TWEEDE BLAD.
VRIJDAG 3 MEI 1929 TWEEDE BLAD PAG. g
CHR. ARBEIDERS IN DE VOEDINGS- EN
GENOTMIDDELEN.
OPRICHTING VAN EEN FONDS
„STEUN IN NOOD".
Aanpassing ziekteuitkeeringen aan de
Ziektewet.
Huldiging der afgetreden Bestuurders.
in verband met de eventueel tot stand geko
men Ziektewet zoodanige maatregelen voor
te bereiden, waardoor in de bepalingen van
het huishoudelijk reglement die wijzigingen
worden aangebracht, dat de uitkeeringen bij
ziekte uit de bondskas aanvullend op de
uitkeeringen volgens de bepalingen van de
Ziektewet kunnen optreden, tot een tijds
duur ten hoogste als thans in artikel 36, 37
en 38 van het huishoudelijk reglement is
bepaald.
Deze wijzigingen zullen dan van kracht
worden bij de inwerkingtreding van de Ziek
tewet
Daarbij kwamen ook aan de orde de on
derscheidene voorstellen der afdeelingen ter
zake van de Ziekteuitkeering.
voor de gedachte van medezeggenschap en
dat van dien kant wordt geoordeeld, dat
men daarmede komt op een revolutionairen
weg. Spr. die nog eens heeft nagegaan wat
dienaangaande van gedachten is gewisseld
tusschen Talma en Dr. Wielinga, oordeelt
dat Talma gelijk had in het wezen der
zaak. Maar Talma, die de medezeggen
schap ging verdedigen, had het anders
moeten zeggen, had moeten betoogcn dat
ieder gezag een eigen kring heeft
Wanneer Talma een anderen weg was
gaan bewandelen, dan, gaat Spr. voort, had
hij. toen reeds het pleit gewonnen. Er moet
weder een gemeenschap van patroons en
.arbeiders komen, die moeten samen de ver-
nssccmiB; iaotwoording voor den gang van zaken in
De Voorzitter zeide dat het Hoofdbe- ,het bedrijf hebben. Dat is het ideaal,
stuur meent dat bij de toepassing der Ziek-j Daarna handelt Spr. nog over den om-
tewet het Bondsfonds daarbij kan worden vang der medezeggenschap.
"d aangepast Thans kan echter nog niet gc-1
«wï r, zegd worden hoe dat precies moet geschie-1 Na de rede van Mr. Gerbrandy weid geen
zooals Spr. uiteenzet, eerst bestuurslid den. Vandaar het voorstel. De ingediende gedachtenwisseling gevoerd,
van den Bond van Drankbereiders. Met voorstellen der afdeelingen meende spr. j De^V o o r zit t e r^dankt jten
hem heeft het hoofdbestuur aangenaam sa- thans te moeten ontraden om redenen J"
mengewerkt Spr. dankt den heer Den tactischen aard. Laten de afdeelingen die
Braber voor alles wat door hem voor den gaan intrekken of laat men ze aanhouden,
bond is gedaan. Spr. biedt hem aan, als een Voordat het Hoofdbestuur de bepalingen
herinnering, een ets van Jan Sirks, voor-
ellende een riviergezicht van Rotterdam.
Daarna richtte de Bondsvoorzitter zich der afdeelingen gaan plegen. Het wil zien
tot den heer De II a a n. Met den heer De 0f men het in onderling overleg eens kan
Haan, zeide Spr., heb ik mogen samenwer- worde.v Dan spaart dat de kosten van eoa
ken gedurende het goheele bestaan van den algemeene vergadering uit.
bond en dat op de meest aangename ma-1 Met de thans door de afdeelingen inge-
nier. Hij deed den arbeid steeds met nauw- diende voorstellen zal liet Hoofdbestuur
voornaamste besluiten die gevallen gezetheid. Ge zocht, zegt Spr., het goede ernstig rekening houden,
tijn in de ochtendzitting van Donderdag j voor de organisatie endeedt datom des .he- j Na deze verklaring van den voorzitter
brandy voor zijn schoone rede. Spr. maant
aan na het congres weder bemoedigd voor
waarts te gaan in de kracht Gods.
Daarna sluit de voorzitter de vergadering
met dankgebed.
vérmeldden we reeds in ons vorig nummer.
