TWEEDE BLAD. NIEUWE KONINGINNEBRÜG IN GEBRUIK GENOMEN. Rechtzaken. TWEEDE BLAD PAG. 5 IOOTE BELANGSTELLING VAN HET PUBLIEK. linister Kan knipt het lint door. oudste inwoner mag er het eerst over. Rotterdam, 14 Juni 1929. Inder geweldige belangstelling van de Iterdammers is vanmorgen de nieuwe ninginnebrug in gebruik genomen. He belangstelling op zich zelf genomen nde voldoende aan de beteekenis van e gebeurtenis in ons stadsleven. Iverigens bleef men, als in den regel, chter. Van officieele zijde was er slechts i sober uiterlijk feestbetoon, omwonenden hadden zich op een en- e uitzondering na, ook koel gehouden, de Van dér Takstraat woeien slechts paar vlaggen. )e firma Vroom en Dreesmann maakte gunstige en opvallende uitzondering haar keurig verlichten gevel, haar Bst-aanbieding" en haar keurige prijs- ag-etalage, waarin de nieuwe brug in irlenmoeren knoopen is uitgevoerd, wier ntal men raden moet. Vat het uiterlijk feestbetoon betreft leek inderdaad of de nieuwe brug alleen ir Vroom en Dreesman/was gebouwd, iaar al jubelen we het niet zoo makke- uit, wij Rotterdammers en speciaal die de Maas en de Koningshaven meer eenmaal per dag moeten oversteken xijn toch wel erg in onze nopjes met de tooiïng van dit werk, dat van de verbe- ing van de bestaande oeververbinding, iveel als de sluitsteen is. Ja, eigenlijk er een beetje trotsch op. Ve mogen op een dag als gister niet doen we allemaal deze nieuwe Koninginne- ig mooi vinden. Daarover kan het oor- il verschillen en verschilt het ook nogal, ar we willen vóór alles het feit zelf van stand koming van deze breede, royale ig, die in een oogenblik is open en dicht klappen, hoogelijk waardeeren. Intbraken trofeeën en guirlandes, de niek ter opluistering ontbrak niet. Het was de Politieagenten Harmonie- recniging „I-Iermandad", die tegen het r der plechtigheid achter zijn tamboer- litre door de Van der Takstraat kwam nmarcheeren, onder het spelen van een ivekkende marsch en zich door de mas- kijkers heen naar het rechtervoetpad i om zich daar op te stellen, lim kwart over elf kwamen de Mi- ïr van Binncnwlandsche Zaken Mr. en de Commissaris der Koningin Jhr. Kamebeek aan, begroet door deu Bur in eester, de heer Droogleever Fortuyn, Wethouders en de Directie van Ge jentewerkcn. L)p datzelfde moment bijna begonnen derdeel had uitgemaakt, maar die, hoewel noodonlossing, toch een gebeurtenis van bui tengewoon groote beteekenis was. Dit is, zlide Spr., het begin van een betere ver binding tusschen die beide deelen, en komt het verkeer te water en te land beide ten goede, terwijl deze verbetering oois voor de omwonende neringdoenden van groot gewicht is, die nu voor hun lange wachten worden beloond. Aan het slot van zijn korte speech noodigde hij de Minister uit de brug voor het verkeer open te stellen door het groen-wit-groene* lint, dat er nog vóór gespannen was, door' te knippen. Minister Kan antwoordde met en- kole woorden van gelukwensch aan het adres van Rotterdam, van wier energiek leven de totstandkoming van dit prachtige werk een nieuw blijk is en verrichtte daarna de symbolische plccjfigheïd van de opening. Op dit oogenblik zette de muziek van „Hermandad" het „Wilhelmus" in, dat wel dra bijna overstemd werd door een oorver- doovend s oomfluiten-concert van in de Ko ningshaven liggende 'booten. Minister Kan knipt het lint door. De officieele personen voorop, werd nu de brug betreden en in beide richtingen be wandeld', waarna zich allen op het linker trottoir opstelden om gade te slaan hoe het publiek