WOENSDAG 8 MEI 1929 EERSTE BLAD PAG 3
Kunst en Letteren.
„ONZE SMID".
Ernest Claes, de bekende schrijver van
„De Witte" en „Bei uns in Deuisdiland"
leed omangs bij Standaard Boeknandel te
jrussei een klein, boekje verschijnen met
,wee schetsen: „Onze Smid" en „Nolle
Janes". De schrijver is daarin bezig herin-
leringen op te halen van toen hij nog als
d" jongen in 't Vlaainsche uorp Aver-
iouü rondsprong. Misschien groeit uit sim-
ieie, schoone boekje nog eens uit tot een
;rooter werk van jeugdleven.
In „Onze Smid' vooral is de verteller
;iaes op dreef. We zien het groote leeman
is met strooien dak. waarin do smid den
aren hamer zwaaide en het aanbeeld
;ensters spuwde, een groote aantrekking
ip de dorpsohe bengels van tien jaar eu
aider uitoefenende. Vooral het beslaan van
en paard was een heerlijke sensatie voor
„Het duurde somwijlen een hcelcn tijd
ier de smid het groote boerenpeerd achtor-
vaarts in den hoefstal had gekregen. Daar
varen peerden, die absoluut van geen nicu-
ve hoefijzers wilden weten, en mot onver
vaarbare balsturigheid weerstand boden.
(o sloegen lijk zot met hun geweldige ach-
erpooten, zoodat de aardklonten of een
verloren stuk ijzer tegen de smidsmuren
vlogen, en in hun neergestreken ooren en
n hun jonde oogeiï lag zoo'n radelooze,
Kinderachtige schrik en wanhoop, precies
if ze der zeker van waren dat het met hen
[edaan was als ze in dat houten diug te-
echt kwamen."
Met Melanie, de vrouw van Peer den
mud geraakte Ernest op goeden voet. een
•eden temeer voor den knaap, zich lot de
xmdse aangetrokken te gevoelen. Toen do
imid een nieuw schoon stecnen huis met
veel mooiere werkplaats en een plaz.ante
itaminee had betrokken, was er voor hem
le poëzie af. Na jaren werd Melanie ziek
n liet den smid met zijn zoon achter, l'eer
noest nu zelf zijn boeltje redderen en voelde
ich een groote sukkelaar. Hij wensohte
lat Nis maar gauw mocht trouwen, dan
vas hii uit alle zorgen. En Nis trouwde,
maar niet met de eerste de beste. Een vrouw
lie wist wat zo wilde en inct krachtige
land de zaken bestuurde. En l'eer de
id had zijn vollen oppas gekregen.
„Nolle Janes", de tweede novene uit het
liindeltje, is in zeker opzicht de pendant
van „Onze Smid". Ook een huwelijk, maar
met een slecht verloop: geen enkele dag of
er was ruzie. Op oen keer wierp Nolle a
vrouw de petroleumlamp in liet schuurke
cn heel de boel vloog in brand. Zijn schoon-
noeder verbrandde levend. Nolle werd op
gepakt ..Ik hèm et gedoan". Dat was het
eenige, dat men uit hem krijgen kon. En
omdat men hem kende als con slechte, ruwe
mensch, werd hij veroordeeld. Maar na ja
ren, toen Nolle op zijn sterfbed lag, beken
de hij, dat hij het niet gedaan had, dat hij
ch onschuldig had laten veroordeelcn
„Bet moest kinncken krijgenen ik
kost heur oep zoe 'ne moment toch nio noar
et prison loate goanen loater hem ik
gepaasd dat et zoé moar blij ve moest
Om de moeder van zijn kind, om het
kind. dat hij nooit geizen had, had hij zich
geofferd
Het boekje van Claes is kleingoed, maar
lWcli cn levensecht, in sappig Vlaamsch
Keitel lend van het Vlaamsche land en le
ren Slechts is hpt erg-jammer. dat do Sf-hru
per eon paar leelijke hasterdvloeken heeft
laten staan.
TOLSTOJ'S LAATSTE UREN.
Zij, die voor ecnlgcn tijd de aanteekening
In ons Zondagsblad over Tolstoi s leven cn
lijden hebben geiezen, zullen zich herinne
ren. hoe de beroemde schrijver 28 uctooei
1910 zijn huis cn vrouw ontvluchtte: ont
vluchtte om kort daarna aan ecu verlaten
stationnetje eenzaam te sterven.
Naar de „Tel." bericht is mans in Mos-
ou een nieuw werk verschenen, dat de
gehce.e correspondentie bevat, die het gc-
voig was van 'lolstoï's verblijf en overlijuen
aan bet station Astapowo in 1910.
„In het werk komen lotu s voor van de
-authentieke telegrammen naar en van As
tapowo uit verzonden en deze telegrammen,
in totaal 1081, zijn opgesteld door bloedver-
ten, vrienden, journalisten, gouver-
es, bisschoppen, gendarmerie-ofiicieren,
doktoren enz. Deze. correspondentie is chro
nologisch gerangschikt, met alleen volgens
de dagen, maar ook volgens de uren en
zelfs volgens de minuten".
