TWEEDE BLAD. VERBETERING DER RIJKSWEGEN IN ZUID-HOLLAND, VEREENIGING VOOR CHR. VOLKSONDERWIJS. DIAMANTEN FEEST DER CHR: ONDERWIJZERS Gemengd Nieuws. VRIJDAG 24 MEI 1929 TWEEDE BLAD PAG. 5 HET RIJKSWEGENPLAN. DE VIA MALA. Het ia een niet te weerspreken feit, dat, Jioe goede zorgen ook steeds door den Rijks waterstaat aan onze wegen zijn besteea, deze in de laatste jaren hoe langer hoe min der voldeden aan de behoeften, welke daar aan werden gesteld door het sterk toegeno men verkeer. Met name gold dit voor do weggedeelten, waar de „verkeersdichtheid" topcijfers geeft te zien. Do merkwaardige tentoonstelling met be trekking tot gewestelijke uitbreidingsplan nen, welke in de Paaschweek in Den Haag js gehouden, had ook op dit punt hoogst interessante gegevens en grafieken. Daaruit bleek, dat die verkeersfrequentie 't grootst op enkele gedeelten van den grooten verkeersweg RotterdamAmsterdam, in zonderheid het weggedeelte Rotterdam- Den Haag gaf te dezer zake hooge cijfers en dikke lijnen te zien. f was echter vrijwel uitgesloten om dan bestaanden weg zoodanig te verbeteren dat hij aan de eiscihen van het moderne verkeer zou kunnen gaan voldoen. Een ge heel nieuwe weg werd daarom sinds lang alt een noodzakelijkheid gevoeld. Ook voor het tracé werd een oplossing gevonden, zoo dat- stappen konden worden gedaan om tot uitvoering van liet plan te komen. Maar de kosten! Want die zouden bij de tischen, die aan een modernen snelverkeers weg zijn te stellen, niet gering zijn. Boven dien was de bodem in dit deel der provin cie grootendeels van zoodanige samenstel ling, dat mede tengevolge daarvan de kos ten van den nieuw aan te leggen weg zeer «ouden worden vertioogd. Het is de Wegenbelastingwet geweest, die 'ten slotte in staat, heeft gesteld om den aanleg van dezen allernoodzakelijksten nieuwen verkeersweg met kracht ter hand ïmen en zooveel mogelijk te bespoe digen op het Rijkswegenplan, dat van 1927 dateert, nam hij een belang rijke plaats in. Dat Rijkswegenplan gaf de voorloo- pige richtlijnen, waarnaar het belangrijke en zeer omvangrijke werk van de verbete ring van het Nederlandsche wegennet zou worden ter hand genomen. De taak van den Rijkswaterstaat -was daarbij een tweeledige. Het was in de eerste plaats zaak de oude Rijkswegen, waarop het sterk gegroeide «neliverkeer met zij-n enorme autobussen 'n niet geringe plaats opeisdhte, in een toe- «tand te brengen, dat zij in betrekkelijk kort tijdsverloop aan de behoeften van het moderne snelverkeer zouden kunnen vol doen. Daartoe werd het vijfjarig werkplan op gesteld. Men is met de uitvoering daarvan dus in het derde jaar. Tot juiste en recht vaardige beoordeeling van hetgeen sinds tot stand kwam, dient bedacht te worden, dat de uitvoering van het wegverbeteringswerk veelal omvangrijke en langdurige voorbe reiding eisoht We spreken daarbij nog niet eens van de sterk uitgebreide administratieve bemoeie nissen. Dezelfde verantwoordelijke hoofd ambtenaar moet thans administratief zekei driemaal zooveel „lezen" en afdoen als een goede twintig jaar geleden. Men begrijpt, dat zoo iets niet in het belang is van het meer constructieve werk. De voorbereiding van plannen voor weg- verbetering stuit op allerlei moeilijk-heden, die het gevolg zijn van tegenstrijdigheid van belangen. De lange afstandrijder b.v. wil den weg door het vrije veld, maar vele gemeenten zien niet gaarne, dat zoo'n nieu we verbinding haar kommen passeert en streven er naar, dat in ieder geval een af takking van den nieuwen hoofdweg hen daarmee in verbinding brengt De wensch om de nieuwe wegen zooveel mogelijk recht te maken, stuit niet zelden eveneens op allerlei tegenstrijdige locale situaties en be langen. Plaatselijk- en streekverkeer kan niet gdheel worden genegeerd. Het kan zich voorts voordoen, dat de allerbeste oplossing financieel zoo kostbaar is, dat het niet ver- antwoord ware daaraan vast te houden. Zoo was er b.v. een plan om de nieuwe ver binding Amsterdam-Gouda-Rotterdam door de Nieuwkoopsche plassen te laten loopen. Maar dat zou een millioen meer kosten dan een andere onlossing, die echter een kleinen omweg beteekende. Opvallend is ook de groote spoed, dien men bij de