ZATERDAG 15 JUNI 1929 DERDE BLAD PAG. 10 DE ZUIDERZEEWERKEN. OORZAKEN DER OVERSCHRIJDING VAN DE RAMINGEN. Geen voldoende voorstelling van het werk in 1924. GEEN NATIONALE RAMP. In de M. v. A. aan de Eerste Kamer over 1de wetsontwerpen tot verhooging van de begrooting van het Zuiderzeefonds over lfttó tot vaststelling van de begrooting van het fonds voor 1921) en tot wijziging van de waterstaatsbegrootingen voor de genoemde jaren, zet do Minister van Waterstaat uit voerig uiteen, hoe het komt, dat de thans bekende kosten de ramingen van 1924 be langrijk overschrijden. Op zich zelf waren de cijfers, die toen maals verstrekt zijn, even betrouwbaar als van welk waterstaatswerk ook, terwijl er bovendien op werd gewezen, dat bij een too omvangrijk object, waarvan de uitvoe ring tal van jaren zou vorderen, kwalijk »ou zijn te voorzien: ten eerste of de wer ken wel alle op de geschetste wijze zouden lot stand komen, en vervolgens of die in derdaad voor de opgegeven bedragen kun nen worden gemaakt. Dat betrekkelijk spoedig zich belangrijke financieele afwijkingen zouden voordoen, moet, naar de meening van den Minister worden toegeschreven aan de omstandigheid, dat men zich geen voldoende voorstelling gevormd heeft, noch ook zich heeft kunnen vormen, van de schaal, waarmede dit wa terstaatswerk behoort to worden gemeten, en die, althans wat de dijkwerken betreft, bepaaldelijk is onderschat. In hetgeen aan dc opstelling van de be grooting van 1924 voorafging, immers het zoogenaamde beperkt werkplan, dat sinds 1920 in gang was, had men geen aanwijzing kunnen ontleencn voor hetgeen later volgde. Hieruit mag naar het oordeel van Minister niet worden afgeleid, dat het ver trouwen in ramingen, zooals enkele leden meenden, ook voor andere waterstaatswer ken geschokt is, evenmin dat er aan het op maken der ramingen niet voldoende zorg eou zijn besteed, terwijl ook een woord van protest tegen de opgemaakte begrootingen niet redelijk zou zijn. Verhoogde prijzen. Voor de overschrijding der ramingen kunnen voorts de volgende zaken worden vermeld: Sedert het jaar 1924 zijn verschillende prijzen belangrijk verhoogd en wel in de eerste plaats die van baggerwerken, welke een stijging van ongeveer 50 pet. ondergin gen, terwijl deze werken immers juist een overwegende rol vervullen bij de afsluiting coowel als de droogmaking. Ook de arbeidsloonen zijn op de werken omhoog gegaan, terwijl eveneens de prijs van vesschillcnde materialen is gestegen; die van cement tengevolge van syndicaat vorming met 80 pet, waardoor de prijs van beton, welk materiaal bij de kunstwerken de voornaamste plaats inneemt, met onge veer 25 pet is gestegen. Voorts is een tegen valler ondervonden bij het uitvoeren van het grondwerk voor de dijken. Bij de begrooting van 1924 werd uitge gaan van naar toenmalig Inzicht normale kosten voor elk dezer grondbedrijven. Toen evenwel de grooto grondwerken midden in zee, waarbij vaak een grondtransport tamelijk groote afstanden noodig is, in voering kwamen, bleek, dat elk dezer be drijven op zich zelf niet met volle econ< kon werken, omdat de bedrijven zich elkaar moeten aanpassen en naar elitair regelen en daardoor niet elk bedrijf met de daarvoor passende, meest economische snel heid Icon voortwerken, maar zich moest voe gen naar het tempo, waarin het dijks- licjiaam kon worden vooruitgebracht De kosten werden daardoor belangrijk hooger dan was geraamd. Technische basis proefhoudend. Do bedrijfsuitkomstcn zijn evenwel ge leidelijk gunstiger geworden en dit doet zich bij een werk van langeren duur als den afsluitdijk van de Zuiderzee gevoelen. Ove rigens is de technische basis, waarop het werk is opgezet, tot nog toe proefhoudend gebleken en heeft zich geen enkel verschijn sel voorgedaan dat aanleiding zou moeten geven om tot andere, meer kostbar© con structie en werkwijzen over te gaan. INGEZONDEN iEDEDEELING. De Minister becijfert ten slotte de totale uitgaven voor de droogmakingen op 495 raillioen gulden, welk bedrag nog 15 mil- lioen blijft beneden de geraamde waarde van de drooggemaakte gronden. Daarbij is echtor gaen rekening gehou den met de rente der gelden, welke voor elk der drie nog droog te maken polders moe ten worden besteed tot op liet oogenblik, waarop de gronden van deze polder hun normale cultuurwaarde