„Tolstoj is dus stervende. Tsjertkof, Tol-
stojs secretaris .voert langs den telegraaf
draad een strijd met de familie, die zelf
hopeloos verdeeld is, doch niettemin den
Bgonise.crcnde wil bezoeken. De gendarme
rie treft maatregelen tegen verwachte on
geregeldheden. De synode zendt haar ver
tegenwoordigers, opdat deze den zieke kun
nen bijstaan, wanneer hij den wcnsch te
kennen mocht geven in den schoot der or
thodoxe kerk te willen terugkeeren. Intus-
sohen pennen do dagblad-correspondenten
hun berichten en vragen om geldzendingen,
terwijl de operateurs van Pathé hun beurt
afwachten.
Onbekende bewoners van do provincie
verzoeken Tolstoj telegrafisch zich met zijn
familie te verzoenen. Een inwoner van
Rostof vraagt den stationschef voor hem
Tolstoj's handen te willen kussen.
Het station Astapowo is plotseling voor
eenige dagen het centrum van de alge-
meene belangstelling geworden. Wegens!
plaatsgebrek wordt in de onmogelijkste
I ruimten geslapen. En terwijl de groote Bus
sische auteur zijn laatst en strijd strijdt,!
trachten nog eenige bezoekers in het nach-
I telijk duister tot hem door te dringen. Te-
..BOEKENSCHOUW".
Dit geïllustreerd letterkundig maandblad
'heeft zijn twee cn twintigste jaargang vol-
j bracht. Het laatste nr. bevat: Belloc ver de.
dffff een katholiek koning (Jacobus II van
(Engeland); P. W. Assman: Madame Claire''
van Ertz; P. W. Assman: JBafaël Sabatini"
[een art. over Perpeluavan Wilhelm van
'Soholz. Over deze laatste keen we:
„Porpotua is een eersteling. Scholz bezat
I reeds een reputatie door zijn drama's en ge
dichten. Hij is geboren te Berlijn in 18/*
maar den achtergrond van zijn werk vormt
niet de moderne hoofdstad, doch het zes-
I tlonde-ceuwscho Zuid-Duitschland, waar hij
zijn leven grootondeels heeft doorgebracht.
Het liefst droomt hij zich terug, in den over
gangstijd van Middeleeuwen naar Renais
sance en Reformatie, den tijd der machtige
steden en der opkomende burgerij. Roman-
I tick ait alle Germanen in het bloed en mèt
die Romantiek dikwijls ook een vaag Pan
theïsme; bij Wilhelm van Scholz drijven we,
of liever zweven we volop In pantheïstische
(uiystiekerigheid. In verzen van vlckkeloozc
vormschoonheid weet hij al dat kosmische
zich-in-voolen vast te leggen, verzen, die lou
ter gevoel zijn geworden, louter droom cn
natuurinleving.
Van hieruit verstaan we ook zijn roman
Perpetua. Hoe fijn van draad en zuiver van
atmosfeer drce ook zijn mag, het geheel heefi
een valschen onderstroom. De godsdienstzin,
die de werkelijke mensohen van 1500 bezielde
i is niet het natuurpantheïsme van Scholiz,
maar was het Christendom. De religie van
j Scholz' creaturen is een soort kosmisch in
stinct, een complex van mysterieuze in het
diepste der tendenzen, die met da onfeilbaar
I held van het noodlot, 's menschen levens-
j weg bepalen". De Schrijver erkent de voor
Iname literaire kwaliteiten die dit boek ove»
leen Heks en een Heilige bezit, maar rekent
het oveiigens met recht tot de eéér voorbe
houden lectuur.
Paul van N ij en rode bespreekt de actie van
verschillende keken-uitgevers tegen de
kloos!eruitgeverijen. Zijn conclusie luidt:
1. Waar het goed recht der Kloosterlingen
om zich met uitgeverswerkzaamheden te be
lasten onomstooiolijk vast staat, mits zij er
zorg voor dragen, dat zij de economische be
langen van derden niet schaden, behoeft er
van oanige animositeit tegen de Klooster-
1 uitgeverijen geen sprake te zijn.
2. Dal ook de middelen, die gebruikt wor
den om het niot-katholieke uitgevem onmoge
j lijk te maken, Katholieke uitgaven op de boe-
ikenmarkt te brengen, zonder ecnig voorbe-
[houd dienen te worden afgekeurd als zijn
jon-sociaal cn volkomen in strijd met do
I Christelijke naastenliefde.
I 3. Dat de practijk gelukkig leert, dat d-
R.-K. uitgever, die heden tan dage beschikt
>vor de noodigo intelligentie, vak- cn zaken
I tennis, geen kunstmatige bevoorrechting
Ivan noode heeft om zijn bedrijf tot bloei tc
brengen".
..LECTUURGIDS".
ft^ogen we nog eens de aandacht vestigen
van alle je'ugdlcidël-s eti van Then, die met
het lectuur-vraagstuk van jeugd en rijpere
jeugd tc maken hebben op de „Lectuurgids
Nr. 4, jrg. 4 bevat: Een nieuwe Christelijke
roman (Jolly Roesselo door Tine Bonnema),
welke aan ieder boven 18 jaar met warmte
ter loiing aanbevolen wordt; jeugdlectuur;
bol Iet ricboekon van allerlei aard; vervolg
van de lijst „lectuur voor de rijpere jeugd"
(Casimir-Cunnington).
Uit Oost-lndie.
DE IMMIGRATIE IN NED.-INDIE.
Verscherpte bepalingen.