wegverbetering algemeen Wenscht te zien betracht Er zijn belangrijke kanaalwerken uitge voerd (N. Maasmond, Merwedekanaal), waarmee 10 k 20 jaren heengingen. Nie mand klaagde daarover. Maar bij de we gen wordt om zoo'n snel tempo gevraagd, dat men 10 15 jaar voor het geheele voor- toopige wegenplan nog veel te lang vindt. Te wijzen valt in dit verband ook op de Wettelijke voorbereiding, die met de wegen verbetering verband houdt Gronden moeten aangekocht, taxaties zijn noodig, menigmaal moet tot eigening wor den overgegaan. Maar dat alles gaat veelal gepaard met tijdroovendo onderhandelingen. Zoo b.v. moesten voor de verbetering van een stukje weg tusschen Sassenheim en Oegstgeest ter lengte van 1 y2 K.M. niet minder dan bijna 150 koopovereenkomsten gesloten worden. In de tweede plaats kreeg de Rijkswater staat bij de uitvoering van het Rijkswegen plan waarvan we, voorzoover dit Zuid- Holland betreft een kaartje opnamen tov taak om het bestaande wegennet met tal van nieuw aan te leggen Rijkswegen, tot een gezamenlijke lengte van 550 k G00 K.M. uit te breiden. In de directie Zuid-Holland en Utrecht waren daarvan ongeveer 200 K.M. gelegen. De nieuwe aanleg is voor enkele wegei» reeds in uitvoering. Daartoe behoort ook de weg Rijswijk—Rotterdam, waaraan we. onder leiding van Ir. D. A. van Heyst, hoofd ingenieur-directeur in de directie- Zuid- Holland en Utrecht deze week een bezoek mochten brengen. Zijn volkomen deskun dige voorlichting stelden we daarbij op hoo- gen prijs, evenals de bijzonderheden, welke we nog nader mochten vernemen van den heer A. E. Kempers, hoofdingenieur in het Haagsche arrondissement Voor tal van andere wegen is men ech ter nog met de voorbereiding bezig, al u die voorbereiding voor alle nog niet even ver gevorderd. Het is onze bedoeling om bii den weg Rijswijk—Rotterdam meer in bijzonderhe den stil te staan. Toch achten we het niet zonder belang en voor velen van zeer posi tieve waarde om vooraf onder de oogen te Hen wat tot nu toe, tot verbetering van de bestaande Rijkswegen, in goed twee jaren t ij d s rondom Den Haag gedaan is. In de eerste plaats vraagt dan de hoofd- erhinding tusschen Rotterdam en Den Haag, die deel uitmaakt van de internatio nale verbinding ParijsAmsterdam, onze aandacht. Typeerrnd heet deze weg wel de Via Mala, do sleohte weg. En inderdaad, deze weg is wel een der rneest ongeschikte voor het drukke snelverkeer, dat er langs gaat Intussohen vergist zioh, wie meent, dat deze. weg over de geheele lengte Rijksweg Wanneer men weet, dat zulks niet he.t geval is, zal het tevens duidelijker kunnen worden hoe het komt, dat een snelle verbe tering van dezen weg zoo lang op zich heeft laten wachten, maar zal men ook begrijpen, dat en waarom het. ten slotte moest komen ïen geheel nieuwe, doeltreffende ver binding tusschen de Maasstad en de Resi dentie. Van den bestaanden weg zijn slechts de gedeelten Den Haag—Hoornbrug (lang 1 KM.) en DelftDoenkade (Overschie), ter lengte, van 7 K.M., rijkswegen. Het gedeelte. HoornbrugDelft behoort aan de gemeente Delft en wordt thans door die gemeente verbeterd. Daar bevindt zirli ook de befaamde tol, welke der gemeente Delft schatten oplevert Van de daar ge maakte winsten wordt thans eindelijk iets van eenige beteeken is gedaan onj dit weg- vak te verbeteren. Door verlegging van de tramrails zal het berijdbare oppervlak wor den verbreed en zal ook voor de fietsers eenige meerdere ruimte kunnen worden verkregen. Het gedeelte weg door Overschie naar Rotterdam wordt aoor de gemeente Rotter dam verzorgd, welke op dat wegvak 's jaars ruim 1 ton gouds aan tolgelden als winst toucheert Het Rijksweggedeelte Delft—Overschie is in nu twee jaren op een breedte van 6 M. gebracht en thans ook door het daarlangs aangebrachte gaas betrekkelijk veilig. In de eerstvolgende jaren zal de aardebaan nog worden verbreed en op de verbreeding een tegelrijwielpad worden aangebracht Op vef schillende punten, o.a. bij de brug over de Zwet, is door het afbreken der bebouwing plaatselijk reeds relatief veel ruimte ver schaft Buitenstaanders hebben geen voldoende besef, hoeveel tijd alleen al met de oorbe reidingen verloren gaat Al die afbraken en verbreedingen