Het belangrijkste voorstel, dat aan de oide
kwam, was zeker dat tot oprichting van n
Fonds „Steun in Nood".
oprichten van een
fonds tot „Steun in
Nood" voor de leden
den bond.
ginsels wil. Wc danken voor het goede dat-wordt het voorstel van ihct Bondsbestuur
God u gaf te doen voor den bond. aangenomen.
Namens den Bond bood Spr. den heer De Daarna wordt gepauseerd en stappen de
Haan aan een enveloppe met inhoud. (afgevaardigden in de gereedstaande auto's
tot het maken van een autotocht door de
Kunst en Letteren.
„ROEPING".
April 1929, nummer 7.
M. Molenaar wijdt een kort afscheids
woord aan Pieter van der Meer de Walche
ren, düe trich gaat vestigen in Frankrijk, zijn
tweede vaderland.
Anton van Duinkerken publiceert een
EEN MOOI GEDENKRAAM.
Hoe het vroeger ging. schoone omgeving van Haarlem. Het pracn-i fragment uit zijn studie „Leo Tols.oj of he'
af rLl a till lrft T-» V tadQPP T
De heer Den Braber dankte voor de tigo weer werkte uitnemend mede tot het
huldiging en verklaarde dat hij het te Rot- welslagen van dien tocht
terdam als man der vakbeweging aanvan- J
k,uuu kelijk niet gemakkelijk heeft gehad. Maar MIDDAGVERGADERING.
Draagt daartoe het hoofdbestuur op om ,joor inneriijken aandrang gedreven gaf
voor dit fonds te benoemen een bestuur van §pr zjch aan ,je Qir vakbeweging. In de middagvergadering werden eerst
«ac» to stallen Dankbaar is Spr. dat door de vakbewe- nog eenige voorstellen van afdeelingen be
ging mede de toestanden nu zooveel anders handeld.
zijn geworden dan vroeger. De afdeeling Haarlem trok haar
Het valt me zwaar iheen te gaan, verklaart stel ter zakeKi
Spr. Met de leden van het bondsbestuur in.
heb ik immer als „broeders" samengeleefd. Naar aanleiding van een voorstel der af-
Doet allen uw plicht, besloot Spr. zijn aar- deeling Utrecht deelde de Voorzitter me-
dige toespraak, zijnde blind voor de toe- de, dat het Hoofdbestuur reecls stappen
komst, dan zal God den zegen op den ar- doet om te komen tot verbindend verkla-
beid geven. I ring der collectieve contracten. Het Hoofd-
De heer De Haan wcnschte een kort bestuur zegde toe bij eventueel af te sluiten
woord van dank te spreken en een van af- contracten te streven naar het verstrekken
sohcid. God maakt alleen de geschiedenis, van vacantietoeslagen.
aldus Spr., wij vervullen daarbij slechts een i Aan de afdeeling Amersfoort werd
rol als instrument in de hand Gods, maai toegezegd dat zal worden uitgegeven een
die rol is een verantwoordelijke. Spr. stipt geschrift waarin vervat de zakelijke inhoud
dan aan hoe hij vele jaren den bond dien-der Arbeidswet ten dienste voor bakkers-
de eerst als administrateur en daarna als gezellen. Aan het Bondsbestuur werd opgc-
VOOr Uil lUiiua w;
ten minste drie personen en vast te stellen
een reglement voor dit fonds, waarbij de na
volgende overwegingen de te volgen ge
dragslijn bepalen:
a. Als grondkapitaal voor dit fonds zal
uit de bondskas worden beschikbaar gesteld
een bedrog van 1 1500 (vijftien honderd
gulden), welk bedrag als grondkapitaal
moet worden geliandhaald en waar bene
den het 2- 3 deel van dit bedrag nimmer t
beschikbaar saldo van het tonds mag dalen.
b. De gelden van dit fonds zullen afzon
derlijk worden beheerd en belegd, en mo
gen nimmer voor andere doeleinden, ook
niet tijdelijk, worden benut
c De inkomsten van dit fonds zullen be-
■taan uit een vaste bijdrage van den bond
In den vorm van 1% van de netto bonds-
contributie na aftrek van de afdracht aan
de afdeelingen en maandelijks in het fonds
te storten, benevens uit vrijwillige bijdia
gen, giften cn schenkingen van de leden
van den bond en eventueele andere bate.
d Het fonds zal worden geacht te zijn op
gericht op 2 Mei 1929 en in werking getre
den op 1 Januari 1930.