zullen hebben ver kregen. Tot dekking van dezen rentelast zou gedurende 22 jaren een bedrag van rond 6y2 millioen gulden noodig zijn, welk bedrag dus blijft beneden hetgeen tot dek king van het tekort op den Noordwegpolder zal worden gestort Deze uitgave vormt, naar de minister meent, nog geen ondragelijke last voor ons land; men behoeft dus niet te voorzien dat het grootsche werk van de verdere droog legging der Zuiderzee voor ons land een go vaar zal worden wat de financiën betreft en op een ramp zou kunnen uitloopen. Ten slotte verklaart de minister dat hem niet gebleken is, dat aan de uitgevoerde constructies overdreven eischen gesteld worden en dat bij de Zuiderzeewerken op onverantwoordelijke wijze met de gelden van den Staat wordt omgesprongen, terwijl hij overtuigd is dat de samenwerking met de maatschappij tot uitvoering van Zuider zeewerken (M.TI.Z.) ook in financieel op zicht het belang is van den Staat AMSTERDAM. AMBTENAREN-REGLEMENT. Haast nergens viert het ambtenaren-regi ment zoozeer hoogtii, als op het terrein van de bouwverordening. Natuurlijk zijn ten slotte Burgemeester en Wethouders verant woordelijk, maar het is niet aan te nemen, dat deze weten, hoezeer het bouwen op alle wijzen wordt bemoeilijkt en bijna onmogelijk gemaakt. Wij hebben een bouwverordening. Een uit voerige herhaaldelijk gewijzigde en aange vulde bouwverordening, die zoo goed als on leesbaar is. Maar ze heeft dit voor, dat ze door den Raad is vastgesteld, dat zc valt der de publieke controle. Daarnaast hebben wij allerlei erfpachts- voorwaarden, waarvan de Raad officieel niets weet Ze worden, te goedertrouw, vast gesteld door den dienst van Publieke Wer ken, en ze gaan altijd boven de eischen van de bouwverordening uit Daarachter komen weer, eveneens buiten controle van den Raad allerlei oekascs den dienst van Bouw- en Woningtoezicht Of ze noodig zijn staat niet altijd vast, of ze voor ieder gelijk zijn, weet niemand, dat ze het bouwen duurder maken staat echter vast. In den regel schikt men zich in deze dwangpositie. Niet elke bouwer weet hoever hij kan gaan. Niet elke bouwer kan bij con flict een stagnatie van weken en soms maan den lijden. Maar ieder voelt dat er toch weg moet worden gevonden om bij geschil recht te krijgen, om de uitspraak voor een publiek college in te roepen. In sommige gevallen geeft art. 39 van de bouwverordening, recht van beroep op een speciale raadscommissie. En bij die geval len blijkt soms, hoe vreemd met de rechten en belangen der burgers wordt omgespron gen. I Zoo treft ons dezer dagen een geval van weigering eener bouwvergunning aan, den eigenaar tan een perceel aan den Middenweg Bij gewoon normale, laat ons zeggen „eer lijke" uitlegging der bouwverordening kan deze vergunning niet worden geweigerd. Waarom wordt dan de vergunning niet ge geven? De ambtenaar verklaart „omdat het Burgemeester en Wethouders niet past". De commissie is dan ook van oordeel dat B. en W. de mogelijkheid van weigering ontbreekt Ze acht dus het beroep van den gedupeerden bouwer gegrond en slelt don Raad voor het college van B. en W. uit te noodigen een nieuwe beschikking op de ge dane aanvraag te geven. Wij vertrouwen dat thans zal blijken, dat B. en W. buiten deze onverkwikkelijke ge schiedenis staan en recht zullen doen. HET MAG! B. en W. zijn nuchterder. De heer Polak (soc.-dem.) was ongerust. De Amsierdamsche Burgerwacht had in sa menwerking met het Roodc Kruis, een oefe ning gehouden nabij dc Hcmbrug. Daar waren dooden gevallen en personen bedwelmd geraakt door gifgassen, cLw.z. men had gedaan alsof, en nu moesten deze be dwelmde en gewonde personen vervoerd naar de ambulance, verbonden, en bij kennis gebracht. Dat soort oefeningen is meer gehouden, zelf hebben wij in de oorlogsjaren als lid van do transportcolonnc van liet ^.oode Kruis, wel eens een dergelijke practische oefening meegemaakt. Maar thans hadden aan deze oefening, die de heer P o 1 a k, in volkomen begripsverwar ring een oorlogsoefcning noemt, als figuran ten, ook leden van de padvindersorganisatie cn van het meisjesgildc medegewerkt, als pa- tiënten de jongens, als ordonnancen de me is jes. En de vereenigingen waarvan deze meis jes en jongens lid zijn, worden door de Ge meente gesubsidieerd! Dat is nog al zoo Kunnen B. en W. dat goedkeuren vraagt de heer Polak. En sterker nog, want wat geeft zulk goed- of afkeuring op zich zolf, willen I W. niet zeggen, dat het niet meer mag B. en W. zijn gelukkig iets nuchterder ge bleken dan de heer Polak. Ze coi teeren dat door deze jongens cn meisjes geen oorlogsspel is gespeeld. Dat men van oen practische toepassing van Eerste hulp bi; Ongelukken kan spreken. Dat ze hiertegen gteen bezwaar hebben. En dat ze het dus niet zullen verbieden Misschien is de heer Polak thans nog ongeruster geworden. Maar ook nu lijkt ons daarvoor weinig reden. Kerknieuws. GEOPENDE KERKDEUREN. Te Schoorl (N.