TWEEDE BLAD. GHR, HOUTBEWERKERS. MEUBELMAKERS ENZ, Radio Nieuws. ZATERDAG 22 JÜN! T929 TWEEDE BLAD PAG. 5 DE HEKSENWAAG TE OUDEWATER. Een vergeten stadje, dat vroeger ver over de grenzen beleend was. EEN JUBILEUM. DE „ZWARTE KUNST" Een humane proef was er ook nog. HOE MEN DE HEKSEN TRACHTTE TE „ONTMASKEREN". Het privilegie van Oudewater. Aan den Hollandschen IJsel, nog juist ln Holland, op de grens van Utrecht, ligt het kleine, stille Oudewater. Het is een dier landstadjes, welke buiten het groote ver keer gelegen hun eigen cachet hebben: van vriendelijke, welvarende ge conserveerdheid, waar geen schrijnende ar moede cn geen groote rijkdommen worden gevonden; de stille straten en grachtjes, de oude huizen en boomen spreken van gemoe delijkheid, kalmte en rust. Ditzelfde vergeten, slapende stadje was eenmaal tot ver over de grenzen bekend en werd bezocht door mannen en vrouwen uit alle oorden des lands, ja zelfs door vreem delingen. Het was in de 16de en 17de en •olc nog gedeeltelijk in de 18de eeuw, dat Oudewater zulk een prachtig aantrekkings- punt was en van heinde en ver zijn be zoekers ontving, maar ik moet er dadelijk bijvoegen, dat zij, die den langen en moei lijken tocht er heen, ondernamen, dit niet bepaald als een plezierreisje beschouwden. Het was een gedwongen fraaiigheid en zij, die naar de IJselstad trokken, deden het, in de hoop, zich een verder leven van kalmte en rust te verzekeren. De „pelgrims", die naar deze „bedevaartplaats" trokken, waren nl. toovenaars en tooverheksen. Thans zijn zij, die nog aan de „zwarte kunst" gelooven, gelukkig zeldzaam, maar in de 16de en 17de eeuw moesten zij, die fii e t aan tooveren geloofden, met i lantaarntje gezocht worden. Het woord „tooveren" joeg den menscheii al een rilling op het lijf en zij, die beschuldigd werden, dit duister handwerk te beoefenen, waren diep te be klagen. Zoolang de praatjes nog in besloten kring rondgingen, kon zoo iemand zijn pret •el wel op, maar o wee, als het gerecht er zich mee ging bemoeien. Dan was het zoo goed als zeker, dat het de(n) beschuldigde het leven kostte. Daar men zoo stellig aan heksen geloof den, als de dag op de nacht volgde, kende' 'men geen medelijden niet deze ongelukki- gen en bedacht men de meest gruwelijke proeven, om te onderzoeken, of men al of niet. met een toovenaar of heks te doen had. Eén der oudste proeven was die met het gloeiende Ijzer. Daarbij moest de beschuldigde eerst drie volle dagen vasten. Dan legde de priester een met wijwater besprenkelden ijzeren staaf in het vuur cn verrichtte, terwijl het ding gloeiend lag te worden, allerlei gods- dienstige(l) handelingen. Als de bout goed warm geworden was, moest de verdachte - deze in de hand nemen en hem driemaal drie stappen ver dragen. Venolgons werd de verschroeide hand met doeken omwon den, die verzegeld werden. Drie dagen la ter merk, dat het getal drie telkens terug keert werd het verband losgemaakt om te zien, hoe de hand er uitzag. Was zij gaaf, dan was men onschuldig, was zij gewond, dan was het bewijs geleverd, dat men met den duivel in verbinding stond. Ge begrijpt, hoe al deze proeven uitvielen. Het eind van het drama was steeds, dat de ongelukkige een papieren gewaad aankreeg, en levend verbrand werd. Do „ketelproef", naar men zegt een