kunnen eerst geschieden als de gebouwen en gronden na opmeting, taxaue en onderhandelingen zijn aange kocht Zoo worden op "het bureau van het arron dissement 's-Gravenhage jaarlijks een a a •iuu koopakten opgemaakt en aigesloten, een aantal, dat op menig notariskantoor niet worut bereikt UpK worut dikwijls langdurig op beslis singen gewacht, hetzij van gemeente- of poiuenbesturen, welke bij die verbeterings plannen zijn betrokken, hetzij op deruen, ïer advies dient te worden gevraagd. Ondanks alles is het duideujk, dat ook dozc weg nooit als deel van den hoofdweg zijn diensten zou kunnen bewijzen op een ijze ais hier- noodzakelijk zou zijn. Beschouwen we thans liet vervoig van dit wegstuk: Den Haag—Noord-Hoilandsche grens. Deze weg wordt geleidelijk verbreed en verbeterd naar gelang over de noodige ter reinstroken kan vvoruen beschikt. Met uitzondering van het gedeelte door Den Deyl zal aan het snelverkeer over eenige maanden vanaf Den Haag tot aan de Haagsche Schouw een breede a^- faltbaan ter beschikking staan, waarop blij kens onlangs verrichte sneiheidswaarne- mingen snelheden van 60 tot 80 K.M. in het uur normaal zijn en snelheden boven 100 KM., in een enkel geval gaande tot 125 KM., per uur zijn waargenomen. Dergelijke snelheden zijn alleen op de breede vlakke banen der nieuwe Rijkswe gen mogelijk en niet op wegen van slechts 4 k 3' .M. breedte, nauw ingesloten door de oud-lTollandsohe lanen, waarvan er ver schillende niet onaangetast konden worden gelaten om de begeerde en noodige wegver betering te kunnen verkrijgen. Verwacht wordt, dat het resultaat der verbeterde wegen het publiek over enkele jaren wel zal voldoen en dat deze moderne wegenaanleg een nieuwe jonge schoonheid zal brengen in het Hollandsche landschap. Voor de volgende jaren staan nog be langrijke verbeteringswerken om en bij Oegstgeest op het program. Daaromtrent hopen we afzonderlijk nog een en ander mee te deelen, omdat het hier betreft een zeer moeilijk, zelfs min of meer berucht weggedeelte. Het jongste portret van Koning George van Engelank in den tuin van Windsor-castle; hoewel herstellend, is dc koning nog uiterst zwak, De foto laat zien, hoezeer Zijne Maje steit is verouderd. 38ste ALGEMEENE VERGADERING. Hervormde Scholen in Amsterdam. HET DALTON-ONDERWIJS. Onder presidium van Prof. Dr.-W. J. A al dors van Groningen kwam heden de vereeniging voor Chr. Volksonderwijs in „Parkzicht" te Amsterdam in 38e algemee- ne vergadering bijeen. De voorzitter opende om half elf uur de vergadering met het doen zingen van Ge/. 3 1 èn 3; het lezen van Galaten 5 22 6 9 en gebed, waarna Ds. C. M a n s v e 11, Ned. Herv. Predikant te Amsterdam, na mens de ontvangende afdeeling allen het welkom in de Amstelstad toeriep. Daarna hield de voorzitter, Prof. Dr. W. J. A a 1 d e r s, van Groningen, de openingsrede naar aanleiding van Galaten 62: „Draagt elkanders lasten en vervult alzoo de wet van Christus", waaraan we het volgende ontleenen: Dit woord i3 genomen, mede in verband over het vergaderen in de Pinksterweek. Het gaat over het leven van den Heiligen Geest. In dit verband past de vermaning die wij in omgekeerde volgorde willen zien. Het gaat over de vervulling van de wet van Chrigtus, de wet der liefde, d. i. het leven met en voor anderen. En nu ziet Paulus deze wet speciaal als eisch om elkanders lasten te dragen. De las ten van zorgen, verantwoordelijkheid, zou den en leed. Ieder heeft de zijne, maar nooit aan de zijne genoeg. Hij moet ook met die van anderen te doen hebben. Wat Christus voor ons volkomen heeft gedaan, moeten wij orn Zijnentwil voor elkaar doen. ÏB er bijzondere reden om juist nu van lasten te spreken? Hebben wij niet veeleer lusten ten aanzien van het onderwijs, aldus spr. Het aantal scholen neemt toe, de toe stand van het onderwijs is goed; er valt te roemen. Alles waar, maar er zijn ook lasten. Men denke aan de kleine schooltjes, met den last van sleur en bekrompenheid. Aan de groote, met den last van oppervlakkigheid en onpersoonlijkheid. Aan de zeer geringe resultaten van het onderwijs hier, de ver ruwing der jeugd daar. Wij zijn hier van overal uit ons land bij een, aldus spr., om elkaar te ontmoeten, op