VOOR DE VROUW
-j i -ȟ r.o-vj
BBBBIEnsslg^aËSiSagtsir
HUISHOUDING EN KEUKEN
No. 2i. - JAARGANG 1929
HET JONGE MEISJE.
Be opleiding voor het huishouden
kan de eerste jaren het best bij de
moeder thuis geschieden.
En dan 9preken we nog niet eens over de
gevallen die toch ook heel goed mogelijk
zijn, dat men de moeder eens heeleuiaal
voor een hcclen of halven dag vervangt, zoo-
dat zij er ook eens uit kan.
Het is mij, in den tijd dat ik nog onder
wijzeres was, wel eens overkomen, dat een
kind, dat 's morgens had verruimd, op de
vraag „waarom" antwoorddde: me moeder
was ziek en toen kon ze geen boterhamme
ons snije. ('s Middags was de moeder
weer „beter" geweest).
„Maar je vader dan?" vroeg ik.
„Me vader kan dat niet, die is schoenma
ker".
Die vader was een thuiswerkend schoen
lappertje, die je in een klein hokje aan de
straat steeds zag zitten en ze woonden
vlak bij de school. Zou dat nu zoo'n heksen
werk voor die man zijn geweest, om te zor
gen dat de kinderen dien morgen toch op
tyd waren weggekomen?
Hij was „schoenmaker".
Maar als hij leider van een groote onder
neming was geweest en, stel de mogelijk
heid: op een morgen zijn vrouw ziek. de
kinderjuffrouw en dienstboden allen ziek of
afwezig geweest waren dan zou hn
hoogstwaarschijnlijk wèl boterhammen voor
«le kinderen hebben kunnen snijden om te
torgen dat zij tenminste geen school hoefden
le verzuimen
Mij overkomt het vaak, als ik van lezeres-
Ben die hartroerende brieven krijg, waarin
loo geklaagd wordt over het harde sloofle-
ven dat zij leiden en dat dan uitvoerig
wordt beschreven en hoe zij „voor alles al
leen staan", dan komt vaak de wrevelige
gedachte bij mij op: maar de man in zoo'n
huis doet die clan nooit wat? Want ook ai
ls hij zelf niet handig genoeg, dan kan een
vader nog zoo heel veel tegemoet komen,
door geregeld de kinderen te dwingen dat
«ij wat harder voor de moeder loonen. Nu
moet men ook hier niet generaliseeren en
denken dat ik wil beweren dat het altijd en
overal zoo gaat, integendeel ik weet ook
wel, dat er gezinnen zijn waar, wanneer de
moeder een meisje toestemming geeft om
nog wat buiten te spelen, juist de vader zegt
nee, je kan beter eerst moeder nog wat hel
pen.
Maar bij alles wat ik zoo hoor en lees in
vertrouwelijke brieven, hij wat ik gezien
heb, toen ik in mijn onderwijzeressentiid
veel in arbeidersgezinnen kwam, meen ik
toch te mogpn zeggen, dat, juist en vooral
in de groote gezinnen man en kinderen vaak
'einig heseffen, hoe onnnodig veel werk
Uitsluitend voor moeder blijft staan.
Daarenboven zijn er dan nog een massa
gevallen waarin de moeders schrijven (of
zeggen): „och, mijn man is goed genoeg, die
wil me met alle plezier wat helpen als ik
het erg druk heb, maar wanneer je dan ziet.
hoe zielig onhandig het gaat, wat een moei
te het kost, hoe lang het duurt, en hoe onge
lukkig het dan meestal nog uitkomt, dan
zeg je toch tenslotte vanzelf weer, och ik
kan het bost. nlleen afmaken".
Maar juist déérom is het, dat we er nog
eens op wiizen willen, dat het zaak is, ook
jongens te lecren de handen uit de mouwen
te steken thuis.
Want die onhandige mannen, die zoo
graag willen helpen, maar niet kun
nen. hebben het in hun jeugd nooit geleerd.
Zij staan er net voor, als meisjes die in haar
Jeugd niets deden dan studeeren of zich uit
sluitend bezig hielden met een bepaalde,
eenzijdige beroepsarbeid, ent nooit hielpen
bij huishoudelijk werk. Maar deze Inatsten
hebben toch altijd nog voor, dat zij als
vrouw een zekere aangeboren geschiktheid
er voor hebben, welke altijd, al is het nog
zoo laat, met ernstige wil weer is op te ha
len en verder te ontwikkelen.