uitvinding van de Frie zen, was al even gruwelijk. Hierbij moest het slachtoffer den ontblooten arm in een met kokend water gevulden ketel steken. Kwam de arm ongedeerd te voorschijn, dan was men onschuldig, zoo niet, dan was de tooverij bewezen. Een tegenhanger van deze heetwaterme- thode was de „koudwaterprocf", die vaak in Engeland werd toegepast. Daarbij werden den beschuldigde de duimen aan de teencn gebonden, waarna hij te water werd gewor- pen. Indien hij dreef, was dit een bewijs regel reeds verdronken, voor hij weer op het droge was gehaald. Op deze koudwalerproef had men ook nog een variatie. De man of vrouw, die van hek serij werd beschuldigd, werd op een wip plank gebonden, die met het eene eind bo ven het water uitstak. Natuurlijk was dit eind voor het slachtoffer bestemd. Daarna liet men de plank zoover doorzakken, dat de ongelukkige geheel was ondergedompeld. Na eenigen tijd haalde men de plank weer om hoog. Was de aangeklaagde intusschen ver dronken, dan was dit een bewijs van schuld en had -hij of zij dus de gerechte straf reeds ondergaan. Kwam men levend boven ge begrijpt hoe zelden dat gebeurde! dan was men onschuldig. We zouden nog meerdere proeven kunnen beschrijven, maar willen het gevoel van den lezer verder sparen: Welke men ook neemt, ze waren steeds onmenschelijk en zoo inge richt, dat de hekserij bewezen werd. Hierop was slechts één gunstige uitzonde ring, nl. de te Oudewater in de Stadswaag toegepaste weegproef. Deze was zeer humaan. Hun, die er zich aan onderwierpen, werd geen lichamelijk leed toegebracht en de van tooverij beschul digde werd als regel vrijgesproken. Men ging van het idéé uit, dat een toovenaar of een heks, die op een bezemsteel door de lucht zwierven, al een bijzonder gering lichaamsgewicht moesten hebben. Woog men abnormaal licht, dan was men schul dig, wees de schaal daarentegen een gewicht aan, dat in overeenstemming was met de lichaamsgestalte van den beschuldigde, dan was het uitgesloten, dat deze door het lucht ruim zou kunnen vliegen en was hij dus uiteraard onschuldig aan het ten laste ge legde. Van deze weegproef had Oudewater het privilegie, d.w.z. alleen de wegingen in deze stad verricht, hadden rechtskracht. Het werd door Karei V geschonken, vermoe delijk in 1542, maar in ieder geval vóór 1547. Waarom juist Oudewater er mee werd begiftigd, is niet met zekerheid bekend. Som migen mecnen, dat den Keizer ter oore was gekomen, dat te Oudewater nimmer de wa ter- of vuurproef was toegepast, maar steeds de weegproef, zoodat er nog nooit iemand wegens hekserij ter dood was gebracht en dat hij daarom deze stad boven andere ver koos. Volgens een tweede lezing zou het pri- viligie geschonken zijn, omdat er te Oude water met „goed Troyaansch" gewicht werd gewogen. Dit zou zelfs aanleiding geweest zijn tot een bevel van Keizer Karei, om een verdachte, die te Zuid-Polsbroek (tusschen Oudewater en Schoonhoven) gewogen en te licht bevonden was, in Oudewater over te laten wegen. Bij die gelegenheid zou dan ge bleken zijn, dat de Schout en een geestelijke bij de eerste weging oneerlijk gehandeld hadden. De pastoor zou de schaal of het touw, waaraan deze hing, zoodanig aange vat hebben, „datter een pennetijen voor den evenaer schoot, waerdoor de schael belet wierdt over te