecster
guldens 0-12-0- Vroedvrouw guldens 0-12-0
totaal: guldens 6-10-0 stuivers
Voor een man was het nog iets billijker,
zooals uit het volgend voorbeeld blijkt:
Aan de Schepenen 1 g. 16 st, den Secreta
ris 1 g. 8 st., Gerechtsbode Waagmeester 1
g. 16 st., de Waag voor gebruik 0 g. 10 st,
zijnde te zamen 5 g. 10 st
Dit was toentertijd wel niet zoo'n klein
bedrag, maar als men bedenkt dat de ge-
wogenen er niet alleen rust en yeiligheid,
Een jabileum.
Het was dus gister twee eeuwen geleden,
dat de heksenwaag voor het laatst dienst
deed. Men heeft dit feit niet ongemerkt
voorbij willen laten gaan. F.r is een com-
ie uit de burgerij gevormd, die in het
Waaggebouw een historische tentoonstelling
heeft aangericht van allerlei bescheiden, be
trekking hebbende op de heksenprocessen
en de geschiedenis der stad, terwijl D r.
H o f f m an. uit Gouda, een lezing heeft ge
houden. Verder heeft men een hoogen gevel
vervaardigd en deze is tegen de Waag aan
geschoven, zoodat het gebouw nog eens in
zijn oudsten vorm voor do oogen van het
tegenwoordig geslacht ds verrezen. Het is
wel zeer jammer, dat dit bij uitstek zoo his
torisch gebouw in zulk een vervallen toe
stand verkeert Restauratic, vooral van den
gevel is zeer noodig. Hopelijk zal de, nu
reeds tot het verleden bohoorende herden
king, den stoot er toe geven. Daarmee zou
aan een groot verlangen van menig bewo
ner van Oudewater worden voldaan en ze
ker niet liet minst aan den hartewensch
van den archivaris van het stadje, den heer
B. P. R a hms, die met eeii hoofd vol ken
nis en een hart vol liefde voor zijn stad
en haar geschiedenis, voor iedereen gereed
staat om te vertellen van Oudewaters be
langrijke historie.
Wie in Oudewater komt, verzuime niet
dezen jeugdigen' grijsaard van 74 jaar een
bezoek te brengen. Hij zal gastvrij ontvan
gen worden, een schat van oude, zeldzame,
prenten, kaarten en boeken kunnen bewon
deren en wellicht iets meedragen van de
kalmte, de rust, de tevredenheid, de blij
moedigheid en den godsdienstzin, die dit
huis en zijn eenzamen bewoner kenmerken.
Beklaag n niet.
Niemand zal zich een bezoek aan Oude
water beklagen. Behalve de Waag is er toch
nog heel wat interessants en moois te zien.
Wie van oude huizen aan stille grachten
houdt kan er te gast gaan.
Vlak naast de Waag staat het geboorte
huis van een zeer bekend man, nl. van Jaco
bus Hermanszoon, of Jacobus Arminius, den
geleerde, die in de godsdiensttwisten tijdens
het twaalfjarig Bestand zulk een voorname
rol heeft gespeeld.
De onderpui is heinas gemoderniseerd, ter
wijl de vrouwenfiguur op een bal, Fortuna
voorstellende, die vroeger den gevel sierde,
naar het Rijksmuseum is overgebracht.
De vader van Arminius, Herman Jacobs-
zoon oefende in deze woning het beroep van
messenmaker of wapensmid uit. In 1575
werd vrijwel de geheele familie door de
Spanjaarden vermoord.
Bekender en ook mooier is het huis „De
Ark" (1615), met mozaieken van gekleurde
steensoorten boven de ramen, wat een bij
zonder mooi effect maakt met de roode Leid-
sche en gele IJsel steenen, waaruit het ge
bouw is opgetrokken. Een gevelsteen draagt
het volgend opschrift:
Als 't Godt hehaegt
Beter benyt dan
16 Beclacgt 15
J. M. DROOGENDIJK.
Gister kwam de Bond van Ned. Chr.
Houtbewerkers, Meubelmakers, Behangei
en aanverwante vakgenooten in tweejaar-
lijksche algemeene vergadering in het
Sociëteitsgebouw van de Rotterdamsche
Diergaarde bijeen.
Tegenwoordig waren 39 afdeelingen met
55 afgevaardigden. Met het bestuur zijn
ruim 70 personen aanwezig.
De opening.