Sinds een'ge dogen zijn de strengere immi
gratie-bepalingen voor Nederlandsch-Ind in
werking getreden, en de voornaamste byzon-
derheden hiervan worden vermeld door het
,.Soer. Fb'.d
Geen immigrant zal voortaan meer een voet
aan wal mogen zetten, ind'cn hij, of zij, bij
aankomst In de eerste Nederlandsch-Ind'sche
haven geen bewijs kan overleggen dat de
fJOO zegelgeld voor de vergunning tot ont-
schep'ng reeds in de haven van inscheping
aan de scheepvaart-maatschappij zijn betaald,
dan wel in het bezit is van f 100 in gangbare
munt.
Wie Nederlandsch-Ind'ë tydelyk verlaat,
moet zijn cf hrar toelatingskaart laten aftee-
kenen, hetzij dcor het hoefd vari plaatselijk
bestuur, betzij door den dienst der Immi
gratie. Deze bepaling geldt voor alle rassen
gelyk vanzelf spreekt- Bij verzuim wordt men,
terugkeerenii, geacht n'et in het bezit van gel
dige pap eren te zijn en beboet met f 100.
Ten einde den overgang soepeler te doen
geschieden, 4s een rondschrijven van het
hoofd van den dierut uitgegaan, bepalende
dat met degenen, die vóór ultimo December
1928 uit Ind'ë zijn vertrokken, door de immi
gratie-ambtenaren consideratie kan worden
gebruikt, indien het hun vcorkomt, dat de
overtreding te goeder trouw werd begaan. In
dat geval kan de toelat:ngskaart worden te
ruggegeven en de betrokkene alsnog worden
toegelaten.
Zy, die na u'timo December vertrokken,
zonder hun toelatingskaart te deen viseeren,
zullen echter als nieuwe immigranten worden
behandeld en bij niet-betaling van de f100 op
kosten der stoomvaartmaatschappij worden
teruggezonden.
In de practyk worden alle terugkeerende
imm'granten, wier toelatingskaart niet Is af-
geteekend, door den ontschep'.ngsambtenaar
aangehouden en naar het immigrantenver-
blyf gebracht, waarna de ambtenaren van de
immigratie beslissen, of al dan niet de be
trokken circulaire kan worden toegepast.
Voorloopige toelatingsbewijzen.
Mede zal strenger de hand gehouden wor
den aan de bepaling, dat wien slechts eer.
voorloopig toelatingsbewijs is uitgereikt, d't
papier binnen zes maanden zal hebben in te
wisselen tegen een defin'tieve toelating, op
poene van te vervallen in een boete, groo*
f 100.
Voorloopige toelatingsbewijzen kunnen voor
geen langeren termijn clan zes maanden wor
den verstrekt, waarna bcsl'st moet worden
over de definitieve toelating. Voorloop'ge toe
latingsbewijzen worden uitsluitend verstrekt
in twijfelachtige geva'len, wanneer iemand
byv. aankomt zonder een betrekking te heb
ben, enz.
INGEZONDEN STUKKEN.
DE NOOD IN DE FRANS CHE PREDICANTS
GEZINNE.J.
Onze PraDeche correspondenten en Inzonder
heid Prof. Dr. J. Vléi
ook ais oprichter var
nkrük I
riendcr
1200 l
edikttnisgcj
echrUft men ons. ts nog
steeds zorgwekkend. Uit eigen kring hebben de
Fransche geloofsgenooten omstreek» 3 mlllloen
frs. jaarlijks gevonden, zoodat het tractement
voor een ongehuwd predikant tot f 1000.— en
van een gehuwd predikant tot f 1300.kon
worden vermeerderd, (resp. 10.000 en 13.000 frs.)
Maar Inmiddels is het leven ln FrankrUk weer
aanmerkelijk duurder geworden: dat is trou-
wens in Nederland welbekend, want allen die
van een Fransche reis terugkeeren uiten dezelf
de klacht.
"Mo meerdere btJzonderheden mochten wen-
;n te ontvangen, kunnen zich daartoe tot één
et is dan ook met grouten aandrang dat ons
lité, dat nu sinds Jaren roeds zooveel daad-
kelijke sympathie aan onze Fransche ge
loofsgenooten heeft kunnen bewUzen. weder
beroop doet op de liefdadigheid onzer land-
Gemengd Nieuws.
DOOR COMMUNISTEN ONTVOERD.
Een 18-jarig meisje geschaakt
Op 8 Febr. jl. ontvluchtte uit het gesticht
„De Goede Herder", te Almelo, een 18-jarig
meisje, wier ouders uit de ouderlijke macht
zijn ontizet en dat ter verzorging in voormeld
güs icht was opgenomen.
Onoiiddollijk na haar ontvluchting ver
voegde zij zich bij e>en in de nabijheid van
het gesticht wonenden boer, die weigerde
haar te helpen Daarna begaf zij zich lan.es
een omr.veg naar het station, doch vóór zij
dit had bereikt, ontmoe.te zij den 24-jaii
gen J., een communist, wien zij haar vlucht
mededeelde en om hulp vroeg. De-ze J. nam t
meisje mee naar de woning zijner moeder,
door wier tusschenkomst de partijgenoot V.
werd ontboden. Inmiddels verscheen daar P.,
eveneens communist cn woneinde te ZwoRc.
Er werd onderling beraadslaagd, wal er met
het meisje zou gebeuren en men kwam over
een haar voort te helpen naar Duitsrhland.
Dc kleedingstukkcn zij was nog gekleed
in gestichtskleeren woke haar zouden
kunnen verraden, wordon verbrand en ver-
vangen dpor kleedicig van een auster van .1.