Want niet alleen de vrouwen, die later
aan het hoofd van een huishouding komen
te staan, ook de zoogenaamde „werkende"
vrouwen, die men ziet dit steeds meer ge
beuren liever in plaats van „en pension"
m of met zusters of vrouwelijke colle
ga's gaan samenwonen komen telkens in
haar later leven te staan voor den eisch,
$'at huishoudelijkcn arbeid te kunnen ver
zetten. En do gestudeerde vrouw van tegen:
woordig voelt daarbij maar al te vaak een
tekort in haar opvoeding, waarvoor de moe
ders van heden haar jongere dochters mo
gen behoeden, juist omdat het hier een
noodzakelijkheid geldt, die in de toekomst
nog wel veel dringender zal gaan wegen.
Daarom herhalen we hier nog eens, wat
we reeds meermalen oomerkten, dat alle
teekenen er op wijzen, dat in de naaste toe
komst huishulpen steeds duurder en zeld
zamer zullen worden. Zoodat in normale
gevallen, waar nu de middenstan^svrouwen
gewoonlijk nog een dagmeisje, een vaste
dienstbode, of allebei kunnen hebben,
een paar tientallen jaren verder, die huis
vrouwen het hoogstwaarschijnlijk zonder
lullen moeten stellen.
Reeds jaren terug was dit te voorzien, en
Jn het buitenland is dan ook reeds over 't
geheel de toestand zoo geworden, maar Ne
derland verkeert nog ecnigszins in een uit
zonderingsgeval, doordat wij in e:i vlak né
den oorlog zooveel Duitsche hulpen'kregen,
die handig veel werk verzetten konden
over het geheel, en ook goedkoopcr en voor-
deeliger (door de mindere vrije tijd) waren
dan vele Hollandsche. Bovendien was hier
niet, ais in do oorlogvoerende landen een
tekort aan mannelijke werkkrachten, maar
eer het omgekeerde, zoodat weer meer
meisjes er toe overgingen een werkkring te
zoeken in de huishoudens. Zoo werden toen
juist de tekorten weer voor jaren aan
gevuld.
Dit zal echter niet altijd duren, en er zijn
reeds teekenen genoeg die er op wijzen dat
het al weer moeiliiker gaat worden. In de
naaste toekomst zal het er dan ook steeds
méér om moeten gaan, dat de a.s. huisvrouw
leere, niet in de richting van meerdere (be
taalde) hulp, de oplossing van het werk
probleem te vinden, maar in economi
scher werkwijzen, en Draktiseher inrichting
van woning en huishouding. We komen op
deze dingen nog wel eens meer in het bij
zonder terug. Voor heden wil ik alleen nog
even overnemen een stukje dat ik vond in
het maandblad der huisvrouwenvereen.
„Een hulsvrouw schrijft aan „Het Va
derland" over de dienstbodenkwestie o.a.
het volgende: Ik twijfel geen oogenblik
of deze netelige kwestie zal zich vanzelf
in de toekomst oplossen en wel op deze
wijze: do huizen en de huishoudingen
moeten zoo worden ingericht, dat elke
huisvrouw dcsvcrkiczcnde al haar eigen
werk zelf kan verrichten. Dit is niet zoo
onmogelijk als het schijnt; welke beden
kingen men ook moge aanvoeren, geen
weegt zoo zwaar als de tegenwoordige
meer en meer onhoudbaar wordende toe
stand. Er is in een huis geen enkele bezig
heid of werkzaamheid, die niet door de
huisvrouw zelf kan verricht worden.
