WOENSDAG 8 MEI 1929 EERSTE BLAD PAG 3 Kunst en Letteren. „ONZE SMID". Ernest Claes, de bekende schrijver van „De Witte" en „Bei uns in Deuisdiland" leed omangs bij Standaard Boeknandel te jrussei een klein, boekje verschijnen met ,wee schetsen: „Onze Smid" en „Nolle Janes". De schrijver is daarin bezig herin- leringen op te halen van toen hij nog als d" jongen in 't Vlaainsche uorp Aver- iouü rondsprong. Misschien groeit uit sim- ieie, schoone boekje nog eens uit tot een ;rooter werk van jeugdleven. In „Onze Smid' vooral is de verteller ;iaes op dreef. We zien het groote leeman is met strooien dak. waarin do smid den aren hamer zwaaide en het aanbeeld ;ensters spuwde, een groote aantrekking ip de dorpsohe bengels van tien jaar eu aider uitoefenende. Vooral het beslaan van en paard was een heerlijke sensatie voor „Het duurde somwijlen een hcelcn tijd ier de smid het groote boerenpeerd achtor- vaarts in den hoefstal had gekregen. Daar varen peerden, die absoluut van geen nicu- ve hoefijzers wilden weten, en mot onver vaarbare balsturigheid weerstand boden. (o sloegen lijk zot met hun geweldige ach- erpooten, zoodat de aardklonten of een verloren stuk ijzer tegen de smidsmuren vlogen, en in hun neergestreken ooren en n hun jonde oogeiï lag zoo'n radelooze, Kinderachtige schrik en wanhoop, precies if ze der zeker van waren dat het met hen [edaan was als ze in dat houten diug te- echt kwamen." Met Melanie, de vrouw van Peer den mud geraakte Ernest op goeden voet. een •eden temeer voor den knaap, zich lot de xmdse aangetrokken te gevoelen. Toen do imid een nieuw schoon stecnen huis met veel mooiere werkplaats en een plaz.ante itaminee had betrokken, was er voor hem le poëzie af. Na jaren werd Melanie ziek n liet den smid met zijn zoon achter, l'eer noest nu zelf zijn boeltje redderen en voelde ich een groote sukkelaar. Hij wensohte lat Nis maar gauw mocht trouwen, dan vas hii uit alle zorgen. En Nis trouwde, maar niet met de eerste de beste. Een vrouw lie wist wat zo wilde en inct krachtige land de zaken bestuurde. En l'eer de id had zijn vollen oppas gekregen. „Nolle Janes", de tweede novene uit het liindeltje, is in zeker opzicht de pendant van „Onze Smid". Ook een huwelijk, maar met een slecht verloop: geen enkele dag of er was ruzie. Op oen keer wierp Nolle a vrouw de petroleumlamp in liet schuurke cn heel de boel vloog in brand. Zijn schoon- noeder verbrandde levend. Nolle werd op gepakt ..Ik hèm et gedoan". Dat was het eenige, dat men uit hem krijgen kon. En omdat men hem kende als con slechte, ruwe mensch, werd hij veroordeeld. Maar na ja ren, toen Nolle op zijn sterfbed lag, beken de hij, dat hij het niet gedaan had, dat hij ch onschuldig had laten veroordeelcn „Bet moest kinncken krijgenen ik kost heur oep zoe 'ne moment toch nio noar et prison loate goanen loater hem ik gepaasd dat et zoé moar blij ve moest Om de moeder van zijn kind, om het kind. dat hij nooit geizen had, had hij zich geofferd Het boekje van Claes is kleingoed, maar lWcli cn levensecht, in sappig Vlaamsch Keitel lend van het Vlaamsche land en le ren Slechts is hpt erg-jammer. dat do Sf-hru per eon paar leelijke hasterdvloeken heeft laten staan. TOLSTOJ'S LAATSTE UREN. Zij, die voor ecnlgcn tijd de aanteekening In ons Zondagsblad over Tolstoi s leven cn lijden hebben geiezen, zullen zich herinne ren. hoe de beroemde schrijver 28 uctooei 1910 zijn huis cn vrouw ontvluchtte: ont vluchtte om kort daarna aan ecu verlaten stationnetje eenzaam te sterven. Naar de „Tel." bericht is mans in Mos- ou een nieuw werk verschenen, dat de gehce.e correspondentie bevat, die het gc- voig was van 'lolstoï's verblijf en overlijuen aan bet station Astapowo in 1910. „In het werk komen lotu s voor van de -authentieke telegrammen naar en van As tapowo uit verzonden en deze telegrammen, in totaal 1081, zijn opgesteld door bloedver- ten, vrienden, journalisten, gouver- es, bisschoppen, gendarmerie-ofiicieren, doktoren enz. Deze. correspondentie is chro nologisch gerangschikt, met alleen volgens de dagen, maar ook volgens de uren en zelfs volgens de minuten". „Tolstoj is dus stervende. Tsjertkof, Tol- stojs secretaris .voert langs den telegraaf draad een strijd met de familie, die zelf hopeloos verdeeld is, doch niettemin den Bgonise.crcnde wil bezoeken. De gendarme rie treft maatregelen tegen verwachte on geregeldheden. De synode zendt haar ver tegenwoordigers, opdat deze den zieke kun