e s 31 'm i i i i i A i M i m SCHAAKRUBRIEK. a JNi m bT VARIA. NIEUWE LEIDSCHE COURANT 160 O Redacteur: W. J. H. CARON, Haarlemmsrmeerstraat 168, Amsterdam-W. Men word» verzocht correspondentie over deze rubriek aan bovensriand adres te richten. 14 A -a e 1 Uw?* iJfjj m Wit begint en geeft in twee zetten mat. Wit (9): Kg8, De8, Tg5, Lf6, Pel, pi. f2, g4, g6, h5. Zwart (5): Khi, Dc3, Lh3, pi c4, g2. Probleem No. 171. Van: P. H. TöRNGREN. Wit: Dresga 1. -c4 Zwart: Baratz. c7— Wit begint en geeft in drie zetten mat. Wit (6): Kh8, Tf'2, Tf7, La6, pi a7, hö. Zwart (2): Ka8, Tal. Men wordt verzocht de op'.ossing(cn) binnen acht «dagen in te zenden. Wit (7): Kbl, Dg7, Ta3, Tel, Lb8, Lc2, Pc4, Phl. Zwart (7): Kg2, Dg6, Lb7, pi a6, f7, h6, li7. Wit geeft in twee zetten mat. S'.outelzet: 1. Lb8f5! Oplossing van probleem no. 169. Van: J. DAAMS, Rotterdam. Wit (7): Kal, Dg2, Tb2, Tdi, Pa5, pi e2, f-i. Zwart (4): Kc3. Pc5, Pe5, pi b3. Mat in twee zetten. Sleutelzet: 1. Dg2—g7! Goede oplossingen werden ingezonden door: K. Boheldijk (169), Rotterdam: C. 1'. van Dorp (168, 169) en I- Mol (168, 169), te Loosduinen: II. T Nicuw- huis (160), Amersfoort; M. Opbroek (168, 169) en H. C. J. Spier (168, 169) Den Haag: .1 Sjouke (168. 169), Rijacnbnrg; G. II. C. Stevens (108. 169), Resteren: Joh. v. Veen (168), Hazerswoude; A. Venluijn (168, 169 en 167 van de vorige maal) Ilousclersdijk; P. Ver moei- (168, 169), Zoetermeer. Over de eindspelen zijn de mcenlngen der lezers vrijwel eenstemmig: op gereeelde tijden één er tus- achendoor is wel gewenscht. Een enkele hud ze liefst geen keer. Een ander zou graag telkens een hardnek kig eindspel hebhen, omdat er zooveel uit geleerd kan worden. Hiermee zijn we het ten volle eens. Nota nemend van de communis opinio mogen we vaststellen, dat de lot dusver gevolgde gedragslijn kan bestendigd worden. Voor de meer geoefende op- Ioss.ts zullen wc ook eens driezettcn geven. 2. Pgl—f3 Pb8—c6 3. Lflc4 Pg8—f6 4. d2d4 e5 X d4 5. 0-0 d7d6 De wilde varianten van den Max-Lange aanval 5Lc5 of ook 5Pe4: zijn nog steeds niet ten volle tot klaarheid gekomen. 6. Pf3Xd4 Lf8—c7 7. Pblc3 0—0 8. f2f4 Vervuld van jeugdigen drang tot da'den-doen. Ge heel anders en solider verliep oen partij Dr. Bern steinZukiermann, die denzelfuen dag en in zelfden wedstrijd gespeeld werd: 8. Pde2 Le6 9. Lh3 Dd7 10. Pf4 Lb3: 11. ab: Tfe8 12. Pfd5 Pd5: 13. Pdó: Lf8 14. Df3 enz. met wat vrijer spel voor wit. 8Lc8g4! 9 Pd4Xc6 b7Xc6 10. Ddl—el Na dezen stoutmoedigen zet wordt wit spoedig op eigen terrein overrompeld. Meer op eigen veiligheid bedacht was 10. Dd3. De kansen staan dan ongeveer gelijk. 1 0d6—d5! 11. Lc4d3 d5Xe4 12. Pc3Xe4 Tf8—e8! De aanval van zwart is reeds in vollen gang. Er dreigt 13Lc5+ 14. Khl Pei: 15Le4: f5 16. De3 (om de figuur te redden) 16Le2! 17. Dc5: (17. Tel Lf2!) 17.Lfl: 18. Le6: Tel on zwart wint. 13. Kgl—hl Le7c5 14. Del—g3 Wit's laatste hoop. Na 14. Dc3 volgt 11. Pe4: 15. Le4: Lc2 16. LcG: Lfl: 17. Dc5: Ddl en zwart moet winnen; ook na 17. Le8: Ddll of 17. La8: Da3: met matdreiging op g2. 