De afdracht van de bijdrage uit de bonds
kas, onder c genoemd, en de storting van
het onder a genoemde grondkapitaal, zal
ingaan 1 Juli 1929.
c. De aanvragen om steun zullen alleen
kunnen worden ingediend door het lid vooi
wien de steun wordt verlangd. Deze aanvra
gen kunnen mede verhand houden met do
gezinsomstandigheden. Geen aanvragen zul
len kunnen worden gedaan, welke behooren
onder die steunverleeningen, waarvoor net
T.kc.-fonds „Draagt Elkanders Losten van
het Ghr. Nat Vakverbond is daargesteld.
f. De te vcrleenen steun kan geschieden
In geldelijke voorschotten tot een bedrag
van ten hoogste f 100, loopende ten hoogste
één jaar cn renteloos; in geldelijkeii steun,
hetzij in bedragen ineens of in termijnen; in
het verstrekken van steun in natura.
g. Over elk der ingediende aanvragen
beslist zoo noodig na onderzoek het bestuit:
van het fonds.
Tegen de door deze genomen beslissingci
Is geen beroep.
h. Het bestuur van het fonds heeft het
recht ook aan de besturen der afdeelingen
bij haar onderzoek voor de te nemen be
slissingen advies aan te vragen. Deze zijn
verplidht daartoe alle medewerking te ver
kenen.
i. Nimmer kan een lid van den bond op
uitkeeringen uit het fonds eenige rechten
laten gelden.
De Voorzitter lichtte het toe. Spr.
zeide. dat meermalen een beroep is gedaan
op het hoofdbestuur tot uitkeering ai
den, die in moeilijke omstandigheden
keerden, tot het verleenen van steun aan
leden. Maar krachtens de bepalingen der
statuten mocht dat niet Vandaar dat het
hoofdbestuur nu met dit voorstel komt Het
omvat de grondbeginselen van een fonds.
Nader zal het in een reglement moeten wor
den uitgewerkt. Voor een belangrijk deel
zal het fonds moeten bestaan uit vrijwillige
bijdragen met daarnaast een bijdrage uit de
bondskas. Naarmate de bijdragen meer
Vloeien kan meer steun verleend worden.
De bond zal verkenen een grondkapitaal
van f 1500 en verder een zekere afdracht
gaan geven van de contributie.
gevecht met dé leegte". Hij karakteriseer
Tolstoj's levensinzicht als ongemeen gevaar
lijk:
„Wanneer de duivel heden mens moch
worden om de mensen te misleiden, kon h
niet verstandiger doen dan leren, wat To
stoj geleerd heeft Want er is geen ketter
op de dag van vandaag voor de christelijk
mens zo aanlokkelik as de«ze, die met zij
'de'u'itkeering'bü'pvprlydén j Jïï
bondspenningmeestcr.
Met de leden van het hoodbestuur heeft
Spr. mede steeds altijd aangenaam samen
gewerkt God geve u allen wijsheid, zoo
zeide Spr. tot de leden van het hoofdbestuur
en een kloek beleid.
Rede van Mr. Gerbrandy.
Daarna volgde de rede van Mr. Gerbrandy
waarvan we de stellingen reeds mededeel
den.
Spr. zeide in de toelichting, dat de ge
dachte van de medezeggenschap leeft en
komt uit den kring en de gedachtenwereld
aanpassing Ziektewet van onze eigen geestelijke voorouders, bij
Het luidde: 'mannen als Kuyper, Talma en Sikkel. Hij
De algemeene vergadering besluit thans haalde aan uitspraken van Amelink om
geen wijzigingen te brengen in de huidige nader aan te geven hoe deze dacht over
bepalingen van het huishoudelijk regie-f medezeggenschap.
ment, hoofdstuk VII, betreffende de uitkee- j Vreemd is het, oordeelde Spr., dat daar
ringen bij ziekte uit de bondskas; [mannen als Kuyper en anderen zich zoo
draagt evenwel het hoofdbestuur op, om I radicaal uitlieten, thans velen bang zijn
HET JUBILEUM DER FIRMA G. F. CALLENBACH TE NIJKERK.