Den volgenden dag brachtem V. en P. lier
meisje naar Enschedé naar hun partijgenoot
Z., die haar des avonds naar Glanerbmz
bracht. Z bracht haar met een valsch pn°
poort naar ee>n partijgenoot te Gronau. De
Duitsch communist moest echter niets van
hot zaakje hebben, waarom Z. het meisje
weer meenam naar Glanerbrug.
Gedureri'i? drie weken bleef het meisje
in de woning van Z. Om hear meer onher
kenbaar be maken, werd te Glanerbrug haar
haar geknipt. Tengevolge van een twist tus-
se.hen Z. en diens echtgcnoote over 't. meisje,
werd dit nu ondergebracht hij don corranu
nist J., wonende bij Enschedé, waar zij on
geveer twee weken verbleef en de lessen,
wo'ke deze J. d'cs Zondags aan de commu
nistische jeugd gaf, moost bijwonen. He:
onderzoek naar de verbijfplaats wei- zee
bemoeilijkt door de oms'andioihcld, dat het
meisje floor niemand uit deze omgeving
werd gekond en 'n portret van hanr niei
bestond. Toch was 'I de politie gelukt het
spoor van hot melsie te ontdokken.
Toon haar verhergers daarvan lont ha 1
den geroken, brachten zij hét meisje over
naar S„ communht, te Almelo, die haar on-
creveer twee weken huisvesting verschaf e
Hier vertrok het mcisie tengevolge van het
hezoek van een Amsterdamsche communis
te, die het meisje ker.tfe uit haar vroeger
leven Het meis'e kwam nu terecht bi zeke
ren B.. caféhouder to Zenderen, waar zij ra
nog geen etmanl aldaar te hebben vertoefd,
werd aangehouden.
Zij is daarna onder hot wettig over haar
gestolde gezag teruggebracht.
Rechtzaken.
Het gerechtshof tc Arnhem heeft uitspraak
g.i .'aan in de zaak tegen Mr. B. J. Nöndhorn
te Zu<phen, die terecht heeft gestaan wegens
beleediging van den soc-dem. wethouder
Velsink tc Doetinohom. Hot Hof heeft don
verdachte, met. vernietiging van het vrijspre
kende vonnis dor Zutphensche rechtbank,
veroordeeld tot f 50 booto.
vvü
:en dal
lorbeeld
non. bü
oorbaat hartelijk danlc.
Hot Comité tot BUatand uan de Frot. Kerken
bereid zijn bijdragen in ontvangst te riemen:
Dr. W. J. M. HNC
-erigen» liet antwoord mijn hart
lezen wtf dat in Gods Wuoid?
ingeloot mede gewerkt iiebber
werk Gods? Want dit waa het
Hoogachtend,
ITv dw.
F MOOK.
tr Redactie. De Inzende
iiolpen la. Ma
Schrlf tverkla;
j Woord om
bü den bou
1 wy i
nudri
r Ark t
züdc. We kunne
willig gemaakt, or
stellen. (1st NcaeK Sein. Cham en Jafctb mei
hun vieren, dat groo.o gevaarte gebouwd zo
hebben. Vraag maar eeni op een scheopa
or oen kof of smi
t zou dun deze
itig vaartuig ge-
schen hand nog «i
daar.to
en. Zelf
Utulgen.
:oed «Is nl"ts
i dat op DUbelpInatJi
ich met zijn drie zon»
nar de rk-rkundlgo. i
11DC„ Pvs groote vnartul-, dut de
toekomst vnn wereld cn kerk zou dragen, ondi
N'oachs loldlnc en nnar hot boetek. dat God ze
aangaf te voltooien."
Vraag cn Antwoord-
Vragen moeten vergezeld oann van 20 cl*
.,an postzegels, zullen zij voor beanlwomdlug
n aanmerking komon.
Vragen, welke een algemeen karakter
iragsn, zullen In de krant woraeo beunt
vooTd de endert per brict
128. A. v. d. S. te W. Het laboratorium, de
directie en de administratie van den Rof-
terdamschen Gemeentelijken Keuringsdienst
van Waren is gevestigd IJzerstraat 2. Direc
teur is Dr. J. D. Jansen
129. J. J. te S. Aan personeele belasting
zou bij een huurwaarde van f 30 per maand
in totaal verschuldigd zijn f 2G.GÖ. Dit ech-
ONS VROUWENHOEKJE.
HINGEN DIE WAARD ZIJN OM
OVER TE DENKEN.
Huiselijke toer ten.
In het boekje „Kinderfees ten" (uitgave
.an het Museum voor ouders en opvoeders i
te Rotterdam) zegt A. A. Fokker in zyn
artikel „Het jaar rond" onder meer: dat we
bij elk feest, groot of klein, voorbereid of
onvoorbereid, aan twee dingen moeten den
ken.
In de eerste plaats: Als ge feest viert met
de kinderen, doe het dan met uw gansehe
hart; wees blij met uw kinderen ondanks
\erdriet en zorgen. Als ge met een zucht
denkt: „o ja, we zouden feest vieren van
daag, maar ik ben niets in de stemming',
neen. dan doet ge werkelijk beter géén
feest te vieren, als je niet bij machte bent,
die stemming te onderdrukken. Maar hier
komt het juist op aan, dat wèl te kunnen
n de omstandigheden de baas te zijn.
In de tweede plaats: laat het d a g e-
ijksch leven sober zijn, want dan
uit ge ondervinden, hoe uit alle hoeken
n gaten de feesten te vooi-schjjn komen,
lie over de dagen een blijde glans ver
spreiden.