gaan". Aldus lezen we in „Waerborg om geenquad hals-gerecht te doen", een boekje, in 1657 te Amsterdam bij Jan Hendriksz. en Jan Rieuwertsz. versche en dat als het eerste geschrift tegen de heksenprocessen beschouwd kan worden. Hoe het ook zij, Oudewater ontving het Privilegie dat een groote humaniteit en een vor stelijke verlichtheid getuigt, die weldadig aandoen. Vooral de bijvoeging, dat de uit komst der weegproef door het geheele rijk in rechten zou worden geloofd, en dat deze proef alle andere proeven zou uitsluiten, was van bijzonder groot gewicht. Zonder te beweren, dat er geen toovenaars of heksen bestonden, werd er toch een eind gemaakt aan de domme en onmenschelijke vervolgin gen van hen, die van tooverij beschuldigd werden. Zoo ver kon het dan ook niet zijn, maakte er gaarne de reis voor naar Oudewater, om met een geschrift van het stadsbestuur gewapend, terug te keeren. Het wegen. Het wegen vond plaats door den waag- meester in de stadswaag, in tegenwoordig heid van een gerechtsdienaar en twee sche penen. Opdat de verdachten zictr niet zwaar der zouden kunnen maken door het verstop pen van voorwerpen tusschen de kleeren, werden ze tot op het hemd ontkleed en zoo gewogen, de vrouwen zelfs met loshangend haar. Indien het onderzoek gunstig uitviel en dit was, bij een eerlijke weging natuur lijk altijd, dan ontving de gewogene een cer tificaat en de rekening. Het wegen gebeurde nl. niet kosteloos. HET DIAMANTEN FEEST DER THEOLOGISCHE SCHOOL. Ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan der Theologische School te Kampen vond een diner plaats, waarvan wij hier een foto geven. Op den voorgrond de professoren der jubileerende School. maar zelfs him leven voor kochten, zal m4n moeten toegeven, dat de magistraten te Ou dewater, ook in het uitschrijven van reke ningen steeds humaan geweest zijn. Hoeveien er aan de Oudewatcrsche Waag zijn of haar leven te danken hebben, is on bekend, maar het zijn er ongetwijfeld niet weinigen geweest. Bij de plundering en uitmoording van de stad in 1575 door de Spanjaarden, is ook veel in vlammen opgegaan en is zeer waarschijnlijk het Archief ^rbrand, terwijl bij de inkwartiering van 6000 Franschen (dit was gemiddeld 19 per woning), in 1672, wederom verschillende papieren verdwenen zullen zijn. Het zoogenaamde Procuratie- VERGADERING TE ROTTERDAM. DE OPENINGSREDE. De toespraken en jaarverslagen. De gracht voor de Waag. boeck, dat pas in 1674 begint, doet mededee- ling omtrent 10 wegingen, de eerst in 1677, de laatste op 21 Juni 1729. Een der schalen, waarop de van tooverij verdachten gewogen werden. Voor een jong meisje uit Boekholt in Duitschland zag deze er als volgt uit: Schepenen guldens 1-16-0 Secretaris gul dens 2-18-0 Bode guldens 0-12-0 Waagmecster guldens 0-12-0- Vroedvrouw guldens 0-12-0 totaal: guldens 6-10-0 stuivers Voor een man was het nog iets billijker, zooals uit het volgend voorbeeld blijkt: Aan de Schepenen 1 g. 16 st, den Secreta ris 1 g. 8 st., Gerechtsbode Waagmeester 1 g. 16 st., de Waag voor gebruik 0 g. 10 st, zijnde te zamen 5 g. 10 st Dit was toentertijd wel niet zoo'n klein bedrag, maar als men bedenkt dat de ge- wogenen er niet alleen rust en yeiligheid, Een jabileum. Het was dus gister twee eeuwen geleden, dat de heksenwaag voor het