-H.) zal, naar men ons meldt, voortaan het kerkgebouw der Ned, Hervormde Gemeente altijd openstaan. Zij die voor een korte meditatie of gebed zich in de kerk willen begeven, kunnen dus altjjd binnentreden. De Gemeente is vrijzinnig. ZIEKENTELEFOOX. De Commissie voor Ziekentelcfoon der GerefKerk van Rotterdam, deelt mede, dat bij wijze van proef D.V. 19 Juni a.s. des namiddags ten 4 ure een korte kendienst zal worden gehouden voor microfoon vanuit de Oosterkerk aldaar. CHR. CONGRES VOOR ZlEKENTELEFOON Op initiatief van Ds. J. A. Tazelaar en den heer A G Corbeth, leiders van de Ziekentele- fooncommissie der Geref. Kerk van Rotter dam, en in samenwerking met den heer P. K. Dommisse, leider der Ziekentelefooncommissie van de Geref. Kerk te Maassluis, wordt op nader te bepalen datum een Christelijk Con gres gehouden, waar de ziekentelefoon haar toepassingen ter sprake worden gebracht, en waar naast de oplossing van theoretische en praktische vragen het vraagpunt van lan delijke organisatie van Ziekentelefoonconunis- siën aan de orde komt. Da leiders van genoemde Commission en voorts allen, d'e mede wenschen te werken, gelieven vóór 1 Juli hun naam en adres op te geven aan Ds. J. A. Tazelaar, Bergweg telefoon 40S40, te Rotterdam. HUMOR IN DE PASTORIE. Er is een verhaal van een predikant-huis vader, schrijft Ds. .T. L. de Heer, Ned. Herv. predikant te Rotterdam, in de „Rott. Kerk bode", „die vermeerdering wachtte van zijn gezin. Hij had een sterk voorgevoel, dat hem een dubbelen zegen te wachten stond. Voor het geval, dat hij twee zonen rijker zou den, had hij zich bezonnen met welke namen hen te noemen. Den eerstgeborene zou hij Max hecten. En de andere? Wel, dat zou een Climax zijn!" GEREF. KERKEN IN ZUID AMERIKA. Het Comité vanwege de Chr. Geref. Kerk in Noord-Amerika voor den ai-beid in Zuid- Amerika zal op de e.v. Synode een medewer ker van Ds. A. C. Sonnevcldt te Buenos-Aires kunnen aanbevelen, gevonden in iemand die reeds in 1930 gereed kan zijn als predikant in de Hollandsche Kerk van Tres Arroyos en San Cayetano zoowel als arbeider op het Spaansche Zendingsveld op te treden. LIEFDE EN LIEF DOEN. Dr. J. II. Gunuiug J.Hzn., tie „Pniër- redacteur, die bij het klimmen zijner jarcu niet zijn nuchtercr. Kijk op het le\en verloor, doch integendeel dikwijls een van veel le venswijsheid gciuigeuci woord deed hooren, schrijft nu liet vtlgeude: Men kan ir eerlijk na jagen alle menschen, zc lis zijn Mjai.deii .lief 'e hebben, zonder zien geroepen te achten loi het onmogelijke: iiei te doen tegenover allen. Er z ij n toch men schen met wie een vriendschappelijk, laat slaan een broederlijke omgang onmoge- 1 ij k is. Dat geldL zelfs wel van menschen van wie gij u in gemoede verzekerd moogt houden dat zij den Heerc Jezus oprechtelijk liefheb ben. Ook onder hen zijn van die „querulan ten", van die „saggerijuige" menschen', met wie heuscli niet „te eggen of te ploegen" valt Die moet go kalm, zonder bitterheid of boosheid, maar rustig uit den weg gaan. Er zijn wel altijd lieve, brave, zoetelijke „vrien den", die zich dan geroepen achten u rnet alle geweld to „verzoenen", de „misverstan den uit den weg tc ruimen" en wedeiv.ijdsche „verklaringen" na te jagenach, dat geeft in den regel niemendal! Ik weet ook niet of het wel echte lof is, die op kerkhoven (de leugenplaatsen bij uitnemendheid menigmaal) nog ai eens ge geven wordt aan een doode (die er gelukkig niets van hoort), dat „deze mensch geen en kelen vijand heeft gehad". Als dat beteeeke- nen moet dat die doode met alle menschen „even goede vrienden" was, dan hoop ik dat men ton minste deze leugen niet aan mijn graf zal debiteeren. Ik ken helaas allerlei menschen, bij wie 't mij zóó moeilijk viel el kander blijvend te begrijpen en met hen sa men te werken, dat ik met een kalm gew ten zei: .laat t-ns malkaar nu maar verder met rust laten". God weet, dat ik het nooit heb gezegd met bitterheid en steeds met een gebed voor dez alken in mijn hart. Ook wist ik best. dat ook i k mijn lastige en doornige eigenschappen heb, en dat reeds bewaart je voor oi billijke hardheid. Liefhebben kan ik a 11 e n, maar lief doe en" geforceerde zoeteliikheden met allen wis selen, neen, dat gaat ïïovcn mijne kracht. HERSTELD EVANG.