de nieuwe oeververbinding zou be treden. Vóór het daartoe kwam, werd de eer om he/t eerst over de brug te gaan vergund aan den oudsten inwoner i je officieele personen: v. I. n. r. onder anderen: lr. van Dunnée, Burgemeester ogleeyer Fortuyn, de Commissaris der Koningin Jhr. v. Karnebeek, Wethouder de Miyiister Kan, de gemeentesecretaris Mr. Smeding en de Directeur van Gemeente werken ir. Van Dijk. ee vliegtuigen, de vracht„kist" P-H. C en een anderhalf-dekkertje van da o-club snorrend en ratelend boven de lingshaven en de bruggen te cirkelen, nder leiding van Ingenieur L. J. van nnée, het hoofd van de afdeeling Brug- 3uvv van Gemeentewerken, werd dan de officieele personen naar het recht paviljoen gegaan, waar men langs de en trappen in den geweldig diepen der afdaalde om een indruk te krijgen het ondergrondsche en zelfs diep on den waterspiegel zich uitstrekkend eelte van dit grootsche stuk ingenieurs k. In het bedieningspaviljoen, links, d weer opgestegen en toen begaven al zich naar de plaats op het bruggen ld, waar de eigenlijke ingebruikneming plaats vinden, öe eerste handeling daartoe was, dat de ide reusachtige brugkleppen, die tot dus hadden opengestaan, werden neergela een werk dat in een ommezien gebeurd loen schaarden de genoodigden, waar der ook de meeste Raadsleden, zich in halven kring, om te luisteren naar de toespraak van den Bnrgemeoster de Minister. D« heer Droogleever Fortuyn ge agde van de beteekenis van deze ing uiknemlng als van een noodoplossin verbetering van de verbinding tusschu, beide gelijkwaardige deelen van Rot dam, waarvan ook de opvijzeling en "breeding van de Willemsbrug «en on- was, vriendelijk afscheid van den ouden heer en zijn familie, die per auto we'er naar huis werden gebracht en in het voorbijgaan vroolijk wuifde tot het officieele gezelschap. Dan lcwam de beurt aan Jan Publiek. De hekken werden weggenomen „Hermandad" stelde zich in marschorde op ■helt rechter voetpad op en trad met een vro<> lijk stukje muziek vooraan. De politie trachtte de massa te dwingen op het voetpad, maar ze-Jaalde. Een klein zwart hondje? draafde vooruit en was zoowaar het oerst, daarbij de Rotrer- damsche traditie handhavend, want iemand, die het weten kan, vertelde, dat toen Koning Willem III de Lecuwcnbrug opende, ook zoo'n brutale viervoeter Zijne Majesteit vóór Even later s het en als „Hermandad" zijn rondgang had ge ëindigd, en weer, gevolgd door oen groote troea burgers, aan de Van der Takstraat was verschenen, zag men de eerste vrachtauto'* de brug over rijden: een wagen van de Oranjeboom, volgeladen met biertonnen, opende de rij, „Blue Band" volgde. Weldra verschenen ook de fietsers en fiet serin netjes. Beleefd werd er door voorbijgangers „ge dopt" voor den Burgemeester en de ander" officieele personen Lang bleef liet nog ongewoon druk op de brug, in de Van der Takstraat en op het Stie'l'tjesplein, na helt vertrek der officieele menschee Deze vertrokken grpotcnideels naar de Burgerzaal van het Stadhuis, waar hen een noenmaal vereenigdc tot besluit van de voor het Rot terdamsche ltvcn zoo belangrijke gebeur tenis. Wij vernamen, dat o.a. de Burgemeester en de Minister op dat noenmaal het woord zouden voeren. Daar evenwel de bladen niet als zoodanig bij dit officieele maal zijn ee noodigd geworden. een feit, dat we oio' bevreemding constateercn kunnen we van h«: gesprokene geen verslag geven. „Hermandad" neemt muzikaal in gebruik. De voltooide brugbouw over de Konings haven is, zooals de Burgemeester bij de opo ning