laatst dienst deed. Men heeft dit feit niet ongemerkt voorbij willen laten gaan. F.r is een com- ie uit de burgerij gevormd, die in het Waaggebouw een historische tentoonstelling heeft aangericht van allerlei bescheiden, be trekking hebbende op de heksenprocessen en de geschiedenis der stad, terwijl D r. H o f f m an. uit Gouda, een lezing heeft ge houden. Verder heeft men een hoogen gevel vervaardigd en deze is tegen de Waag aan geschoven, zoodat het gebouw nog eens in zijn oudsten vorm voor do oogen van het tegenwoordig geslacht ds verrezen. Het is wel zeer jammer, dat dit bij uitstek zoo his torisch gebouw in zulk een vervallen toe stand verkeert Restauratic, vooral van den gevel is zeer noodig. Hopelijk zal de, nu reeds tot het verleden bohoorende herden king, den stoot er toe geven. Daarmee zou aan een groot verlangen van menig bewo ner van Oudewater worden voldaan en ze ker niet liet minst aan den hartewensch van den archivaris van het stadje, den heer B. P. R a hms, die met eeii hoofd vol ken nis en een hart vol liefde voor zijn stad en haar geschiedenis, voor iedereen gereed staat om te vertellen van Oudewaters be langrijke historie. Wie in Oudewater komt, verzuime niet dezen jeugdigen' grijsaard van 74 jaar een bezoek te brengen. Hij zal gastvrij ontvan gen worden, een schat van oude, zeldzame, prenten, kaarten en boeken kunnen bewon deren en wellicht iets meedragen van de kalmte, de rust, de tevredenheid, de blij moedigheid en den godsdienstzin, die dit huis en zijn eenzamen bewoner kenmerken. Beklaag n niet. Niemand zal zich een bezoek aan Oude water beklagen. Behalve de Waag is er toch nog heel wat interessants en moois te zien. Wie van oude huizen aan stille grachten houdt kan er te gast gaan. Vlak naast de Waag staat het geboorte huis van een zeer bekend man, nl. van Jaco bus Hermanszoon, of Jacobus Arminius, den geleerde, die in de godsdiensttwisten tijdens het twaalfjarig Bestand zulk een voorname rol heeft gespeeld. De onderpui is heinas gemoderniseerd, ter wijl de vrouwenfiguur op een bal, Fortuna voorstellende, die vroeger den gevel sierde, naar het Rijksmuseum is overgebracht. De vader van Arminius, Herman Jacobs- zoon oefende in deze woning het beroep van messenmaker of wapensmid uit. In 1575 werd vrijwel de geheele familie door de Spanjaarden vermoord. Bekender en ook mooier is het huis „De Ark" (1615), met mozaieken van gekleurde steensoorten boven de ramen, wat een bij zonder mooi effect maakt met de roode Leid- sche en gele IJsel steenen, waaruit het ge bouw is opgetrokken. Een gevelsteen draagt het volgend opschrift: Als 't Godt hehaegt Beter benyt dan 16 Beclacgt 15 J. M. DROOGENDIJK. Gister kwam de Bond van Ned. Chr. Houtbewerkers, Meubelmakers, Behangei en aanverwante vakgenooten in tweejaar- lijksche algemeene vergadering in het Sociëteitsgebouw van de Rotterdamsche Diergaarde bijeen. Tegenwoordig waren 39 afdeelingen met 55 afgevaardigden. Met het bestuur zijn ruim 70 personen aanwezig. De opening. De Voorzitter van den Bond, de heer A. v. d. H erij d e n, gaat in gebed voor en houdt vervolgens zijn openingsrede, waarin hij constateert, dat de vereeniging de kinder schoenen ontwassen is en thans den jonge lingsleeftijd kan toonen. Spr. zou een overzicht van de moeilijk heden sinds 