nen bijstaan, wanneer hij den wcnsch te kennen mocht geven in den schoot der or thodoxe kerk te willen terugkeeren. Intus- sohen pennen do dagblad-correspondenten hun berichten en vragen om geldzendingen, terwijl de operateurs van Pathé hun beurt afwachten. Onbekende bewoners van do provincie verzoeken Tolstoj telegrafisch zich met zijn familie te verzoenen. Een inwoner van Rostof vraagt den stationschef voor hem Tolstoj's handen te willen kussen. Het station Astapowo is plotseling voor eenige dagen het centrum van de alge- meene belangstelling geworden. Wegens! plaatsgebrek wordt in de onmogelijkste I ruimten geslapen. En terwijl de groote Bus sische auteur zijn laatst en strijd strijdt,! trachten nog eenige bezoekers in het nach- I telijk duister tot hem door te dringen. Te- ..BOEKENSCHOUW". Dit geïllustreerd letterkundig maandblad 'heeft zijn twee cn twintigste jaargang vol- j bracht. Het laatste nr. bevat: Belloc ver de. dffff een katholiek koning (Jacobus II van (Engeland); P. W. Assman: Madame Claire'' van Ertz; P. W. Assman: JBafaël Sabatini" [een art. over Perpeluavan Wilhelm van 'Soholz. Over deze laatste keen we: „Porpotua is een eersteling. Scholz bezat I reeds een reputatie door zijn drama's en ge dichten. Hij is geboren te Berlijn in 18/* maar den achtergrond van zijn werk vormt niet de moderne hoofdstad, doch het zes- I tlonde-ceuwscho Zuid-Duitschland, waar hij zijn leven grootondeels heeft doorgebracht. Het liefst droomt hij zich terug, in den over gangstijd van Middeleeuwen naar Renais sance en Reformatie, den tijd der machtige steden en der opkomende burgerij. Roman- I tick ait alle Germanen in het bloed en mèt die Romantiek dikwijls ook een vaag Pan theïsme; bij Wilhelm van Scholz drijven we, of liever zweven we volop In pantheïstische (uiystiekerigheid. In verzen van vlckkeloozc vormschoonheid weet hij al dat kosmische zich-in-voolen vast te leggen, verzen, die lou ter gevoel zijn geworden, louter droom cn natuurinleving. Van hieruit verstaan we ook zijn roman Perpetua. Hoe fijn van draad en zuiver van atmosfeer drce ook zijn mag, het geheel heefi een valschen onderstroom. De godsdienstzin, die de werkelijke mensohen van 1500 bezielde i is niet het natuurpantheïsme van Scholiz, maar was het Christendom. De religie van j Scholz' creaturen is een soort kosmisch in stinct, een complex van mysterieuze in het diepste der tendenzen, die met da onfeilbaar I held van het noodlot, 's menschen levens- j weg bepalen". De Schrijver erkent de voor Iname literaire kwaliteiten die dit boek ove» leen Heks en een Heilige bezit, maar rekent het oveiigens met recht tot de eéér voorbe houden lectuur. Paul van N ij en rode bespreekt de actie van verschillende keken-uitgevers tegen de kloos!eruitgeverijen. Zijn conclusie luidt: 1. Waar het goed recht der Kloosterlingen om zich met uitgeverswerkzaamheden te be lasten onomstooiolijk vast staat, mits zij er zorg voor dragen, dat zij de economische be langen van derden niet schaden, behoeft er van oanige animositeit tegen de Klooster- 1 uitgeverijen geen sprake te zijn. 2. Dal ook de middelen, die gebruikt wor den om het niot-katholieke uitgevem onmoge j lijk te maken, Katholieke uitgaven op de boe- ikenmarkt te brengen, zonder ecnig voorbe- [houd dienen te worden afgekeurd als zijn jon-sociaal cn volkomen in strijd met do I Christelijke naastenliefde. I 3. Dat de practijk gelukkig leert, dat d- R.-K. uitgever, die heden tan dage beschikt >vor de noodigo intelligentie, vak- cn zaken I tennis, geen kunstmatige bevoorrechting Ivan noode heeft om zijn bedrijf tot bloei tc brengen". ..LECTUURGIDS". ft^ogen we nog eens de aandacht vestigen van alle je'ugdlcidël-s eti van Then, die met het lectuur-vraagstuk van jeugd en rijpere jeugd tc maken hebben op de „Lectuurgids Nr. 4, jrg. 4 bevat: Een nieuwe Christelijke roman (Jolly Roesselo door Tine Bonnema), welke aan ieder boven 18 jaar met warmte ter loiing aanbevolen wordt; jeugdlectuur; bol Iet ricboekon van allerlei aard; vervolg van de lijst „lectuur voor de rijpere jeugd" (Casimir-Cunnington). Uit Oost-lndie. DE IMMIGRATIE IN NED.