herinnerde, deel van een „noodoplos sing", waarvan het versterken en verbree- den van de Willemsburg het eerste, hot om hoog brengen van de Willemsbrug het twee de en het vernieuwen van de Kondnginne- brug het derde onderdeel was. Tot die „noodoplossing" is op 12 October 1923 door den Gemeenteraad besloten en de kosten van die werken werd in totaal ge raamd op 43,4 millioen gulden. Men zal zich nog wel herinneren, dat voor den nieuwbouw der brug een prijsvraag werd uitgeschreven, waarbij als een der hoofdvoorwaarden was, dat op een door- vaartwijdte van 50 M. minstens gerekend moesl worden, alsmede met een groote breedte voor het landverkeer en een snelle beweegbaarheid. Bij het beoordeelen van de resultaten der prijsvraag heeft het hoofdza kelijk gegaan tusschen dit eenigszins nuch tere werk van een basculebrug en een meer monumentaal-opgevati e hefbrug. De strijd zoowel voor als achter de schermen voor er. tegen deze ontwerpen is beslist ten gunste de inzending van M. A. N. en Grün en Bilfinger, die door Ir. A. H. van Rood werd omgewerkt Er is heel wat werk verricht moeten wor den alvorens aan den bouw kon begonnen worden. Eerst moest do hulpbrug gelegd en do oude brug en zijn peilers worden wegge- sloopt. De hulpbrug lag op 23 Juli 1926. Met het sloopen van de oude peilers ging een half jaar heen. Op 1 Januari 1927" werd met den bouw van de nieuwe brug begonnen. Er is dus ongeveer 2 Vfc jaar over het thans opge leverde werk gedaan. Was de onderbouw destijds gegund 1*4 millioen gulden aan de Ned. Aann. Mij. v/h H. F. Boers- ma, de bovenbouw werd uitgevoerd door de Vereinigte Stahl- werke Dortmunder Union, Abt. Briicken- bau te Dortmund, combinatie met firma Freund-Starke- hoffmann te Hirsch- berg voor het machi nale en de N.V Elec- trotechnische Indus trie v/h W. Smit Co. te Slikkerveer voor het electrisch gedeelte. De aan nemingssom bedroeg f 814.750. In totaal komt de nieu we brug, rekening houdend met de bij komende werken op plusminus 3V2 mil lioen gulden* de Koninginjj^brug INGEZONDEN MEDEDEELING. Kinderen vallen en bezeeren zich dikwijls, en het wiegekind heeft vaak last van roode of ge smette huid. Dit verzacht en geneest men met Doos 30, Tube 80 ct. PUROL Schoolnieuws. LAGER ONDERWIJS. WAT STERK OPVIEL. In het „Correspondentieblad" der Vereen, van Chr. Onderwijzers herinnert de heer J. Hobma er aan, dat bij het diamanten jubi leum ter receptie zoo sterk opviel, „dat zich algemeen verblijdde in het feit, dat geen verschil van opvatting omtrent Schrift en Be lijdenis scheuring heeft gebracht in onze Vereeniging. „Telkens en telkens weer werd dat uitge sproken. door Ned. Hervormden van rechj;sehe en linksche richting, door Gereformeerden van verschillend verband, door Lutherschen met of zonder toenaam, enz. Het is me een behoefte", aldus gaat de heer Hobma voort, „dat eens meer bepaald naar voren te brengen, om dat zoo velen het naar voren brachten: omdat het meermalen werd gememoreerd met een min of meer uitgesproken verwijzing naar het Hoogepriesterlijk Gebed, omdat het altijd weer als iets schoons werd opgemerkt. „Natuurlijk vraagt men zich af: hoe is dat toch zoo? „En dan geloof ik, dat de gedachte ir.flu- enceert: wij werken allen aan een School met den Bijbel, aan een Christelijke School, en dat op zich zelf spreekt reeds, van een gemeen schappelijke keuze, een eenparig streven, een eendrachtig bedoelen. „Er kan veel onderscheid wezen in opvat tingen van allerlei aard, maar wie de kin deren van ons volk willen brengen aan de voeten