te scherpen, maar ook om elkanders lasten tc dragen. Wij dat zijn onderwijzers in Nederland. Maar ook daarbuiten is Christelijk onder wijs. Denk aan de „overzeesche bezittingen", waar het christelijk onderwijs voor bijzon dere moeilijkheden staat. Aan België, waar de lasten zeer zwaar zijn. Als deelnemer aan de Evangelischer Reiehselterntag te Breslau heeft spr. diep gevoeld, hoe onze broeders in Duitschland in zorg zijn over de jeugd en de toekomst. Alles lijdt daar onder de zgn. ver draagzaamheid, die zóó onverdraagzaam is, dat in de schoolboeken, die van regeerings- wege worden uitgegeven, in het bekende lied „Es ist bestimmt in Gottes Rat, dass man vom liebsten was man hat, muss scheiden", het woord „Gott" door „Schicksal" vervan gen is. Wij kennen dat uit het verleden. In Duitschland is het heden. Met deze broeders hebben wij dc lasten mede te dragen. Trou wens, zij geven ons niet alleen lasten te d: gen. Daar, waar de strijd voor de Christelijke school zóó levendig en geestrijk is, ademt hij een frischheid, die wij in den tijd van vrede, dien wij genieten, gevaar loopen te verlie zen. Niets is erger voor het Christelijk leven dan zelfgenoegzaamheid en voldaanheid. Dankbaar en voldaan is een onhoudbare woord-verbinding. Dankbaar en onvoldaan moet het zijn, dankbaar jegens God, onvol daan over ons zeiven. Er is een inheilige voldaanheid en een heilige onvoldaanheid, ook ten aanzien van de wijze, waarop wij, dragende elkanders lasten, de wet van Christus vervullen. Tot die heilige, actieve onvoldaanheid, al dus spr., willen wij elkander ook heden op- wekken In Christus' naam. (Applaus). Daarna werd door Dr. Philip J. Iden- u r g, van Amsterdam een toespraak gehou den over Dr. Idenburg ving zijn toespraak aan met de opmerking, dat Scholen kinderen zijn van haar tijd. De geest der school wordt bepaald door het geestelijk peil der gemeenschap, welke de school draagt. Ditzelfde geldt van de methodiek, de schooltucht, de inrichting het schoolgebouw. Deze waarheid geldt voor de Hervormde Scholen te Amster dam. Dit bleek uit een historisch overzicht, hetwelk de Spr. daarop gaf. Over de wording der Amsterdamsche „Diakoniescholen" gelijk zij eei^ijds wer den genaamd ligt een sluier. Met zeker heid kan haar beslaan tot 1771 w orden terug- gk'oerd maar het staat vast, dat de scholen eerder ibestaan hebben. Ook kan er twijfel over bestaan, dat de scholen stic'/t zijn uit den drang tot liefdadigheid. Dr. Idenburg schetste daarop het sociaal milieu, waarin men zich die oudste scholen moet denken. In Amsterdam waren er tegen het einde in de 18e eeuw vele toedeelden. In 1795 werd meer dan 10 van de bevolking be deeld. Er waren in dat jaar acht diaconie scholen. De geest in deze scholen was gelijk die ran het geheele onderwijs in dien tijd. De scholen waren van rationalistisch suprana turalisme doortrokken. Het paedagogisch peil der scholen schilde niet van dat der andere onderwijsin stellingen van dien tijd. In 1803 werd het klassikale stelsel in de scholen ingevoerd. Het geestelijk keerpunt in de geschiedenis der Amsterdamsche scholen ligt in het jaar 1SG9. In dat jaar besloot de diaconie de scholen op te heffen. De Kerkeraad heeft toen de zorg voor de scholen op zich geno men. Dit besluit wekte echter fel verzet bij de modernen in de gemeente, die de open bare school goed genoeg achtten en in het besluit tot het voortzetten der diaconie-scho len een miskenning van haar waarde zagen. Mannen als de Marez Oyens, Van Lennep, Gregory Pierson, Gülcher en Hovy, allen doordrongen van den geest van het Reveil hebben de scholen echter gered. Van toen aan konden de scholen Christelijke scholen genaamd worden in den zin die daaraan thans wordt gehecht Naast deze belangrijke geestelijke veran dering kwam in de tweede helft der 19de eeuw een belangrijke verandering in maatschappelijk milieu der leerlingen van de scholen, een gevolg van de opkomst der arbeidersklasse in dien tijd. De scholen loren meer en meer het karakter van armen scholen. De wet-1920 wischte elke stands onderscheid tusschen de scholen uit. Tenslotte onderpingen de scholen ook in paedagogisch opzicht vele verbeteringen. De geschiedenis der