-INDIE. Verscherpte bepalingen. Sinds een'ge dogen zijn de strengere immi gratie-bepalingen voor Nederlandsch-Ind in werking getreden, en de voornaamste byzon- derheden hiervan worden vermeld door het ,.Soer. Fb'.d Geen immigrant zal voortaan meer een voet aan wal mogen zetten, ind'cn hij, of zij, bij aankomst In de eerste Nederlandsch-Ind'sche haven geen bewijs kan overleggen dat de fJOO zegelgeld voor de vergunning tot ont- schep'ng reeds in de haven van inscheping aan de scheepvaart-maatschappij zijn betaald, dan wel in het bezit is van f 100 in gangbare munt. Wie Nederlandsch-Ind'ë tydelyk verlaat, moet zijn cf hrar toelatingskaart laten aftee- kenen, hetzij dcor het hoefd vari plaatselijk bestuur, betzij door den dienst der Immi gratie. Deze bepaling geldt voor alle rassen gelyk vanzelf spreekt- Bij verzuim wordt men, terugkeerenii, geacht n'et in het bezit van gel dige pap eren te zijn en beboet met f 100. Ten einde den overgang soepeler te doen geschieden, 4s een rondschrijven van het hoofd van den dierut uitgegaan, bepalende dat met degenen, die vóór ultimo December 1928 uit Ind'ë zijn vertrokken, door de immi gratie-ambtenaren consideratie kan worden gebruikt, indien het hun vcorkomt, dat de overtreding te goeder trouw werd begaan. In dat geval kan de toelat:ngskaart worden te ruggegeven en de betrokkene alsnog worden toegelaten. Zy, die na u'timo December vertrokken, zonder hun toelatingskaart te deen viseeren, zullen echter als nieuwe immigranten worden behandeld en bij niet-betaling van de f100 op kosten der stoomvaartmaatschappij worden teruggezonden. In de practyk worden alle terugkeerende imm'granten, wier toelatingskaart niet Is af- geteekend, door den ontschep'.ngsambtenaar aangehouden en naar het immigrantenver- blyf gebracht, waarna de ambtenaren van de immigratie beslissen, of al dan niet de be trokken circulaire kan worden toegepast. Voorloopige toelatingsbewijzen. Mede zal strenger de hand gehouden wor den aan de bepaling, dat wien slechts eer. voorloopig toelatingsbewijs is uitgereikt, d't papier binnen zes maanden zal hebben in te wisselen tegen een defin'tieve toelating, op poene van te vervallen in een boete, groo* f 100. Voorloopige toelatingsbewijzen kunnen voor geen langeren termijn clan zes maanden wor den verstrekt, waarna bcsl'st moet worden over de definitieve toelating. Voorloop'ge toe latingsbewijzen worden uitsluitend verstrekt in twijfelachtige geva'len, wanneer iemand byv. aankomt zonder een betrekking te heb ben, enz. INGEZONDEN STUKKEN. DE NOOD IN DE FRANS CHE PREDICANTS GEZINNE.J. Onze PraDeche correspondenten en Inzonder heid Prof. Dr. J. Vléi ook ais oprichter var nkrük I riendcr 1200 l edikttnisgcj echrUft men ons. ts nog steeds zorgwekkend. Uit eigen kring hebben de Fransche geloofsgenooten omstreek» 3 mlllloen frs. jaarlijks gevonden, zoodat het tractement voor een ongehuwd predikant tot f 1000.— en van een gehuwd predikant tot f 1300.kon worden vermeerderd, (resp. 10.000 en 13.000 frs.) Maar Inmiddels is het leven ln FrankrUk weer aanmerkelijk duurder geworden: dat is trou- wens in Nederland welbekend, want allen die van een Fransche reis terugkeeren uiten dezelf de klacht. "Mo meerdere btJzonderheden mochten wen- ;n te ontvangen, kunnen zich daartoe tot één et is dan ook met grouten aandrang dat ons lité, dat nu sinds Jaren roeds zooveel daad- kelijke sympathie aan onze Fransche ge loofsgenooten heeft kunnen bewUzen. weder beroop doet op de liefdadigheid onzer land- Gemengd Nieuws. DOOR COMMUNISTEN ONTVOERD. Een 18-jarig meisje geschaakt Op 8 Febr. jl. ontvluchtte uit het gesticht „De Goede Herder", te Almelo, een 18-jarig meisje, wier ouders uit de ouderlijke macht zijn ontizet en dat ter verzorging in voormeld güs icht was opgenomen. Onoiiddollijk na haar ontvluchting ver voegde zij zich bij e>en in de nabijheid van het gesticht wonenden boer, die weigerde haar te helpen Daarna begaf zij zich lan.es een omr.veg naar het station, doch vóór zij dit had bereikt, ontmoe.te zij den 24-jaii gen J., een communist, wien zij haar vlucht mededeelde en om hulp vroeg. De-ze J. nam t meisje mee naar de woning zijner moeder, door wier tusschenkomst de partijgenoot V. werd ontboden. Inmiddels verscheen daar P., eveneens communist cn woneinde te ZwoRc. Er werd onderling beraadslaagd, wal er met het meisje zou gebeuren en men kwam over een haar voort te helpen naar Duitsrhland. Dc kleedingstukkcn zij was nog gekleed in gestichtskleeren woke haar zouden kunnen verraden, wordon verbrand en ver- vangen dpor kleedicig van een auster van .1. Den volgenden dag brachtem V. en P. lier meisje naar Enschedé naar hun partijgenoot Z., die haar des avonds naar Glanerbmz bracht. Z bracht haar met een valsch pn° poort naar ee>n