14Pf6Xe4 15. Dg3Xg4 Op 15. Le4: zou 15Le2! volgen, waarvan 'niet alleen materieel voordeel, maar ook een bcslisscndcn mataanval bet resultaat zou zijn. Op den tekstzet volgt een prachtigen slotzet: 15. DdSXd3ü Wit gaf op, want na 1G. cd: Pf2t 17. Kgl (17. TP2: Tel+t benevens mat op den volgenden zet) 17 Pg4:f is wit een stuk achter. Slotstand na 15 Dd8Xd3! RUILEN ZONDER TE HUILEN. I fel I i SS t i i i i tm - 4 6 A tS m ipp ÜiS Na afloop van bovenstuande partij demonstreerde de wereldkampioen Dr. Aljecliin die ook tegenwoor- wus, een zijner jeugdpartïjen, die hij op treffend analoge wijze heeft gewonnen: Wit: ALJECHIN. Zwart: KüNLEIN. Gespeeld te Dusseldorf 1908. 1. d4 d5 2. Pf3 Pf6 3. e3 e6 4. Ld3 Pbd7 5. Pbd2 Ld6 è4 de: 7. Pei: Po4: 8. Le4: 0-0 9. 0—0 f5? 10. Ld3 •5 11. Lg5 DeS 12. de: Pe5: 13 Tfel Dh5 14. Po5: Dg5: 15. Lc4t Kh8 16. Dd6:!l Opgegeven. Een prestatie van den 16-jarigen Aljechin! Slotstand na 16. Dd6:!l CORRESPONDENTIE. H. T. N. te A. Daarover beslist de Directie. O. H. C. S. te K. Zoo kwamen de „zaken" nog net TWEEPAARDENSPEL IN DE NAH'AND. Gespeeld te Parijs, Fcbr. 1928. Annotaties vrij nnnr Dr. Tnrtakower ln Kagnns Heuste ScliAchnachrichtcn. i W/' Wie kan ons helpen aan een flinke partij Bussinlt's Mijn landplaatjes? Er is zooveel aanvraag naar en haast niemand wil ze missen. Wil er niet iemand z'n hand over z'n hart strijken. Om te beginnen volgen nu de voorwaarden en re gels: Art. 1. Al uw vragen moeten vergezeld gaan van 15 cents aan postzegels, zullen zij naar uw wenscli behandeld worden. Ontbreekt het noodige cchUr dan krijgt u de helft' toegezonden van het aantal bons en plaatjes waar u anders recht op zou hebben. Art. 2. Aan ons bureau kunnen verschillende soor ten bons cn plaatjes tegen elkaar ingeruild worden. 3e. Wat we bij ontvangst van uw aanvraag niet in voorraad hebben, wordt genoteerd en zoo spoedig inogeliik gezonden. 4e- Kwatta-soldaatjes en Sickesz-wapens opgeplakt 5c. Vuile en beschadigde plaatjes worden door ons vernietigd en gelden niet. 6e. Het verdient aanbeveling naam en adres steeds duidelijk op de enveloppe te vermelden opdat uw zending bij onvoldoende frankeering niet zoek raakt, want met strafport bezwaarde stukken worden ge weigerd. Art 7. Het staat aan ons de waarde te bepalen van wat u zendt en als u met ons meedoet beteekent dat, dat u zich ook aan deze regel onderwerpt. be. Zij die ons speciale nummers van de Klaver blad. Bloemen en Vogelalhum vragen, zonden we zoo veel mogelijk liet gevraagde. Vooi de nummers dia we niet voorradig bobben sturen we andere exem plaren die in te ruilen rijn bij: De directie der Reclameafdeeling van de Klaverblad-Ka rnemelkzeep- fabriek Spaarwoudorstraat li. Haarlem. De vetgedrukte namen in onze aanvraag zijn lie bons en plantjes Avaar veel aanvragen van liggen, waar dus h;; voorkeur niet om gevraagd moet >n en waar we veel van kunnen gebruiken, raagd worden: Bussink's plaatjes, v. Delft plaatjes, Drostchons, Erdr.l Pelikanen, Kwatta-soldaatjes. v. Ilouten-bons, Sickesz-wapens en Bons der Levers Zeep mij. Aangeboden worden deze week: Ilille-bons, plaatjes van de