-LUTHERSCHE KERK. Het Hersteld Evangelisch Luthersch Kerk genootschap hield zijn 94ste Algemeene Kerkelijke Vergadering, waarop alle Genieen ten vertegenwoordigd waren. In het „Wartburg"-verslag vinden we meld, dat tot leden van het Moderamen gekozen werden: Ds C. F. Westermann, zitter; Ds A. Klinkenberg, secretaris; Ds J. C. V. van Bemmel, vice-voorzitter. Woorden van nagedachtenis werden gewijd aan wijlen Ds K. P. C A. Gramberg, Enkhuizen. Van belang was vooral het verslag van de Handelingen der Alg. Kerkelijke Commissie, omdat daarin rapport werd gedaan van d< werkzaamheden der afgevaardigden voor d( Commissie van samenspreking met de af ge vaardigden der Evang. Luth. Synodale Com missie. Had de Alg. Kerkelijke Commissie zich reeds eenstemmig met de conclusiën dezer Commissie van 6amenspreking vereenigd ook de Algemeene Kerkelijke Vergadering hechtte daaraan bij hoofdelijke stemming eenparig haar goedkeuring. Het voorstel van den Kerkeraad te Zwolle, om iedere gemeente ook die reglementair niet aan de beurt zijn door een tweeden afgevaardigde-gemeentelid met adviseerende stem te doen vertegenwoordigd zijn, werd overgenomen en zal dus volgens den regle- mentairen weg het volgend jaar in behande ling komen. De verslagen over de Kweekschool ter opleiding voor predikant en der (jjommissie voor de verspreide leden werden met belang stelling gehoord. CLASSICALE VERGADERINGEN. De ClassicaQe Vergaderingen in de Ned. Hervormde Kerk, die elk .jaar slechts één maal gehouden worden, zijn bepaald op den laatsten Woensdag van Juni, d. i. 26 Juni. Aan de orde komen- een acht) al door de Synode voorloopig aangenomen Reglemen'i wijzigingen: 1. Te schrappen uit het Alg. Regl. (art. 6 al. 5) de bewoordingen, waarin slaat, dat als een 'lid van het Class. Bestuur, tevens scriba- secundus zijnde, geroepen wordt den scriba te vervangen, diens secundus als lid hd; Class. Bestuur op!reedt. 2. Te bepalen, dat de diakenen minstens 23 jaar moeten zijn. 3. Te schrappen de 'bepaling, dat de aftn. ding van Kcrkeraadsleden gepaard gaat mei de bevestiging der nieuwbenoemden. De plaatselijke reglementen moeten dan deze zaak regelen. 4. Eenige redactiewijzigingen, ten doel hebbende duidelijk aan He geven wat reglo- mentair onder het predikantstractement moet worden verstaan. 5. Te bepalen, dat een- uit het ambt ontzet persoon ook binnen de vastgestelde vijf ja ren gerehabiliteerd kan worden, als de Alg. Syn. Commissie nieuwe feiten en omstan digheden daarvoor kan aanvoeren, die bij vroegere bekendheid tot een andere uit spraak dan ontzetting zouden hebben geleid. 0. Een nadere bepaling te maken in zake de persoonlijke Kerkvisitatie, waardoor meer verband tusschen bet werk der Class. Be sturen en de taak der Kerkvisitaties gelegd ordt. 7. Te besluil'en, dat de Pensioenraad be voegd is afwijkende bepalingen te maken, wanneer strikte toepassing van reglemen taire bepalingen tot onbillijkheid zou leiden. 8. Te wijzigen een artikel in het Regle ment op de Alg. Weduwen- cn Weezenbeurs. om verdere kwesties in de Ringen over de bepaling der 5 suppletfo in de vacaturen voorkomen. ZENDING. Zendingsdag. De Classis Amsterdam der Chr. Geref. Kerk heeft tegen Woensdag 26 Juni a s. in het Brongebouw te Haarlem een Zendingsdag georganr'seerd, onder le'd ng van Ds, W. Byleveld, aldaar. Voorts treden op: Ds. T. A. Bakker, IJmuïden: Openings woord; Ds. D. Driessen, Amsterdam-Oost: „Een groote Zendingsbelofte"; Ds. .T. L. de Vries, Bussum: „Om het eeuwig welbeha gen"; Ds. J. Drenth, Broek ep Langendijk: „Tot verlichting der heidenen"; Ds. K. G. van Smeden, te Haarlem-Schoten: „Wat doet gij boven anderen?" Ds. H. C. Binee, Zaandam: „Der heidenen apostel"; Ds A. M. Berkhof, Amsterdam-West: „Opstanding vrn opstan- digen"; en Ds. S. van der Molen, Lisse: Slot- UIT HET SOCIALE LEVEN. Tegenstand bij de arbeiders. Van arbeiderszijde deelt men ons mede: Sedert geruimen tijd worden er besprekin gen gevoerd tusschen het bestuur van den Mietaalbond (werkgeversorganisatie) en de hoofdbesturen van een drietal Metaalbewer kersbonden, t.w. Alg Ned Metaalbewerkers- bond (moderne), R.