mits zij dat van jongs af leere en er een
studie van make al het overtollige af te
schaffen en zich het voorkomende zoo
gemakkelijk mogelijk te maken. Welk
een enorme besparing van koeten zou dit
zijnl Men rich te in elke stad overdekte
markten op, waar men al het benoodigde
zelf kan gaan koopen en houde het mid
dagmaal niet later dan te 1 uur; men
richte de keuken naar den ouderwet-
schen trant meteeen tot eetkamer in; men
late koopen groenten en aardappelen
schoon of geschild (wij krijgen ons brood,
onze kaas en nog veel meer immers ook
wel kant en klaar); men houde zich in
één woord niet op met allerlei werk, dat
best buitenshuis kan geschieden, zooals
naaiwerk, wascli be reddering en velerlei
meer; men kicze keukengereedschap,
waar weinig of niets aan te onderhouden
is (ik noem slechts de blauwe geëmail
leerde pannen) en men richte elk onder
deel .het geringste zelfs, met studie zoo
in, dat er zoo weinig mogelijk onderhoud
aan is. wat niet door dameshanden kan
verricht worden cn dan zou ik wel eens
willen weten, waarvoor de dienstboden,
die onze gezondheid cn onze beurs rui-
nceren, noodig zijn. Tegenwoordig loeren
de meisjes van alles, waarmee zij niets
te maken hebben. Dat eindelijk de oogen
van de verstandige menschcn eens open
eaan en dat de toekomstige vrouw en
moeder leere datgene, wat de natuur zelf
eischt, dat zij weten moet, en dat even
eervol, even mogelijk cn even belangrijk
is als eenige taak van eenig manl"
Dit stukje, dat zoo duidelijk de sporen ver
toont van te komen uit een warm en overvol
hart, zal ik zeker niet van A. tot Z. beamen.
Imni rs zullen er altijd huisvrouwen overblij
ven, die beslist hulp noodig hebben. En zeker
zij, die ander werk verrichten, dat geld uit
spaart of waar zelfs geld mee verdiend wordt
(zooals bijv. naai- en borduurwerk enz.) zul
len de hulp van anderen noodig blijven heb
ben. Maar die mogelijkheid zal er dan ook
te beter zijn, wanneer niet meer letterlijk
iedereen huispersoneel wil hebben. Het
dienstbodenvak kan dan behoorlijk geregeld
worden zoowel wat loon en arbeidsuren be
treft, alsde arbeidsprestatie, de geschikt
heid cn routine van dat personeel.
Juist het feit, dat iedere huisvrouw die het
maar een beetje druk heeft, ook dan, wan
neer zij het eigenlijk maar half betalen kan,
huispersoneel gebruikt, maakt, dat aan den
anderen kant iedereen, ook wie er eigenlijk
geen jota van verstaat, zich voor dit vak
durft uitgeven. En het zijn al weer de goe
den, die daar het meest door lijden, omdat,
wie eens een paar maal teleurgesteld werd,
nu allen over één kam scheren gaat. En dat
geeft dan weer klachten zonder eind en re
vanche van den anderen kant
In elk geval: of we er lang of kort over
praten, op alle manieren blijkt dit wel, dat
het in dezen onzen tijd hard noodig is, dat
moeders die haar plicht verstaan, haar kin
deren leeren, om bij voorkomende gevallen
thuis mee aan te pakken.
Het gaat er immers volstrekt niet om, dat
de moeders een gemakkelijk leventje zouden
krijgen, zoo'n vaart zal het niet licht loo-
pen met de hulp. Maar de enkele rustige
kwartiertjes die de huisvrouw ojj. deze wijn?
zou kunnen uitwinnen, weet zij "op alle ma
nieren toch wel in het voordeel van haar ge
zin te besteden.
Waar we bij den aanvang van ons artikel
het ei"enlijk meer In het bijzonder wilden
hebben over de opleiding tot huishoudelij-
ken arbeid van het jonge meisje voor
zoover die opleiding bij moeder thuis kon
plaats hebben daar zijn we nu door het
spreken over het meewerken van kinderen
in het algemeen wel een beetje van ons on
denverp afgedwaald.
Ik hoop, dat m'n lezeressen het willen
vergeven, ea kan, wat daar verder nog oyw.
te zeggen valt, dan volgende week in een
slotstukje geven.
AARDIGE SCHORTJES.
Voor meisjes en jonge vrouwtjes lnten
we hier nog een paar fleurige kleine schor
tjes zien, die allesbehalve „werkachtig"
staan, en toch vooral voor degenen die
het zwak hebben nogal eens te morsen, eon
goede bedekking geven bij kleine werkjes
on waar men zich gerust eens mee kan dur
ven vertoonen.
Hel eene bestaat uit twee stukken, een
eenvoudig recht bovengedeelte en een
derstuk dat geknipt wordt als bijna een vier
kant, de bovenste punt er af. Het schortje is
over de heele oppervlakte versierd met ap-
pliquè-werk, terwijl alle randen zijn afge
biesd met effen stof. Natuurlijk kan men
ook ineens gebloemde stof nemen voor de
schort, maar het appliquê-vverk doet veel
eigenaardiger aan, en men kan dan de
kleurencombinaties nemen zoo mooi als men
wil.