partijgenoot te Gronau. De Duitsch communist moest echter niets van hot zaakje hebben, waarom Z. het meisje weer meenam naar Glanerbrug. Gedureri'i? drie weken bleef het meisje in de woning van Z. Om hear meer onher kenbaar be maken, werd te Glanerbrug haar haar geknipt. Tengevolge van een twist tus- se.hen Z. en diens echtgcnoote over 't. meisje, werd dit nu ondergebracht hij don corranu nist J., wonende bij Enschedé, waar zij on geveer twee weken verbleef en de lessen, wo'ke deze J. d'cs Zondags aan de commu nistische jeugd gaf, moost bijwonen. He: onderzoek naar de verbijfplaats wei- zee bemoeilijkt door de oms'andioihcld, dat het meisje floor niemand uit deze omgeving werd gekond en 'n portret van hanr niei bestond. Toch was 'I de politie gelukt het spoor van hot melsie te ontdokken. Toon haar verhergers daarvan lont ha 1 den geroken, brachten zij hét meisje over naar S„ communht, te Almelo, die haar on- creveer twee weken huisvesting verschaf e Hier vertrok het mcisie tengevolge van het hezoek van een Amsterdamsche communis te, die het meisje ker.tfe uit haar vroeger leven Het meis'e kwam nu terecht bi zeke ren B.. caféhouder to Zenderen, waar zij ra nog geen etmanl aldaar te hebben vertoefd, werd aangehouden. Zij is daarna onder hot wettig over haar gestolde gezag teruggebracht. Rechtzaken. Het gerechtshof tc Arnhem heeft uitspraak g.i .'aan in de zaak tegen Mr. B. J. Nöndhorn te Zu<phen, die terecht heeft gestaan wegens beleediging van den soc-dem. wethouder Velsink tc Doetinohom. Hot Hof heeft don verdachte, met. vernietiging van het vrijspre kende vonnis dor Zutphensche rechtbank, veroordeeld tot f 50 booto. vvü :en dal lorbeeld non. bü oorbaat hartelijk danlc. Hot Comité tot BUatand uan de Frot. Kerken bereid zijn bijdragen in ontvangst te riemen: Dr. W. J. M. HNC -erigen» liet antwoord mijn hart lezen wtf dat in Gods Wuoid? ingeloot mede gewerkt iiebber werk Gods? Want dit waa het Hoogachtend, ITv dw. F MOOK. tr Redactie. De Inzende iiolpen la. Ma Schrlf tverkla; j Woord om bü den bou 1 wy i nudri r Ark t züdc. We kunne willig gemaakt, or stellen. (1st NcaeK Sein. Cham en Jafctb mei hun vieren, dat groo.o gevaarte gebouwd zo hebben. Vraag maar eeni op een scheopa or oen kof of smi t zou dun deze itig vaartuig ge- schen hand nog «i daar.to en. Zelf Utulgen. :oed «Is nl"ts i dat op DUbelpInatJi ich met zijn drie zon» nar de rk-rkundlgo. i 11DC„ Pvs groote vnartul-, dut de toekomst vnn wereld cn kerk zou dragen, ondi N'oachs loldlnc en nnar hot boetek. dat God ze aangaf te voltooien." Vraag cn Antwoord- Vragen moeten vergezeld oann van 20 cl* .,an postzegels, zullen zij voor beanlwomdlug n aanmerking komon. Vragen, welke een algemeen karakter iragsn, zullen In de krant woraeo beunt vooTd de endert per brict 128. A. v. d. S. te W. Het laboratorium, de directie en de administratie van den Rof- terdamschen Gemeentelijken Keuringsdienst van Waren is gevestigd IJzerstraat 2. Direc teur is Dr. J. D. Jansen 129. J. J. te S. Aan personeele belasting zou bij een huurwaarde van f 30 per maand in totaal verschuldigd zijn f 2G.GÖ. Dit ech- ONS VROUWENHOEKJE. HINGEN DIE WAARD ZIJN OM OVER TE DENKEN. Huiselijke toer ten. In het boekje „Kinderfees ten" (uitgave .an het Museum voor ouders en opvoeders i te Rotterdam) zegt A. A. Fokker in zyn artikel „Het jaar rond" onder meer: dat we bij elk feest, groot of klein, voorbereid of onvoorbereid, aan twee dingen moeten den ken. In de eerste plaats: Als ge feest viert met de kinderen, doe het dan met uw gansehe hart; wees blij met uw kinderen ondanks \erdriet en zorgen. Als ge met een zucht denkt: „o ja, we zouden feest vieren van daag, maar ik ben niets in de stemming', neen. dan doet ge werkelijk beter géén feest te vieren, als je niet bij machte bent, die stemming te onderdrukken. Maar hier komt het juist op aan, dat wèl te kunnen n de omstandigheden de baas te zijn. In de tweede plaats: laat het d a g e- ijksch leven sober zijn, want dan uit ge ondervinden, hoe uit alle hoeken n gaten de feesten te vooi-schjjn komen, lie over de dagen een blijde glans ver spreiden. En zoo kunnen we bijvoorbeeld voor all® jaargetijden bepaalde eigen feesten in stellen. Daar is bijvoorbeeld de lente. Blijde ver wachting trilt door de lucht. De eerste zon nige dag met een stralend blauwe hemel ais de belofte van wat komen gaat. Is er één jaargetijde, dat zoo stralend en blij kan zijn, als ge ooren, oogen en