En zoo kunnen we bijvoorbeeld voor all®
jaargetijden bepaalde eigen feesten in
stellen.
Daar is bijvoorbeeld de lente. Blijde ver
wachting trilt door de lucht. De eerste zon
nige dag met een stralend blauwe hemel
ais de belofte van wat komen gaat. Is er
één jaargetijde, dat zoo stralend en blij kan
zijn, als ge ooren, oogen en hart wijd open
zet, om dat alles te kunnen ontvangen? Is
er geen feest in uw hart om al dat blijde?
Zie eens rond en luister naar de kinder
stemmen, die juichend opklinken als ze
naar buiten springen of naar huis hollen
en met kracht verzekeren, dat het „oni te
stikken" is in je winterjas.
En plotseling springen alle prettige din-
ren van andere jaren naar voren! De kit»
leren spreken al over wandelingen en bloe
men plukken. Tollen, hoepels enz. moeten
naar buiten komen!
liet straalt in eens overal om u en in u.
Een fluisterstem zegt steeds maar: vier
feest, vier feest, 't is lente!
Hoe dan? zegt ge met een bedenkelijk ge
zicht. Kom buiten, noodt de natuur. Zie
naar mij, en verheug u, zegen bloemen
en planten.
Ziet ge niet een aandachtig gezichtje over
de ontluikende bloemknoppen gebogen;
staan in uw kamer niet dc vaasjes met
speenkruid en madeliefjes gevuld? Is uw
buis niet te klein voor de trappelende,
dansende voetjes, die verlangen naar veel
beweging in de buitenlucht?
Is dit alles nog niet genoeg om feest te
kunnen vieren, echt feest, zoo van binnen
uit, omdat het alles vreugde is! Klinken de
blijde lenteliedjes u niet in de ooren?
Neen, niet zoo maar dadelijk kunt ge
een lentefeest vieren, maar de voorberei
ding is immers voor de kinderen zoo heer
lijk.
under het stoppen van de kousen moet g«
dan eens. peinzen over een klein vertelsel,
dat \erixuid huuclt met de lente.
is de dag gekomen, dal ge leest kunt vie
ren, wees uau he«iemaai bereid, zing
ue blijde üeujes, eu verheug u met de kin
deren.
tui danoch, dan koent de rest vanzelf.
Ais ge het voorrecht hebt buuen te wo-
eii. v»er uan buiten uw teest. Le« ptc-oic
heeit voor de kinueren dikwijls eeu groote
ring oI anuers, naast uw vertelling en
lenteliedjes wat vroonjke kringspelletjes,
aarbij iedereen meedoet.
\s uout ge ïu een groote stad op een bo
venhuis in eeu nauwe straat, u-ei dan de
voor het feest zoover mogelijk buiten
de stad om bloemen te plukken, öier uw
kamer met liet luchtige pijpkruid en de
laeiieude gele dotters.
Vier Uan gerust uw feest in huis!..—.
Er zijn menschen, die zoo droevig weinig
van deze dingen verstaan. Die meunen, dal,
waar zij zeil niet dat uiLbundige. juichende
vreugugevuel van blijheid oiu de lentezon
kennen, dan hun kinueren er ook wel niet
veel van zullen voeien.
Weet ge wat zij vergeten? Dat er in de
kinderharten nog, onontwikkeld, o zooveel
aanleg, zooveeJ mogelijkheden, zooveel ge
voelens smimeren, waar zij wellicht geen
vermoeden van hebben, maar die slechts
wachten op een licipende, vormende hand,
om lot ontwikkeling te komen, gevoelens,
die een opwekkende kracht bcuoeveii, wel
ke hen tul uiting brengen kan.
Hebt ge zen ecu droeve, troostelooze
jeugu gendd, hebt ge in de schaduw ge-
leeiu? uan zult gij, beter dan iemand an
ders, woien huevecel ge daardoor zyt lu-
kort gekomen.
Het kan v.el zijn, dat ge een flinke, zich
zelf reddende, strijdende natuur zyt gewor
den daardoor, maar ge zijt er niet zoo-
laug ge de schaduwen niet zoó zeer hebt
ov ei-wonnen, dat ge een zonnige levensblij
heid hebt weten te verwerven, die na alia
storm- en regenvlagen u weer doet oprich
ten in de zekerheid: het is God die natuur
en menschen bebeerscht. Hij is het, die voor
mijn leven geeft precies wat voor t m ij n e
noodig is, ook de storm en regen, de
scherpe Oostenwind, die de jonge knoppen
doodt, en de onbarmhartig-fcile zonne
brand, die de groei tempert.
De snoeiing en de schroeiing, het is
alles van Hem, en het werkt alles mede
ten goede voor die Hem vreezen.