van den Heiland, die zijn één. Die moeten één zijn, en één blijven." Moge het zoo blijven. ZELDZAME WAARDEERING. Van een niet alledaagsche waardëering jegens de onderwijzers en onderwijzeressen onzer Christelijke Scholen vinden we de uiting in „Het Onderwijs", orgaan der Vereen, van Hoofden van Openbare Scholen. De redactie van dit blad wijdt een artikel aan het gevierde diamanten jubileum der Vereen, van Chr. Onderwijzers en schrijft o.m. het volgende: „De opgewektheid in den kring der feest vierende broeders ware allicht minder groot geweest, indien de door den Voorzitter gecon stateerde opbloei der Vereeniging had moeten worden toegeschreven aan gunstige omstan digheden, aan 't gelukkig toeval. Maar daar van was hier geenszins sprake. Ook de buiteu- wereld weet wel, dat er door de voorstanders van 't Christelijk Onderwijs zware offers zijn gebracht, dat ze met veel tegenkanting hebben moeten kampen, dat er veel strijd is moeten gestreden worden en veel leed geleden, eer de gelijkstelling, die men wenschte te ver krijgen, ten slotte bereikt was. „Terugblikkend in 't verleden zag men een schare mannen en vrouwen, armoede en gebrek trotseerend, zich wijden aan de zware taak, die hen had geroepen; zag men hen moeizaam optrekken tegen den hoogen berg, van wiens top zij thans mogen overzien een weelde van scholen, een bloeiende schoollitte ratuur, die voor geen andere behoeft onder te „En ómdat wij, zü 't dan van den buiten kant, de moeilijke dagen van 't verleden heb ben aanschouwd, hebben wy kunnen mee leven met de woorden van voldoening, de woorden van dank bovenal, die er opgingen uit dezen Christelyken kring, door de radio werden verbreid over de Nederlandsche gou wen. en wij hebben met belangstelling in de bladen gevolgd datgene wat de radio ons onthield." WAAR GAAT DAT HEEN? We hebben eenigen tijd geaarzeld, de hier onder volgende mededeelingen verder door te geven. Verbreiding van sensationeel nieuws beeft een zeer gevaarlijken kant. En zeker óók, wanneer het ons Christelijk Onderwijs betreft. Wanneer hier en daar een misstand mocht worden aangetroffen en daaraan pu bliciteit gegeven, zijn uitteraard onze tegen standers er als de kippen bij, zulke geval len te generaliseeren en uit te buiten. En ook in eigen kring wekken we niet gaarne onnooclige ongerustheid. Maar 't kan ziin, dat 't toch noodig is. Wie maar onbezorgd wil voortwandelen door het leven, gelooft graag dat immer alles goed gaat. Doch wie werkelijk een zaak als liet Christelijk On- derjyijs liefheeft, let op of haar ook schade kan worden toegebracht Dezer dagen raakten de pennen in bewe ging over een boek, waarin verhalenderwijs een wantoestand op een Christelijke inrich ting voor Middelbaar of Voorbereidend Hoo- ger Onderwijs geschetst wordt Wij kunnen niet op dat verhaal ingaan, al willen we gaarne aannemen, dat de schrijver het met zijn teekening ernstig meent En nu vinden we in het Chr. Schoolblad „Onze Vacatures" door een inzender-onder wijzer de volgende „gevallen" bij het Chr. Lager Onderwijs vermeld: le. Een pas benoemde onderwijzeres aan een Chr. School kwam voor 't moeilijke ge val te staan, dat ze Bijbclsche Geschiedenis moest vertellen. Om zich te kunnen voorbe den leende zij een Bijbel bij den dominee. Zij zelf had er geen. 2e. Een hoofd van een Chr. School beweer de, dat een Chr. onderwijzer zeer goed lid van de S. D. A. P. kan zijn. 3e. Een collega, onderwijzer aan een Chr. School, noemde gansche stukken van het Oude Testament onzin. Andere gedeelten oordeelde hij meer geschikt om te verschij nen in boekjes van Callenbach. 