hart wijd open zet, om dat alles te kunnen ontvangen? Is er geen feest in uw hart om al dat blijde? Zie eens rond en luister naar de kinder stemmen, die juichend opklinken als ze naar buiten springen of naar huis hollen en met kracht verzekeren, dat het „oni te stikken" is in je winterjas. En plotseling springen alle prettige din- ren van andere jaren naar voren! De kit» leren spreken al over wandelingen en bloe men plukken. Tollen, hoepels enz. moeten naar buiten komen! liet straalt in eens overal om u en in u. Een fluisterstem zegt steeds maar: vier feest, vier feest, 't is lente! Hoe dan? zegt ge met een bedenkelijk ge zicht. Kom buiten, noodt de natuur. Zie naar mij, en verheug u, zegen bloemen en planten. Ziet ge niet een aandachtig gezichtje over de ontluikende bloemknoppen gebogen; staan in uw kamer niet dc vaasjes met speenkruid en madeliefjes gevuld? Is uw buis niet te klein voor de trappelende, dansende voetjes, die verlangen naar veel beweging in de buitenlucht? Is dit alles nog niet genoeg om feest te kunnen vieren, echt feest, zoo van binnen uit, omdat het alles vreugde is! Klinken de blijde lenteliedjes u niet in de ooren? Neen, niet zoo maar dadelijk kunt ge een lentefeest vieren, maar de voorberei ding is immers voor de kinderen zoo heer lijk. under het stoppen van de kousen moet g« dan eens. peinzen over een klein vertelsel, dat \erixuid huuclt met de lente. is de dag gekomen, dal ge leest kunt vie ren, wees uau he«iemaai bereid, zing ue blijde üeujes, eu verheug u met de kin deren. tui danoch, dan koent de rest vanzelf. Ais ge het voorrecht hebt buuen te wo- eii. v»er uan buiten uw teest. Le« ptc-oic heeit voor de kinueren dikwijls eeu groote ring oI anuers, naast uw vertelling en lenteliedjes wat vroonjke kringspelletjes, aarbij iedereen meedoet. \s uout ge ïu een groote stad op een bo venhuis in eeu nauwe straat, u-ei dan de voor het feest zoover mogelijk buiten de stad om bloemen te plukken, öier uw kamer met liet luchtige pijpkruid en de laeiieude gele dotters. Vier Uan gerust uw feest in huis!..—. Er zijn menschen, die zoo droevig weinig van deze dingen verstaan. Die meunen, dal, waar zij zeil niet dat uiLbundige. juichende vreugugevuel van blijheid oiu de lentezon kennen, dan hun kinueren er ook wel niet veel van zullen voeien. Weet ge wat zij vergeten? Dat er in de kinderharten nog, onontwikkeld, o zooveel aanleg, zooveeJ mogelijkheden, zooveel ge voelens smimeren, waar zij wellicht geen vermoeden van hebben, maar die slechts wachten op een licipende, vormende hand, om lot ontwikkeling te komen, gevoelens, die een opwekkende kracht bcuoeveii, wel ke hen tul uiting brengen kan. Hebt ge zen ecu droeve, troostelooze jeugu gendd, hebt ge in de schaduw ge- leeiu? uan zult gij, beter dan iemand an ders, woien huevecel ge daardoor zyt lu- kort gekomen. Het kan v.el zijn, dat ge een flinke, zich zelf reddende, strijdende natuur zyt gewor den daardoor, maar ge zijt er niet zoo- laug ge de schaduwen niet zoó zeer hebt ov ei-wonnen, dat ge een zonnige levensblij heid hebt weten te verwerven, die na alia storm- en regenvlagen u weer doet oprich ten in de zekerheid: het is God die natuur en menschen bebeerscht. Hij is het, die voor mijn leven geeft precies wat voor t m ij n e noodig is, ook de storm en regen, de scherpe Oostenwind, die de jonge knoppen doodt, en de onbarmhartig-fcile zonne brand, die de groei tempert. De snoeiing en de schroeiing, het is alles van Hem, en het werkt alles mede ten goede voor die Hem vreezen. Tracht daarom, zooveel het in uw vernio- Kn is, in de harten uwer kinderen te kvvee- n een levensblijheid die als een zon van binnen uit schijnt over hun belevingen, de goede zoowel als de droeve en leer hen in alles wat zij genieten een goede gave Gods te zien. ter zonder verdere grondslagen als dienst boden. motorrijtuigen enz. en eveneens zon der kinderen. Een aanslag niet kinderen is j belangrijk lager. Aan inkomstenbelasting Rijk, gemeente (inclusief opccnfeh! zou ver i schuldigd zijn (een gehuwde zonder kinde-1 ren) f 161.29. Een ongehuwde f 170.39 Een gehuwde met kinderen geleidelijk minder 130. A. J. K. te TL Bij Van Mnntgem en Do Doqs (e Amsterdam is con bookjo ver schonen: Hoe word ik leeraar aan een Nii- verheidssohool? Daar zult ge voor uw doel wel voldoende aanwijzingen in vinden. Ge kunt het bij den boekhandel bostellen voor 50 cent 131. J. G. G. te Z. Tegen pissebedden nf kelderzeugen kunnen we de volgende maat- regelen aanraden: Als ze uit reten in don vloer komen moeten die met kalkspor.le dichtgemaakt worden. Verder legt wat uit geholde aardappelen .neer. ze kruipen daar in en ge kunt ze daardoor hij bosjes ver branden. Ook kunt ge een brei ntakon van meel cn fosforufO Of wel den grond be strooien met een mengrel van Parijsch groen en gebluscht kalkpneder. Daarmee moet ge echter voorzichtig zijn en mensch en dier er afhouden. Behalve de zeugen, die mogen er vrij van snoepen en 't zal te slecht bekomen! 