s0Be dag van 1 Mei, toen de bekende uitgeversfirma G. F. CaUcnbach te Nijkerk haar
Aan de discussie werd door elf afgevaar- 75-jarig beslaan mocht herdenken, is voor deze firma een gloriedag geworden, waarop
digden deelgenomen, waarna het voorstel honderden van hun sympathie en dankbaarheid blijk gavenOp bovenstaande foto ziet
Van het hoofdbestuur wordt aangenomen men van links naar rechts: C. C. Callenbach, G. F. Callenbaeh Sr. (firmant), mevrouw
toot algemeene stemmen. Callenbach en G. Hana (firmant), daarachter H. Fosscn (corrector), G. de Jong (chef
Nadat de gister reeds meegedeelde uitslag magazijn), J. Woudenberg (chef boekbinderij) en A. Fossen (procuratiehouder).
ring predikt en bijna ongemerkt, in de naai
van de hoogste verzoening, de zaken d
geestes losbreekt uit de synthese van lie
ordelik verband. Niet omdat Tolstoj
zwaartepunten van geloofs- en zeden-Ie
verlegt is zijn hervorming zoo gcvaarl
maar omdat hij ongemerkt de steunpunt»
ervan ondergraaft. Uit hun verband gerukj
Tolstoj-teksten konden een boek samenst
len, zoals onze vroomste priesters die schr
ven. Doch in het geheel zijner leer vorm
juist deze woorden, door hun bcdriegcli
lieid, voor de katholieke godgeleerdheid
wijsbegeerte de grootste ketterij van de
rige ec-uw en de gevaarlikste der onee".
Beslist echter stelt Anton van Duinkerk»
zich tegenover hen, die Tolstoj's persoonlij
heid, aanranden, die „uit de omwaarhe
van do leer roekeloos besluiten tot de onee
likhedd van de 1 eeraar".
„De Tolstoj, die wij kennen uit zijn da
boeken en geschriften, was een volkome
eerlik en in grote verhoudingen heldhaft
mens. Hij zocht oprecht en met pijnlik
moeite naar een oplossing voor de raadse
van het leven en trachtte zonder arglist zij
persoonlik bestaan in overeenstemming
brengen met de opfJossing, die hij rneeno
gevonden te hdbben. De hoorn, die dit hei
opgeleverd heeft, achtte hij ntiet. Aan de vi
andschap, die het hem bezorgde, bood h
een onverzoenlijke, maar waardige wee
stand, gevoelens van haat onderdrukken
en geen leiding aanvaardend van de lagci
strevingen zijner anenselikheicL De offer
die hij dacht te moeten brengen, bracht h
eenvoudig, koste wat het heeft gekost....
Hij was geen ziekeKan men hem hoog
moed' verwijten, men doe het slechts met de
bedenking dat hij levenslang tegen zijn on
deugd streed, nadat hij haar betrapte
Zijn scherpe ogen wist hij naar binnen te
richten, en van hun felle licht verloren zij
daarbij alleen het mededogen. Hij had een
helder zelfbewustzijn, dat hem bij geen zij-,
ner handelingen of geschriften verloochende,
dat hem alleen ter onzaliger ure tot ver
keerd getrokken besluiten misleidde, maar
daarbij niets inboette van zijn scherpte. Hoe
vlug hij schrijven mocht, hij gaf zich reken
schap van ieder woord, dat hij uitte!"
Onder den titel ..De korte reis" publiceert
Van Duinkerken voorts een reeks aphonis-
men. B.v.:
De Slak.
Ik ben tevreden, daar 'k mij veilig weert:
ik baan een ziiv'rcn weg, die geen na mij
betreedt.
Het Bed.
Wantrouw de rust, in mij verworven;
op bed is 't meerendeel gestorven.
De Liefde.
Geniet mij woorJenJoos:
die 't meeste van mij spreken
ervaren 't bitterst mijn gebreken.
Th. de Jager
die over Vonde.
speciaall over de Gijsbroght, waarin de dich
ter de duibbele ondergang heeft ervaand: die
van zijn polemisch strijderschap cn die van
het renaissancistisch dichterschap. De Gijs
broght is de sleutelstelling „De Gijsbreghi
is de hele samenballing van 's dichters ver
leden".
„Hier is het dode Constantijntje gemekt
VERDRONKEN.