Het andere schortje, uit effen stof, wordt
als één geheel geknipt, heeft geblokte biezen
en langs den onderkant een breed* rand van
lichte stof, die met staande rijen van rijg
steken, op grooten afstand va nel kaar, is
versierd.
Up het puntzakje en onder den V-vormig
uitgesneden halsrand komt een zeer een
voudig patroontje van appliqué, een bloem
motiefje (cirkeltje met opgewerkte stralen
van donkerder kleur) en daaromheen drie
blaadjes uit donkergroene stof geknipt.
SPEEUURKJE.
Een aardige overall (speeljurk of speel-
schort) toont ons bovenstaand plaatje.
Men maakt het jurkje uit katoen
cretonne of effen en geeft het als ecnig»
versiering een platte kraag, manchetten, en
opgenaaide zakjes van effen wit, of shan
tung, wat het best uitkomt bij de andere
slof. De randen van die oplegsels worden
alle afgewerkt met een rij knoopsteekjes
van borduurkatoen, in rood of blauw.
Een vlug gestrikte das voltooit het geheel.
Om wat ruimte in het rokje te krijgen,
laat men twee plooien onder de zakjes uit
komen. Deze kunnen of apart aangeknipt
worden, in het rokje, of van den schouder
uit loopend tot onder het zakje dichtgestlkt
blijven. Met het oog op later eventueel „uit
leggen" bij harden groei, is dit laatste wel
aan te bevelen.
KINDERSCHORTJE.
„'n Schort als groote menschen", dat is
Iets wat heel kleine meisjes bijna altijd aan
trekt.
Het modelletje, dat we hier laten zien.
heeft een ap^ligue-vensiering, als we on
langs reeds bespraken hier: een paar cir
keltjes als bloempjes en daaromheen een
drietal groene bloemblaadjes.
Langs de taillelljn, waar het ruimere rok
stukje aan het gladde bovendeel is aangezet,
gaat een gekleurde bies die in schulplijn
tjes wordt opgestikt.
Schoudertjes zot men apart aan.
liet ruggedeelte van het schortje is gelijk
aan den voorkant, en de sluiting wordt dus
aan de zijkanton bewerkstelligd, met lint
strikken.
Het kindje kan dan het schortje zelf vast
maken, wat ze wel prettig vinden zal, cn
wat ook alles vóór heeft. Wie dat verkiest,
kan natuurlijk, om het gemakkelijker te
hebben, knoopsiuiting neincn, strikken
staan alleen wat fleuriger.
RANDPATRONEN.
Kruissteek, tuledoorstop, filethaakwerk,
wat men maar_doen wjl, met h'er afSe'
beelde rand- eïi hoek-patronen, moet men
zelf maar weten.
Wat wij geven is een aardig randje dat op
vele manieren als uitsluitend rechte rand is
te gebruiken en een sierlijke boek, die er bij
boort als men de rand om een vierkant
is J3
ISK3SSS"
ISSSn S R aUBM f
j "«.«...,.5
8 I!»;
.sS—sikI"—s-:"82!
i".s:n..3ss «sg:
JMM1R 2 San S 5
werkt In dat geval zet men de hoeken eerst t len, voor kinderjurkjes .(het haakwerk in
en werkt de rechte rand er daarna tusscbon kunstzij uitgevoerd of hef patroon in knus-
Niet alleen voor kleedjes, kussens, enz steek) kan deze patroonteeifening te pas ko-
maar ook voor passen van hemden, camiso-1 men. Bewaar ze dus maar.
VERZORGING VAN KAMER-
PLANTEN.
De Palm.
Reeds meermalen werd ons gvraagd naar
het verzorgen van kamerplanten, en dan
gaat het hier niet aan, daar in enkele zinnen
onder „correspondentie" voldoende inlichtin
gen over le geven.
We meenen daarom goed te doen nf en
toe de hehnndeling van de meest voorkn
mende kamerplanten wat meer uitvoerig op
te némen. Deze keer kiezen we daarvoor ds
palm (waarover de meeste vragen inkomen
en waarvan Y. in dè K. V. een uitvoerige en
duidelijke beschrijving gaf. Wat het verzor
gen en kweeken van kamerplanten aangaat,
is het zeker wel de palm, die daarvoor het
eerst in aanmerking komt.