132. L. v. D. te Z. 1. Dat ls lang niet altijd eender. Veel zal er van othuugen onder welke omstandigheden iemand te water raakt. Er zijn gevallen, dat iemand slechts 5 minuten onder water was en dat toch de dqod reeds was ingetreden. Maur evenzeer i* de tijd soms veel langer. En om nu vol ledig verantwoord te zijn, wordt de kunst matige ademhaling toegepast, ook op die ge- ailcn, waarbij een patient 20 minuten of /.p.fs meer te water heeft gelegen. Een alg*- mpenc regel is niet te stellen. i. Dat is niet overal gelijk en als zulk een ontslag gegeven wordt bij huwelijk is het In gevolge gemeentelijke verordening. 133. Uw. B. te P. Koffie-extract of koffie- osscnce wordt gemaakt op dezelfde manier als gewone koffie-drank; alleen wordt het water niet slechts eenmaal met een zekere hoeveelheid der gebrande en gemalen kof fie, maar herhaalde malen, telkens met oen nieuwe hoeveelheid versche koffie gekookt en gefiltreerd, ten einde het water met zoo wel mogelijk oplosbare deelen van de kof fie te verzadigen. 'n Ander recept konden we niet vinden. Als mogolijk oen der lez \ssen nog een andere of betore manier weet, dan hoitdea we ons voor opgave zeer aanbevolen. 134. C. K. te G. De akte Nn ls die voop scheopsbouwkundo en scheepsbouwkundig jteekenen. Het programma kunt ge vinden I in de Nljverhoidsonderwijswot mot aanvul lingen. Kon. besluit 11 Juli 1921, Stbl. 918. I' kunt die in de leerzaal ten uwent wel ter 'inzage krijgen en dan het programma over- j schrijven. j 135. E. de R. te R. t. Wat het beste adres lis weton we niet Vraag maar eens aan hij |dc/ commandant der Luchtvaartafdeeling ite Soestorberg. j 2. Zweelhnnden wrijft ge In met zcep- jspiritus cn ge draagt gedurende den nacht i handsohoenen, die met talg bepoederd zijn. [Anderen raad weten we er niet voor. j 130. J. v. d. M. te W. Zoolang uw schoon moeder leeft, heeft zij de volle beschikking lover haur meubelen. Eerst bij haar over- I lijden komt u iu aanmerking voor ten deal rder erfenis. j 137. K. Chr. d. P. te R Als u de Success!*, wet opslaat (No '21 in de editie Schuurman pil Jordervs, uitg. W. E. J. Tjcenk Willink. Z.\olle, 10e druk, 70 ct.) zult u een tabel vin len voor het recht van Successie. I Kinderen zijn verschuldigd 4"2 P^'- voof het gedeelte der verkrijging dat bedraagl niesr dan f JO.OOO en niet moer dan f 25.000u ^ct. \oor f 25.000f 50000. i In de rechte opgaande lijn zijn bloedver- wanton voor dc tooovcn genoo-nde bedragen i vvrschu'dlgd resp. 11% en 12 pcL Door kirv 'di-ren van broeders en zuster is liet 23V2 cn I 21 Va pel.; in andere gevallen (dus oom'van neef enz.) 32 en 33 pet 138. D. W. S. ts B. Het is de bedoeling, dal de totale opbrengst van het aantal loten niet j boven de f 100 komt OORLOGSGRUWEL. Van het Westelijk front gaen nieuws, door Erich Maria Re marque. Geautorisoerde verta ling door Annie Salomons. Utrecht, Erven J. Bijleveld. De oorlogstijd, met al z'n ontberingen, ligt weer ver achter ons. We leven snel zegt men. En hot schijnt wel zoo te wezen. Een enkele keer komt dc herinnering op aan de broodkaarten, de melkkaarten, de vischbon- ïien, de eenheidsworst, cn al de andere na righeid. We vertellen ervan met een zekere trots aan het opkomend geslacht. „Ja kind, zeggen we, toen jij geboren werd, was het een slechte tijd", en dan scheppen we er over op, en laten nog een karig bijna ver geeld restje zien van al de kaartenrommel waar we toon zoo om vochten, en waar we toen zoo blij mee waren, dat we ze nog meer waardeerden dan geld. En we doen dan als of wc in die vrccsclijke tijd allervreesclijk- ste dingen hebben doorgestaan en meege maakt Het wis ook verschrikkelijk. We hadden iet voor niets in 1918 onze hongorrollotjes we stonden niet voor niets in de rij eerst om onze bonnen en later om wat je op dio bonnen kon krijgen. Niet voor niets zijn velen onzer zeelieden omgekomen en niet voor niets heb ben velen van ons jarenlang