Tracht daarom, zooveel het in uw vernio-
Kn is, in de harten uwer kinderen te kvvee-
n een levensblijheid die als een zon van
binnen uit schijnt over hun belevingen, de
goede zoowel als de droeve en leer hen in
alles wat zij genieten een goede gave Gods
te zien.
ter zonder verdere grondslagen als dienst
boden. motorrijtuigen enz. en eveneens zon
der kinderen. Een aanslag niet kinderen is j
belangrijk lager. Aan inkomstenbelasting
Rijk, gemeente (inclusief opccnfeh! zou ver i
schuldigd zijn (een gehuwde zonder kinde-1
ren) f 161.29. Een ongehuwde f 170.39 Een
gehuwde met kinderen geleidelijk minder
130. A. J. K. te TL Bij Van Mnntgem en
Do Doqs (e Amsterdam is con bookjo ver
schonen: Hoe word ik leeraar aan een Nii-
verheidssohool? Daar zult ge voor uw doel
wel voldoende aanwijzingen in vinden. Ge
kunt het bij den boekhandel bostellen voor
50 cent
131. J. G. G. te Z. Tegen pissebedden nf
kelderzeugen kunnen we de volgende maat-
regelen aanraden: Als ze uit reten in don
vloer komen moeten die met kalkspor.le
dichtgemaakt worden. Verder legt wat uit
geholde aardappelen .neer. ze kruipen daar
in en ge kunt ze daardoor hij bosjes ver
branden. Ook kunt ge een brei ntakon van
meel cn fosforufO Of wel den grond be
strooien met een mengrel van Parijsch
groen en gebluscht kalkpneder. Daarmee
moet ge echter voorzichtig zijn en mensch
en dier er afhouden. Behalve de zeugen,
die mogen er vrij van snoepen en 't zal te
slecht bekomen!
132. L. v. D. te Z. 1. Dat ls lang niet altijd
eender. Veel zal er van othuugen onder
welke omstandigheden iemand te water
raakt. Er zijn gevallen, dat iemand slechts
5 minuten onder water was en dat toch de
dqod reeds was ingetreden. Maur evenzeer
i* de tijd soms veel langer. En om nu vol
ledig verantwoord te zijn, wordt de kunst
matige ademhaling toegepast, ook op die
ge- ailcn, waarbij een patient 20 minuten of
/.p.fs meer te water heeft gelegen. Een alg*-
mpenc regel is niet te stellen.
i. Dat is niet overal gelijk en als zulk
een ontslag gegeven wordt bij huwelijk is
het In gevolge gemeentelijke verordening.
133. Uw. B. te P. Koffie-extract of koffie-
osscnce wordt gemaakt op dezelfde manier
als gewone koffie-drank; alleen wordt het
water niet slechts eenmaal met een zekere
hoeveelheid der gebrande en gemalen kof
fie, maar herhaalde malen, telkens met oen
nieuwe hoeveelheid versche koffie gekookt
en gefiltreerd, ten einde het water met zoo
wel mogelijk oplosbare deelen van de kof
fie te verzadigen.
'n Ander recept konden we niet vinden.
Als mogolijk oen der lez \ssen nog een
andere of betore manier weet, dan hoitdea
we ons voor opgave zeer aanbevolen.
134. C. K. te G. De akte Nn ls die voop
scheopsbouwkundo en scheepsbouwkundig
jteekenen. Het programma kunt ge vinden
I in de Nljverhoidsonderwijswot mot aanvul
lingen. Kon. besluit 11 Juli 1921, Stbl. 918.
I' kunt die in de leerzaal ten uwent wel ter
'inzage krijgen en dan het programma over-
j schrijven.
j 135. E. de R. te R. t. Wat het beste adres
lis weton we niet Vraag maar eens aan hij
|dc/ commandant der Luchtvaartafdeeling
ite Soestorberg.
j 2. Zweelhnnden wrijft ge In met zcep-
jspiritus cn ge draagt gedurende den nacht
i handsohoenen, die met talg bepoederd zijn.
[Anderen raad weten we er niet voor.
j 130. J. v. d. M. te W. Zoolang uw schoon
moeder leeft, heeft zij de volle beschikking
lover haur meubelen. Eerst bij haar over-
I lijden komt u iu aanmerking voor ten deal
rder erfenis.
j 137. K. Chr. d. P. te R Als u de Success!*,
wet opslaat (No '21 in de editie Schuurman
pil Jordervs, uitg. W. E. J. Tjcenk Willink.
Z.\olle, 10e druk, 70 ct.) zult u een tabel
vin len voor het recht van Successie.
I Kinderen zijn verschuldigd 4"2 P^'- voof
het gedeelte der verkrijging dat bedraagl
niesr dan f JO.OOO en niet moer dan f 25.000u
^ct. \oor f 25.000f 50000.
i In de rechte opgaande lijn zijn bloedver-
wanton voor dc tooovcn genoo-nde bedragen
i vvrschu'dlgd resp. 11% en 12 pcL Door kirv
'di-ren van broeders en zuster is liet 23V2 cn
I 21 Va pel.; in andere gevallen (dus oom'van
neef enz.) 32 en 33 pet
138. D. W. S. ts B. Het is de bedoeling, dal
de totale opbrengst van het aantal loten niet
j boven de f 100 komt
OORLOGSGRUWEL.
Van het Westelijk front gaen
nieuws, door Erich Maria Re
marque. Geautorisoerde verta
ling door Annie Salomons.
Utrecht, Erven J. Bijleveld.
De oorlogstijd, met al z'n ontberingen, ligt
weer ver achter ons. We leven snel zegt
men. En hot schijnt wel zoo te wezen. Een
enkele keer komt dc herinnering op aan de
broodkaarten, de melkkaarten, de vischbon-
ïien, de eenheidsworst, cn al de andere na
righeid. We vertellen ervan met een zekere
trots aan het opkomend geslacht. „Ja kind,
zeggen we, toen jij geboren werd, was het
een slechte tijd", en dan scheppen we er
over op, en laten nog een karig bijna ver
geeld restje zien van al de kaartenrommel
waar we toon zoo om vochten, en waar we
toen zoo blij mee waren, dat we ze nog meer
waardeerden dan geld. En we doen dan als
of wc in die vrccsclijke tijd allervreesclijk-
ste dingen hebben doorgestaan en meege
maakt
Het wis ook verschrikkelijk. We hadden
iet voor niets in 1918 onze hongorrollotjes
we stonden niet voor niets in de rij eerst om
onze bonnen en later om wat je op dio bonnen
kon krijgen. Niet voor niets zijn velen onzer
zeelieden omgekomen en niet voor niets heb
ben velen van ons jarenlang onder do wape
nen gestaan.