Uit een decoratief oogpunt beschouwd, is
er zoo goed als niet een plant, die bij haar
vergeleken kan worden.
Ondanks de vele soorten, waarvan de
gtojÉwijze uileonloopend is, is er niet een,
ilieihiet sierlijk te noemen is.
Het is dan ook geen wonder, dat zij een
algemeene lievelingsplant genoemd m»w
worden, al neemt het niet weg, dat de ver
schillende doeleinden, vooral waar zij als
versiering dienst moet doen, niet altyd de
meest voordeelige zijn, om haar goed te doen
groeien.
Liefhebsters, die haar gaarne op zien
groeien als prachtplanten, zullen in het be
lang der planten haar dan ook de plaats
moeten geven, waar zij zich goed kunnen
ontwikkelen, wat niet altijd mogelijk is, als
zij hier of daar ter versiering in een vertrok
worden geplaatst, al is daar bij eene feeste
lijke gelegenheid niets tegen.
Over het algemeen wordt nog al eens
beweerd, dat palmen, vooral omdat zij uit
de tropische gewesten afkomstig zijn, niet
sterk zijn voor de kamer.
Dit is evenwel nietjuist, al zijn natuur
lijk alle kamers niet geschikt voor het kwee
ken van palmen.
De meeste moeite heeft men met palmen,
die men vrij groot krijgt of koopt, met het
doel, het een of ander vertrek er mede te
versieren. Niet alleen de standplaats, die zij
meestal krijgen, doch hun grootte is oorzaak
dat zij zich zeer moeilijk wennen aan het
vertrek. Meestal is dit een reden, dat zij
spoedig gaan kwijnen.
In dit geval kan men dan ook niet beter
doen dan zulke planten eenvoudig als ver
sieringsmateriaal te beschouwen.
Anders is dit met jonge planten, die men
dan ook hoofdzakelijk koopt om ze zelf groot
te brengen. Deze kan men alles geven, wat
\oor een goede ontwikkeling noodig ls, en
die is, zooals rnet alle mogelijke planten, al
zeer eenvoudig, als is het dan ook een kin-l
uit warme landen.
Het is evenwel niet de warmte, doch vael
meer een geregelde verzorging, die de plun
ten goed doet groeien.
Het is dan tijdens den winter, .{jat rit
meeste planten, dus ook de palmen. t}iet
veel noodig heben, daar haar rusttijd aanjs-
broken is.
Urn een gezonde plant te houden, hebben
zij daar heslist behoefte aan.
Die rusttijd duurt tot ongeveer Maart Tot
zoolang houdt men de palmen matig voch
tig, en plaatst ze goed in het licht doch niei
te warm. Een temperatuur van 55 is vol
doende. Zij mogen dan ook volstrekt niet
verpot worden en men geeft ze dan ook geen
mest in welken vorm ook.
Hoofdzaak is, de potten zoowel als de
plant zelf goed schoon houden en mochten
er nf en toe eens gele punten aan de bla
ren komen, dan knipt men ze tot het leven
de gedeelie er af, doch behoeft niet bang l->
zijn, dnt dit een bewijs is, dat de plant ach
teruit gaat.
Men ziet dus, dat palmen tijdens den win
ter al zeer weinig moeite en zorg verooria-
ken.
Begin Maart geeft men de planten, in
dien noodig een grooteren pot. maar dit
moet dan ook .beslist noodig zijn, «n dat is
als de pot volgroeid is met de wortels. IIei
boven den grond komen van de wortels is
geen reden om een grooteren pol te gev
Is het verpotten noodig, dan geeft men
pot, die een nummer grooter is, legt eerst
potscherven ou den bodem en vult de
verdere ruimte goed met voedznmen grond
aan, terwijl de, boven den grond gegroeide
wortels er niet onder behoeven geplant te
worden, daar deze groeiwijze een eigenschap
van de palmen is, die in de natuur geregeld
voorkomt
Als grondsoort kan men het beste gebrui
ken drie achtsten bladaarde, één achtste
verteerden koemest en een vijfde lekzand.