4e. Een tooneelvoorstelling op Zondag werd bezocht door meerdere onderwijzers en onderwijzeressen van Chr. Scholen. Ker mis eveneens. Tot zoover de mededeelingen. Ze zijn bijna niet te gelooven. Of zelfs in 't geheel niet te gelooven. En toch hebben we geen doorslaande re denen, nog minder bewijzen, om het mee gedeelde als „valsch". als „laster", te be lhouwen. Dus zouden we die moeten accepteeren als „gevallen", die voorgekomen zijn. En kele feiten dus. Stellig hooge uitzonderin gen. Geen algemeene verschijnselen. Maar is het dan al niet erg genoeg? Meer dan erg? 't Is in één woord gezegd, ont zettend! We schrikken ervan. Onze Chr. Schoolvoreenigingen moeten terdege wakende zijn. En onze Chr. School besturen daar zijn ze Bestuur voor! moeten hun heiligen plicht kennen en na komen. Neen, bij de benoemingen van onderwij zend personeel kunnen de Schoolbesturen niet te nauwkeurig Lnfonneeren en niet te secuur zijn. Steeds, en óók in onzen tijd, moeten we voor elk gevaar dat het Chr. Onderwijs bedreigt, op onze hoede rijn. Daarom hadden we tenslotte vrijmoedig heid het bovenstaande te pubiiceeren, HET CLOVENIERSGILDE TE SCHERPENISSE. DOOR J. M. DROOGENDIJK. DOEL EN INRICHTING VAN HET GILDE. DE SCHUTTERS. De rechten en plichten van het lidmaatschap. II') De Stichtingsoorkonde van het Clove- niersgilde dateert, zooals we reeds zagen, van 7 Maart 1594. Dit stuk is het eenige geschrift, dat uit vroeger tijd bewaard is gebleven. Het geheele archief is verdwe nen. Ook de oorkonde is lang zoek ge weest. In 1840 werd ze door den oudheid kundige J. Was teruggevonden. Thans be rust ze bij den Boekhouder van het gilde. Door het ontbreken van deze beschei den zijn we met de verschillende weder waardigheden der instelling al heel slecht op de hoogte. Omtrent de schuttersfeesten weten we zoo goed als niets; evenmin is het bekend, of de schutters wel eens daadwerkelijk zijn opgetreden. Ook vragen we ons tever geefs af, hoe het mogelijk is, dat een in stelling, door een Oranjevorstin opgericht, in de woelige dagen van de revolutie op het eind der 18de eeuw maar kalm kon blijven bestaan. (foto den Boer. Middelburg.) De zilveren adelaar met de zilveren schilden. Dank zij de stichtingsoorkonde zijn we althans omtrent doel en inrichting van het gilde goed ingelicht Laten wij ons daartoe dus bepalen, om daarna te zien, hoe het gilde thans is samengesteld en aan welke oude gebruiken nog de hand gehouden wordt. De oorkonde bestaat uit 19 artikelen en draagt de handteekening van Maria: Het opgehechte zegel is, jammer genoeg, ver loren gegaan. Slechts enkele sporen van rood lak duiden den vorm en de grootte er van aan. De aanhef luidt aldus: „Maria, geboorne Vorstinne tot Orangien Gravinne van Nassau, Catzenellebogen. Dietz, Vianden, Van Bueren. Leerdam, en Vrouwe van Breda, Limbergen, Diest, Van IJsselsteijn, St. Martensdyck, Scherpenis- se, Beverweerde en administratrice der goederen van den Hooggeboren ons9en ge liefden Broeder Ileere Philips Willem, bij de gratiën Godts Prince van Orangien, Grave van Nassau, Bueren, Baron van Breda, Limbergen etc. alle dengenen dijen dese tegenwoordige sullen sien oft hooren lesen, Saluut, Doen te wetene, dat wij ter oitmoedige bede ende versoecke van Bailllu (Baljuw), Schoute ende Schepenen onsser heerlicheyt van Scherpenisse voors. ende tot Letere versekeringhe ende beschermen isse van den ingesetenen ende inwoonderen aldaer in dese tegenwoordige conjuncture des tijts1), naer