Verkade's-albums; ento. Zomer, Herfst, Winter, Blonde Duinen, Bosch i Heide, Bonte Wei, Naardermecr, Langs de Zuider- •e, De Vecht, De IJsscl, Friesland, Mijn Aquarium, Do Bloemen in onzen Tuin, Texel en Kamerplanten, Klaverblad Bloemen en Vogcljjlaatjes, Holland-plaat jes, Rademakerbons. Tenslotte nog cenigc correspondentie: A. B. te Delft; J. U. te Zwijndrecht; G. E. K. te Middelburg; H. de J. te Büihovcn; A. V. te Kaas- land; B. v. U. te Den Haag; A. IL te Den Haag en A. \V. te Rijscord. Wat u aanvroeg hadden we niet in voorraad en is dus genoteerd. Geduld a.u.b.l A. B. te Delft. Sun: Mille 7 :2>/2; dus voor 1 Sun. kunt u plm. 3 Hille krijgen. G. J. te Drilt. Voor die 108 plaatjes zijn 65 K.pw noodig óf 162 Erdal. A. v. S. te Maasland. Nee, met u i3 geheel afgere kend. G. do J. ts Ro'.terdam. U krijgt cr 88 voor. Voor S Droste krijgt u 8 K.p. D. v. M. te Hcdel. Zie art. lb. P. v. d. B. te Den Haag. 'k Raad u sterk aan, ge duld te hebben lot u precies die nummers hebt, 't Kan wel lang duren eer 'k er u aan kan helpen, maar u krijgt ze vast. Er zijn 4 Pclikaantjes of 2 K.p. voor noodig, M. v d. B. te Rotterdam. Zc worden nog lang niet aangeboden. J. R. te Den Haag. Neen, dat laatste kan niet. Voor dit keer genoeg. On9 adres is: ONS RUILBUREAU: SOEST. Beethoven en de spin. Reeds als knaap wekte Beethoven door zijn muzi kale gaven de hoogste bewondering. Zijn vader, die tenor ann de keurvorstelijke Kculsche kapel was, leidde en verzorgde het tulent van den knaap naur zijn besle vermogens. Reeds op achtjarigen leeftijd was de kleine LudWig een meester op het klavier cn de viool en in liet janr 1784 benoemde de keur vorst vari Keulen hem, bij was toen veertien jaar, tot hoforganist. Den jongen kunstenaar werd een dakkamertje als studeerplaats voor zijn viooloefcningen gangewezen. Hier zag hij eens, hoe een grootc spin uit haar schuilhoek te voorschijn kroop en, zooals bij meen de te bemerken, naar zijn spel luisterde. Zij kwam nader cn nader, kroop op zijn lessenaar en ten slotte ijn arm, die den strijkstok voerde. Dat herhaal de zich dagelijks. De spelende knaap zag in het dier tje een toehoorderes en gaf zich alle moeite, om tot genoegen van de spin, meesterlijk te spelen. Op zekeren dag kwarn zijn tante, rnet oen vreemd® gast in het studeervertrek van den knaap, opi diens kunst te bewonderen. Zij zag de spin en zonder zich te bezinnen, sloeg zij die van den arm van bet kind cn trapte ze dood knaap echter viel flauw van woede en drift over den dood zijner kunstvriendin, die hem bij zijn studiën zoo had aangemoedigd ea geholj>en, en treurde nog lung om haar. Het beste antwoord. John Wesley vertelde eens aan zijn vriend Clarke, dat hij op straat tweo twistende vrouwen had ont moet; de eene stond heftig te schelden en te gesticu* loeren, de ander stond cr doodstil en zwijgend bij. Eindelijk was de scheldende vrouw uitgeraasd en riep uit: „Kom, vooruit, zeg nu ook eens wat, dan kan ik je antwoorden". Wesley zei tegen Clarke: Adam, dat was een oor mij, zwijgen is dikwijls hel beste antwoord op smaad'. Ho 20 JAARGANG 1929. lorzru STROOMEN DES LEVENDEN