Te Vreeswyk is het zoontje m &chiPP«
Bouwens van het sleepschip „Wekdienst 18
over boord gevallen en verdronken. Het üjkj*
is later opgehaald. rr
Te Bergum (Fr.) is het zoontje van li-
Zwart, machinist der Thermo-Chemische
Fabriek, in een gracht gevallen en verdronken.
Het 3-jarig zoontje van den landarbeider L.
van Vliet te Nootdorp is in een sloot schtet
de ouderlijke woning verdronken.
DOODELIJKE VAL.
Nabij Sittard (L.) is de remmer van Gaai
uit Heerlen door den z.g. kiemen tunnei,
gelegen tusschen twee groote tunnels over eea
veldweg, naar beneden gevallen. Deman hep
een hersenschudding op en overleed in de*
afgeloopen nacht.
OVERREDEN EN GEDOOD.
Te Simpelveld (L.) geraakte de 18-jarig«
L. Bardoul onder een auto uit Heerlen en werd
jna onmiddellijk gedood.
DOOR EEN AUTO GEDOOD.
Onder Abcoude kwam een auto den 30-
jarigen arbeider v. d. Vliet uit Ouder Amstea*
die zijn ouders te Vinkeveen had bezocht,
achterop rijden. Door onbekende oorzaak is
de man aangereden en onmiddellijk gedood.
De overledene was gehuwd en laat drie kin
deren na.
EEN REUZENEL
Een kip van den heer H. Spindler aan d»
Rictvinkstraat te Rotterdam legde een ai va*
HET SOCIALE LEVEN.
2 STAKING TE ZAANDAM.
Rumoerige avond.
vond had zich een groot aantal sta*
lieuwsgierigen verzameld in de h a-
t om getuige te zijn bij het thuis-
van een werkwillige. Toen de poli-
ubiiek aanmaande tot doorloopen,
l ra uil niet of slechts schoorvoetend
waarop een charge met den blan-
H gemaakt werd en verschillende
waaronder er waren die met de
liets te maken hadden, gevoelige
opliepen.
OUWSTAKING IN GRONINGEN.
(ei j.l. is in geheel Oostelijk Gronin»
aking van landarbeiders begonnen,
durende eenige weken dreigde, ten
van een loonconflict. De arbeiders,
ddeld ongeveer 26 cent per uur ver-
'ischen een loonsverliooging van 15
andbouwers zijn echter niet geneigd
verhooging toe te staan. De stuking
olgens de Tel. 2000 arbeiders, groo-
georgnniseerd in den modernen
idersbond. Ook een paar honderd
uiiseerden hebben liet werk ncerge*
ze krijgen een uitkeering van f 6.
k plus f 0.60 toeslag voor elk kind
rganiseerden ontvangen f 9.met
•cslag).
Iristelijke landarbeiders zijn niet in
gegaan. Dezen werken op de oude
rden door.
iking is ingegaan, omdat het eollee*
trnet afliep. Vele landbouwers heb-
e bouwlanden, bestemd voor cultuur
kerbieten tegelijkertijd mosterdzaad
De bietenteelt geelt nJ. veel werk
•elt van mosterdzaad niet. Wan neef
Is de bieten moeten worden gedund
de arbeiders nog staken, zullen de
cordon verwaarloosd en dan krijgt
erdzaail gelegenheid om op te schie-
iit er over eenigen tijd geen staking
erschen, dan zullen de bieten worden
en gaat men het mosterdzaad ver»-
EN AVONTUREN
ELSVEL.
w eek daarna, liij lield're maan,
iten zij op reis te gaan! 1
ruipen. van ontroering stom,
•vend in hun reuzen-boni;
eldra schalt langs beig en dal
laav'rend. knetterend geknal!
\jax" schiet, in snelle vaart,
liuine richting weg van d' aard.
(Wordt Maandag vervolgd.),
DE MEDISCHE FACULTEIT
AAN DE VRIJE UNIVERSITEIT.