voorgaenen rijpe deliberatie") van Raden gestelt ende geordonneert heb ben, stellen en ordonneren bij desen eene Confrerye') oft gilde van Cloveniers4) binnen den voorschr. onssen heerlicheyt van Scherpenisse in der manieren ende op den conditiën, poincten ende arbicuten hier naer volgende. Oorspronkelijk bestond het gilde uit 56 manschappen. De eerste maal werden ze gekozen door Baljuw, Schout en Schepenen, uit de dorpelingen, die „bcquam en van cer- lycke geboorte" waren. Bedanken voor deze onderscheiding ging niet. Wie gekozen werd, was verplicht lid der „Confrairo" te worden, en moest bij eede beloven de Gravin getrouw te zijn en de heerlijkheid met de wapenen voor te zullen staan en te zullen bescher men. De schutters moesten tusschen de 28 en 60 jaar oud zijn, terwijl, waarschijnlijk om niet te veel werkkrachten aan denzclfden kring te onttrekken, uit één gezin slechts twee personen lid konden zijn. Het Bestuur werd gevormd door zes per sonen: een Overdeken, een Deken en vier Gezworenen. De Baljuw was krachtens zijn ambt Overdeken. Hij koos uit de 56 leden de overige bestuurders. Ieder gezworene had dertien schutters onder zich. Zulk een groep droeg, evenals in het leger, den naam van rot. Onderlinge kwesties in een rot werden door den gezworene met de rotgezellen zelf beslecht Eventueele straffen werden even eens door het rot bepaald. De gestrafte kon bij de Deken en ten slot te bij de Magistratuur in beroep komen, maar liep dan gevaar, als het een geldboete betrof, dat deze verdubbeld werd. Boete werd bijv. opgelegd, wanneer De kens en Gezworenen „omme gingen" en be vonden, dat de wapens niet goed onderhou- Het «erete stuk stond in ons blad van gister. ln deze tijdsomstandigheden. besprekingen. broederschap. Cloveniers, of oorspronkelijk Kluve- niers, waren soldaten, bewapend mot klu- veurnes, een in 1594 reeds verouderd ge weer. Musketten en roeren waren er voor tn de plaaU gekomen. Dorp&beetuuA den werden, of er een tekort san lood, kruit of lont was. Op het eerste stond een boete van 60 op het laatste van 30 cent. De bewapening was tweeërlei, met 'n mus ket of "n roer, „naer dat se bequam sullen be- bevonden worden ofte de wapenen sullen con- nen becostigen". De musketdragers moesten in het bezit zijn van een kruithoorn, drie pond gegoten lood, twee pond buskruit en jsen pond lont. Die met een roer gewapend waren, konden met de helft dezer hoeveel» heden volstaan. Verder moesten allen nog in het bezit zijn vah een rapier, dat „eerlijk ter zijde" moest hangen en een uniform. Dit alles moest door de schutters zelf b» kostigd worden. Uit ieder rot werd een zwaardveger ge» kozen. Dit was de eigenlijke militaire aag voerder, De gezworenen hadden meer een administratieve betrekking. Ten slotte was er ook nog een schutter, die de functie van Vaandeldrager vervulde. Op de wapenschouwing, die ieder jaar on verder zoo vast, als de Gravin inschreef gehouden werd, mocht niemand ontbreken, tenzij men ziek was, of ten minste acht dagen te voren over het water gereisd waa. De ^opschotc", het schieten na'ar de papa gaai, mocht slechts éénmaal per jaar ga houden worden. Dit feest zal ongetwijfeld plaats gevonden hebben op den „Schutters» hof', een bij de kom der gemeente gelegen kleine weide, die nog steeds het eigendom van het gilde is. Het duurde echter niet minder dan 3$ jaar voor het eerste schuttersfeest gegeven werd. Dit is ons bekend door de aanwezige heid van een stuk „gemaeckt silvers", dat de schutterkoning aan het gilde moest schenken