1911 kunnen geven, doch Spr. memoreert bij voorkeur den tijd, waarin men zich onder het Chr. Nat. Vakverbond vereenigdo. Het is wel eigenaardig dat men in onze eeuw nog spreken moet van lijdenden en onderdrukten. We zijn wel gevorderd ten deze, maar we zijn er nog niet. De secretaris van het C- N. V. moest constateeren, dat we nog steeds een strijdende positie moeten in nemen. Speciaal de Chr. vakbeweging moet worstelen om haar erkenning, om haar positie. Veelal schijnt men de roode boven de Christelijke vakbeweging te kiezen. Daar zit iets ouds in, omdat alles wat den invloed van den Christelijken zuur- deesem wil doen gelden tegengestaan wordt. Dit spreekt vooral als de Christelijke arbeiders een en ander willen. In geloovige kringen wil men ze nog wel hebben als nf- weerschild tegen de revolutie. Doch pogen ze voor hun recht en lnin positie op te komen, dan openbaart zich een zielsgesteld heid, welke tegenwerking beteekent, waar van Spr. een frappant staaltje meedeelt Die tegenstand openbaart zich op veler lei gebied, getuige het conflict te Vinnen en de bange worsteling te Zaandam. Men zou zeggen te Zaandam is strijd ondenkbaar. Juist daar echter moet hij gevoerd worden, doordat de patroons geen bevredigende op lossing wenschen. Spr. vraagt hoe wij er voorstaan met onzen voortgang in het economische leven en hoe dat leven zich openbaart. Het oud-liberalistische standpunt en dat voor voortgaande gunstige ontwikkeling ten opzichte van den arbeider in het economi sche leven staan tegenover elkaar. Na den oorlog moesten we ons standpunt bepalen en zoo noodig handhaven. Onze groei is gezond, hij zal zich voortzetten en onze beweging zal hebben te letten op de richting in de bedrijven, welke op meer moderne wijze worden geschoeid. Spr. constateert, dat ons land in elk eco nomisch opzicht vooruitgaat en de bevol king steeds groeit. Uit het laatste verschijn sel ontwikkelen zich moeilijkheden. Met blijdschap memoreert Spr. de aanne ming van de Ziektewet door de Eerste Ka- welke wet in Maart 1930 in werking treedt voor alle bedrijfsarbeiders. Spr., die in 1913 den voorzittershamer aanvaardde, complimenteerde den afgevaar digde van de afdeeling Rotterdam, den heer Hoek, die bij de oprichting dier afdeeliug in 1903 reeds lid was. (Applaus.) Spr. richt bemoedigende woorden tot de beide afgevaardigden van de afd. Zaandam, en wekt op tot gebed voor de broeders, die bij het conflict aldaar betrokken zijn. Den heer Kruithof, voorzitter van het C. N. V., wordt een welkom toegeroepen. (Ap plaus.) Spr. memoreert, hoe de heer Kruit- hof mee heeft geholpen tot de samensmol- ting van de organisaties van houtbewerkers en meubelmakers. Eveneens wordt den heer Van Leeuwen, bestuurder van den R. K. Bond, het wel- I kom toegeroepen. De afdeeling Rotterdam j wordt bedankt voor het fraaie bloemstuk. Spr. uit den wensch. dat in deze dagen gebouwd en bewaard en niet afgebroken zal worden. Mogen we onder leiding van den Heiligen Geest samenwerken tot het goede voor de organisatie. (Applaus.) Toespraak-K. KrnithoL De heer Kruithof spreekt namens het C. N. V. de vergadering toe en verheugt zich over den groei van den Bond. Er zijn acties gevoerd met negatief resul taat, doordat het organisatiebesef nog niet genoegzaam is doorgedrongen. Anderzijds