Toen vóór eenige jaren in de leidende
kringen van de Vrije Universiteit liet denk
beeld rijpte, de Wis- en Natuurkundige Fa
culteit aan de Medische 4e laten voorafgaan
zullen velen dit met een gevoel van teleur
stelling hebben vernomen. Uitstel kon im
mers zoo gemakkelijk worden afstel, en daar
door een voor goed verdwijnen van de mo
gelijkheid voor Gereformeerde studenten, om
aan een eigen Hoogeschool te worden opge
leid tot arts. Toch beteekent dit niet, dat
het in de bedoeling lag de medische facul
teit prijs te geven. In dienizelfden tijd toch,
toen ons volk werd opgewekt tot het bren
gen van offers voor de Wis- en natuurkun
dige opleiding, schreef men, na de benoe
ming der hoogleeraren Bouman en Buijten-
dijk aan openbare Universiteiten: „de me
dische faculteit, is niet opgeheven we
houden het ideaal vast: ook een medische
faculteit, en dat zoo spoedig mogelijk". „Wat
opgebouwd werd, moet in stand blijven. Het
Ideaal prijsgeven dat doen we nooit".
Waar nu in de komende jaren alle krach
ten zullen worden geconcentreerd op de Na
tuurphilosophische studie, daar mogen we
ons wel eens afvragen, wdt er bij dezen
stand van zaken nog te doen is voor de
vijfde faculteit
Zie ik het wel, dan komen hierbij twee
punten ter sprake.
1. In hoeverre kan de V. U. reeds nu ar
beiden aan den opbouw van wetenschappe
lijke centra, die de basis vormen voor de
later te voltooien faculteit der geneeskunde?
2. Wat kan de V. U. reeds nu doen voor
de aanstaande Gereformeerde artsen?
Beginnen we met dit laatste. Het is thans
zóó, dat er ieder jaar tientallen jongeman
nen uit Gereformeerde gezinnen, worden
ingeschreven in de faculteit der genees
kunde aan één der vier groote Universitei
ten van ons land. Deze studenten zijn wel is
waar voor het meerendeel vereenigd in de
„Societas Studiosorum Reformatorum", wel
ke vereeniging staat op den grondslag der
Gereformeerde Belijdenis, maar het Hooger
Onderwijs van de Vrije Universiteit gaat aan
hen voorbij. Te overwegen zij, of de V. U.
niet ook een taak heeft tegenover deze stu
denten. Hoe toch wordt de toestand? Over
eenige jaren hopen we te komen tot een
eigen Wis- cn Natuurkundige Faculteit. Dit
houdt in, dat ook de wetenschap van de al
gemeene levensverschijnselen aan onze Uni
versiteit gedoceerd zal worden, en dat de
hoogleeraren, die zich met dezen tak van
weten bezighouden, zich zullen moeten be
zinnen op de principiën en denkvormen, die
aan deze wetenschap ten grondslag liggen.
Deze studie ligt geheel in de lijn van het
medisch weten, en ongetwijfeld zullen de
'nediscihe studenten hiervan groot profijt kun
nen trekken. Trouwens, het is bekend, dat de
medische opleiding voor een deel aanvangt
in de natuurphilosophische faculteit En al
is het dan nog niet mogelijk, de eerste jaren
geheel aan de V. U. te studeeren, onze me
dische studenten zouden toch met het on
derwijs van deze mannen in aanraking
kunnen komen.
Er zou bijvoorbeeld een „theoretische leer
gang" vanwege de V. U. kunnen worden
ingesteld voor de aanstaande Gereformeer
de artsen. Deze leergang kunnen al de me
dische studenten volgen, die aan een andere
Universiteit in hoofdzaak hun opleiding ont
vangen. De colleges moeten dan in onderling
overleg gegeven worden. Ook andere hoog-
lecraren dan die van de Wis- en natuur
kundige faculteit, kunnen hieraan medewer
ken. Zoo bijvoorbeeld in de allereerste plaats
de hoogleeraar in de Philosophie. Deze leer
gang kan gevolgd worden door de medische
studenten in hun eerste studiejaren. En dat
is het juist wat we willen. Zoodra liet can-
didaatsexamen is afgelegd en de klinische
lessen beginnen, zrj er weinig gelegenheid
zijn voor den Gereformeerden student, om
de colleges van dezen leergang te volgen.
Maar dan moet hij ze ook reeds hebben
gehad. Want allereerst sluit de in de leer
gang te behandelen stof beter aan bij de
coleges vóór het candidaatsexamen, en bo
vendien, beschouwd vanuit onze beginselen,
zullen de Gereformeerde medici, juist in die
eerste jaren, een principieele belichting van
de materie, waarmee ze werken, het meest
noodig hebben.