onder do wape nen gestaan. Er was gebrek, er kwam niipend gebrek. Maar toen de nood op 't hoogst steeg, en we' iet een bang en angstig hart een nieuwe inter tegemoet gingen, toen kwam de Uitkomst woners van de oorlogslanden moesten on- lergaan, vooral van de „Centralen" Duitsch land en Oostenrijk in de eerute'plaats. Wat werd daar een gebrek geleden; vvus onze smart zoo groot als de hunne; was hun leed niet veel schrijnender dan het onze? En nogmaals, wat bctcekende -hun leed vtfeer, wat bctcekende hun ellende weer, vergelokon met de ellende vnn dc loopgra ven, van do jongens cn mannen aan hot front Daar woedde do heli Plotseling is de mcnschheld weer herin nerd aan de gruwel der verwoesting, die nu al bijna elf jaar voorbij is. Er is In Duitschland een.bock verschenen, cn het is dozer dagen door Annie Salomons in hot Nodcrlandsch vertaald in vele ta len is of wordt het trouwens al overgezet, on or zijn al honderdduizenden exemplaren van verkocht dat met een fel realisme ons de strijd aan het front doet meemaken. Het kenmerk van echte literatuur is, dat het ons met liet leven in aanraking brengt, dat we er het leven in voolcn kloppen. Men zou ton opzichte van Remarque's work dit uit kunnen breiden: dit boek is echte literatuur, want het brengt de lozer in aanraking niet het leven èn met de dood. Of eigenlijk met nog meer, mot al de ver schrikkingen van de hel. Misschien vindt iemand, die liet hoek nog niet gelezen heeft, dat deze uitdrukking wat ongepast is. Dat hij nordcele na het lezen van enkclo citaten, die wellicht neg niet eens de ergste zijn: „Achter mij plompt er lets in de kuil noor, eonmnal, tweemaal. Ik veeg de glazen van mijn gasmasker af, die door mijn adem beslagen zijn. Het zijn Kat, Kropp en nog iemand. We liggen met zijn vieren in zware afwachtende spanning en halen zoo weinig mogelijk diep adem. De eerste minuten met het piasker voor beslissen over dood en le ven: laat het gas-door? Ik ken den afschu- welijken aanblik in het hospitaal van men schen, die gas binnen hebben gekregen en c|ic dagen lang in doodelijkc benauwdheid hun verbrando longen bij stukjes en beetjes uitbraken. „Het kerkhof Is één ruïne. Doodkisten on lijken liggen door elkaar heen. Ze zijn nog eens vermoord; maar elk van die mis handelde lijken heeft één van ons gered." Een gewonde jongen heeft geen gasmas ker voor Ze verbinden hom en trachten hem te vervoeren. Maar: „do longen zal hel transport nauwelijks overleven en het is op zijn hoogst voor hem nog.een kwestie van Oen paar dagen. Alles wat hij tot nu toe heeft moeten doormaken is kinderspel, ver geleken bij wat hem nog te wachten staat. Nu is hij nog verdoofd on voelt nog geen pijn. Binnen het uur zal hij niets meer zijn dan één jammerend wrak van ellende. De dagen die hij nog to leven heeft, bctcoke- nen voor hem niets anders dan één hel van ondragelijke pijn." „Kat schudt ziin hoofd. „Zulke jonge ke rels," en hij herhaalt nog eens: „Zulke jonge, onschuldige kerels." Ze worden cynisch, en stollen elkaar vra gen van dc school, waar ze vandaan kwa men, toen ze in dc oorlog moesten, zooals: „Wal denk je van dc drieledige handeling in Wilhelm Teil?" en „Hoeveel inwoners heeft Melbourne?" „Wij weten van dien heelon rommel niet veel meer af. We hebben cr ook niet veel nut van gehad. Maar niemand heeft ons op school geleerd, hoe je bij regen en storm een sigaret aan moet steken; hoe je van nat hout een vuurtje kunt stoken of dat je een bajonet bij voorkeur in de buik moet steken, oindat hij dner niet klem zit, zooals bij een stoot tusschen de ribben." De oorlog heeft hen voor alles ongeschikt gemaakt „We zijn niet jong meer. We wil len de wereld niet meer stermenderhand veroveren. We zijn vluchtelingen: we ont vluchten ons zelf. ons leven. We waren acht tien jaar oud cn begonnen net van de we reld en van ons leven te houden; toen moes ten we op datzelfde leven schieten. De eerste granaat die doel trof, raakte ons in ons eigen hart. We zijn afgesloten van alle be drijvigheid. actie en vooruitgang in het wer kelijke leven. Daar gelooven we nlot meer aan; we gelooven alleen ln oorlog". Drie dagen en nachten is er zoo ontzet tend gevuurd, dat het onmogelijk was eten aan le voeren van de achterliggende linies. Dan komt de stormaanval van de Franschen: „We zijn nu niets meer dan gevaarlijke die ren. Dit is geen vechten meer; we verdedi gen ons tcgon de vernieling. We slingeren onze handgranaten niet