moet ook gewezen op den tegenstand, welke slechts kan worden overwonnen door het vasthouden aan onze beginselen. Spr. memoreert het aanstaand 20-jarig be staan van het C. N. V., dat 8 en 9 Juli a.s. herdacht zal worden. Spr. uit de beste wenschen voor deze or ganisatie en hoopt, dat de leiders van ons volk mogen inzien, dat de werking van onze Chr. arbeidersbeweging onwederstan- delijk is. Moge God u een gezegende samenkomst geven. Toespraak-Van Leen wen. De heer Van Leeuwen voert namens de R. K. zusterorganisatie het woord en prijst de genoegeJijke samenwerking tusschen bei de organisaties. Spr. wijst op de heteekenls van interna tionale samenwerking, welke steeds de hoog te ingaat Daarvoor is echter de medewer king van meerderen noodig. Spr. prijst ten slotte de leiding der Chr. Bonden. Verslagen. De penningmeester, de heer A. Th. Baart, deelt mede, dat de Bond thans 2700 leden telt In 1927 was de Bond tot een ledental van 2300 gedaald. Hierna wordt besproken het rapport in zake nauwer contact tusschen hoofdbestuur, afdeelingsbesturen en leden. Na eenige alscU3sie en uiteenzettingen door den voorzitter inzake het beleid van het hoofdbestuur geeft de heer J. van Eijk eenige mededeelingen over den gang van zaken wat betreft de rapportcommissie. Hierna wordt het rapport onder dankzeg ging van de commissie vastgesteld. De verslagen van secretaris en penning meester geven 'n overzicht van de contract en andere acties in het houtbedrijf, in het meubel- en bchangersbedrijf, in het höepel- makersbedrijf en in het haringkuipersbe- drijf. Uit het financieel overzicht blijkt, dat in 1928 het contributiebedrag met ruim f 3600 ermeerderde en het bedrag der reserve met f 18 000. Het ziekenfonds kon in 1927 en 1928 aan zijn verplichting voldoen. In 1927 werd aan contributie f 13.041.22 ontvangen en in 1928 f 13.162.47. Bij de inwerkingtreding der Ziektewet wil men voor de toekomst een behoorlijke reserve tot dekking hebben, te- daar door de contribution de uitkee- ringen niet voldoende worden bestreden. or het fonds „Eigen gebouw" kwam ln 1928 ruim f 400 van eenige afdeelingen in. In 1927 werd uit de werkloozenkas f 38.569.15 uitgekeerd en in 1928 was dit be drag f 2S.187.92. Het beleid van 't hoofdbestuur. Alsnu komt het beleid van het hoofdbe- uur in bespreking. De afgevaardigde van IJlst (Fr.) brengt het hoofdbestuur lof voor de leiding, waar bij de afgevaardigde van Zaandam zich aan sluit. De afgevaardigde van Den Haag had in de jaarverslagen meer mededeeling willen over de propaganda door het hoofdbe stuur in de afdeelingen. Verder wordt in lichting gevraagd over de voorschotten. De afgevaardigde van Apeldoorn vraagt inlichtingen over 't fonds „Eigen gebouw", De secretaris merkt op, dat de resultaten van de propaganda moeilijk zijn te om- Zaterdag 23 JnnL HUIZEN (336,3 M.. na 6 uur 1853 M.) UltsL vRO-ultx. 11.30—12 Godsdienstig halfuurtje. 12.16 -1.15 Concert door het KKO-Trio. 1.15—2 Gra- nofoonplatenconcert. 23.15 Kinderuurtje. 5— 1-45 Gramofoonconcert. 5.(5—6 Journalistiek veekoverzlcht. 67.30 Uitzending muziek te Eind (8.309 -- 2 Twee vroolljke it" te 's-Hertogenbo£ ïrtjei HILVERSUM (1071 M.) 10—10.15 Morgenwij ding. 12.15—2 Concert. 2—2.30 FUmpraatJe 2.3o— 3.30 Muziek. 3.30—4.15 Lezing over bouw en wezen dor materie. 