diaconieschool valt in dat opzicht samen met die van het geheele overig Christelijk onderwijs. Rijk zijn de vruchten, die de scholen geplukt hebben van de financieels gelijkstelling. Spr. eindigde met op te merken, dat wan neer het waar is, dat de geest in de school bepaald wordt door de gemeenschap welke de school draagt, er reden was tot zorg. Het geestelijk leven in de Hervormde Ge meente te Amsterdam gaat achteruit, ge lijk Spr. met treffende cijfers aantoonde. Zal dat ook zijn invloed op de scholen doen gelden? Zullen hoofden en onderwijzers zich aan dien verslappenden indruk kunnen onttrekken? Het antwoord op deze vragen is moeilijk te geven. Maar wel staat vast, dat het een eenzijdigheid i9 om te zeggen, dat de gemeenschap het peil bepaalt, waarop de school leeft, omdat ook het omgekeerde waar is: dat de school mede bouwt ai gemeenschap. Deze invloed der school is niet in bepaalde feiten aan te tonnen. Maar het geloof weet met vaste zekerheid, dat de arbeid van meer dan 200 onderwijzers en onderwijzeressen met groote getrouwheid dag in dag uit ver richt, niet ijdel zal wezen en ook voor het leven dor Amsterdamsche gemeente ten zegen zal zijn. Jaarverslag. Vervolgens kwam het jaarverslag in b handeling. We ontleenen daaraan, d „Volksonderwijs" voortgaat xijn grieven te- DE ENGELSCHE KONING. DE HERDENKINGSSAMENKOMSTEN TE AMSTERDAM DE LAATSTE VERGADERING. Een rede van Prof. Diepenhorst. Een schitterend geslaagde jubileum-viering:. Gistermiddag werd de laatste zitting ge houden der 75ste jaarvergadering van do Vereen, van Chr. Onderwijzers en Onder wijzeressen. Na de gebruikelijke opening deelde de Voorzitter mede, dat telegrammen werden verzonden aan H. M. de Koningin en den heer Oosterlee, waarmee de vergadering ddbr applaus instemming betuigde. Hierna hield Prof. D r. P. A. Diepen- o r s t zijn aangekondigde rede over gen het Christelijk onderwijs in den lande te colporteeren, waarbij niet meer de paedago- gische en didactische mindenvaardigheid opgeld doet, maar de beschuldiging dat de christelijke school of tè christelijk of niet christelijk genoeg is, zooveel geld kost en niet verdraagzaam is. Het bureau mocht veel en nuttig werk doen. De commissie van beroep moest zeven beroepen behandelen. De heer J. H. Blum nam na een 25-jarig lidmaatschap van de commissie van beroep ontslag, in verband met zijn hoogen leeftijd. Geopend werden 17 nieuwe Hervormde scholen en twee sloten zich bij de vereeniging aan. Het jaarverslag bevat een zeer uitvoerig verslag van den secretaris der inspectie, Ds. P. J. S t e i n z, Ned. Herv. predikant te Goes. Aangesloten zijn thans bij de vereeniging 452 scholen, 5 kweekscholen en 17 schoolver- eenigingen en 70 bewaarscholen. - De vereeniging heeft nu 18 i •pecteurs. Het financieel verslag sluit met een eind cijfer van f 41.931.61 en een kassaldo 2831.02 en de balans met een eindcijfer 90472.24. De oranjecollecte bracht totaal op f 395.57. De jaarverslagen werden goedgekeurd en a penningmeester voor zijn beheer gede chargeerd. De contributie werd wederom bepaald op f 5 per onderwijzer en per jaar. Bestuursverkiezing. De aftredende hestuursloden, de lieeren Prof. Dr. W. J. A alders te Groningen, Jhr. Mr. L. N. Rutgers v. Rozenburg te Utrecht, Ds. W. Magendans, Ncd. Herv. predikant te Achlum en het Tweede Kamerlid II. W. Tilanus te Den Haag, werden herkozen. D$ heer J. Hobma van Utrecht deed en kele mededeelingen over het bewnarschool- omderwijs, waarna de morgenvergadering ord gesloten.. t)e ontvangende afdeeling bood de afge vaardigden een gemeenschappelijke lunch aan. MIDDAGVERGADERING. In de middagvergadering hield de heer A. R. J. B a z u i n, van Beiion, een lezing met tentoonstelling over: Ons Dalton-onderwijs in theorie en practijk. Niet al het oude is slecht en niet al het nieuwe is goed. Daarom, aldus Spr., wil hij combinatie met het goede uit het bestaande stelsel met dat uit het Daltonstelsel. Mijn doel is nooit geweest, zoo betoogt Spr., 't be staande klassicaal onderwijs af te breken, om op haar puinhoopen naar de idealen der .g.n. nieuwe opvoeding iets geheel nieuws te geven. Neen, de ervaring op paedagogisch terrein leert ons. dat dit nieuwe alleen