-K. Metaalbewerkersbónd en Chr. Metaalbewerkersbónd, ten einde tot een accoord te komen betreffende een lande lijk collectief contract voor de metaalindustrie. Het resultaat dier besprekingen, saamgevat in den vorm van een concept-collectief con tract, wordt een dezer dagen aan het oordeel van de leden dezer drie bonden voorgelegd. In bedoeld contract zijn de hoogste uur- loonen 60 ct., 52 ct. en 45 ct., respectievelijk voor geschoolden, geoefenden en ongeschool den, in de eerste gemeenteklasse. Met betrekking tot de loonen biedt de Metaalbond uurloonen en uurinkomens; het laatste vormt het uurloon, vermeerderd met de bij-inkomsten per uur. Daarbij is de be paling gemaakt, dat arbeiders ouder dan 65 jaar lagere loonen zullen ontvangen, terwijl in het algemeen minstens 85 procent der arbeiders in aanmerking komen voor de vol gende uurloonen, ingaande op 30-jarigen leef tijd voor de geschoolden, 28 jaar voor ge- oefenden en 26 jaar voor de ongeschoolde arbeiders. Gem. Geschoolden Geoefenden Ongeschoold, klasse 30-65 jaar 28-65 jaar 26-65 jaar uurl. uurink. uurl. uurink. rurl. uurink. I. 60 6,8 52 60 II. 56 HL 45 40 INGEZONDEN MEDEDEELING. Het gevaar van slechte spijsvertering. :und In het algemeen kan ultocfe- een onregelmatige spijsvertering: wordt t voedsel slecht opgenomen en als gevolg kwade kiemen, die niet verwUderd ge- jrden zün. Het bloed gaat trager stroomen slechte spüsver de uitwerking Pillen sporen a I ring bevorderende werkzaamheid, -•-* Moed, herstellen r voedende be- waardoor het eigenschappen •De Pink Pillen- btrtldltn hel bloed, verslorken dc zenuwen, eij vormen een geneesmiddeldat zijn doeltroaondheid heeft bewezen in alle gevallen van bloedarmoede, neuras thenie, algemeene verzwakking, stoornissen, veroorzaakt door den groei, of het keeren der jaren, maag pijnen, hoofdpijnen, zenuwuitputting. De prijs der Pink Pillen bedraagt f. 1,75 per flacon, f. 9 per zes flacons. Hoofddópöt s Jacob Marisplein. 23, te Amsterdam. Eischt dit adres efi de Hollandsche gebruiksaanwijzing. De UIT HET BAKKERSBEDRIJF. I-Iet bestuur van den Nederlandschen Cen- •ralcn Bond van Christelijke Arbeiders (sters) in dc bedrijven van voedings- en genotmid delen, deeP'. ons mede dat een collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten is met de coöperatie „De Toekomst" te Almelo. In dit contract zijn als weekloonen vast gesteld: voor den Mr. bakker f 37.50; bak kers en bezorgers f 3250. Voor jeugdige ar beiders van 17 tot 23 jaar een zich daarbij aansluipende loonschaal. Voor overwerk wordt 25 pet. extra be taald. Vacantie is gesteld op zes dagen per jaar, waarbij, indien naar het oordcel van hel bestuur de uitkomsten van het bedrijf zulks tocla« en, een vacantietoeslag zal worden verstrekt. Bij ziekte wordt uitgekeerd ten minste IS weken vol loon en daarna nog gedurende 7 weken en 6 weken de helft van het weekloon. Tegenstand by de arbeiders! De loonen te laag geacht! Sedert eenige dagen is er groote beroering onder de arbeiders. Het bezwaar richt zich in hoofdzaak tegen de loonen, welke te laag worden geacht. Echter de hoofdbesturen der drie voornoemde Metaalbewerkersbonden heb ben zich daarmede accoord verklaard, terwijl de leden binnen enkele dagen een beslissing moeten nemen. De mogelijkheid bestaat, dat zy dit accoord zullen afwijzen. Het bestuur van de bij het N.A.S. aange sloten Onafhankelijke Bedrijfs-Federatie van Werkers in de Metaalindustrie (O.B.W.M.) brengt een dezer dagen een Open Brief onder de leden van voornoemde drie bonden, waarin met klem wordt aangedrongen, de voorstellen der werkgevers af te wijzen en te ijveren voor de doorvoering van de eischen der O.B.W.M. Gemengd Nieuws. VERDRONKEN. Uit een der vaarten tusschen de hout-lood sen der firma W. Pont aan de Prins Hendrik kade te Zaandam is opgehaald het lijkje vaa den 7-jarige P. B., dat daar drijvende werd gevonden. Vermoedelijk is e knaap spelende te water geraakt. Pogingen om de