Is men in de gelegenheid, van een aardap
pelhandelaar droge klei te bekomen, dan
kan men daar nog een hoeveelheid van aan
het mengsel toevoegen, b.v. ook een vijfde.
liet is vooral nu een goede gelegenheid,
vooral als men een tuintje heeft, den grond,
dien men voor het verplanten van kamer
planten noodig heeft, klaar te maken.
Na het verplanten begint mch de planten
meer water te geven en plaatst men ze zoo,
dit kan, op een warmere plaats flink in het
licht, doch buiten de zon.
Op warme dagen laat men ze ook zoo
veel mogelijk van de buitenlucht profileeren
want lucht, licht en warmte, vooral als de
groeilijd aanbreekt, zijn de voornaamste za
ken voor den plantengroei.
Na verloop van een maand kan men ei
toe overgaan, ze elke week wat kunstmest
te geven. Men vojge daarvoor de gebruiks
aanwijzing, die op de verpakking voorkomL
De meest geschikte palmen voor de kamer
zijn wel de Chamaerop excelsa, Corypha Aus
trails. Phoenix Roebeleni, Kenlia, Forsteri-
ana en Coeas Weddellana. Alleen deze laat
ste mag geen grooten pot en moet geregeld
minder water hebben dan <ie andere soor-
STERELISEERPOMPEN.
Eenigen tijd geleden trof me in „De Kath.
Vrouw" een bericht, dat, nu de tijd van Ste-
reliscercn voor velen weer is aangebroken,
velen onzer lezeressen interesseeren zal.
Mocht er iemand zijn, die over het artikel
nog nadere bijzonderheden weet, dan zull-
len we die gaarne vernemen.
Op de llie Damesbeu rs, gehouden in het
R.A.1. gebouw te Amsterdam, trok aa. zeer
de aandacht een klein beknopt apparaat
dat in staat is den groot enomslachtigen
stereliseerketel met toebehooren te vervan
gen.
Het ls niet meer dan een lange gummi-
slang, waaraan men aan het ééne uiteinde
een zuigapparaat en aan het andere een
luchtpomp bevestigd vindt
Dit apparaat wordt gebruikt voor twee
verschillende doeleinden.
Do luchtpomp kan ook dienst doen als
waterdoorlaat cn spoelt, aan de keuken
kraan bevestigd, de conserveerflesschen zoo
lang en zóó krachtig door, tot ze geheel
schoon zijn.
Verder pompt zij, eveneens met de water
kraan, doch nu afgesloten, aan het uiteinde,
ile gevulde flessclien volkomen luchtledig,
zoodat de inhoud steriel is en de ringen en
deksels hermetisch gesloten zijn, zonder dal
de spijzen met heet water of met heete
lucht in aanraking behoeven te komen. De
constructie is eenvoudig.
Het zuigapparaat wordt tusschen 2 gum
miringen (die zich om den fleschhals hevin-
den) in geplaatst on zuigt door inwerking
stelling der luchtpomp den fleschinhoud
volkomen luchtledig, waardoor deze van
zelf steriel wordt Iedereen begrijpt onml-
dcllijk liet gemak van dit toestelletje.
De slang met pompje en zuiger kunnen in
een doosje opgeborgen worden.
ledereen begrijpt ook de besparing van
gas of een ander stookmiddcl, want er is
absoluut geen verwarming noodig.
Deze stereliseerpompen zijn van Duitsch
fabrikaat en naar ik meen Ih&ns nog niet
in den handel hier te lande.
Daar dit echter vroeg of laat (misschien
reeds spoedig) het geval zal zijn, is 't goed,
ze even in gedachten te houden, opdat men
er, wanneer ze verschijnen, de noodlge aan
dacht aan kan besteden.
Ter oriënteering diene, dat leveranciers
zijn: Schiltz en Schild, Breslou, Bohrauer-
slrasse 2S.
PRACTISCHE WENKEN.
net Kebralk vu crlndat bij de irwch.
Als middel om het goed le etQven gebruikt a
e «tof eentgszlns
se weer «ls nieuw mui.
nrna door een dun lapje, om le
tchterblljvon of kloi
<ken ln het goed k
nt men de oploaelm
Voor een blouse to ongeveer S gr. noodig.
°SPoel'het"kleed'lngs u k fn"d^vloeistof
HENRIETJE.
Henriëtje stapt kordaat
voor haar leeftijd en gestalte
door de overvolle straat,
en 't trippelt waar ze gaat,
tot ze stil te wachten staat
bij 'n halte.