WATERS (PINKSTEREN). Die In mtl gelooft, golUkorwtlB de Schrift zegt, stroomen des levenden watera zullen uit zUnen buik vloeien. Johannes 7 38. Pinksteren is het feest van beginnonden overvloed. Reeds onder Israël was dit zoo. Men kon dan, daar de oogst veel vroeger viel dan in onze koeler lucht streken, twee brooden der eerstelingen van het inge zamelde graan voor het aangezicht des Heeren brengen (Lev. 23 17). Het was een feest om vroolijk te zijn voor het aan gezicht des Heeren (Deut. 1611). Geen wonder, want het was de tijd van inzamelen een half jaar lang tot de zevende maand toe. Met den gcrstcnoogst was het begonnen in de eerste maand. En liet eindig de met den wijnoogst. Zoo was Pinksteren het feest van overvloed. Van beginnonden overvloed, die al grooter en grooter werd. Totdat op het laatste jaarfeest Israël als een volk van den Hccre gezegend Hem dankte voor al den overvloed, dien Hij hun had geschonken. Maar meer nog is voor dc Kerk des Heeren onder de nieuwe bedoelingen Pinksteren het feest van be ginnonden overvloed. Zij gedenkt dan hoe op den 50cn dag na dc op standing baars Heeren, waarvan haar Pauschfcest getuigt, dC Heilige Geest werd uitgestort Reeds dat spreken van de uitstorting des Hei ligen Gecstcs wijst op een grooten overvloed. Het is niet maar een milde rt-gen, die voor een oogenblik verkwikt Neen het is de uitstorting van den Heili gen Geest zelf, die met al zijn rijkdom komt wonen in de gemeente. En van dat oogenblik af gaat de oogst voor Gods koninkrijk altijd door tot aan de voleinding der wereld. Zoo is ons Pinksterfeest veel meer nog dan Israels Pinksterfeest het feest van een overvloed, dio niet meer wordt gestuit. Zoo was het onder liet Oude Verbond ook gepro- fetecerd. Als Joël klaagt over de verwoesting van den oogst, die als een straf over het volk was gekomen, cn hen daarom tot verootmoediging vermaant, dan profeteert hij dat de I-Iecrc op hun smeekgebed hen weder met koren en most cn olie zal verzadigen (Joöl 2 19). Maar daarna zal nog veel rijker geestelijke zegen hun gegeven worden: En daarna zal het geschieden dat Ik mijnen Geest zal uitgieten over alle vleesch" (Joël 228). Deze profetie is op den Pinksterdag in vervulling gegaan. Het is juist als vervulling van deze profetie dat Petrus dc Pinkstergebcurtenis verklaart. Eu niettórdaad zijn het op dien dag niet enkelen die profeteeren, maar de gehcelc schare der geloovigcn, die allen vervuld worden met den Heiligen Geest en de groote werken Gods verkondigen in nieuwe klan ken, die door de feestvierende menigte uit allo oor den der toenmalige wereld verstaan worden. Zoo iets was nooit tc voren beleefd. Van dien overvloed heeft ook Jezus gesproken ln den tempel, toen hij uitriep: „Die in mij gelooft, gc- lijkerwijs de Schrift zegt, stroorncn des levenden wa ters zullen uit zijnen buik vloeien." En Johannes teekent hierbij aan: „Dit zeido hij van don Geest, denwclken ontvangen zouden die in hem gelooven; want dc Heilige Geest was nog niet overmits Jezus nog niet verheerlijkt was". Stroomen des levenden waters! Is dat niet een overrijk