tegen menschen: wat weton we daar op liet oogonblik nog van! Het is de dood zelf, die ons achterna zit met duizend handen en helmen; voor net eerst sinds drie dagen kunnen we ons 'e- gen hem verzetten; we voelen een krankzin nige woede in ons; oindolijk liggen wo niet meer machteloos op ons schavot te wachten; we kunnen vernielen en moorden om ons zelf le redden; om onszelf te redden en te wreken. Golven van woede slaan over ons heen 'n maken ons wreed; ze maken ons tot struikroovers en moordenaars: voor mijn par* tot duivels. Die woede geeft ons tienvoudige kracht, cn zoowel uit angst als omdat wo het leven nog zoo lief hebben, vechten we zoo hard als we kunnen voor ons hehoud. Al kwam je nu ook tegenover je eigen vader te staan, dan zou je er niet voor terugschrikken om hem ren handgranaat te gen zijn horst te gooien!" „We stormen weer naar voren. Van een korporaal nnast me wordt het hoofd weg geschoten. Hij loopt nog een paar stappen door. terwijl het bloed als een fontein uit van de onervaren jongens van 16 of 17 jaar, zijn hals de hoogte in spuiL" die als halmen werden weggemaaid een j \licger school er voor dc grap twee compag- „Haje Westhus wordt met een openge- J uien tegelijk dood, van al die afgrijselijk# scheurden rug weggesleept; bij iedere adem- ellende, van de moroelo vernietiging? baling zie je zijn long tloor dc wond heen In de herfst van 1918 waren er van d# kloppen. Ik kan hem nog een hand geven; i menschen van vroeger niet veel meer over. „Het is uit met me, Paul", kreunt hij en'Al de vrienden waren dood of verminkt „Ik bijt van pijn in zijn arm. We zien menschen hen de laatste van de zeven uit onze klasse, die nog levpn, terwijl hun schedel wegge- j die nog aan het front is". Hij sneuvelde, schoten is; we zien soldaten loopon, wiervlak vóór do wapenstilstand, op een dag dat belde voeten afgeschoten zijn; zo strompelen het zoo rustig en stil was aan liet -ehpoie op hun versplinterde heenstompen naar de front, dat hel legerbulletin zich tot dat een# nansthijgclcgen dekking; een korporaal zinnetje bepaalt: „Van het westelijk front kruipt twee kilometer vor op zijn handen! geen nieuws", en «leept zijn verbrijzelde knieën achter zich I aan; een ander is op weg nnar het voldhos-1 Men vraagt zich af: hoe ls het mogelijk, pltanl, maar telkens glippen do darmen hem i dat een mensch, een mensch. lezer, van uit z in handen, hoe hij ook probeert om ze J gelijke bewoging als gij en Ik met een vast.'te houden; we zien menschen zonder mond. zonder onderkaak, zonder gezicht; we vinden iemand die twee uur lang don slag ader van zijn arm met zijn tanden heeft dichtgehouden, om niet dood te bloeden. De zon gaat op; de nacht komt weer; de grana ten fluiton; de wereld loopt op zijn eind." Na de aanval vervalt hij in gepeins: „We bedriegen, door een nóg verschrikkelijker, zijn zoo eenzaam als kinderen en zoo door de nog geraffineerder hel? fijnbesnaard en gevoelig zenuwstelsel, zo> Iets jarenlang heeft kunnen meemaken. De oorlog is een vloek. En toch boort men maar altijd weer pra ten over „de oorlog die komt". Moet pr dan weer een geslacht door dl# Ihel heen? Misschien, als alle teekenen met wol geverfd als oude ratten; we zijn triest en oppervlakkig geworden; ik ge loof niet dnt we nog te redden zijn." Als ze afgelost worden, zijn er van.de hon derd en vijftig, die naar de voorste loopgraaf gingen, nog twee-en-derlig over. Als hij verlof krijgt en een poosje thuis Is. voelt hij zich als een vreemde: „Ik kan het oude niet meer terugvinden, het heeft me uitgestonten, boe ik ook smeek en me inspan, ik blijf dor van binnen". Zal ik nog meer citeeren uit dit boek van verschrikking? Zal Ik nog citeeren van de wanhoop, var de ruwe soldatenscherta, van de hospitalen. Daar komt m'n kleine jongen m# genacht kussen. Dat boek laat me niet Ins. En ik omhels hem. en denk: zou jij ook daar- dóór moeten of daarin moeten omkomen? 't ls mogelijk, dc toekomst is ons verhor. gen. We staren in het duister. Maar als dis ramp kom', dan kan gcr-n vader, geen mot* der. niemand m'n jongen vasthouden. Lhat ons strijden tegen den oorlog, fallen alle menschen die duivel weerstaan, laten alle Christenen zich aaneensluiten om hen» te bekampen want de oorlog ls het werk van satan. God beware ons neen, nlel alleen ón» volk God beware de wereld, de menscl». icid voor een herhaling van zoo'n gruweL

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1929 | | pagina 3