en minstens zes ons moest we zen. Do tweede „opschote" vond plaats in 1G32. Het toen door den Koning geschonken bewerkt zilver is eveneens nog in het beztt van het gilde. Boide stukken zijn kwadraat- vormige platen ter oppendakte van een vierkanten d.M. Met zilveren kettingen zijn ze verbonden aan een gekroonden, eveneens van zilver vervaardigden adelaar. Op d® eene plaat is gegraveerd: Marinus Baeck 1630, eerste Coninck te Scherpenisse. Ver der zijn er twee gekruiste musketten op aangebracht, terwijl dc achterzijde het wei» pen van Maria van Nassau draagt. De twee de plaat is geheel gelijkvormig aan de eerst^ maar draagt den naam van Jan Maiiniss® van der Burcht als Koning. Naast de verplichtingen, die het lidmaat schap van het gilde meebracht, stonden ook eenige voorrechten. In tegenstelling met de broeders van andere gilden, die aan de „op schote" deel namen, konden zij niet beboet worden. Verder waren zo vrij van alle ac cijns op wijn en bier op hun bijeenkomsten gedronken en ontvingen uit „des Heeren ac cijns" jaarlijks „acht nobels van aebt schel lingen groot Vlaams" (ongeveer f 19.20). Bo vendien kreeg ieder Clovenier twee veerte- len (40 kg..) „schoone tarwe" van den Grate- lijken molen en had Maria hun het recht go- schonken éénmaal per jaar te mogen via- schen in „Onze Visscherijen". (foto <ïen Boer, Middelburg.* De oude gilde vlag, in 1863 aan ZM, Koning Willem UI geschonken. Ieder Clovenier moest bij intrede in het gilde f2.40 betalen. Stierf een lid, dan waren zijn erfgenamen eveneens verplicht als „doodtnobcl" f2.40, of zijn wapens aan het gilde te schenken. Bij overlijden van de echt- genoote van een schutter, was f 1,20 verschub digd, voor kinderen maar 60 cent. Daar stond tegenover, dat de schutters van het rot, waar in het versterf plaats vond, op een boete van 40 cent, verplicht waren het lijk „ter eerd® te draegen", terwijl de geheele Broederschap met haeren paluere (uniform) ofte mantel de lijkbaar moest volgen. Wanneer een Clovenier door verarming niet meer bij machte was, de tamelijk hoog® uitgaven aan het lidmaatschap verbonden, te bekostigen, kon hij op verzoek ontslagen worden. Wie zich onbehoorlijk gedroeg en b.v. bij herhaling de Dekens of den Koning ,quade, leelycke spytige woorden" toevoegde^ kon van zijn lidmaatschap vervallen ver klaard worden. Men noemde dit „verbeuren met den monde". „Verbeuren met handen" vond plaats, wanneer een lid b.v. wegen® diefstal of vechtpartijen uit de Broederschap werd gestooten. De maand Mei was aangewezen voor d® jaarlijksche vergaderingen. Dan wtfrd het Bestuur vernieuwd, verslag over de gebeur tenissen van het afgeloopen jaar uitgebracht en werden ook de boeten geïnd, die vervol gens gelijkelijk onder de broeders verdeeld erden. Hiermede hebben we het voornaamste van de oorspronkelijke inrichting van het gil de meegedeeld, in ons derde en laatste stuk zullen we zien, wat er nog van do oude go- bruiken is gebleven. MEER DAN 30 JAREN IN HET GEVANG. De Vijlde Kamer der Rechtbank te Am sterdam heeft uitspraak gedaan in de zaak an den 66-jarigen recidivist, die terecht heeft gestaan wegens de brutale poging tot in braak in een kamer der woning van den chef van het Centraal Station. De Rechtbank legde verd. vier Jaren gevan genisstraf op o.m. overwegende dat verd. een gevaar voor de maatschappij is en daaruit voor gcrulmen tijd dient te worden verwij derd, Verd. heeft two® ®n dertig Jaren van zijn lam la da f® vangen ia doorgebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5