4.15—6 Gramofoon. 6.30—1 Concert door het Omroeporkest. 7—7.30 Verkie zingspraatje S.D.A.P. 7.30 (Vervolg) Concert. 8 VARA. Concert. Rr.dlo-Tooneel, 10 rersbtr. H VAKA. Gramofoon. (1562 M.) 10.36 Kerkdienst. 11.05 Lezing. 1.20—2.2 Con< 2.50 Lichte .05 Conc< tje. 6.36 Nleuw«ber. 7.05 Oud* Itallaansche He- deren. 7.20 Omroeppiaatje. 7.35 Lezing. 7.5u Voorlezing. 8.05 Concert. 9.20 Nieuw-ber. 9.33 Lezing. 9.50 Nleuw/sber. 9.55 Concert. 10.60—1-2] Muziek. jurtje. 4.35 Mui —7.20 Gramofoonpla ZEESEX (1649 M.). 12.20—5.20 Lezingen 5.20 —6.20 Orkest 6.208 05 Lezingen. 8 20 Berliner Feestspelen. Daarna tot 12.50 Muziek. HAMBURG (395 M.) 11.20 Uit*, van de her denking van het 1000-Jarig bestaan van Puder- beeld. 10.50 Actueele causerie. 11.20—120 Muziek stadt. 5.20 Zomer-orkest 6.35 Orkest 8.20 Hoor de Ned. Hervormde Kerk Uïn: Haarlem. 5.50 NCRV. Kerkdienst ln het Gebouw Saivatorl. PARIJS „Radto-ParU" (1744 M.) 12,20 Relt- ZEESEX (1649 M.) 9.20 Morgenwijding. Maandag 34 Juni. HILVERSUM (1071 M.) 10—10.15 Morgenwij ding. 12.15—2 Concert. 2—2.30 Gramofoon. 2.30— 4.30 Orkest. 6—6 Kinderuurtje. 6.01 Pa Ml val. Rich. Wagner. C.a. 7.45 Verkiezingsrede Dem. Bond. 9.30 Polltleber. Daar Tersber. Zlekendle t. 45 Zlekenuurtje. Or- 5—6 25 Gramofoon. S.2-5— 6.35 Literaire causerie. 6.557.25 Chr.-Hl? verkiezing.' rede. 8.05 serie over dc beteek< de Bataklanden. Da.< N.C.R.V.-ultz.) 11—11.3 12.30—1.45 Orgel ■de. 7.35—8.05 Anl Radlo-i schrijven en ook niet kunnen gepubliceerd worden als er nog geen feiten zijn. Do afgevaurdigde van Leerdam is over de resultaten van de propaganda niet tevreden De voorzitter zegt toe, dat in een volgend erslag een en ander over de propaganda zal gepubliceerd worden. Bij dQ propaganda stuit men veelal op de moeilijkheid, dat en terugdeinst voor de contributie. De afgevaardigde van IJlst wijst er op, dat wel degelijk de propaganda vruchten heeft afgeworpen. De heer Van Eijk geeft «enige staaltjes ui teleurstellingen, welke in de propagan da kunnen opgedaan worden. De penningmeester geeft uitvoerige in lichtingen op de vraag betreffende de voor schotten. Nadat ook de voorzitter een en ander heeft toegelicht, ook over het fonds „Eigen gebouw", wordt meegedeeld, dat de controle commissie het beheer over de Bondskas in orde heeft bevonden. De voorzitter consta teert hieruit, dat het financieel weerstands- ermogen is verhoogd. MINISTER KAN TE GOES. De heer Hoek dankt den voorzitter voor diens woorden en uit de beste wenschen >or den Bond. De heer De Vries, van Zaandam, dankt den voorzitter voor diens bemoedigende op merkingen. De heer Joh. C. Brouwer, bondssecretaris, leest de notulen van de voorgaande alge meene vergadering. Na eenigo bespreking worden ,de notulen goedgekeurd. Telegrammen. Telegrammen zijn ontvangen van de geest verwante Duitsche, Zwitsersche en Belgi sche organisaties, benevens een sympathiek schrijven van den voorzitter der Groninger afdeeling. Minister Kan, bezocht gister de Nationale Paarden, cn Landbouv 1 Goes. Z. Exc. toonde belangstelling voor allen en all's. Nadat de auto waren voorgesteld werd ook de geit .Mimi" gepresenteerd liet onderhoud uas zyde van het diertje wel erg kort en bestond hoofdzakelijk in het geien ion

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5