beeld van do genado des Hciiigon Gecstcs? F.n sluit dit beeld zich niet kennelijk aan bij do pro fetic die de komst van den Heiligen Geest bad voor zegd als oen uitstorting gelijk water. Is niet het water eerste levensvoorwaarde. Zonder water moet wat leeft zelfs sterven van dorst Water is het beeld van levon. En alle leven is toch door den Heiligen Geest als den Levcnweklfcr en Be zieler. „De Geest toch is het dio levend maakt". Stroom en des levenden waters. Niet slechts een teug waters. Niet maar een enkele fontein of ook een beeksken dat afvlict van de bergen Gods. Neon, stroomen, rivieren van leven. En Jezus zegt niet, dat die in hem gelooft van dat water des levéns zelf drinken zal. Voorzeker, ook dat is erin begrepen. Daarom gaat eraan vooraf: „Zoo iemand dorst die kome tot mij en drinke" (Joh. 7 37) En ook dit kan alleen door den Heiligen Geest, die liet geloof in onze harten wekt en ons voor dat geloof doet deel hebben aan Christus. Maar wat Jezus erop laat volgen is nog veel en veel rijker. Die in mij gelooft, stroomen des levenden waters zullen uit zijnen buik vloeien. Stroomen des Geestes zullen uit hem vloeien waardoor ook an deren zullen worden verkwikt. Het is nog sterker dan wat hij eens tot de Somari- taanschc vrouw bij Sichars put gezegd h'.d: „Zoo wie gedronken zal hebben van het water dat ik hem go- ven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten, maar het water ,dat ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven" (Joh. 4 14). Dat is slechts voor den dorsten den zelf. Maar dc stroomen des levende waters, die uitvloeien vun wie in Jezus gelooft, brengeu loven allerwcge. Mits ge dit dan maar verstaat van den Heiligen Geest, denwelken ontvangen die in Jezus gelooven. Daarvan spreekt u het Pinksterfeest. Zie die stille, zwijgende schare op den vroegen morgen van den Pinksterdag bijeen in hun opperzaal te Jeruzalem, eer do Heilige Geest uitgestort is. En hoor ze daarna, als het geruisch van den hemel is geschied en dc verdeelde tongen als van vuur op hen zijn nedergedaald en zij allen met den Heiligen Geest vervuld zijn. Hoor ze dan spreken niet uit hun eigen hart, maar met andere talen, gelijk do Geest hun gaf uit te spreken. Neen, het is niet hun eigen kracht of kennis cf godzaligheid, waardoor zij voor anderen do stroomen des levenden waters voortbrengen. Het is alleen de Heilige Geest die deze stroomen dos levens van beu doet uitvloeien. Zoo is het nog altijd. Gij, arm menschenkind; gij, arm zondaar; gij, kind van God die in Jezus zoo rijk zijt, gij zijt in u-zelf o zoo arm. Gij kunt uw eigen ziel niet eens bij het leven behouden. Als de Heilige Geest u een oogen blik kon verlaten, dan zoudt gij in uw geestelijken dood terugzinken. Ja, als die Heilige Geest ecu oogenblik zijn zalig makende werkingen over u inhoudt, dan moet gij versmachten van dorst. En hoe zoudt gij dan het water de* levens aan anderen bieden? Neen, alleen de Iloiligc Geest, die in u is en door u werkt, maakt uzelvcn lovend en doet leven van u uitgaan dnt levend maakt on bij anderen leven wekt. O, dat gij dit toch