levens geesten op te wekken, mochten niet baten. Het lijkje werd naar de ouderlijke woninZ vervoerd. RAADSELACHTIGE DOOD. Te Sittard is een logeergast uit een loge ment aan den Rijksweg bewusteloos lang» den weg gevonden. De man toonde duidelijk sporen van een aanrijding. Niet lang daarna is hij in het ziekenhuis overleden. De politie onderzoekt de zaak. NOODLANDING. Het vliegtuig W 59, komende van den Hel der naar Amsterdam, moest in zee nabij den dijk te Andyk een noodlanding maken. Twee vliegtuigen, welke mede op weg waren naar 1 Amsterdam, verleenden assistent.e. By ondor- 1 zoek bleek, dat een bout in den kop van den motor vernieuwd moest worden. Het vlieg tuig kan op zee hersteld worden. „ONTAARDE OUDERS". I Een viertal jonge zwanen in een nest aaa j den Kalerdijk te Zwolle, was door het, der stad behoorend, ouderpaar verlaten. Wel heeft men nog getracht de ouders tot mil- dere gedachten te stemmen, doch zij achtten de „opvoeding" voldoende, zoodat thans voor het donzige viertal op andere wijze gezorgd I moet worden. DE WIS- EN FACULTEIT EH OE IL 'n Vorig maal zagen we, dat tegenwoordig Wél meer dan vroeger wordt toegegeven, dat er verband bestaat tusschen wis- en na tuurkunde «enerzijds en de principia aan den anderen kant. Doch ook, dat alles nu afhing van de vraag, welke principia men aanvaardt. Uitgaande van de grondgedaohten der Hei lige Schrift vonden we verder, dat natuur- wetenscliap door ons 't best kan omschre ven als „wetenschap omtrent dc dingen voorzoover zo aan de wetten voor 't mecha nische on 't physische onderworpen zijn." Maar nu iets over hot standpunt der te genstanders. Iets. Want vooreerst: ze zijn het onderling lang niet eens. En zelfs nu *k me daarorp beperk tot do wecrgnvo van de meest gang bare opvatting, kan 'k dat slechts zeer kort doen. Eerstgenoemde had geweldigen Invloed bp de vraagstukken van de tweede. Nu kenden de vroegste wljsgeeren tiet licht, dat de Heilige Schrift Juist hun roo overvloedig kon geven, niet. En de la tere verwierpen het meestal. Tiet gevolg was natuurlijk, dat van 't re sultaat hoo belangrijk het voor de tech niek ook was geldt het woord des IIGa ren: „Wat wijsheid zouden ze dan heb- De eerste verwarring van dl© wijsbe geerte was deze, dat men meende, dat de tegenstelling „goedkwaad" zich dekte met het verschil tusschen bepaalde groepen van wetten en daaraan onderworpen eigenschap- ben der schepselen. Sommigen achtten b.v. het denken, dus hot logische, goed en al 't minder gecompliceerd© kwaad, zinde ren meenden dat het psychische van een mensch nog tot het goede kon worden ge rekend cn 't kwade zich niet verder uit strekte diin het organische leven. Dat leidde nu niet alleen in de practijk tot een onschriftuurlijk© ascese: 't kweekte ook 'n ernstige misvatting omtrent het phy- Het hoogere, hoe dan ook nader omschre ven, was goed, het mechanische en physi sche behoorden echter in ieder geval tot het kwade. Wijl men nu al evenmin scherp zag de grens tusschen God en schepsel, meende men dat het hoogere de wet stelde, aan het lagere. Zoodoende werd niet alleen aan 't hoogere die eefe toegekend, welke God al leen toekomt, maar ook het lagere niet be schouwd als deel van den k o s rn o s, maal ais 'n chaos, die op menschclijke orde ning wachtte! Zoo kon Kant zeggen: „het verstand schrijft aan de natuur de wet Natuurwetenschap ls hier dan ook niet: 'n onderzoeken van iets dat van God z'n wet ontvangen heeft, maar 'n vormen door 't meuschélijk denken van wat onge vormd dooreen zou liggen. Aan dat vor mend, wetgevend werk word zoo heette het het hoogere in den rncnsch zich dan eigen goddelijkheid bewust. Een tweede verwarring van gewicht was deze, dat men het mechanische en physi sche van de dingen eenvoudig gelijk stelde met de eigenschap dezer dingen in onze omgeving waarneembaar te zijn. Op dien vreemden grond word „waarnomen" niet langer beschouwd als middel mot behulp van welke men de juistheid der bereikte resultaten in gunstige gevallen (door verge lijking met dc resultaten der waarneming) kon controleer en. Noen, men stelde „natuur" eenvoudig gelijk, zoo ol niet aan „waargenomen", dan toch aan „waarneem baar". Zoo werd deze natuur van passief in den zin van „onderzocht" nu ook nog pas sief in den zin van „waargenomen in onze omgeving". Uit