In dit licht bezien wordt de Wis- en na
tuurkundige faculteit mede dienstbaar ge
maakt aan de opleiding der artsen en werkt
zij de mogelijke oprichting eener geneeskun
dige faculteit in de hand.
Voor het slagen van dezen opzet is het
noodig, dat ook van den kant der Gerefor
meerde studenten de bcteckenis van een
dergelijke leergang beseft wordt. Want zon
der twijfel zal het volgen van deze colleges
in de eerste studentenjaren een verzwaring
van de studie beteekenen. Maar, waar bleek
dat de leden van S. S. R. zelf een leemte
voelden en door het organiseeren van lezin
gen trachten, zoo goed mogelijk hierin te
voorzien, daar hebben we goeden moed, da',
als door de V. U. een leergang is ingesteld,
deze de volle belangstelling der Gereformeer
de «lu'liMifpn zal hehhen.
Uit den aard der zaak zullen alleen dege
nen, die in Amsterdam hun medische oplei
ding ontvangen, hiervan kunnen profitceren.
Maar het is heel goed mogelijk, dat juist
tengevolge van deze instelling wc een con
centratie van Gereformeerde medische stu
denten krijgen in Amsterdam, omdat overi
gens alles gelijk zijnde men dóór gaat
studeeren, waar ook onderwijs wordt ge
geven door mannen, die in hun werken en
leven het licht ontvangen uit Gods Woord.
Toch zal ons Ideaal blijven, de Vrije Uni
versiteit tot een volledige Universiteit uit
te bouwen en dan mettertijd te komen tot
een eigen medische faculteit Dat dit schier
onoverkomelijke bezwaren meebrengt, is be
kend. Maar dat kan nooit beteekenen, dat
we het opgeven: het kan ons alleen maar
prikkelen tot krachtigcn voortgang, gepaard
met omzichtig beleid. Juist, omdat het in
richten van een medische faculteit zulk een
geweldige arbeid is, die wel door heroioke
mannen vol Godsvertrouwen kan worden
begonnen, maar waarvan het niet duidelijk J
is, of hij in één menschenleeftijd kan worden
voltooid, is het noodig, dat we hier ernstig
bij stilstaan. Wij kunnen het wel beginnen,
maar weten niet of we het kunnen voleinden
en daarom is het gewenscht, bij den opbouw
zich helder de wijze van werken voor te
stellen. Een volledige medische faculteit is
menschelijkerwijze gesproken in de eerste
jaren niet mogelijk. Stellen we ons nu
toch «lirect op het einddoel in, dan kunnen
we al bouwende, tot de ontdekking komen,
dat dit in de eerste decenniën niet gelukt;
dat we wel eenige medische hoogleeraren
hebben, maar dat van een planmatig inrich
ten eener faculteit geen sprake was.
Men kan echter ook aansturen op het af
bakenen en Inrichten van kleinere gebieden
die wel binnen ons bereik liggen en zoo
den voorarbeid verrichten voor een later te
voltooien medische faeulteit; Dit raakt dus
boratorium, waarin door ver-
aarneming de ziekteverschijnselen
Istudcerd en in aansluiting daar-
hgelijkheden voor een juist ver-
johnndolcn van de patiënten ern-
n overwogen.
>lex van kliniek en laboratorium
ilcriusploin is gecentreerd om de
cn heeft als instituut voor we-
lijk psychiatrisch-neurologisch on-
Istnansrecht in zich zelf.
rts de zenuw- en zielszieke ons
allereerste plaats voor moeilijke
pieelo vragen plaatst, problemen
samenhangen met wereld- en le-
tuwing, is iets, dat ieder, die
niet psychose- en neuroselijders
ling kwam, uit eigen ervaring
at door vele vooraanstaande en
h gevormde mannen uit onz*
gemeen wordt erkend,
otte zou in het systeem van een
te richten medo-che faculteit dit
•.ch onderzoekingsinstituut geheel
nr we dan voor de opleiding voor
nalexamen zonder twijfel zulk
mot laboratoria zouden behoc\en.
dus de V. U. reeds nu, waar zich
»le gelegenheid aanbiedt, voort-
•elijke „Researchinstituten in te
i deze dan later te vinden als de
?n voor de geheel te volt«x>ien me-
ilteit. Want het blijft, gelijk reeds
?rd geschreven: We houden vast
en medische faculteit Het ide-
•ven, dat doen we niet!
L. VAN DER HORST.