le vensvatbaarheid heeft bij synthese van het bestaande met het nieuwe. Spr. bestreed het klassicaal systeem, omdat het meer aandacht geeft aan de gepaste kun digheden, dan aan de Chr. maatschappelijke deugden, terwijl toch de Chr. school in Gods Woord niet alleen de voorwaarden, maar ook de middelen bezit om het kind een ideale opvoeding te geven en deze nog nooit ten olie toepast. Spr. zette allereerst de theorie van het Dalton-onderwijs uiteen. Een der hoofdbe ginselen is, dat de individualiteit der leerlin gen tot haar recht moeten komen. Daardoor verkrijgt men vrije ontplooiing van bewuste onbewuste krachten bij de leerlingen. Van het taak-systeem deelde Spr. het vol gende mee: Het leerplan is verdeeld over 45 weektaken, in dc lagere klassen weer on derverdeeld in dagtaken. De gewone taak is het minimum, de kern der leerstof plus de noodige herhaling en practische toepassing en biedt drieërlei voor- is het klass. onderwijs genoemd een premie op de middelmatigheid, door het verwerken der kern uit de gewone weektaak is naar den eisch van ons Chr. beginsel bij stelsel aan het zwakke de ecrcplaats gegeven, doordat deze de mautstaf aangeeft voortaan niet meer achteraan, doch voor aan geplaatst is in den schoolarbeid. 2. door de beknoptheid van dezen kern is zoo noodige beperking der leerstof onzer scholen noodzakelijk, heusch geen overbodige weelde! 3. daar deze kern der leerstof maatstaf voor de mondelinge les, wordt het ideale van goed klassènondcrwijs meer nabij ge bracht dan bij bet. huidige systeem. c. De centrale kern van mijn technische uitwerking is karaktervorming in ware Chr. vrijheid door het verantwoordelijkheids besef. Onderwijs en opvoeding moeten hand hand gaan. Karaktervorming staat hooger dan onderwijs. De Chr. School heeft tot taak onderwijzen door karaktervorming. Nu deze school een eigen vrij terrein heeft verworven, moet haar systeem doortrokken zijn van de scheppende, geheel het individueele en het sociale leven bchcerschondc kracht van Gods Woord. Om de practijk duidelijk te maken, schetste Spr. den gang van zaken in de school op een Maandagmorgen en gaf ver schillende tafereeltjes uit de Dalton-klas, waarin uitkwam: 1. bespreken van de taak, 2. groep en groepsleider, 3. controlestelsel, 4. spreken en 5. vrijheid der leerlingen. De con clusie is: hier kweekt men tucht, doordat de leerling in vrijheid zijn arbeid verricht Oosterlee zegt: „Vrijheid is voorwaarde voor het beste, dat wij bezitten: gehoorzaamheid, verantwoordelijkheidsgevoel, waarheidszin, geloof; omdat vrijheid vertrouwen veronder stelt en getoond vertrouwen het beste in een menschenhart naar boven doet komen. Voort* behandelde Spr. de sardrijkskun- Spr. begon met er op te wijzen, dat dc titel van zijn onderwerp weinig begrensd is. Ook hier grijpen het stoffelijke en geeste lijke telkens in elkaar, waarom Spr. van stoffelijken en geestelijken groei geen classi ficatie zal geven. Prof. Mr. P. Eerst wil Spr. eenige grepen uit de ge schiedenis van den schoolstrijd doen. Die geschiedenis is niet een verhaal van libera listische gruwelstukken, maar een verhaal in vallen en opstaan. Door den dwang heeft eerst het liberal me en daarna het socialisme zwaar gezon digd. Eere daarom aan dio mannen, die voor het Chr. onderwijs een lans durfden breken. Allard Pierson, Prof. v. d. Wyck, Mr. Hu- brecht en Prof. Holwerda hebben 't libera lisme scherp gehekeld; eij waren tegenstan ders met een gaaf rechtsgevoel. Zoo mogen we ook noemen Dr. Bos en Cort v. d. Linden. Na de zedelijke zege kwam de wettelijki triomf. Spr. geeft een teckening van de geestes gesteldheid itn de dagen ivan 't groote volks petitionnement. Daags na de afwijzing werd in de Kjtmer gezegd, dat de in vlood der lei ders «van deze groote volksbeweging verdwijnen als sneeuw voor de zon. Wat hebben ze zich echter vergist, die zoo spraken! In 1879 deden Keuchenius en Lob man hun intrede in de Kamer; ook werd Ewout van Soeterwoude op 74-jarigen leef tijd opnieuw in t parlement gebracht. De aanneming der wet van 30 Dec. 188' was als een wolkje van eens mans hand; in 1S89 bracht de wet-Mackay door subsidie vermindering van druk voor de Chr. School Van Mackay tot