deze vergissing blijkt dat men den onderzoeker had verward met z'n onderzoek en hem zelfs zóó louter weten schappelijk opvatte, dat men niet meer z.v hoe ook hij aan natuurwetten onderworpen was en dit ook tijdens het onderzoek bleef. Een derde verwarring vau niet minder beteekenis hangt nauw met de vorige saam Wie meent, dat het bij wetenschappelijk onderzoek vereischtó is, dat het onderzochte waarneembaar zij in z'n omgeving raakt vast met de wetenschappen omtrent getal en ruimte. Men verwarde dqze twee reali teiten dan ook al spoedig met de weten schap omtrent beide, die de natuurkundige medebrengt bij z'n onderzoek. Vandaar dat de theorie opkwam, dat niet alleen dc wetenschap omtrent getal en ruimte bij den onderzoeker aanwe zig was,, maar dat ook getal en ruim te zelf tot hem behoorden; ruimte werd de aanschouwingsvorm welke hij het waargenomene opdrukte, in welke hij de natuur zag. En dc wiskunde, die men kon bcstudccren zonder van de omgeving „af hankelijk" to zijn wat denkers die zich halve goden wunnden steeds als iets minder waardigs in dc waarneming beschouwden was het apparaat dat de onderzoeker mede bracht en waaraan alles wat onder/och* werd zich had te >n denver pen. Mechanica en physica, onderling niet eens onderschei den, werden op het Procrustusbed der wis kunde met haar z.g.n. innerlijke zekerheid gelegd. En wat daarin niet paste werd een voudig afgeknald, d.w.z. niet erkend. Zoo was de overtuiging dat do „natuur" passief was omstreeks het einde der vorige eeuw het shibboleth van wijsgeerigheid ge worden. Dat dc reactie van het céne deel der natuur op een actio van een ander deel morgen een nndere kan zijn dan vandaag, zag men niet. Men was dan ook niet tevre den met do stolling, dat met iedere ooi-zaak op een zeker tijdstip werkend ook een daar op volgende continue werking van gelijke kracht naar Gods wet verbonden is, en dus oorzaken van eventueel gelijke kracht ook werkingen van gelijke kracht zouden hebben. Neen, men ging veel vorder: som migen, zoo b.v. hier te lande Prof. Heymana, hielden het er voor, dnt oorzaak en werking in den grond hetzelfde waren. En ook wie dit verwierp, vergat dikwerf de toevoe ging „eventueel", meende dus dat precies dezelfde energetische oorzaak ook inder daad meermalen optrad: men cijferde het particuliere van ieder schepsel Gods weg en beschouwde het als een „geval" zonder meer. Hoe stond nu de natuurwetenschap tegenover deze wijsbegeerte? De natuurwetenschap der 17e eeuw, nau welijks ontkomen aan het juk dor Roomschc kerk, verheugde zich zóó over deze bevrij ding, dat ze aanvankelijk niet bespeurde hoe ze zich bleef buigen onder de zeker niet minder harde dienstbaarheid van een ver ward denken. Sinds Newton erkende ze wel, dat de natuur nog iets meer was dan uitgebreidheid. Maar tot een principiëele breuk met de humanistische wijsbegeerte kwam het voorloopig niet Totdat het sinds 1840 steeds meer bleek, dat ze met deze onderstellingen hopeloos vast liep. Sedert dien tijd werd het energetische scherper gezien, ja zelfs werd hier en daar een poging gewaagd het mechanische bij het eerst miskende energetische onder te brengen. Deze strijd, ontbrand door overdrij ving aan beide zijden, is thans vrijwel ge luwd: het mechanische en het energetische worden rustig nanst elkaar bestudeerd. Welnu, voor de mechanica bewees L o r e n t z. nu al weer goed dertig jaar ge leden, dat haar ideaal, het mechanische te meten met louter ruimtelijke mautshivcn, een fictie was: bewegingen kunnen uiter aard alleen met bewegingen vergeleken. Doch dan ls ook 't mechanische, ofschoon wel vaak in de omgeving van den onder zoeker, toch niet in de ruimte: zelfs omge keerd is de ruimte ondersteld in het mecha nische. Daarmee valt de verwarring van ruimte en omgeving. Vervolgens kwam Einstein met de nuchtere opmerking, dat, moge het stand punt van den waarnemer van het grootste belang zijn voor de waarneming, de beoefe naar van de mechanica alleen rekening heeft te houden met de mechanische zijde van de dingen, waaraan ook de waarne mingspost van elk onderzoeker gebonden is. Alleen wanneer men de onderling weer ver schillende bewegingen van de onderscheiden laboratoria in elkander omrekent, kloppen hun uitkomston. Nog verder gaat Fokker die er op wijst, dat iedere contróle-waarneming