Er was gebrek, er kwam niipend gebrek.
Maar toen de nood op 't hoogst steeg, en we'
iet een bang en angstig hart een nieuwe
inter tegemoet gingen, toen kwam de
Uitkomst
woners van de oorlogslanden moesten on-
lergaan, vooral van de „Centralen" Duitsch
land en Oostenrijk in de eerute'plaats. Wat
werd daar een gebrek geleden; vvus onze
smart zoo groot als de hunne; was hun leed
niet veel schrijnender dan het onze?
En nogmaals, wat bctcekende -hun leed
vtfeer, wat bctcekende hun ellende weer,
vergelokon met de ellende vnn dc loopgra
ven, van do jongens cn mannen aan hot
front Daar woedde do heli
Plotseling is de mcnschheld weer herin
nerd aan de gruwel der verwoesting, die nu
al bijna elf jaar voorbij is.
Er is In Duitschland een.bock verschenen,
cn het is dozer dagen door Annie Salomons
in hot Nodcrlandsch vertaald in vele ta
len is of wordt het trouwens al overgezet,
on or zijn al honderdduizenden exemplaren
van verkocht dat met een fel realisme
ons de strijd aan het front doet meemaken.
Het kenmerk van echte literatuur is, dat
het ons met liet leven in aanraking brengt,
dat we er het leven in voolcn kloppen.
Men zou ton opzichte van Remarque's
work dit uit kunnen breiden: dit boek is
echte literatuur, want het brengt de lozer in
aanraking niet het leven èn met de dood.
Of eigenlijk met nog meer, mot al de ver
schrikkingen van de hel.
Misschien vindt iemand, die liet hoek nog
niet gelezen heeft, dat deze uitdrukking wat
ongepast is. Dat hij nordcele na het lezen
van enkclo citaten, die wellicht neg niet
eens de ergste zijn:
„Achter mij plompt er lets in de kuil
noor, eonmnal, tweemaal. Ik veeg de glazen
van mijn gasmasker af, die door mijn adem
beslagen zijn. Het zijn Kat, Kropp en nog
iemand. We liggen met zijn vieren in zware
afwachtende spanning en halen zoo weinig
mogelijk diep adem. De eerste minuten met
het piasker voor beslissen over dood en le
ven: laat het gas-door? Ik ken den afschu-
welijken aanblik in het hospitaal van men
schen, die gas binnen hebben gekregen en
c|ic dagen lang in doodelijkc benauwdheid
hun verbrando longen bij stukjes en beetjes
uitbraken.
„Het kerkhof Is één ruïne. Doodkisten
on lijken liggen door elkaar heen. Ze zijn
nog eens vermoord; maar elk van die mis
handelde lijken heeft één van ons gered."
Een gewonde jongen heeft geen gasmas
ker voor Ze verbinden hom en trachten hem
te vervoeren. Maar: „do longen zal hel
transport nauwelijks overleven en het is
op zijn hoogst voor hem nog.een kwestie van
Oen paar dagen. Alles wat hij tot nu toe
heeft moeten doormaken is kinderspel, ver
geleken bij wat hem nog te wachten staat.
Nu is hij nog verdoofd on voelt nog geen
pijn. Binnen het uur zal hij niets meer zijn
dan één jammerend wrak van ellende. De
dagen die hij nog to leven heeft, bctcoke-
nen voor hem niets anders dan één hel van
ondragelijke pijn."
„Kat schudt ziin hoofd. „Zulke jonge ke
rels," en hij herhaalt nog eens: „Zulke
jonge, onschuldige kerels."
Ze worden cynisch, en stollen elkaar vra
gen van dc school, waar ze vandaan kwa
men, toen ze in dc oorlog moesten, zooals:
„Wal denk je van dc drieledige handeling
in Wilhelm Teil?" en „Hoeveel inwoners
heeft Melbourne?"
„Wij weten van dien heelon rommel niet
veel meer af. We hebben cr ook niet veel
nut van gehad. Maar niemand heeft ons op
school geleerd, hoe je bij regen en storm een
sigaret aan moet steken; hoe je van nat
hout een vuurtje kunt stoken of dat je
een bajonet bij voorkeur in de buik moet
steken, oindat hij dner niet klem zit, zooals
bij een stoot tusschen de ribben."
De oorlog heeft hen voor alles ongeschikt
gemaakt „We zijn niet jong meer. We wil
len de wereld niet meer stermenderhand
veroveren. We zijn vluchtelingen: we ont
vluchten ons zelf. ons leven. We waren acht
tien jaar oud cn begonnen net van de we
reld en van ons leven te houden; toen moes
ten we op datzelfde leven schieten. De eerste
granaat die doel trof, raakte ons in ons
eigen hart. We zijn afgesloten van alle be
drijvigheid. actie en vooruitgang in het wer
kelijke leven. Daar gelooven we nlot meer
aan; we gelooven alleen ln oorlog".
Drie dagen en nachten is er zoo ontzet
tend gevuurd, dat het onmogelijk was eten
aan le voeren van de achterliggende linies.