De Voorzitter van den Bond, de heer A.
v. d. H erij d e n, gaat in gebed voor en
houdt vervolgens zijn openingsrede, waarin
hij constateert, dat de vereeniging de kinder
schoenen ontwassen is en thans den jonge
lingsleeftijd kan toonen.
Spr. zou een overzicht van de moeilijk
heden sinds 1911 kunnen geven, doch Spr.
memoreert bij voorkeur den tijd, waarin
men zich onder het Chr. Nat. Vakverbond
vereenigdo.
Het is wel eigenaardig dat men in onze
eeuw nog spreken moet van lijdenden en
onderdrukten.
We zijn wel gevorderd ten deze, maar we
zijn er nog niet. De secretaris van het C-
N. V. moest constateeren, dat we nog
steeds een strijdende positie moeten in
nemen. Speciaal de Chr. vakbeweging
moet worstelen om haar erkenning, om
haar positie.
Veelal schijnt men de roode boven de
Christelijke vakbeweging te kiezen.
Daar zit iets ouds in, omdat alles wat
den invloed van den Christelijken zuur-
deesem wil doen gelden tegengestaan
wordt. Dit spreekt vooral als de Christelijke
arbeiders een en ander willen. In geloovige
kringen wil men ze nog wel hebben als nf-
weerschild tegen de revolutie. Doch pogen
ze voor hun recht en lnin positie op te
komen, dan openbaart zich een zielsgesteld
heid, welke tegenwerking beteekent, waar
van Spr. een frappant staaltje meedeelt
Die tegenstand openbaart zich op veler
lei gebied, getuige het conflict te Vinnen en
de bange worsteling te Zaandam. Men zou
zeggen te Zaandam is strijd ondenkbaar.
Juist daar echter moet hij gevoerd worden,
doordat de patroons geen bevredigende op
lossing wenschen.
Spr. vraagt hoe wij er voorstaan met
onzen voortgang in het economische leven
en hoe dat leven zich openbaart.
Het oud-liberalistische standpunt en dat
voor voortgaande gunstige ontwikkeling ten
opzichte van den arbeider in het economi
sche leven staan tegenover elkaar.
Na den oorlog moesten we ons standpunt
bepalen en zoo noodig handhaven. Onze
groei is gezond, hij zal zich voortzetten en
onze beweging zal hebben te letten op de
richting in de bedrijven, welke op meer
moderne wijze worden geschoeid.
Spr. constateert, dat ons land in elk eco
nomisch opzicht vooruitgaat en de bevol
king steeds groeit. Uit het laatste verschijn
sel ontwikkelen zich moeilijkheden.
Met blijdschap memoreert Spr. de aanne
ming van de Ziektewet door de Eerste Ka-
welke wet in Maart 1930 in werking
treedt voor alle bedrijfsarbeiders.
Spr., die in 1913 den voorzittershamer
aanvaardde, complimenteerde den afgevaar
digde van de afdeeling Rotterdam, den heer
Hoek, die bij de oprichting dier afdeeliug
in 1903 reeds lid was. (Applaus.)
Spr. richt bemoedigende woorden tot de
beide afgevaardigden van de afd. Zaandam,
en wekt op tot gebed voor de broeders, die
bij het conflict aldaar betrokken zijn.
Den heer Kruithof, voorzitter van het C.
N. V., wordt een welkom toegeroepen. (Ap
plaus.) Spr. memoreert, hoe de heer Kruit-
hof mee heeft geholpen tot de samensmol-
ting van de organisaties van houtbewerkers
en meubelmakers.
Eveneens wordt den heer Van Leeuwen,
bestuurder van den R. K. Bond, het wel- I
kom toegeroepen. De afdeeling Rotterdam j
wordt bedankt voor het fraaie bloemstuk.
Spr. uit den wensch. dat in deze dagen
gebouwd en bewaard en niet afgebroken zal
worden. Mogen we onder leiding van den
Heiligen Geest samenwerken tot het goede
voor de organisatie. (Applaus.)
Toespraak-K. KrnithoL
De heer Kruithof spreekt namens het C.
N. V. de vergadering toe en verheugt zich
over den groei van den Bond.
Er zijn acties gevoerd met negatief resul
taat, doordat het organisatiebesef nog niet
genoegzaam is doorgedrongen. Anderzijds
moet ook gewezen op den tegenstand, welke
slechts kan worden overwonnen door het
vasthouden aan onze beginselen.