De Visser ls een lang' weg. Maar het grondwettelijk recht, onder Cort v. d. Linden verkregen, werd ouder De Visser wettelijke realiteit. Na de zedelijke en wettelijke triomf kwam ook de feitelijke overwinning: de meerder heid van ons volk keerde de openbare school den rug toe. In 1924 bezocht reeds 51 pet. der Nederlandsche jeugd de bijzondere schooL In 1926 ging in Dn Haag het aantal leerlingen der bijz. scholen met 20.000 ui' boven dat der openb. scholen, In Rotterdam waren de cijfers: 47.000 openbare en 33.0OQ bijz. scholen, en hier in Amsterdam, zcrI Spr., is sedert 1922 een regelmatige stijging van "t leerlingenaantal der bijz. en 'n regel matige daling van dat der operfb. scholen waar te nemen. Telden wij 5S Chr. scholen in 1857, 500 in 1891, 1000 in 1910, thans gaat 't reeds op dc 2000 aan. Na 1920 gaan onze Chr. scholen per jaar met 10.500 leerlingen vooruit. Van de planken hut is 't veelszins geworden 't witte huis; en welk een verbetering kwam er in de salarissen en leermiddelen. Echter de statistiek, hoe door velen ook verheerlijkt, ls een grof instrument. Zij geeft geen antwoord op de vraag of het Chr. on derwijs steeds krachtiger middel werd om de kinderen tot God te lelden; en ook niet op de vraag of 't gebed onzer Chr. onderwij zers in 't leven nawerkt We zijn dankbaar voor den geestelijken en stoffelijken groei van hot Chr. onderwijs, ook al zijn we nog lang niet toe aan de ver vulling van 't woord, dat Dr. Kuyper sprak op 't 50-jarig feest: moge in alle oorden van ons land de onderwijzer met 't kind in üc armen do wacht bij 't Kruis betrekken. De Chr. school kwam tot ongewonen was dom, omdat liefde voor den Christus haar 't aanzien gaf. Zij kweekte een heldenge slacht niet 't minst van schoolmeesters. Voor de toekomst zal noodig zijn, dat onze school niet dichter bij den staat maar wel nader bij de maatschappij wordt gebracht Nooit mag haar imperitief zijn: de staat zal 't doen. In naam van onze glorieus* historie moet aan die verleiding steeds weer stand worden geboden. We hebben 1oc t» zien /lat in de toekomst de staat in zijn op dringende liefde niet gevaarlijker wordt dan in zijn haat Hoe moeten Ttij met onze school dichter hij de maatschappij komen? Spr. wijst een drietal wegen aan. Vooreerst moet het Chr. lager onderwijs treden In voortdurend en geordend verband met de andere geledingen van ons Chr. on derwijs. Voorts were het Chr. onderwijs utt zijn midden alles wat tot verzwakking va» het huisgezin leidt. En eindelijk: het Chr. onderwijs versterk? zijn groeikracht doof toe te zien, dat zij die tot leiding geroepen zijn staan midden in het maatschappelijk leven. Bij de breede uitwerking dezer gedachten ees Spr. er om. op, dat contact moet be slaan niet het hooger en universitair onder ijs. Men hebbe eerbied voor het gezin en hou- de bij alles met het gezin rekening. Nooit mag de school binnen het gezin heerschen. Voorts is 't noodig, dat onze onderwijzer» meeleven en meestrijden op alle gebied. Schreef de heer Wirtz onlangs niet, dat d# onderwijzers veel te veel een kaste vormen? Dc klacht, dat de onderwijzers op verschil lend gebied een onbekende figuur is, is vaak maar al te waar. Vergeet toch nooit, zegt Spr.: in den kamp dar geesten hangt 't veelszins van de energia van den onderwijzer af. Wat geven Abra ham Meijer, Heringa, Gerritsen, Smelik.Van Noort, Van Lummel, ja een gansche galerij ▼an geloofshelden het. huidige onderwijzers- geilacht een beschamend en bezielend exempel. Worde die gouden trits ook in de toekomst tniet afgebroken. Mogen wij bewaren 't kos telijk pand ons toebetrouwd. Dan zullen w# steeds meer reden hebl>en om God te dan ken voor den geestelijken en stoffelijken groei van het Chr. onderwijs. De Voorzitter dankte Prof. Diepen horst, den kenner van d^historie van het Chr. onderwijs, voor zijif^kostelijke rede. 