Dan komt de stormaanval van de Franschen:
„We zijn nu niets meer dan gevaarlijke die
ren. Dit is geen vechten meer; we verdedi
gen ons tcgon de vernieling. We slingeren
onze handgranaten niet tegen menschen:
wat weton we daar op liet oogonblik nog
van! Het is de dood zelf, die ons achterna
zit met duizend handen en helmen; voor net
eerst sinds drie dagen kunnen we ons 'e-
gen hem verzetten; we voelen een krankzin
nige woede in ons; oindolijk liggen wo niet
meer machteloos op ons schavot te wachten;
we kunnen vernielen en moorden om ons
zelf le redden; om onszelf te redden en te
wreken.
Golven van woede slaan over ons
heen 'n maken ons wreed; ze maken ons
tot struikroovers en moordenaars: voor
mijn par* tot duivels. Die woede geeft ons
tienvoudige kracht, cn zoowel uit angst als
omdat wo het leven nog zoo lief hebben,
vechten we zoo hard als we kunnen voor
ons hehoud. Al kwam je nu ook tegenover je
eigen vader te staan, dan zou je er niet voor
terugschrikken om hem ren handgranaat te
gen zijn horst te gooien!"
„We stormen weer naar voren. Van een
korporaal nnast me wordt het hoofd weg
geschoten. Hij loopt nog een paar stappen
door. terwijl het bloed als een fontein uit van de onervaren jongens van 16 of 17 jaar,
zijn hals de hoogte in spuiL" die als halmen werden weggemaaid een
j \licger school er voor dc grap twee compag-
„Haje Westhus wordt met een openge- J uien tegelijk dood, van al die afgrijselijk#
scheurden rug weggesleept; bij iedere adem- ellende, van de moroelo vernietiging?
baling zie je zijn long tloor dc wond heen In de herfst van 1918 waren er van d#
kloppen. Ik kan hem nog een hand geven; i menschen van vroeger niet veel meer over.
„Het is uit met me, Paul", kreunt hij en'Al de vrienden waren dood of verminkt „Ik
bijt van pijn in zijn arm. We zien menschen hen de laatste van de zeven uit onze klasse,
die nog levpn, terwijl hun schedel wegge- j die nog aan het front is". Hij sneuvelde,
schoten is; we zien soldaten loopon, wiervlak vóór do wapenstilstand, op een dag dat
belde voeten afgeschoten zijn; zo strompelen het zoo rustig en stil was aan liet -ehpoie
op hun versplinterde heenstompen naar de front, dat hel legerbulletin zich tot dat een#
nansthijgclcgen dekking; een korporaal zinnetje bepaalt: „Van het westelijk front
kruipt twee kilometer vor op zijn handen! geen nieuws",
en «leept zijn verbrijzelde knieën achter zich I
aan; een ander is op weg nnar het voldhos-1 Men vraagt zich af: hoe ls het mogelijk,
pltanl, maar telkens glippen do darmen hem i dat een mensch, een mensch. lezer, van
uit z in handen, hoe hij ook probeert om ze J gelijke bewoging als gij en Ik met een
vast.'te houden; we zien menschen zonder
mond. zonder onderkaak, zonder gezicht; we
vinden iemand die twee uur lang don slag
ader van zijn arm met zijn tanden heeft
dichtgehouden, om niet dood te bloeden. De
zon gaat op; de nacht komt weer; de grana
ten fluiton; de wereld loopt op zijn eind."
Na de aanval vervalt hij in gepeins: „We bedriegen, door een nóg verschrikkelijker,
zijn zoo eenzaam als kinderen en zoo door de nog geraffineerder hel?
fijnbesnaard en gevoelig zenuwstelsel, zo>
Iets jarenlang heeft kunnen meemaken.
De oorlog is een vloek.
En toch boort men maar altijd weer pra
ten over „de oorlog die komt".
Moet pr dan weer een geslacht door dl#
Ihel heen? Misschien, als alle teekenen met
wol geverfd als oude ratten; we zijn
triest en oppervlakkig geworden; ik ge
loof niet dnt we nog te redden zijn."
Als ze afgelost worden, zijn er van.de hon
derd en vijftig, die naar de voorste loopgraaf
gingen, nog twee-en-derlig over.
Als hij verlof krijgt en een poosje thuis Is.
voelt hij zich als een vreemde: „Ik kan het
oude niet meer terugvinden, het heeft me
uitgestonten, boe ik ook smeek en me inspan,
ik blijf dor van binnen".
Zal ik nog meer citeeren uit dit boek van
verschrikking?
Zal Ik nog citeeren van de wanhoop, var
de ruwe soldatenscherta, van de hospitalen.
Daar komt m'n kleine jongen m#
genacht kussen. Dat boek laat me niet Ins.
En ik omhels hem. en denk: zou jij ook daar-
dóór moeten of daarin moeten omkomen?
't ls mogelijk, dc toekomst is ons verhor.
gen. We staren in het duister. Maar als dis
ramp kom', dan kan gcr-n vader, geen mot*
der. niemand m'n jongen vasthouden.
Lhat ons strijden tegen den oorlog, fallen
alle menschen die duivel weerstaan, laten
alle Christenen zich aaneensluiten om hen»
te bekampen want de oorlog ls het werk
van satan.
God beware ons neen, nlel alleen ón»
volk God beware de wereld, de menscl».
icid voor een herhaling van zoo'n gruweL