Spr. memoreert het aanstaand 20-jarig be
staan van het C. N. V., dat 8 en 9 Juli a.s.
herdacht zal worden.
Spr. uit de beste wenschen voor deze or
ganisatie en hoopt, dat de leiders van ons
volk mogen inzien, dat de werking van
onze Chr. arbeidersbeweging onwederstan-
delijk is.
Moge God u een gezegende samenkomst
geven.
Toespraak-Van Leen wen.
De heer Van Leeuwen voert namens de
R. K. zusterorganisatie het woord en prijst
de genoegeJijke samenwerking tusschen bei
de organisaties.
Spr. wijst op de heteekenls van interna
tionale samenwerking, welke steeds de hoog
te ingaat Daarvoor is echter de medewer
king van meerderen noodig.
Spr. prijst ten slotte de leiding der Chr.
Bonden.
Verslagen.
De penningmeester, de heer A. Th. Baart,
deelt mede, dat de Bond thans 2700 leden
telt In 1927 was de Bond tot een ledental
van 2300 gedaald.
Hierna wordt besproken het rapport in
zake nauwer contact tusschen hoofdbestuur,
afdeelingsbesturen en leden.
Na eenige alscU3sie en uiteenzettingen
door den voorzitter inzake het beleid van
het hoofdbestuur geeft de heer J. van Eijk
eenige mededeelingen over den gang van
zaken wat betreft de rapportcommissie.
Hierna wordt het rapport onder dankzeg
ging van de commissie vastgesteld.
De verslagen van secretaris en penning
meester geven 'n overzicht van de contract
en andere acties in het houtbedrijf, in het
meubel- en bchangersbedrijf, in het höepel-
makersbedrijf en in het haringkuipersbe-
drijf.
Uit het financieel overzicht blijkt, dat in
1928 het contributiebedrag met ruim f 3600
ermeerderde en het bedrag der reserve
met f 18 000.
Het ziekenfonds kon in 1927 en 1928 aan
zijn verplichting voldoen. In 1927 werd aan
contributie f 13.041.22 ontvangen en in 1928
f 13.162.47. Bij de inwerkingtreding der
Ziektewet wil men voor de toekomst een
behoorlijke reserve tot dekking hebben, te-
daar door de contribution de uitkee-
ringen niet voldoende worden bestreden.
or het fonds „Eigen gebouw" kwam ln
1928 ruim f 400 van eenige afdeelingen in.
In 1927 werd uit de werkloozenkas
f 38.569.15 uitgekeerd en in 1928 was dit be
drag f 2S.187.92.
Het beleid van 't hoofdbestuur.
Alsnu komt het beleid van het hoofdbe-
uur in bespreking.
De afgevaardigde van IJlst (Fr.) brengt
het hoofdbestuur lof voor de leiding, waar
bij de afgevaardigde van Zaandam zich aan
sluit.
De afgevaardigde van Den Haag had in
de jaarverslagen meer mededeeling willen
over de propaganda door het hoofdbe
stuur in de afdeelingen. Verder wordt in
lichting gevraagd over de voorschotten.
De afgevaardigde van Apeldoorn vraagt
inlichtingen over 't fonds „Eigen gebouw",
De secretaris merkt op, dat de resultaten
van de propaganda moeilijk zijn te om-
Zaterdag 23 JnnL
HUIZEN (336,3 M.. na 6 uur 1853 M.) UltsL
vRO-ultx. 11.30—12 Godsdienstig halfuurtje. 12.16
-1.15 Concert door het KKO-Trio. 1.15—2 Gra-
nofoonplatenconcert. 23.15 Kinderuurtje. 5—
1-45 Gramofoonconcert. 5.(5—6 Journalistiek
veekoverzlcht. 67.30 Uitzending muziek te Eind
(8.309 --
2 Twee vroolljke
it" te 's-Hertogenbo£
ïrtjei
HILVERSUM (1071 M.) 10—10.15 Morgenwij
ding. 12.15—2 Concert. 2—2.30 FUmpraatJe 2.3o—
3.30 Muziek. 3.30—4.15 Lezing over bouw en
wezen dor materie. 4.15—6 Gramofoon. 6.30—1
Concert door het Omroeporkest. 7—7.30 Verkie
zingspraatje S.D.A.P. 7.30 (Vervolg) Concert. 8
VARA. Concert. Rr.dlo-Tooneel, 10 rersbtr. H
VAKA. Gramofoon.