recht moogt inzien. Het gaat op het feest van den Heiligen Geest niet om wat gij zijt, maar om wat de Heilige Geest voor u is en in u werkt en door u doet. Als .l.'t Hem be hagen mag, dan vervult Hij u met leven, zoo over vloedig dat het van u uitstroomt nuar alle zijden. Zoo, cn zoo alleen wordt God door u verheerlijkt. Zoo wordt de naam van den Ilecre Jezus door u grool gemaakt. Zoo kunt gij in zijnen naam Iannis bieden ann do zielen die van dorst versmachten. O, het is niet te zeggen, waartoe dc Heilige Geest u niet kan en wil bekwamen, zoo gij Hem maar in u werken luuL Zie dat maar aan de prediking op het Pinkster feest, waardoor op dien éónen dag er veelmeer wei* den toegebracht dan door Jezus' eigen prediking en wonderen in al de jaren van zijn openbaren arbeid onder het volk. Maar altoos moet het beginnen met dat wat Jezus eraan vooraf liet gaan: Zoo iemand dorst, dia kome tot mij en drinke. Alleen wie zelf als een dorstige naar het water des levens tot Jezus kwam, die kan ook anderen die wateren des levens bieden. Alleen wie zelf van het water des levens gedronken heeft, kan anderen ertoo brengen. Maar zoo gij dan ook aan dat water des levens zelf uw dorst mocht lesschen, sluit u dan niet op in zelfvoldaanheid. Maar laat die stroomen des lovenden waters ook uitgaan naar anderen. Dit is toch het eigenaardige van de Pinkstergebeur tenis. De Heilige Geest kwam de gemeente van Jezus Christus verrijken met zijn inwoning, maar werkte ook onmiddellijk door haar naar buiten. O, dat die gemeente ook nu, cn dat ook gij-zelf in die gemeente daarin aan de schare der discipelen op den Pinksterdag eenigermate gelijk mocht zijn, dat het leven door den Heiligen Geest aan u openbaar mocht worden tot eer en verheerlijking Gods, tot zegen voor de wereld rondom u. VENI CREATOR. Vcrlosso.r! koml de wereld wacht! Die struikelen cn dolen, heel dit wanhopige geslacht heeft zich aan U bevolen. Blinden gaan tastend naar U uit cu luistren scherp op elk geluid. De doove speurt alom of hij U ziet genaken? lieer, doe de heemlen flakkeren cn kraken! Koml Uw boden rennen reeds voorbij: do stormwind dorscht dc landen; de bergen rooken; 't springgotij verdrinkt de lage stranden. De wereld waggelt; burcht en dom /.Inkt weg of kantelt dronken om. Wat straks nog pronkte en glom, is als con damp verdwenen. Iloor, hoe wij uit den chaos tot U wconen. Koml Kom, Sterke, die het al verwint, herschep do slechte wereld. Zo is als een ni<mwgeboren kind rondom met bloed bepereld. Met zuiver zout, mot louter vuur doordring do onheilige natuur. Wat haar besmette en momm', doo 't weg; uit reine doeken baar eerste glimlach zal U zoeken. Koml Kom, Trooster, die do harten stilt; en kalm doet ademhalen den angstige, die straks, als wild ten dood vervolgd, moest dwalen. Koinl uit 't verwoestende gcdruisch, red ons tot Uw doorzongen huis. Opeens ligt alles stom. Dan schróóiiwt het ongeduld Van Uw beminden: Erbarmer! Vcrlosserl lódt U van ons vindeuf Kom! Uil Opu. W. WILLEM DE MERODR. HQ<m0OMO0t<6>O60»>»69»M»96690MIW

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 11