Ze vibreert van ongeduld,
't la een schande, en de schuld
van de tram, dat zij moet wachten,
en ze maakt zich bijster boos,
nu ze merkt, dat al een pooe
iemand om haar lachte.
Na een kort en kloek beraad
gaat ze voort —'kloek van gestalte
door de overvolle straat,
en 't trippelt waar ze gaat,
tot ze wéér te wachten staat
bij 'n halte.
LAURENS v. d. WAALS»
Uit: Verzenboek.
ten «tien tijde
n wagen. Echter blijft
.nbevelenswaardlg om.
--obesrt, dat
i een traploopsr aJHJd een
dan noodig
lang i
lebben, dat de tnelk zuur
;n. wanneer u. zoodra u
n snuifje soda doorroert.
fruit, moogt ge er wel
r'vaifhet%uur*ta. altijd
alt hebben, dan wanneer
n kunt ge echoonmaket»
>nla op een doekjo en don
.ea tn meubelen moei man verschel
den keereo ovetpenseelen met petroleum. Dan
-U<te) pu-
D zult minder Iaat
wordt op warme anf
ln huls heeft, er e
l meekoken.
Keeren overpeneeeien mei
latjes vullen met (vloelb«*
geheel vernist.
RECEPTEN.
100 gr. geraspte kaas wordt vermengd met
100 gr. tarwemeel en 100 gr. grultemeel me*
gr. giet. een lepeltje zout en t» U melk. Hlcr-
Cestoofde Kalfspoulet.
Hiervoor neemt men 250 gr. kalfspoulet, 2S
Ir. boter. ZO tir. bloem. 1 eierdooier, ecnlge drup
els cilrucneap. S d.L. bouillon, een weinig zout.
n een ueelje fuell.
De poulel koken gedurende
i daarbt) i
foelie.
et
i bü.
ecnlge druppels
Magere Jultenne-soep met kaasballetjet.
Een soepbord vol fOagesncden soepgroente»
wofdt gaurgenioord In 100 gr. lichtbruin ge-
nraueh boter. (Indien de soep met tarwebloem
gebonden wordt, kau hiervan roetten 60 gr. mee
gebraden worden). Vervolgens wordt langz-iaia
L kaasbaUeges.
ai koken, pui
i gewasschen
er de schoongemaakte
j en het zout en laat
;ea Vervolgens wroft
do eue£ gebon
de boter of hot vet door.
Macaronipastei met ham*
i gaar koken In r
of beboterd p.vpie
in. te stroolei
reet van de kaaa en moot bruin laten
Vleetchschotel met aardappelpurée.
1 K G. aardappelen, 450 gr. vleeschresten. 1 ut.
t* theelepel kerry, 50 gr. boter of vet van Jua,
1 d.L. bouillon of Juaresten. plm. S d.L. nunc,
zout. nootmuskaat. pane<
i overige boter.
Warme tapiocapudding.
1 L. melk, 121 gr. tapioca. 16 gr. suiker. «O
gT. boter. 75 gr. rozijnen. 60
brengen, daurln de t
op een zucht vuur ganr
T af en toe In gerpord
boter. 1 lepel
ill.
lonachll aan dw
koken. tor-
Ala dc ta-
goed gowas»chcn ro-
btJ gevoegd, de sulke>.
klopte elerdoolei
geklopte eiwit.
Een blikken puddlngvt
isndelen. de boter, de
atUf
rerlge 1»
koken. Men presen-
'arme vanille- of
Croutons met eieren en kern
pell-n en overlsnr» In tweegr
hakken brood l«n<*n-erpl*e dl
den. deze In m'dden een v
dnama In kokend vet of In wi
kanten brnln bvkken. t FV
met de kerry en boter llrhtbi
hij de bloem voegen ei
Dit sausje merend S
:hrelepeltje ker
ten koken, deir
snijden Ven o.
F1Jn*.
den schotel echlkke
gieten en de reet r
Even voor 'f ond
andera
worden voorgedlend.
i. On elk et wat van de aaui
r>aar onlangs een lezeres een tealljka t
r hc-ft gehad met de gelatine-bchai
jor hardnekkig* vlekken In ho.
n. wijs ik nog eena in het bijzonder op
;rgls-
oling.
goed
klnde rnaplenei
i houtje rollen.