(1562 M.) 10.36 Kerkdienst. 11.05
Lezing. 1.20—2.2
Con<
2.50 Lichte
.05 Conc<
tje. 6.36 Nleuw«ber. 7.05 Oud* Itallaansche He-
deren. 7.20 Omroeppiaatje. 7.35 Lezing. 7.5u
Voorlezing. 8.05 Concert. 9.20 Nieuw-ber. 9.33
Lezing. 9.50 Nleuw/sber. 9.55 Concert. 10.60—1-2]
Muziek.
jurtje. 4.35 Mui
—7.20 Gramofoonpla
ZEESEX (1649 M.). 12.20—5.20 Lezingen 5.20
—6.20 Orkest 6.208 05 Lezingen. 8 20 Berliner
Feestspelen. Daarna tot 12.50 Muziek.
HAMBURG (395 M.) 11.20 Uit*, van de her
denking van het 1000-Jarig bestaan van Puder-
beeld. 10.50 Actueele causerie. 11.20—120 Muziek
stadt. 5.20 Zomer-orkest 6.35 Orkest 8.20 Hoor
de Ned. Hervormde Kerk Uïn:
Haarlem. 5.50 NCRV. Kerkdienst ln het Gebouw
Saivatorl.
PARIJS „Radto-ParU" (1744 M.) 12,20 Relt-
ZEESEX (1649 M.) 9.20 Morgenwijding.
Maandag 34 Juni.
HILVERSUM (1071 M.) 10—10.15 Morgenwij
ding. 12.15—2 Concert. 2—2.30 Gramofoon. 2.30—
4.30 Orkest. 6—6 Kinderuurtje. 6.01 Pa Ml val.
Rich. Wagner. C.a. 7.45 Verkiezingsrede
Dem. Bond. 9.30 Polltleber. Daar
Tersber.
Zlekendle
t. 45 Zlekenuurtje. Or-
5—6 25 Gramofoon. S.2-5— 6.35
Literaire causerie. 6.557.25 Chr.-Hl?
verkiezing.'
rede. 8.05
serie over dc beteek<
de Bataklanden. Da.<
N.C.R.V.-ultz.) 11—11.3
12.30—1.45 Orgel
■de. 7.35—8.05 Anl
Radlo-i
schrijven en ook niet kunnen gepubliceerd
worden als er nog geen feiten zijn.
Do afgevaurdigde van Leerdam is over de
resultaten van de propaganda niet tevreden
De voorzitter zegt toe, dat in een volgend
erslag een en ander over de propaganda
zal gepubliceerd worden. Bij dQ propaganda
stuit men veelal op de moeilijkheid, dat
en terugdeinst voor de contributie.
De afgevaardigde van IJlst wijst er op,
dat wel degelijk de propaganda vruchten
heeft afgeworpen.
De heer Van Eijk geeft «enige staaltjes
ui teleurstellingen, welke in de propagan
da kunnen opgedaan worden.
De penningmeester geeft uitvoerige in
lichtingen op de vraag betreffende de voor
schotten.
Nadat ook de voorzitter een en ander
heeft toegelicht, ook over het fonds „Eigen
gebouw", wordt meegedeeld, dat de controle
commissie het beheer over de Bondskas in
orde heeft bevonden. De voorzitter consta
teert hieruit, dat het financieel weerstands-
ermogen is verhoogd.
MINISTER KAN TE GOES.
De heer Hoek dankt den voorzitter voor
diens woorden en uit de beste wenschen
>or den Bond.
De heer De Vries, van Zaandam, dankt
den voorzitter voor diens bemoedigende op
merkingen.
De heer Joh. C. Brouwer, bondssecretaris,
leest de notulen van de voorgaande alge
meene vergadering.
Na eenigo bespreking worden ,de notulen
goedgekeurd.
Telegrammen.
Telegrammen zijn ontvangen van de geest
verwante Duitsche, Zwitsersche en Belgi
sche organisaties, benevens een sympathiek
schrijven van den voorzitter der Groninger
afdeeling.
Minister Kan, bezocht gister de Nationale Paarden, cn Landbouv 1
Goes. Z. Exc. toonde belangstelling voor allen en all's. Nadat de auto
waren voorgesteld werd ook de geit .Mimi" gepresenteerd liet onderhoud uas
zyde van het diertje wel erg kort en bestond hoofdzakelijk in het geien ion