't Vormde een waardig sTot der jubileum viering (daverend applaus). De sluiting. lee. Nadat Ds. Klinkenberg een hartelijk eer persoonlijk woord had gesproken, dankte de Voorzitter mej. Rijken, can Rot terdam. die als lid van het Hoofdbestuur afgetreden. Vooral als penningmeeste- resse had zij zich voor de Vereeniging reer verdienstelijk gemaakt. Mej. Rijken dankte de Vereeniging voor het in haar geste We vertrouwen en de be stuursleden voor de aangename samen werking. Daarna bracht de Voorzitter welver diende hulde en dank aan de verschillende Amsterdamsche Commissies, die de viering van het 75-jarig bestaan tot zulke schoon» dagen hadden gemaakt. Ook dankte hij inzonderheid de School besturen voor de vele en milde giften, die "4 hadden mogelijk gemaakt het jubileum op zulk een wij-ze te vieren. De heer G. M e i m a huldigde namen» de vergadering den Voorzitter voor diens voor treffelijke leiding. De verschillende toespraken werden door luid applaus onderstreept. Na het staande zingen van P9alm 150 vs. 1 en 3 ging Prof. Diepenhorst voor in dank gebed. BOSCH- EN HEIDEBRANDEN. Donderdamiddag brak een groote heide brand uit op Heumensoord, bij Nijmegen. De brand ontstond langs den binnenweg Nijme genMook en breidde zich weldra uit over een oppervlakte van circa 40 H.A. De Nij- meegsche brandweer en het garnizoen wer den onmiddellijk gealarmeerd, zoodat weldra honderden menschen bezig waren om het vuur te bestrijden. Men slaagde erin om eenige bedreigde den- nebosschen te behouden, door de heide om te graven. Na een goed uur was men het vuur mees ter. Veertig H.A. heide en laag struikgewas eigendom der gemeente Nijmegen, zijn ver brand. Even daarna werd hulp gevraagd ter be strijding van een boschbrand op het land goed Mookerhcide onder Mook (L) Het gar nizoen uit Nijmegen hielp ook daar en na een paar uur was men het vuur meester. On geveer 50 HA. bosch is verbrand. Het vuur breidde zich uit tot het Maldersvlak onder Heumen en behoorende aan de gemeente Nij megen, waarvan ongeveer 10 HA, meest heide, werd aangetast De mogelijkheid is niet uitgesloten dat de brand op het landgoed is ontstaan door von ken uit de locomotief van een trein. Donderdag is tje Geldrop bij Eindhoven een woning afgebrand van de weduwe Van Genuchten. Bij het vernemen van den brand was de weduwe, die in de buurt verkeerd», van achteren in het brandende perceel ge sneld, met het gevolg, dat zij zich spoedig ingesloten zag en slechts met groote moeite kon gered worden. De vrouw had ernstige brandwonden be komen. Vier personen, die bij het redding»- werk behulpzaam waren, liepen min of meer ernstige brandwonden op, daar eensklaps een gedeelte van het brandende strooien dak naar beneden stortte, waaronder de slacht offers terecht kwamen. Hun toestand is niet van ernstigen aard. De woning is afgobrand Een aangrenzend perceel bekwam eeniga schade. Assurantie dekt de schade van den brand, waarvan de oorzaak onbekend is. ERNSTIG AUTO-ONGELUK. Men meldt ons uit Naaldwijk: Op den Naaldwijk9chen weg werd het 11- jarig zoontje van de wed. Smit uit 't-Graven- zunde door een vrachtauto van G. v. d. L» alhier overreden. De beide knapen waren op weg naar Hon- selersdijk en liepen naast de trambaan. Da eene jongen gaf S. spelenderwijs een duw, juist op het moment dat de auto passeerde. De knaap werd vrij ernstig gewond en is bij Dr. \an Oyen binnen gedragen. De politie mocht den knaap nog geen verhoor afna men. Zijn toestand is zorgwekkend. DIEVEGGE AANGEHOUDEN. Een rechercheur heeft In een winkel ln da Oude Hoogstraat te Amsterdam, een vrouw aangehouden, terzake diefstal van 10 kleed jes en een flesch eau de cologne. Bij een in haar woning ingestelde huiszoeking is een groote hoeveelheid goederen afkomstig uil dien winkel in beslag genoemen. ONVOORZICHTIG. Een 7-Jarig meisje van J. Stolwijk, te Aar- dige les en gaf hij een bespreking tentoonstelling. In zijn slotwoord betoogde Spr., dat de opvoeding tot karaktervorming in ware Chr. vrijheid door het verantwoordelijkheidsbesef is de opvoeding, die onze Chr. School moet geven, maar ook alleen k A n geven. landerveen, had de onvoorzichtigheid achter Het opwekkend slotwoord van den eere- (u»n een vrachtauto te gaan hangen, mat hat voorzitter. Oud-Minister Dr. J. Th. de VI» gevolg, dat zij over de straat tuimelde ea se r, moest door diens verhindering tot leed- met een ernstige heraen* budding werd or«e- wasan dar vergadering achterwege blijven, nomen. Haar toestand is ernstig.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 5