aan midde len, hoe fijn ook, is gebonden, maar dat ook het geringste lichtsignaal eon mechani- schen kant heeft en dezen bij het onderzochte compliceert. „Een lichtstraal ©venwel is voor een electroon een geduchte tegenstan der, een ontmoeting brengt het danig uit zijn koers" Daarmee valt dus de gelijk stelling van het mechanische met het waar neembare. Brengt men nu daarbij in rekening, dat de mannen der vakwetenschap tot hun geluk nooit goed weg wisten met het vorminhoud schema der oude kentheorie, rlan ziet men, dat de drie onderstellingen, die er toe leid den de natuur als alzijdig passief te be schouwen, hier eenvoudig werden weerspro ken. Want wat gold voor het mechanische, ging even goed door voor het phvsischc. Daarbij kwam dan in de physica nog liet volgende: Reeds Gamot had in 1820 de conclusie getrokken, dat de physica bij handhaving van de oude opvatting verliep in waarschijnlijkheidsrekening. _Die gedach te liet de physici niet los, en men begon om deze, voor de wetenschappelijkheid gevaar lijke, consequentie te vermijden, de gronden, op welke die conclusie rustte, zeer critisch te bezien. Toen de mechanica allengs dc oude verwarringen te boven kwam, kon men deze ook in de energetiek loslaten. Heel de physische stand van zaken kwam daardoor in een ander licht. Het meest verblijdend is echter wel, dat enkele physici (de Broglie en Schrödinger) nog onlangs aantoonden, lioc de wijzigingen in 't energie-niveau van een atoom, door Planck opgemerkt, samen hangen met het verschil in trajecten, die een electroon binnen het atoom kan vol gen, cn dus het physische ook in dit opzicht een merkwaardige analogie vertoont met de hoogere terreinen, b.v. met de variatie cn do mutatie in het organische. Voor het determinisme is deze ontdekking de nek slag: de belijder van de pracdestinatie daar entegen ontdekt hier opnieuw hoe duizeling wekkend groot Gods wijsheid is, die, ook waar nimmer een oorzaak zich precies her haalt, toch iedere oorzaak met een eigen werking verbond. Men ziet, de tegenspraak van de vak welen- schap der laatste eeuw tegen die wijsbegeer te, die den mensch. als wetgever huldigt, kon moeilijk scherper en vollediger zijn. Maar hier wordt nu ook duidelijk de waarde van de wetenschap. Zij streefde de wijsbegeerte van het hoog moedig humanisme voorbij. En al kan goede wijsgeerige bezinning d.i. die, welke het licht der Heilige Schrift niet verwerpt, de verwardheid in de philo sophic der laatste eeuwen reeds door een nauwkeurig acht geven op de terminologie aantoonen, toch vergete men niet, dat zulk een wijsgeerige bezinning haar ontwaken niet zelden goeddeels dankt aan de conflic ten tusschen de vakwetenschappen en de in een bepaalde periode gangbare philosophic. Daarom juist heeft onze Universiteit vóór alles noodig de vak-wetenschappelijke be oefening van wis- en natuurkunde. De be spreking van de wiskunde mag 'k hier nu wel achterwege laten: de hoofdlijnen zijn b alle onderling verschil voor beide groe pen van vakken gelijk. Wordt dat onderzoek der vakwetenschap beheerscht door goede beginselen, dan kan heel wat tijd worden bespaard, die elders soms nog besteed wordt aan 't mnskeeren van 't conflict. De achterstand in beschik bare mannon en werktuigen, met welken we ongetwijfeld zullen hebben te tobben, kan daardoor wellicht ton deelé worden inge- Van de andere zijde: deze vakweten schappen zullen, inet de andere, niet alleen de beteekenis van onze beginselen duidelij ker doen uitkomen. Zij zullen èn door de critick, die zc leveren op het werk van hen, die ook in de toekomst tegenover ons positie blijven kiezen, èn door de moeilijkheden waarop ze zelf stuiten, hun bijdrage leveren voor de duidelijker formuleering van onze beginselen. Zoo zullen ze mede nastreven het groot© doel van onze Universiteit: te loonen, dat het Calvinisme, juist omdat hot zoo diep voor God buigt, den besten waarborg biedt voor de ontwikkeling der wetenschap, die we beoefenen door Zijn kracht, in Zijn dienst, tot Zijn eer. D. H. Th. VOLLENHOVEN. D r. A. D. Kokker. Natuurkundige concepties van buiten-natuurkundig belang. Rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, op Woensdag 26 September 1928,, 's-Gravenliage, Marlinus Ni) hof f, 1923, pg. IL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 10